Efco GS 37 / GS 371 de handleiding

Categorie
Draadloze kettingzagen
Type
de handleiding
Italiano 9
English 26
Français 43
Deutsch 60
Español 77
Nederlands 94
Português 111
Ελληνικα 128
Česky 145
Slovensky 162
Pусский 179
Polski 196
7
A
34
A
33
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
94
VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES
Beste klant
Hartelijk dank voor uw keuze voor een product
van Emak.
Ons netwerk van erkende dealers en
werkplaatsen staat tot uw beschikking voor al uw
vragen.
INLEIDING
Om de machine correct te gebruiken en
ongelukken te voorkomen, niet beginnen te
werken zonder deze handleiding zorgvuldig te
hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de
werking van de verschillende onderdelen plus
aanwijzingen voor noodzakelijke controles en het
bijbehorende onderhoud.
OPMERKING De beschrijvingen en illustraties
in deze handleiding zijn niet strikt bindend.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor
eventuele wijzigingen aan te brengen.
Dergelijke wijzigingen verplichten het bedrijf
niet deze handleiding steeds opnieuw bij te
werken.
Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies
bevat deze handleiding enkele paragrafen die uw
speciale aandacht vragen. Dergelijke paragrafen
zijn aangegeven met de hieronder beschreven
symbolen:
LET OP: wanneer er risico bestaat op
ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of
ernstige schade.
VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op
schade aan de machine of onderdelen ervan.
LET OP
GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE
ONDER NORMALE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
KAN DEZE MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN
AAN EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU
DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN
85 dB (A)
INHOUD
1. UITLEG VAN DE
VEILIGHEIDSSYMBOLEN ___________ 94
2. ONDERDELEN VAN DE
KETTINGZAAG ___________________ 94
3. VEILIGHIDSVOORSCHRIFTEN _______ 95
4. ZAAGBLAD- EN KETTINGMONTAGE __ 96
5. STARTEN ________________________ 97
6. STOPPEN VAN DE MOTOR __________ 99
7. GEBRUIK ________________________ 100
8. ONDERHOUD ____________________ 101
9. OPSLAG _________________________ 105
10. TECHNISCHE GEGEVENS ___________ 106
11. CONFORMITEITS-ERKLARING _______ 108
12. GARANTIE BEWIJS ________________ 109
13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN _______ 110
1. UITLEG VAN DE
VEILIGHEIDSSYMBOLEN (Fig. 1)
1. Lees de gebruikshandleiding alvorens u met
de machine gaat werken.
2. Draag oog, -oor-en hoofdbescherming.
3. Type machine: KETTINGZAAG
4. Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau.
5. Serienummer
6. EG-conformiteitsmerk
7. Bouwjaar
8. Vlotterbalg
9. Kettingrem geactiveerd (links). Kettingrem,
niet geactiveerd (rechts).
2. ONDERDELEN VAN DE
MOTORZAAG (Fig. 2)
1. Chokehendel
2. Gashendel
3. Gashendelblokkering
4. Afstelschroeven carburator
5. Inertieremhendel
6. Uitlaat
7. Ketting
8. Zaagblad
9. Luchtfilterdeksel
10. Aan/ Uitschakelaar
11. Brandstoftankdop
12. Startgreep
13. Olietankdop
14. Vlotterbalg
15. Schroef voor kettingspanning aan de
zijkant
16. Handgreep vooraan
17. Handgreep achteraan
18. Zaagbladbeschermer
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
95
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP - Als de motorzaag op de juiste
manier gebruikt wordt, is het een snel,
gemakkelijk en efficiënt werktuig; als de
motorzaag niet op de juiste manier of zonder
de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt
wordt, kan het een gevaarlijk werktuig
worden. Opdat u altijd prettig en veilig
kunt werken de hierna in de loop van de
handleiding volgende.
WAARSCHUWING: Het
ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld
met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel
of overlijden zo klein mogelijk te houden
moeten personen met een pacemaker hun
eigen arts en de fabrikant van de pacemaker
raadplegen voordat ze dit apparaat
gebruiken.
WAARSCHUWING! – Nationale
reglementeringen kunnen bepalingen
omvatten die het gebruik van de machine
beperken.
1. Gebruik de motorzaag niet, voordat U op
specifieke wijze instructies hebt ontvangen
omtrent het gebruik. De gebruiker dient eerst
te oefenen met het apparaat voordat hij of zij
het in de praktijk gaat gebruiken.
2. De motorzaag moet alleen door volwassenen
in goede lichamelijke conditie, die de
gebruiksaanwijzingen kennen, gebruikt
worden.
3. De motorzaag niet gebruiken, als u vermoeid
bent of wanneer u alcohol, drugs of
medicijnen heeft gebruikt.
4. Geen sjaals, armbanden of andere kleding,
die tussen de machine of de ketting terecht
zouden kunnen komen, dragen.
Nauwsluitende werkkleding dragen.
5. Anti-slip werkschoenen, werkhandschoenen,
oogbescherming, haarbescherming en
veiligheidshelm dragen.
6. Bij het opstarten en het gebruik van de
motorzaag niet toestaan, dat zich andere
personen binnen diens actieradius bevinden.
7. Niet met zagen beginnen, voordat het
werkterrein volledig schoon- en vrijgemaakt
is. Niet in de buurt van electrische kabels
zagen.
8. Bij het zagen altijd een stevige en veilige
houding aannemen.
9. De motorzaag alleen in heel goed
geventileerde ruimtes gebruiken, niet
gebruiken in ontplofbare, ontvlambare of
gesloten ruimtes.
10. Als de motor loopt de ketting niet aanraken
en geen onderhouds-werkzaamheden
uitvoeren.
11. Het is verboden toestellen die niet door de
fabrikant zijn geleverd, op de
stroomaansluiting van de kettingzaag aan te
brengen.
12. Houd alle etiketten met gevaar- en
veiligheidssignaleringen in perfecte conditie.
Als ze beschadigd of onleesbaar worden,
moeten ze onmiddellijk worden vervangen
(Fig. 1).
13. Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan die in de handleiding
worden aangegeven (zie pag. 100).
14. Laat het apparaat niet achter met draaiende
motor.
15. Dagelijks de motorzaag controleren om zich
ervan te overtuigen, dat ieder onderdeel, al
dan niet ter bescherming, goed functioneert.
16. Altijd onze instructies voor de
onderhoudswerkzaamheden opvolgen.
17. Geen beschadigde, slecht gerepareerde of
gemonteerde of naar eigen goeddunken
aangepaste motorzaag gebruiken. Geen
enkele veiligheidsvoorziening verwijderen,
beschadigen of uitschakelen. Alleen een
zaagblad met de in de tabel aangegeven
lengte gebruiken.
18. Nooit zelf werkzaamheden of reparaties
uitvoeren, die niet tot het normale
onderhoud behoren. Zich alleen tot
gespecialiseerde en geautoriseerde
werkplaatsen wenden.
19. De motorzaag niet starten zonder
kettingkast.
20. In geval men de motorzaag buiten gebruik
moet stellen, deze niet ergens laten liggen,
maar aan de verkoper overhandigen, die zal
zorgen voor de juiste berging.
21. De motorzaag alleen aan ervaren personen
in handen geven of uitlenen, die de werking
en het juiste gebruik van de machine kennen.
Ook de handleiding met de
gebruiksaanwijzingen meegeven om te lezen
alvorens met het werk te beginnen.
22. Zich altijd tot uw verkoper wenden voor
iedere verdere uitleg of noodzakelijke
ingreep.
23. Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en
raadplegen voor ieder gebruik van de
machine.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
96
24. Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker
aansprakelijk is voor ongevallen of risicos
geleden door derden of voor schade aan
goederen.
BESCHERMENDE VEILIGHEIDSKLEDING
De meeste ongevallen met de motorzaag
doen zich voor wanneer de ketting de
gebruiker raakt. Draag daarom bij het werken
met de motorzaag altijd goedgekeurde
beschermende veiligheidskleding. Het gebruik
van beschermende kleding vermindert niet de
risicos voor letsel, maar beperkt wel de gevolgen
van ongevallen. Vraag uw dealer om advies bij
het kiezen van de juiste kleding.
De kleding moet goed zitten, en mag de
bewegingen niet hinderen. Draag niet te wijde
kleding, die snijbestendig is. Het snijbestendige
jack, de broek en de beenbeschermingen
van zijn hiervoor ideaal. Draag geen kleding,
dassen, stropdassen of sieraden die in het hout
of de takken verstrikt kunnen raken. Lang haar
mag niet los gedragen worden, en moet worden
beschermd (bijvoorbeeld met een hoofddoek,
een muts, een helm, enz.).
Draag veiligheidsschoenen of -laarzen met
antislipzolen en stalen punten.
Draag de veiligheidshelm op plaatsen waar
voorwerpen van bovenaf kunnen vallen.
Draag een veiligheidsbril of een vizier!
Gebruik gehoorbeschermingen; bijvoorbeeld
oorkappen of oordoppen. Het gebruik van
gehoorbeschermingen vereist grotere aandacht
en voorzichtigheid, want geluidssignalen die
op gevaar wijzen (schreeuwen, alarmen, enz.)
worden minder goed gehoord.
Draag snijbestendige handschoenen.
4. MONTAGE VAN HET ZAAGBLAD EN
DE KETTING
LET OP - Draag altijd handschoenen
tijdens de montage. Gebruik alleen door
de producent aanbevolen zaagbladen en
kettingen (pag.20).
- De beveiliging (Fig. 3) in de richting van de
voorste greep trekken om te controleren, dat
de kettingrem niet ingeschakeld is.
- De moeren (A) verwijderen en de kettingkast
(B) demonteren (Fig. 4). De twee moeren (A,
Fig.7A) blijven aan de plastic blokkering (B)
bevestigd om ze niet te verliezen.
- Verwijder het kartonnen vulstuk op de
tapeinden van de stang (C, Fig.5).
- Zet de klink van de kettingspanner (D, Fig. 5)
aan het einde door de hele
kettingspannersschroef los te schroeven (L).
- Het zaagblad (F, Fig. 5) op de bevestigingen
(N) plaatsen.
- De ketting (H, Fig. 6) in de spoel (E) en de
zaagbladbaan (M) monteren. Op de
draairichting van de ketting letten (Fig. 8).
- Zet de carter van de kettingkast erop, voeg deze
in op de juiste plaats en draai de
kettingspannerschroef aan terwijl u de carter
tegen de stang geduwd houdt (L, Fig. 7B), totdat
de klink (D, Fig. 5) in het gat (G) van de stang valt.
- De kettingkast en de toebehorende moeren
monteren zonder deze vast te schroeven.
- De ketting met behulp van de
kettingspanschroef (L) spannen (Fig. 7B).
- De bevestigingsschroeven van de kettingkast
definitief vast schroeven, terwijl de
zaagbladpunt omhoog gehouden wordt
(Fig. 9). Het aandraaimoment van 1,5 kgm
(15 Nm). De ketting moet zó afgesteld zijn, dat
deze goed gespannen is en gemakkelijk op
handkracht kan lopen (Fig. 10).
- De ketting is op de juiste spanning afgesteld,
als men deze een paar milimeter omhoog kan
trekken (Fig. 10).
LET OP - Zorg ervoor dat de ketting altijd
correct gespannen is. Een te losse ketting
verhoogt het terugslagrisico en de ketting
kan uit de groef van het zaagblad raken; deze
situaties kunnen de bediener letsel toebrengen
en de ketting beschadigen. Een te lossen ketting
veroorzaakt een snelle slijtage van de ketting, het
zaagblad en het rondsel. Een te strak gespannen
ketting veroorzaakt daarentegen overbelasting
van de motor die beschadigd kan raken. Een
correct aangehaalde ketting zorgt voor de
beste eigenschappen wat betreft het zagen,
de veiligheid en de levensduur van de ketting.
De levensduur van de ketting hangt af van een
correcte spanning, maar ook van een correcte
smering.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
97
5. STARTEN
BRANDSTOF

WAARSCHUWING: benzine is een zeer
ontvlambare brandstof. Wees zeer
voorzichtig bij het hanteren van benzine of
een mengsel van brandstoffen. Rook niet en
breng geen vuur of vlammen in de buurt van
de brandstof of van de motorzaag.
· Ga zorgvuldig om met brandstof om het risico
op brand of brandwonden zo klein mogelijk te
houden. Deze is zeer ontvlambaar.
· Schud de brandstof en doe deze in een houder
die goedgekeurd is voor de brandstof.
· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen zijn.
· Leg het apparaat op de grond, stop de motor
en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
· Draai de dop van de brandstoftank goed dicht
na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor
zorgen dat de dop losraakt en er brandstof
naar buiten komt.
· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u heeft bijgevuld voordat
u de motor start.
· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
· Rook niet tijdens het hanteren van de
brandstof of tijdens het gebruik van de
motorzaag.
· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
goedgeventileerde plaats.
· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
· Bewaar het apparaat en de brandstof op
plaatsen waar de brandstofdampen niet in
contact kunnen komen met vonken of open
vlammen, geisers of boilers, elektrische
motoren of schakelaars, ovens etc.
· Haal de dop niet van de tank wanneer de
motor draait.
· Gebruik brandstof niet voor
schoonmaakwerkzaamheden.
· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding
komt.
Dit product wordt aangedreven door een
tweetaktmotor waarbij er een voormenging
moet plaatsvinden van olie en benzine voor
tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en
de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone
houder die goedgekeurd is voor benzine.
AANBEVOLEN BRANDSTOF: DEZE MOTOR IS
GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE
BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN
([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL.
Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine
volgens de instructies op de verpakking.
Wij adviseren om Oleo-Mac/Efco olie voor
tweetaktmotoren op 2% (1:50) te gebruiken, die
specifiek is samengesteld voor alle luchtgekoelde
tweetaktmotoren.
De juiste olie-/benzineverhoudingen die
aangegeven zijn in de tabel zijn geschikt als men
Oleo-Mac/Efco PROSINT 2- en EUROSINT 2-olie
gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge
kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties).
BENZINE OLIE
2% - 50:1
(cm
3
)
1
5
10
15
20
25
0,02
0,10
0,20
0,30
0,40
0,50
(20)
(100)
(200)
(300)
(400)
(500)

LET OP: GEBRUIK GEEN OLIE VOOR
AUTO'S OF OLIE VOOR TWEETAKT-
BUITENBOORDMOTOREN.

VOORZICHTIG:
- Koop alleen de hoeveelheid brandstof
die u nodig heeft; koop niet meer dan
dat u in één of twee maanden
gebruikt;
- Bewaar de benzine in een hermetisch
gesloten tank op een koele en droge
plaats.

