Documenttranscriptie
ERC2195FOW
NL
FR
DE
Koelkast
Réfrigérateur
Kühlschrank
Gebruiksaanwijzing
Notice d'utilisation
Benutzerinformation
2
22
43
2
www.electrolux.com
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 4
3. BEDIENING........................................................................................................ 6
4. HET EERSTE GEBRUIK.................................................................................... 8
5. DAGELIJKS GEBRUIK.......................................................................................8
6. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................12
7. ONDERHOUD EN REINIGING........................................................................ 13
8. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................16
9. MONTAGE........................................................................................................18
10. GELUIDEN..................................................................................................... 19
11. TECHNISCHE INFORMATIE......................................................................... 20
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
1.
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
1.2 Algemene veiligheid
•
•
•
•
•
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies;
dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde
modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen
die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
4
www.electrolux.com
•
•
•
•
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals
spuitbussen met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in
de compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen,
ovens of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden
die te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
•
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een
elektromonteur.
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
NEDERLANDS
•
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
•
5
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
•
•
•
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
•
•
•
•
•
•
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
6
www.electrolux.com
3. BEDIENING
3.1 Bedieningspaneel
1
2
3
ON/OFF
Mode
Weergave
Toets om de temperatuur lager te
zetten
5 Toets om de temperatuur hoger te
zetten
1
2
3
4
4
5
Het is mogelijk om het voorafgestelde
geluid van toetsen te wijzigen naar een
luid geluid door de Mode-knop en de
knop temperatuur lager een paar
seconden ingedrukt te houden. U kunt
deze wijziging ongedaan maken.
3.2 Weergave
A
B C D E
F
Na selectie van het koel- of
vriesvak start de animatie
Na selectie van de
temperatuur knippert de
animatie een paar minuten.
3.3 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF-toets van het
apparaat als het display uit is. Het
temperatuurlampje toont de
ingestelde standaardtemperatuur.
Zie 'Temperatuurregeling' om een andere
temperatuur in te stellen.
Zie als "DEMO" op het display verschijnt
het hoofdstuk 'Problemen oplossen'.
A)
B)
C)
D)
E)
F)
Temperatuurlampje koelkast
Koelkast Eco-modus
Shopping-modus
NaturaFresh
Alarmlampje
FastFreeze-modus
3.4 Uitschakelen
Druk op ON/OFF gedurende 3
seconden.
Het display wordt uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact om
de stroomtoevoer naar het apparaat af te
sluiten.
3.5 Temperatuurregelaar
Stel de temperatuur van het apparaat in
door op de temperatuurregelaren te
drukken.
Standaard ingestelde temperatuur:
• +4°C voor de koelkast
De temperatuurweergave toont de
ingestelde temperatuur.
De ingestelde temperatuur
zal binnen 24 uur worden
bereikt.
Na een stroomonderbreking
blijft de ingestelde
temperatuur opgeslagen.
NEDERLANDS
3.6 Shopping-modus
Als u een grote hoeveelheid warm
voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de
boodschappen, in de koelkast wilt
plaatsen, adviseren wij u de Shoppingfunctie in te schakelen om deze
producten sneller te koelen en om te
voorkomen dat voedsel dat al in de
koelkast ligt warm wordt.
De Shopping-functie wordt automatisch
na ongeveer 6 uur uitgeschakeld.
1. Druk om de functie aan te zetten op
Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het lampje Shopping gaat branden.
2. Om deze functie uit te schakelen
drukt u op Mode om zo een andere
functie te selecteren of drukt u op
Mode totdat u geen pictogrammen
meer ziet.
Het Shopping-lampje gaat uit.
De functie gaat uit door een
andere ingestelde
koelkasttemperatuur te
selecteren.
3.7 Eco-modus
Kies voor het optimaal bewaren van
voedsel de Eco-modus.
1. Druk om de functie aan te zetten op
Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het temperatuurlampje toont de
ingestelde temperatuur voor de:
• koelkast: +4°C
2. Om de functie uit te schakelen voor
de automatische uitschakeling,
herhaalt u de procedure totdat het
bijbehorende pictogram Eco is
uitgeschakeld.
