6
NL
Technische gegevens
Gewicht: E.2000-50 / E.2000-350 : 2,6 Kg E.2000-1000 : 4,6 kg
Afmetingen: E.2000-50 / E.2000-350 : 145,5 mm x 150 mm x 85 mm. E.2000-1000 : 170,5 mm x 175 mm x 110 mm
Nauwkeurigheid: +/-1%, +/-1 cijfer van de afgelezen waarde.
Display: 4 Digit, 7 LED-segmenten. Aantal updates: twee per seconde (2Hz).
Gebruikstemperatuur: +5°C ➜ +40°C
Bewaartemperatuur: -20°C ➜ +70°C
Automatische reset: 2 seconden
Elektromagnetische compatibiliteit overeenkomstig de norm EN 61326:1997.
MONTAGE
WAARSCHUWING
•
ZORG DAT HET BEVESTIGINGSOPPERVLAK GESCHIKT IS VOOR HET APPARAAT; DIT MOET WEERSTAND KUNNEN BIEDEN
WANNEER EEN KOPPEL VAN: 50 N.m (E.2000-50), 350 N.m (E.2000-350), 1000 N.m (E.2000-1000) WORDT TOEGEPAST OP HET APPARAAT.
• UITSLUITEND HET MEEGELEVERDE VOEDINGSBLOK GEBRUIKEN.
• GEEN KOPPEL TOEPASSEN DAT HOGER IS DAN: 50 N.m (E.2000-50), 350 N.m (E.2000-350), 1000 N.m (E.2000-1000).
1. Kies een oppervlak en een positie die geschikt zijn voor het bevestigen van het apparaat.
2. Gebruik de meegeleverde boormal voor het markeren van de 4 bevestigingsgaten.
3.
Boor de 4 bevestigingsgaten voor de bijbehorende schroeven van 10 mm (3/8 inch) (M10 ; minimale kwaliteitsklasse 8.8; blinde moeren worden aanbevolen)
4. Bevestig het apparaat in de juiste positie met de schroeven, draai ze aan op een koppel van 35 tot 40 N.m.
5.
Sluit het voedingsblok aan op het apparaat en vervolgens op het spanningsnet. Alle weergave-eenheden gaan kort branden. Het apparaat is nu klaar voor gebruik.
GEBRUIK
Drukknop MODE
1. Druk kort op de knop MODE voor weergave van de actieve modus.
2. Houd de knop MODE ingedrukt om van werkwijze te veranderen. Laat de knop los wanneer de gewenste modus wordt weergegeven.
3. Werkwijzen:
•Volgmodus(weergave‘trAC‘).Deweergavevarieertaandehandvanhettoegepastekoppel
•Klikmodus(weergave‘CLIC‘).Deeerstepiekwaardewordtweergegeven.Depiekwaardewordtautomatischviadeseriepoortdoorgegeven.
Dewaardewordt3secondenweergegevenenverdwijntautomatischweer.Voorsleutels«metklik».
•Piekmodus(weergave‘dIAL‘)
De laatste piekwaarde wordt weergegeven. Druk op RESET om de waarde te wissen.
Voorsleutelsmeteenindexenelektronischesleutels.
Drukknop UNIT
Schakel de drukknop UNIT in om van meeteenheid te veranderen.
Drukknop RESET
Druk op RESET om de weergave in de piekmodus op «0» te zetten. De piekwaarde wordt via de seriepoort doorgegeven.
Drukknop LIMIT
1. Druk op de knop LIMIT om het gewenste koppel in te stellen. Afwisselend worden ‘SEt’ en het ingestelde gewenste koppel weergegeven.
•DrukopdeknopMODEomdegewenstewaardeteverhogen.Houdhemingedruktomdesnelheidteverhogen.
•DrukopdeknopUNITomdegewenstewaardeteverlagen.Houdhemingedruktomdesnelheidteverhogen.
2. Om de toleranties ± (in percentages) te bepalen, drukt u opnieuw op de knop LIMIT.
Stel de parameter ‘0’ in indien geen enkele tolerantie is toegestaan. Stel de parameter ‘%’ in om de toleranties ± permanent weer te geven.
•DrukopdeknopMODEomdetoleranties±inpercentagesteverhogen.
•DrukopdeknopUNITomdetoleranties±inpercentagesteverlagen.
3. Druk op de knop LIMIT om het instellen van de parameters te beëindigen. ‘Fin’ wordt gedurende één seconde weergegeven.
Gebruik van de koppelmeter
1. Selecteer de werkwijze.
2. Plaats de momentsleutel in de koppelmeter en draai hem in de gewenste richting.
Verwijderdesleutelenzetdeweergaveop«0»(indiennodig)doortegelijkertijdopdeknoppenRESETenLIMITtedrukken.‘Set0’wordtgedurendeéén
seconde weergegeven.
3. Plaats de momentsleutel in de koppelmeter en draai hem in de gewenste richting.
Seriepoort:
Sluit de (meegeleverde) kabel aan op de koppelmeter en op de PC/printer.
Overdrachtparameters: 9600 baud, 8 databits, 1 stopbit, geen pariteit.
A