6
GEBRUIKSAANWIJZING
1. INLEIDING
De koelkast werkt slechts optimaal indien hij wordt geïnstalleerd en
gebruikt volgens de instructies in deze gebruiksaanwijzing. De
ventilatiegleuven aan de onder- en bovenkant van de koelkast
mogen niet worden verkleind of hoe dan ook worden geblokkeerd,
anders wordt de werking van de koelinrichting aangetast.
Nadat de koelkast is aangesloten, moet worden gecontroleerd of de
verbindingsstukken waar men bij kan geen defekten vertonen. Dat
doet men door ze in te wrijven met een oplossing van water en zeep
en te kijken of er belletjes verschijnen. Hierbij moet de gasfles en
eventuele gaskraantjes in de leiding uiteraard worden aangezet.
GEBRUIK GEEN VLAM. Alle verbindingsstukken moeten van tijd tot
tijd op dezelfde manier worden gecontroleerd om te verzekeren dat
ze tijdens het gebruik niet zijn losgeraakt
De koelkast op een gelijke ondergrond zetten
Wanneer de koelkast in gebruik is, sijpelt onder invloed van de
zwaartekracht vloeibare koelstof door de pijpen van de koelinrichting.
Om de koelvloeistof goed te laten doorstromen, moet de koelkast
redelijk stabiel staan, zowel aan de voor- en achterkant als aan de
zijkanten. Als dat niet het geval is, kan de koelvloeistof zich op
bepaalde plaatsen ophopen in plaats van naar de onderkant
terugstromen, zodat het koelingsproces wordt aangetast of geheel
gestopt.
In een door een auto getrokken caravan zal de werkíng van de
koelinrichting normaal niet worden aangetast door de gebruikelijke
schommelbeweging, zelfs als gedurende lange tijd heuvelopwaarts
wordt gereden. Wanneer de caravan echter meer dan ongeveer een
half uur stilstaat, kan het een nadelig effect hebben als hij meer dan
ongeveer 3° in een willekeurige richting overhelt. (Opmerking: 3°
komt overeen met ongeveer 50mm aan het uiteinde van een loodlijn
van één meter of 11/2" aan het uiteinde van een loodlijn van 30"). Als
de caravan niet meer dan 8° overhelt, wordt het koelingsproces
normaal hervat wanneer de koelkast weer rechtop komt te staan. Als
de caravan echter wel meer dan 8° overhelt, moet hierna de brander
zo snel mogelijk worden uitgezet of de netvoeding worden
afgesloten, al naar gelang van toepassing. Als dat niet wordt gedaan,
kan de koelinrichting worden beschadigd doordat de boiler oververhit
raakt.
Wanneer de caravan enige tijd moet stilstaan terwijl de koelkast
in gebruik is, moet de caravan op een gelijke ondergrond worden
gezet, zodat de koelkast in beide richtingen stabiel is. Of dat het
geval is, kan worden gecontroleerd door een kleine luchtbelwaterpas
op de ijslaplank van de koelkast te leggen en die met behulp van een
spiegeltje van boven te bekijken. Als het voertuig niet op een gelijke
ondergrond kan worden gezet en meer dan een half uur scheef moet
staan, moet de koelkast tijdelijk worden uitgezet.
Opmerking: Nadat aanvankelijk is gecontroleerd of de koelkast ín
beide richtingen stabiel is geïnstalleerd ten opzichte van de caravan,
is het mogelijk dat u naderhand een beter toegankelijk en plat
oppervlak vindt waarop de luchtbelwaterpas voortaan kan worden
neergelegd. Op de trekbalk van de caravan, bijvoorbeeld, kan een
tweewegswaterpas of dooswaterpas worden gelegd (of permanent
worden aangebracht), die bij het verstellen van de hoogte van het
steunwiel snel kan aangeven hoe de caravan, en dus ook de
koelkast, kan worden gelijk gezet.
2. GASDRUK
Alvorens de koelkast met flessengas in gebruik te nemen, moet
worden gecontroleerd of het soort gas en de gasdrukregelaar die u
van plan bent te gebruiken overeenkomen met de grootte van de
brandstraal en de gasregelklep die in de koelkast zijn aangebracht.
3. HET IN GEBRUIK NEMEN VAN DE KOELKAST
(zie fig. 2)
Voordat u de koelkast voor het eerst gebruikt, is het raadzaam om
hem van binnen goed schoon te maken en ook de accessoires te
reinigen (zie onder 'Schoonmaken').
Voordat de koelkast wordt aangezet, moet altijd worden
gecontroleerd of de alternative bedieningsmethode 'uit' is,
aangezien de koelkast niet op twee manieren tegelijk kan
werken. Als de caravan enige tijd moet stilstaan, moet worden
gecontroleerd of de koelkast rechtop staat.
Om de gasregelaar (4) op een andere stand te zetten, moet de knop
eerst worden ingedrukt.
