Sony NV-U50 de handleiding

Categorie
Navigators
Type
de handleiding
2
Geen garantie voor verloren of
beschadigde gegevens
Sony biedt geen garantie voor verloren of
beschadigde gegevens.
Let op
IN GEEN GEVAL IS SONY
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE
INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE OF ANDERE SCHADE,
INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT,
WINSTDERVING, OMZETVERLIES,
GEGEVENSVERLIES, HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT OF
ENIGE BIJBEHORENDE APPARATEN,
DOWNTIME EN TIJD VAN DE KOPER IN
RELATIE TOT OF ALS GEVOLG VAN HET
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE
HARDWARE EN/OF DE SOFTWARE.
Welkom!
Dank u voor de aankoop van dit Sony Personal
Navigation System. Voordat u met dit systeem
aan de slag gaat, dient u deze handleiding
grondig te lezen. Bewaar deze handleiding, zodat
u deze ook later kunt raadplegen.
KENMERKEN:
• Plug & Play-mogelijkheid
• Kaart van Europa (NV-U70T) (vooraf
geïnstalleerd)
• Regionale kaart (NV-U50T/U50) (vooraf
geïnstalleerd)
• Voor de stembegeleiding en het schermdisplay
kunt u kiezen uit 15 talen
• 3,5-inch display van hoge kwaliteit met
aanraakscherm
• Geavanceerde GPS-ontvanger met 12 parallelle
kanalen
• Luidspreker van hoge kwaliteit
• RDS-TMC-compatibel (Traffic Message
Channel) (NV-U70T/U50T)
• Gebruik met een accu
• Automatische dimmerfunctie
Informatie over deze handleiding
• Deze Beknopte handleiding bevat instructies
voor de installatie, over verbindingen en
algemene handelingen. Raadpleeg de PDF-
handleiding op de bijgeleverde Cd met
toepassing voor meer informatie.
• De inhoud van deze handleiding is bedoeld
voor gebruikers met kennis van het
besturingssysteem Microsoft® Windows®.
Raadpleeg de handleiding bij de computer
voor meer informatie over de werking van de
computer.
• Illustraties in deze handleiding kunnen
afwijken van het apparaat.
• Bewaar deze handleiding, zodat u deze later
weer kunt raadplegen.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
edrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Accessoires waarop dit van toepassing is: Accuadapter/
Netspanningsadapter
3
Inhoudsopgave
Belangrijke kennisgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Aan de slag 7
De inhoud van de verpakking controleren. . . . . 7
Het apparaat installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
De TMC-antenne installeren
(alleen NV-U70T/U50T) . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het apparaat inschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het navigeren starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
GPS-signalen ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Algemene handelingen 13
Menubewerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Bewerkingen met het toetsenbord . . . . . . . . . . 13
Routes zoeken 14
De bestemming instellen en de begeleiding
starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De bestemming op andere manieren
instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Begeleidingsschermen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Systeeminstellingen 17
De bijgeleverde software
gebruiken 18
Aansluiten op de computer. . . . . . . . . . . . . 18
Softwarefuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Aanvullende informatie 19
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Opmerking over het LCD-scherm . . . . . . . . . 19
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Opmerkingen over het weggooien van het
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . 22
4
Belangrijke kennisgeving
Lees de volgende waarschuwingen voordat u het
apparaat gaat installeren en bedienen om het risico
op een ongeval of letsel te vermijden.
Informatie over het gebruik
• Plaats geen vreemde voorwerpen in de
houderaansluiting van het apparaat. Dit kan
storingen veroorzaken.
• Druk op ?/1 om het apparaat uit te schakelen, haal
het apparaat uit de houder en koppel de
accuadapter los, anders kan de autoaccu
leeglopen. Houd rekening met de volgende
punten.
– Als u het contact uitschakelt, wordt het apparaat
niet uitgeschakeld en wordt er nog steeds stroom
verbruikt van de oplaadbare lithium-
ionenbatterij (ingebouwd).
– Als de aanstekeraansluiting van de auto niet is
aangesloten op de ACC-positie van het
contactslot, wordt er nog steeds stroom geleverd
aan de ingebouwde batterij, zelfs als u het
contact uitschakelt.
– Controleer de CHG-aanduiding rechtsonder op
het apparaat. Deze gaat branden tijdens het
opladen.
• Stel het apparaat niet bloot aan vuur. Dit kan
storing veroorzaken.
• Zorg dat er geen water of regen in het apparaat
terechtkomt. Dit kan storingen veroorzaken.
• Laat het apparaat niet achter in direct zonlicht,
omdat de weergave op het LCD-scherm hierdoor
donker en minder helder kan worden. Dit duidt
niet op een storing en de weergave wordt weer
normaal bij een lagere temperatuur.
• De ingebouwde batterij kan niet worden
opgeladen bij temperaturen buiten het bereik van
5 – 45 ºC.
• Laat het apparaat niet achter bij hoge
omgevingstemperaturen. De capaciteit van de
ingebouwde batterij kan hierdoor verslechteren of
de ingebouwde batterij kan niet meer worden
opgeladen.
Veiligheid
Algemeen
• Oefen niet te veel druk uit op het apparaat of de
houder. Het apparaat of de houder kan onder het
rempedaal, enzovoort, vallen en een ongeluk
veroorzaken.
• Als u rijdt met de routebegeleiding, moet u de
verkeersregels, zoals een weg met
éénrichtingsverkeer, in acht blijven nemen.
• Kijk niet op het apparaat tijdens het autorijden. Dit
is gevaarlijk en kan verkeersongelukken
veroorzaken.
• Als u het apparaat tijdens het rijden wilt bedienen,
moet u de auto eerst op een veilige plaats stoppen.
• Haal het apparaat uit de auto als u uit de auto stapt
om te voorkomen dat het apparaat wordt gestolen
of dat het apparaat wordt beschadigd door hoge
temperaturen in de auto.
• Wanneer de accuadapter niet wordt gebruikt,
koppelt u deze los van de aanstekeraansluiting,
omdat de accu zelfs kan leeglopen als het contact
op OFF staat.
• Zorg dat er nooit vocht of vreemde voorwerpen in
het apparaat terechtkomen.
• Plaats geen ander apparaat dan het aangegeven
apparaat in de houder.
• Sluit geen andere accessoires (accuadapter,
netspanningsadapter, enzovoort) dan de
bijgeleverde of optionele accessoires aan.
• Pas het apparaat niet aan.
• Demonteer het apparaat niet, behalve als u het
apparaat weggooit.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
stopcontact dat gemakkelijk toegankelijk is. Als er
een probleem optreedt met de
netspanningsadapter, moet u deze onmiddellijk uit
het stopcontact halen.
Installatie
• Voordat u het apparaat installeert, dient u kennis te
nemen van de verkeersregels die in uw land of
regio gelden.
• Zorg dat u het apparaat correct installeert volgens
de installatie-instructies. Een onjuiste installatie
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
• Vóór de installatie moet u het contact op OFF
zetten of de sleutel uit het contact halen. Als u het
apparaat installeert terwijl het contact is
ingeschakeld, kan de autoaccu leeglopen of kan er
kortsluiting optreden.
C
H
G
R
E
S
E
T
P
O
W
E
R
O
FF
O
N
Houder-
aansluiting
?/1
5
• Neem de volgende maatregelen in acht:
– Bevestig het apparaat op de juiste manier in de
houder.
– Reinig het oppervlak van de zuignap en de ruit
voordat u het apparaat bevestigt. Controleer
tevens na de installatie of de zuignap stevig op
de ruit is bevestigd.
– Verwarm de auto en installeer vervolgens de
houder en het apparaat als de
omgevingstemperatuur laag is. De zuignap
wordt beïnvloed door hoge/lage temperaturen of
plotselinge temperatuurswisselingen.
– Maak voor de installatie de ruit droog als er
vocht is gecondenseerd in de auto.
Anders kan het apparaat of de houder onder het
rempedaal, enzovoort, vallen en een ongeluk
veroorzaken.
• Plaats de kabels zo dat deze u niet belemmeren
tijdens het rijden.
• Gebruik het apparaat niet in een auto als de USB-
kabel is aangesloten.
• Sluit de accuadapter alleen aan op de houder.
• Beschadig de pijpen, buizen, brandstoftank en
elektrische bedrading niet als u het apparaat
installeert. Dit kan brand of ongelukken tot gevolg
hebben. Als u een gat in de carrosserie boort, moet
u ervoor zorgen dat u geen verborgen auto-
onderdelen beschadigt.
• U moet bestaande moeren of bouten voor
essentiële onderdelen, zoals de stuurinrichting, het
brandstofsysteem of het remsysteem, niet
gebruiken of aanpassen. Dit kan brand of
ongelukken veroorzaken.
• Zorg dat de kabels en draden niet verward of
beklemd raken door het bewegende deel van de
rails van een stoel.
• Raadpleeg de autodealer voor meer informatie
over de polariteit, het accuvoltage en de plaats van
de airbags in de auto.
Locatie voor installatie
• Installeer het apparaat op een veilige plaats waar:
– het zicht van de bestuurder niet wordt
belemmerd;
– de werking van het airbagsysteem niet wordt
belemmerd;
– de besturing van het voertuig niet wordt
belemmerd, vooral het stuur, de
versnellingspook of het rempedaal;
– het apparaat niet wordt blootgesteld aan hitte/
hoge temperaturen.
• Raadpleeg een bevoegde technicus of bevoegd
servicepersoneel als u de houder niet stevig in de
auto kunt bevestigen.
GPS
GPS-satellieten (Global Positioning System) zenden
continu signalen uit ten behoeve van positiebepaling
op aarde. Als deze signalen door een GPS-antenne
worden ontvangen, kunnen gebruikers worden
geïnformeerd over hun positie (breedtegraad,
lengtegraad en hoogte). Voor een tweedimensionale
positiebepaling (breedtegraad en lengtegraad) is
informatie nodig van 3 satellieten. Voor een
driedimensionale positiebepaling (breedtegraad,
lengtegraad en hoogte) zijn 4 satellieten nodig.
Aangezien GPS-satellieten worden beheerd door het
Amerikaanse ministerie van defensie, moet er
rekening worden gehouden met een bewust
aangebrachte foutmarge van een aantal meter tot 10
meter. Hierdoor kan het GPS-navigatiesysteem,
afhankelijk van de omstandigheden, een fout maken
van tussen de 10 meter en rond de 200 meter.
