Dometic RMS 8550 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Deze installatiehandleiding zorgvuldig bewaren.
S.v.p. doorgeven aan degene die het apparaat na U gebruikt.
© Dometic GmbH - 2007 - Wijzigingen voorbehouden - Gedrukt in Duitsland
3
Inhoudsopgave
E1.0 MONTAGEHANDLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
E1.1 Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
E1.2 Tochtvrije inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
E1.3 Ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
E1.4 Inbouw van het ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
E1.5 Rookgasafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
E1.6 De inbouwnis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
E1.7 Bevestiging van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
E1.8 Gasinstallatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
E1.9 Elektrische installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
E2.0 Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
E2.1 Données techniques . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
E2.2 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
WAARSCHUWING geeft aan dat het om een potentieel
gevaarlijke situatie gaat die kan leiden tot de dood of
ernstig letsel, wanneer de aangegeven instructies niet
worden opgevolgd.
LET OP geeft aan dat het om een potentieel gevaarlijke
situatie gaat die kan leiden tot licht tot middelzware ver-
wondingen, wanneer de aangegeven instructies niet
worden opgevolgd.
LET OP zonder veiligheidssymbool geeft aan dat het om
een potentieel gevaarlijke situatie gaat die kan leiden tot
beschadigingen aan het apparaat, wanneer de aange-
geven instructies niet worden opgevolgd.
INFORMATIE
MILIEUADVIES
WAARSCHUWING!
LET OP!
LET OP!
Verklaring van de gebruikte symbolen
THE SIGN OF COMFORT
4
E1.0 Montagehandleiding
Bij installatie van de koelkast moet de techni-
sche en administratieve regelgeving van het
land, waarin het voertuig voor het eerst wordt
geregistreerd, worden nageleefd. Verder dienen
de montagevoorschriften van de producent in
acht te worden genomen. In Europa moeten bijv.
gasapparaten, leidingen, de opstelling van gas-
cilinders alsmede de goedkeuring en de dicht-
heidscontrole voldoen aan EN 1949 voor vloei-
baargastoestellen in voertuigen.
De koelkast en de rookgasafvoer moeten
zodanig worden ingebouwd, dat deze voor
servicewerkzaamheden steeds goed bereik-
baar zijn, gemakkelijk ge(de)monteerd en uit
het voertuig verwijderd kunnen worden.
Bij de installatie en aansluiting van de koelkast
dienen de volgende bepalingen overstemmend
met de allernieuwste techniek, in acht te worden
genomen:
 De elektrische installatie moet conform
zijn met de nationale en lokale voorschrif-
ten.
 De gasinstallatie moet conform zijn met de
nationale en lokale voorschriften.
 Europese norm EN 1949
 Europese norm EN 60335-1,
EN 60335-2-24, EN 1648-1 , EN 1648-2
 Installeer het apparaat zodanig, dat het
beschermd is tegen overmatige warmtestralin.
Te hoge warmtestraling heeft een negatieve invloed
op de prestaties en vergroot het energieverbruik van
de koelkast!
E1.1 Inbouw
LET OP!
Bij afwijkingen van deze montagehandleiding zonder voorafgaande toestemming
van Dometic vervalt de garantie van Dometic GmbH!
Indien de koelkast direct naast de toegangsdeur
wordt geïnstalleerd, moet u erop letten dat de
ventilatieroosters niet worden afgedekt door de
openstaande deur (afb. E1, afstand deur - ven-
tilatierooster min. 25 mm). Te kleine afstand leidt
tot onvoldoende ventilatie en zodoende tot ver-
lies van koelprestatie. De deurkant van de cara-
van is vaak uitgerust met een voortent of mar-
kies. Dit kan de afvoer van rookgassen en
warmte door de ventilatieroosters belemmeren
(verminderde koelprestatie)!
E1.1.1 Montage aan de zijkant
De koelkast mag alleen door een erkend
installateur worden geplaatst!
WAARSCHUWING!
5
Bij deze inbouwvariant is regelmatig onderhoud van de gasbrander slechts na
demontage van het apparaat mogelijk. De koelkast moet zodanig worden geïnstal-
leerd, dat deze gemakkelijk van zijn plaats kan worden gehaald.
Wij adviseren u daarom een opening voor de onderhoudsbeurten aan de buitenkant
aan te laten brengen.
E1.1.2 Montage aan de zijkant met vloer-dak-ventilatie
Afb. E1
Afb. E2
Afb. E3
Ventilatieroosters niet
geblokkeerd! OK!
(Afb.E1) Ventilatieroosters zijn geblokkeerd. De
afstand tussen de deur en de ventilatieroosters
moet ten minste 25 mm bedragen!
Bij een afstand tussen deur en rooster van 25
mm tot 45 mm adviseren wij u ventilatiekit
(artikelnr. 241 2985 - 00/0) van Dometic aan te
brengen voor een optimale koelprestatie bij een
hoge omgevingstemperatuur.
(Afb. E2) Ook bij openstaande deur kunnen
aggregaatwarmte en rookgassen ongehinderd
door de ventilatieroosters wegstromen.
Een andere oplossing is om de ventilatie van de
koelkast via een vloerrooster en een dakont-
luchting te laten plaatsvinden (zie afb. E3).
Tussen de bovenkant van de koelkast en de
luchtafvoer via het dak moet een rookkanaal
worden voorzien, dat de warme lucht en even-
tuele rookgassen van het koelkastaggregaat
direct naar de dakventilatie voert.
De opening in de vloer moet een vrije dwars-
doorsnede van ten minste 250 cm² hebben. De
opening moet van een beveiliging zoals b.v. een
roosterplaat en -gaas zijn voorzien om het bin-
nendringen van vuil in de gasbrander te voorko-
men. Bij deze ventilatievariant kan er in verge-
lijking tot een ventilatie aan de zijkant meer vuil
aan de achterkant van de koelkast binnendrin-
gen, zodat regelmatig onderhoud van de gas-
brander ten minste éénmaal per jaar noodzake-
lijk is.
Opening in de vloer:
min. 50 mm breed
min. 520 mm lang
Warme lucht
Condensator
Advies:
dakventilatie
R500
THE SIGN OF COMFORT
6
De montage achterin het voertuig heeft vaak
nadelen, omdat een optimale luchttoevoer en -
afvoer niet altijd is gewaarborgd (zo kan het ven-
tilatierooster aan de onderkant door de bumper
of de achterlichten van het voertuig worden
afgedekt!) (Afb. E4). De maximale koelprestatie
van het aggregaat is effectief niet beschikbaar.
