Zibro RS 240 de handleiding

Categorie
Ruimteverwarmingstoestellen
Type
de handleiding
15 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende
kachel.
2 Verplaats de kachel NIET als deze brandt of nog heet is. In dat
geval ook NIET bijvullen en geen onderhoud verrichten.
3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van
muur, gordijnen, meubels, spuitbus en gascylinder. De jerry can
NIET naast de kachel opslaan.
4 Gebruik de kachel NIET in stoffige ruimtes en niet op plaatsen waar het sterk tocht. In beide
gevallen krijgt u geen optimale verbranding.
5 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat.
6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde wisseltankjes en
jerrycans.
7 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme temperatuurverschillen.
Bewaar de brandstof ALTIJD op een koele, droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit
aan).
8 Gebruik de kachel NOOIT op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen aanwezig kunnen
zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen).
9 De bovenzijde van de kachel wordt heet. De kachel mag NIET afgedekt worden (brandgevaar).
Vermijd elk contact met de bovenplaat en de grille.
10 Zorg ALTIJD voor voldoende ventilatie.
11 De kachel mag niet direct onder een stopcontact geplaatst worden.
12 Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt van de kachel, tenzij zij continu onder toezicht
staan. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat uitsluitend in-/uitschakelen
mits het in de beoogde, normale bedrijfsstand is geplaatst of geïnstalleerd en mits zij begeleid
worden of instructies hebben gekregen over het veilige gebruik van de machine en de gevaren
ervan begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat niet aansluiten,
reguleren, reinigen of er onderhoud op uitvoeren.
LET OP - Een aantal onderdelen van dit product kan zeer heet worden en brandwonden
veroorzaken. Toezicht is met name belangrijk op plaatsen waar kinderen en kwetsbare
personen aanwezig zijn.
13 Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat spelen.
14 Reiniging en onderhoud dient niet te worden uitgevoerd door kinderen waarop geen toezicht
wordt gehouden.
15 Blijf NIET voor de kachel staan voor een langere tijd.
1
1
44
Wij danken u voor de koop van dit “TOYOTOMI” product!
Toyotomi producten worden gebruikt door tevreden klanten wereldwijd.
Om een aangenaam en veilig gebruik van onze producten door klanten in
elk land te waarborgen, voldoen onze producten niet alleen aan de Japanse
veiligheidsnormen, maar ook aan de veiligheidsnormen van elk land ter
wereld waarin wij actief zijn.
Toyotomi stemt haar producten af op de behoeften van haar klanten en
blijft haar klanten tevreden stellen door het nastreven van haar bedrijfs-
filosofie, “het delen van vreugde in het dagelijks leven”. We zullen blijven
doorgaan met het onderzoeken, ontwikkelen en produceren van producten die
overeenkomen met een levensstijl voor efficiëntie, veiligheid en comfort.
Wij hopen dat u vele jaren van uw Toyotomi product zult genieten!
Voordat u uw nieuwe kachel in gebruik neemt, vragen wij u deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te nemen, zodat u gegarandeerd bent van
een maximale levensduur van uw kachel.
Maak ook kennis met onze andere producten.
Bezoek ons op www.toyotomi.eu voor onze volledige productenlijn.
1 LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2 BIJ TWIJFEL, NEEM CONTACT OP MET UW DEALER.
3 VOORDAT U BEGINT TE LEZEN, RAADPLEEG DE LIJST MET BELANGRIJKSTE ONDERDELEN OP DE LAATSTE
PAGINA.
1
45
HET GEBRUIK IN HOOFDLIJNEN
Dit zijn in grote lijnen de stappen die u moet nemen
om uw kachel te gebruiken. Voor de precieze
handelingen verwijzen wij u naar de HANDLEIDING.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen (zie hoofdstuk A, fig. A).
Vul de wisseltank en wacht 30 minuten alvorens de kachel te
ontsteken (zie hoofdstuk B, fig. I).
Plaats de batterijen in de houder (zie hoofdstuk A, fig. F).
Controleer of de verbrandingskamer goed recht staat
(zie hoofdstuk A, fig. E).
Ontsteek de kachel door de draaiknop naar rechts te draaien
tot deze niet verder kan (zie hoofdstuk C, fig. K).
Na het ontsteken duurt het 30 minuten voordat u kunt
controleren of de kachel goed brandt (zie hoofdstuk D).
Schakel de kachel uit (zie hoofdstuk E).
1
2
3
4
5
6
7
Als brandbeveiliging moet de tank gevuld worden wanneer de kachel uitstaat óf in
een andere ruimte dan waar de kachel geïnstalleerd is.
Zorg er voor dat de tank op de juiste wijze gesloten is na het vullen op een veilige
afstand van warmtebronnen en open vuur (zie hoofdstuk B).
De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden even naar ‘nieuw’ ruiken.
Bewaar uw brandstof in de originele verpakking en met de originele sluiting op een
koele en donkere plaats.
Brandstof veroudert. Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
Gebruik alleen een hoge kwaliteits- en watervrije, zuivere paraffine overeenkomstig
de lokale wetgeving (TOYOTOMI brandstof).
Indien u overgaat op een ander merk en/of soort brandstof, moet u de in de kachel
aanwezige brandstof eerst helemaal laten leegbranden.
3 VOORDAT U BEGINT TE LEZEN, RAADPLEEG DE LIJST MET BELANGRIJKSTE ONDERDELEN OP DE LAATSTE
PAGINA.
1
46
Deze transportdop vindt
u los in de doos. Alleen
hiermee kunt u de
kachel na gebruik
probleemloos vervoeren.
Goed bewaren dus!
Alleen met de juiste
brandstof bent u
verzekerd van een veilig,
efficiënt en comfortabel
gebruik van uw
verplaatsbare kachel.
WAT U VOORAF MOET WETEN
ALTIJD VOLDOENDE VENTILEREN
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig alvorens het toestel te gebruiken en be-
waar het voor later. Installeer dit toestel enkel wanneer het voldoet aan de lokale/
nationale wetgeving, regelgeving en normen. Dit product is bedoeld om gebruikt te
worden als een kachel in woningen en is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis
in woonkamers, keukens en garages op droge plaatsen, in normale huishoudelijke
omstandigheden.
Deze kachel is voorzien van een bewakingssysteem voor luchtkwaliteit
. Wanneer
de ruimte onvoldoende geventileerd wordt of wanneer de kachel in een te kleine
ruimte gebruikt wordt, dan zal de kachel automatisch uitschakelen.
Voor comfortabel en veilig gebruik dient u voor voldoende ventilatie te zorgen.
