ITT Controls Actaris 133 & 233 de handleiding
- Type
- de handleiding
Toepassing
De 133 en 233 regelaars zijn ontworpen
voor huishoudelijk en industriële toepas-
sing, zoals fabrieken, verwarminginstallaties
en overige installaties waar een accurate
druk regeling, gemakkelijke instelling en
snelle reactietijd benodigd zijn. (branders,
industriële ovens, boilers, enz)
Beschrijving
De 133 en 233 regelaars zijn direct
werkende, veer gestuurde regelaars met
geïntegeerde afslagveiligheid. Door een
grote keuze aan zittingen maakt het een
goede afstemming mogelijk met de
verschillende capaciteiten en inlaat druk.
Het toegepaste hefboom mechanisme
zorgt voor een exacte uitgangsdruk en
korte reactietijd bij varierende capaciteit.
Het type 133 en de geflensde versie, type
233 zijn uitgevoerd met een ingebouwd
filter element (maaswijdte: 0,5mm).
Gasdruk regelaars
Type: 133 & 233
Drukregelaar 233
Materiaal
Huis Nodulair gij GGG40, DIN 1693
Regelunit Gegoten aluminium GD-Al Si 12, DIN1725
Afslagunit Messing
Onderdelen Messing /staal, zink gecoat
Afdichtingen NBR rubber / Viton
Membraan NBR rubber/ NBR rubber, verstevigd
Technische Specificaties
Maximum toegestane inlaatdruk 8,0 bar
Uitlaatdruk 10 mbar- 0,7 bar
Nauwkeurigheid & sluitdruk Tot AC5/ Tot SG10
Bedrijf temperatuur Gas: -20
0
C tot +60
0
C
Geschikt voor Aardgas, propaan, butaan, lucht, stikstof en niet agressieve gassen
Veiligheid Aangebouwd aan regelaar (Optioneel)
- Opso: overdruk beveiliging
- Upso: onderdruk beveiliging
Optioneel Veiligheidmembraan
Afblaas veiligheid
Aansluitingen
< Ruime toepassing,
door verwisselbare zittingen
< Kan in alle posities geïnstalleerd
worden
< Door modulaire opbouw kunnen
er delen vervangen worden
zonder het huis uit de leiding te
demonteren.
< Goedgekeurd door DVGW
Doorlaat DN25, DN40, DN50
Afmetingen Zie tabel pagina 3
Flenzen PN16, ANSI 150
Draadaansluiting G 3/4”, G1”, G 1 1/2”
2
Connection to
exhaust line
Internal relief
valve assembly
(8)
(6)
(5)
Manual
reset stem
with cap
(Pull to
reset)
Fig.2: Afslagveiligheid type I
Fig.3: Afslagveiligheid type II
Fig.1: 133 regelaar met afslagveiligheid 033 en interne ontluchtingsklep
Aansluiting voor
afblaasleiding
Interne afblaas
Reset hendel
met kap (uit-
trekken om
te herstellen)
3
Doorlaat en regeleenheid
Selecteren van de regeleenheid
Regelaar Type Instel bereik
Type regelunit (W
h
)
13 3 8 - 210 mbar
-HP 140 - 420 mbar
233 -12 8 - 210 mbar
-8 30 - 450 mbar
-8HP 420 - 700 mbar
De 133 en 233 regelaar zijn verschildruk
regelaars . De ontwerp druk van de
regelaars is lager dan 8 bar, maar niet lager
dan de maximum druk welke kan optreden
bij een storing.
Type 233-8
Type 133
DN 25, PN 16
ANSI 150
Binnen
draad
G 3/4”, G1”
3/4”-, 1”-NPT
3/4”-, 1”-BSPT
Buiten
draad
G1 1/2”
(lengte 140 mm)
DN 25,
PN 16
G1 1 / 2 ”
(lenge160 mm)
DN 25,
133-E
afslagveiligheid
Type 233-12
DN 50, PN 16
ANSI 150
DN 40, PN 16
ANSI 150
Binnen
draad
afslagveiligheid
G1 1/2”, 1 1/2” NPT
1 1/2”-BSPT
DN 50, PN 16
ANSI 150
DN 40, PN 16
ANSI 150
Binnen
draad
afslagveiligheid
G1 1/2”, 1 1/2” NPT
1 1/2”-BSPT
Doorlaat afmetingen
4
Druk regelaar type:133
Selecteren van de afslagveiligheid
Type Max. druk Functie Bereik
W
ho
W
hu
033 Verschil druk OPSO (overdruk) 40 mbar to 0.45 bar -
I Verschil druk OPSO (overdruk) 20 mbar to 1.0 bar -
II Verschil druk
OPSO (overdruk) & UPSO (onderdruk)
20 mbar to 1.0 bar 8 to 50 mbar
Opmerking : De OPSO en UPSO worden separaat ingesteld.