De functie wordt
uitgeschakeld door een
andere ingestelde
temperatuur te
selecteren.
3.8 NaturaFresh vakinstelling
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
7
Op het display verschijnt 3. Dit is de
standaardinstelling die zorgt voor de
meest effectieve prestaties.
2. Druk op de temperatuurknoppen op
het bedieningspaneel om zo de
gewenste instelling te selecteren.
3. Druk op OK om de instelling te
bevestigen.
De indicator gaat na een paar seconden
terug naar de temperatuurweergave van
de koelkast.
Instel‐ Applicatie
ling
1-3
Vlees en vis
4-5
Vlees, vis, groenten en fruit bij
elkaar bewaard
3.9 FastFreeze-modus
Deze functie stopt automatisch na 52
uur.
Om de functie aan te zetten:
1. Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het FastFreeze-lampje wordt getoond.
2. Om de functie uit te schakelen voor
de automatische uitschakeling,
herhaalt u de procedure
De functie gaat uit door
een andere ingestelde
vriezertemperatuur te
selecteren.
3.10 Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft
opengestaan, klinkt er een geluidsalarm.
Het alarm voor een geopende deur
bestaat uit:
• Een knipperend alarmlampje
• een zoemer
Als de normale omstandigheden zijn
hersteld (deur gesloten), wordt het
geluidsalarm uitgeschakeld.
Tijdens het alarm kan de zoemer worden
uitgeschakeld door op de alarmknop te
drukken.
8
www.electrolux.com
4. HET EERSTE GEBRUIK
4.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen oplosmiddelen
of schuurmiddelen. Deze
beschadigen de lak.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
A
5.1 Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van
voedselverpakkingen van verschillende
afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
1. Trek het plateau geleidelijk in de
richting van de pijlen totdat het los
komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
B
Verwijder de glasplaat boven
de groentela en het
flessenrek niet om een
goede luchtcirculatie te
garanderen.
5.3 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en om
diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie FastFreeze en leg het in te
vriezen voedsel in het vriesvak.
5.2 Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal glijschoenen zodat de
legrekken op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
Voor een beter gebruik van de ruimte
kunnen de voorste halve schappen (A)
onder de achterste worden geplaatst. (B)
De maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden is vermeld
op het typeplaatje, een etiket dat aan de
binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg
tijdens deze periode geen ander voedsel
toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de
vereiste temperatuur weer instellen (zie
"FastFreeze functie").
NEDERLANDS
In deze conditie komt de
temperatuur in het
koelkastgedeelte mogelijk
onder de 0°C. Als dit het
geval is, stelt u de
thermostaatknop weer in op
een warmere instelling.
5.4 Het bewaren van
ingevroren voedsel
5.5 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt
u, voordat het gebruikt wordt, in het
koelvak of op kamertemperatuur laten
ontdooien, afhankelijk van de
hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de
bereiding iets langer duren.