NB: Om onverwacht uitschakelen van de kachel te voorkomen raden we aan altijd een
deur of raam op een kier te zetten wanneer de kachel in gebruik is.
Voor elke kachel geldt een bepaalde minimumruimte waarin u de kachel veilig, zon-
der extra ventilatie kunt gebruiken (zie hoofdstuk J). Als de betreffende ruimte klei-
ner is dan aangegeven, dient u altijd een raam of deur op een kier te zetten (2,5 cm).
Het is belangrijk dat in elke ruimte waar de kachel gebruikt wordt, voldoende verse
luchtinlaat is (beide openingen moeten een minimale oppervlakte hebben van 50
cm
2
).
Dit raden wij ook aan bij ruimtes die sterk geisoleerd of tochtvrij gemaakt zijn en/
of boven 1500 m. liggen. Gebruik uw kachel niet in kelders en andere ondergrondse
ruimtes.
Geen enkele verandering aan het veiligheidssysteem is toegestaan, aangezien daar-
mee de garantie van het luchtpeil niet gegarandeerd kan worden. Raadpleeg uw
dealer in geval van twijfel.
Houd er rekening mee dat de grille en de bovenplaat warm worden. Bij afdekking
van het apparaat bestaat er brandgevaar. Houd het apparaat buiten de reikwijdte
van kinderen als gevolg van de hoge temperatuur van de buitenkant van de kachel.
SPECIAAL VOOR FRANKRIJK: uw kachel is voor het gebruik van watervrije en zui-
vere petroleum van hoge kwaliteit ontworpen (conform de bepalingen van 18-07-
2002 en 25-06-2010). Het gebruik van andere brandstoffen is verboden. Vraag uw
dealer of bekijk de website voor de adressen van onze retailers. De petroleumka-
chel is bedoeld als een bijverwarming, en niet als een continue verwarmingsbron.
SPECIAAL VOOR GROOT-BRITTANNIË: Gebruik alleen Klasse C1 paraffine brandstof
in overeenstemming met BS2869, deel 2 of gelijkwaardig.
Voor een juist gebruik moet de gebruiker gevolg geven aan de volgende regels:
Het is verboden
- gebruik benzine.
- Mobiele kachels werkend op brandstof in caravans, boten en woonwagens te
gebruiken.
- Mobiele kachels werkend op brandstof te gebruiken in onvoldoende geventi-
leerde ruimtes (raadpleeg de tabel met technische specificaties voor de minimale
afmetingen van de te verwarmen ruimte), kelders en / of op een hoogte van 1500
meter of meer.
- Wijzigingen aan te brengen aan de veiligheidsonderdelen van de kachel.
Het gebruik van dit type kachel in publieke ruimtes is onderhevig aan wetgeving.
Zorg vantevoren voor de juiste informatie.
1
47
DE JUISTE BRANDSTOF
Uw kachel is ontworpen voor het gebruik van watervrije, zuivere kerosine van
hoge kwaliteit (TOYOTOMI brandstof). Alleen deze zorgt voor een schone en
optimale verbranding. Brandstof van mindere kwaliteit kan leiden tot:
verhoogde kans op storingen
onvolledige verbranding
beperkte levensduur van de kachel
rook en/of stank
aanslag op rooster of mantel
De juiste brandstof is dus essentieel voor een veilig, efficiënt en comfortabel
gebruik van uw kachel.
Schade en/of storingen aan de kachel als gevolg van het gebruik van anders dan
hoogwaardige watervrije paraffine olie valt niet onder de garantie.
Overleg altijd met de dichtstbijzijnde dealer over de juiste brandstof voor uw
kachel (www.toyotomi.eu).
E
HANDLEIDING
A HET INSTALLEREN VAN DE KACHEL
1
Haal uw kachel voorzichtig uit de doos en controleer de inhoud.
Naast de kachel moet u ook beschikken over:
een brandstofhevelpompje
een transportdop
deze gebruiksaanwijzing
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal (fig. A) voor opslag en/of
transport.
2
Verwijder het overige verpakkingsmateriaal:
Verwijder het stukje verpakkingsmateriaal bij de grille . Licht de grille uit
de inkeping (fig. B) en trek hem naar voren.
Trek beide einden van het verpakkingsmateriaal naar achteren en
tegelijkertijd iets naar beneden (fig. C).
Neem de verbrandingskamer uit de kachel en verwijder aanwezige
verpakkingsmateriaal (fig. D).
Zet de verbrandingskamer terug op zijn plaats. De verbrandingskamer staat
goed als u hem met de handgreep soepel een beetje naar links en rechts
kunt schuiven (fig. E). Sluit de grille: Licht hem een beetje op om vervolgens
de grille in de inkeping te laten vallen.
Open de deksel van de wisseltank en verwijder het stukje karton.
3
Vul de wisseltank zoals aangegeven in hoofdstuk B.
B
C
D
A
!
1
48
4
Verwijder het deksel door de schroeven te verwijderen en plaats de batterijen
in de daarvoor bestemde houder aan de achterzijde van de kachel (fig. F).
Let op de + en - polen. Het best kunt u nieuwe alkaline batterijen gebruiken
(4 x type D).
5
De vloer moet stevig en waterpas zijn. Verplaats de kachel als deze niet
waterpas staat. Probeer dit niet te corrigeren door er boeken of iets anders
onder te leggen.
6
Uw kachel is nu gebruiksklaar.
De kachel NIET gebruiken boven een hoogte VAN 1500 meter.
B VULLEN MET BRANDSTOF
Vul de wisseltank niet in de woonruimte, maar op een meer geschikte plaats
(er kan altijd een beetje gemorst worden). U gaat daarbij als volgt te werk:
1
Zorg dat de kachel uit is.
2
Open het deksel en til de wisseltank uit de kachel (fig. G). Zet de
wisseltank neer (dop naar boven, hendel naar beneden) en schroef de tankdop
(fig. H).
NB: De tank kan even nadruppelen.
3
Neem het brandstofhevelpompje en steek de gladde, meest stugge pijp in de
jerrycan. Zorg dat deze hoger staat dan de wisseltank (fig. I). De geribbelde
slang steekt u in de opening van de wisseltank.
4
Draai de knop bovenop het pompje vast (naar rechts).
5
Knijp enkele keren in het pompje, totdat de brandstof in de wisseltank
stroomt. Als dat eenmaal het geval is, hoeft u niet meer te knijpen.
6
Let tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank (fig. J). Als u
ziet dat deze vol is, stop dan met vullen door de knop boven op het pompje
weer los te draaien (naar links). Maak de tank nooit te vol. Vooral niet als de
brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt).