<
Gasgebrek beveiliging: Deze beveiliging
is beschikbaar voor de regelaar, type
133-77(0) en vervangt de UPSO
veiligheid. Als de uitlaatdruk inzakt (50%
van de ingestelde waarde), zal de
gasgebrek beveiliging worden aange-
sproken en de klep dichtgaan. Dit zorgt
ervoor dat de gasstroom onderbroken
wordt. Via een lekkanaal blijft er een
verbinding bestaan met de uitlaatzijde.
Wanneer er geen gasafname is zal de
druk via dit lekkanaal weer opgebouwd
worden. Als de druk hoog genoeg is zal
de klep weer open gaan. De uitlaatdruk
kan onbedoeld inzakken, doordat de
inlaatdruk inzakt of doordat de afname
hoger is dan de maximale capaciteit van
de regelaar.
De gasgebrekbeveiliging kan niet toegepast
worden bij een inlaatdruk hoger dan 1 bar.
<
Veiligheidsmembraan: Deze optie biedt
bescherming bij een scheur of een lek in
het hoofdmembraan. Het veiligheids
membraan beperkt de doorstroom naar
de afblaas opening tot een 30 liter per
uur. Als er een groot lek in het hoofd-
membraan zit, zal de uitlaatdruk met
50% stijgen,hierdoorwordt de overdruk-
beveiliging (OPSO) aangesproken.
Een veiligheidsmembraan kan niet
toegepast worden bij een inlaatdruk
hoger dan 1 bar.
<
Externe stuurleidingen: Regelaars, type
133 en 233 zijn voorzien van een interne
stuurleiding. Dit zorgt voor het optimaal
functioneren van de regelaar. Echter
externe stuurleidingen worden
aangeraden bij een ingangsdruk hoger
dan 4 bar. De interne stuurleiding zal
Speciale opties
Afblaas instelling:
Met de standaard afblaasveer zal deze op 30 mbar boven de uitgangsdruk afblazen.
Met een nauwkeurigheid van 10%.
DVGW aanbeveling m.b.t. veiligheid: De
regelaars type 133 & 233 zijn gekeurd door
de Duitse keuringsinstantie DVGW. De keur-
ing is gerelateerd aan de Duitse regelgeving
en condities voor veiligheid en gas instal-
laties.
<Inlaatdruk onder de 6 bar
<OPSO en UPSO afslagveiligheden zijn
benodigd wanneer de inlaatdruk boven de
4 bar komt.
Temperatuur beveiliging: (brand beveiliging)
Elke afslagveiligheid is voorzien van een
temperatuur “zekering”. Deze zorgt ervoor
dat de klep van de beveiliging dicht gaat bij
een hoge temperatuur (tussen 180 en
200
o
C).
design with
integrated safety
diaphragm
ontwerp met
geïntegeerde
veiligheidsmembraan
5
Type regelaar Veer code Veer kleur Veer bereik
13 3 -7 7 0 955-200-08 rood 9 - 15 mbar
met gasgebrek beveiliging 955-200-09 blauw 14 - 20 mbar
DN25 955-201-06 zilver 18 - 26 mbar
955-202-98 geel 24 - 40 mbar
955-200-11 oranje 38 - 53 mbar
13 3 955-200-08 rood 8 – 16 mbar
955-200-09 blauw 12 – 20 mbar
955-200-10 groen 15 – 35 mbar
955-200-11 oranje 30 – 70 mbar
955-200-12 zwart-wit 50 – 140 mbar
955-200-83 zilver 100 – 210 mbar
13 3 H P 955-200-84 zwart 140 – 420 mbar
233-12 955-200-13 rood 8 – 16 mbar
955-200-14 blauw 12 – 20 mbar
955-200-15 groen 15 – 35 mbar
955-200-16 oranje 30 – 70 mbar
955-200-17 zwart 70 – 140 mbar
955-200-18 metaal/blank 100 – 210 mbar
233-8 955-200-15 groen 30 – 70 mbar
955-200-16 oranje 70 – 140 mbar
955-200-17 zwart 140 - 300 mbar
955-200-18 metaal/blank 210 - 450 mbar
233-8 HP 955-200-69
955-200-18
Bereik uitlaatdruk
zilver+metaal/blank duo veer 420 – 700 mbar
Regelaar
Regelklasse (AC), sluitgroep (SG) en
statische/ dynamische sluitzone (SZ) :
< 8 - 20 mbar: AC 20 / SG 30
< 20 - 50 mbar: AC 10 / SG 20
< 50 - 700 mbar: AC 5 / SG 10
6
Afslag veiligheid
Overdruk beveiliging (OPSO) Veer code Veer kleur Veer bereik
955-200-22 rood 40 – 70 mbar
955-200-23 blauw 50 – 150 mbar
955-200-24 groen 140 - 450 mbar
Nauwkeurigheid klasse (AG):
< OPSO: AG 10
< Minimaal verschil tussen instelling van de regelaar en afslagveiligheid (∆P
w
): OPSO dient
20 mbar hoger ingesteld te worden dan de regelaar.
