Zanussi ZCAN10FW1 Handleiding

Type
Handleiding
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-in-
formatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
2
boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting van
voedsel te voorkomen:
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen
met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde
modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de
koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi,
reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat
er schimmel in het apparaat ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een
ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Bij de eerste installatie of na het omdraaien van
de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat
u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor
kan de olie terug in de compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het
omdraaien van de deur).
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te
vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij het
plaatsen van het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of wordt
beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
meerwegstekkers en verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas,
isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het
koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel alvorens het in
het vriesvak te plaatsen.
4
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model
is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen,
deurklinken, deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar
nadat het model is stopgezet.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
5
AFMETINGEN
H1 H2
85°
W2 D2
D1
H3
W1
Totale afmetingen
1)
H1 mm 845
W1 mm 545
D1 mm 545
1) de breedte, hoogte en diepte van het apparaat
zonder de handgreep en de voeten
Benodigde ruimte in gebruik
1)
H2 mm 945
W2 mm 745
D2 mm 655
1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is
voor de vrije circulatie van de koellucht
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
1)
H3 mm 1389
W2 mm 745
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
1)
D2 mm 655
1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is
voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de
ruimte die nodig is om de deur te openen tot de mi-
nimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan
worden verwijderd
LOCATIE
Het apparaat moet goed worden geïnstalleerd uit
de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren,
boilers, direct zonlicht, enz.
Plaats het apparaat horizontaal op een stevige
ondergrond.
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat en
op alle vier de voeten staat. Deze stand kan
bereikt worden met de twee afstelbare voetjes
die aan de voorkant en onderkant van het
apparaat bevestigd zijn.
Plaats het apparaat niet onder overhangende
wandunits om de beste prestaties te bereiken.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht vrij kan
circuleren.
Indien als gevolg van een andere installatie niet
aan de juiste ventilatie-eisen wordt voldaan, zal
het apparaat correct functioneren, maar kan het
energieverbruik licht stijgen.
6
Het moet mogelijk zijn het apparaat
van de hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet daarom na
installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
POSITIONERING
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik als een
ingebouwd apparaat.
Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde
positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 43°C. De
juiste werking van het apparaat kan alleen worden
gegarandeerd binnen het opgegeven
temperatuurbereik.
Als u twijfels hebt over waar het
apparaat te installeren, raadpleeg dan
de verkoper, de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel. Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels.
Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
ALGEMEEN OVERZICHT
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1
5
2
3
4
7
1
Handgreep
2
Mand
3
Bedieningspaneel
4
Buitenste aftapplug
5
Wiel
BEDIENINGSPANEEL
BEDIENINGSPANEEL
1
2
4
5
3
1
Indicatielampje temperatuur
2
SUPER -lampje
3
SET-knop (instellen)
4
UIT-knop
5
Werkingsindicator
AAN/UIT SCHAKELEN
1. Steek de stekker in het stopcontact om het
apparaat in te schakelen.
2. Als de indicatoren uit zijn, drukt u 3 seconden
op de UIT-knop.
3. Zet het apparaat uit door 3 seconden op de
UIT-knop te drukken.
TEMPERATUURREGELING
Om de temperatuur in te stellen:
1. Druk herhaaldelijk op de SET-knop totdat u de
gewenste temperatuur bereikt.
MAX-instelling is de koudste.
2. De temperatuur wordt 5 seconden na de
laatste druk ingesteld.
De exacte instelling moet echter gekozen worden
rekening houdend met het feit dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
kamertemperatuur
hoe vaak het deksel wordt geopend
de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
de plaats van het apparaat.
SUPER -FUNCTIE
De SUPER-functie versnelt het invriezen van vers
voedsel en beschermt tegelijkertijd voedsel dat
reeds is geconserveerd tegen ongewenste
opwarming.
De functie inschakelen:
1. Druk herhaaldelijk op de SET-knop totdat de
SUPER-indicator oplicht.