7
Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de
jerrycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop nauwkeurig
op de tank (fig. K). Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
8
Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de
wisseltank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel.
NB: Zorg ervoor dat de dop van de tank goed is dichtgedraaid en dat er geen
brandstof lekt als de tank ondersteboven wordt gehouden. Plaats de
verwijderbare brandstoftank vervolgens in de verwarming.
J
leeg vol
G
H
I
F
!
!
!
R
1
49
C HET AANMAKEN VAN DE KACHEL
Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin extra geur. Zorg dus voor extra
ventilatie of ontsteek uw kachel de eerste keer buiten de leefruimte.
Als u de kachel voor de eerste keer gebruikt, moet u na het plaatsen van de
gevulde wisseltank zo’n 30 minuten wachten met aanmaken. Zo kan de kous zich
volzuigen met brandstof. Dit geldt ook nadat u de kachel helemaal leeg hebt
laten branden en na het vervangen van de kous.
Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even op de brandstofindicatie om
te weten of u eerst de wisseltank moet bijvullen (Groen=vol, Rood=leeg).
Maak de kachel altijd aan met behulp van de draaiknop . Gebruik nooit lucifers
of een aansteker.
U gaat als volgt te werk:
1
Draai de draaiknop naar rechts tot aan de aanslag (fig. L). Met enige druk
zou u de draaiknop dan nog wat verder kunnen draaien; deze veert dan
echter vanzelf terug. Zo zet u de kous in de hoogste stand en stelt u de
beveiliging in werking.
Wanneer de kachel kort na het aanmaken weer uitschakelt, dienen de batterijen
vervangen te worden. Het best kunt u nieuwe alkaline batterijen gebruiken (4 x
type D).
De kachel is sinds kort in gebruik en de draaiknop wordt niet vergrendeld.
Draai de draaiknop (fig. M) eerst geheel linksom alvorens de kous in de hoogste
positie te brengen voor ontsteking (hoofdstuk C).
Controleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer goed
recht staat, door deze aan de handgreep even naar links en rechts te schuiven
(fig. E). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk staat, leidt dit
tot rook- en roetontwikkeling.
D HET BRANDEN VAN DE KACHEL
Na het ontsteken van de kachel duurt het 30 minuten voordat u kunt controleren
of de kachel goed brandt. Een te hoge vlam kan rook- en roetvorming
veroorzaken, terwijl een te lage verbranding tot geurontwikkeling leidt. (fig. R).
Regel de correcte vlamhoogte met behulp van de gekartelde instelknop (fig. S).
L
M
E
K
S
!
1
50
Een te lage verbranding kan ontstaan door:
te weinig brandstof (vul de tank)
slechte brandstof (raadpleeg uw dealer)
te weinig ventilatie (zet een raam of deur op een kier)
slijtage van de kous (raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk L)
Wanneer in de ruimte onvoldoende geventileerd wordt, dan zal de kachel
automatisch uitschakelen. Na het verbeteren van de ventilatie (b.v. door een deur
of raam iets verder te openen) kan de kachel weer ingeschakeld worden.
Dit apparaat is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de kachel uitschakelt
wanneer de wisseltank uit de kachel genomen wordt (fig. G). Om de kachel
opnieuw te ontsteken dient u het reservoir terug te plaatsen in de kachel en de
instructies te volgen zoals aangegeven in hoofstuk C.
E HET UITZETTEN VAN DE KACHEL
U schakelt de kachel uit door de UIT-toets in te drukken. De vlam zal dan na
enige tijd vanzelf doven (fig. N).
F STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande
aanwijzingen, dient u contact op te nemen met uw dealer.
HET AANMAKEN LUKT NIET.
De batterijen zitten niet goed in de houder.
Controleren (fig. F).
De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking.
Vervangen (fig. F).
U hebt de kachel helemaal leeg gestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
SLECHTE VERBRANDING EN/OF ROET/GEUR.
De verbrandingskamer is niet goed geplaatst.
Zet deze recht met de handgreep , tot u hem makkelijk wat naar links en
rechts kunt schuiven.
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
U gebruikt verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).
Er is sprake van stofophoping onder in de kachel.
Raadpleeg uw dealer.
De koushoogte is niet goed.
Raadpleeg uw dealer.
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.
De wisseltank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
Er zit vocht in het zeefje.
Maak het zeefje droog (hoofdstuk G, fig. P).
Er zit vocht in het onderreservoir.
Raadpleeg uw dealer.
De kous is aan de bovenzijde verhard.
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk G). Gebruik de juiste brandstof.
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
N
F
!
!
!
1
51
DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.
De kous staat te laag.
Raadpleeg uw dealer.
De kachel had voor het bijvullen vrijwel alle brandstof verbruikt.
Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
U gebruikt oude of verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).
De ruimte wordt onvoldoende geventileerd.
Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan.
DE KACHEL BRANDT TE HOOG.
Bij een nieuwe kachel heeft de vlam de neiging om hoger te gaan branden,
vanwege de nieuwe componenten. De vlam gaat ongeveer na 10 uur gebruik
lager branden.
U gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).
De kous staat te hoog.
Raadpleeg uw dealer.
G OVER HET ONDERHOUD
Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u stof en vlekken bijtijds af te
nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen
ontstaan. Normaal gesproken zijn er slechts 4 onderdelen aan slijtage onderhevig:
1. DE BATTERIJEN
Deze kunt u zelf vervangen. Controleer het geluid van de vonkoverslag. De
batterij is bijna leeg als u een knetterend geluid hoort. De batterij moet worden
vervangen. Controleer de ontsteking aan de hand van onderhoudsprocedure 3 als
het geluid ook na het vervangen van de batterij hetzelfde blijft klinken. Gooi de
oude batterijen niet in de vuilnisbak. Volg de regels zoals die in uw gemeente
gelden voor Klein Chemisch Afval.
2. DE KOUS
Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd
helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u merkt dat
de verbranding wat minder wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur, dus
het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen.
3. ELEKTRODEN
Als de elektroden vies worden door koolstof of teer, kunt u de elektroden
schoonmaken. De ontsteking kan defect raken als de elektroden teveel in
aanraking komen met de kous. De elektroden op de juiste positie te bevestigen.
Zorg ervoor dat er geen water op de elektroden wordt gemorst.
4. HET BRANDSTOFZEEFJE
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje:
haal de wisseltank uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. P). Dit
kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Klop het brandstofzeefje
omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het vuil te verwijderen. (Nooit
reinigen met water!) Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele reparatie
altijd contact op met uw dealer.
Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt.
Voor uw veiligheid, gebruik handschoenen bij onderhoud.
