Listo LT5510-L2b Handleiding

Type
Handleiding
LT5510-L2b / 8008556
Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 4
Beschrijving van het product 6
Technische gegevens 7
Montage 7
Bedieningspaneel 10
Opties 11
Programmatabel 12
Voor het eerste gebruik 15
Dagelijks gebruik 15
Aanwijzingen en tips 18
Onderhoud en reiniging 19
Probleemoplossing 22
Verbruikswaarden 24
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.boulanger.com/info/assistance
Service Relation Clients
Avenue de la Motte
CS80137
59811 Lesquin
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Deze machine is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk
gebruik en ontworpen om machinewasbare stoffen te
wassen, spoelen en centrifugeren. U dient zich aan de
volgende instructies te houden. Wij wijzen iedere
aansprakelijkheid en garantie van de hand als u zich niet
aan deze aanbevelingen houdt, aangezien dit kan leiden tot
schade aan de apparatuur of tot lichamelijk letsel.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
2
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te
worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
keukenruimten van personeel in winkels, kantoren en
andere werkruimten;
boerderijen;
door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Volg het maximale laadvolume van 5.5 kg (zie het
hoofdstuk "Programmatabel").
De operationele waterdruk (minimaal en maximaal) moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten
vloerbedekking.
Het apparaat moet met de nieuwe meegeleverde slangset
worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
3
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Installatie
De installatie moet voldoen aan
de relevante nationale
voorschriften.
Verwijder alle verpakking en de
transportbouten, inclusief de rubberen
mof met kunststof afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat verplaatst
moet worden in de toekomst, moeten
ze opnieuw bevestigd worden om de
trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
op plekken waar de temperatuur onder
de 0°C komt of waar het wordt
blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
Installeer het apparaat niet direct boven
de vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en
stel het niet bloot aan overmatige
vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deksel niet helemaal open
kan.
Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt
mogen worden.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het
netsnoer niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
4
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of
er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten,
het water laten stromen tot het schoon
en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de erkende klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk om water uit de
afvoerslang te zien stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met de
erkende klantenservice voor de andere
afvoerslang en het verlengstuk.
Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, elektrische
schokken, brand, brandwonden
en schade aan het apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert.
Plaats geen bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt
mogen worden.
Niet gebruiken met een extern
afstandsbedieningsysteem of ander
apparaat dat automatisch wordt
ingeschakeld.
Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie
of niet-professionele reparatie gevolgen
kan hebben voor de veiligheid en de
garantie kan doen vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en aquastops,
printplaten, elektronische displays,
drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware met
inbegrip van resetsoftware, deur,
deurscharnier en afdichtingen, andere
afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen relevant
zijn voor alle modellen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
5
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Apparaatoverzicht
6
7
10
4
5
8
9
3
1 2
1
Bedieningspaneel
2
Deksel
3
Handgreep deksel
4
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
5
Watertoevoerslang
6
Afvoerslang
7
Netsnoer
8
Transportbouten
9
Slangensteun
10
Typeplaatje
6
Informatie voor het registreren van producten.
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A),
het productnummer (B), de elektrische
classificaties (C) en het serienummer (D).
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het infolabel vermeldt de modelnaam (A), het
productnummer (B ) en het serienummer (C).
A
B
C
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / diepte / to‐
tale diepte
39,7 cm /89,0 cm /59,9 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen
en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspannings‐
apparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belasting Katoen 5.5 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel‐
heid
951 rpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7
Uitpakken
1.
2
1
2.
1
2
1
2
3. 4.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren
voor als u het apparaat gaat verplaatsen.
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en verplaatsing van het apparaat tijdens de
werking te voorkomen.
WAARSCHUWING! Plaats geen karton, hout of vergelijkbare mate‐
rialen onder de voeten van het apparaat om deze waterpas te stel‐
len.
8
Watertoevoer
90
O
90
O
3/4”
3/4”
1/2”
3/4”
0.3-10 bar
FI
DK
SE
NO
Accessoires die bij het apparaat worden
geleverd, kunnen per model verschillen.
Zorg ervoor dat de slangen
geen beschadigingen
vertonen en dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort is.
Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
Afvoer
min.600 mm
max.1000 mm
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 600
mm en niet meer dan 1.000 mm worden geplaatst.
