Electrolux WE170PP Handleiding

Type
Handleiding
157008845-A-202020
Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
WE 170PP
Vertaling van originele instructies.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................2
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................7
3. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT................... 9
4. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................ 10
5. PROGRAMMA’S................................................................................................11
6. INSTELLINGEN..................................................................................................12
7. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 12
8. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 16
9. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................... 18
10. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................22
11. NOODDEUROPENING.................................................................................... 24
12. TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................................. 25
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor uw aankoop van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol en
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieuinformatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
2
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke
plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te
worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit
te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Installatie
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor commercieel
gebruik.
Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met
het apparaat.
NEDERLANDS 3
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Als het
apparaat verplaatst moet worden in de toekomst,
moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel
te vergrendelen om interne schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het
is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Zorg ervoor dat het apparaat stabiel staat tijdens het
vervoer.
Zorg dat het apparaat tijdens installatie, onderhoud en
reparatie van het stroomnet is losgekoppeld en niet
wordt aangesloten totdat al het werk is uitgevoerd.
Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar
de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan weersomstandigheden.
Zorg dat aan alle gezondheids- en veiligheidsnormen
wordt voldaan als het apparaat wordt geïnstalleerd in
een commerciële/openbare ruimte.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het
apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en
schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan
circuleren.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het
apparaat en de vloerbedekking te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet
helemaal open kan.
Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te
vangen onder het apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
4
1.3 Elektrische aansluiting
Dit apparaat moet op juiste wijze geaard worden. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor de consequenties
die voortvloeien uit een ongeschikt aardingssysteem.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje
overeenkomen met elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en
verlengkabels.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwaliceerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie
is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte
handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te
koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Alleen voor het VK en Ierland: Het apparaat heeft een
stekker van 13 ampère. Als het noodzakelijk is om de
zekering in de stekker te verwisselen, gebruik dan een
13 amp. ASTA (BS1362) zekering.
1.4 Aansluiting aan de waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties
hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn
geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de
NEDERLANDS 5
nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten
stromen tot het schoon en helder is.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn
tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
1.5 Gebruik
De specicatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het
wasmiddel op.
Respecteer het maximale laadvermogen van 8 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig
zijn door ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed
verwijdert.
Raak het glas van de deur niet aan als een programma
in werking is. Het glas kan heet worden.
1.6 Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
1.7 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Zichtbare ledstraling, niet rechtstreeks in de straal
kijken.
6
De ledlamp is bedoeld voor de trommelverlichting. Deze
lamp kan niet worden hergebruikt voor andere
verlichtingsdoeleinden.
Neem contact op met het service-centrum om de
binnenverlichting te vervangen.
1.8 Service
Neem contact op met de erkende servicedienst voor
reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de
veiligheid en de garantie kan doen vervallen.
1.9 Verwijdering
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het
apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het
weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat
kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen
te zitten.
2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
2.1 Apparaatoverzicht
3
1 2
5
6
7
8
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Binnenverlichting
6
Typeplaatje
7
Afvoerpomplter en opening van
nooddeur
8
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
NEDERLANDS 7
2.2 Accessoires
1
45
2 3
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwderen.
2
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van een
gootsteen te bevestigen.
3
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan de
achterzde van het apparaat nadat u de
transportbouten hebt verwderd.
4
Watertoevoerslangen
Het apparaat aansluiten op de koud- en
heetwaterkraan: slang met blauwe kap
voor koud water en met rode kap voor heet
water.
5
Klep voor vloeibaar wasmiddel
Om de stroom van het vloeibare wasmiddel
af te remmen.
2.3 Verkrijgbaar bij uw erkende
leverancier
Alleen geschikte accessoires
die door Electrolux zijn
goedgekeurd waarborgen de
veiligheidsnormen van het
apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden alle
claims ongeldig verklaard.
Tussenstuk
Het tussenstuk kan alleen
worden gebruikt met de in
de folder gespeciceerde
droogautomaten. Zie bge-
voegde folder.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
Voetstuk met de lade
Om het apparaat hoger te plaatsen op het
niveau dat het vullen met en het
verwijderen van het wasgoed helpt
vergemakkelijken.
8
De lade kan worden gebruikt voor het
opbergen van wasproducten bijv.:
handdoeken, wasmiddelen enz.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
Verankeringskit
4x
Als u het apparaat op een betonnen
ondergrond installeert, zorg er dan voor
dat u de juiste verankeringskit bestelt.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
Muntenmachine
Als het apparaat in een openbare ruimte
wordt geplaatst, kan het worden
aangesloten op een muntenmachine.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
WAARSCHUWING!