Een ongunstige inbouwvariant achterin het voer-
tuig is de plaatsing van ventilatieroosters aan de
zijkant (afb. E6). De lucht-warmtecirculatie wordt
in hoge mate beperkt, waardoor de warmtewis-
selaars (condensor, absorber) niet meer voldo-
ende worden gekoeld. Ook de variant met een
extra in de vloer gemonteerd ventilatierooster
leidt tot een slechte luchtstroomgeleiding.
E1.1.3 Inbouw achterin
Afb. E4
Afb. E5
Ventilatierooster niet
geblokkeerd! OK!
Afb. E6
De maximale koelprestatie is niet beschik-
baar! Pas deze inbouwvariant niet toe; venti-
latie zoals beschreven onder punt E1.3 is zo
niet gewaarborgd!
LET OP!
E1.2 Tochtvrije inbouw
Koelkasten in caravans, campers en andere
voertuigen moeten tochtvrij worden geïnstal-
leerd (EN 1949).
Dit betekent dat de lucht voor de brander niet uit
de woonruimte afkomstig is en dat wordt voor-
komen dat rookgassen in de woonruimte
terechtkomen.
In geen geval mag het tochtvrij installeren van de koelkast met afdichtingskit of opschui-
mend materiaal (b.v. montageschuim) e.d. geschieden. Gebruik voor het afdichten GEEN
licht ontvlambare materialen (in het bijzonder siliconenkit e.d.), er bestaat brandgevaar!
Bij toepassing daarvan vervallen de productaansprakelijkheid en garantie van de fabri-
kant van het apparaat.
WAARSCHUWING!
7
Afb. E8
Afb. E9
Afb. E10
Afb. E11
Afb. E7
Er moet een geschikte afdichting tussen de ach-
terkant van de koelkast en de woonruimte van
het voertuig worden aangebracht.
Dometic adviseert dringend dit d.m.v. een flexi-
bele dichting te doen om (de)montage van het
apparaat voor onderhoud te vereenvoudigen.
Om het aanbrengen van dergelijke flexibele
dichtingslippen gemakkelijker te maken,
beschikken de koelkasten van de Dometic
Absorber Generation RM 8xxx over een aan de
buitenzijden en de onderzijde lopende gleuf (zie
afb. hiernaast)
Uitzondering: wielkastmodellen zonder gleuf
aan de onderzijde
Dometic adviseert in de inbouwnis boven het
apparaat een strip met een warmteafvoerplaat
te monteren, zodat de opstijgende aggregaat-
warmte meteen naar buiten kan worden geleid.
De afvoerplaat moet eveneens van een dich-
tingslip worden voorzien.
Uitbouw van de koelkast voor onderhoud en
reparatie is zo eenvoudig mogelijk.
De flexibele dichtingen worden in de gleuf die
langs de behuizing loopt, gestoken. Duw de
noppenkant stevig in de gleuf. Let erop dat de
dichtingen gelijkmatig tegen de behuizing aan
zitten.
Dometic-Dicht-Kit für RM 8xxx:
Art.-Nummer :
THE SIGN OF COMFORT
8
De ruimte tussen de caravanwand en de koel-
kast is van de woonruimte afgesloten. Hierdoor
komen er geen rookgassen in de woonruimte.
De rookgassen worden via het bovenste ventila-
tierooster naar buiten afgevoerd. Bij een
tochtvrije installatie is geen speciaal rookgasaf-
voersysteem vereist. Bij deze inbouwvariant kan
zowel boven als beneden hetzelfde ventilatie-
rooster L200 zonder rookgasafvoer worden toe-
gepast.
Wilt u toch een rookkanaal, dan kunt u in de
bovenste ventilatieopening het ventilatiesys-
teem L100 met rookgasafvoer monteren (
mon-
tage schoorsteen zie "E1.7"
).
Wijzigingen uitsluitend met toestemming van de fabrikant!
Afb. E12
Afb. E13
E1.3 Ventilatie van de koelkast
Een juiste installatie van het apparaat is van
doorslaggevend belang voor het goed functio-
neren, omdat er aan de achterkant van de koel-
kast altijd warmte wordt gegenereerd die naar
buiten moet kunnen ontsnappen.
Bei hohen Umgebungstemperaturen ist die volle Leistung des Kühlaggregates nur
durch eine ausreichende Be- und Entlüftung gewährleistet.
De ventilatie voor de koelkast wordt verzorgd
door twee openingen in de caravanwand. Verse
lucht komt onderaan binnen en wordt opge-
warmd weer afgevoerd door het bovenste ven-
tilatierooster (schoorsteeneffect). Het bovenste
ventilatierooster moet zo hoog mogelijk
boven de condensor (A) worden aange-
bracht. Het onderste ventilatierooster moet
gelijk zijn met de vloer van het voertuig, zodat
onverbrand gas (dat zwaarder is dan lucht)
direct naar de buitenlucht kan wegstromen. Als
dit niet mogelijk is, moet door de fabrikant van
het voertuig een ventilatieopening in de bodem
van de nis aangebracht worden, zodat er geen
onverbrand gas ter hoogte van de vloer hangen
blijftt.
L100
L100
(L200)
L200
Ventilatieopening
L100
(L200)
L200
9
Afb. E14
Afb. E15
De ventilatieroosters moeten een vrij
oppervlak van ten minste 250 cm² hebben.
Het Dometic Absorber ventilatiesysteem L100 /
L200, speciaal voor dit doel gekeurd en toege-
laten, voldoet aan deze voorwaarde.
Het bovenste ventilatiesysteem L100 bestaat uit
een montageframe (R1640), een ventilatieroo-
ster met afvoereenheid (A1620) en een winteraf-
dekking (WA120). Het onderste ventilatiesys-
teem L200 bestaat ook uit een montageframe
(R1650), een ventilatierooster (A1630, zonder
afvoereenheid) en een winterafdekking
(WA130).
Afb. E20
De correcte plaatsing van het onderste ventilatierooster vereenvoudigt de toegang
tot elektra- en gasaansluitingen bij onderhoudswerkzaamheden.
E1.4 Inbouw van het ventilatiesysteem
Afb. E16
Afb. E17
Afb. E18
Afb. E19
Afb. E21
Dicht het montageframe
waterdicht af (
vervalt bij
inbouwframes met geïn-
tegreerde afdichting
).
1.
Plaats het frame en
schroef het vast.
2.
Plaats het ventilatieroo-
ster.
3.
Zet het ventilatierooster
vast.
4.
Klik de afvoereenheid op
zijn plaats (
alleen voor
het bovenste ventilatie-
systeem L100
).
5.
Monteer de winterafdek-
king.
6.