2. De functie wordt 5 seconden na de laatste
druk ingesteld.
De SUPER-functie stopt automatisch na 52 uur en
dan gaat de temperatuur terug naar de vorige
instelling.
U kunt de functie vóór die tijd handmatig stoppen
door op de SET-knop te drukken en de gewenste
temperatuur in te stellen.
WERKINGSINDICATOR
Deze indicator brandt wanneer de compressor
werkt en schakelt uit wanneer de compressor stopt
met werken.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
8
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Wanneer u het apparaat aansluit op de voeding of
wanneer het na een stroomstoring aangaat,
knipperen alle indicatielampjes eenmaal. Vervolgens
keert het apparaat terug naar de vorige instelling.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te
bewaren.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur kan
worden ingevroren wordt aangegeven op het
typeplaatje (zie "Technische gegevens").
Start de SUPER-functie 24 uur
voordat u voedsel in het apparaat
plaatst.
Het invriesproces duurt 24 uur: vries tijdens deze
periode geen ander voedsel in.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN
VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het
apparaat minstens 24 uur op een hoge instelling te
laten werken voordat u er producten in plaatst.
U kunt het mandje verwijderen om
meer opbergruimte te krijgen.
LET OP! In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische kenmerken
onder "maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden
en dan weer worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat
het gebruikt wordt, in het koelkast of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van
de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden: in dit geval duurt het koken
langer.
AANWIJZINGEN EN TIPS
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
De interne configuratie van het apparaat zorgt
voor het meest efficiënte energiegebruik.
Het deksel niet te vaak openen of langer open
laten dan noodzakelijk.
Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger
het energieverbruik.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Activeer de SUPER-functie ten minste 24 uur
voordat u het voedsel in het vriesvak legt.
Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van
vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of
zakken, luchtdichte containers met deksel.
Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien
het voedsel in kleine porties.
Het wordt aanbevolen om etiketten en datums
op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal
helpen voedingsmiddelen te identificeren en te
weten wanneer ze moeten worden gebruikt
voordat ze bederven.
Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt
ingevroren om een goede kwaliteit te behouden.
Vooral groenten en fruit moeten na de oogst
worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te
behouden.
Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen,
in het bijzonder dranken die kooldioxide
bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het
invriezen.
Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel
het af bij kamertemperatuur voordat u het in het
vak plaatst.
Om te voorkomen dat de temperatuur van al
ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers
voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats
voedsel op kamertemperatuur in het deel van
het vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
9
IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet
meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald
opeten. Gevaar voor bevriezing.
Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als
het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het
af en vries het dan in.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
De middentemperatuurinstelling zorgt voor een
goede conservering van ingevroren voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van
diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de
lucht vrij te laten circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van
de voedselverpakking om de houdbaarheid van
voedsel te bekijken.
Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te
pakken dat er geen water, vocht of condensatie
in kan komen.
WINKELTIPS
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd
is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de
verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden opgeslagen
en is het ontdooien mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken, koopt u
diepvriesproducten aan het einde van uw
boodschappen en vervoert u ze in een
thermische en geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na
terugkomst uit de winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u
het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo
snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
HOUDBAARHEID
Soort gerecht
Houdbaarheid (maan-
den)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (bijv. mozzarella)
Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (bv. zalm, makreel)
Magere vis (bv. kabeljauw, bot)
Garnalen
Schelpdieren en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
10
Soort gerecht
Houdbaarheid (maan-
den)
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
REINIGING
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen,
schuurmiddelen, sterk geparfumeerde
schoonmaakproducten of boenwas om
de binnenkant van het apparaat
schoon te maken
Gebruik geen stoomreiniger om het
apparaat schoon te maken.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet
beschadigt.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
3. Maak het apparaat en toebehoren regelmatig
schoon met warm water en neutrale zeep
Maak de afsluiting van het deksel voorzichtig
schoon
4. Maak het apparaat volledig droog
5. Steek de stekker in het stopcontact.
6. Schakel het apparaat in.
7. Stel de temperatuur in op MAX en sluit het
deksel. Wacht twee of drie uur voordat u
eerder verwijderd voedsel opnieuw in het
apparaat plaatst.