VOORZICHTIG - Gebruik voor het
brandstofmengsel nooit een brandstof
met een ethanolpercentage van meer dan
10%; gasohol (ethanol-benzinemengsel) is
acceptabel met een ethanolpercentage tot
10% of E10-brandstof.
OPMERKING - Bereid slechts de benodigde
hoeveelheid van het mengsel voor; laat het niet
lange tijd in de tank of de jerrycan zitten. Het
wordt aanbevolen om de brandstofstabilisator
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
98
van Emak ADDITIX 2000 code 001000972 te
gebruiken om het mengsel voor een periode van
12 maanden te bewaren.
Alkylaatbenzine

VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft
niet dezelfde dichtheid als normale
benzine. Motoren die met normale benzine
afgesteld zijn vereisen mogelijk een andere
afstelling van de schroef H. Wend u voor deze
afstelling tot een erkend servicecentrum.
BIJVULLEN
Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de
tank bijvult.
MOTOR STARTEN

WAARSCHUWING: houd u aan de
veiligheidsinstructies voor het hanteren
van de brandstof. Zet altijd de motor uit
voordat u de tank bijvult. Vul nooit brandstof
bij in een apparaat met een draaiende of hete
motor. Ga minimaal 3 m van de plaats waar
de bijvulling heeft plaatsgevonden vandaan
voordat u de motor start. NIET ROKEN!
1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon
om verontreiniging te voorkomen.
2. Draai de tankdop langzaam los.
3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de
tank. Voorkom morsen.
4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u
de pakking schoon te maken en te
controleren.
5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai
hem met de hand vast. Verwijder eventueel
gemorste brandstof.

WAARSCHUWING: controleer of er
brandstoflekken zijn, en los deze op
voordat u het apparaat gebruikt. Neem zo
nodig contact op met de klantenservice van
uw leverancier.
OLIEVERVERSING EN KETTINGSMEREN
Het smeren van de ketting gebeurt door middel
van een automatische pomp en vergt geen
onderhoud. De oliepomp wordt in de fabriek
afgesteld om een voldoende hoeveelheid olie te
leveren, ook onder zware werkomstandigheden.
Eventueel oliedruppelen bij het zagen van dun
hout moet als normaal beschouwd worden.
- Voor het bijvullen edere keer de oppervlakte
rondom de dop schoonmaken (13, Afb. 2),
opdat er geen vuil in de tank komt.
- Tijdems het werk het beschikbare olieniveau in
het oog houden.
- Na het bijvullen de motor 2 of 3 keer laten
lopen zodat u de juiste olietoevoer opnieuw
kan instellen.
- In geval van mankementen niet
ingrijpen, maar zich tot de dichtsbijzijnde
vertrouwensleverancier wenden.
Een goede smering van de ketting gedurende
het gebruik vermindert de slijtage tussen de
ketting en het zaagblad tot een minimum en
verzekert een langere levensduur. Altijd een
goede kwaliteitsolie gebruiken.
LET OP - Er mag geen oude olie
hergebruikt worden!
Gebruik altijd een biologisch afbreekbaar
smeermiddel (eco-lube Oleo-Mac/Efco),
speciaal bedoeld voor zaagbladen en
kettingen, om het milieu, gezondheid
arbeider en de onderdelen van de kettingzaag
zoveel mogelijk te sparen.
Alvorens de motor op te starten zich
ervan overtuigen, dat de ketting vrij kan
draaien.
Als de motorzaag loopt, de voorste
handgreep altijd goed met de linkerhand
vasthouden en de achterste met de
rechterhand (Afb. 11).
- Buig niet voorover en snoei nooit boven
schouderhoogte; als u de kettingzaag te
hoog houdt, is het moeilijk om de tangentiële
krachten (kickback) te controleren en te
weerstaan.
- Ervoor zorgen, dat alle lichaamsdelen zich
buiten bereik van de ketting en de uitlaat
bevinden.
- Linkshandigen dienen deze instructies ook
op te volgen. Sta in een goede houding om
te snoeien.

Blootstelling aan trillingen kan
letsel veroorzaken bij personen die
lijden aan bloedsomloopproblemen of
zenuwaandoeningen. Raadpleeg een arts
indien u fysieke symptomen heeft zoals
verstijving, gevoelloosheid, vermindering
van de normale kracht of variaties in de
kleur van de huid. Deze symptomen doen
zich doorgaans voor in de vingers, handen
of polsen.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
99
Motor is verzopen
- Zet de on/off-schakelaar op STOP (B, Fig.13).
- Draai de schroef op het deksel (A, Fig.27) los.
- Verwijder het deksel.
- Wrik de dop van de bougie.
- Draai de bougie los en maak hem droog.
- Zet het gas helemaal open.
- Trek een paar keer aan het startkoord om de
verbrandingskamer leeg te maken.
- Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de
dop weer aan, druk hem stevig naar beneden.
- Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als
de motor koud is.
- Start de motor.

LET OP – De kettingzaag nooit starten
zonder dat de geleider, de ketting en het
koppelinghuis (kettingrem) zijn gemonteerd –
de koppeling kan los komen en verwondingen
veroorzaken.
STARTEN VAN DE MOTOR
De kettingrem moet ingeschakeld zijn bij
het starten van de kettingzaag. Schakel
de kettingrem in door de hendel van de
kettingrem / handafscherming naar voor te
duwen (naar het zaagblad), in de stand 'rem
ingeschakeld' (Fig.12). Vul de carburateur
doorte drukken op de vlotterbalg (A, Fig. 14).
Duw de starthendel (B, Fig.14A) geheel omlaag
(1). De motorzaag stevig op de grond zetten.
Controleren, dat de ketting vrij kan draaien en
geen vreemde voorwerpen raakt. Verzeker u
ervan dat de kettingzaag geen enkel voorwerp
raakt, voordat u de motor start. Probeer
nooit de kettingzaag te starten wanneer het
zaagblad zich in een inkeping bevindt. Met
de linkerhand de voorste handgreep stevig
vasthouden en de rechtervoet op de basis
van de achterste handgreep zetten (Fig.15).
Trek enige malen aan het startkoordje totdat
u de eerste ontstekingsplof hoort. Zet de
starthendel (B, Fig.14B) in de middelste stand
(2). Start de motor door aan het startkoordje
te trekken. Na het starten van de motor dient
u de remketting te deactiveren en enige
seconden te wachten. Activeer vervolgens
de versnellingshendel (C, Fig. 12) om de
automatische halfversnellingsinrichting te
deblokkeren. Laat de rem los (Fig. 3).

LET OP - Als de motor al warm is, de
chokehendel niet gebruiken om op te
starten.

LET OP - Gebruik het semi-
versnellingsapparaatje uitsluitend bij
de startfase van de motor.
INLOPEN VAN DE MOTOR
De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8
bedrijfsuren.
Om overmatige belasting te vermijden mag de
motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast
worden gebruikt op het maximale toerental.

LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag
de carburatie niet worden veranderd
om het vermogen te vergroten; de motor zou
hierdoor beschadigd kunnen raken.
OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe
motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik.
INLOPEN VAN DE KETTING
Het afstellen moet altijd gebeuren op een koude
ketting. De ketting met de hand laten draaien
en met extra olie smeren. De motor starten
en een paar minuten op lage snelheid laten
lopen; daarbij de regelmatige werking van de
oliepomp controleren. De motor stoppen en
de kettingspanning regelen. De motor starten
en wat in een boomstam zagen. De motor
weer stoppen en de kettingspanning opnieuw
controleren. Deze handelingen herhalen, totdat
de ketting haar maximum verlenging bereikt
heeft. Het terrein niet met de ketting zelf raken.
LET OP - Nooit de ketting aanraken met
de motor nog lopende. Het terrein niet
met de ketting zelf raken.
6. STOPPEN VAN DE MOTOR
De gashendel loslaten (C, Fig. 12) en de motor
stationair laten lopen. Zet de motor af door
de starthendel (B, Fig.13) geheel omhoog te
brengen (3).
De kettingzaag niet op de grond zetten,
als de ketting nog draait.
7. GEBRUIK
Langdurig inademen van de uitlaatgassen van de
motor, de vernevelde olie van de ketting en het
veroorzaakte zaagstof kan de gezondheid in
gevaar brengen.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
100
ANTIVRIESSYSTEEM
Bij temperaturen onder de 0°C zet u de cursor
(A, Fig.33) op de winterstand. Op deze manier
wordt er niet alleen koude lucht, maar ook uit de
cilinder afkomstige warme lucht aangezogen en
vormt er zich geen ijs aan de binnenkant van de
carburator.
Bij temperaturen hoger dan +10°C zet u de
cursor (A, Fig.34) in de zomerstand. Als u dit
niet doet, kunnen er zich problemen in de
werking van de motor voordoen als gevolg
van oververhitting.
KETTINGHANDREM
De kettinginertierem is een belangrijke
veiligheidsvoorziening bij het gebruik van de
motorzaag. Deze beschermt de gebruiker tegen
eventuele gevaarlijke terugslagen, die zich
tijdens de verschillende werkzaamheden zouden
kunnen voordoen. Deze wordt geactiveerd, en
blokkeert dientengevolge op hetzelfde moment
de ketting, als de hand van de gebruiker op de
hendel drukt (inwerking-stelling met de hand)
of automatisch door leegloop, als de beveiliging
naar voren wordt gedrukt (Fig. 16) in geval van
een onverwachte terugslag (inwerkingstelling
door inertie). De kettingrem wordt ontgrendeld
door de hendel in de richting van de gebruiker
te trekken (Fig. 3).
REMWERKINGSCONTROLE
Bij het controleren van de machine dient
men op de eerste plaats, voordat u andere
werkzaamheden uitvoert, de werking van
de remmen te controleren. Let hierbij op de
volgende punten:
1. Start de motor en grijp de handgreep stevig
met beide handen vast.
2. Trek aan de gashendel om de ketting in
beweging te zetten; duw met de rug van de
linkerhand de remhendel naar voren (Fig. 11).
3. Wanneer de rem goed werkt, hoort de ketting
onmiddellijk stil te houden; laat de gashendel
los.
4. Laat de rem los (Fig. 3).
REMONDERHOUD: Het kettingremmechanisme
altijd schoonhouden en de hendels smeren. De
slijtage van de remband controleren. De dikte
moet minstens 0.30 mm zijn.
VERBODEN GEBRUIK

LET OP - Altijd de
veiligheidsvoorschriften in acht
nemen. Deze kettingzaag is ontworpen en
gebouwd voor het knotten en onderhouden
van bomen of heesters. Het is verboden
andere soorten materiaal te zagen. De
vibraties en de terugslag zijn verschillend
en er zou dan niet voldaan worden aan de
veiligheidsvoorschriften. De motorzaag niet
gebruiken als hefboom om voorwerpen op te
heffen, te verplaatsen of in stukken te breken.
Het is verboden aan de krachtgreep van de
motorzaag gereedschap of onderdelen aan
the brengen behalve die door de fabrikant
aangegeven zijn.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET
WERKGEBIED
- Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels.
- Werk alleen als de zichtbaarheid en het licht
voldoende zijn om goed te zien.
- Zet de motor uit voordat de motorzaag
neerlegt.
- Wees extra voorzichtig en alert als u
gehoorbescherming draagt, omdat een
dergelijke uitrusting uw vermogen om
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen e.d.) te horen beperkt.
- Wees uiterst voorzichtig als u op hellend of
oneffen terrein werkt.
- Zaag niet boven schouderhoogte; wanneer u
de kettingzaag te hoog houdt, is het moeilijk
de tangentiële krachten te controleren en te
weerstaan (kickback).
- Zaag niet als u op een ladder staat, dit is
uiterst gevaarlijk.
- Leg de kettingzaag stil als de ketting
een vreemd voorwerp raakt. Inspecteer
de kettingzaag en herstel de beschadigde
onderdelen als dat nodig is. Inspecteer de
machine ook als deze gevallen is.
- Houd de ketting vrij van vuil en zand. Zelfs een
kleine hoeveelheid vuil kan de ketting al snel
bot maken en de mogelijkheid op kickback
vergroten.
- De handgrepen altijd droog en schoon
houden.
- Bij het doorzagen van een boomstam of een
tak onder spanning erop letten, zich niet
te laten verrassen door het ogenblikkelijke
spanningsverlies van het hout.
- Heel voorzichtig zijn bij het doorzagen van
kleine takken of struiken, die de ketting
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
101
kunnen blokkeren of tegen u aan geschoten
kunnen worden en u uw evenwicht kunnen
doen verliezen.
ARBEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP - Een boom vellen is een
handeling die ervaring vereist. Probeer
geen bomen te vellen indien u onervaren
bent. VERMIJD ALLE HANDELINGEN
WAARVOOR U ZICH NIET GEKWALIFICEERD
VOELT! Onervaren gebruikers krijgen de
raad geen bomen te vellen waarvan de stam
een grotere diameter heeft dan de lengte
van het zaagblad. Als men de motorzaag
voor de eerste keer gebruikt, een paar keer
in een stevige boomstam zagen om met
het gebruik vertrouwd te raken. Tijdens het
zagen maximum gas geven. Niet teveel op de
motorzaag duwen; het enkele gewicht van
de motorzaag maakt het mogelijk met een
minimum inspanning te zagen.