Aangezien de GPS-informatie afkomstig is van
satellietsignalen, kan het onder de volgende
omstandigheden moeilijk of onmogelijk zijn om de
informatie te verkrijgen:
• In tunnels of parkeergarages
• Onder een viaduct
• Tussen hoge gebouwen
• Tussen hoge bomen met een dicht bladerdak
Na de installatie parkeert u de auto maximaal 20
minuten op een veilige, open plek (zonder hoge
gebouwen, enzovoort) zodat de GPS-signalen
kunnen worden ontvangen voordat u het
navigatiesysteem gebruikt. Het systeem heeft
signalen van ten minste 3 GPS-satellieten nodig om
de huidige positie van de auto correct te kunnen
berekenen.
vervolg op volgende pagina t
6
Opmerking
Het duurt even voordat een GPS-signaal wordt
ontvangen als u het apparaat op ON zet nadat u de
stroomvoorziening op OFF hebt gezet, nadat de
ingebouwde batterij volledig is ontladen of nadat u het
apparaat opnieuw hebt ingesteld.
Software
Lees de volgende informatie aandachtig door vóór
gebruik.
• Het reproduceren van de software of de
handleiding van de software, geheel of
gedeeltelijk, of het verhuren van de software
zonder toestemming van de houder van de
auteursrechten is verboden.
• Als er een probleem optreedt met deze software
als gevolg van een fabricagefout, zal Sony de
software naar goeddunken van Sony vervangen of
het aankoopbedrag vergoeden. Sony draagt echter
geen enkele andere verantwoordelijkheid.
• De software die bij dit product wordt geleverd,
kan niet worden gebruikt met andere apparaten
dan die waarvoor de software is bedoeld.
• Als gevolg van de voortdurende
kwaliteitsverbetering kunnen de
softwarespecificaties zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
• Wegen en namen op de kaart kunnen afwijken van
de werkelijke wegen en namen.
• Typografische fouten en onachtzaamheden of
andere afwijkingen die in de opmaak in de
software worden aangetroffen, en vervanging of
restitutie daarvoor, vallen niet onder de garantie.
• In geen geval mogen de kaartgegevens, geheel of
gedeeltelijk, zonder toestemming van de
copyrighthouder worden gekopieerd of gebruikt.
• Wijzigingen in gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
Door het apparaat te gebruiken geeft u aan dat u
hiermee akkoord gaat.
7
Aan de slag
De inhoud van de verpakking
controleren
Controleer de inhoud van de verpakking.
• Hoofdeenheid (1)
• Houder*
1
(1)
• Accuadapter (1)
• Netspanningsadapter (1)
• Netspanningskabels
– Voor NV-U70TW/U70TC*
2
(2)
– Voor NV-U50TG/U50G*
2
(1)
– Voor NV-U50F/U50D/U50I/U50A/U50B/U50S/
U50N/U50TD/U50TI/U50TB*
2
(1)
• USB-kabel (1)
• TMC-antenne (1)/zuignappen (2)
(Voor NV-U70T/U50T)
• Plakstrip (1)
• Kussentje (1)
•Draagtas (1)
• Cd met toepassing (CD-ROM) (1)
(Voor NV-U50T/U50)
• Cd met toepassing (DVD-ROM) (1)
(Voor NV-U70T)
• Beknopte handleiding (1)
• Garantiekaart (1)
• Registratiekaart voor de gebruiker (1)
• LICENTIEOVEREENKOMST VOOR DE
EINDGEBRUIKER (1)
vervolg op volgende pagina t
8
*1 NV-U70T/U50T bevat aan de linkerkant een
aansluiting voor de TMC-antenne.
*2 De modelnamen staan op het etiket aan de
onderkant van de hoofdeenheid.
Het apparaat installeren
Hoofdschakelaar
Schakel voor de installatie de stroom in door de
POWER schakelaar naar de ON positie te
schuiven.
Vervolgens kunt u op ?/1 rechtsboven op het
apparaatdrukken om het apparaat in of uit te
schakelen.
Opmerkingen
• Houd de stroomvoorziening ingeschakeld tenzij u
het apparaat langer dan 3 maanden niet gebruikt.
• Als u de stroomvoorziening uitschakelt, kan het even
duren voordat u GPS-signalen ontvangt wanneer u
de stroomvoorziening weer inschakelt.
Bevestiging met zuignap
Voordat u begint, bepaalt u een locatie op de ruit
die duidelijk zichtbaar is voor de bestuurder
zonder het zicht op de weg te belemmeren. Zorg
dat alle oppervlakken schoon en droog zijn.
U kunt ook de optionele houders NVA-CU3T/
CU3 met de onderstaande procedure installeren.
Opmerkingen
• Installeer het apparaat op een veilige plaats waar
het GPS-signaal niet wordt belemmerd.
• Maak de houder regelmatig los en bevestig deze
opnieuw omdat de zuignap wordt beïnvloed door
hoge/lage temperaturen, intensief gebruik,
enzovoort.
• Houd een afstand tussen de houder en het
dashboard bij het installeren.
1 Bevestig de houder op de ruit.
Afbeelding van voltooide installatie van houder
Voer stap 1 tot en met 3 uit om de
installatie te voltooien.
1Reinig het oppervlak van de zuignap en
maak deze droog.
2Druk het middelste gedeelte van de
zuignap stevig tegen de ruit om de
resterende lucht in dit gedeelte te
verwijderen en druk op de hendel.
3Houd de linkerknop* vast, draai de
rechterknop los en zet de houder in een
verticale hoek en draai de knop weer vast.
*De linkerknop kan niet worden gedraaid.
POWER
ONOFF
C
H
G
R
E
S
E
T
POWER
OFF
ON
x
Vastdraaien
Losdraaien
9
De houder permanent op de ruit
vastmaken
De zuignap wordt beïnvloed door hoge/lage
temperaturen en kan er afvallen. Als u de
houder permanent wilt vastmaken op de ruit,
gebruikt u de bijgeleverde plakstrip op de
zuignap.
Als de onderkant van de houder het
dashboard raakt
Bevestig ter bescherming het bijgeleverde
kussentje.
Knip het kussentje op het juiste formaat
voordat u dit bevestigt.
Opmerking
Als u de plakstrip eenmaal hebt vastgeplakt, kunt
u deze moeilijk verwijderen.
2 Sluit de houder aan op de
aanstekeraansluiting van de auto.
1 Sluit de accuadapter aan op de DC IN 5.2V
aansluiting aan de achterkant van de
houder.
2 Plaats het andere uiteinde van de
accuadapter volledig in de
aanstekeraansluiting.
*Gaat branden wanneer u het contact
inschakelt na de installatie.
Opmerking
Afhankelijk van het formaat en de vorm van de
aanstekeraansluiting, kunt u de aansluiting wellicht
niet maken.
3 Lijn de 2 sleuven aan de onderkant
van het apparaat uit met de lipjes op
de houder en druk het apparaat op de
houder tot dit vastklikt.
Zorg dat het apparaat goed vastzit op de
houder (2 klikken).
4 Draai de knop in het midden los, pas
de hoek aan zodat u de monitor goed
kunt zien, en draai de knop weer vast.
Tip
U kunt het apparaat met de bijgeleverde
netspanningsadapter ook aansluiten op een
stopcontact.
D
C
IN
5
.2
V
Lampje*
vervolg op volgende pagina t
1e klik
2e klik
Vastdraaien
Losdraaien
10
Het apparaat van de houder
loskoppelen
1 Houd het apparaat vast en druk op de
RELEASE toets van de houder.
Het apparaat wordt uit de houder geworpen.
2 Haal het apparaat uit de houder.
De TMC-antenne installeren
(alleen NV-U70T/U50T)
Installeer de TMC-antenne voor
verkeersinformatie van RDS-TMC (Traffic
Message Channel).
1 Sluit de kabel van de TMC-antenne aan
op de aansluiting voor de TMC-
antenne aan de linkerkant van de
houder.
2 Bevestig de zuignap voor de houder
op de ruit en bevestig de andere
zuignap in een rechte lijn zodat de
kabel 2 rechte lijnen vormt.
C
H
G
R
E
L
E
A
S
E
11
Bedieningselementen
Voorkant:
Achterkant:
Zie de aangegeven pagina's voor meer
informatie.
a VOICE/POSITION toets
Tijdens de routebegeleiding:
De volgende instructies van de
stembegeleiding beluisteren.
In de stand voor het bladeren in de kaart:
De huidige positie van de auto weergeven.
b Luidspreker
Hiermee worden stembegeleiding en
waarschuwingen uitgevoerd.
c Display/aanraakscherm
d ?/1 (aan/wachtstand) toets 12
Het apparaat in-/uitschakelen.
e CHG-aanduiding (batterij opladen)
Brandt rood tijdens het opladen.
f USB-aansluiting 18
Hierop kan een computer worden
aangesloten met de USB-kabel.
g Sensor voor automatische dimmer
Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding
voor meer informatie over de automatische
dimmerfunctie.
h DC IN 5V aansluiting
Hierop kan de netspanningsadapter worden
aangesloten.
i POWER schakelaar 8, 22
De stroomvoorziening in-/uitschakelen.
j Aansluiting voor externe GPS-
antenne*
k RESET toets 22
l Houderaansluiting
* Niet bijgeleverd
VOICE/
POSITION
C
H
G
1
2
3
5
4
Ingebouwde
GPS-antenne
D
C
IN
5
V
POW
ER
OFF
ON
R
E
S
E
T
2
6
8
7
9
qa
0
qs
Aansluitingsklep
12
Het apparaat inschakelen
Controleer vooraf of de POWER schakelaar
rechtsonder op het apparaat in de ON positie
staat (pagina 8).
1 Druk op ?/1.
Het apparaat uitschakelen
Druk op ?/1.
Het apparaat schakelt over naar de wachtstand
om het stroomverbruik te besparen.
Opmerking
Verwijder het apparaat uit de houder en koppel de
accuadapter los wanneer u het apparaat niet gebruikt.
Hiermee voorkomt u dat de accu leegloopt.
Het navigeren starten
1 Als u het apparaat hebt ingeschakeld,
raakt u de gewenste taal aan.
Er wordt een waarschuwingsbericht
weergegeven.
2 Lees het waarschuwingsbericht en
raak "Accepteren" aan.
De zelfstudie wordt weergegeven.
3 Raak V aan om verder te gaan.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
GPS-signalen ontvangen
Na de installatie parkeert u de auto maximaal 20
minuten op een veilige, open plek (zonder hoge
gebouwen, enzovoort) zodat de GPS-signalen
kunnen worden ontvangen voordat u het
navigatiesysteem gebruikt. Het systeem heeft
signalen van ten minste 3 GPS-satellieten nodig
om de huidige positie van de auto correct te
kunnen berekenen.
U kunt de GPS-status op de schermen
controleren.
* Brandt groen als de signaalontvangst voldoende is
voor de navigatie.
Brandt donkergroen als het signaal is verloren.
Aanduiding voor de sterkte van het GPS-signaal*
13
Algemene handelingen
Algemene procedures voor het bedienen van het
systeem worden uitgelegd.
Algemene handelingen kunt u uitvoeren op het
aanraakscherm. Druk voorzichtig met uw vinger
op de weergegeven pictogrammen.