8. Stel de temperatuur in op de gewenste
instelling.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen gereedschappen om rijp af te
schrapen omdat u hiermee het
apparaat kunt beschadigen.
Gebruik geen mechanische
hulpmiddelen of kunstgrepen om het
ontdooiproces te versnellen.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte
van ongeveer 10-15 mm bereikt heeft.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
3. Verwijder de aftapplug uit de binnenkant van
het apparaat.
4. Laat het deksel open.
5. Plaats een bak onder de buitenste aftapplug.
6. Trek de buitenste aftapplug eruit.
7. Draai de aftapplug 180 graden om het
aftapwater in de bak te laten stromen.
11
Zorg ervoor dat het water niet uit de
bak komt.
8. Reinig het interieur en droog het grondig.
9. Schakel het apparaat in.
10. Stel de temperatuur in op MAX en sluit het
deksel. Wacht twee of drie uur voordat u
eerder verwijderd voedsel opnieuw in het
apparaat plaatst.
11. Stel de temperatuur in op de gewenste
instelling.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Er kunnen geluiden optreden tijdens de werking van het apparaat (bijv. borrelen, zoemen,
kraken of klikken). Dit is normaal.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Controleer of de stekker van
het apparaat correct in het
stopcontact zit.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op een
ander stopcontact. Neem con-
tact op met een gekwalificeer-
de elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat. Raadpleeg het
hoofdstuk "Installatie/Locatie".
Het apparaat staat tegen de
muur of andere voorwerpen.
Verplaats het apparaat lichtjes.
Raadpleeg het hoofdstuk "In-
stallatie/Locatie".
Temperatuurindicator knippert
van links naar rechts.
Probleem met de temperatuur-
sensor.
Neem contact op met het er-
kende servicecentrum.
Het deksel sluit niet volledig. Het deksel wordt geblokkeerd
door voedselverpakkingen.
Rangschik de pakketten op de
juiste manier.
12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is te veel vorst in het appa-
raat.
Ontdooi het apparaat. Raad-
pleeg het hoofdstuk "Onder-
houd en reiniging/Ontdooien
van het apparaat".
Het deksel gaat moeilijk open. De pakking van het deksel is
vuil of plakkerig.
Maak de pakking van het dek-
sel schoon.
Het lampje werkt niet. Het lampje is stuk. Neem contact op met het er-
kende servicecentrum om de
led-lamp te vervangen.
De compressor werkt continu. De temperatuur is fout inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk "Be-
dieningspaneel/Temperatuur-
regeling".
Er zijn grote hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vriezer
geplaatst.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempe-
ratuur.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Raadpleeg het klimaatklassen-
diagram op het typeplaatje of
het hoofdstuk "Installatie/Posi-
tionering".
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
Het deksel is niet goed geslo-
ten.
Controleer of het deksel goed
sluit en de pakkingen niet be-
schadigd of vuil zijn.
De functie SUPER is inge-
schakeld.
Raadpleeg het hoofdstuk "Be-
dieningspaneel/SUPERwerk-
ing".
Er is te veel vorst en ijs. Het deksel is niet correct ge-
sloten of de pakking is ver-
vormd/vies.
Controleer of het deksel goed
sluit en de pakkingen niet be-
schadigd of vuil zijn.
De temperatuur is fout inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk "Be-
dieningspaneel/Temperatuur-
regeling".
De compressor start niet on-
middellijk na het drukken op de
SUPER of na het veranderen
van de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen sto-
ring.
De compressor start na enige
tijd.
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
Het deksel is niet goed geslo-
ten.
Controleer of het deksel goed
sluit en de pakkingen niet be-
schadigd of vuil zijn.
