Documenttranscriptie

NL VEILIGHEIDSINSTRUCTIES MAGNEETVELD LET OP! Plaats geen gevoelige toestellen zoals voorversterkers of tape decks direct boven of beneden het toestel. Dit toestel heft een sterk magneetveld die ruis in onbeschermde toestellen in de buurt veroorzaakt. De sterkste punten zijn direct boven of beneden het toestel. LET OP GEVAAR VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN NIET OPENEN • • • • • • • • • • • • Om elektrische schokken te voorkomen, niet de boven of onderafdekking verwijderen. Het toestel bevat geen van de gebruiker vervangbare onderdelen. Laat alle reparatie van een ervarene technicus uitvoeren. Ontkoppel het toestel van het lichtnet alvorens u het achterpaneel verwijdert. Gebruik de unit alleen in een gematigd klimaat Gebruik een droog doek om de unit te reinigen. Gebruik geen solvents of detergenten Laat een minimale afstand van 0,5m om de unit om voldoende ventilatie te garanderen. Nooit open vuur zoals kaarsen op de unit stellen Nooit de ventilatie openingen met kranten, tafelkleden, gordijnen enz verstoppen. Bescherm de unit tegen spatwater. Geen met vloeistoffen gevulde voorwerpen op de versterker plaatsen. De versterker is een elektrische apparatuur van klasse I die op een stopcontactdoos met randaarde moet worden aangesloten. Ontkoppeling van het net Indien het toestel via het stopcontact wordt uitgeschakeld, moet de contactdoos altijd makkelijk bereikbaar zijn WAARSCHUWING! Om gevaar van elektrische schokken te vermijden stel het toestel niet bloot aan regen of vochtigheid. De driehoek met het uitroepteken vestigt de aandacht van de gebruiker op belangrijke gebruik- of onderhoudsinstructies. De bliksem in de driehoek vestigt de aandacht van de gebruiker op een elektrisch schokrisico Omschrijving van de functies 1. AAN/UIT SCHAKELAAR 2. BRIDGE INDICATIE Deze led licht op als de unit in gebrugd modus werkt. 3. BESCHERMINGSINDICATIE Deze led licht op als het beschermingscircuit activeert is. 4. VOEDINGSINDICATIE Deze led licht als de unit aangezet is. 5. LINKER SIGNAAL INDICATIE Deze led flitst als het linker kanaal werkt. 6. CLIPPING INDICATIE VAN HET LINKER KANAAL Deze led flitst als de uitgang van het linker kanaal overbelast is (clipping) . 7. VOLUME REGELAAR LINKER KANAAL Draai deze knop om het volume in te stellen. 8. CLIPPING INDICATIE VAN HET RECHTER KANAAL Deze led flitst als de uitgang van het rechter kanaal overbelast is (clipping). 9. RECHTER KANAAL INDICATIE Deze led flitst als het rechter kanaal werkt. 10. VOLUME REGELAAR RECHTER KANAAL Draai deze knop om het volume in te stellen. ©Copyright LOTRONIC2014 Page 9 11. VOEDINGSCONNECTOR 12.MASSA SCHROEF 13.MASSA SCHAKELAAR Verbindt of ontkoppelt de interne massa aansluitingen. 14. LUIDSPREKER UITGANG RECHTER KANAAL Minimale belasting is 4Ω. 15. LUIDSPREKER UITGANG GEBRUDGE KANAAL Minimale belasting is 8Ω. 16. LUIDSPREKER UITGANG LINKER KANAAL Minimale belasting is 4Ω. 17. SCHAKELAAR VOOR GEBRUGDE EN STEREO MODUS Schakelt om tussen stereo of gebrugde modus 18. GEBALANCEEREDE INGANG VOOR HET RECHTER KANAAL 19. GEBALANCEERDE INGANG VOOR HET LINKER KANAAL LET OP: In gebrugde modus is alleen de gebrugde luidspreker op de last aangesloten. In stereo modus kan de gebrugde luidspreker niet op de last worden aangesloten. VOEDING Voedingsconnector. Aansluiting op het lichtnet Alvorens U de versterker