Je kunt de afvoerslang maximaal 4000 mm verlengen. Neem contact op met de erkende servi‐
cedienst voor de andere afvoerslang en de verlenging.
Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van de
deur van het apparaat en het hoofdstuk
'Technische gegevens' geven de
9
benodigde elektrische waarden aan. Zorg
ervoor dat ze compatibel zijn met de
netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met ons
geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
BEDIENINGSPANEEL
Beschrijving van het bedieningspaneel
31
5678
42
1
Programmaknop
2
Themostaatregelknop
3
Départ/Pause startknop
4
Indicatielampjes
5
Départ/Pause-knop
6
Rinçage plus-knop
7
Option keuzeknop
8
Essorage keuzeknop
Indicatielampjes
Prélavage/Lavage-
wasfase
Het indicatielampje gaat aan na op de knop
Départ/Pause te hebben gedrukt. Dit bete‐
kent dat de wasautomaat in werking is.
Rinçage/Essorage-
spoelgangfase
Het indicatielampje gaat aan als het appa‐
raat de extra spoelfase uitvoert.
10
Fin de cycle -
einde programma
Het indicatielampje gaat aan wanneer het
programma is afgelopen.
OPTIES
Température
Deze knop laat u de temperatuur
afgepaster kiezen op het te wassen
wasgoed.
Als u stand (Koud) kiest zal de
machine wassen met koud water.
Essorage
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen. Het
indicatielampje van de ingestelde snelheid
gaat branden.
Je kunt ook extra opties instellen.
Extra centrifugeopties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen uit te schakelen.
Alleen de afvoerfase is beschikbaar.
Stel deze optie in voor zeer fijne
stoffen.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma’s.
Rapide
Met deze optie kun je de programmaduur
inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
lichte vervuiling of om wasgoed op te
frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Deze optie is niet beschikbaar voor elk
programma. Raadpleeg voor meer
informatie de compatibiliteit van
programma-opties in het hoofdstuk
"Programma's".
Arrêt cuve pleine
Kies deze optie om kreuken te beperken:
Het wasprogramma eindigt met water
in de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreuken te beperken.
De deur blijft vergrendeld. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Om het water af te voeren zie
"Water afvoeren na het einde
van de cyclus".
Rinçage plus
Met deze optie kunt u spoelingen
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Départ différé
Met deze optie kunt u de start van een
programma 9, 6 of 3 uur uitstellen.
Het lampje van de ingestelde waarde
brandt.
11
PROGRAMMATABEL
Programma
Standaard temperatuur
Temperatuurbereik
Maxima‐
le lading
Maxima‐
le centri‐
fugeer‐
snelheid
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60
40ºC
1)
5.5 kg
1000 rpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuil‐
de was. Het energieverbruik daalt en de duurtijd
van het wasprogramma neemt toe, waardoor goe‐
de wasresultaten worden gegarandeerd.
40 °C
90°C - koud
5.5 kg
1000 rpm
Wit katoen. Zwaar en normaal bevuild wasgoed.
40 °C
90°C - koud
5.5 kg
1000 rpm
Wit en bont katoen. Zwaar en normaal bevuild
wasgoed.
40 °C
60°C - Koud
3 kg
1000 rpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal ver‐
vuilde was.
30 °C
40°C - Koud
2 kg
700 rpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde
stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Voor
normaal en licht bevuild wasgoed.
40 °C
40°C - Koud
1 kg
1000 rpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendi‐
ge wol en andere stoffen met «handwas»-sym‐
bool
2)
.
20 °C
2.5 kg
1000 rpm
Speciaal programma voor licht bevuilde katoenen,
synthetische en gemengde stoffen. Stel dit pro‐
gramma in om het energieverbruik te verminderen.
Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor la‐
ge temperaturen om goede wasresultaten te krij‐
gen.
5.5 kg
1000
rpm
3)
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen.
Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het
type wasgoed.
5.5 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle
stoffen.
5.5 kg
1000 rpm
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stof‐
fen. Om het wasgoed te centrifugeren en het water
uit de trommel te pompen.
12
Programma
Standaard temperatuur
Temperatuurbereik
Maxima‐
le lading
Maxima‐
le centri‐
fugeer‐
snelheid
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
40 °C
60°C - Koud
1 kg
900 rpm
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen
moeten worden. Normaal en licht bevuild was‐
goed.
