– op de deuropener drukken. Het apparaat
stopt automatisch. Sluit de deur om door
te gaan met de bereiding. Gebruik deze
optie om de bereiding te controleren.
Als de timerknop de positie 0 bereikt, klinkt
er een geluidssignaal.
Let op! Stel het apparaat nooit in werking
als er zich geen voedsel in bevindt.
Algemene informatie over het gebruik van
het apparaat
Algemeen:
• Laat het eten een paar minuten in het appa-
raat staan nadat u het heeft uitgeschakeld.
• Verwijder de verpakking van aluminiumfolie,
metalen bakjes, enz. voordat u het voedsel
bereidt.
Bakken:
• Kook het eten zo mogelijk bedekt met materi-
aal dat geschikt is voor gebruik in de magne-
tron. Bereid voedsel slechts zonder het te be-
dekken als u een korst wilt behouden.
• Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt,
door het vermogen en de tijd te hoog in te
stellen. Het voedsel kan uitdrogen, verbran-
den of op sommige plekken hard worden.
• Gebruik het apparaat niet om eieren in hun
schaal en slakken te beriden, omdat ze kun-
nen barsten. Bij gebakken eieren, moet u het
eigeel eerst doorprikken.
• Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals aardappelen,
tomaten, worstjes, een paar keer met een
vork in voordat u het in de magnetron plaatst,
zodat het eten niet barst.
• Voor gekoeld of bevroren eten is een langere
bereidingstijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd
worden geroerd.
• Groenten met een stevige structuur, zoals
wortel, doperwten of bloemkool, moeten in
water worden gekookt.
• Draai grotere stukken halverwege de berei-
dingstijd om.
• Snij groenten zo mogelijk in stukjes van gelij-
ke grootte.
• Gebruik platte, brede schalen of borden.
• Gebruik geen kookgerei gemaakt van porse-
lein, keramisch materiaal of aardewerk met
kleine gaatjes, bijv. op handgrepen of onge-
glazuurde bodems. Er kan vocht in de ope-
ningen komen, waardoor het kookgerei bij
verhitting kan barsten.
• De glazen bodem is een ruimte voor het op-
warmen van voedsel of vloeistoffen. Deze is
noodzakelijk voor de werking van de magne-
tron.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
• Leg het bevroren, ingepakte voedsel op een
klein, omgedraaid bord met een bakje eron-
der zodat het dooiwater in het bakje valt.
• Draai het voedsel halverwege de ontdooitijd
om. Verdeel de stukken zo mogelijk opnieuw
en verwijder de stukken die al zijn ontdooid.
Boter, gebakjes, kwark ontdooien:
• Ontdooi nooit volledig in het apparaat, maar
bij kamertemperatuur. Dit geeft een meer ge-
lijkmatig resultaat. Verwijder metalen of alumi-
nium verpakking of onderdelen volledig voor-
dat u begint te ontdooien.
Fruit, groenten ontdooien:
• Ontdooi fruit en groenten, die verder als rauw
bereid worden, nooit volledig in het apparaat.
Laat ze bij kamertemperatuur ontdooien.
• U kunt een hoger magnetronvermogen ge-
bruiken om fruit en groenten te bereiden zon-
der ze eerst te ontdooien.
Kant-en-klaarmaaltijden:
• U kunt alleen kant-en-klaar maaltijden in het
apparaat bereiden als de verpakking geschikt
is voor gebruik in de magnetron.
• U moet de op de verpakking afgedrukte in-
structies van de fabrikant opvolgen (bijv. me-
talen afdekking verwijderen en plastic folie
doorprikken).
19
www.zanussi.com