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is
inschakelt, dient u het apparaat minstens
2 uur op een hoge instelling te laten
werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als
de stroom langer is
uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische
kenmerken onder "maximale
bewaartijd bij stroomuitval" is
vermeld, moet het ontdooide
voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk
bereid worden en dan weer
worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
5.6 Opslag van verse levensmiddelen in het NaturaFresh -vak
Soort gerecht
9
Aanpassing luchtvoch‐
tigheid
Opslagtijd
Uien
"droog”
tot 5 maanden
Boter
"droog”
tot 1 maand
Varkensvlees
"droog”
tot 10 dagen
Biefstuk, wild, varkensv‐
lees, gevogelte
"droog”
tot 7 dagen
Tomatensaus
"droog”
tot 4 dagen
Vis, schaaldieren, ge‐
kookte vleesproducten
"droog”
tot 3 dagen
Gekookte zeevruchten
"droog”
tot 2 dagen
Salade, groentewortels,
kruiden, spruitjes, selderij
“vochtig”
tot 1 maand
10
www.electrolux.com
Soort gerecht
Aanpassing luchtvoch‐
tigheid
Opslagtijd
Artisjokken, bloemkool,
witlof, ijsbergsla, andijvie,
veldsla, sla, prei, radijsjes
“vochtig”
tot 21 dagen
Broccoli, Chinese kool,
boerenkool, kool, radi‐
jsjes, savoie kool
“vochtig”
tot 14 dagen
Erwtjes, koolraap
“vochtig”
tot 10 dagen
Lenteuitjes, radijsjes, as‐
perges, spinazie
“vochtig”
tot 7 dagen
Fruit
Peren, dadels (vers),
aardbeien, perziken
“vochtig”
tot 1 maand
Pruimen
rabarber, kruisbessen
“vochtig”
tot 21 dagen
Appels (ongevoelig voor
kou), kweeperen
“vochtig”
tot 20 dagen
Abrikozen, kersen
“vochtig”
tot 14 dagen
Damastpruimen, druiven
“vochtig”
tot 10 dagen
Bramen, aalbessen
“vochtig”
tot 8 dagen
Vijgen (vers)
“vochtig”
tot 7 dagen
Bosbessen, frambozen
“vochtig”
tot 5 dagen
Cakes met room of een
andere soort deegproducten
kunnen in het NaturaFresh vak worden bewaard
gedurende 2 of 3 dagen.
Niet in het NaturaFresh -vak
plaatsen:
•
•
koud kwetsbaar fruit dat op kelder- of
kamertemperatuur dient te worden
bewaard zoals ananas, bananen,
grapefruit, meloenen, mango, papaja,
sinaasappels, citroenen en kiwi's.
Het type voedsel dat hierboven niet
wordt genoemd, dient te worden
bewaard in het koelvak (bijv. alle
soorten kaas, koude vleeswaren, etc.)
Het niveau van
luchtvochtigheid in de laden
hangt af van de hoeveelheid
vocht in het opgeslagen
voedsel, groenten en fruit en
van de frequentie waarop de
deur wordt geopend
Het NaturaFresh -vak is ook geschikt
voor het langzaam ontdooien van
voedsel. In dat geval kan het ontdooide
voedsel maximaal twee dagen worden
bewaard in het NaturaFresh -vak.
•
Let op de versheid van het voedsel, in
het bijzonder op de vervaldatum. De
kwaliteit en versheid hebben invloed
op de bewaartijd.
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
De gehele opslagtijd hang af van de
bewaaromstandigheden voor de
uiteindelijke opslag in de koelkast.
Voedsel, fruit of groenten moet altijd
worden verpakt voordat het wordt
bewaard.
Bewaar diervoer altijd verpakt en
droog.
Voedsel dat rijk is aan proteïnen zal
sneller bederven. Dat betekent dat
schaal- en schelpdieren eerder
bederven dan vis en vis eerder
bederft dan vlees. Hoewel de
bewaartijd voor dit soort voedsel dat
wordt bewaard in een NaturaFreshvak tot drie keer verlengd kan worden
zonder kwaliteit te verliezen.
Al het eten dat in een NaturaFreshvak wordt bewaard, dient ongeveer
15-30 minuten voor consumptie uit de
lades te worden gehaald - met name
fruit en groenten die worden
geconsumeerd zonder aanvullend
bereidingsproces. Als u fruit en
groenten op kamertemperatuur laat
komen, komt dat ten goede aan de
structuur en smaak.
5.7 Vochtigheidsregeling
•
11
Vochtig": hoge relatieve
luchtvochtigheid, maximaal 90%
Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt
bereikt wanneer beide schuifkleppen
in deze positie worden gezet
en de
ventilatieopeningen zijn gesloten. Het
vocht in de lucht blijft behouden en
kan niet ontsnappen.
5.8 NaturaFresh-compartment
De bewaartemperatuur en de relatieve
vochtigheidsgraad (tussen 45% en 90%)
bieden optimale omstandigheden om
verschillende soorten voedsel te
bewaren.