SSV I en II Veer code Veer kleur Veer bereik
Overdruk afslagveiligheid (OPSO)
955-200-22 rood 20 – 60 mbar
955-200-23 blauw 50 – 120 mbar
955-200-24 groen 100 – 400 mbar
955-200-52 bruin 300 – 600 mbar
955-202-42 zilver 400 – 1000 mbar
SSV II Veer code Veerkleur Veer bereik
Onderdruk afslagveiligheid(UPSO)
955-200-32 rood 8 - 50 mbar
SSV 033
Bereik uitlaatdruk (vervolg)
SSV I en II
Nauwkeurigheid klasse (AG):
< OPSO:
• 20 - 400 mbar: AG 10
• 0.4 - 1 bar: AG 5
< UPSO:
• 8 - 20 mbar: AG 30
• 20 - 50 mbar: AG 10
< Minimaal instel verschil tussen de rege-
laar en de veiligheid (∆P
w
):
• 14 mbar t.o.v. de UPSO
• 20 mbar t.o.v. de OPSO
7
Capaciteit
Uitlaat Inlaat Capaciteit bij standaard condities ( m
3
/h )
Druk Druk zitting
(bar) 12.5 mm 10 mm 8 mm 6.3 mm 4.7 mm 3 mm
(1/2”) (3/8”) (5/16”) (1/4”) (3/16”) (1/8”)
20 mbar 0.1 bar 24 17 16 9
■■
0.3 bar 40 36 29 22 12 6
0.5 bar 48 46 40 30 17 8
1.0 bar 61 56 53 41 25 12
1.5 bar
■
63 61 56 33 14
2.0 bar
■
64 63 57 38 18
3.0 bar
■■■
59 51 24
4.0 bar
■■■
64 52 31
5.0 bar
■■■■
53 35
6.0 bar
■■■■
54 40
8.0 bar
■■■■
60 50
50 mbar 0.1 bar 14 13 11
■■■
0.3 bar 31 29 22 16 12 4
0.5 bar 44 42 37 24 15 8
1.0 bar 58 52 46 40 24 11
1.5 bar
■
59 57 54 30 14
2.0 bar
■
61 6 0 56 35 16
3.0 bar
■■■
60 48 22
4.0 bar
■■■
65 53 27
5.0 bar
■■■■
54 30
6.0 ba
■■■■
56 36
8.0 bar
■■■■
66 50
100 mbar 0.2 bar 22 18 14 12 8 3
0.3 bar 33 28 18 16 11 4
0.5 bar 50 35 28 24 12 8
1.0 bar 60 52 48 39 23 12
1.5 bar
■
58 56 52 29 13
2.0 bar
■
60 59 55 34 16
3.0 bar
■■■
60 48 21
4.0 bar
■■■
63 52 25
5.0 bar
■■■■
60 31
6.0 bar
■■■■
65 35
8.0 bar
■■■■
70 50
140 mbar 0.1 bar
■■■■■■
0.3 bar 18 15 12 10 7 3
0.5 bar 25 21 17 14 10 6
1.0 bar 44 36 29 22 17 10
1.5 bar
■
46 38 28 24 13
2.0 bar
■
53 43 35 29 16
3.0 bar
■■
56 47 39 22
4.0 bar
■■■
59 49 26
5.0 bar
■■■■
55 31
6.0 bar
■■■■
65 35
8.0 bar
■■■■
79 46
Regelaar Type 133, DN 25
De capaciteiten welke dik gedrukt zijn,
voldoen niet aan de opgegeven nauw-
keurigheid.