13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur van het pro-
duct is te hoog.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
Bewaar minder producten te-
gelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat. Raad-
pleeg het hoofdstuk "Onder-
houd en reiniging/Ontdooien
van het apparaat".
Het deksel werd te vaak geo-
pend.
Open het deksel alleen als het
nodig is.
De functie SUPER is inge-
schakeld.
Raadpleeg het hoofdstuk "Be-
dieningspaneel/SUPERwerk-
ing".
In te vriezen producten zijn te
dicht bij elkaar geplaatst.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
is.
Het apparaat bevindt zich in de
buurt van de warmtebron.
Raadpleeg het hoofdstuk "In-
stallatie/Locatie".
Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na uitvoeren van de bovenstaande controles, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Geef het model en serienummer van uw apparaat op wanneer u contact opneemt met het erkende
servicecentrum. Dit zal de ontvangen hulp versnellen.
14
GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnenkant van het apparaat en op het
energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het
apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de
informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die u vindt op het typeplaatje van
het apparaat.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het toestel voor
elke EcoDesign-verificatie moet in
overeenstemming zijn met EN 62552. De
ventilatievoorschriften, de afmetingen van de
uitsparingen en de minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften
van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor verdere
informatie, inclusief laadplannen.
15
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
16

Documenttranscriptie

GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.zanussi.com/support VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht staan. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. ALGEMENE VEILIGHEID • 2 Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. Neem de volgende instructies in acht om besmetting van voedsel te voorkomen: – open de deur niet gedurende lange perioden; – reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen; WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat. Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – • • • • • • • • • • 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • • • • 4 Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet • • • beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. • Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen. BINNENVERLICHTING • WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. ONDERHOUD EN REINIGING • • VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • • • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. SERVICE • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat zelfreparatie of nietprofessionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5 AFMETINGEN W1 H1 H2 D1 85° H3 W2 D2 Totale afmetingen1) Totale ruimte die nodig is bij gebruik1) H1 mm 845 W1 mm 545 D1 mm 545 1) de breedte, hoogte en diepte van het apparaat zonder de handgreep en de voeten Benodigde ruimte in gebruik1) H2 mm 945 W2 mm 745 D2 mm 655 1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht Totale ruimte die nodig is bij gebruik1) 6 H3 mm 1389 W2 mm 745 D2 mm 655 1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwijderd LOCATIE Het apparaat moet goed worden geïnstalleerd uit de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht, enz. • Plaats het apparaat horizontaal op een stevige ondergrond. • Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat en op alle vier de voeten staat. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelbare voetjes die aan de voorkant en onderkant van het apparaat bevestigd zijn. • Plaats het apparaat niet onder overhangende wandunits om de beste prestaties te bereiken. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht vrij kan circuleren. Indien als gevolg van een andere installatie niet aan de juiste ventilatie-eisen wordt voldaan, zal het apparaat correct functioneren, maar kan het energieverbruik licht stijgen. Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. POSITIONERING Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik als een ingebouwd apparaat. Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot 43°C. De juiste werking van het apparaat kan alleen worden gegarandeerd binnen het opgegeven temperatuurbereik. ELEKTRISCHE AANSLUITING • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. ALGEMEEN OVERZICHT BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT 1 2 3 5 4 7 1 Handgreep 2 Mand 4 Buitenste aftapplug 5 Wiel 3 Bedieningspaneel BEDIENINGSPANEEL BEDIENINGSPANEEL 2 1 5 3 4 1 Indicatielampje temperatuur 2 SUPER -lampje 3 SET-knop (instellen) 4 UIT-knop 5 Werkingsindicator AAN/UIT SCHAKELEN 1. Steek de stekker in het stopcontact om het apparaat in te schakelen. 