Zie voor de temperatuurinstellingen in
het vak NaturaFresh het gedeelte
“NaturaFresh
Het vak NaturaFresh is geschikt voor het
bewaren van verschillende verse
levensmiddelen zodat de
voedingswaarden en de
vochtigheidsgraad langer bewaard
blijven dan in een gewone koelkast.
Het NaturaFresh-vak is ook geschikt voor
het ontdooien van voedsel.
Het ontdooide voedsel kan maximaal
twee dagen worden bewaard.
5.9 Koolstofluchtfilter
Beide laden kunnen worden gebruikt in
overeenstemming met de gewenste
opslagcondities, onafhankelijk van
elkaar, met lagere of hogere
luchtvochtigheid.
Elke lade wordt apart geregeld met
behulp van een schuifklep op de
voorzijde van de lade.
•
"Droog": lage luchtvochtigheid, tot
50% relatieve luchtvochtigheid
Dit luchtvochtigheidsgehalte wordt
bereikt wanneer beide schuifkleppen
in deze positie worden gezet
en de
ventilatieopeningen helemaal open
staan.
Uw apparaat is voorzien van een
koolstoffilter TASTEGUARD die zich
achter een lade in de achterwand van
het koelvak bevindt.
Het filter zuivert de lucht van ongewenste
geuren in de koelruimte, waardoor de
bewaarkwaliteit verder wordt verbeterd.
LET OP!
Houd tijdens de werking de
ventilatielade altijd gesloten.
12
www.electrolux.com
5.10 FreeStore
Het FreeStore-apparaat
stopt als de deur open is en
start onmiddellijk opnieuw
nadat de deur is gesloten.
Het koelvak is voorzien van een
apparaat dat snelle koeling van voedsel
mogelijk maakt en een gelijkmatigere
temperatuur in het vak.
Het apparaat activeert zichzelf indien
nodig, bijvoorbeeld voor een snel
temperatuurherstel nadat de deur is
geopend of als de
omgevingstemperatuur hoog is.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Normale bedrijfsgeluiden:
•
De volgende geluiden zijn normaal
tijdens de werking:
•
•
•
•
•
Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door
leidingen wordt gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
6.2 Tips voor energiebesparing
•
•
6.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
•
•
•
De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
6.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft
plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
•
Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen
legplateau leggen, boven de
groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid,
slechts een of maximaal twee dagen
op deze manier.
Gekookt voedsel, koude schotels,
enz: deze moeten afgedekt worden
en mogen op willekeurig plateau
gezet worden.
Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden en
in de speciaal daarvoor bedoelde
lade(n) geplaatst worden.
NEDERLANDS
•
•
•
Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
Flessen: deze moeten een dop
hebben en opgeslagen worden
oftewel in het flessenrek of het
deurflessenrek (indien voorzien).
Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen
niet in de koelkast bewaard worden.
6.5 Tips voor het invriezen
Om u te helpen het voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen, volgen hier een
paar belangrijke tips:
•
•
•
•
•
•
de maximale hoeveelheid voedsel die
in 24 uur ingevroren kan worden,
staat vermeld op het typeplaatje;
het invriesproces duurt 24 uur.
Tijdens deze periode moet er geen
ander in te vriezen voedsel worden
toegevoegd;
vries alleen vers en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in;
bereid het voedsel in kleine porties
voor, zo kan het snel en volledig
worden ingevroren en zo kunt u later
alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel
niet tegen het al ingevroren voedsel,
•
•
•
6.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat
te verkrijgen, dient u
•
•
•
•
•
verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op
geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van
de winkel naar uw vriezer gebracht
worden;
de deur niet vaker te openen of open
te laten staan dan strikt noodzakelijk;
als voedsel eenmaal ontdooid is,
bederft het snel en kan het niet
opnieuw worden ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene waarschuwingen
LET OP!
Voordat u welke
onderhoudshandeling dan
ook verricht, de stekker uit
het stopcontact trekken.