LET OP - Niet zagen bij slecht weer
of slecht zicht, te lage of te hoge
temperaturen. Zich ervan overtuigen, dat
de boom geen dode takken heeft die zouden
kunnen afbreken.
BOMEN OMZAGEN
Benut bij het vellen en het doorzagen de
aanwezigheid van de haak, gebruik die als
draaipunt. De boom en het omliggende
terrein goed bestuderen alvorens met zagen te
beginnen. Het werkterrein vrij maken. Een ruime
uitwijkmogelijkheid voorzien voor als de boom
begint te vallen (Fig. 17). De eventueel aan de
onderkant van de stam aanwezige takken tot
ongeveer 2 m hoogte verwijderen. Loodrecht op
de boomstam inzagen tot ongeveer 1/4 van de
stamdiameter en daarbij beginnen aan de kant
waar deze naar toe moet vallen (1 - Fig. 18).
Ongeveer 10 cm hoger een nieuwe inkeping
zagen, zó dat het einde van de eerste inkeping
bereikt wordt. Op deze manier wordt een wig
verwijderd die de plant de valrichting geeft
(2 - Fig. 18).
Nu aan de tegenovergestelde kant van de eerste
inkeping de definitieve inkeping zagen, die de
boom velt; deze moet zich 4-5 cm boven de
eerste inkeping bevinden (3 - Fig. 18).
Altijd een scharnier (A, Fig. 19-24) overlaten, die
het mogelijk maakt de valrichting te controleren.
Een wig in de laatste inkeping steken, voordat de
boom begint te bewegen, om te vermijden, dat
het zaagblad ingeklemd wordt.
Als de diameter van de boomstam groter is dan
de lengte van het zaagblad, de laatste inkeping
uitvoeren in de in Fig. 19 aangegeven volgorde.
TAKKEN VERWIJDEREN
a) Altijd bij de grootste diameter beginnen in de
richting van de top takken te verwijderen van
de plant of van eventuele secundaire takken.
b) Altijd de stevigste en veiligste houding
zoeken, alvorens de motorzaag in te
schakelen. Indien nodig, het evenwicht
bewaren door de knie zo dicht mogelijk bij de
boomstam te laten steunen.
c) De motorzaag tegen de boomstam laten
rusten om zich niet teveel te vermoeien door
deze naar de linker- of rechterkant te draaien
al naar gelang de positie van de af te zagen
tak (Fig. 22).
d) In geval van gespannen takken een veilige
plek zoeken om zich te beschermen tegen
een eventuele zweepslag. Altijd aan de kant
tegenover de buiging beginnen te zagen.
e) Voor het verwijderen van dikke takken kunt u
de haak benutten.

LET OP - De bovenkant van het
zaagbladuiteinde vooral niet gebruiken
om takken te verwijderen, omdat men het
gevaar loopt een terugslag te krijgen (Fig. 23).
8. ONDERHOUD
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze motor, inclusief het
emissiecontrolesysteem, moet worden beheerd,
gebruikt en onderhouden volgens de
aanwijzingen in de gebruikershandleiding om de
emissieprestaties die van toepassing zijn op niet
voor de weg bestemde mobiele machines
binnen de wettelijke eisen te houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk
gebruikt worden.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud
van de motor of van de machine kan mogelijke
storingen van het emissiecontrolesysteem
veroorzaken waardoor niet meer wordt voldaan
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
102
aan de toepasselijke wettelijke eisen; in dat geval
moet onmiddellijk actie worden ondernomen om
de storingen van het systeem te repareren en de
toepasselijke eisen te herstellen.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met
voorbeelden van een verkeerde werking, onjuist
gebruik of onderhoud:
- De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
- Gebruik van brandstof en/of motorolie die
niet aan de kenmerken voldoen die in het
hoofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn
aangegeven;
- Gebruik van niet-originele onderdelen,
bijvoorbeeld bougies, enz.;
- Geen of niet-passend onderhoud van het
lossysteem, inclusief verkeerde
onderhoudsintervallen voor uitlaat, bougie,
luchtfilter, enz.
LET OP - Manipulatie van deze motor
maakt het EU-certificaat met betrekking tot
de emissies ongeldig.
Het CO
2-niveau van deze motor kan worden
gevonden op de WEBSITE van Emak (www.
myemak.com) in het deel The Outdoor Power
Equipment World”.

LET OP - Bij het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden altijd
werkhandschoenen dragen. Geen onderhoud
uitvoeren op een warme motor.

LET OP - Als de instructies voor het slijpen
niet in acht worden genomen, neemt het
risico op terugslag aanzienlijk toe.
KETTINGSLIJPEN
De kettingspoed (Fig. 25) is .325” o ⁄ . De ketting
slijpen met werkhandschoenen aan en met een
ronde vijl van Ø 4.8 mm (3/16”) of Ø 5.5 mm
(7/32”).

LET OP - Monteer ketting .325” niet op
het tandrad van de ⁄” of vice versa.
De ketting altijd van binnen naar buiten over het
zaagvlak slijpen en daarbij de in Fig. 25 vermelde
waarden in acht nemen.
De scherpe schakels moeten, na het slijpen, alle
dezelfde breedte/lengte hebben.

LET OP - De ketting moeten geslepen
worden iedere keer, dat men bemerkt,
dat de krullen zeer fijn worden, net als
gewoon zaagsel.
Iedere 3-4 keer slijpen moet men de
dieptebeperking controleren en eventueel
slijpen met een platte vijl en de als optional
bijgeleverde vormblad , waarna men de voorste
hoek afrondt (Fig. 26).

LET OP - De juiste afstelling van de
dieptebeperking is even belangrijk als
het goed slijpen van de ketting.
ZAAGBLAD
De zaagbladen met een spoel vooraan moeten
met vet gesmeerd worden; daarvoor een
smeerspuit gebruiken.
Het zaagblad moet na iedere 8 uur gebruik
omgedraaid worden om een gelijkvormige
slijtage mogelijk te maken. De loop van het
zaagblad en het smeergat schoonhouden
met behulp van het als optional bijgeleverde
krabbertje.
Controleren, dat de zaagbladlopers parallel zijn
en, indien nodig, de zijranden met de platte vijl
verwijderen.
Het zaagblad omkeren en controleren, dat de
smeergaten vuilvrij zijn.

LET OP - Nooit een nieuwe ketting op
een versleten spoel of monteren.
LUCHTFILTER - Draai aan de knop (A, Fig. 25)
losschroeven en het luchtfilters (B) controleren.
Reinigen met ontvetter van Emak codenr.
001101009A, wassen met water, en met perslucht
van een afstand van binnen naar buiten blazen.
Vervang het filter als dit ernstig verstopt of
beschadigd is.

LET OP – Als de filter weer omhoog komt
(B), dient u hem goed vast te zetten in de
daarvoor bestemde behuizing.
BRANDSTOFFILTER - Periodiek de staat van
het brandstoffilter controleren. Dit in geval van
teveel vuil vervangen (Fig. 28).
OLIEPOMP (automatisch en regelbaar) - De
toevoer is vooraf in de fabriek afgesteld. De
olietoevoer kan door de gebruiker, al naar gelang
nodig is, veranderd worden door middel van de
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
103
betreffende stelschroef (Fig.32). De olietoevoer
gebeurt alleen als de ketting loopt.

LET OP - Nooit oude olie hergebruiken.
STARTGROEP - De koelgaten van de
startgroepcarter met een penseel of
hogedruklucht vrij en schoon houden.
MOTOR - Periodiek de cylindervleugels met een
penseel of hogedruklucht schoonmaken. Het
opeenhopen van vuil op de cylinder kan voor de
werking van de motor schadelijke oververhitting
veroorzaken.
BOUGIE - Men raadt aan de bougie periodiek
schoon te maken en de electrodenafstand te
controleren (Fig. 29).
Gebruik een CHAMPION RCJY bougie of een
bougie van een ander merk met een equivalent
thermisch bereik.
KETTINGREM - In geval de kettingrem niet goed
functioneert, de kettingkast demonteren en de
onderdelen van de rem grondig schoonmaken.
Als de remband versleten en/of vervormd is, deze
vervangen.
Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het
schoonmaken.
CARBURATOR
Alvorens de carburator af te stellen
de startgeleider en het luchtfilter
(Fig. 27) schoonmaken en de motor op
bedrijfstemperatuur brengen. Deze motor
is ontworpen in overeenstemming met
de toepassing van de verordeningen (EU)
2016/1628.
De carburator (Fig.30) is zodanig ontworpen
dat de schroeven L en H slechts -¼ slag
versteld kunnen worden. Het mogelijke
regelbereik van -¼ slag van de schroeven L en H
is vooraf bepaald door de fabrikant en kan niet
worden gewijzigd.

LET OP – Forceer de schroeven niet
voorbij het toegestane instellingsveld!
De stationairschroef T is zó afgesteld, dat er
een goede veiligheidsmarge bestaat tussen het
stationaire toerental en het toerental, dat de
koppeling inschakelt.

VOORZICHTIG – De ketting mag nooit
bewegen als de motor op stationair
toerental draait. Als de ketting toch beweegt bij
stationair toerental, moet de schroef T worden
versteld en het motortoerental worden verlaagd.
Als het probleem blijft bestaan, moet u het werk
onmiddellijk stoppen en contact opnemen met
een erkend assistentiecentrum om het probleem
te verhelpen.
Schroef L moet zó afgesteld worden, dat de
motor direct reageert op plotseling gasgeven en
een goed stationair toerental heeft.
Schroef H moet zó afgesteld worden, dat de
motor bij het zagen overhet maximumvermogen
kan beschikken.

LET OP-Klimaatsveranderingen en
gewijzigde weersomstandigheden
kunnen de carburatie beïnvloeden. Niet
toestaan aan andere personen in de buurt van
de motorzaag te blijven tijdens het werk en de
afstelfase van de carburatie.
UITLAAT

LET OP – Deze uitlaat is uitgerust met een
katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de
katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien
u dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar.

LET OP – Uitlaten die zijn uitgerust
met een katalysator worden bij het
gebruik zeer heet, en blijven dat ook lang
nadat de motor is stopgezet. Dit is ook het
geval wanneer de motor stationair loopt.
Bij aanraking kan de huid brandwonden
oplopen. Vergeet ook het brandgevaar niet!

VOORZICHTIG – Een beschadigde uitlaat
moet worden vervangen. Als de uitlaat
vaak verstopt is, kan dit betekenen dat de
katalysator een beperkt rendement heeft.

LET OP – Gebruik de kettingzage niet
als de uitlaat beschadigd is, ontbreekt
of gewijzigd is. Het gebruik van een
onvoldoende onderhouden uitlaat verhoogt
het risico op brand en gehoorverlies.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het
einde van elk seizoen, moet een algemene
controle op het apparaat worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd technicus van het
assistentienetwerk.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
104
ONDERHOUDSTABEL
Wij wijzen u erop dat de volgende onderhoudsintervallen alleen van toepassing zijn bij de normale
werkingscondities. Als uw dagelijkse werkzaamheden intensiever zijn dan normaal, moeten de
onderhoudsintervallen elkaar sneller opvolgen.
Vóór ieder gebruik
Na elke bijvulbeurt
Wekelijks
Indien vervuild of
beschadigd
Volledige machine Inspecteren: lekkages, barsten en slijtage
X X
Bediening: schakelaar, choke, gashendel en
gashendelblokkering
Werking controleren
X X
Kettingrem Werking controleren
X X
Laten controleren door een Erkende Hersteller
X
Brandstoftank en olietank Inspecteren: lekkages, barsten en slijtage
X X
Brandstolter Inspecteren en schoonmaken
X
Vervang het lterelement
X
Kettingsmering Rendement controleren
X X
Ketting Inspecteren: schade, scherpte en slijtage
X X
Spanning controleren
X X
Slijpen: snijdiepte controleren
X
Zaagblad Inspecteren: schade en slijtage
X X
Oliegleuf en -leiding schoonmaken
X
Neuswiel draaien en smeren, en ontbramen
X
Vervangen
X
Tandwiel Inspecteren: schade en slijtage
X
Vervangen
X
Koppeling Inspecteren: schade en slijtage
X
Vervangen
X
Kettingstop Inspecteren: schade en slijtage
X X
Vervangen
X
Alle toegankelijke schroeven en moeren (niet
de afstelschroeven)
Inspecteren en opnieuw aanspannen
X
Luchtlter Schoonmaken
X
Vervangen
X
Ribben cilinder en sleuven startcarter Schoonmaken
X
Startkoord Inspecteren: schade en slijtage
X
Vervangen
X
Carburator Controleer stationair toerental (de ketting mag niet
draaien bij stationair toerental)
X X
Bougie Controleer de afstand tussen de elektrodes
X
Vervangen
X
Trillingdempend systeem Inspecteren: schade en slijtage
X
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
105

LET OP! – Alle
onderhoudswerkzaamheden die niet
in deze handleiding worden beschreven,
moeten door een erkende werkplaats worden
verricht. Om een constante, reguliere werking
van de motorzaag te waarborgen, moeten er
ORIGINELE VERVANGINGSONDERDELEN
worden gebruikt wanneer er eventueel
onderdelen moeten worden vervangen.

Eventuele niet-geautoriseerde
wijzigingen en/of niet-originele
accessoires kunnen tot ernstige of dodelijke
letsels leiden voor de gebruiker of voor
derden.
TRANSPORT
Bij het vervoer van de motorzaag moet de motor
uitgeschakeld zijn, het zaagblad opgeklapt en de
kettingbescherming aangebracht (Fig. 31).