Het is niet toegestaan de orifice te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
Standaard condities zijn:
• Absolute druk 1.013 bar
• Temperatuur van 15°C
Correctie factor van toepassing bij
andere gassen dan natuurlijk aardgas:
De capaciteiten zijn opgegeven voor een
gas met een dichtheid van 0,6.
Om capaciteit te bepalen van de rege-
laar bij gassen met andere dichtheid, zal
de capaciteit welke aangegeven is in de
tabel vermenigvuldigd of gedeeld wor-
den met de correctie factoren uit de
tabel.
De tabel hieronder geeft de correc-
tiefactor voor een aantal bekende gas-
soorten.
Gas soort Relatieve Correctie
dichtheid factor
Lucht 1.00 0.77
Butaan 2.01 0.55
Koolstof dioxide 1.52 0.63
Koolstof monoxide 0.97 0.79
Aardgas 0.60 1.00
Stikstof 0.97 0.79
Propaan 1.53 0.63
Propaan-lucht mengsel 1.20 0.71
Voor de gassen welke niet hierboven
staan vermeld, zal de correctie factor
berkend dienen te worden.
De relatieve dichtheid (d) dient ingevuld
te worden in onderstaande formule.
Correction factor =
0.6
d
correctie factor
8
Capaciteit
Uitlaat Inlaat Capaciteit bij standaard condities (m
3
/h )
Druk Druk zitting
instelling (bar) 12.5 mm 10 mm 8 mm 6.3 mm 4.7 mm 3 mm
(1/2”) (3/8”) (5/16”) (1/4”) (3/16”) (1/8”)
300 mbar 0.5 18 15 11 8 6
■
1. 0 35 2 9 2 3 16 13 9
1. 5
■
38 33 25 18 12
2.0
■
46 40 33 25 15
3.0
■■
53 43 38 21
4.0
■■
66 51 46 26
5.0
■■■■
55 31
6.0
■■■■
65 35
8.0
■■■■
79 42
400 mbar 0.7 26 22 17 12 10 6
1. 0 33 2 8 21 17 12 8
1. 5
■
37 31 26 16 10
2.0
■
44 38 31 23 12
3.0
■■
50 41 36 18
4.0
■■
64 49 44 24
5.0
■■■■
53 29
6.0
■■■■
63 33
8.0
■■■■
77 40
Regelaar Type 133, DN 25
De capaciteiten welke dik gedrukt zijn,
voldoen niet aan de opgegeven nauw-
keurigheid.
Het is niet toegestaan de zitting te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
9
Capaciteit
Regelaar Type 133-E, DN 25
Uitlaat Inlaat Capaciteit bij standaard condities(m
3
/h)
Druk Druk zitting
(bar) 12.5 mm 10 mm 8 mm 6.3 mm 4.7 mm 3 mm
(1/2”) (3/8”) (5/16”) (1/4”) (3/16”) (1/8”)
20 mbar 0.1 bar 16 15 12 11 7 3
0.3 bar 27 26 18 14 12 6
0.5 bar 32 28 19 17 15 8
1.0 bar 38 37 20 20 19 11
50 mbar 0.1 bar
■■■■■■
0.3 bar 20 16 12 10 7 5
0.5 bar 24 20 14 12 10 6
1.0 bar 29 26 17 16 14 10
100 mbar 0.1 bar
■■■■■■
0.3 bar 21 18 12 10 9 4
0.5 bar 28 23 16 12 10 6
1.0 bar 40 38 23 19 16 10
Regelaar Type 133, DN 25 met gasgebrek beveiliging
uitlaat Inlaat Capaciteit bij standaard condities (m
3
/h)
Druk Druk zitting
Ø 12,5 mm
20 mbar 0.1 bar 13
0.3 bar 20
0.5 bar 25
1.0 bar 32
50 mbar 0 .15 b a r 14
0.3 bar 22
0.5 bar 27
1.0 bar 34