Opmerking
Druk niet te hard op het display en raak het display
niet aan met een scherp voorwerp, zoals een pen,
enzovoort.
Menubewerkingen
U kunt items in het menu als volgt instellen.
1 Geef het hoofdmenu weer.
Raak de kaart in het kaartscherm aan.
Raak in de menuweergave aan om de
kaart weer te geven en raak vervolgens de
kaart aan.
2 Raak "Instellingen" aan en raak de
gewenste instelling aan.
3 Raak v/V aan om in de lijst te bladeren
en raak vervolgens de gewenste
instelling aan.
Voorbeeld: weergave voor volume instellen
4 Geef de gewenste instelling op.
Raak de gewenste instelling aan om deze te
selecteren.
Tijdens menubewerkingen:
Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm,
raakt u aan.
Raak aan om de menuselectie te annuleren
(de huidige positie van de auto wordt
weergegeven).
Opmerking
De items in het menu en de wijze van instellen kunnen
per geselecteerd menu-item verschillen.
Bewerkingen met het
toetsenbord
Het toetsenbord wordt weergegeven wanneer u
tekst moet invoeren.
U hoeft tekens alleen in hoofdletters in te voeren,
de tekens worden automatisch omgezet naar de
juiste tekens. U kunt, indien nodig, speciale
tekens invoeren (wanneer u bijvoorbeeld een
opgeslagen bestemming opgeeft).
Toetsenbordscherm van mobiele telefoon
Actie Handeling
Een letter invoeren Raak herhaaldelijk de
bijbehorende toets
(bijvoorbeeld "ABC")
aan totdat het gewenste
teken wordt gemarkeerd
in de regel boven het
toetsenbord.
Een cijfer invoeren Raak "NUM" aan om te
schakelen naar het
cijfertoetsenbord, raak
vervolgens de gewenste
cijfertoets aan en
vervolgens "ABC" om
terug te gaan.
vervolg op volgende pagina t
Mogelijkheden
14
U kunt een toetsenbord van een mobiele telefoon
of een toetsenbord met tekens (alfabetisch) voor
het toetsenbordscherm selecteren.
Raak aan om te schakelen naar het
toetsenbord met tekens.
Het toetsenbord met tekens wordt op dezelfde
manier gebruikt als het toetsenbord van een
mobiele telefoon, behalve wanneer:
– u een teken invoert (raak de toets met het
gewenste teken aan);
– u een speciaal teken invoert (raak "SYM" aan
om te schakelen naar het toetsenbord met
speciale tekens, raak "ABC" aan om terug te
gaan).
Raak aan om terug te gaan naar het
toetsenbord van een mobiele telefoon.
Routes zoeken
Het systeem zoekt automatisch naar routes nadat
u de bestemming hebt ingesteld.
Controleer voordat u begint of er voldoende
GPS-signalen worden ontvangen voor de
navigatie (pagina 12).
De bestemming instellen en de
begeleiding starten
Hier wordt de procedure voor het zoeken naar de
route en het starten van de routebegeleiding
uitgelegd.
Ter illustratie wordt het instellen van de
bestemming op adres uitgelegd.
Zie "De bestemming op andere manieren
instellen" op pagina 15 voor meer informatie
over andere manieren waarop de bestemming
kan worden ingesteld.
Voor uw veiligheid parkeert u de auto op een
veilige plek en moet u de bestemmingsinformatie
invoeren voordat u gaat rijden.
1 Geef het hoofdmenu weer.
Raak de kaart in het kaartscherm aan.
Raak in de menuweergave aan om de
kaart weer te geven en raak vervolgens de
kaart aan.
2 Selecteer "Nieuwe bestemming" c
"Navigatie".
3 Raak het veld "Land" aan om het
gewenste land te selecteren.
U kunt alleen de landen in de huidige
kaartgegevens selecteren.
Actie Handeling
Een spatie invoeren Raak "_" aan.
Een teken verwijderen Raak "T" aan.
Een mogelijkheid
selecteren
Raak v/V aan om in de
lijst te bladeren en raak
vervolgens de gewenste
mogelijkheid aan om te
bevestigen.
De lijst met alle
mogelijkheden
weergeven
Raak "List" aan.
15
4 Selecteer "Adres".
5 Voer de adresgegevens in.
Zie "Bewerkingen met het toetsenbord" op
pagina 13 voor meer informatie over het
invoeren van tekens.
Raak het bijbehorende invoerveld aan om de
onderstaande items in te voeren.
6 Selecteer "Navigatie starten".
Het scherm voor het selecteren van de
routeopties wordt weergegeven.
Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding
voor meer informatie over het selecteren van
de route-opties.
7 Selecteer opnieuw "Navigatie starten".
Het kaartscherm wordt weergegeven, de route
wordt berekend en de routebegeleiding wordt
gestart.
De bestemming op andere
manieren instellen
Op de volgende manieren kunt u ook de
bestemming instellen en routes zoeken.
Selecteer in het hoofdmenu de items in de
onderstaande volgorde en selecteer vervolgens
(indien nodig) "Navigatie starten".
Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor
meer informatie.
"Plaats of postcode"
Voer de plaatsnaam of postcode in.
"Straat"/"–"
Voer de straatnaam en het huisnummer
(indien bekend) in.
Als er geen huisnummer beschikbaar is,
wordt het veld "–" uitgeschakeld.
"Dwarsstraat"
Voer de naam van de dwarsstraat in als u
deze als bestemming wilt instellen.
In de omgeving zoeken
Routes naar POI's, zoals restaurants en hotels,
zoeken in de buurt van de auto.
Naar huis
Routes zoeken naar uw thuisadres als u dit hebt
geregistreerd.
"Nieuwe bestemming" c "Naar huis"
Bijzondere bestemming
Routes naar POI's, zoals restaurants en hotels,
zoeken door de categorieën en de juiste
bestemming in de lijst te selecteren.
Selecteer "Nieuwe bestemming" c "Navigatie"
c "Bijzondere bestemming" en vervolgens de
opties waarmee u het zoekgebied kunt opgeven.
"---in de omgeving"
Zoeken binnen de opgegeven straal vanaf het
midden van de kaart.
"---in het hele land"
Zoeken in het opgegeven land.
"---in een plaats"
Zoeken in de opgegeven plaats.
Uit kaart selecteren
Routes zoeken door de bestemming direct in het
kaartscherm in te stellen.
"Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c "Uit
kaart selecteren"
Laatste bestemmingen
Routes zoeken naar bestemmingen die onlangs
zijn gezocht.
"Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c "Laatste
bestemmingen"
Favorieten
Routes zoeken naar een opgeslagen
bestemming.
"Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c
"Favorieten"
16
Begeleidingsschermen
Is de route eenmaal berekend, dan wordt u aan de
hand van beeld en geluid naar de bestemming
begeleid.
Informatie over het menu van de
kaart
1 Het menu weergeven/verbergen.
2 De richting van de kaart (noorden/rijrichting)
van de 2D-kaart wijzigen.
3 Schakelen naar de stand voor het bladeren in
de kaart.
4 TMC-informatie weergeven.*
5 Gedetailleerde GPS-informatie weergeven.
6 Geeft de batterijstatus aan.
* Alleen NV-U70T/U50T.
Brandt helder oranje tijdens ontvangst.
Brandt donker oranje als er geen ontvangst is.
2D-kaart
Rechtdoor rijden
In de buurt van een kruispunt
In de buurt van een kruispunt (dichterbij)
Volgende begeleiding direct na het kruispunt
A Huidige positie
B Afstand tot volgende afslag
C Volgende richting
D Huidige straatnaam
E Volgende straatnaam
F Geschatte aankomsttijd/afstand tot
bestemming
G Instructies voor volgende afslag
H Balkaanduiding van afstand tot volgende
afslag
I Instructies na volgende afslag
3D-kaart
U kunt de 3D-kaart instellen in het instelmenu
(pagina 17).
1 2
3
4 5
6
D
A
FE
B
C
G
H
I
17
Route weergeven
U kunt de volledige route naar de bestemming
weergeven.
Als u de volledige route wilt weergeven,
selecteert u "Route" c "Route weergeven" in het
hoofdmenu.
Stand voor het bladeren in de kaart
U kunt vanuit het mapscherm overschakelen naar
de stand voor het bladeren in de kaart door
aan te raken, ongeacht of de routebegeleiding is
ingeschakeld of niet.
In de stand voor het bladeren in de kaart wordt
een dradenkruis op de kaart weergegeven en kunt
u het scherm verslepen om te bladeren in te kaart.
Raak –/+ aan om de schaal van de kaart aan te
passen.
Plaats het midden van het dradenkruis op het
gewenste punt en raak vervolgens aan om
het menu voor het bladeren in de kaart weer te
geven, waarin u het punt als bestemming kunt
instellen, enzovoort.
Raak aan om terug te keren naar het scherm
met de huidige positie van de auto.
Systeeminstellingen
Verschillende instellingen met betrekking tot het
systeem en het geheugen kunnen worden
gewijzigd.
Selecteer "Instellingen" in het hoofdmenu en
vervolgens het gewenste item hieronder voor
elke instelling.
Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor
meer informatie.
Volume
Het volume van de stembegeleiding aanpassen.
Opmerking
Als het apparaat van stroom wordt voorzien door de
ingebouwde batterij, is het maximaal beschikbare
volume 70 %, zelfs als het volume hoger is ingesteld
(80 %, enzovoort). Dit is niet van toepassing als het
apparaat van stroom wordt voorzien via de
accuadapter of de netspanningsadapter.
Kaartselectie
Een kaart opgeslagen in het apparaat selecteren.
Kaartinformatie
De informatiebalk (aan de onderkant van de
kaart) weergeven/verbergen, POI-pictogrammen
en straatnamen op de kaart weergeven/verbergen.
Route-informatie
Geschatte aankomsttijd en afstand tot de
eindbestemming op de kaart weergeven/
verbergen.
Richting informatie
Wegwijzers met afslagen van snel-/
hoofdwegen*
1
op de kaart weergeven/verbergen.
Lichtsensor
De gevoeligheid van de sensor voor de
automatische dimmer aanpassen.
Weergave
De helderheid en kaartkleur instellen.
Touchscreen kalibratie
De contactpositie van het aanraakscherm
kalibreren.
Automodus
Het standaardkaartscherm (2D of 3D) selecteren;
de schaal van de kaart automatisch wijzigen,
afhankelijk van de rijsnelheid (configureerbaar
voor 2D en 3D); de standaardrichting voor de
2D-kaart (noorden of rijrichting) selecteren.
Routeopties
De gewenste zoekoptie voor de route selecteren
(kortste tijd of kortste route); snelwegen,
veerboten en tolwegen op de route toestaan/
vermijden.
vervolg op volgende pagina t
18
*1 Wordt alleen weergegeven als de kaartinformatie
deze gegevens bevat.