THE SIGN OF COMFORT
10
De koelkast moet tochtvrij in een nis worden
ingebouwd. (zie ook "E1.2"). De afmetingen voor
de nis vindt u in de onderstaande tabel.
Verhoging (A) is alleen vereist bij wielkastmodel-
len. Duw de koelkast in de nis totdat de voorkant
van de koelkast gelijk is met die van de nis. Laat
een ruimte van 15 tot 20 mm over tussen de
achterwand van de nis en de koelkast! De vloer
van de nis moet vlak zijn, zodat de koelkast
gemakkelijk in de goede positie kan worden
geschoven. De vloer moet sterk genoeg zijn om
het gewicht van de koelkast te dragen.
E1.6 De inbouwnis
Zorg ervoor dat de koelkast waterpas in de nis is geïnstalleerd.
Afb. E23
Aanbrengen van het standaard rookkanaal:
Afb. E22
1. Verbind T-stuk (E) met adapter (F) of uit-
laatpjip (K) en draai schroef (G) vast. Zorg
ervoor dat warmteverdeler (H) op de juiste posi-
tie zit.
2. Plaats uitlaatpijp met afdekplaat (C) in de jui-
ste opening in frame (I) en verbind deze met T-
stuk (E). Verkort indien nodig uitlaat (C) tot de
vereiste lengte.
3. Plaats ventilatierooster L100 (D) in montage-
frame (I) en maak dit vast met de sluithendel
links van het rooster.
4. Plaats kap (B) op uitlaat (C).
5. Plaats afvoereenheidstuk (A) in ventilatieroo-
ster (D).
De rookgasafvoer moet zodanig zijn dat alle ver-
brandingsproducten volledig naar buiten wor-
den afgevoerd. Ter voorkoming van condensatie
dient de afvoerpijp in een stijgende lijn naar
boven worden gemonteerd. Bij de afvoervariant
zoals gedemonstreerd in afb. E22 kan de winter-
afdekking aan de zijkant worden aangebracht.
Een afwijkende installatie vermindert de
koelprestatie en kan verval van garantie/ pro-
ductaansprakelijkheid tot gevolg hebben.
E1.5 Afvoer rookgassen en aanbrengen rookkanaal
LET OP!
A
11
Afmetingen installatienis:
Plaatsing in de nis:
Model Hoogte H Breedte B Diepte T Hoogte HSt Diepte TS
t
Afb. E24
Afb. E25 Afb. E26
Let er bij inbouw van het apparaat op dat de
deurscharnieren voldoende gesteund worden.
Op afb. E24 ziet u de ideale opstelling van de
koelkast, terwijl afb. E25 de maximaal mogelijke
afstand van opsteloppervlak tot einde scharnier
laat zien. Bij een inbouw zoals in afb. E26 kan
het scharnier de mogelijk deurlast niet meer
dragen. De maximumafstand van 40mm mag
daarom niet worden overschreden.
Meest ideale opstelling
Maximumafstandn Afstand niet > 40mm
RMS 8400(L)
RMS 8401(L)
RMS 8405(L)
RM 8400(L)
RM 8401(L)
RM 8405(L)
RMS 8460(L)
RMS 8461(L)
RMS 8465(L)
RMS 8500(L)
RMS 8501(L)
RMS 8505(L)
RMS 8550(L)
RMS 8551(L)
RMS 8555(L)
RM 8500(L)
RM 8501(L)
RM 8505(L)
RM 8550(L)
RM 8551(L)
RM 8555(L)
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
825 mm
490 mm
490 mm
490 mm
490 mm
490 mm
490 mm
490 mm
490 mm
490 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
527 mm
542 mm
542 mm
542 mm
542 mm
542 mm
542 mm
607 mm
607 mm
607 mm
542 mm
542 mm
542 mm
597 mm
597 mm
597 mm
542 mm
542 mm
542 mm
597 mm
597 mm
597 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
220 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
235 mm
THE SIGN OF COMFORT
12
Aan de zijwanden van de koelkast vindt u vier
kunststof moffen voor het bevestigen van de
koelkast. De zijwanden of aangebrachte strips
voor het bevestigen van de koelkast moeten
zodanig zijn dat de schroeven goed vast blijven
zitten, zelfs bij een zwaardere belasting (tijdens
het rijden). Bevestigingsschroeven en afdek-
kapjes worden meegeleverd bij de koelkast.
Schroeven altijd door de aanwezige moffen
draaien, zodat onderdelen in de isolatie,
zoals kabels en dergelijke, niet worden
beschadigd.
Nadat de koelkast in zijn definitieve positie is
geplaatst, draait u de schroeven door de behui-
zing van de koelkast heen in de wand van de
nis.
E1.7 Bevestiging koelkast
Afb. E27
Afb. E28
LET OP!
13
E1.8 De gasinstallatie
 Neem de bepalingen onder punt E1.1 in
acht!
 Deze koelkast is bestemd voor installatie
in een vloeibaargastoestel conform
EN1949 en mag uitsluitend gebruikt wor-
den op vloeibaar gas (propaan, butaan,
geen aardgas, steenkoolgas) .
 De gascilinder gas moet worden aanges-
loten op een instelbare drukregelaar
volgens EN 12864.
 De drukregelaar moet overeenkomen met
de bedrijfsdruk die op het typeplaatje van
de koelkast staat vermeld. De bedrijfsdruk
komt overeen met de standaarddruk van
het bestemmingsland (EN 1949, EN 732).
 Voor voertuigen is slechts één uniforme
aansluitdruk toegestaan! U dient op de
plaats van de gascilinder goed zichtbaar
een waarschuwingsbord aan te brengen,
waarop goed en permanent leesbaar de
De gasaansluiting mag alleen worden uitge-
voerd door een erkend installateur*.
WAARSCHUWING!
Afb. E29
SW 14
SW 17
LLEETT OOPP!!
20 Nm
max
15 Nm
max
*
d.w.z. een vakbekwaam installateur die op basis van
opleiding en ervaring garant kan staan voor de uitvoering
van de dichtheidscontrole volgens de voorschriften.
bedrijfsdruk staat aangegeven.
Dometic koelkasten van deze serie zijn uitgerust
voor een aansluitdruk van 30 mbar. Gebruik bij
een aansluiting aan een 50 mbar-installatie de
Truma voordrukregelaar VDR 50/30.
 De gasaansluiting met de koelkast moet
d.m.v. aansluitleidingen vast en span-
ningsvrij worden geïnstalleerd en vast
met het voertuig zijn verbonden (verbin-
ding d.m.v. slang is niet toegestaan) (EN
1949).