Het is niet toegestaan de zitting te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
10
Capaciteit
Uitlaat Inlaat Capaciteit bij standaard condities ( m
3
/h)
Druk Druk zitting en hoek van de klepzitting
(bar) 25 mm 20 mm 12.5 mm 10 mm 6.3 mm
(1”) (3.4”) (1/2”) (3/8”) (1/4”)
30° 10° 10° 10° 10°
20 mbar 0.1 75 58 40 24 12
0.3 142 114 82 48 23
0.5 188 149 110 64 32
1.0 250 208 158 98 47
1. 5 280 241 195 125 57
2.0
■
260 215 147 68
3.0
■
300 266 190 92
4.0
■
310 300 210 113
5.0
■■
300 210 113
6.0
■■
300 250 130
8.0
■■■
250 16 0
50 mbar 0.1 51 43 26 20
■
0,3 125 95 62 43 21
0.5 169 130 88 58 29
1. 0 25 0 19 0 14 0 95 4 6
1. 5 286 228 180 120 57
2.0
■
254 210 140 68
3.0
■
295 250 190 90
4.0
■
315 280 220 110
5.0
■■
300 230 122
6.0
■■
300 250 130
8.0
■■■
250 16 0
100 mbar 0.2 73 52 38 25 15
0.3 110 81 54 36 20
0.5 160 119 79 53 30
1. 0 2 37 183 13 6 9 0 4 4
1. 5 266 221 168 119 57
2.0
■
258 204 142 65
3.0
■
290 248 191 87
4.0
■
319 277 230 109
5.0
■■
300 240 124
6.0
■■
300 250 130
8.0
■■■
250 16 0
200 mbar 0.4 140 107 70 45 22
0.5 175 134 90 56 27
1. 0 30 4 224 156 9 8 4 3
1. 5 355 272 207 127 57
2.0
■
291 230 142 64
3.0
■
350 287 190 86
4.0
■
376 310 2 3 0 110
5.0
■■
320 250 125
6.0
■■
330 260 130
8.0
■■■
260 16 0
Regelaar Type 233-12, DN 40
De capaciteiten welke dik gedrukt zijn,
voldoen niet aan de opgegeven nauw-
keurigheid.
Het is niet toegestaan de zitting te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
11
Capaciteit
uitlaat Inlaat Capaciteit bij standaard condities( in m
3
/h)
Druk Druk zitting en hoek van de klepzitting
(bar) 25 mm 20 mm 12.5 mm 10 mm 6.3 mm
(1”) (3.4”) (1/2”) (3/8”) (1/4”)
30° 10° 10° 10° 10°
50 mbar 0.2 75 56 30 19 14
0.3 105 78 47 30 18
0.5 142 115 68 46 26
1.0 235 189 132 90 46
1. 5 262 223 166 118 55
2.0
■
255 200 147 68
3.0
■■
243 190 90
4.0
■■
278 232 112
5.0
■■
293 254 126
6.0
■■
304 270 138
8.0
■■■■
17 0
100 mbar 0.3 93 73 41 26 18
0.5 136 106 65 42 26
1. 0 220 170 114 79 41
1. 5 261 205 149 102 55
2.0
■
236 180 126 66
3.0
■■
231 186 87
4.0
■■
263 225 109
5.0
■■
285 248 128
6.0
■■
300 275 146
8.0
■■■■
17 8
200 mbar 0.4 124 96 63 42 23
0.5 148 118 79 52 27
1.0 260 198 127 90 46
1. 5 298 252 152 117 58
2.0
■
296 190 143 70
3.0
■■
266 197 89
4.0
■■
300 240 112
5.0
■■
312 256 131
6.0
■■
324 279 146
8.0
■■■■
17 8
400 mbar 0.7 152 126 86 61 32
1. 0 220 175 118 8 0 4 6
1. 5 277 214 14 2 10 7 5 4
2.0
■
256 172 130 66
3.0
■■
223 167 86
4.0
■■
241 176 108
5.0
■■
266 206 127
6.0
■■
281 217 142
8.0
■■■■
172
Regelaar Type 233-8, DN 40
De capaciteiten welke dik gedrukt zijn,
voldoen niet aan de opgegeven nauw-
keurigheid.