De muntenmachine is
uitsluitend verkrijgbaar bij
erkende servicediensten van
Electrolux en dient uitsluitend
te worden geïnstalleerd door
de erkende servicedienst.
Extern wasmiddeldoseerbakje
Het vloeibare wasmiddel kan door middel
van een extern wasmiddeldoseerbakje
automatische worden geladen.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
3. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
1. Zorg dat alle transportbouten zijn
verwijderd.
2. Zorg dat de aansluitingen voor
elektriciteit en water toegankelijk zijn.
3. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de
wasfase. Dit activeert het
afvoersysteem.
NEDERLANDS 9
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op
de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma. Dit
verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving bedieningspaneel
4
31
2
1
Aan-/Uittoets
2
Scherm
3
Programmakeuzetoetsen
4
Toets Start/Pauze
4.2 Weergave
Wasfase-indicatielampje.
Spoelfase-indicatielampje.
Programma-indicatielampje.
Indicatielampje voor centrifugeerfase.
Centrifugesnelheid van programma.
Dit indicatielampje gaat branden wanneer het apparaat op de mun-
tenmachine is aangesloten.
10
Indicatielampje en waarde voor eindtd.
Het getal geeft ook aan:
Alarmcodes. Raadpleeg het gedeelte 'Inleiding' in het
hoofdstuk 'Problemen oplossen'.
Programma-einde.
Indien op de muntenmachine aangesloten: de programmakosten.
Het totale aantal bedrfsuren. Raadpleeg het gedeelte 'Teller be-
drfsuren' in het hoofdstuk 'Instellingen'.
Indicatielampje voor kinderslot.
5. PROGRAMMA’S
5.1 Programmaoverzicht
Programma's en
watertempera-
tuur
1)
Maximale
lading
2)
Centrifu-
geersnel-
heid
Programmabeschrving
8 kg
1400 rpm
Witte katoen Normaal en licht bevuild.
3)
8 kg
1400 rpm
Bonte katoen Normaal en licht bevuild.
4)
4 kg
1200 rpm
Fne stoffen zoals acryl, viscose en gemeng-
de stoffen hebben een milde wasbeurt nodig.
Normale vervuiling.
Synthetische of gemengde stoffen. Normale
vervuiling.
30 °C
2 kg
1200 rpm
Machinewasbestendige wol, handwasbe-
stendige wol en andere stoffen met «hand-
was»-symbool
5)
.
1)
Als het apparaat op een warmwaterleiding is aangesloten, wordt er alleen warm water inge-
laden in de programma's en .
2)
Voor een optimaal resultaat wordt de maximale lading die voor ieder programma wordt aan-
gegeven, aanbevolen.
3)
Er dient een wasmiddel met bleekmiddel te worden gebruikt.
4)
Er dient een wasmiddel zonder bleekmiddel te worden gebruikt.
5)
Tdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces.
Het kan lken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit pro-
gramma.
NEDERLANDS 11
6. INSTELLINGEN
6.1 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Als u deze optie wilt activeren/
deactiveren, drukt u gelijktijdig op de
knoppen en totdat het
overeenkomstige indicatielampje op de
display gaat branden:
: Kinderslot geactiveerd.
: Kinderslot gedeactiveerd.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op
heeft gedrukt: worden
de opties en de programmaknop
vergrendeld.
Voordat u op heeft gedrukt: kan
het apparaat niet starten.
Als het apparaat is
aangesloten op een
muntenmachine, wordt het
kinderslot 5 minuten na het
starten van het programma
automatisch geactiveerd.
6.2 Teller bedrijfsuren
U kunt het totale aantal bedrijfsuren van
het apparaat controleren.
Druk enkele seconden gelijktijdig op de
knoppen en om de teller te
activeren. De display toont eerst de uren
en vervolgens de minuten.
Druk op een willekeurige programmaknop
om naar de normale werking terug te
keren.
7. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat
2. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Sluit de vuldeur.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd wasgoed
ontstaan.
7.2 Installeren van de klep voor
vloeibaar wasmiddel
Open de wasmiddellade.
Installeer de klep voor vloeibaar
wasmiddel in het vak .
12
7.3 Wasmiddel en toevoegingen
gebruiken
1. Meet het wasmiddel en wasverzachter
af.
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de compartimenten.
3. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
7.4 Wasmiddeldoseerbakjes
LET OP!
Gebruik alleen wasmiddel voor wasmachines.
Volg altd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
Wasmiddelbakje voor voorwasfase.
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stfsel).