 De gasaansluiting met de koelkast wordt
uitgevoerd met een (Ermeto-)snijringkop-
peling L8, DIN 2353-ST conform EN 1949.
 Na vakkundige installatie moet er een
dichtheidscontrole en een vlambeveili-
gingscontrole conform EN1949 worden
uitgevoerd door een erkend installateur*.
Van de keuring dient een certificaat te
worden afgegeven.
 Het koelaggregaat moet d.m.v. een afslui-
tinrichting in de toevoerleiding afsluitbaar
zijn. De afsluitinrichting moet op een voor
de gebruiker gemakkelijk toegankelijke
plaats worden aangebracht.
THE SIGN OF COMFORT
14
Doorsneden en lengtes van leidingen bij caravan/motorcaravan:
E1.9 De elektrische installatie
 De elektrische installatie moet voldoen
aan de nationale voorschriften.
 De verbindingskabels moeten zodanig
worden gelegd dat deze niet in contact
komen met hete onderdelen van het appa-
raat of de brander of met scherpe randen.
 Bij veranderingen aan de interne elektri-
sche installatie of het aansluiten van
andere elektrische componenten (bijv.
extra ventilatoren) aan de interne bedra-
ding van het apparaat vervalt het e1/CE-
certificaat, evenals iedere aanspraak op
garantiebepalingen en productaansprake-
lijkheid!
De elektrische installatie mag alleen wor-
den uitgevoerd door een erkend installa-
teur.
WAARSCHUWING!
 De stroomvoorziening moet afkomstig zijn
van een volgens de voorschriften geaard
stopcontact of een geaarde aansluiting.
Indien een stekker wordt gebruikt voor de
aansluiting op het stroomnet, moet deze
stekker vrij toegankelijk zijn.
Indien de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door de servicedienst van
Dometic of gekwalificeerd personeel wor-
den vervangen om risico's te vermijden.
Wij adviseren de leiding via een beveiliging in
het voertuig te installeren.
E1.9.1 Aansluiting op de stroomvoorziening
E1.9.2 Aansluiting op de accu
De 12V-aansluitkabel van het voertuig wordt via
een klemmenlijst op de koelkast aangesloten
(polen correct aansluiten). De bedrading voor de
verwarmingspatroon (zie schakelschema, aans-
luiting A, B; aansluitkabel rood/wit) moet met
een directe, zo kort mogelijke verbinding op de
accu of de dynamo worden aangesloten.
4 mm
²
< 6 m
6 mm
²
> 6 m
min 2,5 mm
²
(EN1648-1)
Doorsnede Lengte
Motorcaravan &
Caravan (binnen)
Caravan (buiten)
2,5mm²
Afb. E30
15
D+ - Anschluss :
E1.9.4 D+ en aansluiting zonnepaneelinstallatie (alleen bij AES-modellen)
In >Automatic mode< selecteert de AES-
regelelektronica automatisch de meest efficiën-
te energiebron. In deze modus gebruikt de elek-
tronica het signaal D+ (Dynamo +) van de dyna-
mo ter herkenning van 12V DC. De energiebron
wordt alleen geselecteerd als de motor van het
voertuig loopt om leeglopen van de accu te ver-
mijden.
In het voertuig moet de 12V stroomkring met
een 16A zekering worden beveiligd.
Opdat bij het afzetten van de voertuigmotor niet
vergeten wordt, tevens de 12V- voorziening uit
te schakelen (de accu zou binnen een paar uur
leeg zijn), dient de stroomvoorziening voor het
verwarmingspatroon (aansluiting A/B in het
schakelschema, pag. 17) zodanig te worden uit-
gevoerd dat deze bij het omdraaien van de con-
tactsleutel wordt onderbroken. De aansluiting
C/D (verlichting, elektronica; aansluitkabel
zwart/violet) moet gevoed worden met een 12V
(DC) continuvoeding, die d.m.v. een 2A zekering
in het voertuig moet worden beveiligd!
Bij installatie in een caravan mogen de
min- en pluskabels van de 12V-aanslui-
tingen A/B en C/D niet met elkaar worden
verbonden (EN 1648-1).
LET OP!
LET OP!
D+
S+
aan de zijde
van het voertuig
aan de zijde van
het apparaat
Afb. E31
THE SIGN OF COMFORT
Aansluitingen:
E1.9.3 Klemmenlijst
A = massa v/h verwarmingselement DC
B = plus v/h verwarmingselement DC
C = massa v/d elektronica
D = plus v/d elektronica
D+ = dynamosignaal
S+ = AES-ingangssignaal van de laadregelaar
voor zonnepaneelinstallaties
AB
D+
S+
CD
-
+
+
-
aan de zijde
van het voertuig
aan de zijde van
het apparaat
Afb. E31
Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klem-
men C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica).
16
S+ - Aansluiting:
Als alternatief kan de energiebron 12V DC
gevoed worden via de zonnepaneelinstallatie
van het voertuig. De zonnepaneelinstallatie
moet voorzien zijn van een solarlaadregelaar
met AES-uitgang (laadregelaars zijn ver-
krijgbaar in de vakhandel). De aansluiting S+
(Solar +) moet op de passende klem van de
solarlaadregelaar (AES-uitgang) worden aan-
gesloten. De regelelektronica gebruikt het
signaal S+ van de solarlaadregelaar ter herken-
ning van 12V DC solar.
D+
S+
aan de zijde
van het voertuig
aan de zijde van
het apparaat
Afb. E33
Afb. E34
Kabeldoorsneden:
Omschakeltijden van de energiebronnen in de automatic modus:
Via de D+ en S+ aansluitingen loopt geen hoge
spanning, voor deze aansluitingen hoeven geen
kabels met grote doorsneden te worden gebruikt
(ca. 1 mm² is voldoende).
230V
Gas 12V Solar
12V DC
~2-5 s
~2-5 s
~2-5 s
~2-5 s
~2-5 s
~2-5 s
~2-5 s
15 min
~2-5 s
~2-5 s
18
Schakelschema RM8xx1 :
Afb. E36
A
B
C
D
Legenda: p. 21
Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klem-
men C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica).
19
THE SIGN OF COMFORT
Schakelschema RM8xx5 :
Afb. E37
A
B
C
D
Legenda: p. 21
Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klem-
men C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica).
20
Schakelschema RM8xx5 met elektrisch slot (optioneel):
Afb. E38
Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klem-
men C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica).