Het is niet toegestaan de zitting te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
12
Capaciteit
Regelaar Type 233-12, DN 50
Uitlaat Inlaat Capaciteit in standaard condities (m
3
/h )
Druk Druk zitting en hoek van de klepzitting
(bar) 25 mm 20 mm 20 mm 12.5 mm 10 mm 6.3 mm
(1”) (3/4”) (3/4”) (1/2”) (3/8”) (1/4”)
3 0 ° 3 0 ° 10 ° 10 ° 10 ° 10 °
20 mbar 0.1 97 74 6 6 41 25 12
0.3 214 180 142 79 50 23
0.5 288 250 187 119 69 30
1.0 385 360 267 182 106 46
1. 5 425 400 292 230 128 57
2.0
■
410 317 2 5 5 153 6 8
3.0
■■
362 324 205 86
4.0
■■
394 340 240 105
5.0
■■■
350 264 118
6.0
■■■
362 288 130
8.0
■■■■
305 15 0
50 mbar 0.1 66 52 45 31 20
■
0.3 165 130 110 65 43 22
0.5 245 200 157 97 60 29
1.0 387 320 240 163 98 45
1. 5 421 390 287 219 127 55
2.0
■
410 317 2 5 5 15 2 6 6
3.0
■■
365 312 205 89
4.0
■■
394 340 240 110
5.0
■■■
350 264 123
6.0
■■■
362 288 214
8.0
■■■■
305 16 0
100 mbar 0.2 95 65 60 40 30 14
0.3 160 117 105 65 44 21
0.5 241 178 155 97 62 29
1.0 380 307 260 162 98 45
1. 5 446 379 326 216 126 57
2.0
■
410 3 76 2 5 5 15 3 6 9
3.0
■■
420 320 205 91
4.0
■■
430 375 240 110
5.0
■■■
390 270 125
6.0
■■■
405 300 140
8.0
■■■■
310 16 0
200 mbar 0 . 4 16 5 125 110 70 45 25
0.5 204 150 133 83 55 30
1. 0 3 2 0 24 8 2 21 149 97 4 5
1. 5 371 310 2 6 7 19 8 12 6 57
2.0
■
360 305 230 152 71
3.0
■■
360 200 205 91
4.0
■■
400 320 240 110
5.0
■■■
330 265 125
6.0
■■■
350 300 140
8.0
■■■■
310 16 0
De capaciteiten welke dik gedrukt zijn,
voldoen niet aan de opgegeven nauw-
keurigheid.
Het is niet toegestaan de zitting te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
13
Capaciteit
Uitlaat Inlaat Capaciteit in standaard condities (m
3
/h )
Druk Druk zitting en hoek van de klepzitting
(bar) 25 mm 20 mm 20 mm 12.5 mm 10 mm 6.3 mm
(1”) (3/4”) (3/4”) (1/2”) (3/8”) (1/4”)
3 0 ° 3 0 ° 10 ° 10 ° 10 ° 10 °
50 mbar 0.2 75 60 48 34 22 14
0.3 122 83 71 52 33 20
0.5 187 148 117 74 49 28
1.0 321 266 208 151 104 45
1. 5 352 320 240 190 129 55
2.0
■
370 270 231 155 66
3.0
■■■
300 208 94
4.0
■■■
340 236 117
5.0
■■■
349 259 130
6.0
■■■
358 2 81 141
8.0
■■■■■
16 8
100 mbar 0.3 94 78 75 45 28 20
0.5 137 116 108 70 42 28
1. 0 293 241 189 122 83 46
2.0 342 401 270 208 134 66
3.0
■■■
281 189 92
4.0
■■■
317 2 37 113
5.0
■■■
340 251 131
6.0
■■■
356 270 146
8.0
■■■■■
172
200 mbar 0.4 115 95 88 55 38 22
0.5 154 120 116 69 48 27
1. 0 2 93 241 19 8 127 93 4 5
1. 5 363 343 252 181 121 57
2.0
■
414 2 9 6 2 2 8 14 7 6 9
3.0
■■■
304 199 95
4.0
■■■
350 231 117
5.0
■■■
378 262 139
6.0
■■■
392 284 150
8.0
■■■■■
181
400 mbar 0 .7 16 0 123 110 81 62 2 9
1. 0 221 16 5 153 113 8 2 4 0
1. 5 294 216 191 14 2 110 5 4
2.0
■
274 231 170 128 66
3.0
■■■
226 167 91
4.0
■■■
252 200 112
5.0
■■■
278 232 133
6.0
■■■
295 255 150
8.0
■■■■■
18 3
Regelaar Type 233-8, DN 50
De capaciteiten welke dik gedrukt zijn,
voldoen niet aan de opgegeven nauw-
keurigheid.
Het is niet toegestaan de zitting te
gebruiken als in de tabel een
■
geplaatst is.