OPGELET – Alvorens de machine in een
voertuig te vervoeren, moet u nagaan of
deze correct en stevig met riemen is vastgemaakt
aan het voertuig. De machine moet horizontaal
worden vervoerd; u moet tevens nagaan of
de geldende normen voor het vervoer van
dergelijke machines worden nageleefd.
9. OPSLAG
Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt zal
worden:
- Ledig de brandstof- en olietanks en maak ze
schoon in een goed geventileerde ruimte.
- Verwerk de brandstof en de olie volgens de
geldende normen en met inachtneming van
het milieu.
- Om de carburator te ledigen, moet de motor
worden gestart en moet u wachten tot de
motor stopt (als u het mengsel in de carburator
laat, zouden de membranen beschadigd
kunnen worden).
- Verwijder de ketting en het zaagblad, maak ze
schoon en besproei ze met beschermende olie.
- Maak de koelsleuven van het startgroepcarter,
de luchtfilter (Fig.27) en de ribben van de
cilinder zorgvuldig schoon.
- Bewaar het apparaat op een droge plaats, zo
mogelijk niet rechtstreeks in contact met de
grond, uit de buurt van warmtebronnen en
met lege tanks.
- Na de winterstalling zijn de startprocedures
dezelfde als bij de normale start van de
machine (pag. 105).
MILIEUBESCHERMING
Tijdens het gebruik van de machine moet de
bescherming van het milieu een belangrijk
aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben
ten gunste van de samenleving en van de natuur
waarin we leven.
- Zorg ervoor dat u geen storende factor in de
buurt bent.
- Volg de plaatselijke voorschriften voor de
verwerking van verpakkingsmateriaal, olie,
benzine, accus, filters, versleten delen of elk
onderdeel dat een slechte invloed heeft op het
milieu nauwgezet op; dit afval mag niet bij het
huisvuil worden geworpen, maar moet worden
gescheiden en naar speciale verzamelcentra
worden gebracht, die de materialen zullen
recyclen.
Slopen en afdanken
Laat de machine na de buitenwerkingstelling niet
in het milieu achter, maar wend u tot een
afvalinzamelcentrum.
Een groot deel van de materialen die bij de bouw
van de machine gebruikt zijn, zijn recyclebaar:
alle metalen (staal, aluminium, messing) kunnen
aan een normale ijzerhandelaar worden gegeven.
Neem voor meer informatie contact op met de
normale afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het
afval dat afkomstig is van de sloop van de
machine moet met respect voor het milieu
worden verwerkt zonder de bodem, de lucht en
het water te vervuilen.
In elk geval moeten de plaatselijk geldende
wetten op dit gebied in acht worden
genomen.
Bij machine sloop, moet u het label van de
CE-markering samen met deze handleiding te
vernietigen.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
106
10. TECHNISCHE GEGEVENS
GS 371
MT 3710
GS 411
MT 4110
GS 451
MT 4510
Cylinderinhoud 35.2 cm
3
39.0 cm
3
42.9 cm
3
Motor 2 takt Emak
Vermogen 1.8 kW 1.9 kW 2.1 kW
Minimum toerental/min.
2.600÷3.200 min
–1
*
Maximum toerental/min.
12.700 min
–1
* 12.800 min
–1
* 12.900 min
–1
*
Vlotterbalg Ja
Schroef voor kettingspanning aan de zijkant Ja
Gemakkelijke start Ja
Aantal tanden tandrad
6 (3/8")
7 (.325")
6 (3/8")
7 (.325")
7
Gewicht zonder zaagblad en ketting 4.3 kg 4.4kg 4.5 kg
Inhoud brandstoftank
380 (0.38) cm
3
()
Inhoud olietank ketting
250 (0.25) cm
3
()
Kettingsnelheid op 133% van maximale
motorsnelheid.
3/8" 24.25 m/s 24.45 m/s -
.325"
24.45 m/s 24.65 m/s 24.85 m/s
*
Onbelast draaien met stang en ketting
LET OP!!!
Het risico op terugslag (kickback) neemt toe wanneer de combinatie zaagblad/ketting
verkeerd is! Gebruik uitsluitend de aanbevolen combinaties zaagblad/ketting en respecteer
de instructies voor het slijpen.
Aanbevolen
combinaties
zaagbladen en
kettingen
GS 371
MT 3710
GS 371-GS 411
MT 3710-MT4110
GS 371
MT 3710
GS 411-GS 451
MT 4110-MT4510
GS 451
MT 4510
Steek en dikte ketting /" x .050" SPECIAL 0.325" x .050" Microlite
Lengte van het
zaagblad
14" (35 cm)
16" (41 cm) 13" (33 cm) 16" (41 cm)
18" (46 cm)
Type zaagblad
140SDEA041 160SDEA041 130MLBK041 160MLBK041 180MLBK041
Type ketting 91 VG 95 VPX
Zaaglengte 330 mm 390 mm 300 mm 390 mm 440 mm
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
107
GS 371
MT 3710
GS 411
MT 4110
GS 451
MT 4510
Geluidsdruck dB (A)
L
pA
av
EN 11681-1
EN 22868
100.4 100.2 103.0 *
Onnauwkeurigheid dB (A) 3.6 3.3 3.0
Het geluidsniveau werd gemeten dB (A)
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
110.9 111.2 114.0
Onnauwkeurigheid dB (A) 3.0 3.2 3.1
Gegarandeerd acoustisch
vermogensniveau
dB (A)
L
WA
2000/14/EC
EN 22868
EN ISO 3744
114.0 114.0 117.0
De Trillingsintensiteit (3/8") m/s
2
EN 11681-1
EN 22867
EN 12096
5.2 (sx)
6.5 (dx)
5.1 (sx)
5.9 (dx)
- *
Onnauwkeurigheid m/s
2
EN 12096
1.6 (sx)
1.9 (dx)
2.0 (sx)
1.8 (dx)
-
De Trillingsintensiteit (.325") m/s
2
EN 11681-1
EN 22867
EN 12096
5.2 (sx)
6.5 (dx)
4.6 (sx)
5.2 (dx)
4.3 (sx)
4.8 (dx)
*
Onnauwkeurigheid m/s
2
EN 12096
1.6 (sx)
1.9 (dx)
1.9 (sx)
2.1 (dx)
1.7 (sx)
2.5(dx)
*
Gewogen gemiddelde waarden (1/3 minimum, 1/3 volle lading, 1/3 max. snelheid leeg).
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
108
11. CONFORMITEITSVERKLARING
Ondergetekende,
EMAK spa via Fermi, 4 - 42011 Bagnolo in Piano (RE) ITALY
verklaart, onder eigen verantwoordelijkheit, dat de machine:
1. Type:
kettingzage
2. Merk: / Type:
OLEO-MAC GS 371 - GS 411 - GS 451 / EFCO MT 3710 - MT
4110 - MT 4510
3. serie - identiceren:
852 XXX 0001 - 852 XXX 9999 (GS 371 - MT 3710)
848 XXX 0001 - 848 XXX 9999 (GS 411 - MT 4110)
844 XXX 0001 - 844 XXX 9999 (GS 451 - MT 4510)
voldoet aan de voorschriften van
de richtlijn / verordening en latere
wijzigingen of aanvullingen:
2006/42/EC - 2014/30/EU - 2000/14/EC - (EU) 2016/1628 -
2011/65/EU
is conform de bepalingen van de
volgende geharmoniseerde regelgeving:
EN ISO 11681-1:2011- EN 55012:2007 - EN 55012:2007/A1:2009 -
EN ISO 14982:2009
is conform het model met EG-certicaat n.
M.030
3.18.6017
(GS 371
) - M
.0303.1
8.6018 (
GS 411)
M.0303.1
8.6019 (GS 451) - M.0303.18.6020 (MT 3710)
M.0303.1
8.6021 (MT 4110) - M.0303.18.6022 (MT 4510)
afgegeven door:
ICE v. Garibaldi, 20 - 40011 Anzola Emilia (BO) - Italy n° 0303
Procedure om de gelijkvormigheid te
evalueren werden nageleegd.
Annex V - 2000/14/EC
Het geluidsniveau werd gemeten:
110.9 dB(A) (GS 371 - MT 3710) - 111.2 dB(A) (GS 411 - MT 4110) -
114.0 dB(A) (GS 451 - MT 4510)
Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau:
114.0 dB(A) (GS 371 - MT 3710 - GS 411 - MT 4110) - 117.0 dB(A) (GS
451 - MT 4510)
Gemaakt in:
Bagnolo in piano (RE) Italy - via Fermi, 4
Datum:
20/07/2019
Technische documentatie neergelegd op:
de Hoofdzetel. - Technische
Fausto Bellamico - President
s.p.a.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
109
Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met
de modernste productietechnieken. De
fabrikant geeft een garantie van 24 maanden
vanaf de aankoopdatum op de eigen producten
voor privé-/hobbygebruik. De garantie is
beperkt tot 12 maanden bij professioneel
gebruik.
Algemene garantievoorwaarden
1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum.
De fabrikant vervangt gratis de onderdelen
met defecten in materiaal, afwerking en
productie via het verkoopnetwerk en de
technische servicedienst. De garantie
ontneemt de gebruiker niet de wettelijke
rechten van het burgerlijk wetboek tegen
de consequenties van de defecten of fouten
veroorzaakt door het verkochte voorwerp.
2) Het technische personeel zal de defecte
onderdelen zo snel als organisatorisch
mogelijk is repareren.
3) Om een aanvraag tot technische
assistentie onder garantie in te dienen,
dient u aan het bevoegde personeel het
onderstaande garantiecertificaat te
tonen, voorzien van het stempel van de
leverancier, volledig ingevuld en met de
aankoopfactuur of bon met de
aankoopdatum aangehecht.
4) De garantie vervalt in de volgende gevallen:
- Duidelijk gebrek aan onderhoud,
- Onjuist gebruik van het product of geknoei
aan het product,
- Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of
brandstoffen,
- Gebruik van niet-originele reserveonderdelen
of accessoires,
- Reparaties die uitgevoerd zijn door
onbevoegd personeel.
5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en
onderdelen die aan normale
werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de
garantie.
6) Onder de garantie vallen geen
aanpassingen en verbeteringen van het
product.
7) Onder de garantie vallen geen afstellingen
en onderhoudswerkzaamheden die nodig
zouden kunnen zijn tijdens de
garantieperiode.
8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens
het transport moet onmiddellijk gemeld
worden aan de transporteur, anders vervalt
de garantie.
9) Voor motoren van andere merken (Briggs &
Stratton, Subaru, Honda, Kipor, Lombardini,
Kohler, enz.) die gemonteerd zijn op onze
machines, geldt de garantie die gegeven
wordt door de fabrikant van de motor.
10) De garantie dekt geen eventuele directe of
indirecte schade, die veroorzaakt is bij
personen of voorwerpen door storingen in
het apparaat of die voortvloeit uit het
langdurig niet gebruiken van het apparaat.
12. GARANTIEBEWIJS
MODELL
KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR.
SERIENUMMER
DATUM
LEVERANCIER
Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie
aanhechten.
I
GB
F
D
E
NL
P
GR
TR
CZ
NL
RUS
UK
PL
H
LV
EST
LT
RO
110
13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u
de aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert,
behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten.
Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost,
neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet
in deze tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum.
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING
De motor start niet of gaat na
enkele seconden na het starten
weer uit.
1. Er is geen vonk
2. Motor is verzopen
1. Controleer de vonk van de bougie. Als er
geen vonk is, herhaal de test dan met een
nieuwe bougie (RCJ7Y).
2. Volg de procedure op pag. 99. Als de
motor nog niet start, herhaal de
procedure dan met een nieuwe bougie.
De motor start, maar versnelt niet
voldoende of werkt niet goed bij
hoge snelheid.
De carburateur moet worden
afgesteld.
Neem contact op met een erkend
reparatiecentrum om de carburateur te laten
afstellen.
De motor bereikt de volledige
snelheid niet en/of geeft zeer
veel rook af.
1. Controleer het olie-/
benzinemengsel.
2. Luchtlter is vuil.
3. De carburateur moet
worden afgesteld.
1. Gebruik verse benzine en een olie die
geschikt is voor tweetaktmotoren.
2. Schoonmaken; zie de instructies in het
hoofdstuk Onderhoud van het luchtfilter.
3. Neem contact op met een erkend repara-
tiecentrum om de carburateur te laten
afstellen.
De motor start, draait en versnelt,
maar wil niet stationair lopen.
De carburateur moet worden
afgesteld
Stel de stationairstelschroef "T" (Fig.28) naar
links bij om de snelheid te verhogen; zie het
hoofdstuk Onderhoud carburateur.
Het zaagblad en de ketting
warmen op en beginnen te roken
tijdens het werken
1. Olietank ketting leeg
2. Kettingspanning te strak
3. Defect van het
smeringssysteem
1. De olietank moet gevuld worden telkens
de brandstoftank wordt gevuld.
2. Kettingspanning; zie de instructies in het
hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage
(Pag. 96).
3. Laat gedurende 15-30 seconden met
volledig geopend gas werken. Sluit en
controleer of er olie van de punt van het
zaagblad druipt. Indien er olie aanwezig
is, kan het defect te wijten zijn aan een
losse ketting of een beschadigd zaagblad.
Indien er geen olie is, neem dan contact
op met een Erkende Hersteller
De motor start en loopt, maar de
ketting draait niet
1. Kettingrem ingeschakeld
2. Kettingspanning te strak
3. Assemblage zaagblad en
ketting
4. Ketting en/of zaagblad
beschadigd
5. Koppeling en/of tandwiel
beschadigd
1. Schakel de kettingrem uit; zie hoofdstuk
Gebruik – Kettingrem (Pag. 100)
2. Kettingspanning; zie de instructies in het
hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage
(Pag. 96)
3. Zie de instructies in het hoofdstuk
Zaagblad- en kettingmontage (Pag. 96)
4. Zie de instructies in het hoofdstuk
Onderhoud zaagblad en/of ketting (Pag.
102)
5. Vervang ze indien nodig; neem contact
op met een Erkende Hersteller
WAARSCHUWING: raak
de ketting nooit aan
wanneer de motor in
werking is
Mod. 50180167A - Ott/2020
I ATTENZIONE! – Questo manuale deve accompagnare la macchina durante tutta la sua vita.
GB WARNING! – This owner’s manual must stay with the machine for all its life.
F ATTENTION! – Le manuel doit accompagner la machine pour toute sa vie.
D ACHTUNG! - Dieses Anweisungsheft muß das Gerät während seiner gesamten Lebensdauer begleiten.
E ¡ATENCIÓN! - Este manual debe acompañar a la máquina durante toda su vida útil.
NL LET OP! - Dit handboek moet voor de gehele levensduur bij de machine blijven.
P ATENÇÃO! - Este manual deve acompanhar a máquina durante toda a sua vida útil.
GR ΠΡΟΣΟΧΗ! - Το παόν εγχερίδιο πρέπει να συνοδεύει το μηχάνημα καθ'όλη τη διάρκεια ζωής του.
CZ UPOZORNĚNÍ! - Tento návod musí být dostupný po celou dobu životnosti přístroje.
SK UPOZORNENIE - Tento návod musí sprevádzať prístroj po celú dobu jeho životnosti.
RUS ВНИМAНИЕ! - Нaстoящaя инструкция дoлжнa сoпрoвoждaть издeлиe вo врeмя всeгo срoкa eгo службы.
PL UWAGA! - Niniejsza instrukcja powinna towarzyszyć urządzeniu przez cały okres jego eksploatacji.
Emak S.p.A.
42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy
www.myemak.com
www.youtube.it/EmakGroup

