methetserienummer.Neemcontactopmeteen
erkendeToroservicedealeromdegeschikteset
voorgrotehoogteenhetlabelvoorgrotehoogte
vooruwmachineteverkrijgen.Omeendealerin
uwbuurttevinden,kuntukijkenoponzewebsite
www.Toro.comofcontactopnemenmetonzeToro
CustomerCareDepartementophetnummerdat
isopgegevenindegarantieverklaringvoorhet
emissiecontrolesysteem.
Verwijderdesetvandemotorenzetdemotor
terugnaarzijnoriginelefabrieksinstellingalsu
demotorgebruiktonder1.500m.Gebruikgeen
motordiegeschiktisgemaaktvoorgebruikop
grotehoogteoplagerehoogtes;anderskande
motoroververhitrakenenwordenbeschadigd.
Indienunietzekerbentofuwmachinegeschikt
isgemaaktvoorgebruikopgrotehoogte,moetu
zoekennaarhetvolgendelabel:
decal127-9363
Inhoud
Inleiding....................................................................1
Veiligheid..................................................................2
Algemeneveiligheid...........................................2
Veiligheids-eninstructiestickers........................3
Montage....................................................................4
1Dehandgreepuitklappen.................................4
2Destartkoordaanbrengeninde
koordgeleider..................................................5
3Hetcartermetoliebijvullen..............................5
4Degrasvangermonteren.................................6
Algemeenoverzichtvandemachine.........................7
Specicaties......................................................7
Gebruiksaanwijzing..................................................7
Voorgebruik..........................................................7
Veiligheidvóórgebruik........................................7
Brandstoftankvullen...........................................8
Hetmotoroliepeilcontroleren..............................8
Hoogtevanhandgreepinstellen.........................9
Demaaihoogteinstellen.....................................9
Tijdensgebruik......................................................9
Veiligheidtijdensgebruik....................................9
Motorstarten....................................................10
Dezelfaandrijvinggebruiken............................10
Demotorafzetten..............................................11
Maaiselrecyclen................................................11
Hetmaaiselopvangen.......................................11
Degrasvangerhendelbedienen........................12
Achteruitworpgebruiken...................................12
Tipsvoorbedieningengebruik.........................12
Nagebruik...........................................................13
Veiligheidnahetwerk.......................................13
Deonderkantvandemachinereinigen.............13
Handgreepinklappen.......................................14
Onderhoud..............................................................15
Aanbevolenonderhoudsschema.........................15
Demachineveiligonderhouden........................15
Voorbereidingenvooronderhoudswerk-
zaamheden...................................................15
Onderhoudvanhetluchtlter............................16
Demotorolieverversen.....................................16
Onderhoudvandebougie................................17
Hetmaaimesvervangen...................................18
Dezelfaandrijvingafstellen...............................19
Stalling....................................................................19
Demachineveiligstallen..................................19
Voorbereidingenvoorstalling...........................19
Demachineuitdestallinghalen........................20
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
Gebruikvanditproductvooranderedoeleindendan
dezekangevaarlijkzijnvooruofomstanders.
•Voordatudemotorstart,moetudeinstructiesen
waarschuwingenindezeGebruikershandleiding
enopdemachineendewerktuigenlezen,
begrijpenenuitvoeren.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenvanofonderdemachine.
Blijfaltijduitdebuurtvanafvoeropeningen.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietnaarbehorenwerken.
•Laatgeenomstandersofkinderenhetwerkgebied
betreden.Laatkinderennooitdemachine
bedienen.Laatenkelmensendieverantwoordelijk
engetraindzijnendiebovendienvertrouwdzijn
metdeinstructiesenfysiekertoeinstaatzijnde
machinebedienen.
•Stopdemachine,zetdemotoruitenwacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatuservicewerkzaamheden
uitvoert,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
2