Command 231
Radiografische codeschakelaar voor
impulsbesturing
Uitvoering
Command 231 868 MHz (art.-nr. 68 328)
Command 231 433 MHz (art.-nr. 68 333)
Veiligheidsinstructies
Attentie:
• Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door alvorens het apparaat aan te sluiten
en te bedienen!
• Laat niet werkende apparaten door de
fabrikant controleren.
• Voer geen eigenmachtige veranderingen
uit aan het apparaat.
Werkwijze
De radiografische codeschakelaar biedt u de mogelijk-
heid om uw garagedeur te openen en te sluiten via
het intoetsen van een 4-cijferig persoonlijk identifi-
catienummer (pincode). Hij kan zo worden gepro-
grammeerd dat maximaal 3 garagedeuraandrijvingen
met een verschillende code worden aangestuurd of
maximaal 3 verschillende pincodes voor één garage-
deuraandrijving worden gebruikt. Daarnaast kan
een willekeurige tijdelijke pincode worden gepro-
grammeerd, om een tijdelijke toegang voor bepaalde
bezoekers of onderhoudspersoneel mogelijk te
maken.
Bovendien kan een extra apparaat (bijv. de buiten-
verlichting) worden aangestuurd. Voor deze functie
(”lichtfunctie”) is een bijkomende ontvanger nodig.
Radiografische codeschakelaar
monteren
• Kies een geschikte montageplaats voor de radio-
grafische codeschakelaar.
• Neem de wandhouder als sjabloon en markeer de
punten voor de twee boorgaten. Boor vervolgens de
gaten en druk de meegeleverde muurpluggen erin.
• Schroef de wandhouder met de bijgevoegde
schroeven vast. Voor montageoppervlakken die
niet uit hout zijn vervaardigd, moet u mogelijk
andere schroeven en muurpluggen gebruiken.
• Klik de radiografische codeschakelaar vast in de
wandhouder.
• Draai met behulp van een munt de grendel aan de
onderzijde van de wandhouder met de klok mee,
om de radiografische codeschakelaar te vergrendelen.
Pincode intoetsen en code overdragen
Uw radiografische codeschakelaar wordt voorgepro-
grammeerd met
1 willekeurige code en 1 pincode geleverd.
De voorgeprogrammeerde pincode is 1-2-3-4.
Opgelet:
Om de derde code te programmeren,
overschrijft u de vooraf ingestelde code
(random programmatie) met PIN 1-2-3-4
en vervolgens verandert u PIN 1-2-3-4
volgens de handleiding.
Wanneer u reeds een andere zender gebruikt voor
de besturing van uw garagedeur, dan moet de code
van deze zender worden overgedragen op de radio-
grafische codeschakelaar.
De code voor de garagedeurbesturing van een
zender overdragen op de radiografische code-
schakelaar:
• Verbind de radiografische codeschakelaar en de
actieve zender met de programmeerstekker.
• Houd de toets van de zender ingedrukt, waarmee
u de garagedeur bestuurt.
Druk op de ENTER-toets op de radiografische
codeschakelaar. De toetsenbordverlichting gaat aan.
• Toets een nieuwe 4-cijferige pincode van uw
keuze in. Druk opnieuw op de ENTER-toets.
Houd de zendertoets ingedrukt, tot de LED op de
radiografische codeschakelaar snel knippert.
• De radiografische codeschakelaar heeft nu de
zendercode geleerd en hem opgeslagen onder
de pincode die u hebt ingetoetst. U kunt de pro-
grammeerstekker verwijderen.
De code voor de lichtfunctie van een zender over-
dragen op de radiografische codeschakelaar:
De lichtfunctie is voorgeprogrammeerd met een
eigen code. U kunt echter een andere zendercode
overdragen op de lichtfunctie.
• Verbind de radiografische codeschakelaar en de
actieve zender met de programmeerstekker.
• Houd de toets van de zender ingedrukt, waarmee
u het andere apparaat bestuurt. Druk op de
ENTER-toets op de radiografische codeschakelaar.
De toetsenbordverlichting gaat aan.
• Druk op de LICHT-toets en vervolgens opnieuw op
de ENTER-toets. Houd de zendertoets ingedrukt,
tot de LED op de radiografische codeschakelaar
snel knippert.
• De radiografische codeschakelaar heeft nu de
nieuwe zendercode voor de lichtfunctie geleerd.
U kunt de programmeerstekker verwijderen.
Meer dan 1 code opslaan, om meer dan 1 garage-
deuraandrijving te besturen:
• U kunt met de radiografische codeschakelaar
maximaal 3 verschillende garagedeuraandrijvingen
besturen, allemaal met een andere code.
• Voor elk van de 3 codes voert u de hierboven
beschreven instructies uit, maar met één verschil:
u moet voor iedere code een andere pincode
intoetsen. Voor iedere code is een individuele
pincode nodig.
• Om met de radiografische codeschakelaar een
bepaalde garagedeur te openen of te sluiten,
toetst u gewoon de bijbehorende pincode in en
drukt u daarna op de ENTER-toets.
Meer dan 1 pincode voor dezelfde code opslaan:
Het is mogelijk om naast de voorgeprogrammeerde
pincode maximaal 2 extra pincodes voor dezelfde
code op te slaan, om deze pincodes aan verschillende
personen toe te wijzen.
• Voor iedere individuele pincode voert u de instructies
uit, die beschreven zijn onder „De code voor de
garagedeurbesturing van een zender overdragen
op de radiografische codeschakelaar”. Herhaal de
stappen voor iedere pincode met dezelfde zender.
Daardoor wordt dezelfde code onder 3 verschillende
pincodes opgeslagen.
Een tijdelijke pincode opslaan:
Er kan een tijdelijke pincode worden opgeslagen,
die slechts drie keer kan worden gebruikt.
• Houd de ”toets 1” gedurende 3 seconden ingedrukt,
tot de LED snel knippert. Toets de actueel geldige
pincode in en druk vervolgens op de ENTER-toets.
• Toets een tijdelijke 4-cijferige pincode van uw
keuze in en druk vervolgens op de ENTER-toets.
• De LED brandt gedurende 2 seconden. Daarna gaat
de toetsenbordverlichting uit. De radiografische
codeschakelaar is weer gebruiksklaar.
• Om de radiografische codeschakelaar met de
nieuw opgeslagen, tijdelijke pincode te gebruiken,
toetst u de 4-cijferige tijdelijke pincode in en drukt
u vervolgens op de ENTER-toets. Dit kunt u drie
keer doen. Daarna wordt de tijdelijke pincode
automatisch gewist.