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
7.5 Bleken
Als alternatief voor de wasverzachter is het
ook mogelijk om een bleekmiddel in het
vak te doen bij de programma's voor
wit katoen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Doe het bleekmiddel in het
compartiment
.
De aanduiding «MAX» in de
wasmiddellade niet overschrijden.
2. Een programma starten voor wit
katoen.
3. Aan het einde van het programma,
start u het programma SPOELEN.
Gebruik wasverzachter indien
gewenst.
Deze verwijdert resten van het
bleekmiddel.
Doe nooit bleekmiddel en
wasverzachter samen in het
doseerbakje.
7.6 Vloeibaar wasmiddel of
poeder
Positie A voor poederwasmiddel
(fabrieksinstelling).
Positie B voor vloeibaar wasmiddel.
NEDERLANDS 13
Wanneer u vloeibaar
wasmiddel gebruikt:
Gebruik geen
gelatineachtige of dikke
vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer
vloeibaar wasmiddel dan
het maximale niveau.
Stel de voorwasfase niet
in.
Stel de startuitstelfunctie
niet in.
1.
A
2.
3.
B
4.
7.7 Het apparaat inschakelen
Druk op de toets om het apparaat in te
schakelen.
Het indicatielampje van de knop
begint te knipperen.
Het apparaat stelt het programma
voor als standaardprogramma.
7.8 Een programma instellen
Druk op de knop voor het gewenste
programma.
14
Op de display worden de waarden voor
wastemperatuur, centrifugesnelheid en
eindtijd overeenkomstig gewijzigd, bijv.:
7.9 Muntenmachine
Werp het aantal munten in dat op de
display van het apparaat wordt
aangegeven.
Druk op de knop
om het apparaat te
starten.
Het display toont het bericht
als de wascyclus nog
niet betaald is.
7.10 Een programma starten
Druk op de knop .
Het indicatielampje van de knop
stopt met knipperen en blijft
branden.
Het indicatielampje van de actieve
fase begint te knipperen op de
display.
Het programma start en de deur
wordt vergrendeld.
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt met
water.
Na ongeveer 15 minuten na
de start van het programma:
Het apparaat kan de
programmaduur
automatisch aanpassen
afhankelijk van de lading.
De display toont de
nieuwe eindtijd.
7.11 Actief programma
annuleren
1. Druk een paar seconden op de toets
om het programma te annuleren
en om het apparaat uit te schakelen.
WAARSCHUWING!
Als er al water in het apparaat
is geladen, blijft de deur
gesloten.
2. Druk weer op dezelfde toets om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
Als het apparaat is
aangesloten op een
muntenmachine, kunt u een
programma maar tot 5
minuten nadat het
programma is gestart
annuleren. Na deze tijd wordt
automatisch het kinderslot
geactiveerd.
7.12 Aan het einde van het
programma.
Stopt het apparaat automatisch.
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets
gaat uit.
De deur wordt ontgrendeld.
1. Open de deur.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3.
Draai de waterkraan dicht.
NEDERLANDS 15
4. Druk een paar seconden op de knop
om het apparaat uit te schakelen.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangename
luchtjes te voorkomen.
7.13 AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING-optie
De AUTOMATISCHE UITSCHAKELING-
optie schakelt het apparaat automatisch
uit om stroom te besparen als:
Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt.
Druk opnieuw op de toets om het
apparaat in te schakelen.
5 minuten na aoop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets om het
apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op het
display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
8. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, jne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt. We
raden je aan ze apart te wassen voor
de eerste keer.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Bind riemen,
koorden, veters, linten en andere losse
elementen vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
8.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
16
8.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel.
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst deze
algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van jne
was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel of de andere
toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau ( ) te
overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten
of -pods, plaatst u ze altijd in de
trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
8.4 Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen:
Normaal vuile was kan zonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de
waterhardheid van uw huishoudelijk
systeem. Zie "Waterhardheid".
8.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
NEDERLANDS 17
9. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Gebruik de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
9.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het wassen
van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van
het product.
9.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is
het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelmatig
een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt
te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
9.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
9.5 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik
alleen speciale producten om roestdeeltjes
uit de trommel te verwijderen.
Wij adviseren u:
1. Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
2. Start een kort programma voor katoen
op de maximale temperatuur met een
kleine hoeveelheid wasmiddel.
18
9.6 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
1
2
2.
3. 4.
9.7 Het afvoerlter schoonmaken
Reinig het afvoerlter niet als het water in de machine heet is.
Controleer het lter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
NEDERLANDS 19
1.
1
2
2.
180°
3.
1
2
4.
1
2
5. 6.
7.
1
2
8.