*2 Alleen als het optionele installatiepakket voor in de
auto XA-49FM is aangesloten op de aansluiting
voor "Radio zacht zetten" van het audiosysteem in
de auto.
Opmerking
Waarschuwingen met betrekking tot de
kaartinformatie zijn niet altijd correct vanwege
wegwerkzaamheden, enzovoort. Verkeerssituaties en
verkeersregels hebben per definitie voorrang op de
informatie die door het navigatiesysteem wordt
verstrekt.
De bijgeleverde software
gebruiken
Belangrijke functies met de bijgeleverde
software worden hier beschreven.
Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor
meer informatie.
Systeemvereisten
• Besturingssysteem: Windows 98SE/2000/ME/
XP
• CD-ROM-/DVD-ROM-station
• USB-poort
• Processor met minimale snelheid van 150 MHz
(aanbevolen)
Aansluiten op de computer
1 Sluit het apparaat met de
netspanningsadapter en de
netspanningskabel aan op een
stopcontact.
2 Sluit het apparaat met de USB-kabel
aan op de computer.
Sluit de kleine stekker van de USB-kabel aan
op de USB-aansluiting van het apparaat en
sluit de grote stekker aan op een USB-poort
van de computer.
Opmerkingen over gegevensoverdracht
Voer tijdens de overdracht de volgende handelingen
niet uit:
– De USB-kabel of de netspanningsadapter
loskoppelen.
– De stroomvoorziening van de eenheid uitschakelen,
de wachtstand van de eenheid activeren of de
eenheid opnieuw instellen.
– De computer uitschakelen, de wachtstand van de
computer activeren of de computer opnieuw
opstarten.
Als u de overdracht halverwege wilt annuleren, klikt u
op knop voor annuleren op het scherm van de
computer.
Routeplanning
Automatisch doorgaan naar de volgende
bestemming nadat de vorige bestemming is
bereikt.
Tijdzone
De tijdzone van de huidige regio selecteren,
schakelen tussen de zomertijd en de
standaardtijd.
Ook al wordt de huidige tijd automatisch
ingesteld op GPS, moet de tijdzone zo worden
ingesteld dat de geschatte aankomsttijd
nauwkeurig wordt weergegeven.
Formaat
De 12/24-uurs notatie selecteren; de
afstandseenheid (kilometer/mijl) selecteren.
Taalselectie
De gewenste taal selecteren voor het display en
de stembegeleiding.
Thuisadres
Uw thuisadres registreren.
Radio zacht zetten*
2
Het geluid van de radio dempen.
Demo-modus
De demonstratie starten.
Productinformatie
De informatie over het apparaat, zoals naam,
versie, enzovoort en zelfstudies weergeven.
19
Softwarefuncties
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan, moet
u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u het gaat
gebruiken.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren in het apparaat. In
dat geval kan de werking van het apparaat worden
verstoord. Schuif in dergelijke gevallen de POWER
schakelaar rechts onder op het apparaat in de stand
OFF en wacht ongeveer een uur tot het vocht is
verdampt.
Opmerking over het LCD-
scherm
Er worden wellicht een aantal stilstaande blauwe,
rode of groene stippen op de monitor weergegeven.
Deze "heldere stippen" kunnen voorkomen op LCD-
schermen. Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie en 99,99 % van de pixels
werken. Het is echter mogelijk dat een klein
percentage (over het algemeen 0,01 %) van de
pixels niet goed wordt verlicht. De weergave wordt
hierdoor echter niet gehinderd.
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering in de accuadapter altijd door
een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens
nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect
in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de
bijgeleverde zekering, omdat het apparaat anders
kan worden beschadigd.
PC-verbindingssoftware installeren
Verbindingssoftware voor de computer
(ActiveSync) kan worden geïnstalleerd.
Backup maken/terugzetten van
voorgeïnstalleerde kaart (alleen NV-U50T/
U50)
U kunt een reservekopie maken van de
kaartgegevens die vooraf op het apparaat zijn
geïnstalleerd en deze gegevens herstellen op het
apparaat, in het geval u per ongeluk de gegevens
wist.
Kaartwizard
U kunt mapgegevens toevoegen aan het apparaat
met de bijgeleverde of optionele DVD-ROM. Als
u gegevens wilt toevoegen, moet u wellicht
onnodige kaartgegevens van het apparaat
verwijderen om geheugenruimte vrij te maken.
Talenwizard
Taalgegevens voor weergave op het scherm en de
stembegeleiding kunnen aan het apparaat worden
toegevoegd met de bijgeleverde CD-ROM/DVD-
ROM en onnodige taalgegevens kunnen van het
apparaat worden verwijderd.
Handboek lezen
U kunt de handleiding in PDF-indeling lezen.
Support
Eenvoudige toegang tot de Sony-
ondersteuningssite voor navigatie is beschikbaar.
Ga naar deze site voor technische ondersteuning,
zoals software- en firmware-updates,
veelgestelde vragen, enzovoort.
Toepassing opnieuw installeren
De navigatiesoftware die vooraf op het apparaat
is geïnstalleerd, kunt u opnieuw installeren met
de bijgeleverde CD-ROM/DVD-ROM, voor het
geval u de software per ongeluk verwijdert,
enzovoort.
Zekering (2,5 A)
Vastdraaien
Verwijderen
20
Opmerkingen over het
weggooien van het apparaat
Verwijder de ingebouwde lithium-ionbatterij
wanneer u de eenheid weggooit en breng de accu
naar een kringlooppunt.
De procedure voor het verwijderen van de batterij
wordt hieronder uitgelegd.
Opmerking
Demonteer het apparaat niet, behalve als u het
apparaat weggooit.
1 Schakel de stroom uit door de POWER
schakelaar op OFF te zetten.
2 Verwijder de aansluitingsklep
(pagina 11).
3 Verwijder de 2 schroeven aan de
onderkant van de eenheid met een
schroevendraaier.
4 Schuif het achterpaneel om deze te
openen en til deze op.
5 Verwijder de batterij.
6 Isoleer de aansluiting met tape.
Opmerkingen over de lithium-ionbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang. Dit
kan kortsluiting veroorzaken.
1
2
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
1) Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
2) Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam sevicepersoneel.
3) Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
4) Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwekt worden.
21
Technische gegevens
Hoofdeenheid
Bedrijfstemperatuur: 5 – 45 ºC
Voedingsvereisten: 5 V gelijkstroom
(van meegeleverde netspanningsadapter)
Aansluitblok:
Houderaansluiting
DC IN 5V aansluiting
USB-aansluiting
Aansluiting voor externe GPS-antenne
Luidspreker: 2-weg luidspreker
Stroomverbruik: Ongeveer 0,5 A
Afmetingen: Ongeveer 104,7 × 87,5 × 42,9 mm
(b × h × d)
Gewicht: Ongeveer 310 g
Monitor
Systeem: transmissief LCD (liquid crystal display)
Besturingssysteem: a-Si TFT Active Matrix System
Afmetingen: 3,5 inch (4:3)
70,1 × 52,6, 87,6 mm (b × v, d)
Segment: 230.400 (960 × 240) punten
Houder
Bedrijfstemperatuur: 5 – 45 ºC
Voedingsvereisten: 5,2 V gelijkstroom
(van meegeleverde 12 V accuadapter (negatieve
aarde))
Aansluitblok:
Aansluiting van het apparaat
DC IN 5.2V aansluiting
TMC-antenneaansluiting (alleen NV-U70T/U50T)
Ontvangstfrequentie: 87,5 – 108,0 MHz
(alleen NV-U70T/U50T)
Optionele accessoires
Externe GPS-antenne: VCA-41
TMC-houder voor in de auto: NVA-CU3T
Houder voor in de auto: NVA-CU3
Installatiepakket voor in de auto: XA-49FM
Pakket met kaarten van Europa: NVD-DU3
(voor NV-U50T/U50)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
• Er werd loodvrij gesoldeerd.
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• Gebruik van herlaadbare lithium ion batterijen.
• Het golfkarton biedt het product een optimale
bescherming tegen schokken.
• Het karton werd bedrukt met inkt op basis van
plantaardige olie vrij van vluchtige organische
stoffen.
De bedieningspictogrammen op het display
werken niet.
De bediening kan langer duren wanneer een kaart wordt
weergegeven.
Het apparaat wordt niet ingeschakeld.
t Controleer vooraf of de POWER schakelaar
rechtsonder op het apparaat in de ON positie staat.
t Laad de ingebouwde batterij op.
t Controleer of het apparaat stevig is bevestigd aan
de houder (pagina 9).
De ingebouwde batterij kan niet worden
opgeladen.
t Controleer vooraf of de POWER schakelaar
rechtsonder op het apparaat in de ON positie staat.
t Als de netspanningsadapter wordt gebruikt, moet u
deze uit het stopcontact halen en weer opnieuw
aansluiten.
t De ingebouwde lithium-ionbatterij kan worden
opgeladen bij temperaturen tussen 5 – 45 ºC. De
batterij mag niet worden opgeladen als de
temperatuur in het apparaat oploopt vanwege direct
zonlicht, enzovoort. Dit is geen storing.
Het GPS-signaal kan niet worden ontvangen.
• Het systeem kan geen GPS-signalen ontvangen
omdat deze worden geblokkeerd.
t Verplaats uw auto naar een locatie waar de
signalen goed kunnen worden ontvangen.
• De ontvangst van het GPS-signaal is zwak.
t Controleer de GPS-gegevens.
t De optionele externe GPS-antenne VCA-41 is
wellicht vereist voor een verwarmde ruit of een
ruit die warmte reflecteert.
• Er bevindt zich een obstakel vóór de GPS-antenne.
t Installeer het apparaat op een plaats waar het
signaal niet wordt onderbroken door de
carrosserie van de auto, enzovoort. Zie "Locatie
voor installatie" op pagina 5 voor meer informatie
over de installatie van het apparaat.
• Het signaal wordt wellicht niet ontvangen als er een
coating op de ruit is aangebracht. In dit geval moet u
de optionele externe GPS-antenne VCA-41
gebruiken.
De positie van de auto op de kaart komt niet
overeen met de huidige weg.
De foutmarge van het signaal van de GPS-satellieten is
te groot. In het slechtste geval kan er sprake zijn van
een maximale foutmarge van enkele honderden meters.
vervolg op volgende pagina t
22
Het apparaat opnieuw instellen
Als de navigatiesoftware vastloopt, start u het
apparaat opnieuw op.
Druk de RESET toets in met een puntig
voorwerp, zoals een balpen.
Als het probleem zich blijft voordoen, schakelt u
de stroom uit door de POWER schakelaar op
OFF te zetten. Schakel het apparaat na ongeveer
10 seconden weer in.
Opmerking
Als u de stroomvoorziening uitschakelt, kan het even
duren voordat u GPS-signalen ontvangt wanneer u de
stroomvoorziening weer inschakelt.
De stembegeleiding kan niet worden gehoord.