Brandstofzeefje
P
1
52
H OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN)
Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te
branden en daarna goed op te bergen. U gaat als volgt te werk:
1
Maak de kachel aan buiten de leefruimte en laat hem geheel leegbranden.
2
Laat de kachel afkoelen.
3
Maak de kachel schoon met een vochtige doek en droog deze af.
4
Haal de batterijen uit de batterijhouder en bewaar deze op een droge
plaats.
5
Reinig het brandstofzeefje (zie hoofdstuk G).
6
Berg de kachel stofvrij op, zo mogelijk in de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer
gebruiken. Houdt u toch wat over gooi deze brandstof dan niet weg,
maar volg de regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch
Afval. Begin het nieuwe stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en
raadpleeg opnieuw deze gebruiksaanwijzing (zie hoofdstuk A).
I VERVOER
Om te voorkomen dat uw kachel tijdens transport brandstof lekt, moet u de
volgende maatregelen nemen:
1
Laat de kachel afkoelen.
2
Haal de wisseltank uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. P).
Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Bewaar het
brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel.
3
Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. Q) en druk
deze goed aan.
4
Vervoer de kachel altijd rechtop.
J SPECIFICATIES
Ontsteking elektrisch Afmetingen (mm) breedte 428
Brandstof kerosine (inclusief bodemplaat) diepte 295
Capaciteit (kW) 2,04-2,40 hoogte 453
Geschikte ruimte (m
3
)
**
40-85 Accessoires transportdop,
brandstofhevelpompje
Brandstofverbruik (l/uur)
0,213-0,250 Batterijen
4x LR20, MIN 1300
Brandstofverbruik (g/uur)
170-200 1,5V, size D
Brandduur per tank (uur) 16-18,8 Type kous F
Inhoud wisseltank (liter) 4,0 Gewicht (kg) 7,5
Controleren van ventilatiekwaliteit (luchtverversing):
Rechtstreeks meten van het CO
2
niveau (NDIR- CO
2
Sensor ).
** Opgegeven waarden zijn indicatief
Transportdop
Brandstofzeefje
P
Q
1
53
K DE GARANTIEVOORWAARDEN
U krijgt op uw kachel 48 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze
periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij
gelden de volgende regels:
1
Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen
wij uitdrukkelijk af.
2
Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet
tot verlenging van de garantie.
3
De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, niet-
originele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties aan de kachel zijn verricht
door derden.
4
Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals de batterijen, de
kous, de ontstekingsspiraal en het brandstofhevelpompje, vallen buiten de
garantie.
5
De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon
overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
6
De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van
de gebruiksaanwijzing, door verwaarlozing en door het gebruik van
verkeerde of verouderde brandstof. Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk
zijn*.
7
De verzendkosten en het risico van het opsturen van de kachel of onderdelen
daarvan, komen altijd voor rekening van de koper.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de
gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef de
kachel dan in reparatie bij uw dealer.
* Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met uitslaande
vlammen als gevolg. Probeer in dat geval nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel onmiddellijk uit
(zie hoofdstuk E). In noodgevallen kunt u een brandblusser gebruiken, maar dan uitsluitend van het type B: een
koolzuur- of poederblusser.
1
54
1
Open het tankklepje en haal de wisseltank eruit.
2
Haal de batterijen uit de batterijhouder .
3
Licht de grille uit de inkeping en trek hem naar voren.
Neem de branderkop uit de kachel. Sluit de grille.
4
Trek de draaiknop van de kachel af.
5
Schroef de drie mantelschroeven, aan de onderzijde van
de kachel, los. Trek de mantel iets naar voren en verwij-
der deze van de bodemplaat.
6
Draai de vleugelmoeren onder de branderzitting los.
7
Til de branderzitting omhoog zodat de kous zichtbaar
wordt. Leg de branderzitting naast de kachel. (Let op
dat de bedrading niet los raakt).
8
Draai de schroef, die de beugel vasthoudt, los en verwi-
jder de beugel.
9
Draai de as geheel rechtsom.
10
Draai de koushouder tegen de klok in en til deze
omhoog. Verwijder deze van de luchtschacht.
11
Knijp de kous samen, zodat de kous loskomt uit de
koushouder en neem de kous eruit. Draag hierbij hand-
schoenen en zet een bakje klaar om de oude kous in te
doen.
HET VERVANGEN VAN DE KOUS
L VOORDAT U BEGINT MET HET VERVANGEN VAN
DE KOUS, DIENT DE KACHEL UIT EN VOLLEDIG
AFGEKOELD TE ZIJN.
1
4
8b
8a
5a
6
11
3
5b
7
10
9
2
1
55
12
Plaats de kous overeenkomstig de op de koushouder
aangegeven richting in de koushouder.
13
Plaats de koushouder (met kous) over de luchtschacht.
Draai dan de koushouder vast met de klok mee.
14
Plaats de beugel terug. Draai de schroef die de beugel
vasthoudt, vast.
15
Plaats de branderzitting terug.
16
Draai de vleugelmoeren gelijkmatig handvast aan.
17
Plaats de draaiknop op het kousmechanisme. Draai de
knop geheel naar rechts. Activeer de omvalbeveiliging
en controleer of de kous naar de onderste stand gaat.
Herhaal dit een aantal keren. Wanneer de kous niet in
de onderste positie komt is deze onjuist gemonteerd en
moet de procedure vanaf stap 12 herhaald worden.
Trek de draaiknop van de kachel af.
18
Plaats de mantel terug en draai de drie mantelschro-
even vast. Plaats de draaiknop en de verbrandingska-
mer terug. Controleer of deze laatste goed recht staat,
door deze aan de handgreep even naar links en rechts
te schuiven. Sluit de grille.
19
Plaats de gevulde wisseltank terug. Plaats de batterijen
in de batterijhouder (let op de plus en min). Na het
plaatsen van de wisseltank en de batterijen, moet u 30
minuten wachten voordat u de kachel aanmaakt.
13
17b
14b
18c
19a
17a
14a
15
16
18b
18d
12b
12a
18a
19b
1
56
Uit-toets
Draaiknop
Verbrandingskamer
Handgreep
verbrandingskamer
Brandstofindicatie
Grille
Deksel wisseltank
Wisseltank
Brandstofmeter
wisseltank
Batterijhouder
Bewakingssysteem
voor luchtkwaliteit
M PRODUCTKAART
(a)
De naam van de leverancier / handelsmerk
TOYOTOMI Europe Sales B.V.