4)
30 °C
1 kg
900 rpm
Synthetische en delicate stoffen. Licht vervuilde
items of op te frissen items.
40 °C
60°C - Koud
3 kg
1000 rpm
Jeans en kleding van tricot. Ook voor donkere
kledij.
30 °C
1 kg
700 rpm
Een korte cyclus voor licht vervuilde syntheti‐
sche en delicate items of voor items om op te
frissen.
1)
Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild katoe‐
nen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gegevens
wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen pro‐
gramma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken dat de
trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
3)
De standaard centrifugeersnelheid is 700 rpm.
4)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifu‐
geerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe.
Programmaopties compatibiliteit
Programma
Esso‐
rage
Arrêt
cuve
pleine
Rapide
1)
Rin‐
çage
plus
Dé‐
part
différé
Eco 40-60
13
Programma
Esso‐
rage
Arrêt
cuve
pleine
Rapide
1)
Rin‐
çage
plus
Dé‐
part
différé
1)
Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk
om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen
lading: katoen: 2.8 kg, synthetische en delicate stoffen: 1.5 kg.
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Program‐
ma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof
(Liquid
Universal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde
was
Fijne was
en wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
-- --
-- --
-- --
-- -- --
-- -- --
-- -- --
-- --
-- -- --
14
Program‐
ma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof
(Liquid
Universal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde
was
Fijne was
en wol
Speciaal
-- --
-- -- --
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
▲ = Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat
u het apparaat voor het eerst
gebruikt, kunt u wat water in
het apparaat waarnemen. Dit is
restwater dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige functietest
werd uitgevoerd om te
garanderen dat het apparaat in
perfect functionerende staat
aan de klant wordt geleverd en
is geen reden voor
ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in op
de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Wasgoed in de machine doen
1. Open het deksel.
2. Druk op de toets A.
A
De trommel gaat automatisch open.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
4. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
5. Sluit de trommel en het deksel.
LET OP! Voordat u de deur
van de machine sluit, dient u
erop te letten dat de trommel
goed is gesloten.
Wasmiddel en toevoegingen
gebruiken
1. Meet het wasmiddel en wasverzachter
af.
15
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de compartimenten.
Wasmiddeldoseerbakjes
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegin‐
gen (textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot
boven het niveau
MAX.
Wanneer u een programma instelt met een
voorwas, doe dan het wasmiddel voor de
voorwasfase rechtstreeks in de trommel.
Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het programma in te stellen:
Het lampje van de knop Départ/
Pause knippert.
2. Indien nodig, wijzig de
centrifugeersnelheid of voeg extra
opties toe. Als u een optie activeert,
gaat het indicatielampje van de
ingestelde optie branden.
Als u iets incorrect instelt,
begint het indicatielampje
Départ/Pause rood te
knipperen.
Een programma starten zonder
een uitgestelde start
Druk op de knop Départ/Pause.
Het indicatielampje van deze knop
stopt met knipperen en blijft
branden.
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje van de
huidige cyclus brandt.
Bij het begin van een wascyclus
kan de afvoerpomp een tijdje
werken.
Een programma starten met een
uitgestelde start
1. Druk op de knop Départ différé om de
gewenste uitsteltijd in te stellen.
Het lampje van het ingestelde startuitstel
brandt.
2. Druk op de knop Départ/Pause:
De machine begint de tijd af te
tellen.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het programma automatisch
gestart.
U kunt de instelling van het
startuitstel annuleren of
wijzigen voordat u op de knop
Départ/Pause drukt.
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Départ/Pause om het
apparaat in te stellen op pauze.
2. Druk op Départ différé totdat het
lampje van het startuitstel dooft.
Druk weer op Départ/Pause om het
programma direct te starten.
Een programma onderbreken en
de opties wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op de knop Départ/Pause. Het
indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk nogmaals op de knop Départ/
Pause. Het wasprogramma gaat
verder.
Het deksel openen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is het deksel van het apparaat
vergrendeld.
16
LET OP! Als de temperatuur
en het waterniveau in de
trommel te hoog zijn, kunt u het
deksel niet openen.
Open het deksel tijdens de eerste 10
minuten van de cyclus en wanneer het
startuitstel in werking is:
1. Druk op Départ/Pause om het
apparaat te pauzeren.
