Nl-18
Nl
Verzorging van uw magnetronoven
1. Zet de oven uit alvorens hem te reinigen.
2. Houd de deurafdichtingen en de plaatsen
hieromheen schoon. Als er spatten en
gemorste vloeistoffen vast zijn gaan zitten
op de ovenwanden, deurafdichtingen en
de plaatsen hieromheen, moeten deze
worden schoongemaakt met een vochtige
doek. Als zij zeer vuil geworden zijn mag
gebruik gemaakt worden van een mild
reinigingsmiddel. Het gebruik van
agressieve reinigingsmiddelen of schuur-
sponsjes wordt niet aanbevolen.
GEBRUIK GEEN COMMERCIËLE OVEN-
REINIGERS.
3. De buitenzijde van de oven moet worden
schoongemaakt met een vochtige doek.
Ter voorkoming van schade aan de
onderdelen binnen in de oven, mag er
geen water via de ventilatie-openingen
naar binnen sijpelen.
4. Indien het bedieningspaneel vuil wordt,
moet dit met een zachte, droge doek
gereinigd worden. Gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen of schuur-
sponsjes op het bedieningspaneel. Bij het
reinigen van het bedieningspaneel moet de
ovendeur open blijven om te voorkomen
dat de oven per ongeluk wordt
ingeschakeld. Na het schoonmaken moet
de STOP/WIS-toets worden ingedrukt om
het uitleesvenster weer op de kloktijd te
stellen.
5. Indien er aan de binnenkant van de oven-
deur of rondom de buitenkant hiervan
stoomvorming plaatsvindt, veeg deze dan
weg met een zachte doek. Dit kan het
geval kunnen zijn, wanneer de mag-
netronoven wordt gebruikt in een ruimte
met een hoge vochtigheidsgraad; dit duidt
niet op foutief functioneren van het appa-
raat.
6. Van tijd tot tijd moet het glazen
draaiplateau verwijderd worden om het
schoon te maken. Reinig het plateau in
warm water met een afwasmiddel of in een
vaatwasmachine.
7. De rolring en de holte in de bodem van de
oven moeten regelmatig worden
schoongemaakt om overdreven lawaai te
voorkomen. Veeg het oppervlak van de
bodem van de oven schoon met een zacht
detergent en heet water, en droog het af
met een schone doek. Was de rolring in
zacht zeepwater. Bij een regelmatig
gebruik worden kookdampen verzameld.
Dit heeft echter geen invloed op het opper-
vlak van de bodem of op de wielen van de
rolring. Wanneer u de rolring voor het
schoonmaken uit de holte in de bodem
haalt, moet u hem daarna in de juiste
positie terugplaatsen.
8. Bij het GRILLEN of COMBINATIE (NN-
J169M / NN-J159W) koken zullen som-
mige voedselsoorten vetspatten op de
ovenwanden veroorzaken. Indien de oven
niet van tijd tot tijd gereinigd wordt, kan hij
tijdens het gebruik gaan “roken”.
9. Gebruik geen stoomreiniger voor het
reinigen.
10. De magnetronoven mag uitsluitend door
gekwalificeerd servicepersoneel worden
gerepareerd. Neem voor onderhoud en
reparaties van de oven contact op met de
dichtstbijzijnde erkende verdeler.
11. Als u de oven niet schoon houdt, is het
mogelijk dat de kwaliteit van de opper-
vlakken vermindert waardoor de
levensduur van het toestel verkort en er
mogelijk gevaarlijke situaties ontstaan.
12. Zorg ervoor dat de luchtuitlaten altijd vrij
zijn. Controleer of alle luchtuitlaten op de
boven- onder- of achterkant van de oven
vrij zijn van stof of ander materiaal. Een
blokkering van de luchtuitlaten kan
oververhitting veroorzaken die een invloed
kan hebben op de werking van de oven en
mogelijk een gevaarlijke situatie kan
opleveren.
13. NN-J169M / NN-J159W modellen. Gebruik
geen ruwe, schurende schoonmaakmidde-
len of scherpe, metalen krabbers om het
deurglas van de oven schoon te maken,
omdat ze krassen kunnen veroorzaken op
het oppervlak, waardoor het glas kan
versplinteren.