1
2
20
9.8 De lters van de
toevoerslang en de kleplters
reinigen
Reinig regelmatig de beide toevoerslangen
(voor heet en koud water) en beide
kleplters.
1.
1
2
3
2.
3. 4.
45°
20°
9.9 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (9)
uit van 'Het afvoerlter reinigen'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren
9.10 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u
de toevoerslang opnieuw.
NEDERLANDS 21
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0 °C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade
die door lage temperaturen is
veroorzaakt.
10. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Introductie
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens
de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Neem als dit niet lukt
contact op met het geautoriseerd
servicecentrum.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel uit en terug aan.
- Overdosering wasmiddel.
-
Controleer eerst de elektrische
aansluiting.
Geen communicatie met de
muntenmachine of de
muntenmachine werkt niet.
Controleer eerst de aansluiting
tussen de muntenmachine en het
apparaat en neem contact op met
de erkende servicedienst als het
probleem niet kan worden
opgelost.
Geen communicatie met het
externe wasmiddeldoseerbakje.
Controleer eerst de aansluiting
tussen het wasmiddeldoseerbakje
en het apparaat en neem contact
op met de erkende servicedienst
als het probleem niet kan worden
opgelost.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
22
10.2 Mogelijke storingen
Storing Mogelke oplossing
Het programma start
niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo
nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de lters van de inlaatslangen en de
lters van de ventielen niet verstopt zn. Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Verzeker u ervan dat de inlaatslangen geen knikken of
bochten hebben.
Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterinlaat-
slangen in orde zn.
Het apparaat vult zich
niet met water en pompt
dit direct weg.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is.
De slang kan te laag hangen.
Het water niet wordt af-
gepompt uit de machi-
ne.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of boch-
ten heeft.
Verzeker u ervan dat het afvoerlter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het lter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in
orde is.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascy-
clus duurt langer dan
normaal.
Verzeker u ervan dat het afvoerlter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het lter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Dit probleem kan veroorzaakt zn door evenwichtsproble-
men.
Er is water op de vloer. Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen
goed afgedicht zn en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang niet beschadigd is.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoe-
veelheid gebruikt.
U kunt de klep van de
machine niet openen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zn door een storing in de
machine, Neem contact op met een erkend servicecen-
trum. Als u de klep moet openen: lees de informatie onder
'Klep openen in noodgeval'
NEDERLANDS 23
Storing Mogelke oplossing
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Zie on-
der 'Installatie'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transport-
bouten verwderd zn. Zie onder 'Installatie'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te ge-
ring zn.
De cyclus is korter dan
de weergegeven td.
Het apparaat berekent een nieuwe td aan de hand van
de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De cyclus is langer dan
de weergegeven td.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur.
Dit is normaal gedrag van het apparaat.
De wasresultaten laten
te wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmid-
del.
Gebruik speciale producten voor het verwderen van
hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
De trommelverlichting
gaat niet branden.
Zorg dat u het apparaat inschakelt. Raadpleeg het hoofd-
stuk 'Dagelks gebruik'.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het
probleem zich blft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
11. NOODDEUROPENING
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het wasprogramma
gaat verder als er weer stroom is. Als de
deur door een storing vergrendeld blijft, is
het mogelijk om de deur te openen met
een noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur en het
wasgoed niet heet zijn.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht
indien nodig tot de
trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in een
noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
24
1. Druk op de knop om het apparaat
uit te schakelen.
2. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
3. Open de klep van de lter.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek die
nogmaals naar beneden, houd hem
gespannen en open in de tussentijd
de deur van het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
12. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / hoogte / diep-
te / totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 605 mm/ 639
mm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
220-240 V
2200 W
10 A
60 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen
vaste stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen
waar de laagspanningsapparatuur geen bescher-
ming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Geluidsemissie drukniveau volgens EN ISO
11204/11203
< 70 dB
Watertoevoer
1)
Koud water
Warm water
2)
Maximale belasting Katoen (Cotton) 8 kg
Energie-efciëntieklasse A+++
NEDERLANDS 25
Centrifugeersnelheid Maximum 1351 rpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
2)
Verzeker u ervan dat de temperatuur van de aangesloten warmwaterleiding niet hoger is
dan 55 °C .
Het apparaat werkt ook door de leiding voor alleen koud water aan te sluiten.
13. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
26
(OHFWUROX[3URIHVVLRQDO6S$
9LDOH7UHYLVR3RUGHQRQH
,WDO\
ZZZHOHFWUROX[SURIHVVLRQDOFRP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Electrolux WE170PP Handleiding

Type
Handleiding