21
THE SIGN OF COMFORT
Legenda:
Anschlusskabel DC
Anschlusskabel Netz
Klemmleiste
Erdung
Heizelement DC
Heizelement AC
Reed-Schalter
Thermoschalter
Energiewahlschalter
Batteriezündung
Galvanometer
Aansluitkabel DC
Aansluitkabel stroomnet
Klemmenlijst
Aarding
Verwarmingselement DC
Verwarmingselement AC
Reedschakelaar
Thermoschakelaar
Energiekeuzeschakelaar
Batterie-ontsteking
Galvanometer
Aansluitingen:
A = min verwarmingselement 12V DC
B = plus verwarmingselement 12V DC
C = min verlichting 12V DC
D = plus verlichting 12V DC
Kleuren:
braun bruin
schwarz zwart
weiss wit
gelb/grün geel/groen
blau blauw

Documenttranscriptie

Deze installatiehandleiding zorgvuldig bewaren. S.v.p. doorgeven aan degene die het apparaat na U gebruikt. © Dometic GmbH - 2007 - Wijzigingen voorbehouden - Gedrukt in Duitsland 2 THE SIGN OF COMFORT Inhoudsopgave E1.0 MONTAGEHANDLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E1.1 E1.2 E1.3 E1.4 E1.5 E1.6 E1.7 E1.8 E1.9 Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tochtvrije inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inbouw van het ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rookgasafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De inbouwnis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bevestiging van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gasinstallatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Elektrische installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4 6 8 9 10 10 12 13 14 E2.0 Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 E2.1 E2.2 Données techniques . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklaring van de gebruikte symbolen WAARSCHUWING! LET OP! LET OP! WAARSCHUWING geeft aan dat het om een potentieel gevaarlijke situatie gaat die kan leiden tot de dood of ernstig letsel, wanneer de aangegeven instructies niet worden opgevolgd. LET OP geeft aan dat het om een potentieel gevaarlijke situatie gaat die kan leiden tot licht tot middelzware verwondingen, wanneer de aangegeven instructies niet worden opgevolgd. LET OP zonder veiligheidssymbool geeft aan dat het om een potentieel gevaarlijke situatie gaat die kan leiden tot beschadigingen aan het apparaat, wanneer de aangegeven instructies niet worden opgevolgd. INFORMATIE MILIEUADVIES 3 22 23 E1.0 Montagehandleiding acht te worden genomen. In Europa moeten bijv. gasapparaten, leidingen, de opstelling van gascilinders alsmede de goedkeuring en de dichtheidscontrole voldoen aan EN 1949 voor vloeibaargastoestellen in voertuigen. Bij installatie van de koelkast moet de technische en administratieve regelgeving van het land, waarin het voertuig voor het eerst wordt geregistreerd, worden nageleefd. Verder dienen de montagevoorschriften van de producent in E1.1 Inbouw LET OP!  De gasinstallatie moet conform zijn met de nationale en lokale voorschriften. De koelkast en de rookgasafvoer moeten zodanig worden ingebouwd, dat deze voor servicewerkzaamheden steeds goed bereikbaar zijn, gemakkelijk ge(de)monteerd en uit het voertuig verwijderd kunnen worden.  Europese norm EN 1949  Europese norm EN 60335-1, EN 60335-2-24, EN 1648-1 , EN 1648-2  Installeer het apparaat zodanig, dat het beschermd is tegen overmatige warmtestralin. Te hoge warmtestraling heeft een negatieve invloed op de prestaties en vergroot het energieverbruik van de koelkast! WAARSCHUWING! De koelkast mag alleen door een erkend installateur worden geplaatst! Bij de installatie en aansluiting van de koelkast dienen de volgende bepalingen overstemmend met de allernieuwste techniek, in acht te worden genomen:  De elektrische installatie moet conform zijn met de nationale en lokale voorschriften. Bij afwijkingen van deze montagehandleiding zonder voorafgaande toestemming van Dometic vervalt de garantie van Dometic GmbH! E1.1.1 Montage aan de zijkant lies van koelprestatie. De deurkant van de caravan is vaak uitgerust met een voortent of markies. Dit kan de afvoer van rookgassen en warmte door de ventilatieroosters belemmeren (verminderde koelprestatie)! Indien de koelkast direct naast de toegangsdeur wordt geïnstalleerd, moet u erop letten dat de ventilatieroosters niet worden afgedekt door de openstaande deur (afb. E1, afstand deur - ventilatierooster min. 25 mm). Te kleine afstand leidt tot onvoldoende ventilatie en zodoende tot ver- 4 THE SIGN OF COMFORT (Afb.E1) Ventilatieroosters zijn geblokkeerd. De afstand tussen de deur en de ventilatieroosters moet ten minste 25 mm bedragen! Bij een afstand tussen deur en rooster van 25 mm tot 45 mm adviseren wij u ventilatiekit (artikelnr. 241 2985 - 00/0) van Dometic aan te brengen voor een optimale koelprestatie bij een hoge omgevingstemperatuur. Afb. E1 (Afb. E2) Ook bij openstaande deur kunnen aggregaatwarmte en rookgassen ongehinderd door de ventilatieroosters wegstromen. Ventilatieroosters niet geblokkeerd! OK! Afb. E2 E1.1.2 Montage aan de zijkant met vloer-dak-ventilatie Een andere oplossing is om de ventilatie van de koelkast via een vloerrooster en een dakontluchting te laten plaatsvinden (zie afb. E3). Tussen de bovenkant van de koelkast en de luchtafvoer via het dak moet een rookkanaal worden voorzien, dat de warme lucht en eventuele rookgassen van het koelkastaggregaat direct naar de dakventilatie voert. Advies: dakventilatie R500 Warme lucht De opening in de vloer moet een vrije dwarsdoorsnede van ten minste 250 cm² hebben. De opening moet van een beveiliging zoals b.v. een roosterplaat en -gaas zijn voorzien om het binnendringen van vuil in de gasbrander te voorkomen. Bij deze ventilatievariant kan er in vergelijking tot een ventilatie aan de zijkant meer vuil aan de achterkant van de koelkast binnendringen, zodat regelmatig onderhoud van de gasbrander ten minste éénmaal per jaar noodzakelijk is. Condensator Opening in de vloer: min. 50 mm breed min. 520 mm lang Afb. E3 Bij deze inbouwvariant is regelmatig onderhoud van de gasbrander slechts na demontage van het apparaat mogelijk. De koelkast moet zodanig worden geïnstalleerd, dat deze gemakkelijk van zijn plaats kan worden gehaald. Wij adviseren u daarom een opening voor de onderhoudsbeurten aan de buitenkant aan te laten brengen. 