Het volume is te laag.
t Zet het volume hoger in het menu (pagina 17).
Als het apparaat van stroom wordt voorzien door de
ingebouwde batterij, is het maximaal beschikbare
volume 70 %, zelfs als het volume hoger is
ingesteld (80 %, enzovoort).
Het beeld wordt niet normaal weergegeven.
• Bij hoge temperaturen wordt het LCD-scherm donker
en minder helder. Bij lage temperaturen kan
nabeeldvorming optreden bij het LCD-scherm. Dit
zijn geen storingen en het LCD-scherm werkt weer
normaal wanneer de temperatuur weer binnen het
opgegeven bedrijfsbereik komt.
• Het LCD-scherm is donker of de kaartkleur is
gewijzigd.
t De functie voor de automatische dimmer is
wellicht geactiveerd omdat de bijbehorende
sensor (pagina 11) is bedekt door een hand,
enzovoort.
POWER
ONOFF
C
H
G
R
E
S
E
T
POWER
OFF
ON
RESET toets

Documenttranscriptie

Informatie over deze handleiding • Deze Beknopte handleiding bevat instructies voor de installatie, over verbindingen en algemene handelingen. Raadpleeg de PDFhandleiding op de bijgeleverde Cd met toepassing voor meer informatie. • De inhoud van deze handleiding is bedoeld voor gebruikers met kennis van het besturingssysteem Microsoft® Windows®. Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie over de werking van de computer. • Illustraties in deze handleiding kunnen afwijken van het apparaat. • Bewaar deze handleiding, zodat u deze later weer kunt raadplegen. Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Accessoires waarop dit van toepassing is: Accuadapter/ Netspanningsadapter Geen garantie voor verloren of beschadigde gegevens Sony biedt geen garantie voor verloren of beschadigde gegevens. Let op 2 IN GEEN GEVAL IS SONY AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE OF ANDERE SCHADE, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, WINSTDERVING, OMZETVERLIES, GEGEVENSVERLIES, HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT OF ENIGE BIJBEHORENDE APPARATEN, DOWNTIME EN TIJD VAN DE KOPER IN RELATIE TOT OF ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE HARDWARE EN/OF DE SOFTWARE. Welkom! Dank u voor de aankoop van dit Sony Personal Navigation System. Voordat u met dit systeem aan de slag gaat, dient u deze handleiding grondig te lezen. Bewaar deze handleiding, zodat u deze ook later kunt raadplegen. KENMERKEN: • Plug & Play-mogelijkheid • Kaart van Europa (NV-U70T) (vooraf geïnstalleerd) • Regionale kaart (NV-U50T/U50) (vooraf geïnstalleerd) • Voor de stembegeleiding en het schermdisplay kunt u kiezen uit 15 talen • 3,5-inch display van hoge kwaliteit met aanraakscherm • Geavanceerde GPS-ontvanger met 12 parallelle kanalen • Luidspreker van hoge kwaliteit • RDS-TMC-compatibel (Traffic Message Channel) (NV-U70T/U50T) • Gebruik met een accu • Automatische dimmerfunctie Inhoudsopgave Belangrijke kennisgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Systeeminstellingen 17 Aan de slag De bijgeleverde software gebruiken 18 7 De inhoud van de verpakking controleren. . . . . 7 Het apparaat installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 De TMC-antenne installeren (alleen NV-U70T/U50T) . . . . . . . . . . . . . . 10 Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Het apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Het navigeren starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 GPS-signalen ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Algemene handelingen 13 Menubewerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Bewerkingen met het toetsenbord . . . . . . . . . . 13 Routes zoeken 14 Aansluiten op de computer. . . . . . . . . . . . . 18 Softwarefuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opmerking over het LCD-scherm . . . . . . . . . Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opmerkingen over het weggooien van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . 19 19 19 19 20 21 21 22 De bestemming instellen en de begeleiding starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 De bestemming op andere manieren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Begeleidingsschermen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 3 Belangrijke kennisgeving Lees de volgende waarschuwingen voordat u het apparaat gaat installeren en bedienen om het risico op een ongeval of letsel te vermijden. Informatie over het gebruik • Plaats geen vreemde voorwerpen in de houderaansluiting van het apparaat. Dit kan storingen veroorzaken. Houderaansluiting RESET CHG POWE OFF R ON • Druk op ?/1 om het apparaat uit te schakelen, haal het apparaat uit de houder en koppel de accuadapter los, anders kan de autoaccu leeglopen. Houd rekening met de volgende punten. – Als u het contact uitschakelt, wordt het apparaat niet uitgeschakeld en wordt er nog steeds stroom verbruikt van de oplaadbare lithiumionenbatterij (ingebouwd). – Als de aanstekeraansluiting van de auto niet is aangesloten op de ACC-positie van het contactslot, wordt er nog steeds stroom geleverd aan de ingebouwde batterij, zelfs als u het contact uitschakelt. – Controleer de CHG-aanduiding rechtsonder op het apparaat. Deze gaat branden tijdens het opladen. ?/1 • Stel het apparaat niet bloot aan vuur. Dit kan storing veroorzaken. • Zorg dat er geen water of regen in het apparaat terechtkomt. Dit kan storingen veroorzaken. • Laat het apparaat niet achter in direct zonlicht, omdat de weergave op het LCD-scherm hierdoor donker en minder helder kan worden. Dit duidt niet op een storing en de weergave wordt weer normaal bij een lagere temperatuur. • De ingebouwde batterij kan niet worden opgeladen bij temperaturen buiten het bereik van 5 – 45 ºC. 4 • Laat het apparaat niet achter bij hoge omgevingstemperaturen. De capaciteit van de ingebouwde batterij kan hierdoor verslechteren of de ingebouwde batterij kan niet meer worden opgeladen. Veiligheid Algemeen • Oefen niet te veel druk uit op het apparaat of de houder. Het apparaat of de houder kan onder het rempedaal, enzovoort, vallen en een ongeluk veroorzaken. • Als u rijdt met de routebegeleiding, moet u de verkeersregels, zoals een weg met éénrichtingsverkeer, in acht blijven nemen. • Kijk niet op het apparaat tijdens het autorijden. Dit is gevaarlijk en kan verkeersongelukken veroorzaken. • Als u het apparaat tijdens het rijden wilt bedienen, moet u de auto eerst op een veilige plaats stoppen. • Haal het apparaat uit de auto als u uit de auto stapt om te voorkomen dat het apparaat wordt gestolen of dat het apparaat wordt beschadigd door hoge temperaturen in de auto. • Wanneer de accuadapter niet wordt gebruikt, koppelt u deze los van de aanstekeraansluiting, omdat de accu zelfs kan leeglopen als het contact op OFF staat. • Zorg dat er nooit vocht of vreemde voorwerpen in het apparaat terechtkomen. • Plaats geen ander apparaat dan het aangegeven apparaat in de houder. • Sluit geen andere accessoires (accuadapter, netspanningsadapter, enzovoort) dan de bijgeleverde of optionele accessoires aan. • Pas het apparaat niet aan. • Demonteer het apparaat niet, behalve als u het apparaat weggooit. • Sluit de netspanningsadapter aan op een stopcontact dat gemakkelijk toegankelijk is. Als er een probleem optreedt met de netspanningsadapter, moet u deze onmiddellijk uit het stopcontact halen. Installatie • Voordat u het apparaat installeert, dient u kennis te nemen van de verkeersregels die in uw land of regio gelden. • Zorg dat u het apparaat correct installeert volgens de installatie-instructies. Een onjuiste installatie kan leiden tot brand of elektrische schokken. • Vóór de installatie moet u het contact op OFF zetten of de sleutel uit het contact halen. Als u het apparaat installeert terwijl het contact is ingeschakeld, kan de autoaccu leeglopen of kan er kortsluiting optreden. • Neem de volgende maatregelen in acht: – Bevestig het apparaat op de juiste manier in de houder. – Reinig het oppervlak van de zuignap en de ruit voordat u het apparaat bevestigt. Controleer tevens na de installatie of de zuignap stevig op de ruit is bevestigd. – Verwarm de auto en installeer vervolgens de houder en het apparaat als de omgevingstemperatuur laag is. De zuignap wordt beïnvloed door hoge/lage temperaturen of plotselinge temperatuurswisselingen. – Maak voor de installatie de ruit droog als er vocht is gecondenseerd in de auto. Anders kan het apparaat of de houder onder het rempedaal, enzovoort, vallen en een ongeluk veroorzaken. • Plaats de kabels zo dat deze u niet belemmeren tijdens het rijden. • Gebruik het apparaat niet in een auto als de USBkabel is aangesloten. • Sluit de accuadapter alleen aan op de houder. • Beschadig de pijpen, buizen, brandstoftank en elektrische bedrading niet als u het apparaat installeert. Dit kan brand of ongelukken tot gevolg hebben. Als u een gat in de carrosserie boort, moet u ervoor zorgen dat u geen verborgen autoonderdelen beschadigt. • U moet bestaande moeren of bouten voor essentiële onderdelen, zoals de stuurinrichting, het brandstofsysteem of het remsysteem, niet gebruiken of aanpassen. Dit kan brand of ongelukken veroorzaken. • Zorg dat de kabels en draden niet verward of beklemd raken door het bewegende deel van de rails van een stoel. • Raadpleeg de autodealer voor meer informatie over de polariteit, het accuvoltage en de plaats van de airbags in de auto. Locatie voor installatie • Installeer het apparaat op een veilige plaats waar: – het zicht van de bestuurder niet wordt belemmerd; – de werking van het airbagsysteem niet wordt belemmerd; – de besturing van het voertuig niet wordt belemmerd, vooral het stuur, de versnellingspook of het rempedaal; – het apparaat niet wordt blootgesteld aan hitte/ hoge temperaturen. • Raadpleeg een bevoegde technicus of bevoegd servicepersoneel als u de houder niet stevig in de auto kunt bevestigen. GPS GPS-satellieten (Global Positioning System) zenden continu signalen uit ten behoeve van positiebepaling op aarde. Als deze signalen door een GPS-antenne worden ontvangen, kunnen gebruikers worden geïnformeerd over hun positie (breedtegraad, lengtegraad en hoogte). Voor een tweedimensionale positiebepaling (breedtegraad en lengtegraad) is informatie nodig van 3 satellieten. Voor een driedimensionale positiebepaling (breedtegraad, lengtegraad en hoogte) zijn 4 satellieten