13
om te voorkomen dat dit laatste warm
wordt;
mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout
zorgt dat het voedsel in de vriezer
minder lang goed blijft;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd wordt,
kan het aan de huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
14
www.electrolux.com
7.2 Periodieke reiniging
LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant
van de kast en verplaats of
beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van
het apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
7.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale
werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd.
Het dooiwater loopt via een gootje in een
speciale opvangbak aan de achterkant
van het apparaat, boven de
compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
7.4 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken.
Een temperatuurstijging
tijdens het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd
verkorten.
Gebruik geen mechanische
of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die
door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer
en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een
koele plaats
LET OP!
Raak ingevroren voedsel
niet met natte handen
aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten
vastvriezen.
3. Open de deur.
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
NEDERLANDS
4.
5.
6.
7.
15
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
Zet het apparaat aan.
Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
twee tot drie uur in deze instelling
werken.
Zet het eerder verwijderde voedsel
terug in het vriesvak.
7.5 Het TASTEGUARD-filter
vervangen
De koolstofluchtfilter is een filter met
actieve koolstof dat vervelende geurtjes
absorbeert. Hierdoor blijven de optimale
smaak en het aroma van het voedsel
bewaard zonder dat luchtjes van het ene
levensmiddel op het andere worden
overgebracht.
Houd tijdens de werking de
ventilatieklep altijd gesloten.
Het luchtfilter dient
zorgvuldig te worden
behandeld om te voorkomen
dat het oppervlak wordt
bekrast.
Bij levering zit het
koolstoffilter in een plastic
zak om het
prestatievermogen te
behouden. Plaats het filter in
de gleuf voordat u het
apparaat aanzet.
1. Trek het gebruikte luchtfilter uit de
gleuf.
Het luchtfilter wordt achter het klepje
geplaatst en kan worden bereikt door
het klepje naar buiten te trekken.
2. Plaats het luchtfilter in de gleuf.
3. Sluit het klepje.
Voor optimale prestaties moet u het
TASTEGUARD-filter eenmaal paar jaar
vervangen.
De luchtfilter is een
verbruiksartikel en als
zodanig geldt hiervoor geen
garantie.
Nieuwe actieve luchtfilters
zijn verkrijgbaar bij uw lokale
distributeur. Herhaal de
procedure om het luchtfilter
te vervangen.
7.6 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als uw apparaat aan blijft
staan, vraag dan iemand om
het zo nu en dan te
controleren, om te
voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft
als de stroom uitvalt.
16
www.electrolux.com
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat moet u doen als…
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is uitge‐
schakeld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning
op het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Neem contact op met
een gekwalificeerd elektri‐
cien.
Het apparaat is niet ste‐
vig en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Er is een hoorbaar of zicht‐ De kist is kortgeleden
baar alarm.
aangezet of de tempera‐
tuur is nog steeds te
hoog.
Zie 'Deur open alarm' of
'Alarm hoge temperatuur'.
Het apparaat maakt law‐
aai.
De temperatuur in het
apparaat is te hoog.
Zie 'Deur open alarm' of
'Alarm hoge temperatuur'.
De deur is open gelaten.
Sluit de vuldeur.
De temperatuur in het
apparaat is te hoog.
Neem contact op met een
erkend elektromonteur of de
dichtstbijzijnde klantenser‐
vice.
Er verschijnt een rechthoe‐ Probleem met de temper‐
kig symbool in plaats van
atuursensor.
getallen op het tempera‐
tuurdisplay.
Neem contact op met de
klantenservice (het koelsys‐
teem blijft werken om uw lev‐
ensmiddelen koud te hou‐
den, maar de temperatuur
kan niet aangepast worden).
Het lampje werkt niet.
Het lampje staat in de
stand-by stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk.
Neem contact op met de
dichtstbijzijnde klantenser‐
vice.
De compressor werkt con‐
tinu.
De temperatuur is goed
ingesteld.
Zie 'Bediening'.