(b) Model RS-240
(c) De energie-efficiëntieklasse A
(d) De directe warmteafgifte 2.4kW
(e) De indirecte warmteafgifte N/A
(f) De energie-efficiëntie-index 95.0%
(g) Het nuttig rendement 100%
(h)
De specifieke voorzorgsmaatregelen
Raadpleeg de gebruikshandleiding
voor instructies omtrent asssembla-
ge, installatie of onderhoud.
N BELANGRIJKE ONDERDELEN

Documenttranscriptie

15 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK 1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende kachel. 2 Verplaats de kachel NIET als deze brandt of nog heet is. In dat geval ook NIET bijvullen en geen onderhoud verrichten. 3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van muur, gordijnen, meubels, spuitbus en gascylinder. De jerry can NIET naast de kachel opslaan. 4 Gebruik de kachel NIET in stoffige ruimtes en niet op plaatsen waar het sterk tocht. In beide gevallen krijgt u geen optimale verbranding. 5 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat. 6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde wisseltankjes en jerrycans. 7 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme temperatuurverschillen. Bewaar de brandstof ALTIJD op een koele, droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan). 8 Gebruik de kachel NOOIT op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen aanwezig kunnen zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen). 9 De bovenzijde van de kachel wordt heet. De kachel mag NIET afgedekt worden (brandgevaar). Vermijd elk contact met de bovenplaat en de grille. 10 Zorg ALTIJD voor voldoende ventilatie. 11 De kachel mag niet direct onder een stopcontact geplaatst worden. 12 Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt van de kachel, tenzij zij continu onder toezicht staan. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat uitsluitend in-/uitschakelen mits het in de beoogde, normale bedrijfsstand is geplaatst of geïnstalleerd en mits zij begeleid worden of instructies hebben gekregen over het veilige gebruik van de machine en de gevaren ervan begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat niet aansluiten, reguleren, reinigen of er onderhoud op uitvoeren. LET OP - Een aantal onderdelen van dit product kan zeer heet worden en brandwonden veroorzaken. Toezicht is met name belangrijk op plaatsen waar kinderen en kwetsbare personen aanwezig zijn. 13 Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat spelen. 14 Reiniging en onderhoud dient niet te worden uitgevoerd door kinderen waarop geen toezicht wordt gehouden. 15 Blijf NIET voor de kachel staan voor een langere tijd. 1 Wij danken u voor de koop van dit “TOYOTOMI” product! Toyotomi producten worden gebruikt door tevreden klanten wereldwijd. Om een aangenaam en veilig gebruik van onze producten door klanten in elk land te waarborgen, voldoen onze producten niet alleen aan de Japanse veiligheidsnormen, maar ook aan de veiligheidsnormen van elk land ter wereld waarin wij actief zijn. Toyotomi stemt haar producten af op de behoeften van haar klanten en blijft haar klanten tevreden stellen door het nastreven van haar bedrijfsfilosofie, “het delen van vreugde in het dagelijks leven”. We zullen blijven doorgaan met het onderzoeken, ontwikkelen en produceren van producten die overeenkomen met een levensstijl voor efficiëntie, veiligheid en comfort. Wij hopen dat u vele jaren van uw Toyotomi product zult genieten! Voordat u uw nieuwe kachel in gebruik neemt, vragen wij u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te nemen, zodat u gegarandeerd bent van een maximale levensduur van uw kachel. Maak ook kennis met onze andere producten. Bezoek ons op www.toyotomi.eu voor onze volledige productenlijn. 1 LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING. 2 BIJ TWIJFEL, NEEM CONTACT OP MET UW DEALER. 3 VOORDAT U BEGINT TE LEZEN, RAADPLEEG DE LIJST MET BELANGRIJKSTE ONDERDELEN OP DE LAATSTE PAGINA. 1 44 HET GEBRUIK IN HOOFDLIJNEN Dit zijn in grote lijnen de stappen die u moet nemen om uw kachel te gebruiken. Voor de precieze handelingen verwijzen wij u naar de HANDLEIDING. 1 Verwijder alle verpakkingsmaterialen (zie hoofdstuk A, fig. A). 2 Vul de wisseltank  en wacht 30 minuten alvorens de kachel te ontsteken (zie hoofdstuk B, fig. I). 3 Plaats de batterijen in de houder  (zie hoofdstuk A, fig. F). 4 Controleer of de verbrandingskamer  goed recht staat (zie hoofdstuk A, fig. E). 5 Ontsteek de kachel door de draaiknop  naar rechts te draaien tot deze niet verder kan (zie hoofdstuk C, fig. K). 6 Na het ontsteken duurt het 30 minuten voordat u kunt controleren of de kachel goed brandt (zie hoofdstuk D). 7 Schakel de kachel uit (zie hoofdstuk E). • • • • • • • Als brandbeveiliging moet de tank gevuld worden wanneer de kachel uitstaat óf in een andere ruimte dan waar de kachel geïnstalleerd is. Zorg er voor dat de tank op de juiste wijze gesloten is na het vullen op een veilige afstand van warmtebronnen en open vuur (zie hoofdstuk B). De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden even naar ‘nieuw’ ruiken. Bewaar uw brandstof in de originele verpakking en met de originele sluiting op een koele en donkere plaats. Brandstof veroudert. Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof. Gebruik alleen een hoge kwaliteits- en watervrije, zuivere paraffine overeenkomstig de lokale wetgeving (TOYOTOMI brandstof). Indien u overgaat op een ander merk en/of soort brandstof, moet u de in de kachel aanwezige brandstof eerst helemaal laten leegbranden. 1 45 WAT U VOORAF MOET WETEN ALTIJD VOLDOENDE VENTILEREN Lees deze gebruikershandleiding aandachtig alvorens het toestel te gebruiken en bewaar het voor later. Installeer dit toestel enkel wanneer het voldoet aan de lokale/ nationale wetgeving, regelgeving en normen. Dit product is bedoeld om gebruikt te worden als een kachel in woningen en is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis in woonkamers, keukens en garages op droge plaatsen, in normale huishoudelijke omstandigheden. Deze kachel is voorzien van een bewakingssysteem voor luchtkwaliteit . Wanneer de ruimte onvoldoende geventileerd wordt of wanneer de kachel in een te kleine ruimte gebruikt wordt, dan zal de kachel automatisch uitschakelen. Voor comfortabel en veilig gebruik dient u voor voldoende ventilatie te zorgen. NB: Om onverwacht uitschakelen van de kachel te voorkomen raden we aan altijd een deur of raam op een kier te zetten wanneer de kachel in gebruik is. Voor elke kachel geldt een bepaalde minimumruimte waarin u de kachel veilig, zonder extra ventilatie kunt gebruiken (zie hoofdstuk J). Als de betreffende ruimte kleiner is