nodig. Aangezien GPS-satellieten worden beheerd door het Amerikaanse ministerie van defensie, moet er rekening worden gehouden met een bewust aangebrachte foutmarge van een aantal meter tot 10 meter. Hierdoor kan het GPS-navigatiesysteem, afhankelijk van de omstandigheden, een fout maken van tussen de 10 meter en rond de 200 meter. Aangezien de GPS-informatie afkomstig is van satellietsignalen, kan het onder de volgende omstandigheden moeilijk of onmogelijk zijn om de informatie te verkrijgen: • In tunnels of parkeergarages • Onder een viaduct • Tussen hoge gebouwen • Tussen hoge bomen met een dicht bladerdak Na de installatie parkeert u de auto maximaal 20 minuten op een veilige, open plek (zonder hoge gebouwen, enzovoort) zodat de GPS-signalen kunnen worden ontvangen voordat u het navigatiesysteem gebruikt. Het systeem heeft signalen van ten minste 3 GPS-satellieten nodig om de huidige positie van de auto correct te kunnen berekenen. vervolg op volgende pagina t 5 Opmerking Het duurt even voordat een GPS-signaal wordt ontvangen als u het apparaat op ON zet nadat u de stroomvoorziening op OFF hebt gezet, nadat de ingebouwde batterij volledig is ontladen of nadat u het apparaat opnieuw hebt ingesteld. Software Lees de volgende informatie aandachtig door vóór gebruik. • Het reproduceren van de software of de handleiding van de software, geheel of gedeeltelijk, of het verhuren van de software zonder toestemming van de houder van de auteursrechten is verboden. • Als er een probleem optreedt met deze software als gevolg van een fabricagefout, zal Sony de software naar goeddunken van Sony vervangen of het aankoopbedrag vergoeden. Sony draagt echter geen enkele andere verantwoordelijkheid. • De software die bij dit product wordt geleverd, kan niet worden gebruikt met andere apparaten dan die waarvoor de software is bedoeld. • Als gevolg van de voortdurende kwaliteitsverbetering kunnen de softwarespecificaties zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • Wegen en namen op de kaart kunnen afwijken van de werkelijke wegen en namen. • Typografische fouten en onachtzaamheden of andere afwijkingen die in de opmaak in de software worden aangetroffen, en vervanging of restitutie daarvoor, vallen niet onder de garantie. • In geen geval mogen de kaartgegevens, geheel of gedeeltelijk, zonder toestemming van de copyrighthouder worden gekopieerd of gebruikt. • Wijzigingen in gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Door het apparaat te gebruiken geeft u aan dat u hiermee akkoord gaat. 6 – Voor NV-U50F/U50D/U50I/U50A/U50B/U50S/ U50N/U50TD/U50TI/U50TB*2 (1) Aan de slag De inhoud van de verpakking controleren Controleer de inhoud van de verpakking. • USB-kabel (1) • Hoofdeenheid (1) • TMC-antenne (1)/zuignappen (2) (Voor NV-U70T/U50T) • Houder*1 (1) • Plakstrip (1) • Kussentje (1) • Accuadapter (1) • Draagtas (1) • Netspanningsadapter (1) • Cd met toepassing (CD-ROM) (1) (Voor NV-U50T/U50) • Netspanningskabels – Voor NV-U70TW/U70TC*2 (2) – Voor NV-U50TG/U50G*2 (1) • Cd met toepassing (DVD-ROM) (1) (Voor NV-U70T) • • • • Beknopte handleiding (1) Garantiekaart (1) Registratiekaart voor de gebruiker (1) LICENTIEOVEREENKOMST VOOR DE EINDGEBRUIKER (1) vervolg op volgende pagina t 7 *1 NV-U70T/U50T bevat aan de linkerkant een aansluiting voor de TMC-antenne. *2 De modelnamen staan op het etiket aan de onderkant van de hoofdeenheid. 1 Bevestig de houder op de ruit. Afbeelding van voltooide installatie van houder Het apparaat installeren Hoofdschakelaar Schakel voor de installatie de stroom in door de POWER schakelaar naar de ON positie te schuiven. POWER OFF ON Voer stap 1 tot en met 3 uit om de installatie te voltooien. 1 Reinig het oppervlak van de zuignap en maak deze droog. RESET CHG POW OFF ER ON 2 Druk het middelste gedeelte van de zuignap stevig tegen de ruit om de resterende lucht in dit gedeelte te verwijderen en druk op de hendel. Vervolgens kunt u op ?/1 rechtsboven op het apparaatdrukken om het apparaat in of uit te schakelen. Opmerkingen • Houd de stroomvoorziening ingeschakeld tenzij u het apparaat langer dan 3 maanden niet gebruikt. • Als u de stroomvoorziening uitschakelt, kan het even duren voordat u GPS-signalen ontvangt wanneer u de stroomvoorziening weer inschakelt. x Bevestiging met zuignap Voordat u begint, bepaalt u een locatie op de ruit die duidelijk zichtbaar is voor de bestuurder zonder het zicht op de weg te belemmeren. Zorg dat alle oppervlakken schoon en droog zijn. U kunt ook de optionele houders NVA-CU3T/ CU3 met de onderstaande procedure installeren. Opmerkingen • Installeer het apparaat op een veilige plaats waar het GPS-signaal niet wordt belemmerd. • Maak de houder regelmatig los en bevestig deze opnieuw omdat de zuignap wordt beïnvloed door hoge/lage temperaturen, intensief gebruik, enzovoort. • Houd een afstand tussen de houder en het dashboard bij het installeren. 3 Houd de linkerknop* vast, draai de rechterknop los en zet de houder in een verticale hoek en draai de knop weer vast. *De linkerknop kan niet worden gedraaid. Vastdraaien 8 Losdraaien De houder permanent op de ruit vastmaken De zuignap wordt beïnvloed door hoge/lage temperaturen en kan er afvallen. Als u de houder permanent wilt vastmaken op de ruit, gebruikt u de bijgeleverde plakstrip op de zuignap. 3 Lijn de 2 sleuven aan de onderkant van het apparaat uit met de lipjes op de houder en druk het apparaat op de houder tot dit vastklikt. Als de onderkant van de houder het dashboard raakt Bevestig ter bescherming het bijgeleverde kussentje. Knip het kussentje op het juiste formaat voordat u dit bevestigt. Opmerking Als u de plakstrip eenmaal hebt vastgeplakt, kunt u deze moeilijk verwijderen. 2 Sluit de houder aan op de aanstekeraansluiting van de auto. Zorg dat het apparaat goed vastzit op de houder (2 klikken). 1 Sluit de accuadapter aan op de DC IN 5.2V aansluiting aan de achterkant van de houder. 2e klik 1e klik IN DC 5.2 V 2 Plaats het andere uiteinde van de accuadapter volledig in de aanstekeraansluiting. Lampje* 4 Draai de knop in het midden los, pas de hoek aan zodat u de monitor goed kunt zien, en draai de knop weer vast. Losdraaien * Gaat branden wanneer u het contact inschakelt na de installatie. Opmerking Afhankelijk van het formaat en de vorm van de aanstekeraansluiting, kunt u de aansluiting wellicht niet maken. Vastdraaien Tip U kunt het apparaat met de bijgeleverde netspanningsadapter ook aansluiten op een stopcontact. vervolg op volgende pagina t 9 Het apparaat van de houder loskoppelen 1 Houd het apparaat vast en druk op de RELEASE toets van de houder. De TMC-antenne installeren (alleen NV-U70T/U50T) Installeer de TMC-antenne voor verkeersinformatie van RDS-TMC (Traffic Message Channel). 1 Sluit de kabel van de TMC-antenne aan op de aansluiting voor de TMCantenne aan de linkerkant van de houder. 2 Bevestig de zuignap voor de houder op de ruit en bevestig de andere zuignap in een rechte lijn zodat de kabel 2 rechte lijnen vormt. CHG RELE ASE Het apparaat wordt uit de houder geworpen. 2 10 Haal het apparaat uit de houder. Bedieningselementen Voorkant: 1 Ingebouwde GPS-antenne VO POSITIICE/ ON 4 2 3 5 CHG Achterkant: 2 DC ET 0 qa qs ER POW ON OFF IN 5V Aansluitingsklep RES 6 7 8 9 Zie de aangegeven pagina's voor meer informatie. a VOICE/POSITION toets Tijdens de routebegeleiding: De volgende instructies van de stembegeleiding beluisteren. In de stand voor het bladeren in de kaart: De huidige positie van de auto weergeven. b Luidspreker Hiermee worden stembegeleiding en waarschuwingen uitgevoerd. f USB-aansluiting 18 Hierop kan een computer worden aangesloten met de USB-kabel. g Sensor voor automatische dimmer Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor meer informatie over de automatische dimmerfunctie. h DC IN 5V aansluiting Hierop kan de netspanningsadapter worden aangesloten. c Display/aanraakscherm i POWER schakelaar 8, 22 De stroomvoorziening in-/uitschakelen. d ?/1 (aan/wachtstand) toets 12 Het apparaat in-/uitschakelen. j Aansluiting voor externe GPSantenne* e CHG-aanduiding (batterij opladen) Brandt rood tijdens het opladen. k RESET toets 22 l Houderaansluiting * Niet bijgeleverd 11 Het apparaat inschakelen Controleer vooraf of de POWER schakelaar rechtsonder op het apparaat in de ON positie staat (pagina 8). 1 Druk op ?/1. GPS-signalen ontvangen Na de installatie parkeert u de auto maximaal 20 minuten op een veilige, open plek (zonder hoge gebouwen, enzovoort) zodat de GPS-signalen kunnen worden ontvangen voordat u het navigatiesysteem gebruikt. Het systeem heeft signalen van ten minste 3 GPS-satellieten nodig om de huidige positie van de auto correct te kunnen berekenen. U kunt de GPS-status op de schermen controleren. Aanduiding voor de sterkte van het GPS-signaal* Het apparaat uitschakelen Druk op ?/1. Het apparaat schakelt over naar de wachtstand om het stroomverbruik te besparen. Opmerking Verwijder het apparaat uit de houder en koppel de accuadapter los wanneer u het apparaat niet gebruikt. Hiermee voorkomt u dat de accu leegloopt. Het navigeren starten 12 1 Als u het apparaat hebt ingeschakeld, raakt u de gewenste taal aan. Er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. 2 Lees het waarschuwingsbericht en raak "Accepteren" aan. De zelfstudie wordt weergegeven. 3 Raak V aan om verder te gaan. Het hoofdmenu wordt weergegeven. * Brandt groen als de signaalontvangst voldoende is voor de navigatie. Brandt donkergroen als het signaal is verloren. Algemene handelingen Algemene procedures voor het bedienen van het systeem worden uitgelegd. Algemene handelingen kunt u uitvoeren op het aanraakscherm. Druk voorzichtig met uw vinger op de weergegeven pictogrammen. Opmerking Druk niet te hard op het display en raak het display niet aan met een scherp voorwerp, zoals een pen, enzovoort. 4 Geef de gewenste instelling op. Raak de gewenste instelling aan om deze te selecteren. Tijdens menubewerkingen: Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm, raakt u aan. Raak aan om de menuselectie te annuleren (de huidige positie van de auto wordt weergegeven). Opmerking De items in het menu en de wijze van instellen kunnen per geselecteerd menu-item verschillen. Menubewerkingen U kunt items in het menu als volgt instellen. 