Documenttranscriptie

33 34 A A Italiano 9 English 26 Français 43 Deutsch 60 Español 77 Nederlands 94 Português 111 Ελληνικα 128 Česky 145 Slovensky 162 Pусский 179 Polski 196 7 VERTALING VAN DE ORIGINELE INSTRUCTIES I Beste klant Hartelijk dank voor uw keuze voor een product van Emak. GB O n s n e t w e r k v a n e r k e n d e d e a l e r s e n werkplaatsen staat tot uw beschikking voor al uw F vragen. 8. ONDERHOUD_____________________ 101 9. OPSLAG__________________________ 105 10. TECHNISCHE GEGEVENS____________ 106 11. CONFORMITEITS-ERKLARING________ 108 12. GARANTIE BEWIJS_________________ 109 13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN________ 110 INLEIDING D Om de machine correct te gebruiken en E NL P GR TR CZ NL RUS UK PL H LV EST LT RO ongelukken te voorkomen, niet beginnen te werken zonder deze handleiding zorgvuldig te hebben gelezen. Hierin vindt u uitleg over de werking van de verschillende onderdelen plus aanwijzingen voor noodzakelijke controles en het bijbehorende onderhoud. OPMERKING De beschrijvingen en illustraties in deze handleiding zijn niet strikt bindend. Het bedrijf behoudt zich het recht voor eventuele wijzigingen aan te brengen. Dergelijke wijzigingen verplichten het bedrijf niet deze handleiding steeds opnieuw bij te werken. Naast de bedienings- en onderhoudsinstructies bevat deze handleiding enkele paragrafen die uw speciale aandacht vragen. Dergelijke paragrafen zijn aangegeven met de hieronder beschreven symbolen: LE T OP: wa n n e e r e r r i s i co b e s t a at o p ongelukken, persoonlijk (dodelijk) letsel of ernstige schade. VOORZICHTIG: wanneer er risico bestaat op schade aan de machine of onderdelen ervan. LET OP GEVAAR VOOR GEHOORSCHADE ONDER NORMALE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN KAN DEZE MACHINE DE BEDIENER BLOOTSTELLEN AAN EEN DAGELIJKS PERSOONLIJK GELUIDSNIVEAU DAT GELIJK IS AAN OF HOGER IS DAN 85 dB (A) INHOUD 1. UITLEG VAN DE VEILIGHEIDSSYMBOLEN____________ 94 2. ONDERDELEN VAN DE KETTINGZAAG____________________ 94 3. VEILIGHIDSVOORSCHRIFTEN________ 95 4. ZAAGBLAD- EN KETTINGMONTAGE___ 96 5. STARTEN_________________________ 97 6. STOPPEN VAN DE MOTOR___________ 99 7. GEBRUIK_________________________ 100 94 1. UITLEG VAN DE VEILIGHEIDSSYMBOLEN (Fig. 1) 1. Lees de gebruikshandleiding alvorens u met de machine gaat werken. 2. Draag oog, -oor-en hoofdbescherming. 3. Type machine: KETTINGZAAG 4. Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau. 5. Serienummer 6. EG-conformiteitsmerk 7. Bouwjaar 8. Vlotterbalg 9. Kettingrem geactiveerd (links). Kettingrem, niet geactiveerd (rechts). 2. O N D E R D E L E N V A N MOTORZAAG (Fig. 2) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Chokehendel Gashendel Gashendelblokkering Afstelschroeven carburator Inertieremhendel Uitlaat Ketting Zaagblad Luchtfilterdeksel Aan/ Uitschakelaar Brandstoftankdop Startgreep Olietankdop Vlotterbalg Schroef voor kettingspanning aan de zijkant 16. Handgreep vooraan 17. Handgreep achteraan 18. Zaagbladbeschermer DE 3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP - Als de motorzaag op de juiste manier gebruikt wordt, is het een snel, gemakkelijk en efficiënt werktuig; als de motorzaag niet op de juiste manier of zonder de nodige voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt, kan het een gevaarlijk werktuig worden. Opdat u altijd prettig en veilig kunt werken de hierna in de loop van de handleiding volgende. W A A R S C H U W I N G : H e t ontstekingssysteem van uw apparaat produceert een elektromagnetisch veld met een zeer lage intensiteit. Dit veld kan interferentie veroorzaken met bepaalde pacemakers. Om het risico op ernstig letsel of overlijden zo klein mogelijk te houden moeten personen met een pacemaker hun eigen arts en de fabrikant van de pacemaker ra a d p l e g e n vo o rd at ze d i t a p p a ra at gebruiken. WA A R S C H U W I N G ! – N a t i o n a l e reglementeringen kunnen bepalingen omvatten die het gebruik van de machine beperken. 1. Gebruik de motorzaag niet, voordat U op specifieke wijze instructies hebt ontvangen omtrent het gebruik. De gebruiker dient eerst te oefenen met het apparaat voordat hij of zij het in de praktijk gaat gebruiken. 2. De motorzaag moet alleen door volwassenen in goede lichamelijke conditie, die de gebruiksaanwijzingen kennen, gebruikt worden. 3. De motorzaag niet gebruiken, als u vermoeid bent of wanneer u alcohol, drugs of medicijnen heeft gebruikt. 4. Geen sjaals, armbanden of andere kleding, die tussen de machine of de ketting terecht zouden kunnen komen, dragen. Nauwsluitende werkkleding dragen. 5. Anti-slip werkschoenen, werkhandschoenen, oogbescherming, haarbescherming en veiligheidshelm dragen. 6. Bij het opstarten en het gebruik van de motorzaag niet toestaan, dat zich andere personen binnen diens actieradius bevinden. 7. Niet met zagen beginnen, voordat het werkterrein volledig schoon- en vrijgemaakt is. Niet in de buurt van electrische kabels zagen. 8. Bij het zagen altijd een stevige en veilige houding aannemen. 9. D e m o t o r z a a g a l l e e n i n h e e l g o e d geventileerde ruimtes gebruiken, niet gebruiken in ontplofbare, ontvlambare of gesloten ruimtes. 10. Als de motor loopt de ketting niet aanraken en geen onderhouds-werkzaamheden uitvoeren. 11. Het is verboden toestellen die niet door de fabrikant zijn geleverd, op de stroomaansluiting van de kettingzaag aan te brengen. 12. Houd alle etiketten met gevaar- en veiligheidssignaleringen in perfecte conditie. Als ze beschadigd of onleesbaar worden, moeten ze onmiddellijk worden vervangen (Fig. 1). 13. Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan die in de handleiding worden aangegeven (zie pag. 100). 14. Laat het apparaat niet achter met draaiende motor. 15. Dagelijks de motorzaag controleren om zich ervan te overtuigen, dat ieder onderdeel, al dan niet ter bescherming, goed functioneert. 16. A l t i j d o n z e i n s t r u c t i e s v o o r d e onderhoudswerkzaamheden opvolgen. 17. Geen beschadigde, slecht gerepareerde of gemonteerde of naar eigen goeddunken aangepaste motorzaag gebruiken. Geen enkele veiligheidsvoorziening verwijderen, beschadigen of uitschakelen. Alleen een zaagblad met de in de tabel aangegeven lengte gebruiken. 18. Nooit zelf werkzaamheden of reparaties uit voeren, die niet tot het normale onderhoud behoren. Zich alleen tot g e s pec i ali seerde en geauto r iseerde werkplaatsen wenden. 19. D e m o t o r z a a g n i e t s t a r t e n z o n d e r kettingkast. 20. In geval men de motorzaag buiten gebruik moet stellen, deze niet ergens laten liggen, maar aan de verkoper overhandigen, die zal zorgen voor de juiste berging. 21. De motorzaag alleen aan ervaren personen in handen geven of uitlenen, die de werking en het juiste gebruik van de machine kennen. Ook de handleiding met de gebruiksaanwijzingen meegeven om te lezen alvorens met het werk te beginnen. 22. Zich altijd tot uw verkoper wenden voor iedere verdere uitleg of noodzakelijke ingreep. 23. Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en raadplegen voor ieder gebruik van de machine. 95 I GB F D E NL P GR TR CZ NL RUS UK PL H LV EST LT RO 24. Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen of risico’s I geleden door derden of voor schade aan goederen. - GB BESCHERMENDE VEILIGHEIDSKLEDING De meeste ongevallen met de motorzaag doen zich voor wanneer de ketting de gebruiker raakt. Draag daarom bij het werken D met de motorzaag altijd goedgekeurde beschermende veiligheidskleding. Het gebruik van beschermende kleding vermindert niet de E risico’s voor letsel, maar beperkt wel de gevolgen van ongevallen. Vraag uw dealer om advies bij NL het kiezen van de juiste kleding. - De kleding moet goed zitten, en mag de - F P bewegingen niet hinderen. Draag niet te wijde kleding, die snijbestendig is. Het snijbestendige GR jack, de broek en de beenbeschermingen van zijn hiervoor ideaal. Draag geen kleding, dassen, stropdassen of sieraden die in het hout TR of de takken verstrikt kunnen raken. Lang haar mag niet los gedragen worden, en moet worden CZ beschermd (bijvoorbeeld met een hoofddoek, een muts, een helm, enz.). - - NL Draag veiligheidsschoenen of -laarzen met antislipzolen en stalen punten. RUS Draag de veiligheidshelm op plaatsen waar voorwerpen van bovenaf kunnen vallen. UK Draag een veiligheidsbril of een vizier! Gebruik gehoorbeschermingen; bijvoorbeeld PL oorkappen of oordoppen. Het gebruik van gehoorbeschermingen vereist grotere aandacht H en voorzichtigheid, want geluidssignalen die op gevaar wijzen (schreeuwen, alarmen, enz.) worden minder goed gehoord. LV Draag snijbestendige handschoenen. EST LT 4. MONTAGE VAN HET ZAAGBLAD EN DE KETTING RO LET OP - Draag altijd handschoenen tijdens de montage. Gebruik alleen door de producent aanbevolen zaagbladen en kettingen (pag.20). - De beveiliging (Fig. 3) in de richting van de 96 - voorste greep trekken om te controleren, dat de kettingrem niet ingeschakeld is. De moeren (A) verwijderen en de kettingkast (B) demonteren (Fig. 4). De twee moeren (A, Fig.7A) blijven aan de plastic blokkering (B) bevestigd om ze niet te verliezen. Verwijder het kartonnen vulstuk op de tapeinden van de stang (C, Fig.5). Zet de klink van de kettingspanner (D, Fig. 5) aan het einde door de hele kettingspannersschroef los te schroeven (L). Het zaagblad (F, Fig. 5) op de bevestigingen (N) plaatsen. De ketting (H, Fig. 6) in de spoel (E) en de z a a g b l a d b a a n ( M ) m o nte re n . O p d e draairichting van de ketting letten (Fig. 8). Zet de carter van de kettingkast erop, voeg deze in op de juiste plaats en draai de kettingspannerschroef aan terwijl u de carter tegen de stang geduwd houdt (L, Fig. 7B), totdat de klink (D, Fig. 5) in het gat (G) van de stang valt. De kettingkast en de toebehorende moeren monteren zonder deze vast te schroeven. De ketting met behulp van de kettingspanschroef (L) spannen (Fig. 7B). De bevestigingsschroeven van de kettingkast definitief vast schroeven, ter wijl de zaagbladpunt omhoog gehouden wordt (Fig. 9). Het aandraaimoment van 1,5 kgm (15 Nm). De ketting moet zó afgesteld zijn, dat deze goed gespannen is en gemakkelijk op handkracht kan lopen (Fig. 10). De ketting is op de juiste spanning afgesteld, als men deze een paar milimeter omhoog kan trekken (Fig. 10). LET OP - Zorg ervoor dat de ketting altijd correct gespannen is. Een te losse ketting verhoogt het terugslagrisico en de ketting kan uit de groef van het zaagblad raken; deze situaties kunnen de bediener letsel toebrengen en de ketting beschadigen. Een te lossen ketting veroorzaakt een snelle slijtage van de ketting, het zaagblad en het rondsel. Een te strak gespannen ketting veroorzaakt daarentegen overbelasting van de motor die beschadigd kan raken. Een correct aangehaalde ketting zorgt voor de beste eigenschappen wat betreft het zagen, de veiligheid en de levensduur van de ketting. De levensduur van de ketting hangt af van een correcte spanning, maar ook van een correcte smering. 5. STARTEN BRANDSTOF WAARSCHUWING: benzine is een zeer ontvlambare brandstof. Wees zeer voorzichtig bij het hanteren van benzine of een mengsel van brandstoffen. Rook niet en breng geen vuur of vlammen in de buurt van de brandstof of van de motorzaag. · Ga zorgvuldig om met brandstof om het risico op brand of brandwonden zo klein mogelijk te houden. Deze is zeer ontvlambaar. · Schud de brandstof en doe deze in een houder die goedgekeurd is voor de brandstof. · Meng de brandstof in de open lucht, in een omgeving waar geen vonken of vlammen zijn. · Leg het apparaat op de grond, stop de motor en laat het apparaat afkoelen voordat u brandstof bijvult. · Draai de dop van de brandstof langzaam los om de druk vrij te geven en te voorkomen dat er brandstof naar buiten komt. · Draai de dop van de brandstoftank goed dicht na het bijvullen. Trillingen kunnen ervoor zorgen dat de dop losraakt en er brandstof naar buiten komt. · Veeg de brandstof die uit het apparaat is gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter van de plaats waarop u heeft bijgevuld voordat u de motor start. · Probeer onder geen beding brandstof te verbranden die naar buiten is gekomen. · Rook niet tijdens het hanteren van de brandstof of tijdens het gebruik van de motorzaag. · Bewaar de brandstof op een koele, droge en goedgeventileerde plaats. · Bewaar de brandstof niet op plaatsen met droge bladeren, hooi, papier etc. · Bewaar het apparaat en de brandstof op plaatsen waar de brandstofdampen niet in contact kunnen komen met vonken of open vlammen, geisers of boilers, elektrische motoren of schakelaars, ovens etc. · Haal de dop niet van de tank wanneer de motor draait. · Gebruik brandstof niet voor schoonmaakwerkzaamheden. · Let erop dat er geen brandstof op uw kleding komt. Dit product wordt aangedreven door een tweetaktmotor waarbij er een voormenging moet plaatsvinden van olie en benzine voor tweetaktmotoren. Meng de loodvrije benzine en de olie voor tweetaktmotoren voor in een schone houder die goedgekeurd is voor benzine. AANBEVOLEN BRANDSTOF: DEZE MOTOR IS GECERTIFICEERD OM TE WERKEN MET LOODVRIJE BENZINE VOOR AUTOGEBRUIK MET 89 OCTAAN ([R + M] / 2) OF MET EEN GROTER OCTAANGETAL. Meng