2. Als de indicatoren uit zijn, drukt u 3 seconden op de UIT-knop. 3. Zet het apparaat uit door 3 seconden op de UIT-knop te drukken. TEMPERATUURREGELING Om de temperatuur in te stellen: 1. Druk herhaaldelijk op de SET-knop totdat u de gewenste temperatuur bereikt. MAX-instelling is de koudste. 2. De temperatuur wordt 5 seconden na de laatste druk ingesteld. De exacte instelling moet echter gekozen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • kamertemperatuur • hoe vaak het deksel wordt geopend • de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard • de plaats van het apparaat. SUPER -FUNCTIE De SUPER-functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt tegelijkertijd voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming. De functie inschakelen: 1. Druk herhaaldelijk op de SET-knop totdat de SUPER-indicator oplicht. 2. De functie wordt 5 seconden na de laatste druk ingesteld. De SUPER-functie stopt automatisch na 52 uur en dan gaat de temperatuur terug naar de vorige instelling. U kunt de functie vóór die tijd handmatig stoppen door op de SET-knop te drukken en de gewenste temperatuur in te stellen. WERKINGSINDICATOR Deze indicator brandt wanneer de compressor werkt en schakelt uit wanneer de compressor stopt met werken. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. DE BINNENKANT SCHOONMAKEN Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje 8 neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. ELEKTRISCHE AANSLUITING Wanneer u het apparaat aansluit op de voeding of wanneer het na een stroomstoring aangaat, knipperen alle indicatielampjes eenmaal. Vervolgens keert het apparaat terug naar de vorige instelling. DAGELIJKS GEBRUIK U kunt het mandje verwijderen om meer opbergruimte te krijgen. WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. LET OP! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). VERS VOEDSEL INVRIEZEN Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het typeplaatje (zie "Technische gegevens"). Start de SUPER-functie 24 uur voordat u voedsel in het apparaat plaatst. Het invriesproces duurt 24 uur: vries tijdens deze periode geen ander voedsel in. HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 24 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst. ONTDOOIEN Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelkast of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden: in dit geval duurt het koken langer. AANWIJZINGEN EN TIPS TIPS VOOR ENERGIEBESPARING • De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik. • Het deksel niet te vaak openen of langer open laten dan noodzakelijk. • Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik. • Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af. TIPS VOOR HET INVRIEZEN • Activeer de SUPER-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt. • Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel. • Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. • Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal • • • • helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven. Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden. Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen. Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst. Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is. 9 • • IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in. TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL • De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van ingevroren voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid. • Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten. • Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren. • Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken. • Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen. WINKELTIPS Na het boodschappen doen: • Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen. • Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas. • Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer. • Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk. • Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking. HOUDBAARHEID Soort gerecht Houdbaarheid (maanden) Brood 3 Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12 Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (bijv. mozzarella) Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar) 6-9 3-4 6 Vis/Zeevruchten: Vette vis (bv. zalm, makreel) Magere vis (bv. kabeljauw, bot) Garnalen Schelpdieren en mosselen Gekookte vis Vlees: 10 2-3 4-6 12 3-4 1-2 Soort gerecht Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees Houdbaarheid (maanden) 9 - 12 6 - 12 4-6 6-9 1-2 1-2 2-3 ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. REINIGING LET OP! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, schuurmiddelen, sterk geparfumeerde schoonmaakproducten of boenwas om de binnenkant van het apparaat schoon te maken Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. 3. Maak het apparaat en toebehoren regelmatig schoon met warm water en neutrale zeep Maak de afsluiting van het deksel voorzichtig schoon 4. Maak het apparaat volledig droog 5. Steek de stekker in het stopcontact. 