dan aangegeven, dient u altijd een raam of deur op een kier te zetten (2,5 cm). Het is belangrijk dat in elke ruimte waar de kachel gebruikt wordt, voldoende verse luchtinlaat is (beide openingen moeten een minimale oppervlakte hebben van 50 cm2). Dit raden wij ook aan bij ruimtes die sterk geisoleerd of tochtvrij gemaakt zijn en/ of boven 1500 m. liggen. Gebruik uw kachel niet in kelders en andere ondergrondse ruimtes. Geen enkele verandering aan het veiligheidssysteem is toegestaan, aangezien daarmee de garantie van het luchtpeil niet gegarandeerd kan worden. Raadpleeg uw dealer in geval van twijfel. Alleen met de juiste brandstof bent u verzekerd van een veilig, efficiënt en comfortabel gebruik van uw verplaatsbare kachel. Houd er rekening mee dat de grille en de bovenplaat warm worden. Bij afdekking van het apparaat bestaat er brandgevaar. Houd het apparaat buiten de reikwijdte van kinderen als gevolg van de hoge temperatuur van de buitenkant van de kachel. SPECIAAL VOOR FRANKRIJK: uw kachel is voor het gebruik van watervrije en zuivere petroleum van hoge kwaliteit ontworpen (conform de bepalingen van 18-072002 en 25-06-2010). Het gebruik van andere brandstoffen is verboden. Vraag uw dealer of bekijk de website voor de adressen van onze retailers. De petroleumkachel is bedoeld als een bijverwarming, en niet als een continue verwarmingsbron. SPECIAAL VOOR GROOT-BRITTANNIË: Gebruik alleen Klasse C1 paraffine brandstof in overeenstemming met BS2869, deel 2 of gelijkwaardig. Voor een juist gebruik moet de gebruiker gevolg geven aan de volgende regels: Het is verboden - gebruik benzine. - Mobiele kachels werkend op brandstof in caravans, boten en woonwagens te gebruiken. - Mobiele kachels werkend op brandstof te gebruiken in onvoldoende geventileerde ruimtes (raadpleeg de tabel met technische specificaties voor de minimale afmetingen van de te verwarmen ruimte), kelders en / of op een hoogte van 1500 meter of meer. - Wijzigingen aan te brengen aan de veiligheidsonderdelen van de kachel. Het gebruik van dit type kachel in publieke ruimtes is onderhevig aan wetgeving. Zorg vantevoren voor de juiste informatie. 1 46 Deze transportdop vindt u los in de doos. Alleen hiermee kunt u de kachel na gebruik probleemloos vervoeren. Goed bewaren dus! DE JUISTE BRANDSTOF Uw kachel is ontworpen voor het gebruik van watervrije, zuivere kerosine van hoge kwaliteit (TOYOTOMI brandstof). Alleen deze zorgt voor een schone en optimale verbranding. Brandstof van mindere kwaliteit kan leiden tot:  verhoogde kans op storingen  onvolledige verbranding  beperkte levensduur van de kachel  rook en/of stank  aanslag op rooster of mantel De juiste brandstof is dus essentieel voor een veilig, efficiënt en comfortabel gebruik van uw kachel. Schade en/of storingen aan de kachel als gevolg van het gebruik van anders dan hoogwaardige watervrije paraffine olie valt niet onder de garantie. Overleg altijd met de dichtstbijzijnde dealer over de juiste brandstof voor uw kachel (www.toyotomi.eu). A B HANDLEIDING A HET INSTALLEREN VAN DE KACHEL 1 Haal uw kachel voorzichtig uit de doos en controleer de inhoud. Naast de kachel moet u ook beschikken over:  een brandstofhevelpompje  een transportdop  deze gebruiksaanwijzing Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal (fig. A) voor opslag en/of transport. C 2 Verwijder het overige verpakkingsmateriaal:  Verwijder het stukje verpakkingsmateriaal bij de grille . Licht de grille uit de inkeping (fig. B) en trek hem naar voren.  Trek beide einden van het verpakkingsmateriaal naar achteren en tegelijkertijd iets naar beneden (fig. C).  Neem de verbrandingskamer  uit de kachel en verwijder aanwezige verpakkingsmateriaal (fig. D).  Zet de verbrandingskamer terug op zijn plaats. De verbrandingskamer staat goed als u hem met de handgreep  soepel een beetje naar links en rechts kunt schuiven (fig. E). Sluit de grille: Licht hem een beetje op om vervolgens de grille in de inkeping te laten vallen.  Open de deksel van de wisseltank  en verwijder het stukje karton. D E 3 Vul de wisseltank zoals aangegeven in hoofdstuk B. 1 47 4 Verwijder het deksel door de schroeven te verwijderen en plaats de batterijen in de daarvoor bestemde houder  aan de achterzijde van de kachel (fig. F). Let op de + en - polen. Het best kunt u nieuwe alkaline batterijen gebruiken (4 x type D). 5 F De vloer moet stevig en waterpas zijn. Verplaats de kachel als deze niet waterpas staat. Probeer dit niet te corrigeren door er boeken of iets anders onder te leggen. 6 Uw kachel is nu gebruiksklaar. ! De kachel NIET gebruiken boven een hoogte VAN 1500 meter. B VULLEN MET BRANDSTOF G Vul de wisseltank niet in de woonruimte, maar op een meer geschikte plaats (er kan altijd een beetje gemorst worden). U gaat daarbij als volgt te werk: 1 Zorg dat de kachel uit is. 2 Open het deksel  en til de wisseltank  uit de kachel (fig. G). Zet de wisseltank neer (dop naar boven, hendel naar beneden) en schroef de tankdop (fig. H). NB: De tank kan even nadruppelen. H 3 Neem het brandstofhevelpompje en steek de gladde, meest stugge pijp in de jerrycan. Zorg dat deze hoger staat dan de wisseltank (fig. I). De geribbelde slang steekt u in de opening van de wisseltank. I 4 Draai de knop bovenop het pompje vast (naar rechts). 5 Knijp enkele keren in het pompje, totdat de brandstof in de wisseltank stroomt. Als dat eenmaal het geval is, hoeft u niet meer te knijpen. 6 Let tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank  (fig. J). Als u ziet dat deze vol is, stop dan met vullen door de knop boven op het pompje weer los te draaien (naar links). Maak de tank nooit te vol. Vooral niet als de brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt). 7 Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de jerrycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop nauwkeurig op de tank (fig. K). Veeg eventueel gemorste brandstof weg. 8 J Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de wisseltank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel. NB: Zorg ervoor dat de dop van de tank goed is dichtgedraaid en dat er geen brandstof lekt als de tank ondersteboven wordt gehouden. Plaats de verwijderbare brandstoftank vervolgens in de verwarming. 1 48 leeg vol C HET AANMAKEN VAN DE KACHEL K Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin extra geur. Zorg dus voor extra ventilatie of ontsteek uw kachel de eerste keer buiten de leefruimte. ! Als u de kachel voor de eerste keer gebruikt, moet u na het plaatsen van de gevulde wisseltank zo’n 30 minuten wachten met aanmaken. Zo kan de kous zich volzuigen met brandstof. Dit geldt ook nadat u de kachel helemaal leeg hebt laten branden en na het vervangen van de kous. Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even op de brandstofindicatie  om te weten of u eerst de wisseltank moet bijvullen (Groen=vol, Rood=leeg). Maak de kachel altijd aan met behulp van de draaiknop . Gebruik nooit lucifers of een aansteker. U gaat als volgt te werk: 1 Draai de draaiknop  naar rechts tot aan de aanslag (fig. L). Met enige druk zou u de draaiknop dan nog wat verder kunnen draaien; deze veert dan echter vanzelf terug. Zo zet u de kous in de hoogste stand en stelt u de beveiliging in werking. L Wanneer de kachel kort na het aanmaken weer uitschakelt, dienen de batterijen vervangen te worden. Het best kunt u nieuwe alkaline batterijen gebruiken (4 x type D). ! De kachel is sinds kort in gebruik en de draaiknop wordt niet vergrendeld. Draai de draaiknop (fig. M) eerst geheel linksom alvorens de kous in de hoogste positie te brengen voor ontsteking (hoofdstuk C). ! Controleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer  goed recht staat, door deze aan de handgreep  even naar links en rechts te schuiven (fig. E). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk staat, leidt dit tot rook- en roetontwikkeling. D M HET BRANDEN VAN DE KACHEL E Na het ontsteken van de kachel duurt het 30 minuten voordat u kunt controleren of de kachel goed brandt. Een te hoge vlam kan rook- en roetvorming veroorzaken, terwijl een te lage verbranding tot geurontwikkeling leidt. (fig. R). Regel de correcte vlamhoogte met behulp van de gekartelde instelknop  (fig. S).  R S 1 49 Een te lage verbranding kan ontstaan door:  te weinig brandstof (vul de tank)  slechte brandstof (raadpleeg uw dealer)  te weinig ventilatie (zet een raam of deur op een kier)  slijtage van de kous (raadpleeg uw dealer, of vervang de kous, zie hoofdstuk L) Wanneer in de ruimte onvoldoende geventileerd wordt, dan zal de kachel automatisch uitschakelen. Na het verbeteren van de ventilatie (b.v. door een deur of raam iets verder te openen) kan de kachel weer ingeschakeld worden. ! Dit apparaat is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de kachel uitschakelt wanneer de wisseltank uit de kachel genomen wordt (fig. G). Om de kachel opnieuw te ontsteken dient u het reservoir terug te plaatsen in de kachel en de instructies te volgen zoals aangegeven in hoofstuk C. E HET UITZETTEN VAN DE KACHEL F STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN U schakelt de kachel uit door de UIT-toets  in te drukken. De vlam zal dan na enige tijd vanzelf doven (fig. N). N Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande aanwijzingen, dient u contact op te nemen met uw dealer. HET AANMAKEN LUKT NIET.  De batterijen zitten niet goed in de houder. Controleren (fig. F).  De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking. Vervangen (fig. F).  U hebt de kachel helemaal leeg gestookt of de kous is vervangen. Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken. SLECHTE VERBRANDING EN/OF ROET/GEUR.  De verbrandingskamer  is niet goed geplaatst. Zet deze recht met de handgreep , tot u hem makkelijk wat naar links en rechts kunt schuiven.  U gebruikt verouderde brandstof. Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.  U gebruikt verkeerde brandstof. Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).  Er is sprake van stofophoping onder in de kachel. Raadpleeg uw dealer.  De koushoogte is niet goed. Raadpleeg uw dealer. DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.  De wisseltank is leeg. Zie hoofdstuk B.  Er zit vocht in het zeefje. Maak het zeefje droog (hoofdstuk G, fig. P).  Er zit vocht in het onderreservoir. Raadpleeg uw dealer.  De kous is aan de bovenzijde verhard. Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk G). Gebruik de juiste brandstof.  U gebruikt verouderde brandstof. Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof. 1 50 F DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.  De kous staat te laag. Raadpleeg uw dealer.  De kachel had voor het bijvullen vrijwel alle brandstof verbruikt. Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.  U gebruikt oude of verkeerde brandstof. Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).  De ruimte wordt onvoldoende geventileerd. Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan. DE KACHEL BRANDT TE HOOG.  Bij een nieuwe kachel heeft de vlam de neiging om hoger te gaan branden, vanwege de nieuwe componenten. De vlam gaat ongeveer na 10 uur gebruik lager branden.  U gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof. Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ”Wat u vooraf moet weten”).  De kous staat te hoog. Raadpleeg uw dealer. G OVER HET ONDERHOUD Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u stof en vlekken bijtijds af te nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ontstaan. Normaal gesproken zijn er slechts 4 onderdelen aan slijtage onderhevig: 1. DE BATTERIJEN Deze kunt u zelf vervangen. Controleer het geluid van de vonkoverslag. De batterij is bijna leeg als u een knetterend geluid hoort. De batterij moet worden vervangen. Controleer de ontsteking aan de hand van onderhoudsprocedure 3 als het geluid ook na het vervangen van de batterij hetzelfde blijft klinken. Gooi de oude batterijen niet in de vuilnisbak. Volg de regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. 2. DE KOUS Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u merkt dat de verbranding wat minder wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur, dus het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen. Brandstofzeefje P 3. ELEKTRODEN Als de elektroden vies worden door koolstof of teer, kunt u de elektroden schoonmaken. De ontsteking kan defect raken als de elektroden teveel in aanraking komen met de kous. De elektroden op de juiste positie te bevestigen. Zorg ervoor dat er geen water op de elektroden wordt gemorst. 4. HET BRANDSTOFZEEFJE Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje: haal de wisseltank  uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. P). Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Klop het brandstofzeefje omgekeerd leeg op een harde ondergrond, om het vuil te verwijderen. (Nooit reinigen met water!) Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel. ! ! ! Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele reparatie altijd contact op met uw dealer. Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt. Voor uw veiligheid, gebruik handschoenen bij onderhoud. 