de olie voor tweetaktmotoren met benzine volgens de instructies op de verpakking. Wij adviseren om Oleo-Mac/Efco olie voor tweetaktmotoren op 2% (1:50) te gebruiken, die specifiek is samengesteld voor alle luchtgekoelde tweetaktmotoren. De juiste olie -/benzineverhoudingen die aangegeven zijn in de tabel zijn geschikt als men Oleo-Mac/Efco PROSINT 2- en EUROSINT 2-olie gebruikt of een soortgelijke motorolie van hoge kwaliteit (JASO FD- of ISO L-EGD-specificaties). BENZINE OLIE I GB F D E NL P GR 2% - 50:1 ℓ ℓ 1 5 10 15 20 25 0,02 0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 (cm3) (20) (100) (200) (300) (400) (500) TR CZ NL LET OP: GEBRUIK GEEN OLIE VOOR RUS AUTO'S OF OLIE VOOR TWEETAKTBUITENBOORDMOTOREN. UK VOORZICHTIG: - Koop alleen de hoeveelheid brandstof die u nodig heeft; koop niet meer dan PL dat u in één of t wee maanden gebruikt; H - Bewaar de benzine in een hermetisch gesloten tank op een koele en droge plaats. LV VOORZICHTIG - Gebruik voor het brandstofmengsel nooit een brandstof EST met een ethanolpercentage van meer dan 10%; gasohol (ethanol-benzinemengsel) is acceptabel met een ethanolpercentage tot LT 10% of E10-brandstof. OPMERKING - Bereid slechts de benodigde hoeveelheid van het mengsel voor; laat het niet lange tijd in de tank of de jerrycan zitten. Het wordt aanbevolen om de brandstofstabilisator 97 RO van Emak ADDITIX 2000 code 001000972 te gebruiken om het mengsel voor een periode van I 12 maanden te bewaren. Alkylaatbenzine VOORZICHTIG - Alkylaatbenzine heeft niet dezelfde dichtheid als normale F benzine. Motoren die met normale benzine afgesteld zijn vereisen mogelijk een andere afstelling van de schroef H. Wend u voor deze D afstelling tot een erkend servicecentrum. GB E BIJVULLEN NL Schud de jerrycan met het mengsel voordat u de tank bijvult. MOTOR STARTEN WAARSCHUWING: houd u aan de P veiligheidsinstructies voor het hanteren van de brandstof. Zet altijd de motor uit GR voordat u de tank bijvult. Vul nooit brandstof bij in een apparaat met een draaiende of hete motor. Ga minimaal 3 m van de plaats waar TR de bijvulling heeft plaatsgevonden vandaan voordat u de motor start. NIET ROKEN! CZ NL RUS UK PL 1. Maak het oppervlak rond de tankdop schoon om verontreiniging te voorkomen. 2. Draai de tankdop langzaam los. 3. Giet het brandstofmengsel voorzichtig in de tank. Voorkom morsen. 4. Voordat u de tankdop weer vastdraait dient u d e p a k k i n g s c h o o n te m a k e n e n te controleren. 5. Plaats de tankdop onmiddellijk terug en draai hem met de hand vast. Verwijder eventueel gemorste brandstof. WAARSCHUWING: controleer of er brandstoflekken zijn, en los deze op voordat u het apparaat gebruikt. Neem zo LV nodig contact op met de klantenservice van uw leverancier. H EST OLIEVERVERSING EN KETTINGSMEREN Het smeren van de ketting gebeurt door middel LT van een automatische pomp en vergt geen onderhoud. De oliepomp wordt in de fabriek afgesteld om een voldoende hoeveelheid olie te RO leveren, ook onder zware werkomstandigheden. Eventueel oliedruppelen bij het zagen van dun hout moet als normaal beschouwd worden. - Voor het bijvullen edere keer de oppervlakte rondom de dop schoonmaken (13, Afb. 2), 98 opdat er geen vuil in de tank komt. - Tijdems het werk het beschikbare olieniveau in het oog houden. - Na het bijvullen de motor 2 of 3 keer laten lopen zodat u de juiste olietoevoer opnieuw kan instellen. - In geval van mankementen niet ingrijpen, maar zich tot de dichtsbijzijnde vertrouwensleverancier wenden. Een goede smering van de ketting gedurende het gebruik vermindert de slijtage tussen de ketting en het zaagblad tot een minimum en verzekert een langere levensduur. Altijd een goede kwaliteitsolie gebruiken. LET OP - Er mag geen oude olie hergebruikt worden! Gebruik altijd een biologisch afbreekbaar smeermiddel (eco-lube Oleo-Mac/Efco), speciaal bedoeld voor zaagbladen en kettingen, om het milieu, gezondheid arbeider en de onderdelen van de kettingzaag zoveel mogelijk te sparen. Alvorens de motor op te starten zich ervan overtuigen, dat de ketting vrij kan draaien. Als de motorzaag loopt, de voorste handgreep altijd goed met de linkerhand va s t h o u d e n e n d e a c ht e r s t e m e t d e rechterhand (Afb. 11). - Buig niet voorover en snoei nooit boven schouderhoogte; als u de kettingzaag te hoog houdt, is het moeilijk om de tangentiële krachten (kickback) te controleren en te weerstaan. - Ervoor zorgen, dat alle lichaamsdelen zich buiten bereik van de ketting en de uitlaat bevinden. - Linkshandigen dienen deze instructies ook op te volgen. Sta in een goede houding om te snoeien. B l o o t s te l l i n g a a n t r i l l i n g e n k a n letsel veroorzaken bij personen die lijden aan bloedsomloopproblemen of zenuwaandoeningen. Raadpleeg een arts indien u fysieke symptomen heeft zoals verstijving, gevoelloosheid, vermindering van de normale kracht of variaties in de kleur van de huid. Deze symptomen doen zich doorgaans voor in de vingers, handen of polsen. Motor is verzopen - Zet de on/off-schakelaar op STOP (B, Fig.13). - Draai de schroef op het deksel (A, Fig.27) los. - Verwijder het deksel. - Wrik de dop van de bougie. - Draai de bougie los en maak hem droog. - Zet het gas helemaal open. - Trek een paar keer aan het startkoord om de verbrandingskamer leeg te maken. - Zet de bougie terug op zijn plaats en sluit de dop weer aan, druk hem stevig naar beneden. - Zet de chokehendel op stand OPEN – ook als de motor koud is. - Start de motor. LET OP – De kettingzaag nooit starten zonder dat de geleider, de ketting en het koppelinghuis (kettingrem) zijn gemonteerd – de koppeling kan los komen en verwondingen veroorzaken. STARTEN VAN DE MOTOR De kettingrem moet ingeschakeld zijn bij het starten van de kettingzaag. Schakel de kettingrem in door de hendel van de kettingrem / handafscherming naar voor te duwen (naar het zaagblad), in de stand 'rem ingeschakeld' (Fig.12). Vul de carburateur doorte drukken op de vlotterbalg (A, Fig. 14). Duw de starthendel (B, Fig.14A) geheel omlaag (1). De motorzaag stevig op de grond zetten. Controleren, dat de ketting vrij kan draaien en geen vreemde voorwerpen raakt. Verzeker u ervan dat de kettingzaag geen enkel voorwerp raakt, voordat u de motor start. Probeer nooit de kettingzaag te starten wanneer het zaagblad zich in een inkeping bevindt. Met de linkerhand de voorste handgreep stevig vasthouden en de rechtervoet op de basis van de achterste handgreep zetten (Fig.15). Trek enige malen aan het startkoordje totdat u de eerste ontstekingsplof hoort. Zet de starthendel (B, Fig.14B) in de middelste stand (2). Start de motor door aan het startkoordje te trekken. Na het starten van de motor dient u de remketting te deactiveren en enige seconden te wachten. Activeer vervolgens de versnellingshendel (C, Fig. 12) om de automatische halfversnellingsinrichting te deblokkeren. Laat de rem los (Fig. 3). LET OP - Als de motor al warm is, de chokehendel niet gebruiken om op te starten. LET OP - Gebruik het semiversnellingsapparaatje uitsluitend bij de startfase van de motor. I INLOPEN VAN DE MOTOR De motor bereikt het maximale vermogen na 5÷8 GB bedrijfsuren. Om overmatige belasting te vermijden mag de F motor tijdens deze inloopperiode niet onbelast worden gebruikt op het maximale toerental. D LET OP! - Tijdens de inloopperiode mag de carburatie niet worden veranderd om het vermogen te vergroten; de motor zou E hierdoor beschadigd kunnen raken. OPMERKING: het is normaal dat een nieuwe motor rook afgeeft tijdens het eerste gebruik. INLOPEN VAN DE KETTING Het afstellen moet altijd gebeuren op een koude ketting. De ketting met de hand laten draaien en met extra olie smeren. De motor starten en een paar minuten op lage snelheid laten lopen; daarbij de regelmatige werking van de oliepomp controleren. De motor stoppen en de kettingspanning regelen. De motor starten en wat in een boomstam zagen. De motor weer stoppen en de kettingspanning opnieuw controleren. Deze handelingen herhalen, totdat de ketting haar maximum verlenging bereikt heeft. Het terrein niet met de ketting zelf raken. NL P GR TR CZ NL RUS UK LET OP - Nooit de ketting aanraken met de motor nog lopende. Het terrein niet PL met de ketting zelf raken. H 6. STOPPEN VAN DE MOTOR De gashendel loslaten (C, Fig. 12) en de motor stationair laten lopen. Zet de motor af door LV de starthendel (B, Fig.13) geheel omhoog te brengen (3). EST De kettingzaag niet op de grond zetten, als de ketting nog draait. LT 7. GEBRUIK Langdurig inademen van de uitlaatgassen van de motor, de vernevelde olie van de ketting en het veroorzaakte zaagstof kan de gezondheid in gevaar brengen. 99 RO I GB F D E ANTIVRIESSYSTEEM Bij temperaturen onder de 0°C zet u de cursor (A, Fig.33) op de winterstand. Op deze manier wordt er niet alleen koude lucht, maar ook uit de cilinder afkomstige warme lucht aangezogen en vormt er zich geen ijs aan de binnenkant van de carburator. Bij temperaturen hoger dan +10°C zet u de cursor (A, Fig.34) in de zomerstand. Als u dit niet doet, kunnen er zich problemen in de werking van de motor voordoen als gevolg van oververhitting. KETTINGHANDREM NL De kettinginer tierem is een belangrijke P GR TR CZ NL RUS UK PL H LV EST LT veiligheidsvoorziening bij het gebruik van de motorzaag. Deze beschermt de gebruiker tegen eventuele gevaarlijke terugslagen, die zich tijdens de verschillende werkzaamheden zouden kunnen voordoen. Deze wordt geactiveerd, en blokkeert dientengevolge op hetzelfde moment de ketting, als de hand van de gebruiker op de hendel drukt (inwerking-stelling met de hand) of automatisch door leegloop, als de beveiliging naar voren wordt gedrukt (Fig. 16) in geval van een onverwachte terugslag (inwerkingstelling door inertie). De kettingrem wordt ontgrendeld door de hendel in de richting van de gebruiker te trekken (Fig. 3). REMWERKINGSCONTROLE Bij het controleren van de machine dient men op de eerste plaats, voordat u andere werkzaamheden uitvoert, de werking van de remmen te controleren. Let hierbij op de volgende punten: 1. Start de motor en grijp de handgreep stevig met beide handen vast. 2. Trek aan de gashendel om de ketting in beweging te zetten; duw met de rug van de linkerhand de remhendel naar voren (Fig. 11). 3. Wanneer de rem goed werkt, hoort de ketting onmiddellijk stil te houden; laat de gashendel los. 4. Laat de rem los (Fig. 3). RO REMONDERHOUD: Het kettingremmechanisme altijd schoonhouden en de hendels smeren. De slijtage van de remband controleren. De dikte moet minstens 0.30 mm zijn. 100 VERBODEN GEBRUIK L E T O P Al t i j d d e ve i l i g h e i d s vo o r s c h r i f te n i n a c ht nemen. Deze kettingzaag is ontworpen en gebouwd voor het knotten en onderhouden van bomen of heesters. Het is verboden andere soorten materiaal te zagen. De vibraties en de terugslag zijn verschillend en er zou dan niet voldaan worden aan de veiligheidsvoorschriften. De motorzaag niet gebruiken als hefboom om voorwerpen op te heffen, te verplaatsen of in stukken te breken. Het is verboden aan de krachtgreep van de motorzaag gereedschap of onderdelen aan the brengen behalve die door de fabrikant aangegeven zijn. VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET WERKGEBIED - Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels. - Werk alleen als de zichtbaarheid en het licht voldoende zijn om goed te zien. - Zet de motor uit voordat de motorzaag neerlegt. - Wees extra voorzichtig en aler t als u gehoorbescherming draagt, omdat een dergelijke uitrusting uw vermogen om waarschuwende geluiden (roepen, signalen, waarschuwingen e.d.) te horen beperkt. - Wees uiterst voorzichtig als u op hellend of oneffen terrein werkt. - Zaag niet boven schouderhoogte; wanneer u de kettingzaag te hoog houdt, is het moeilijk de tangentiële krachten te controleren en te weerstaan (kickback). - Zaag niet als u op een ladder staat, dit is uiterst gevaarlijk. - Leg de kettingzaag stil als de ketting een vreemd voorwerp raakt. Inspecteer de kettingzaag en herstel de beschadigde onderdelen als dat nodig is. Inspecteer de machine ook als deze gevallen is. - Houd de ketting vrij van vuil en zand. Zelfs een kleine hoeveelheid vuil kan de ketting al snel bot maken en de mogelijkheid op kickback vergroten. - De handgrepen altijd droog en schoon houden. - Bij het doorzagen van een boomstam of een tak onder spanning erop letten, zich niet te laten verrassen door het ogenblikkelijke spanningsverlies van het hout. - Heel voorzichtig zijn bij het doorzagen van kleine takken of struiken, die de ketting kunnen blokkeren of tegen u aan geschoten kunnen worden en u uw evenwicht kunnen doen verliezen. ARBEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP - Een boom vellen is een handeling die ervaring vereist. Probeer geen bomen te vellen indien u onervaren bent. VERMIJD ALLE HANDELINGEN WAARVOOR U ZICH NIET GEKWALIFICEERD VOELT! Onervaren gebruikers krijgen de raad geen bomen te vellen waarvan de stam een grotere diameter heeft dan de lengte van het zaagblad. Als men de motorzaag voor de eerste keer gebruikt, een paar keer in een stevige boomstam zagen om met het gebruik vertrouwd te raken. Tijdens het zagen maximum gas geven. Niet teveel op de motorzaag