6. Schakel het apparaat in. 7. Stel de temperatuur in op MAX en sluit het deksel. Wacht twee of drie uur voordat u eerder verwijderd voedsel opnieuw in het apparaat plaatst. 8. Stel de temperatuur in op de gewenste instelling. DE VRIEZER ONTDOOIEN LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen gereedschappen om rijp af te schrapen omdat u hiermee het apparaat kunt beschadigen. Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 10-15 mm bereikt heeft. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. 3. Verwijder de aftapplug uit de binnenkant van het apparaat. 4. Laat het deksel open. 5. Plaats een bak onder de buitenste aftapplug. 6. Trek de buitenste aftapplug eruit. 7. Draai de aftapplug 180 graden om het aftapwater in de bak te laten stromen. 11 Zorg ervoor dat het water niet uit de bak komt. 8. Reinig het interieur en droog het grondig. 9. Schakel het apparaat in. 10. Stel de temperatuur in op MAX en sluit het deksel. Wacht twee of drie uur voordat u eerder verwijderd voedsel opnieuw in het apparaat plaatst. 11. Stel de temperatuur in op de gewenste instelling. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAT MOET U DOEN ALS... Er kunnen geluiden optreden tijdens de werking van het apparaat (bijv. borrelen, zoemen, kraken of klikken). Dit is normaal. Probleem Het apparaat werkt niet. Oplossing Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of de stekker van het apparaat correct in het stopcontact zit. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact. Neem contact op met een gekwalificeerde elektricien. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Raadpleeg het hoofdstuk "Installatie/Locatie". Het apparaat staat tegen de muur of andere voorwerpen. Verplaats het apparaat lichtjes. Raadpleeg het hoofdstuk "Installatie/Locatie". Temperatuurindicator knippert van links naar rechts. Probleem met de temperatuursensor. Neem contact op met het erkende servicecentrum. Het deksel sluit niet volledig. Het deksel wordt geblokkeerd door voedselverpakkingen. Rangschik de pakketten op de juiste manier. Het apparaat maakt lawaai. 12 Mogelijke oorzaak Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er is te veel vorst in het apparaat. Ontdooi het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging/Ontdooien van het apparaat". Het deksel gaat moeilijk open. De pakking van het deksel is vuil of plakkerig. Maak de pakking van het deksel schoon. Het lampje werkt niet. Het lampje is stuk. Neem contact op met het erkende servicecentrum om de led-lamp te vervangen. De compressor werkt continu. De temperatuur is fout ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningspaneel/Temperatuurregeling". Er zijn grote hoeveelheden voedsel tegelijk in de vriezer geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De kamertemperatuur is te hoog. Raadpleeg het klimaatklassendiagram op het typeplaatje of het hoofdstuk "Installatie/Positionering". Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. Het deksel is niet goed gesloten. Controleer of het deksel goed sluit en de pakkingen niet beschadigd of vuil zijn. De functie SUPER is ingeschakeld. Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningspaneel/SUPERwerking". Het deksel is niet correct gesloten of de pakking is vervormd/vies. Controleer of het deksel goed sluit en de pakkingen niet beschadigd of vuil zijn. De temperatuur is fout ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningspaneel/Temperatuurregeling". De compressor start niet onmiddellijk na het drukken op de SUPER of na het veranderen van de temperatuur. Dit is normaal, er is geen storing. De compressor start na enige tijd. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. Het deksel is niet goed gesloten. Controleer of het deksel goed sluit en de pakkingen niet beschadigd of vuil zijn. Er is te veel vorst en ijs. 13 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De temperatuur van het product is te hoog. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Bewaar minder producten tegelijk. De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging/Ontdooien van het apparaat". Het deksel werd te vaak geopend. Open het deksel alleen als het nodig is. De functie SUPER is ingeschakeld. Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningspaneel/SUPERwerking". In te vriezen producten zijn te dicht bij elkaar geplaatst. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat is. Het apparaat bevindt zich in de buurt van de warmtebron. Raadpleeg het hoofdstuk "Installatie/Locatie". Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na uitvoeren van de bovenstaande controles, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum. Geef het model en serienummer van uw apparaat op wanneer u contact opneemt met het erkende servicecentrum. Dit zal de ontvangen hulp versnellen. 14 GELUIDEN SSSRRR! BRRR! CLICK! HISSS! BLUBB! TECHNISCHE GEGEVENS De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel. De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. 15 MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische 16 apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Zanussi ZCAN10FW1 Handleiding

Type
Handleiding