2. Na enkele minuten kunt u het deksel
openen.
3. Sluit het deksel en druk opnieuw op de
knop Départ/Pause. Het programma
(of startuitstel) gaat verder.
Open het deksel van het apparaat als
het programma in werking is:
1. Draai de programmaknop op Arrêt om
het apparaat uit te schakelen.
2. Wacht een paar minuten met het
openen van het deksel.
3. Sluit het deksel en stel het programma
opnieuw in.
Een actief programma
annuleren
1. Druk de programmaknop naar Arrêt
om het programma te annuleren en
om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de programmaknop
om het apparaat in te schakelen. U
kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in dit
geval voor dat het wasmiddel
nog in het doseerbakje zit, zo
niet vul het dan bij.
Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
Het lampje van de knop Départ/Pause
gaat uit.
Het lampje
brandt.
U kunt het deksel openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Draai de programmaknop op Arrêt om
het apparaat uit te schakelen.
Laat het deksel iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er
staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van de knop
Départ/Pause knippert. Het deksel blijft
vergrendeld.
U moet het water afvoeren om het
deksel te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Stel een "Pomp"- of een
"Centrifugeerprogramma" in. De
centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op de knop Départ/Pause. Het
apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Wanneer het programma is voltooid,
kunt u na enkele minuten het deksel
openen.
4. Draai de programmaknop op Arrêt om
het apparaat uit te schakelen.
Standby
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige
modus geactiveerd, wanneer u het
apparaat niet uitschakelt. Hierdoor wordt
het energieverbruik beperkt wanneer het
apparaat in de standby-stand staat.
Druk op een van de knoppen om de
energiezuinige modus te deactiveren.
17
AANWIJZINGEN EN TIPS
Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt. We
raden je aan ze apart te wassen voor
de eerste keer.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
- onderbreek het programma en open
de deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik');
-herverdeel de lading met de hand
zodat de items gelijkmatig over de
trommel zijn verdeeld;
- druk op de toets Départ/Pause. De
centrifugeerfase gaat door.
Vermijd het wassen van kleding vol met
lange haren van dieren of van kleren
van slechte kwaliteit die veel pluis
afgeven, want dat kan het afvoercircuit
blokkeren en daarom leiden tot de
noodzaak van hulp van een technicus.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Bind riemen,
koorden, veters, linten en andere losse
elementen vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
Type en hoeveelheid
wasmiddel.
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst deze
algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van fijne
was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
18
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel of de andere
toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau ( ) te
overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten
of -pods, plaatst u ze altijd in de
trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te
nemen:
Normaal vuile was kan zonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan dan op een lagere
temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de
waterhardheid van uw huishoudelijk
systeem. Zie "Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheid in voor het
geselecteerde wasprogramma voordat
u uw was droogt in een wasdroger.
Dit bespaart energie tijdens het drogen!
Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Schema periodieke reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
19
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter maand
Dekselafdichting
reinigen
Iedere twee maan‐
den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
den
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Iedere twee maan‐
den
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd
hoe u elk onderdeel moet reinigen.
Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken leeg
zijn en dat alle losse elementen
zijn vastgebonden voordat u
uw cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in 'Aanwijzingen
en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals
metalen clip, knoppen, munten, enz.) die u
kunt vinden in de filter van de
toevoerslang en de trommel. Raadpleeg
de paragrafen 'De trommel reinigen' en
'De filter van de toevoerslang en de
klepfilter reinigen'. Neem indien nodig
contact op met een erkend
servicecentrum.
Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog. Gebruik
geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP! Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP! Gebruik de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het wassen
van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het
product.
Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is
het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelmatig
een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt
te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
Dekselafdichting
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
20
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het
product.
De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen. Voor een
complete reiniging:
- Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal. Voeg een
kleine hoeveelheid schoonmaakmiddel toe
aan de lege trommel om achtergebleven
resten weg te spoelen.
- Draai een kort katoenprogramma op
hoge temperatuur.
Volg altijd de instructies die je
op de verpakking van het
product vindt.
Het wasmiddelbakje reinigen
1.
1
2
2.
2
1
Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
2.
21
3. 4.
90
O
90
O
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat geïnstalleerd is in een
ruimte waar de temperatuur lager is dan
0°C, verwijder dan het resterende water
uit de toevoerslang en de afvoerpomp.