1 51 H OPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN) Wij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te branden en daarna goed op te bergen. U gaat als volgt te werk: 1 Maak de kachel aan buiten de leefruimte en laat hem geheel leegbranden. 2 Laat de kachel afkoelen. 3 Maak de kachel schoon met een vochtige doek en droog deze af. 4 Haal de batterijen uit de batterijhouder  en bewaar deze op een droge plaats. 5 Reinig het brandstofzeefje (zie hoofdstuk G). 6 I Berg de kachel stofvrij op, zo mogelijk in de originele verpakkingsmaterialen. Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken. Houdt u toch wat over gooi deze brandstof dan niet weg, maar volg de regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval. Begin het nieuwe stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof en raadpleeg opnieuw deze gebruiksaanwijzing (zie hoofdstuk A). VERVOER Om te voorkomen dat uw kachel tijdens transport brandstof lekt, moet u de volgende maatregelen nemen: 1 Laat de kachel afkoelen. 2 Haal de wisseltank  uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. P). Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand. Bewaar het brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel. 3 Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. Q) en druk deze goed aan. Brandstofzeefje 4 Vervoer de kachel altijd rechtop. J P SPECIFICATIES Ontsteking elektrisch Brandstof kerosine Capaciteit (kW) 2,04-2,40 Geschikte ruimte (m3)** 40-85 Afmetingen (mm) breedte (inclusief bodemplaat) diepte hoogte Accessoires 428 295 453 Q transportdop, brandstofhevelpompje Brandstofverbruik (l/uur) 0,213-0,250 Brandstofverbruik (g/uur) 170-200 Brandduur per tank (uur) 16-18,8 Inhoud wisseltank (liter) 4,0 Batterijen 4x LR20, MIN 1300 1,5V, size D Type kous Gewicht (kg) F 7,5 Controleren van ventilatiekwaliteit (luchtverversing): Rechtstreeks meten van het CO2 niveau (NDIR- CO2 Sensor ). ** Opgegeven waarden zijn indicatief 1 52 Transportdop K DE GARANTIEVOORWAARDEN U krijgt op uw kachel 48 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij gelden de volgende regels: 1 Alle verdere aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen wij uitdrukkelijk af. 2 Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet tot verlenging van de garantie. 3 De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, nietoriginele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties aan de kachel zijn verricht door derden. 4 Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals de batterijen, de kous, de ontstekingsspiraal en het brandstofhevelpompje, vallen buiten de garantie. 5 De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht. 6 De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van de gebruiksaanwijzing, door verwaarlozing en door het gebruik van verkeerde of verouderde brandstof. Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk zijn*. 7 De verzendkosten en het risico van het opsturen van de kachel of onderdelen daarvan, komen altijd voor rekening van de koper. Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de gebruiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef de kachel dan in reparatie bij uw dealer. * Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met uitslaande vlammen als gevolg. Probeer in dat geval nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel onmiddellijk uit (zie hoofdstuk E). In noodgevallen kunt u een brandblusser gebruiken, maar dan uitsluitend van het type B: een koolzuur- of poederblusser. 1 53 1 2 3 4 5a 5b 6 7 8a 8b 9 10 HET VERVANGEN VAN DE KOUS L VOORDAT U BEGINT MET HET VERVANGEN VAN DE KOUS, DIENT DE KACHEL UIT EN VOLLEDIG AFGEKOELD TE ZIJN. 1 Open het tankklepje en haal de wisseltank eruit. 2 Haal de batterijen uit de batterijhouder . 3 Licht de grille uit de inkeping en trek hem naar voren. Neem de branderkop uit de kachel. Sluit de grille. 4 Trek de draaiknop van de kachel af. 5 Schroef de drie mantelschroeven, aan de onderzijde van de kachel, los. Trek de mantel iets naar voren en verwijder deze van de bodemplaat. 6 Draai de vleugelmoeren onder de branderzitting los. 7 Til de branderzitting omhoog zodat de kous zichtbaar wordt. Leg de branderzitting naast de kachel. (Let op dat de bedrading niet los raakt). 8 Draai de schroef, die de beugel vasthoudt, los en verwijder de beugel. 9 Draai de as geheel rechtsom. 10 Draai de koushouder tegen de klok in en til deze omhoog. Verwijder deze van de luchtschacht. 11 Knijp de kous samen, zodat de kous loskomt uit de koushouder en neem de kous eruit. Draag hierbij handschoenen en zet een bakje klaar om de oude kous in te doen. 11 1 54 12a 12b 13 14a 14b 15 16 17a 17b 18a 18b 18c 18d 19a 12 Plaats de kous overeenkomstig de op de koushouder aangegeven richting in de koushouder. 13 Plaats de koushouder (met kous) over de luchtschacht. Draai dan de koushouder vast met de klok mee. 14 Plaats de beugel terug. Draai de schroef die de beugel vasthoudt, vast. 15 Plaats de branderzitting terug. 16 Draai de vleugelmoeren gelijkmatig handvast aan. 17 Plaats de draaiknop op het kousmechanisme. Draai de knop geheel naar rechts. Activeer de omvalbeveiliging en controleer of de kous naar de onderste stand gaat. Herhaal dit een aantal keren. Wanneer de kous niet in de onderste positie komt is deze onjuist gemonteerd en moet de procedure vanaf stap 12 herhaald worden. Trek de draaiknop van de kachel af. 18 Plaats de mantel terug en draai de drie mantelschro- even vast. Plaats de draaiknop en de verbrandingskamer terug. Controleer of deze laatste goed recht staat, door deze aan de handgreep even naar links en rechts te schuiven. Sluit de grille. 19 Plaats de gevulde wisseltank terug. Plaats de batterijen in de batterijhouder (let op de plus en min). Na het plaatsen van de wisseltank en de batterijen, moet u 30 minuten wachten voordat u de kachel aanmaakt. 19b 1 55 M PRODUCTKAART (a) De naam van de leverancier / handelsmerk TOYOTOMI Europe Sales B.V. (b) Model RS-240 (c) De energie-efficiëntieklasse A (d) De directe warmteafgifte 2.4kW (e) De indirecte warmteafgifte N/A (f) De energie-efficiëntie-index 95.0% (g) Het nuttig rendement 100% Raadpleeg de gebruikshandleiding (h) De specifieke voorzorgsmaatregelen voor instructies omtrent asssemblage, installatie of onderhoud. N BELANGRIJKE ONDERDELEN   Uit-toets  Draaiknop  Verbrandingskamer  Handgreep verbrandingskamer  Brandstofindicatie  Grille  Deksel wisseltank  Wisseltank  Brandstofmeter wisseltank  Batterijhouder  Bewakingssysteem voor luchtkwaliteit          1 56 
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138

Zibro RS 240 de handleiding

Categorie
Ruimteverwarmingstoestellen
Type
de handleiding