bandje. Leiding en bandjes worden niet meegeleverd.
6) Maak de elektrische aansluiting.
7) TE CONTROLEREN OF DE HENDEL AFZUIGEN-FILTEREN IN DE JUISTE STAND STAAT: de hendel bevindt zich op
de motorgroep, en moet op het symbool (P) staan voor installatie in de afzuigversie, of op het symbool (Q) in het geval van
installatie in de filterversie (afb. 7).
8) LET OP MET KOOLFILTER(S) (A) - Afb. 8-9-10-11: In de filterversie moet(en) koolfilters gebruikt worden. Daarom
moet(en) deze, mits zij nog niet geinstalleerd zijn zoals volgt en afhankelijk van het model gemonteerd worden:
- als de kap van ronde koolfilters voorzien ist (Afb. 11R) de koolfilter door een draaiende beweging tegen de wijzers van
de klok in inbrengen.
- als de kap van een paneel-koolfilter voorzien is (Afb. 8A of 9A of 10A) de koolfilter binnen positioneren en de 2 stopfilters
(M) aanbrengen om de koolfilter te blokeren. In de zuiger-versie zijn de koolfilter(s) niet nodig en worden daarom, mits
reeds geïnstalleerd verwijderd.
WAARSCHUWING: ALS U DE SCHROEVEN OF BEVESTIGING APPARAAT TE INSTALLEREN IN OVEREENSTEMMING MET
DEZE INSTRUCTIES KAN LEIDEN TOT ELEKTRISCHE GEVAREN.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningen:
Bedieningen van Afb. 12: A = schakelaar voor de verlichting. B = schakelaar AAN/UIT motor I ste snelheid.
C = schakelaar 2 de snelheid. D = schakelaar 3 de snelheid. E = lampje motor in functie.
Bedieningen van Afb. 13: A = schakelaar voor de verlichting: positie 0: licht uit; positie 1: licht aanbestoken.
B = schakelaar voor de motor: positie 0: motor gestopt; positie 1-2-3: motor draait in eerste, tweede of derde snelheid.
C = getuigc lampje voor de werking van de motor (aleen voor bepaalde modellen).
Vetfilter(s): Afhankelijk van het model wordt de wasemkap met verschillende vetfilters geleverd:
Modulaire metalen filters (van het type dat aangegeven wordt op afb. 14): deze filters zijn van metaal en moeten geregeld
worden schoongemaakt, (de frequentie hangt af van de intensiteit waarmee u de kap gebruikt), minstens eenmaal per twee
maanden. Was de filters met een neutraal reinigingsmiddel af.
Metalen paneelfilter (van het type dat aangegeven wordt op afb. 15N): dit filter is van metaal en zit al in het metalen rooster;
het filter moet regelmatig schoongemaakt worden (de frequentie hangt af van de intensiteit waarmee de kap wordt gebruikt),
minstens één keer in de twee maanden. Was het filter met een neutraal reinigingsmiddel af. Verwijder de 2 filterbevestigingen
(M) en verwijder het metalen paneelfilter.
Synthetisch paneelfilter (van het type aangegeven op afb. 16P): dit filter is van witte synthetische vezel en zit in het metalen
rooster; het filter mag niet afgewassen worden maar moet regelmatig vervangen worden, (de frequentie hangt af van de intensiteit
waarmee de kap wordt gebruikt), minstens één keer in de twee maanden. Verwijder de 2 filterbevestigingen (M) en verwijder
het synthetische paneelfilter.
Koolstoffilters : de koolfilters worden afhankelijk van het gebruik regelmatig vernieuwd, meestal na telkens 6 maanden.
De koolfilters zoals volgt en afhankelijk van het model verwijderen: - als de kap van ronde koolfilters is voorzien (Afb.17R)
de koolfilter door een draaibeweging met de wijzers van de klok verwijderen. - als de kap van een paneel-koolfilter is voorzien
(Afb. 8A of 9A of 10A), de koolfilter verwijderen, waarbij eerst de 2 stopfilters M verwijderd worden.
Belichting:
Bij het vervangen van de lampen van hetzelfde type - als deze lamp niet in de tabel in het werkblad “OPGELET” staat -
neem dan contact op met het steunpunt.
- Om de lamp te vernieuwen, het plafondlampje verwijderen nadat de stelschroef „A” uitgeschakeld is (Afb.18).
- Om de halogeenlampen te verwijderen de fixatie tegen de wijzers van de klok in losschroeven (Afb. 19). LET OP: De
nieuwe lampen niet met blote handen aanraken. Als de lampen na de vervanging niet funktioneren, het apparaat voor
enkele seconden van de voeding scheiden.
STORINGEN
Indien er iets niet correct werkt, voordat de technische dienst op te roepen, voer de eenvoudige onderstaande controles:
• Afzuigkap werkt niet
Mogelijke oorzaak (1): De voedingskabel niet aangesloten of niet correct aangesloten.
Oplossing: De elektrische installatie van de afzuigkap werd niet correct door de installateur aangesloten. Roep een
elektricien/installateur op.
Mogelijke oorzaak (2): Geen snelheid gekozen.
Oplossing: Kies de snelheid in het besturingspaneel.
Indien de deksel zet zich tijdens de normale werking uit, controleer of de spanning wel aangesloten is en of de meerpolige
schakelaar niet ingeschakeld is.
• De afzuiging werkt niet, maar de verlichting wel
Mogelijke oorzaak: De kabel van de afzuigingsmotor is niet aangesloten.
Oplossing: Vind de kabel van de afzuigingsmotor en sluit deze aan. Controleer of de ventilator werkt. Indien het probleem
aanhoudt, roep de technische dienst op.
• Afzuigkap werkt niet correct
Mogelijke oorzaak: Vuile filters/afscheidingen.
Oplossing: Controleer of de filter schoon is.
In het geval van afzuigkappen met kanaalsysteem en afzuigkappen met externe motor
Mogelijke oorzaak (1): Het kanaalsysteem werd niet conform de eisen uitgevoerd. Indien de lengte van het kanaal de
eisen van de producent overschrijdt, gaat de afzuigkap niet optimaal werken. Indien de diameter van het kanaal te klein