Voer deze procedure ook uit
als u de noodafvoer wilt
uitvoeren.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Verwijder de afvoerslang van de
achtersteun en maak de slang los van
de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden iedere afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat
het water uit de slangen stromen.
5. Selecteer het programma Pompen en
laat dit tot het eind van de cyclus
draaien.
6. Draai de programmaknop op stand
Arrêt om het apparaat uit te schakelen.
7. Haal het apparaat uit het stopcontact.
WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0°C voordat je het
apparaat opnieuw gebruikt. De
fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade
veroorzaakt door lage
temperaturen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Introductie
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens
de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Neem als dit niet lukt
contact op met het geautoriseerd
servicecentrum.
Het rode indicatielampje of de knop
knippert.
WAARSCHUWING! Schakel
het apparaat uit voordat u
controles uitvoert.
22
Mogelijke storingen
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
Zorg dat het deksel van het apparaat en de trommeldeuren
gesloten zijn.
Verzeker jezelf ervan dat er geen beschadigde zekering in het
zekeringenkastje is.
Zorg ervoor dat de Start/Pauze is ingedrukt.
Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de
instelling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
Schakel de kinderslotfunctie uit, als deze actief is (indien be‐
schikbaar).
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Controleer of de waterkraan geopend is.
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contact op met je plaatselijke wa‐
terleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de
toevoerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan
zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'. Als het probleem
opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de
toevoerslang of het filter van de afvoerklep dat geknikt of ge‐
bogen kan zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servi‐
cedienst.
De machine pompt geen
water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af‐
voerfilter. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be‐
vindt. De slang is mogelijk te laag.
Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt
zonder afvoerfase.
Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt
met water in de kuip.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan nor‐
maal.
Stel het centrifugeprogramma in.
Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter
indien nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af‐
voerfilter. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifu‐
geerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door
problemen met de balans.
23
Probleem Mogelijke oplossing
Er is water op de vloer. Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen
stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet beschadigd is.
Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoe‐
veelheid gebruikt.
Je kunt het deksel van
het apparaat niet ope‐
nen.
Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als
er water in de trommel zit.
Het apparaat maakt een
ongewoon geluid.
Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Zie 'Installatie'.
Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten
verwijderd zijn. Zie 'Installatie'.
Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is moge‐
lijk te klein.
De wasresultaten zijn
niet bevredigend.
Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander
wasmiddel.
Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwij‐
deren voordat je het wasgoed wast.
Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
Verminder de wasgoedlading.
Je kunt geen optie instel‐
len.
Zorg ervoor dat je alleen de gewenste knop(en) indrukt.
Schakel na de controle de machine in. Het
programma wordt voortgezet vanaf het
punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem
je contact op met een erkende
servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst
staan op het typeplaatje.
Als het apparaat andere alarmcodes toont
(het indicatielampje van knop knippert
rood). Schakel het apparaat uit en weer in.
Als het probleem aanhoudt, neem je
contact op met de erkende servicedienst.
VERBRUIKSWAARDEN
Inleiding
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
24
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat
wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie
gerelateerd aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel
ter referentie samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL
te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de
modelnaam en het productnummer die u vindt op het
typeplaatje van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
Legenda
kg Wasgoed. u:m
m
Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeer‐
snelheid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschil‐
lende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -
druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u de
standaardinstelling van een programma wijzigt.
Volgens Verordening (EU)
2019/2023 van de Commissie
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige bela‐
ding
5.5 1.000 46 3:00 60 47 951
Halve belading 2.8 0.590 36 2:20 60 41 951
Kwartbelading 1.5 0.635 36 2:20 62 41 951
1)
Maximale centrifugesnelheid.
25
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde
start (W)
0,48 0,48 4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
Veelvoorkomende programma's
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Coton
2)
90°C
5.5 2.25 85 3:20 60 85 1000
Coton
60°C
5.5 1.65 85 3:20 60 55 1000
3)
20°C
2.5 0.22 55 2:10 50 20 1000
Synthétiques
40°C
3 0.65 55 2:10 37 40 1000
Délicats
4)
30°C
2 0.35 50 1:00 37 30 700
Laine/Lavage à la
main
30°C
1 0.20 35 1:10 32 30 1000
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
26
*
192908780-A-052021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Listo LT5510-L2b Handleiding

Type
Handleiding