1 Geef het hoofdmenu weer. Raak de kaart in het kaartscherm aan. Raak in de menuweergave aan om de kaart weer te geven en raak vervolgens de kaart aan. Bewerkingen met het toetsenbord Het toetsenbord wordt weergegeven wanneer u tekst moet invoeren. U hoeft tekens alleen in hoofdletters in te voeren, de tekens worden automatisch omgezet naar de juiste tekens. U kunt, indien nodig, speciale tekens invoeren (wanneer u bijvoorbeeld een opgeslagen bestemming opgeeft). Toetsenbordscherm van mobiele telefoon Mogelijkheden 2 3 Raak "Instellingen" aan en raak de gewenste instelling aan. Raak v/V aan om in de lijst te bladeren en raak vervolgens de gewenste instelling aan. Voorbeeld: weergave voor volume instellen Actie Handeling Een letter invoeren Raak herhaaldelijk de bijbehorende toets (bijvoorbeeld "ABC") aan totdat het gewenste teken wordt gemarkeerd in de regel boven het toetsenbord. Een cijfer invoeren Raak "NUM" aan om te schakelen naar het cijfertoetsenbord, raak vervolgens de gewenste cijfertoets aan en vervolgens "ABC" om terug te gaan. vervolg op volgende pagina t 13 Actie Handeling Een spatie invoeren Raak "_" aan. Een teken verwijderen Raak "T" aan. Een mogelijkheid selecteren Raak v/V aan om in de lijst te bladeren en raak vervolgens de gewenste mogelijkheid aan om te bevestigen. De lijst met alle mogelijkheden weergeven Raak "List" aan. U kunt een toetsenbord van een mobiele telefoon of een toetsenbord met tekens (alfabetisch) voor het toetsenbordscherm selecteren. Raak aan om te schakelen naar het toetsenbord met tekens. Het toetsenbord met tekens wordt op dezelfde manier gebruikt als het toetsenbord van een mobiele telefoon, behalve wanneer: – u een teken invoert (raak de toets met het gewenste teken aan); – u een speciaal teken invoert (raak "SYM" aan om te schakelen naar het toetsenbord met speciale tekens, raak "ABC" aan om terug te gaan). Raak aan om terug te gaan naar het toetsenbord van een mobiele telefoon. 14 Routes zoeken Het systeem zoekt automatisch naar routes nadat u de bestemming hebt ingesteld. Controleer voordat u begint of er voldoende GPS-signalen worden ontvangen voor de navigatie (pagina 12). De bestemming instellen en de begeleiding starten Hier wordt de procedure voor het zoeken naar de route en het starten van de routebegeleiding uitgelegd. Ter illustratie wordt het instellen van de bestemming op adres uitgelegd. Zie "De bestemming op andere manieren instellen" op pagina 15 voor meer informatie over andere manieren waarop de bestemming kan worden ingesteld. Voor uw veiligheid parkeert u de auto op een veilige plek en moet u de bestemmingsinformatie invoeren voordat u gaat rijden. 1 Geef het hoofdmenu weer. Raak de kaart in het kaartscherm aan. Raak in de menuweergave aan om de kaart weer te geven en raak vervolgens de kaart aan. 2 Selecteer "Nieuwe bestemming" c "Navigatie". 3 Raak het veld "Land" aan om het gewenste land te selecteren. U kunt alleen de landen in de huidige kaartgegevens selecteren. 4 Selecteer "Adres". De bestemming op andere manieren instellen Op de volgende manieren kunt u ook de bestemming instellen en routes zoeken. Selecteer in het hoofdmenu de items in de onderstaande volgorde en selecteer vervolgens (indien nodig) "Navigatie starten". Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor meer informatie. 5 Voer de adresgegevens in. Zie "Bewerkingen met het toetsenbord" op pagina 13 voor meer informatie over het invoeren van tekens. Raak het bijbehorende invoerveld aan om de onderstaande items in te voeren. "Plaats of postcode" Voer de plaatsnaam of postcode in. "Straat"/"–" Voer de straatnaam en het huisnummer (indien bekend) in. Als er geen huisnummer beschikbaar is, wordt het veld "–" uitgeschakeld. "Dwarsstraat" Voer de naam van de dwarsstraat in als u deze als bestemming wilt instellen. 6 Selecteer "Navigatie starten". Het scherm voor het selecteren van de routeopties wordt weergegeven. Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor meer informatie over het selecteren van de route-opties. 7 Selecteer opnieuw "Navigatie starten". Het kaartscherm wordt weergegeven, de route wordt berekend en de routebegeleiding wordt gestart. In de omgeving zoeken Routes naar POI's, zoals restaurants en hotels, zoeken in de buurt van de auto. Naar huis Routes zoeken naar uw thuisadres als u dit hebt geregistreerd. "Nieuwe bestemming" c "Naar huis" Bijzondere bestemming Routes naar POI's, zoals restaurants en hotels, zoeken door de categorieën en de juiste bestemming in de lijst te selecteren. Selecteer "Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c "Bijzondere bestemming" en vervolgens de opties waarmee u het zoekgebied kunt opgeven. "---in de omgeving" Zoeken binnen de opgegeven straal vanaf het midden van de kaart. "---in het hele land" Zoeken in het opgegeven land. "---in een plaats" Zoeken in de opgegeven plaats. Uit kaart selecteren Routes zoeken door de bestemming direct in het kaartscherm in te stellen. "Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c "Uit kaart selecteren" Laatste bestemmingen Routes zoeken naar bestemmingen die onlangs zijn gezocht. "Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c "Laatste bestemmingen" Favorieten Routes zoeken naar een opgeslagen bestemming. "Nieuwe bestemming" c "Navigatie" c "Favorieten" 15 In de buurt van een kruispunt Begeleidingsschermen G Is de route eenmaal berekend, dan wordt u aan de hand van beeld en geluid naar de bestemming begeleid. Informatie over het menu van de kaart 1 2 3 4 5 6 In de buurt van een kruispunt (dichterbij) H 1 Het menu weergeven/verbergen. 2 De richting van de kaart (noorden/rijrichting) van de 2D-kaart wijzigen. 3 Schakelen naar de stand voor het bladeren in de kaart. 4 TMC-informatie weergeven.* 5 Gedetailleerde GPS-informatie weergeven. 6 Geeft de batterijstatus aan. Volgende begeleiding direct na het kruispunt I * Alleen NV-U70T/U50T. Brandt helder oranje tijdens ontvangst. Brandt donker oranje als er geen ontvangst is. 2D-kaart Rechtdoor rijden A B C D E F A Huidige positie B Afstand tot volgende afslag C Volgende richting D Huidige straatnaam E Volgende straatnaam F Geschatte aankomsttijd/afstand tot bestemming G Instructies voor volgende afslag H Balkaanduiding van afstand tot volgende afslag I Instructies na volgende afslag 3D-kaart U kunt de 3D-kaart instellen in het instelmenu (pagina 17). 16 Route weergeven U kunt de volledige route naar de bestemming weergeven. Als u de volledige route wilt weergeven, selecteert u "Route" c "Route weergeven" in het hoofdmenu. Stand voor het bladeren in de kaart U kunt vanuit het mapscherm overschakelen naar de stand voor het bladeren in de kaart door aan te raken, ongeacht of de routebegeleiding is ingeschakeld of niet. In de stand voor het bladeren in de kaart wordt een dradenkruis op de kaart weergegeven en kunt u het scherm verslepen om te bladeren in te kaart. Raak –/+ aan om de schaal van de kaart aan te passen. Plaats het midden van het dradenkruis op het gewenste punt en raak vervolgens aan om het menu voor het bladeren in de kaart weer te geven, waarin u het punt als bestemming kunt instellen, enzovoort. Raak aan om terug te keren naar het scherm met de huidige positie van de auto. Systeeminstellingen Verschillende instellingen met betrekking tot het systeem en het geheugen kunnen worden gewijzigd. Selecteer "Instellingen" in het hoofdmenu en vervolgens het gewenste item hieronder voor elke instelling. Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor meer informatie. Volume Het volume van de stembegeleiding aanpassen. Opmerking Als het apparaat van stroom wordt voorzien door de ingebouwde batterij, is het maximaal beschikbare volume 70 %, zelfs als het volume hoger is ingesteld (80 %, enzovoort). Dit is niet van toepassing als het apparaat van stroom wordt voorzien via de accuadapter of de netspanningsadapter. Kaartselectie Een kaart opgeslagen in het apparaat selecteren. Kaartinformatie De informatiebalk (aan de onderkant van de kaart) weergeven/verbergen, POI-pictogrammen en straatnamen op de kaart weergeven/verbergen. Route-informatie Geschatte aankomsttijd en afstand tot de eindbestemming op de kaart weergeven/ verbergen. Richting informatie Wegwijzers met afslagen van snel-/ hoofdwegen*1 op de kaart weergeven/verbergen. Lichtsensor De gevoeligheid van de sensor voor de automatische dimmer aanpassen. Weergave De helderheid en kaartkleur instellen. Touchscreen kalibratie De contactpositie van het aanraakscherm kalibreren. Automodus Het standaardkaartscherm (2D of 3D) selecteren; de schaal van de kaart automatisch wijzigen, afhankelijk van de rijsnelheid (configureerbaar voor 2D en 3D); de standaardrichting voor de 2D-kaart (noorden of rijrichting) selecteren. Routeopties De gewenste zoekoptie voor de route selecteren (kortste tijd of kortste route); snelwegen, veerboten en tolwegen op de route toestaan/ vermijden. vervolg op volgende pagina t 17 Routeplanning Automatisch doorgaan naar de volgende bestemming nadat de vorige bestemming is bereikt. Tijdzone De tijdzone van de huidige regio selecteren, schakelen tussen de zomertijd en de standaardtijd. Ook al wordt de huidige tijd automatisch ingesteld op GPS, moet de tijdzone zo worden ingesteld dat de geschatte aankomsttijd nauwkeurig wordt weergegeven. Formaat De 12/24-uurs notatie selecteren; de afstandseenheid (kilometer/mijl) selecteren. Taalselectie De gewenste taal selecteren voor het display en de stembegeleiding. Thuisadres Uw thuisadres registreren. Radio zacht zetten*2 Het geluid van de radio dempen. Demo-modus De demonstratie starten. Productinformatie De informatie over het apparaat, zoals naam, versie, enzovoort en zelfstudies weergeven. De bijgeleverde software gebruiken Belangrijke functies met de bijgeleverde software worden hier beschreven. Raadpleeg de bijgeleverde PDF-handleiding voor meer informatie. Systeemvereisten • Besturingssysteem: Windows 98SE/2000/ME/ XP • CD-ROM-/DVD-ROM-station • USB-poort • Processor met minimale snelheid van 150 MHz (aanbevolen) Aansluiten op de computer 1 Sluit het apparaat met de netspanningsadapter en de netspanningskabel aan op een stopcontact. 