4 Ondersteuning en problemen oplossen
Eenvoudige problemen oplossen
In de volgende lijst ziet u een overzicht van problemen die zich met de monitor kunnen voordoen, met bij elk
probleem de mogelijke oorzaken en de aanbevolen oplossingen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het scherm is leeg of de
video ikkert.
Het netsnoer is niet aangesloten. Sluit het netsnoer aan.
Monitor is uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop.
OPMERKING: Als de aan/uit-knop niet werkt, houdt u deze
knop tien seconden ingedrukt om de vergrendelingsfunctie
voor de aan/uit-knop uit te schakelen.
De videokabel is niet goed
aangesloten.
Sluit de videokabel goed aan. Zie De kabels aansluiten
op pagina 7 voor meer informatie.
Het systeem staat in de slaapstand. Druk op een toets op het toetsenbord of beweeg de muis om
de computer uit de slaapstand te halen.
Videokaart is niet compatibel. Open het schermmenu en selecteer het menu Ingang
instellen. Stel Auto-Switch Input (Autom. omschakeling
ingang) in op O (Uit) en selecteer handmatig de invoer.
Het beeld is onscherp,
onduidelijk of te donker.
Helderheid is te laag. Open het schermmenu en selecteer Brightness (Helderheid)
om de helderheidsschaal indien nodig aan te passen.
De melding Check Video
Cable (Controleer videokabel)
wordt weergegeven.
De videokabel van de monitor is niet
aangesloten.
Sluit de juiste videosignaalkabel aan op de computer en de
monitor. Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld terwijl
u de videokabel aansluit.
Geen geluidsvolume of laag
geluidsvolume.
Pas de volumeregeling op het
voorpaneel aan.
●
Het volume is gedempt.
●
Het volume in het schermmenu
is zachter gezet.
●
Er is een hoofdtelefoon
aangesloten.
●
Druk op de pijl omhoog op de volumeregeling om het
dempen op te heen.
●
Open het schermmenu en selecteer Beheer >
Audioregeling en pas de volumeschaal aan.
●
Koppel de hoofdtelefoon los. De luidsprekers worden
uitgeschakeld wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten.
Invoersignaal buiten bereik
wordt op het scherm
weergegeven.
De schermresolutie en/of de
verversingsfrequentie is op een te
hoge waarde ingesteld.
Stel de monitor in op een ondersteunde waarde. Zie Vooraf
ingestelde beeldschermresoluties op pagina 27 voor meer
informatie.
De monitor is uitgeschakeld,
maar de slaapmodus lijkt niet
actief te zijn.
De energiebeheerfunctie van de
monitor is uitgeschakeld.
Open het schermmenu en selecteer Power Control
(Voedingsbeheer) > Auto-Sleep Mode (Automatische
slaapstand) en stel de automatische slaapstand in op On
(Aan).
OSD Lockout
(Scherminstellingen
De vergrendelingsfunctie voor het
schermmenu van de monitor is
ingeschakeld.
Houd de menuknop aan de onderkant van het voorpaneel tien
seconden ingedrukt om de menuvergrendelingsfunctie uit te
schakelen.
18 Hoofdstuk 4 Ondersteuning en problemen oplossen