Het aansteken van de brander
1. Schakel de electronische contactschakelaar (5) aan door het
rechteruiteinde tegenover het streepje in te drukken. Het
lampje in de schakelaar moet nu knipperen, waarmee wordt
aangegeven dat het vonken plaatsvindt.
2. Draai de gasregelaar (4) naar de maximumstand (nr. 3), druk
de knop in en houd hem ingedrukt.
3. Wanneer de brander aan gaat, zal het neonlampje in de
schakelaar ophouden met knipperen en tenslotte geheel uit
gaan. Wanneer dit gebeurt, moet de knop (4) nog 15 seconden
ingedrukt worden gehouden om het thermo-element boven de
brander warm te laten worden, waarna de knop kan worden
losgelaten. Als het lampje in de schakelaar opnieuw gaat
knipperen, betekent het dat de vlam is uit gegaan. In dat geval
moet bovenstaande methode worden herhaald.
4. Wanneer de brander is aan gegaan, moet de
contactschakelaar in de 'On' (aan) stand gelaten worden. Als
de vlam uit gaat, als gevolg van een windvlaag bijvoorbeeld,
zal de contactschakelaar onmiddellijk beginnen te vonken en
de brander opnieuw aansteken.
Opmerking: Als de brander niet binnen ongeveer één minuut
opnieuw wordt aangestoken, zal het vlamstoringmechaniekje
gaan werken en de gastoevoer naar de brander afsluiten. Het
neonlampje in de schakelaar zal echter blijven knipperen om u er
op attent te maken dat er iets mis is of dat de gasfles leeg is.
Aansteekprocedure voor gasbrander in noodgevallen
Hoewel de electronische contactschakelaar voornamelijk is
ontworpen voor aansluiting op een autoaccu van 12V, zal hij ook
werken via een droge cel van 9V. Als de aanbevolen autoaccu-
verbinding niet verkrijgbaar is, kan de brander worden
aangestoken met gebruik van type PP3, PP7, PP9 of
gelijkwaardige accu, zoals voor radio's wordt gebruikt. Bij gebruik
van deze methode moet de '+' en '-' polariteit worden
geobserveerd, anders zal de contactschakelaar níet werken.
4. DE KOELKAST OP DE NETVOEDING (230V)
LATEN WERKEN
BELANGRIJK: Alvorens de caravan op de netvoeding aan te
sluiten, moet altijd worden gecontroleerd of de netvoeding een
effectieve aardverbinding heeft en de polariteit juist is ten
opzichte van de netspanningsbedrading in de caravan. Voor de
veiligheid is het van essentíeel belang, vooral bij gebruik in het
buitenland, om te controleren of er aardcontinuteit is en of de
polariteit juist is ten opzichte van de aangesloten netvoeding. (Er
zijn verschillende merken polariteits- en aardcontinuteitsmonitors
voor dit doel te koop).
Om de koelkast op de netvoeding aan te sluiten, moeten de
gasregelkop (4, fig. 2), de contactschakelaar (5, fig. 2) en de accu
van 12V zíjn uitgeschakeld. Steek de stekker van de koelkast in
het stopcontact en zet de koelkast aan. Zet de electrische
thermostaatknop (6, fig. 3) op stand 3 of 4.
5. DE KOELKAST OP 12 VOLT LATEN WERKEN
Wanneer de caravan wordt getrokken, is het raadzaam om de
koelkast op electriciteit te laten werken, d.w.z. met de accu van
12V in het trekkende voertuig, en niet door middel van flessengas.
Het is belangrijk om te weten dat de koelkast alleen bij 12V moet
worden gebruikt wanneer de motor van de auto draait en de accu
oplaadt, en gedurende korte perioden wanneer de caravan
stilstaat, anders kan de accu zodanig worden ontlaaden, dat de
motor er niet meer mee kan worden gestart. Wanneer de caravan
meer dan een betrekkelijk korte periode stilstaat, zeg maar een
half uur, moet de caravan op een gelijke ondergrond worden
gezet, de koelkast van de accu van 12V worden losgemaakt en zo
nodig met flessengas of de netvoeding weer worden opgestart.
Om op 12V te kunnen werken, is de boiler van de koelinrichting
uitgerust met een verwarmingselement van 85 watt, dat is
aangesloten op een tweewegseindblok aan de achterkant van de
koelkast. Gebruik bij 12V wordt niet door de thermostaat
geregeld, zodat de koelinrichting werkt zolang de koelkast op de
accu van 12V is aangesloten. (Aangezien gebruik bij 12V alleen
bestemd is voor wanneer de caravan wordt getrokken, is het
onwaarschijnlijk dat overkoeling optreedt tijdens een betrekkelijk
korte tijdsperiode. Als overkoeling optreedt wanneer de caravan
gedurende langere periodes wordt getrokken, mag de koelkast zo
nodig af en toe worden afgezet).