duwen; het enkele gewicht van de motorzaag maakt het mogelijk met een minimum inspanning te zagen. LET OP - Niet zagen bij slecht weer of slecht zicht, te lage of te hoge temperaturen. Zich ervan overtuigen, dat de boom geen dode takken heeft die zouden kunnen afbreken. BOMEN OMZAGEN Benut bij het vellen en het doorzagen de aanwezigheid van de haak, gebruik die als draaipunt. De boom en het omliggende terrein goed bestuderen alvorens met zagen te beginnen. Het werkterrein vrij maken. Een ruime uitwijkmogelijkheid voorzien voor als de boom begint te vallen (Fig. 17). De eventueel aan de onderkant van de stam aanwezige takken tot ongeveer 2 m hoogte verwijderen. Loodrecht op de boomstam inzagen tot ongeveer 1/4 van de stamdiameter en daarbij beginnen aan de kant waar deze naar toe moet vallen (1 - Fig. 18). Ongeveer 10 cm hoger een nieuwe inkeping zagen, zó dat het einde van de eerste inkeping bereikt wordt. Op deze manier wordt een wig verwijderd die de plant de valrichting geeft (2 - Fig. 18). Nu aan de tegenovergestelde kant van de eerste inkeping de definitieve inkeping zagen, die de boom velt; deze moet zich 4-5 cm boven de eerste inkeping bevinden (3 - Fig. 18). Altijd een scharnier (A, Fig. 19-24) overlaten, die het mogelijk maakt de valrichting te controleren. Een wig in de laatste inkeping steken, voordat de boom begint te bewegen, om te vermijden, dat I het zaagblad ingeklemd wordt. Als de diameter van de boomstam groter is dan GB de lengte van het zaagblad, de laatste inkeping uitvoeren in de in Fig. 19 aangegeven volgorde. TAKKEN VERWIJDEREN a) Altijd bij de grootste diameter beginnen in de richting van de top takken te verwijderen van de plant of van eventuele secundaire takken. b) Altijd de stevigste en veiligste houding zoeken, alvorens de motorzaag in te schakelen. Indien nodig, het evenwicht bewaren door de knie zo dicht mogelijk bij de boomstam te laten steunen. c) De motorzaag tegen de boomstam laten rusten om zich niet teveel te vermoeien door deze naar de linker- of rechterkant te draaien al naar gelang de positie van de af te zagen tak (Fig. 22). d) In geval van gespannen takken een veilige plek zoeken om zich te beschermen tegen een eventuele zweepslag. Altijd aan de kant tegenover de buiging beginnen te zagen. e) Voor het verwijderen van dikke takken kunt u de haak benutten. F D E NL P GR TR CZ NL L E T O P - De b ovenk ant van het zaagbladuiteinde vooral niet gebruiken RUS om takken te verwijderen, omdat men het gevaar loopt een terugslag te krijgen (Fig. 23). UK 8. ONDERHOUD PL CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES Deze motor, inclusief het H emissiecontrolesysteem, moet worden beheerd, g e b r u i k t e n o n d e r h o u d e n vo l g e n s d e aanwijzingen in de gebruikershandleiding om de LV emissieprestaties die van toepassing zijn op niet voor de weg bestemde mobiele machines EST binnen de wettelijke eisen te houden. Het emissiecontrolesysteem van de motor mag LT niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk gebruikt worden. Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud van de motor of van de machine kan mogelijke storingen van het emissiecontrolesysteem veroorzaken waardoor niet meer wordt voldaan 101 RO aan de toepasselijke wettelijke eisen; in dat geval moet onmiddellijk actie worden ondernomen om I de storingen van het systeem te repareren en de toepasselijke eisen te herstellen. GB Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met voorbeelden van een verkeerde werking, onjuist F gebruik of onderhoud: D E NL P - De brandstofdoseersystemen forceren of breken; - Gebruik van brandstof en/of motorolie die niet aan de kenmerken voldoen die in het hoofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn aangegeven; - Gebruik van niet-originele onderdelen, bijvoorbeeld bougies, enz.; - Geen of niet-passend onderhoud van het lossysteem, inclusief verkeerde onderhoudsintervallen voor uitlaat, bougie, luchtfilter, enz. GR LET OP - Manipulatie van deze motor maakt het EU-certificaat met betrekking tot TR de emissies ongeldig. CZ Het CO2-niveau van deze motor kan worden gevonden op de WEBSITE van Emak (www. myemak.com) in het deel “The Outdoor Power NL Equipment World”. L E T O P - B i j h e t u i t vo e r e n v a n onderhoudswerkzaamheden altijd werkhandschoenen dragen. Geen onderhoud UK uitvoeren op een warme motor. RUS LET OP - Als de instructies voor het slijpen PL niet in acht worden genomen, neemt het risico op terugslag aanzienlijk toe. H KETTINGSLIJPEN De kettingspoed (Fig. 25) is .325” o 3/8” . De ketting LV slijpen met werkhandschoenen aan en met een ronde vijl van Ø 4.8 mm (3/16”) of Ø 5.5 mm (7/32”). EST LET OP - Monteer ketting .325” niet op het tandrad van de 3/8” of vice versa. LT De ketting altijd van binnen naar buiten over het RO zaagvlak slijpen en daarbij de in Fig. 25 vermelde waarden in acht nemen. De scherpe schakels moeten, na het slijpen, alle dezelfde breedte/lengte hebben. 102 LET OP - De ketting moeten geslepen worden iedere keer, dat men bemerkt, dat de krullen zeer fijn worden, net als gewoon zaagsel. Iedere 3-4 keer slijpen moet men de dieptebeperking controleren en eventueel slijpen met een platte vijl en de als optional bijgeleverde vormblad , waarna men de voorste hoek afrondt (Fig. 26). LET OP - De juiste afstelling van de dieptebeperking is even belangrijk als het goed slijpen van de ketting. ZAAGBLAD De zaagbladen met een spoel vooraan moeten met vet gesmeerd worden; daarvoor een smeerspuit gebruiken. Het zaagblad moet na iedere 8 uur gebruik omgedraaid worden om een gelijkvormige slijtage mogelijk te maken. De loop van het zaagblad en het smeergat schoonhouden met behulp van het als optional bijgeleverde krabbertje. Controleren, dat de zaagbladlopers parallel zijn en, indien nodig, de zijranden met de platte vijl verwijderen. Het zaagblad omkeren en controleren, dat de smeergaten vuilvrij zijn. LET OP - Nooit een nieuwe ketting op een versleten spoel of monteren. LUCHTFILTER - Draai aan de knop (A, Fig. 25) losschroeven en het luchtfilters (B) controleren. Reinigen met ontvetter van Emak codenr. 001101009A, wassen met water, en met perslucht van een afstand van binnen naar buiten blazen. Vervang het filter als dit ernstig verstopt of beschadigd is. LET OP – Als de filter weer omhoog komt (B), dient u hem goed vast te zetten in de daarvoor bestemde behuizing. BRANDSTOFFILTER - Periodiek de staat van het brandstoffilter controleren. Dit in geval van teveel vuil vervangen (Fig. 28). OLIEPOMP (automatisch en regelbaar) - De toevoer is vooraf in de fabriek afgesteld. De olietoevoer kan door de gebruiker, al naar gelang nodig is, veranderd worden door middel van de betreffende stelschroef (Fig.32). De olietoevoer gebeurt alleen als de ketting loopt. LET OP - Nooit oude olie hergebruiken. S TA R TG R O E P - D e k o e l g a t e n v a n d e star tgroepcar ter met een penseel of hogedruklucht vrij en schoon houden. MOTOR - Periodiek de cylindervleugels met een penseel of hogedruklucht schoonmaken. Het opeenhopen van vuil op de cylinder kan voor de werking van de motor schadelijke oververhitting veroorzaken. BOUGIE - Men raadt aan de bougie periodiek schoon te maken en de electrodenafstand te controleren (Fig. 29). Gebruik een CHAMPION RCJY bougie of een bougie van een ander merk met een equivalent thermisch bereik. KETTINGREM - In geval de kettingrem niet goed functioneert, de kettingkast demonteren en de onderdelen van de rem grondig schoonmaken. Als de remband versleten en/of vervormd is, deze vervangen. Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het schoonmaken. CARBURATOR Alvorens de carburator af te stellen de startgeleider en het luchtfilter (Fig. 27) schoonmaken en de motor op bedrijfstemperatuur brengen. Deze motor is ontworpen in overeenstemming met de toepassing van de verordeningen (EU) 2016/1628. De carburator (Fig.30) is zodanig ontworpen dat de schroeven L en H slechts -¼ slag versteld kunnen worden. Het mogelijke regelbereik van -¼ slag van de schroeven L en H is vooraf bepaald door de fabrikant en kan niet worden gewijzigd. LET OP – Forceer de schroeven niet voorbij het toegestane instellingsveld! De stationairschroef T is zó afgesteld, dat er een goede veiligheidsmarge bestaat tussen het stationaire toerental en het toerental, dat de koppeling inschakelt. VOORZICHTIG – De ketting mag nooit bewegen als de motor op stationair toerental draait. Als de ketting toch beweegt bij I stationair toerental, moet de schroef T worden versteld en het motortoerental worden verlaagd. Als het probleem blijft bestaan, moet u het werk GB onmiddellijk stoppen en contact opnemen met een erkend assistentiecentrum om het probleem F te verhelpen. Schroef L moet zó afgesteld worden, dat de D motor direct reageert op plotseling gasgeven en een goed stationair toerental heeft. Schroef H moet zó afgesteld worden, dat de E motor bij het zagen overhet maximumvermogen kan beschikken. NL LET OP-Klimaatsveranderingen en gewijzigde weersomstandigheden P kunnen de carburatie beïnvloeden. Niet toestaan aan andere personen in de buurt van de motorzaag te blijven tijdens het werk en de GR afstelfase van de carburatie. TR UITLAAT LET OP – Deze uitlaat is uitgerust met een katalysator, die ervoor zorgt dat de motor CZ voldoet aan de emissievereisten. U mag de katalysator nooit wijzigen of verwijderen: indien NL u dat wel doet, bent u wettelijk strafbaar. LET OP – Uitlaten die zijn uitgerust RUS met een katalysator worden bij het gebruik zeer heet, en blijven dat ook lang nadat de motor is stopgezet. Dit is ook het UK geval wanneer de motor stationair loopt. Bij aanraking kan de huid brandwonden PL oplopen. Vergeet ook het brandgevaar niet! VOORZICHTIG – Een beschadigde uitlaat moet worden vervangen. Als de uitlaat vaak verstopt is, kan dit betekenen dat de katalysator een beperkt rendement heeft. LET OP – Gebruik de kettingzage niet als de uitlaat beschadigd is, ontbreekt of gewijzigd is. Het gebruik van een onvoldoende onderhouden uitlaat verhoogt het risico op brand en gehoorverlies. H LV EST LT BUITENGEWOON ONDERHOUD Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het RO einde van elk seizoen, moet een algemene controle op het apparaat worden uitgevoerd door een gespecialiseerd technicus van het assistentienetwerk. 103 Na elke bijvulbeurt X X Bediening: schakelaar, choke, gashendel en Werking controleren gashendelblokkering X X Kettingrem X X X X Wij wijzen u erop dat de volgende onderhoudsintervallen alleen van toepassing zijn bij de normale werkingscondities. Als uw dagelijkse werkzaamheden intensiever zijn dan normaal, moeten de onderhoudsintervallen elkaar sneller opvolgen. Volledige machine F D E NL P GR Brandstoftank en olietank Inspecteren: lekkages, barsten en slijtage Brandstoffilter Inspecteren en schoonmaken X X Vervang het filterelement X Kettingsmering Rendement controleren X X Ketting Inspecteren: schade, scherpte en slijtage X X Spanning controleren X X Slijpen: snijdiepte controleren Zaagblad X Inspecteren: schade en slijtage X Oliegleuf en -leiding schoonmaken X X Neuswiel draaien en smeren, en ontbramen NL RUS Werking controleren Laten controleren door een Erkende Hersteller TR CZ Inspecteren: lekkages, barsten en slijtage X Vervangen Tandwiel X Inspecteren: schade en slijtage X Vervangen UK PL H LV Koppeling X Inspecteren: schade en slijtage X Vervangen Kettingstop Inspecteren: schade en slijtage X X X Vervangen X Alle toegankelijke schroeven en moeren (niet Inspecteren en opnieuw aanspannen de afstelschroeven) Luchtfilter Schoonmaken X X Vervangen EST LT RO X Ribben cilinder en sleuven startcarter Schoonmaken X Startkoord Inspecteren: schade en slijtage X Vervangen Carburator Controleer stationair toerental (de ketting mag niet draaien bij stationair toerental) Bougie Controleer de afstand tussen de elektrodes X X X X Vervangen Trillingdempend systeem 104 Inspecteren: schade en slijtage Indien vervuild of beschadigd Vóór ieder gebruik GB Wekelijks ONDERHOUDSTABEL I X X L E T O P ! – A l l e onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding worden beschreven, moeten door een erkende werkplaats worden verricht. Om een constante, reguliere werking van de motorzaag te waarborgen, moeten er ORIGINELE VERVANGINGSONDERDELEN worden gebruikt wanneer er eventueel onderdelen moeten worden vervangen. Eventuele niet-geautoriseerde wijzigingen en/of niet-originele accessoires kunnen tot ernstige of dodelijke letsels leiden voor de gebruiker of voor derden. TRANSPORT Bij het vervoer van de motorzaag moet de motor uitgeschakeld zijn, het zaagblad opgeklapt en de kettingbescherming aangebracht (Fig. 31). OPGELET – Alvorens de machine in een voertuig te vervoeren, moet u nagaan of deze correct en stevig met riemen is vastgemaakt aan het voertuig. De machine moet horizontaal worden vervoerd; u moet tevens nagaan of de geldende normen voor het vervoer van dergelijke machines worden nageleefd. 