NEDERLANDS
Probleem
17
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Er worden veel product‐
en tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De omgevingstempera‐
tuur is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de
klimaatklasse.
Het voedsel dat in het
apparaat werd geplaatst,
was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het bewaart.
De deur is niet goed
gesloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De FastFreeze is inge‐
schakeld.
Zie 'FastFreeze -modus'.
De Shopping is inge‐
schakeld.
Zie 'Shopping -modus'.
De compressor start niet
Dit is normaal, er is geen De compressor start na
onmiddellijk na het drukk‐ storing.
enige tijd.
en op FastFreeze of na het
veranderen van de temper‐
atuur.
De compressor start niet
Dit is normaal, er is geen De compressor start na
onmiddellijk na het drukk‐ storing.
enige tijd.
en op Shopping of na het
veranderen van de temper‐
atuur.
Er loopt water in de koel‐
kast.
De waterafvoer is ver‐
stopt.
Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen
Zorg ervoor dat de product‐
dat het water in de water‐ en de achterwand niet raken.
opvangbak loopt.
Er ligt water op de vloer.
De dooiwaterafvoer is
niet aangesloten op de
verdamperbak boven de
compressor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De FastFreeze of Shop‐
ping-modus is ingescha‐
keld.
Schakel FastFreeze of
Shopping handmatig uit, of
wacht tot de functie automa‐
tisch reset om de tempera‐
tuur in te stellen. Zie 'Fast‐
Freeze of Shopping-modus'.
DEMO verschijnt op het
display.
Het apparaat staat in de
demonstratiemodus.
Houd -modus ongeveer 10
seconden ingedrukt tot een
lang geluid klinkt en het dis‐
play even uitschakelt.
18
www.electrolux.com
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De temperatuur in het ap‐
paraat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed
gesloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel product‐
en tegelijk bewaard.
Conserveer minder product‐
en tegelijk.
De deur is te vaak geo‐
pend.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Er is geen koude luchtcir‐ Zorg ervoor dat er koude
culatie in het apparaat
luchtcirculatie in het appa‐
aanwezig.
raat aanwezig is.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
8.2 Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een LEDbinnenlampje dat een lange levensduur
heeft.
8.3 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de klantenservice.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de
verlichting vervangen. Neem contact op
met de klantenservice.
9. MONTAGE
9.1 Plaatsing
Dit apparaat kan worden geïnstalleerd op
een droge, goed geventileerde plek
binnenshuis waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met
de klimaatklasse die op het typeplaatje
van het apparaat wordt weergegeven:
Kli‐
maat‐
klasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10°C to + 32°C
N
+16°C to + 32°C
Kli‐
maat‐
klasse
Omgevingstemperatuur
ST
+16°C to + 38°C
T
+16°C to + 43°C
NEDERLANDS
Voor sommige typen of
modellen kunnen zich enige
functionele problemen
voordoen als ze worden
gebruikt buiten dit bereik. De
juiste werking kan alleen
worden gegarandeerd
binnen het aangegeven
temperatuurbereik. Als u
twijfels hebt over waar het
apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
•
•
regels, raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen.
9.3 Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
min.
200 cm2
5 cm
9.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
•
•
Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel
Als het stopcontact niet geaard is,
sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
min.
200 cm2
LET OP!
Raadpleeg de montageinstructies voor de installatie.
10. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
SSS
RRR
!
HISSS!
OK
UB
BL
B!
ICK
CL
!
BRRR!
CR
AC
K!
19
20
www.electrolux.com
SSSRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
BLUBB!
CLICK!
SSSRRR!
CRACK!
BLUBB!
11. TECHNISCHE INFORMATIE
11.1 Technische gegevens
Afmetingen van de inbouw
In hoogte
mm
1400
Breedte
mm
560
Diepte
mm
550
CLICK!
BRRR!
CRACK!
NEDERLANDS
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur
13
Spanning
Volt
230 - 240
Frequentie
Hz
50
21
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de bonne- of buitenkant
van het apparaat en op het energielabel.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.