5 E1.1.3 Inbouw achterin De montage achterin het voertuig heeft vaak nadelen, omdat een optimale luchttoevoer en afvoer niet altijd is gewaarborgd (zo kan het ventilatierooster aan de onderkant door de bumper of de achterlichten van het voertuig worden afgedekt!) (Afb. E4). De maximale koelprestatie van het aggregaat is effectief niet beschikbaar. Ventilatierooster niet geblokkeerd! OK! Afb. E4 Afb. E5 Een ongunstige inbouwvariant achterin het voertuig is de plaatsing van ventilatieroosters aan de zijkant (afb. E6). De lucht-warmtecirculatie wordt in hoge mate beperkt, waardoor de warmtewisselaars (condensor, absorber) niet meer voldoende worden gekoeld. Ook de variant met een extra in de vloer gemonteerd ventilatierooster leidt tot een slechte luchtstroomgeleiding. LET OP! De maximale koelprestatie is niet beschikbaar! Pas deze inbouwvariant niet toe; ventilatie zoals beschreven onder punt E1.3 is zo niet gewaarborgd! Afb. E6 E1.2 Tochtvrije inbouw de woonruimte afkomstig is en dat wordt voorkomen dat rookgassen in de woonruimte terechtkomen. Koelkasten in caravans, campers en andere voertuigen moeten tochtvrij worden geïnstalleerd (EN 1949). Dit betekent dat de lucht voor de brander niet uit WAARSCHUWING! In geen geval mag het tochtvrij installeren van de koelkast met afdichtingskit of opschuimend materiaal (b.v. montageschuim) e.d. geschieden. Gebruik voor het afdichten GEEN licht ontvlambare materialen (in het bijzonder siliconenkit e.d.), er bestaat brandgevaar! Bij toepassing daarvan vervallen de productaansprakelijkheid en garantie van de fabrikant van het apparaat. 6 THE SIGN OF COMFORT Er moet een geschikte afdichting tussen de achterkant van de koelkast en de woonruimte van het voertuig worden aangebracht. Dometic adviseert dringend dit d.m.v. een flexibele dichting te doen om (de)montage van het apparaat voor onderhoud te vereenvoudigen. Om het aanbrengen van dergelijke flexibele dichtingslippen gemakkelijker te maken, beschikken de koelkasten van de Dometic Absorber Generation RM 8xxx over een aan de buitenzijden en de onderzijde lopende gleuf (zie afb. hiernaast) Uitzondering: wielkastmodellen zonder gleuf aan de onderzijde Afb. E7 Dometic adviseert in de inbouwnis boven het apparaat een strip met een warmteafvoerplaat te monteren, zodat de opstijgende aggregaatwarmte meteen naar buiten kan worden geleid. De afvoerplaat moet eveneens van een dichtingslip worden voorzien. Uitbouw van de koelkast voor onderhoud en reparatie is zo eenvoudig mogelijk. Afb. E8 Afb. E9 De flexibele dichtingen worden in de gleuf die langs de behuizing loopt, gestoken. Duw de noppenkant stevig in de gleuf. Let erop dat de dichtingen gelijkmatig tegen de behuizing aan zitten. Dometic-Dicht-Kit für RM 8xxx: Art.-Nummer : Afb. E10 Afb. E11 7 voersysteem vereist. Bij deze inbouwvariant kan zowel boven als beneden hetzelfde ventilatierooster L200 zonder rookgasafvoer worden toegepast. De ruimte tussen de caravanwand en de koelkast is van de woonruimte afgesloten. Hierdoor komen er geen rookgassen in de woonruimte. De rookgassen worden via het bovenste ventilatierooster naar buiten afgevoerd. Bij een tochtvrije installatie is geen speciaal rookgasaf- Wilt u toch een rookkanaal, dan kunt u in de bovenste ventilatieopening het ventilatiesysteem L100 met rookgasafvoer monteren (montage schoorsteen zie "E1.7"). L100 Afb. E12 Wijzigingen uitsluitend met toestemming van de fabrikant! E1.3 Ventilatie van de koelkast Een juiste installatie van het apparaat is van doorslaggevend belang voor het goed functioneren, omdat er aan de achterkant van de koel- kast altijd warmte wordt gegenereerd die naar buiten moet kunnen ontsnappen. Bei hohen Umgebungstemperaturen ist die volle Leistung des Kühlaggregates nur durch eine ausreichende Be- und Entlüftung gewährleistet. De ventilatie voor de koelkast wordt verzorgd door twee openingen in de caravanwand. Verse lucht komt onderaan binnen en wordt opgewarmd weer afgevoerd door het bovenste ventilatierooster (schoorsteeneffect). Het bovenste ventilatierooster moet zo hoog mogelijk boven de condensor (A) worden aangebracht. Het onderste ventilatierooster moet gelijk zijn met de vloer van het voertuig, zodat onverbrand gas (dat zwaarder is dan lucht) direct naar de buitenlucht kan wegstromen. Als dit niet mogelijk is, moet door de fabrikant van het voertuig een ventilatieopening in de bodem van de nis aangebracht worden, zodat er geen onverbrand gas ter hoogte van de vloer hangen blijftt. L100 (L200) L100 (L200) L200 L200 Ventilatieopening Afb. E13 8 THE SIGN OF COMFORT L200, speciaal voor dit doel gekeurd en toegelaten, voldoet aan deze voorwaarde. De ventilatieroosters moeten een vrij oppervlak van ten minste 250 cm² hebben. Het Dometic Absorber ventilatiesysteem L100 / De correcte plaatsing van het onderste ventilatierooster vereenvoudigt de toegang tot elektra- en gasaansluitingen bij onderhoudswerkzaamheden. E1.4 Inbouw van het ventilatiesysteem Het bovenste ventilatiesysteem L100 bestaat uit een montageframe (R1640), een ventilatierooster met afvoereenheid (A1620) en een winterafdekking (WA120). Het onderste ventilatiesys- teem L200 bestaat ook uit een montageframe (R1650), een ventilatierooster (A1630, zonder afvoereenheid) en een winterafdekking (WA130). Afb. E14 Afb. E15 1. Dicht het montageframe waterdicht af (vervalt bij inbouwframes met geïntegreerde afdichting). 4. Zet het ventilatierooster vast. Afb. E19 Afb. E16 2. Plaats het frame en schroef het vast. 5. Klik de afvoereenheid op zijn plaats (alleen voor het bovenste ventilatiesysteem L100). Afb. E17 Afb. E20 6. Monteer de winterafdekking. 