9. OPSLAG Wanneer het apparaat lange tijd niet gebruikt zal worden: - Ledig de brandstof- en olietanks en maak ze schoon in een goed geventileerde ruimte. - Verwerk de brandstof en de olie volgens de geldende normen en met inachtneming van het milieu. - Om de carburator te ledigen, moet de motor worden gestart en moet u wachten tot de motor stopt (als u het mengsel in de carburator laat, zouden de membranen beschadigd kunnen worden). - Verwijder de ketting en het zaagblad, maak ze schoon en besproei ze met beschermende olie. - Maak de koelsleuven van het startgroepcarter, de luchtfilter (Fig.27) en de ribben van de cilinder zorgvuldig schoon. - Bewaar het apparaat op een droge plaats, zo mogelijk niet rechtstreeks in contact met de grond, uit de buurt van warmtebronnen en met lege tanks. - Na de winterstalling zijn de startprocedures dezelfde als bij de normale start van de machine (pag. 105). MILIEUBESCHERMING Tijdens het gebruik van de machine moet de bescherming van het milieu een belangrijk aspect vormen. Dit moet altijd prioriteit hebben ten gunste van de samenleving en van de natuur waarin we leven. - Zorg ervoor dat u geen storende factor in de buurt bent. - Volg de plaatselijke voorschriften voor de verwerking van verpakkingsmateriaal, olie, benzine, accu’s, filters, versleten delen of elk onderdeel dat een slechte invloed heeft op het milieu nauwgezet op; dit afval mag niet bij het huisvuil worden geworpen, maar moet worden gescheiden en naar speciale verzamelcentra worden gebracht, die de materialen zullen recyclen. Slopen en afdanken Laat de machine na de buitenwerkingstelling niet in het milieu achter, maar wend u tot een afvalinzamelcentrum. Een groot deel van de materialen die bij de bouw van de machine gebruikt zijn, zijn recyclebaar: alle metalen (staal, aluminium, messing) kunnen aan een normale ijzerhandelaar worden gegeven. Neem voor meer informatie contact op met de normale afvalverwerkingsdienst in uw streek. Het afval dat afkomstig is van de sloop van de machine moet met respect voor het milieu worden verwerkt zonder de bodem, de lucht en het water te vervuilen. In elk geval moeten de plaatselijk geldende wetten op dit gebied in acht worden genomen. Bij machine sloop, moet u het label van de CE-markering samen met deze handleiding te vernietigen. I GB F D E NL P GR TR CZ NL RUS UK PL H LV EST LT RO 105 10. TECHNISCHE GEGEVENS I GB F D E NL P GR Cylinderinhoud GS 411 MT 4110 GS 451 MT 4510 35.2 cm3 39.0 cm3 42.9 cm3 Motor 2 takt Emak Vermogen 1.8 kW 1.9 kW 2.1 kW –1 Minimum toerental/min. 2.600÷3.200 min –1 Maximum toerental/min. * –1 –1 12.700 min * 12.800 min * 12.900 min * Vlotterbalg Ja Schroef voor kettingspanning aan de zijkant Ja Gemakkelijke start Ja Aantal tanden tandrad Gewicht zonder zaagblad en ketting TR GS 371 MT 3710 6 (3/8") 7 (.325") 6 (3/8") 7 (.325") 7 4.3 kg 4.4kg 4.5 kg Inhoud brandstoftank 380 (0.38) cm3 (ℓ) CZ Inhoud olietank ketting 250 (0.25) cm3 (ℓ) NL Kettingsnelheid op 133% van maximale 3/8" 24.25 m/s 24.45 m/s - motorsnelheid. .325" 24.45 m/s 24.65 m/s 24.85 m/s GS 411-GS 451 MT 4110-MT4510 GS 451 MT 4510 RUS UK PL H LV EST LT * Onbelast draaien met stang en ketting Aanbevolen combinaties zaagbladen en kettingen Steek en dikte ketting GS 371 MT 3710 GS 371-GS 411 MT 3710-MT4110 3/8" x .050" SPECIAL GS 371 MT 3710 0.325" x .050" Microlite Lengte van het zaagblad 14" (35 cm) 16" (41 cm) 13" (33 cm) 16" (41 cm) 18" (46 cm) Type zaagblad 140SDEA041 160SDEA041 130MLBK041 160MLBK041 180MLBK041 Type ketting Zaaglengte 91 VG 330 mm 390 mm 95 VPX 300 mm 390 mm 440 mm LET OP!!! RO Het risico op terugslag (kickback) neemt toe wanneer de combinatie zaagblad/ketting verkeerd is! Gebruik uitsluitend de aanbevolen combinaties zaagblad/ketting en respecteer de instructies voor het slijpen. 106 Geluidsdruck LpA av dB (A) EN 11681-1 EN 22868 Onnauwkeurigheid dB (A) Het geluidsniveau werd gemeten 2000/14/EC dB (A) EN 22868 EN ISO 3744 Onnauwkeurigheid dB (A) Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau LWA 2000/14/EC dB (A) EN 22868 EN ISO 3744 De Trillingsintensiteit (3/8") m/s2 EN 11681-1 EN 22867 EN 12096 Onnauwkeurigheid m/s2 EN 12096 GS 371 MT 3710 GS 411 MT 4110 GS 451 MT 4510 100.4 100.2 103.0 3.6 3.3 3.0 I * GB F D 110.9 111.2 114.0 E 3.0 3.2 3.1 NL 114.0 114.0 117.0 P GR 5.2 (sx) 6.5 (dx) 5.1 (sx) 5.9 (dx) - 1.6 (sx) 1.9 (dx) 2.0 (sx) 1.8 (dx) - * TR CZ NL De Trillingsintensiteit (.325") m/s2 EN 11681-1 EN 22867 EN 12096 5.2 (sx) 6.5 (dx) 4.6 (sx) 5.2 (dx) 4.3 (sx) 4.8 (dx) Onnauwkeurigheid m/s2 EN 12096 1.6 (sx) 1.9 (dx) 1.9 (sx) 2.1 (dx) 1.7 (sx) 2.5(dx) * RUS UK PL * Gewogen gemiddelde waarden (1/3 minimum, 1/3 volle lading, 1/3 max. snelheid leeg). H LV EST LT RO 107 11. CONFORMITEITSVERKLARING I Ondergetekende, EMAK spa via Fermi, 4 - 42011 Bagnolo in Piano (RE) ITALY verklaart, onder eigen verantwoordelijkheit, dat de machine: GB 1. Type: kettingzage F 2. Merk: / Type: OLEO-MAC GS 371 - GS 411 - GS 451 / EFCO MT 3710 - MT 4110 - MT 4510 D 3. serie - identificeren: 852 XXX 0001 - 852 XXX 9999 (GS 371 - MT 3710) 848 XXX 0001 - 848 XXX 9999 (GS 411 - MT 4110) 844 XXX 0001 - 844 XXX 9999 (GS 451 - MT 4510) E voldoet aan de voorschriften van de richtlijn / verordening en latere wijzigingen of aanvullingen: 2006/42/EC - 2014/30/EU - 2000/14/EC - (EU) 2016/1628 2011/65/EU is conform de bepalingen van de volgende geharmoniseerde regelgeving: EN ISO 11681-1:2011- EN 55012:2007 - EN 55012:2007/A1:2009 EN ISO 14982:2009 NL P GR TR CZ NL RUS UK PL M.0303.18.6017 (GS 371) - M.0303.18.6018 (GS 411) is conform het model met EG-certificaat n. M.0303.18.6019 (GS 451) - M.0303.18.6020 (MT 3710) M.0303.18.6021 (MT 4110) - M.0303.18.6022 (MT 4510) afgegeven door: ICE v. Garibaldi, 20 - 40011 Anzola Emilia (BO) - Italy n° 0303 Procedure om de gelijkvormigheid te evalueren werden nageleegd. Annex V - 2000/14/EC Het geluidsniveau werd gemeten: 110.9 dB(A) (GS 371 - MT 3710) - 111.2 dB(A) (GS 411 - MT 4110) 114.0 dB(A) (GS 451 - MT 4510) Gegarandeerd acoustisch vermogensniveau: 114.0 dB(A) (GS 371 - MT 3710 - GS 411 - MT 4110) - 117.0 dB(A) (GS 451 - MT 4510) Gemaakt in: Bagnolo in piano (RE) Italy - via Fermi, 4 Datum: 20/07/2019 Technische documentatie neergelegd op: de Hoofdzetel. - Technische H LV s.p.a. Fausto Bellamico - President EST LT RO 108 12. GARANTIEBEWIJS Dit apparaat is ontworpen en gerealiseerd met de modernste produc tietechnieken. De fabrikant geeft een garantie van 24 maanden vanaf de aankoopdatum op de eigen producten voor privé-/hobbygebruik. De garantie is beperkt tot 12 maanden bij professioneel gebruik. Algemene garantievoorwaarden 1) De garantie geldt vanaf de aankoopdatum. De fabrikant vervangt gratis de onderdelen met defecten in materiaal, afwerking en productie via het verkoopnetwerk en de technische servicedienst. De garantie ontneemt de gebruiker niet de wettelijke rechten van het burgerlijk wetboek tegen de consequenties van de defecten of fouten veroorzaakt door het verkochte voorwerp. 2) Het technische personeel zal de defecte onderdelen zo snel als organisatorisch mogelijk is repareren. 3) O m e e n a a nv r a a g t o t t e c h n i s c h e assistentie onder garantie in te dienen, dient u aan het bevoegde personeel het onderstaande garantiecertificaat te tonen, voorzien van het stempel van de leverancier, volledig ingevuld en met de aankoopfactuur of bon met de aankoopdatum aangehecht. 4) De garantie vervalt in de volgende gevallen: - Duidelijk gebrek aan onderhoud, - Onjuist gebruik van het product of geknoei aan het product, - Gebruik van ongeschikte smeermiddelen of brandstoffen, - Gebruik van niet-originele reserveonderdelen of accessoires, - R e p a r a t i e s d i e u i t g e vo e rd z i j n d o o r onbevoegd personeel. 5) De fabrikant sluit verbruiksmaterialen en onderdelen die aan normale werkingsslijtage onderhevig zijn, uit van de garantie. 6) O n d e r d e g a r a n t i e v a l l e n g e e n aanpassingen en verbeteringen van het product. 7) Onder de garantie vallen geen afstellingen en onderhoudswerkzaamheden die nodig zouden kunnen zijn tijdens de garantieperiode. 8) Eventuele schade die veroorzaakt is tijdens het transport moet onmiddellijk gemeld worden aan de transporteur, anders vervalt de garantie. 9) Voor motoren van andere merken (Briggs & Stratton, Subaru, Honda, Kipor, Lombardini, Kohler, enz.) die gemonteerd zijn op onze machines, geldt de garantie die gegeven wordt door de fabrikant van de motor. 10) De garantie dekt geen eventuele directe of indirecte schade, die veroorzaakt is bij personen of voorwerpen door storingen in het apparaat of die voortvloeit uit het langdurig niet gebruiken van het apparaat. I GB F D E NL P GR TR CZ NL RUS UK PL MODELL H DATUM LV SERIENUMMER LEVERANCIER EST KÄUFER GEKOCHT DOOR DHR./MEVR. LT RO Niet opsturen! Alleen een eventueel verzoek om technische garantie aanhechten. 109 13. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN I WAARSCHUWING: zet het apparaat altijd uit en koppel de bougie los voordat u de aanbevolen corrigerende maatregelen in onderstaande tabel uitvoert, behalve als gevraagd wordt om het apparaat aan te zetten. GB Als alle mogelijke oorzaken nagegaan zijn en het probleem nog steeds niet is opgelost, F neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. Als u een probleem heeft dat niet in deze tabel staat, neem dan contact op met een erkend reparatiecentrum. D PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSING E NL P GR De motor start niet of gaat na 1. Er is geen vonk enkele seconden na het starten weer uit. 2. Motor is verzopen 1. Controleer de vonk van de bougie. Als er geen vonk is, herhaal de test dan met een nieuwe bougie (RCJ7Y). 2. Volg de procedure op pag. 99. Als de motor nog niet star t, herhaal de procedure dan met een nieuwe bougie. De motor start, maar versnelt niet De carburateur moet worden N e e m c o n t a c t o p m e t e e n e r k e n d voldoende of werkt niet goed bij afgesteld. reparatiecentrum om de carburateur te laten hoge snelheid. afstellen. TR De motor bereikt de volledige 1. Controleer het olie-/ snelheid niet en/of geeft zeer benzinemengsel. veel rook af. 2. Luchtfilter is vuil. CZ 3. De carburateur moet worden afgesteld. 1. Gebruik verse benzine en een olie die geschikt is voor tweetaktmotoren. 2. Schoonmaken; zie de instructies in het hoofdstuk Onderhoud van het luchtfilter. 3. Neem contact op met een erkend reparatiecentrum om de carburateur te laten afstellen. NL De motor start, draait en versnelt, De carburateur moet worden Stel de stationairstelschroef "T" (Fig.28) naar maar wil niet stationair lopen. afgesteld links bij om de snelheid te verhogen; zie het hoofdstuk Onderhoud carburateur. RUS Het zaagblad en de ketting 1. Olietank ketting leeg warmen op en beginnen te roken tijdens het werken 2. Kettingspanning te strak UK 3. Defect van het smeringssysteem PL H LV EST LT RO De motor start en loopt, maar de 1. Kettingrem ingeschakeld ketting draait niet WAARSCHUWING: raak 2. Kettingspanning te strak de ketting nooit aan wanneer de motor in werking is 3. Assemblage zaagblad en ketting 4. Ketting en/of zaagblad beschadigd 5. Koppeling en/of tandwiel beschadigd 110 1. De olietank moet gevuld worden telkens de brandstoftank wordt gevuld. 2. Kettingspanning; zie de instructies in het hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage (Pag. 96). 3. Laat gedurende 15-30 seconden met volledig geopend gas werken. Sluit en controleer of er olie van de punt van het zaagblad druipt. Indien er olie aanwezig is, kan het defect te wijten zijn aan een losse ketting of een beschadigd zaagblad. Indien er geen olie is, neem dan contact op met een Erkende Hersteller 1. Schakel de kettingrem uit; zie hoofdstuk Gebruik – Kettingrem (Pag. 100) 2. Kettingspanning; zie de instructies in het hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage (Pag. 96) 3. Zie de instructies in het hoofdstuk Zaagblad- en kettingmontage (Pag. 96) 4. Zie de instructies in het hoofdstuk Onderhoud zaagblad en/of ketting (Pag. 102) 5. Vervang ze indien nodig; neem contact op met een Erkende Hersteller ATTENZIONE! – Questo manuale deve accompagnare la macchina durante tutta la sua vita. WARNING! – This owner’s manual must stay with the machine for all its life. ATTENTION! – Le manuel doit accompagner la machine pour toute sa vie. ACHTUNG! - Dieses Anweisungsheft muß das Gerät während seiner gesamten Lebensdauer begleiten. ¡ATENCIÓN! - Este manual debe acompañar a la máquina durante toda su vida útil. LET OP! - Dit handboek moet voor de gehele levensduur bij de machine blijven. ATENÇÃO! - Este manual deve acompanhar a máquina durante toda a sua vida útil. ΠΡΟΣΟΧΗ! - Το παόν εγχερίδιο πρέπει να συνοδεύει το μηχάνημα καθ'όλη τη διάρκεια ζωής του. UPOZORNĚNÍ! - Tento návod musí být dostupný po celou dobu životnosti přístroje. UPOZORNENIE - Tento návod musí sprevádzať prístroj po celú dobu jeho životnosti. ВНИМAНИЕ! - Нaстoящaя инструкция дoлжнa сoпрoвoждaть издeлиe вo врeмя всeгo срoкa eгo службы. UWAGA! - Niniejsza instrukcja powinna towarzyszyć urządzeniu przez cały okres jego eksploatacji. Mod. 50180167A - Ott/2020 I GB F D E NL P GR CZ SK RUS PL Emak S.p.A. 42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy www.myemak.com www.youtube.it/EmakGroup
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214

Efco GS 37 / GS 371 de handleiding

Categorie
Draadloze kettingzagen
Type
de handleiding

Gerelateerde papieren