2 Sluit het apparaat met de USB-kabel aan op de computer. Sluit de kleine stekker van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van het apparaat en sluit de grote stekker aan op een USB-poort van de computer. *1 Wordt alleen weergegeven als de kaartinformatie deze gegevens bevat. *2 Alleen als het optionele installatiepakket voor in de auto XA-49FM is aangesloten op de aansluiting voor "Radio zacht zetten" van het audiosysteem in de auto. Opmerking Waarschuwingen met betrekking tot de kaartinformatie zijn niet altijd correct vanwege wegwerkzaamheden, enzovoort. Verkeerssituaties en verkeersregels hebben per definitie voorrang op de informatie die door het navigatiesysteem wordt verstrekt. Opmerkingen over gegevensoverdracht Voer tijdens de overdracht de volgende handelingen niet uit: – De USB-kabel of de netspanningsadapter loskoppelen. – De stroomvoorziening van de eenheid uitschakelen, de wachtstand van de eenheid activeren of de eenheid opnieuw instellen. – De computer uitschakelen, de wachtstand van de computer activeren of de computer opnieuw opstarten. Als u de overdracht halverwege wilt annuleren, klikt u op knop voor annuleren op het scherm van de computer. 18 Softwarefuncties Aanvullende informatie PC-verbindingssoftware installeren Verbindingssoftware voor de computer (ActiveSync) kan worden geïnstalleerd. Backup maken/terugzetten van voorgeïnstalleerde kaart (alleen NV-U50T/ U50) U kunt een reservekopie maken van de kaartgegevens die vooraf op het apparaat zijn geïnstalleerd en deze gegevens herstellen op het apparaat, in het geval u per ongeluk de gegevens wist. Kaartwizard U kunt mapgegevens toevoegen aan het apparaat met de bijgeleverde of optionele DVD-ROM. Als u gegevens wilt toevoegen, moet u wellicht onnodige kaartgegevens van het apparaat verwijderen om geheugenruimte vrij te maken. Talenwizard Taalgegevens voor weergave op het scherm en de stembegeleiding kunnen aan het apparaat worden toegevoegd met de bijgeleverde CD-ROM/DVDROM en onnodige taalgegevens kunnen van het apparaat worden verwijderd. Handboek lezen U kunt de handleiding in PDF-indeling lezen. Support Eenvoudige toegang tot de Sonyondersteuningssite voor navigatie is beschikbaar. Ga naar deze site voor technische ondersteuning, zoals software- en firmware-updates, veelgestelde vragen, enzovoort. Toepassing opnieuw installeren De navigatiesoftware die vooraf op het apparaat is geïnstalleerd, kunt u opnieuw installeren met de bijgeleverde CD-ROM/DVD-ROM, voor het geval u de software per ongeluk verwijdert, enzovoort. Voorzorgsmaatregelen Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan, moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u het gaat gebruiken. Condensvorming Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige omgeving kan vocht condenseren in het apparaat. In dat geval kan de werking van het apparaat worden verstoord. Schuif in dergelijke gevallen de POWER schakelaar rechts onder op het apparaat in de stand OFF en wacht ongeveer een uur tot het vocht is verdampt. Opmerking over het LCDscherm Er worden wellicht een aantal stilstaande blauwe, rode of groene stippen op de monitor weergegeven. Deze "heldere stippen" kunnen voorkomen op LCDschermen. Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie en 99,99 % van de pixels werken. Het is echter mogelijk dat een klein percentage (over het algemeen 0,01 %) van de pixels niet goed wordt verlicht. De weergave wordt hierdoor echter niet gehinderd. Onderhoud Zekeringen vervangen Vervang een zekering in de accuadapter altijd door een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Vastdraaien Zekering (2,5 A) Verwijderen Waarschuwing Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de bijgeleverde zekering, omdat het apparaat anders kan worden beschadigd. 19 Opmerkingen over het weggooien van het apparaat 5 Verwijder de batterij. 6 Isoleer de aansluiting met tape. Verwijder de ingebouwde lithium-ionbatterij wanneer u de eenheid weggooit en breng de accu naar een kringlooppunt. De procedure voor het verwijderen van de batterij wordt hieronder uitgelegd. Opmerking Demonteer het apparaat niet, behalve als u het apparaat weggooit. 1 Schakel de stroom uit door de POWER schakelaar op OFF te zetten. 2 Verwijder de aansluitingsklep (pagina 11). 3 Verwijder de 2 schroeven aan de onderkant van de eenheid met een schroevendraaier. Opmerkingen over de lithium-ionbatterij • Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen. • Houd de batterij niet vast met een metalen tang. Dit kan kortsluiting veroorzaken. WAARSCHUWING Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij ontploffen. Probeer niet de batterij op te laden of te openen; werp ook een lege batterij nooit in het vuur. 4 Schuif het achterpaneel om deze te openen en til deze op. 1 2 20 Voor de Klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 1) Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. 2) Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch vervangen moet worden. De batterij mag alleen vervangen worden door vakbekwaam sevicepersoneel. 3) Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 4) Lever het apparaat aan het einde van de levensduur in voor recycling, de batterij zal dan op correcte wijze verwekt worden. Technische gegevens Hoofdeenheid Bedrijfstemperatuur: 5 – 45 ºC Voedingsvereisten: 5 V gelijkstroom (van meegeleverde netspanningsadapter) Aansluitblok: Houderaansluiting DC IN 5V aansluiting USB-aansluiting Aansluiting voor externe GPS-antenne Luidspreker: 2-weg luidspreker Stroomverbruik: Ongeveer 0,5 A Afmetingen: Ongeveer 104,7 × 87,5 × 42,9 mm (b × h × d) Gewicht: Ongeveer 310 g Monitor Systeem: transmissief LCD (liquid crystal display) Besturingssysteem: a-Si TFT Active Matrix System Afmetingen: 3,5 inch (4:3) 70,1 × 52,6, 87,6 mm (b × v, d) Segment: 230.400 (960 × 240) punten Houder Bedrijfstemperatuur: 5 – 45 ºC Voedingsvereisten: 5,2 V gelijkstroom (van meegeleverde 12 V accuadapter (negatieve aarde)) Aansluitblok: Aansluiting van het apparaat DC IN 5.2V aansluiting TMC-antenneaansluiting (alleen NV-U70T/U50T) Ontvangstfrequentie: 87,5 – 108,0 MHz (alleen NV-U70T/U50T) Optionele accessoires Externe GPS-antenne: VCA-41 TMC-houder voor in de auto: NVA-CU3T Houder voor in de auto: NVA-CU3 Installatiepakket voor in de auto: XA-49FM Pakket met kaarten van Europa: NVD-DU3 (voor NV-U50T/U50) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. • Er werd loodvrij gesoldeerd. • Er werden geen halogene brandvertragende producten gebruikt in de betreffende printplaat/printplaten. • Gebruik van herlaadbare lithium ion batterijen. • Het golfkarton biedt het product een optimale bescherming tegen schokken. • Het karton werd bedrukt met inkt op basis van plantaardige olie vrij van vluchtige organische stoffen. Problemen oplossen De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en gebruik controleren. De bedieningspictogrammen op het display werken niet. De bediening kan langer duren wanneer een kaart wordt weergegeven. Het apparaat wordt niet ingeschakeld. t Controleer vooraf of de POWER schakelaar rechtsonder op het apparaat in de ON positie staat. t Laad de ingebouwde batterij op. t Controleer of het apparaat stevig is bevestigd aan de houder (pagina 9). De ingebouwde batterij kan niet worden opgeladen. t Controleer vooraf of de POWER schakelaar rechtsonder op het apparaat in de ON positie staat. t Als de netspanningsadapter wordt gebruikt, moet u deze uit het stopcontact halen en weer opnieuw aansluiten. t De ingebouwde lithium-ionbatterij kan worden opgeladen bij temperaturen tussen 5 – 45 ºC. De batterij mag niet worden opgeladen als de temperatuur in het apparaat oploopt vanwege direct zonlicht, enzovoort. Dit is geen storing. Het GPS-signaal kan niet worden ontvangen. • Het systeem kan geen GPS-signalen ontvangen omdat deze worden geblokkeerd. t Verplaats uw auto naar een locatie waar de signalen goed kunnen worden ontvangen. • De ontvangst van het GPS-signaal is zwak. t Controleer de GPS-gegevens. t De optionele externe GPS-antenne VCA-41 is wellicht vereist voor een verwarmde ruit of een ruit die warmte reflecteert. • Er bevindt zich een obstakel vóór de GPS-antenne. t Installeer het apparaat op een plaats waar het signaal niet wordt onderbroken door de carrosserie van de auto, enzovoort. Zie "Locatie voor installatie" op pagina 5 voor meer informatie over de installatie van het apparaat. • Het signaal wordt wellicht niet ontvangen als er een coating op de ruit is aangebracht. In dit geval moet u de optionele externe GPS-antenne VCA-41 gebruiken. De positie van de auto op de kaart komt niet overeen met de huidige weg. De foutmarge van het signaal van de GPS-satellieten is te groot. In het slechtste geval kan er sprake zijn van een maximale foutmarge van enkele honderden meters. vervolg op volgende pagina t 21 De stembegeleiding kan niet worden gehoord. Het volume is te laag. t Zet het volume hoger in het menu (pagina 17). Als het apparaat van stroom wordt voorzien door de ingebouwde batterij, is het maximaal beschikbare volume 70 %, zelfs als het volume hoger is ingesteld (80 %, enzovoort). Het beeld wordt niet normaal weergegeven. • Bij hoge temperaturen wordt het LCD-scherm donker en minder helder. Bij lage temperaturen kan nabeeldvorming optreden bij het LCD-scherm. Dit zijn geen storingen en het LCD-scherm werkt weer normaal wanneer de temperatuur weer binnen het opgegeven bedrijfsbereik komt. • Het LCD-scherm is donker of de kaartkleur is gewijzigd. t De functie voor de automatische dimmer is wellicht geactiveerd omdat de bijbehorende sensor (pagina 11) is bedekt door een hand, enzovoort. Het apparaat opnieuw instellen Als de navigatiesoftware vastloopt, start u het apparaat opnieuw op. Druk de RESET toets in met een puntig voorwerp, zoals een balpen. Als het probleem zich blijft voordoen, schakelt u de stroom uit door de POWER schakelaar op OFF te zetten. Schakel het apparaat na ongeveer 10 seconden weer in. POWER OFF ON RESET toets RESET CHG POW OFF ER ON Opmerking Als u de stroomvoorziening uitschakelt, kan het even duren voordat u GPS-signalen ontvangt wanneer u de stroomvoorziening weer inschakelt. 22
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216

Sony NV-U50 de handleiding

Categorie
Navigators
Type
de handleiding