3. Plaats het ventilatierooster. Afb. E21 Afb. E18 9 E1.5 Afvoer rookgassen en aanbrengen rookkanaal De rookgasafvoer moet zodanig zijn dat alle verbrandingsproducten volledig naar buiten worden afgevoerd. Ter voorkoming van condensatie dient de afvoerpijp in een stijgende lijn naar boven worden gemonteerd. Bij de afvoervariant zoals gedemonstreerd in afb. E22 kan de winterafdekking aan de zijkant worden aangebracht. LET OP! Een afwijkende installatie vermindert de koelprestatie en kan verval van garantie/ productaansprakelijkheid tot gevolg hebben. Aanbrengen van het standaard rookkanaal: 1. Verbind T-stuk (E) met adapter (F) of uitlaatpjip (K) en draai schroef (G) vast. Zorg ervoor dat warmteverdeler (H) op de juiste positie zit. 2. Plaats uitlaatpijp met afdekplaat (C) in de juiste opening in frame (I) en verbind deze met Tstuk (E). Verkort indien nodig uitlaat (C) tot de vereiste lengte. 3. Plaats ventilatierooster L100 (D) in montageframe (I) en maak dit vast met de sluithendel links van het rooster. 4. Plaats kap (B) op uitlaat (C). 5. Plaats afvoereenheidstuk (A) in ventilatierooster (D). Afb. E22 E1.6 De inbouwnis De koelkast moet tochtvrij in een nis worden ingebouwd. (zie ook "E1.2"). De afmetingen voor de nis vindt u in de onderstaande tabel. Verhoging (A) is alleen vereist bij wielkastmodellen. Duw de koelkast in de nis totdat de voorkant van de koelkast gelijk is met die van de nis. Laat een ruimte van 15 tot 20 mm over tussen de achterwand van de nis en de koelkast! De vloer van de nis moet vlak zijn, zodat de koelkast gemakkelijk in de goede positie kan worden geschoven. De vloer moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de koelkast te dragen. A Afb. E23 Zorg ervoor dat de koelkast waterpas in de nis is geïnstalleerd. 10 THE SIGN OF COMFORT Afmetingen installatienis: Model Hoogte H Breedte B Diepte T Hoogte HSt Diepte TSt RMS 8400(L) 825 mm 490 mm 542 mm 220 mm 235 mm RMS 8401(L) 825 mm 490 mm 542 mm 220 mm 235 mm RMS 8405(L) 825 mm 490 mm 542 mm 220 mm 235 mm RM 8400(L) 825 mm 490 mm 542 mm RM 8401(L) 825 mm 490 mm 542 mm RM 8405(L) 825 mm 490 mm 542 mm RMS 8460(L) 825 mm 490 mm 607 mm 220 mm 235 mm RMS 8461(L) 825 mm 490 mm 607 mm 220 mm 235 mm RMS 8465(L) 825 mm 490 mm 607 mm 220 mm 235 mm RMS 8500(L) 825 mm 527 mm 542 mm 220 mm 235 mm RMS 8501(L) 825 mm 527 mm 542 mm 220 mm 235 mm RMS 8505(L) 825 mm 527 mm 542 mm 220 mm 235 mm RMS 8550(L) 825 mm 527 mm 597 mm 220 mm 235 mm RMS 8551(L) 825 mm 527 mm 597 mm 220 mm 235 mm RMS 8555(L) 825 mm 527 mm 597 mm 220 mm 235 mm RM 8500(L) 825 mm 527 mm 542 mm RM 8501(L) 825 mm 527 mm 542 mm RM 8505(L) 825 mm 527 mm 542 mm RM 8550(L) 825 mm 527 mm 597 mm RM 8551(L) 825 mm 527 mm 597 mm RM 8555(L) 825 mm 527 mm 597 mm Plaatsing in de nis: Meest ideale opstelling Afb. E24 Maximumafstandn Let er bij inbouw van het apparaat op dat de deurscharnieren voldoende gesteund worden. Op afb. E24 ziet u de ideale opstelling van de koelkast, terwijl afb. E25 de maximaal mogelijke afstand van opsteloppervlak tot einde scharnier laat zien. Bij een inbouw zoals in afb. E26 kan Afb. E25 Afstand niet > 40mm Afb. E26 het scharnier de mogelijk deurlast niet meer dragen. De maximumafstand van 40mm mag daarom niet worden overschreden. 11 E1.7 Bevestiging koelkast Aan de zijwanden van de koelkast vindt u vier kunststof moffen voor het bevestigen van de koelkast. De zijwanden of aangebrachte strips voor het bevestigen van de koelkast moeten zodanig zijn dat de schroeven goed vast blijven zitten, zelfs bij een zwaardere belasting (tijdens het rijden). Bevestigingsschroeven en afdekkapjes worden meegeleverd bij de koelkast. LET OP! Schroeven altijd door de aanwezige moffen draaien, zodat onderdelen in de isolatie, zoals kabels en dergelijke, niet worden beschadigd. Afb. E27 Nadat de koelkast in zijn definitieve positie is geplaatst, draait u de schroeven door de behuizing van de koelkast heen in de wand van de nis. Afb. E28 12 THE SIGN OF COMFORT E1.8 De gasinstallatie bedrijfsdruk staat aangegeven. WAARSCHUWING! De gasaansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een erkend installateur*. * d.w.z. een vakbekwaam installateur die op basis van opleiding en ervaring garant kan staan voor de uitvoering van de dichtheidscontrole volgens de voorschriften.  De gasaansluiting met de koelkast moet d.m.v. aansluitleidingen vast en spanningsvrij worden geïnstalleerd en vast met het voertuig zijn verbonden (verbinding d.m.v. slang is niet toegestaan) (EN 1949).  Neem de bepalingen onder punt E1.1 in acht!  Deze koelkast is bestemd voor installatie in een vloeibaargastoestel conform EN1949 en mag uitsluitend gebruikt worden op vloeibaar gas (propaan, butaan, geen aardgas, steenkoolgas) .  De gasaansluiting met de koelkast wordt uitgevoerd met een (Ermeto-)snijringkoppeling L8, DIN 2353-ST conform EN 1949.  De gascilinder gas moet worden aangesloten op een instelbare drukregelaar volgens EN 12864.  De drukregelaar moet overeenkomen met de bedrijfsdruk die op het typeplaatje van de koelkast staat vermeld. De bedrijfsdruk komt overeen met de standaarddruk van het bestemmingsland (EN 1949, EN 732).  Voor voertuigen is slechts één uniforme aansluitdruk toegestaan! U dient op de plaats van de gascilinder goed zichtbaar een waarschuwingsbord aan te brengen, waarop goed en permanent leesbaar de LET OP! 15 Nm max 20 Nm max Dometic koelkasten van deze serie zijn uitgerust voor een aansluitdruk van 30 mbar. Gebruik bij een aansluiting aan een 50 mbar-installatie de Truma voordrukregelaar VDR 50/30.  Na vakkundige installatie moet er een dichtheidscontrole en een vlambeveiligingscontrole conform EN1949 worden uitgevoerd door een erkend installateur*. Van de keuring dient een certificaat te worden afgegeven.  