14
Afmetingen (mm)
Model Draad Flens A B C’ C D E F G H J K Gewicht in kg
Type afmeting Afblaas (Ca)
(1) (2) aansluiting (1) (2)
133- 3/4“/1” DN 25 190 155 100 160 170 100 100 75 120 Rp 3/4 74 4 6
233-12 11/2“ DN 40 350 250 150 200 265 155 115 75 120 Rp 1 110 11 15
233-12 • DN 50 350 250 • 200 265 155 115 75 120 Rp 1 110 • 16
233-8 11/2“ DN 40 260 250 150 200 220 125 115 75 120 Rp 1 105 9 13
233-8 • DN 50 260 250 • 200 220 125 115 75 120 Rp 1 105 • 14
Afmeting, Type 133-E
R LN
Rp 1 110 4 1
Rp 11/2“ 14 0 5 0
Control line (optional) SSV control line (optional)
Exhaust line “J”
ED F
G
A
K
B
Cl
C
H
Exhaust line “J”
17 0
DN25
Pe
Pa
L
K
R
HN
63
Bij toepassing van externe stuurleidingen
(optioneel), wordt de regelaar voorzien van de
volgende koppelingen
– Op de regelaar: Ermeto 12,
- Op de SSV: Ermeto 8.
Afblaas leiding “J”
Stuurleiding (optioneel)
Afblaas leiding “J”
SSV stuurleiding (optioneel)
15
Pos. 1
Pos. 3
Pos. 5
Pos. 2
Pos. 7 Pos. 8 Pos. 9 Pos. 10
Pos. 4
Pos. 6
Montage positie
< Membraan huis kan in iedere positie
(360 °) tov het huis gemonteerd worden
< Voor buiten installatie , plaats de ventilatie
opening zodanig dat regen, sneeuw, vocht
of andere deeltjes niet in de opening
kunnen komen
Opmerking: Actaris adviseert om de
ventilatie opening te allen tijde aan de
onderzijde van de regelaar te
positioneren. Verder moet de ventilatie
opening afgewend zijn van dakranden van
gebouwen, deuropeningen, luchtinlaten
of boven een eventueel sneeuw niveau.
De ademopening moet periodiek
gecontroleerd worden.
< Voor binneninstallatie moet de kortste
lengte met buiten met de navolgende
diameters :
Tot 3 meter DN 20
Tot 5 meter DN 25
Boven de 5 meter tenminste DN 40.
Het einde van de uitlaat pijp moet
afgeschermd zodat vuil of vocht niet
kunnen binnendringen.
<De duitse DVGW staat geen pijpwerk
toe bij een binnen installatie, bij een
regelaar met een veiligheidsmembraan
welke niet boven de 1 bar komt.
Installatie
Houdt bij bestelling rekening met
de gewenste uitvoering. Indien niet
anders aangegeven, worden de
regelaars standaard geleverd voor
normale omstandigheden(positie 2):
• Regelaar 133-met uitwendige
ventilatie opening,
• Regelaar 233-inwendige
ventilatie opening.
Pos.3 en Pos.4 zijn niet leverbaar in
DN 50 geflensde uitvoering voor
de 233, als de 033 SSV is
gemonteerd.
Type aansluiting
XX- XX- XXX- XXX- Varianten
133 Type
233
E Monopijp uitvoering (alleen 133)
HP Afmeting klephuis (zie pag. 3)
8
8HP
12
4 Max. inlaat druk
6
8
31 Zonder veiligheid
32 SRV
34 Gas lek bescherming*
36 Gas lek bescherming* en SRV
Met type I of II SSV
61 O P S O
62 OPSO en SRV
64 OPSO en UPSO
66 OPSO, UPSO en SRV
630 OPSO en veiligheid membraan
650 OPSO, UPSO en veiligheid membraan
Met type 033 SSV
71 O P S O
72 OPSO en SRV
77 OPSO, gas lek bescherming* en SRV
730 OPSO en veiligheids membraan
770 OPSO, gas lek bescherming* en veiligh. membraan
Order informatie:
- Regelaar type code
- Afmeting van het huis met
aansluiting
- Minimale en maximale inlaat
druk
- Range van de uitlaatdruk
- Instelling van de uitlaatdruk
- Instelling OPSO*
- Instelling UPSO*
*
(indien gevraagd)
*Alleen verkrijgbaar bij de 133 regelaar
Voorbeeld keuze : 133-4-62, DN 25 or 233-8-4-61, DN 40
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