op het lichtnet aansluit, wees zeker dat: ● de elektrische installatie en de stopcontact geaard zijn en aan de veiligheidsmaatregelen voldoen (als u niet zeker bent, vraag een vakman). ● de lichtnetspanning is dezelfde als op de achterkant van de unit vertoont is (een afwijking van +/10% is acceptabel). ● het net snoer niet beschadigd is. ● de aan/uit schakelaar op OFF positie staat. ● de versterker uitgeschakeld is alvorens u het net snoer van het lichtnet afkoppelt of op het lichtnet aansluit. Aan en uitschakelen In een geluidsinstallatie schakel de versterker altijd ten slotte aan en schakel hem eerst uit voor alle anderen toestellen. Zet alle regelaars op het minimum om storende en soms gevaarlijke signaal pieken te vermijden. Installatie en bediening Uw digitale versterker bereikt hoge vermogens en moet in een plaats worden geïnstalleerd met voldoende koeling. Uit de buurt van directe zon, hittebronnen, trillingen, stof, water en vochtigheid houden die foute werking, vuur en elektrische schokken kunnen veroorzaken. De lucht voor koeling wordt door de openingen op het frontpaneel ingetrokken en door de openingen in het achter paneel afgevoerd. Laat voldoend plaats om de versterker voor de luchtcirculatie. Als de versterker in een rack of flightcase wordt ingebouwd, wees zeker dat de luchtcirculatie niet belemmerd is. Nooit de versterker in een rack of flightcase met gesloten achterpaneel inbouwen. Als een gedeelte van de hitte via de metalen bodem wordt afgevoerd, is het aanbevolen tenminste één HE tussen de versterkers vrij te houden. ©Copyright LOTRONIC2014 Page 10 Audio aansluiting Schakel de versterker eerst uit alvorens u andere toestellen aansluit of afkoppelt. Gebruik altijd de juiste kabels van goede kwaliteit. Onderhoud U kabels en connectoren die vaak een bron van problemen zijn kunnen. Controller hun toestand regelmatig. Raak ze alleen op de connector aan. Nooit met geweld aan de kabels trekken. Wind ze op zonder knopen te vormen Ze gaan langer mee. Voorkomen en herkennen van storingen Controleer eerst of de installatieplaats van de versterker vrij van industriële of RF storingen is. Niet in de buurt van een radio of televisietoestel, GSM etc. opstellen als deze storingen kunnen veroorzaken. Als u de andere delen van uw geluidsinstallatie aansluit vermijdt aardlussen die brommen kunnen veroorzaken en de uitstekende specificatie van uw versterker verminderen. De beste manier aardlussen te vermijden is de elektrische massa van alle toestellen op een centrale punt aan te sluiten. In dit geval is de centrale punt van een geluidsinstallatie het mengpaneel. Om de storingsbron te identificeren sluit de verschillende secties van het mengpaneel op de rest van de installatie in deze volgorde aan et luister elke keer naar het resultaat. 1. Uitgangen: versterkers + luidsprekers (master uitgangen); 2. Versterkers + monitors (AUX uitgangen); 3. Effecten (AUX uitgangen of EFF send/return); 4. Ingangen: instrumenten met lijn signalen (keyboards, samplers, recorders, etc.); 5. Microfoons (laatste en één voor één ). SPECIFICATIES Vermogen @ 4Ω stereo Vermogen @ 8Ω bridged THD Frequentiebereik Signaal/ruis verhouding Kanaal isolatie Ingangsniveau Ingangsimpedantie Voeding ©Copyright LOTRONIC2014 DIGI-AMP300 2 x 150W 300W DIGI-AMP600 2 x 300W 600W 0.50% 20-20,000Hz 90dB 75dB 0dB 10kΩ 230V Page 11