Het koelaggregaat moet d.m.v. een afsluitinrichting in de toevoerleiding afsluitbaar zijn. De afsluitinrichting moet op een voor de gebruiker gemakkelijk toegankelijke plaats worden aangebracht. SW 17 SW 14 Afb. E29 13 E1.9 De elektrische installatie WAARSCHUWING! De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door een erkend installateur.  De elektrische installatie moet voldoen aan de nationale voorschriften.  De verbindingskabels moeten zodanig worden gelegd dat deze niet in contact komen met hete onderdelen van het apparaat of de brander of met scherpe randen.  Bij veranderingen aan de interne elektrische installatie of het aansluiten van andere elektrische componenten (bijv. extra ventilatoren) aan de interne bedrading van het apparaat vervalt het e1/CEcertificaat, evenals iedere aanspraak op garantiebepalingen en productaansprakelijkheid! E1.9.1 Aansluiting op de stroomvoorziening  De stroomvoorziening moet afkomstig zijn van een volgens de voorschriften geaard stopcontact of een geaarde aansluiting. Indien een stekker wordt gebruikt voor de aansluiting op het stroomnet, moet deze stekker vrij toegankelijk zijn. Indien de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door de servicedienst van Dometic of gekwalificeerd personeel worden vervangen om risico's te vermijden. Wij adviseren de leiding via een beveiliging in het voertuig te installeren. E1.9.2 Aansluiting op de accu De 12V-aansluitkabel van het voertuig wordt via een klemmenlijst op de koelkast aangesloten (polen correct aansluiten). De bedrading voor de verwarmingspatroon (zie schakelschema, aans- luiting A, B; aansluitkabel rood/wit) moet met een directe, zo kort mogelijke verbinding op de accu of de dynamo worden aangesloten. Doorsneden en lengtes van leidingen bij caravan/motorcaravan: Motorcaravan & Caravan (binnen) Caravan (buiten) Doorsnede Lengte 4 mm² 6 mm² <6m 2,5mm² >6m min 2,5 mm² (EN1648-1) Afb. E30 14 THE SIGN OF COMFORT LET OP! In het voertuig moet de 12V stroomkring met een 16A zekering worden beveiligd. Opdat bij het afzetten van de voertuigmotor niet vergeten wordt, tevens de 12V- voorziening uit te schakelen (de accu zou binnen een paar uur leeg zijn), dient de stroomvoorziening voor het verwarmingspatroon (aansluiting A/B in het schakelschema, pag. 17) zodanig te worden uitgevoerd dat deze bij het omdraaien van de contactsleutel wordt onderbroken. De aansluiting C/D (verlichting, elektronica; aansluitkabel zwart/violet) moet gevoed worden met een 12V (DC) continuvoeding, die d.m.v. een 2A zekering in het voertuig moet worden beveiligd! LET OP! Bij installatie in een caravan mogen de min- en pluskabels van de 12V-aansluitingen A/B en C/D niet met elkaar worden verbonden (EN 1648-1). E1.9.3 Klemmenlijst Aansluitingen: aan de zijde van het apparaat - aan de zijde van het voertuig + D+ S+ - A = massa v/h verwarmingselement DC B = plus v/h verwarmingselement DC C = massa v/d elektronica D = plus v/d elektronica + D+ = dynamosignaal S+ = AES-ingangssignaal van de laadregelaar voor zonnepaneelinstallaties A B C D Afb. E31 Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klemmen C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica). E1.9.4 D+ en aansluiting zonnepaneelinstallatie (alleen bij AES-modellen) D+ - Anschluss : In >Automatic mode< selecteert de AESregelelektronica automatisch de meest efficiënte energiebron. In deze modus gebruikt de elektronica het signaal D+ (Dynamo +) van de dynamo ter herkenning van 12V DC. De energiebron wordt alleen geselecteerd als de motor van het voertuig loopt om leeglopen van de accu te vermijden. aan de zijde van het apparaat D+ S+ aan de zijde van het voertuig Afb. E31 15 S+ - Aansluiting: Als alternatief kan de energiebron 12V DC gevoed worden via de zonnepaneelinstallatie van het voertuig. De zonnepaneelinstallatie moet voorzien zijn van een solarlaadregelaar met AES-uitgang (laadregelaars zijn verkrijgbaar in de vakhandel). De aansluiting S+ (Solar +) moet op de passende klem van de solarlaadregelaar (AES-uitgang) worden aangesloten. De regelelektronica gebruikt het signaal S+ van de solarlaadregelaar ter herkenning van 12V DC solar. aan de zijde van het apparaat D+ S+ aan de zijde van het voertuig Afb. E33 Kabeldoorsneden: Via de D+ en S+ aansluitingen loopt geen hoge spanning, voor deze aansluitingen hoeven geen kabels met grote doorsneden te worden gebruikt (ca. 1 mm² is voldoende). Omschakeltijden van de energiebronnen in de automatic modus: Gas ~2-5 s 12V Solar ~2-5 s ~2-5 s ~2-5 s ~2-5 s ~2-5 s ~2-5 s ~2-5 s 230V 15 min ~2-5 s 12V DC Afb. E34 16 Schakelschema RM8xx1 : B A D C Afb. E36 Legenda: p. 21 Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klemmen C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica). 18 THE SIGN OF COMFORT Schakelschema RM8xx5 : B A D C Afb. E37 Legenda: p. 21 Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klemmen C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica). 19 Schakelschema RM8xx5 met elektrisch slot (optioneel): Afb. E38 Bij MES- en AES-modellen is het noodzakelijk een 12V continuvoeding op de klemmen C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de regelelektronica). 20 THE SIGN OF COMFORT Legenda: Anschlusskabel DC Anschlusskabel Netz Klemmleiste Erdung Heizelement DC Heizelement AC Reed-Schalter Thermoschalter Energiewahlschalter Batteriezündung Galvanometer Aansluitkabel DC Aansluitkabel stroomnet Klemmenlijst Aarding Verwarmingselement DC Verwarmingselement AC Reedschakelaar Thermoschakelaar Energiekeuzeschakelaar Batterie-ontsteking Galvanometer Aansluitingen: A = min verwarmingselement 12V DC B = plus verwarmingselement 12V DC C = min verlichting 12V DC D = plus verlichting 12V DC Kleuren: braun schwarz weiss gelb/grün blau bruin zwart wit geel/groen blauw 21
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Dometic RMS 8550 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen