Bauknecht Newport 1400 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
NL 1
GEBRUIKSOMSCHRIJVING
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor het
wassen en centrifugeren van in de machine wasbaar
wasgoed, in hoeveelheden die gebruikelijk zijn in
particuliere huishoudens.
Houd u aan de instructies in deze gebruiksaanwijzing,
de installatiehandleiding en de programmatabel
wanneer u de wasmachine gebruikt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing, de
programmatabel en de installatiehandleiding; als u
de wasmachine aan iemand anders doorverkoopt,
geef hem of haar dan ook de gebruiksaanwijzing, de
programmatabel en de installatiehandleiding.
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.Verwijderen van de verpakking en inspectie
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem in dat geval contact
op met de klantenservice of uw plaatselijke
leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enz.) buiten bereik van kinderen; het
kan een bron van gevaar vormen.
Indien het apparaat voor aflevering is
blootgesteld aan lage temperaturen, laat het
apparaat dan eerst even op kamertemperatuur
komen voordat u het in gebruik neemt.
2.Verwijderen van de
transportschroeven
De wasmachine is uitgerust met transportschroeven
om mogelijke interne schade tijdens het vervoer te
voorkomen. Voordat u de wasmachine in gebruik
neemt, moeten de transportschroeven verwijderd
worden.
Dek de openingen af met de 4 bijgesloten plastic
doppen.
3.Installeren van de wasmachine
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel (indien aanwezig op uw model).
Verplaats het apparaat zonder dit aan het bovenblad
op te tillen.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer rusten
en controleer of de wasmachine exact horizontaal
staat (gebruik hiervoor een waterpas).
Bij houten of zogenaamde “zwevende” vloeren
(bijvoorbeeld bepaalde parket- of
laminaatvloeren) moet het apparaat op een stevig
aan de vloer bevestigde hardboard plaat van 60 x
60 cm en met een minimale dikte van 3 cm
worden geplaatst.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de
onderkant van de wasmachine (indien aanwezig
op uw model) niet worden geblokkeerd door
tapijt of ander materiaal.
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang(en) op de waterleiding aan
volgens de voorschriften van het Waterleidingbedrijf.
Voor modellen met één toevoerklep: koud water
Voor modellen met twee toevoerkleppen: koud
EN warm water, of alleen koud water (zie de
aparte Installatiehandleiding).
Waterkraan: schroefdraadaansluiting
voor slang van 3/4
Waterdruk
(stroomdruk): 100-1000 kPa (1-10 bar).
Gebruik alleen nieuwe slangen om de
wasmachine aan te sluiten op de watertoevoer.
Oude slangen mogen niet meer worden gebruikt
en moeten worden weggegooid.
Voor modellen met warmwatertoevoer: de
temperatuur van de warmwatertoevoer mag niet
hoger zijn dan 60°C.
5.Afpompen
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met het elleboogstuk aan de rand van een
wasbak of badkuip.
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan
te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met
een ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan-
en afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Gegevens met betrekking tot spanning,
stroomverbruik en beveiligingsvereisten vindt u
op de binnenkant van de deur.
Het apparaat moet op het elektriciteitsnet te
worden aangesloten door middel van een
stopcontact dat overeenkomstig de geldende
voorschriften geaard is. De wasmachine moet
volgens de wet geaard zijn. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor letsel aan
personen of dieren die/dat veroorzaakt is door
het niet in acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de een medewerker
van de klantenservice worden vervangen.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor
huishoudelijke doelen.
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 850 mm
Diepte: 600 mm
NL 2
VOORZORGSMAATREGELEN EN
AANBEVELINGEN
1.Veiligheidsvoorschriften
De wasmachine is alleen geschikt voor gebruik
binnenshuis.
Bewaar geen brandbare vloeistoffen in de buurt
van het apparaat.
Kinderen moeten onder toezicht staan om er zeker
van te zijn dat ze niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij ze onder toezicht staan of instructies met
betrekking tot het gebruik van het apparaat
hebben gekregen van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Gebruik de wasmachine niet bij temperaturen van
onder de 5°C.
Als u een droger bovenop uw wasmachine wilt
plaatsen, neem dan eerst contact op met de
klantenservice of met uw speciaalzaak om te
verifiëren of dit mogelijk is. Dit is alleen
toegestaan als de droger door middel van een
daarvoor bestemde stapelset op de wasmachine
wordt bevestigd; deze set is verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw speciaalzaak.
Laat de wasmachine niet aangesloten op het
elektriciteitsnet wanneer u deze niet gebruikt.
Draai de kraan dicht als u het apparaat niet gebruikt.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel
het apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Open de deur nooit met kracht en ga er niet op
staan.
Zo nodig kan het netsnoer vervangen worden door
een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
klantenservice. Het netsnoer mag uitsluitend worden
vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
2.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is volledig recyclebaar,
en draagt het recyclingsymbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften
te worden nageleefd.
3.De verpakking en oude apparaten als
afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt als afval in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
Verwijder voordat u het apparaat afdankt alle
wasmiddelresten en snijd de elektriciteitskabel
door zodat het apparaat onbruikbaar wordt.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en
de gezondheid te voorkomen, die veroorzaakt
zouden kunnen worden door onjuiste
verwerking van dit product als afval.
Het symbool op het product, of op de
documenten die bij het product geleverd
worden, geeft aan dat dit apparaat niet mag
worden behandeld als huishoudelijk afval. In
plaats daarvan dient het ingeleverd te worden bij
een speciaal inzamelpunt voor de recycling van
elektrische en elektronische apparatuur.
Het afdanken moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
Voor nadere informatie over behandeling,
terugwinning en recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met de betreffende instantie in uw
woonplaats, uw vuilnisophaaldienst of de winkel waar
u het product hebt gekocht.
4.Vorst
Plaats de wasmachine niet in ruimtes waar het kan
vriezen. Als dit toch moet, zorg er dan voor dat de
wasmachine volledig wordt leeggepompt na iedere
wasbeurt:
Verwijder de toevoerslang(en) van de kraan en
laat het water volledig weglopen.
Verwijder de afvoerslang uit de sifon of de
wasbak en laat het water volledig weglopen.
Laat het restwater in de machine weglopen door
de instructies in het hoofdstuk “Afvoeren van
restwater” te volgen; kantel het apparaat met
twee personen voorover om het restwater
volledig weg te laten lopen.
5.Tips voor het besparen van energie
Het waterverbruik van uw wasmachine is zo zuinig
mogelijk; in bepaalde programma's kunt het water
daardoor niet zien door het glas in de deur wanneer
de machine in werking is.
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de
beste manier, door de trommel altijd zo vol
mogelijk te laden.
Overschrijd de op de verpakking aangegeven
dosering wasmiddel niet.
De ecobal - een speciaal systeem in de afvoer -
voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel
verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in
het milieu te voorkomen.
Gebruik “Voorwas” (indien beschikbaar op uw
model) alleen voor sterk vervuilde was! Bespaar
wasmiddel, tijd, water en energieverbruik door
“Voorwas” niet te selecteren voor licht tot
normaal vervuilde was.
Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel of
maak ingedroogde vlekken nat voor het wassen, om
niet op hoge temperatuur te hoeven wassen.
Bespaar energie door op 60° C te wassen in
plaats van 95° C, of op 40° C in plaats van 60° C.
Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen zodat er minder
water in het wasgoed achterblijft, voordat u een
wasdroger gaat gebruiken.
6.EG-conformiteitsverklaring
De wasmachine voldoet aan de volgende
Europese normen:
2006/95/EC Laagspanningsrichtlijn
2004/108/EC Richtlijn m.b.t. Elektromagnetische
compatibiliteit
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade aan wasgoed die veroorzaakt is door
ongeschikte of onjuiste wasinstructies die vermeld
zijn in het artikel of het kledingstuk.
NL 3
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
DEUR
VOOR HET EERSTE WASPROGRAMMA
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Toegang tot de pomp met filter en noodslang (indien aanwezig) achter de plint
7.
Verstelbare pootjes
Open de deur door de handgreep vast te pakken en aan de deur te trekken. Sluit de deur door hem dicht
te drukken tot hij klikt, zonder te veel kracht te gebruiken.
Om eventueel restwater te verwijderen dat door de fabrikant is gebruikt om de machine te testen, raden
wij u aan een kort wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur.
3.
Doe een klein beetje wasmiddel (maximaal 1/3 van de hoeveelheid die aanbevolen wordt door de
fabrikant voor licht vervuild wasgoed) in het bakje voor hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
4.
Selecteer en start het programma “Synthetica” op 60°C (zie de aparte programmatabel).
Afhankelijk van het model:
NL 4
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1.Sorteer het wasgoed op...
Textielsoort / symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/
synthetische weefsels, wol, textiel dat met de
hand gewassen moet worden.
•Kleur
Scheid bonte en witte was. Was gekleurd
wasgoed de eerste keer apart.
•Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen
voor betere wasresultaten en een optimale
verdeling van de belading in de trommel.
•Fijne was
Was kleine stukken (bijv. nylon kousen, ceintuurs
e.d.) en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een
waszak of een kussensloop met rits. Haal de
ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met
ringen in een katoenen zak.
2.Maak alle zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden e.d. kunnen het
wasgoed, de trommel en het waterreservoir
beschadigen.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop
de uiteinden van ceintuurs bijeen.
Behandeling van vlekken
Bloed, melk, eieren enz. worden in het algemeen
verwijderd door de automatische enzymenfase
van het programma.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enz. een vlekkenmiddel toe aan het
wasmiddelbakje van de wasmiddellade.
Behandel hardnekkige vlekken indien nodig
vooraf met een vlekkenmiddel.
Verven en bleken
Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die geschikt
zijn voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op.
Plastic en rubberen onderdelen van de
wasmachine kunnen gevlekt raken door verf of
bleekmiddelen.
Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur.
2.
Plaats de stukken wasgoed één voor één in de
trommel zonder de machine te overladen. Houd
u aan de maximale belading die te vinden is in de
programmatabel.
Opmerking:
als de wasmachine te vol wordt
gestopt, wordt het wasgoed minder goed
gewassen en kreukt het meer.
3.
Sluit de deur.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Bewaar wasmiddelen en nabehandelings-
producten op een droge plaats, buiten
het bereik van kinderen!
De keuze van het wasmiddel is
afhankelijk van:
De textielsoort (katoen, easy care/synthetisch,
tere weefsels, wol).
Opmerking:
gebruik alleen speciale
wasmiddelen voor wol en kledingstukken die
gemaakt zijn van microvezels (zoals sport- of
zwemkleding).
De kleur.
De wastemperatuur.
De hoeveelheid en het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg
van onoplosbare verbindingen in fosfaatvrije
waspoeders. Als u deze resten ziet, de stukken
schudden of borstelen of een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop of ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen voor de voorwas (indien
beschikbaar op uw model), als u ze gebruikt,
geschikt zijn voor de wasmachine.
Ontkalkingsmiddelen kunnen producten
bevatten die uw wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. terpentine,
benzine). Was geen stoffen in de wasmachine die
behandeld zijn met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de
hoofdwas wanneer u de functie “Voorwas” heeft
geactiveerd (indien aanwezig op uw model).
Gebruik geen vloeibare wasmiddelen wanneer u de
functie “Startselectie” (indien beschikbaar op uw
model) gebruikt.
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel. De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid en het soort vuil
de grootte van de was -
volledige belading: volg de aanwijzingen van de
fabrikant op.
- halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een
volledige belading.
- kleine belading (ca. 1 kg): 1/2 van de
hoeveelheid voor een volledige belading.
Als er geen instructies op de verpakking van het
wasmiddel staan met betrekking tot de belading:
fabrikanten van wasmiddelen houden meestal als
aanbeveling 4,5 kg wasgoed voor normaal
wasmiddel en 2,5 kg wasgoed voor een
fijnwasmiddel aan.
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf). Bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerking:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt
hierdoor minder goed gewassen.
Als de wasmachine te veel schuim detecteert,
centrifugeert het apparaat mogelijk niet, of duurt het
programma langer en wordt er meer water gebruikt
(zie ook de opmerkingen over schuimvorming in het
hoofdstuk “Het oplossen van problemen”).
Bij te weinig wasmiddel wordt het wasgoed op den
duur grauw, en ontstaan er afzettingen op het
verwarmingselement, de trommel en de slangen.
NL 5
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten toevoegen
De wasmiddellade heeft drie vakjes (afb. “
A
”).
Bakje voor voorwasmiddel
Voorwasmiddel
Bakje voor hoofdwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddelen
Waterontharder
Bakje voor wasverzachter
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Schenk nabehandelingsproducten tot maximaal het teken “MAX” in
het bakje.
Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, sluit de dispenser dan
onmiddellijk nadat u deze met wasmiddel gevuld hebt
.
Chloorbleekmiddel gebruiken
Was uw wasgoed op het gewenste programma (Katoen, Synthetisch,
enz.) met de juiste hoeveelheid chloorbleekmiddel in het vakje
WASVERZACHTER (doe het wasmiddelbakje goed dicht).
Start onmiddellijk na het einde van het programma het programma
“Spoelen en centrifugeren” om een eventuele chloorlucht te
verwijderen; u kunt desgewenst wasverzachter toevoegen.
Doe nooit chloorbleekmiddel en wasverzachter tegelijk in het bakje.
Het is beter om bleekmiddel op basis van zuurstof te gebruiken;
volg in dat geval de aanwijzingen van de fabrikant op.
Stijfsel gebruiken
Selecteer het programma “Spoelen en centrifugeren” en
controleer of de centrifugeersnelheid is ingesteld op niet meer
dan 800 tpm.
Start het programma, trek het wasmiddelbakje naar buiten zodat
u ongeveer 3 cm van het bakje voor wasverzachter ziet.
Giet de stijfseloplossing in het bakje terwijl het water in de
wasmiddellade stroomt.
A
()
NL 6
AFVOEREN VAN RESTWATER/
REINIGEN VAN HET FILTER
Controleer en reinig het filter regelmatig, tenminste twee
of drie keer per jaar,
vooral
:
Als het indicatielampje “Reinig pomp” brandt.
Als het apparaat niet goed afpompt of als het niet
centrifugeert.
Als de wasmachine in een ruimte staat waar het kan
vriezen, moet u het restwater na elke wasbeurt afvoeren
om schade te voorkomen.
BELANGRIJK: laat het water afkoelen voordat u het
afvoert uit het apparaat.
1.
Schakel de machine uit en trek de stekker uit het
stopcontact.
2.
Openen van de plint (afhankelijk van het model):
- Duw de lipjes rechts en links in (indien aanwezig) om de
plint los te maken en verwijder deze (afbeelding “
A
”).
- Verwijder de plint met behulp van de sifon van de
wasmiddeldispenser: duw een kant van de plint met
de hand omlaag, duw de punt van de sifon in de
ruimte tussen de plint en het voorpaneel en wrik de
plint open (afbeelding
B
”).
3.
Zet een bak bij de wasmachine.
4.
Als uw wasmachine een noodslang heeft:
- Maak de noodslag los uit de klemmen en trek de
noodslang uit de onderkant van de wasmachine
(afhankelijk van het model).
- Als er geen noodslang is: zet een brede, lage bak
onder het filter (afbeelding “
D
”). Sla de stappen 5-8
over en ga door met 9.
5.
Houd het uiteinde van de noodslang in de bak en
verwijder de stop (afbeelding “
C
”).
6.
Wacht tot al het water in de bak is gestroomd en plaats
de stop terug op de slang (afbeelding “
E
”).
7.
Maak de noodslang weer vast aan de klem of duw hem
terug in de onderkant van de wasmachine (afhankelijk
van het model).
8.
Leg een absorberende katoenen doek (b.v. een
handdoek) op de vloer voor het filter.
9.
Draai het filter langzaam naar links open (afbeelding
F
”); wacht tot al het water weggestroomd is, draai
het filter daarna helemaal los en haal het eruit.
10.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover (met de hulp
van een tweede persoon) en laat al het water naar buiten
stromen.
11.
Reinig het filter en de filterkamer; controleer of de rotor
van de pomp in de filterbehuizing weer goed kan bewegen.
12.
Plaats het filter terug en schroef het zover mogelijk
naar rechts.
13.
Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade om het
“Eco-systeem” weer in te schakelen. Controleer of
het filter goed geplaatst en aangedraaid is en er geen
water naar buiten komt.
14.
Installeer de plint weer (afbeelding “
G
”); kantel de
wasmachine indien nodig licht naar achteren om dit te
doen (vraag hierbij hulp aan een tweede persoon).
15.
Steek de stekker in het stopcontact. De wasmachine is
nu weer klaar voor gebruik.
C
B
F
G
E
A
D
NL 7
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Afnemen met een zachte, vochtige doek; gebruik
indien nodig een neutraal schoonmaakmiddel
(geen schuurmiddel). Maak de oppervlakken
droog met een zachte doek.
Binnenste van het apparaat
Laat de deur na het wassen enige tijd open, zodat
de binnenkant van het apparaat kan drogen.
Als u zelden of nooit op 95°C wast, adviseren wij om
zo nu en dan een 95°C programma te laten draaien
zonder wasgoed, met een klein beetje wasmiddel,
om het apparaat van binnen schoon te houden.
Deurafdichting
Maak de deurafdichting na iedere wasbeurt
droog met een absorberende katoenen doek;
zorg ervoor dat de deurafdichting helemaal
droog is voordat u de deur van de lege
wasmachine dichtdoet.
Controleer regelmatig de toestand van de
deurafdichting.
Filter
Controleer en reinig het filter regelmatig, tenminste
twee of drie keer per jaar (zie “Afvoeren van
restwater/Reinigen van het filter”).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen
voor het reinigen van het apparaat.
Het wasmiddelbakje reinigen
1.
Trek de lade naar buiten tot hij niet verder kan. Duw met uw vinger
op de plaats van de sifon waar “PUSH” (afb. “
A
”) op staat om de
lade los te maken en trek hem vervolgens helemaal naar buiten.
2.
Verwijder de sifon uit het wasverzachterbakje door hem naar
boven te trekken (afb. “
B
”).
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Maak het vak voor de wasmiddellade schoon met een vochtige doek.
5.
Zet de sifon terug in het wasverzachterbakje door hem er in te
duwen tot hij niet verder kan; duw de wasmiddellade terug in vak.
Watertoevoerslang(en) (afbeelding C, D of E -
afhankelijk van het model)
Controleer de slang regelmatig op barsten of scheuren. Als een
toevoerslang schade vertoont, vervang deze dan door een nieuwe slang van
hetzelfde type, verkrijgbaar bij onze Klantenservice of bij uw speciaalzaak.
Als de watertoevoerslang van uw wasmachine overeenkomt met het
model op foto “
D
”, controleer dan regelmatig het inspectievenster van
de veiligheidsklep: als dit rood is, dan is de waterstopfunctie van de slang
ingeschakeld en moet de slang vervangen worden door een nieuw
exemplaar. Een nieuwe slang is verkrijgbaar bij onze Klantenservice of
bij uw speciaalzaak. Voor het losdraaien van de toevoerslang zoals
weergegeven in foto “
D
”, moet u de ontgrendelingsknop ingedrukt
houden terwijl u de slang losdraait.
Als uw toevoerslang een transparante coating heeft (afb. “
E
“),
controleer dan regelmatig de kleur hiervan; als de kleur van de slang
plaatselijk intens wordt, kan de slang een lek hebben moet hij
worden vervangen. Neem contact op met de Klantenservice of uw
speciaalzaak voor een nieuwe slang.
Reinigen van het filter in de watertoevoerslang(en)
1.
Sluit de kraan en draai de toevoerslang van de kraan los.
2.
Reinig het filter van de slang en schroef de watertoevoerslang
weer vast op de kraan.
3.
Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant van de
wasmachine los.
4.
Trek het filter van de wasmachineaansluiting met behulp van een
combinatietang en reinig het filter.
5.
Zet het filter weer terug en schroef de toevoerslang weer vast.
6.
Draai de kraan open en controleer of de verbindingen niet lekken.
B
A
DRUKKEN
D
Inspectie-
venster
veiligheids-
klep
Ontgren-
delingsknop
E
C
NL 8
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Deze wasmachine is uitgerust met verschillende automatische veiligheidsfuncties. Hierdoor worden
storingen snel opgespoord en kan het veiligheidssysteem op de juiste manier reageren. Deze storingen zijn
doorgaans zo klein dat ze binnen enkele minuten verholpen kunnen worden.
Probleem Oorzaken, oplossingen, tips
De wasmachine start niet, er
branden geen controlelampjes
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Het stopcontact of de zekering werken niet goed (sluit een tafellamp of iets dergelijks aan
om dit te testen).
De “Aan/Uit”-knop is niet ingedrukt (indien aanwezig op uw model).
De wasmachine start niet,
hoewel “Start/Pauze” is
ingedrukt
De deur zit niet goed dicht.
De functie “Kinderbeveiliging/Toetsenvergrendeling” is geactiveerd (indien
aanwezig op uw model). Om de knoppen te ontgrendelen moeten de twee knoppen
met het sleutelsymbool tegelijkertijd minstens 3 seconden ingedrukt worden. Het
sleutelsymbool op het display verdwijnt en het programma kan gestart worden.
De wasmachine stopt tijdens
het programma, en het “Start/
Pauze”-lampje knippert
“Spoelstop” is geactiveerd, en het symbool “Spoelstop” brandt in de
programmakeuze-indicator. Druk op de knop
“Start/Pauze”
om het programma
“Afpompen” te starten.
Het programma is veranderd - selecteer het gewenste programma opnieuw en druk op
“Start/Pauze”
.
Het programma is onderbroken en de deur is eventueel geopend - doe de deur
dicht en start het programma opnieuw door op
“Start/Pauze”
te drukken.
Het veiligheidssysteem van de wasmachine is geactiveerd (zie “Beschrijving van
storingsindicaties” in de programmatabel).
De waterkraan is niet open of er zit een knik in de watertoevoerslang (het
indicatielampje “Waterkraan dicht” brandt).
Het wasmiddelbakje bevat
resten wasmiddel en/of
nabehandelingsproducten
Er komt niet genoeg water binnen; de filters in de watertoevoer kunnen verstopt
zijn (zie “Onderhoud en reiniging”).
De wasmachine trilt tijdens
het centrifugeren
De transportschroeven zijn niet verwijderd;
voordat u de wasmachine in
gebruik neemt, moeten de transportschroeven verwijderd worden.
De wasmachine staat niet vlak / staat niet stevig op alle vier de pootjes (zie de
aparte “Installatiehandleiding”).
Na afloop van het
wasprogramma is het
wasgoed niet of onvoldoende
gecentrifugeerd
De wasmachine heeft een detectie- en correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine wast (bijv. badjassen), kan
dit systeem de centrifugeersnelheid automatisch verlagen of het centrifugeren zelfs
helemaal stoppen, om de wasmachine te beschermen.
Eén of meer zware stukken verhinderen het centrifugeren; doe kleinere stukken
wasgoed erbij en herhaal de centrifugeercyclus.
Sterke schuimvorming kan het centrifugeren blokkeren; selecteer en start het
programma “Spoelen en centrifugeren”. Doe niet te veel wasmiddel in de
wasmachine (zie “Wasmiddel en nabehandelingsproducten”).
De knop “Centrifugeren” is ingesteld op een lage centrifugeersnelheid.
De wasmachine staat
verscheidene minuten stil in het
midden van een programma;
het wasprogramma lijkt niet
verder te gaan
Normale werking van de wasmachine om de spoelfase te optimaliseren. Een reden
voor een dergelijke pauze kan zijn dat u te veel wasmiddel heeft gebruikt; de
wasmachine onderbreekt het programma automatisch om het schuim te
verminderen. Deze stilstand kan verschillende malen worden herhaald, tot het
schuim voldoende is verminderd om door te gaan met het wasprogramma. Als de
schuimvorming aanhoudt, gaat het rode “Service”-lampje branden en verschijnt
“F18” of “Fod” op het display. Zie in dat geval de instructies met betrekking tot het
“Service”-lampje op de volgende pagina's.
Er zitten resten wasmiddel op
het wasgoed na het wassen
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van onoplosbare verbindingen in
fosfaatvrije waspoeders.
- voeg niet te veel wasmiddel toe; gebruik een vloeibaar wasmiddel; selecteer indien
mogelijk de functie “Intensief spoelen”; borstel het kledingstuk af.
De programmaduur is
aanzienlijk langer of korter
dan aangegeven in de
“programmatabel” of op het
display (indien aanwezig)
Dit is een normale eigenschap van de wasmachine om zich aan factoren aan te passen waar de
tijdsduur van het wasprogramma invloed op kan hebben, b.v. sterke schuimvorming, belading
uit balans vanwege enkele zware stukken wasgoed, langere verwarmingstijd vanwege een
lagere temperatuur van het toevoerwater etc. Bovendien past het detectiesysteem van de
wasmachine de programmaduur aan de grootte van de belading aan.
Door deze factoren wordt de programmatijd opnieuw berekend en, indien nodig,
aangepast;
tijdens een dergelijke update-periode verschijnt er een animatie
op het tijdsdisplay (indien aanwezig).
Bij kleine beladingen kan de programmatijd
die aangegeven staat in de “programmatabel” 50% korter worden.
NL 9
Beschrijving van storingsindicaties
Storing
indicatie
gaat branden
Beschrijving
Oorzaken
Oplossingen
“Waterkraan
dicht”
Er wordt geen of onvoldoende water toegevoerd. Het
“Start/Pauze”
-lampje knippert.
Controleer of:
De waterkraan helemaal open is en de watertoevoerdruk hoog genoeg is.
Er knikken in de watertoevoerslang zitten.
Het filter in de watertoevoerslang verstopt is (zie “Onderhoud en reiniging”).
De waterslang bevroren is.
Het inspectievenster van de veiligheidsklep van uw watertoevoerslang is rood (als
uw machine tenminste een watertoevoerslang heeft zoals wordt afgebeeld op foto
“D”
- zie het vorige hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”); Vervang de slang door
een nieuw exemplaar via de klantenservice of uw speciaalzaak.
Nadat het probleem verholpen is, start u het programma opnieuw door op
“Start/
Pauze”
te drukken.
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de klantenservice (zie volgende
hoofdstuk).
“Reinig pomp
Het afvalwater wordt niet afgepompt. De wasmachine stopt in de overeenkomstige
programmastap; haal de stekker uit het stopcontact en controleer of:
Er knikken in de afvoerslang zitten, of dat de slang om een andere reden verstopt is.
Het filter of de pomp geblokkeerd is (zie hoofdstuk “Afvoeren van restwater/Reinigen
van het filter”);
laat het water afkoelen voordat u het afvoert uit het apparaat).
De afvoerslang bevroren is.
Nadat het probleem verholpen is, houdt u de “Reset”-knop minimaal 3 seconden
ingedrukt; daarna start u het gewenste programma opnieuw. Als de storing
aanhoudt, neem dan contact op met de klantenservice (zie volgende hoofdstuk).
NL 10
Als een van de hierboven beschreven storingen aanhoudt, moet u de stekker uit het stopcontact
halen, de waterkraan dichtdraaien en contact opnemen met onze klantenservice (zie volgende
hoofdstuk).
Storing
indicatie
gaat branden
Indicatie
op display
(indien aanwezig)
Beschrijving
Oorzaken
Oplossingen
“Assistentie”
van “F03” tot “F43”
(behalve “F18” en
“F24”)
“Storing elektrische module”
Houd de “Reset”-knop minstens 3 seconden ingedrukt.
“F24” Kan verschijnen bij kletsnat wasgoed of als u te veel wasgoed in
de machine heeft gedaan bij een programma dat alleen bestemd
is voor kleine beladingen.
Laad de wasmachine niet te vol.
Houd de “Reset”-knop minstens 3 seconden ingedrukt om het
programma te stoppen. Selecteer en start het programma
“Spoelen en centrifugeren” om het onderbroken
wasprogramma af te maken.
“F02” of “FA” “Storing waterstop”
Bij modellen met een groot display gaat het rode “Waterstop”-
symbool in dit geval ook branden.
Draai de programmakeuzeknop op “Uit/O”, trek de stekker uit
het stopcontact en draai de kraan dicht. Kantel het apparaat
voorzichtig voorover (met de hulp van een tweede persoon) en
laat het verzamelde water uit de onderkant stromen.
Vervolgens:
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Draai de waterkraan open (als het water onmiddellijk in de
wasmachine stroomt, zonder dat deze aangezet is, is er sprake
van een storing; draai de kraan dicht en neem contact op met
de Klantenservice).
Selecteer en start het gewenste programma opnieuw.
“F18” of “FoD” “Te veel schuim”
Te sterke schuimvorming heeft het wasprogramma
onderbroken. Als uw wasmachine de functie “Doseerhulp”
heeft en u deze gebruikt heeft: controleer of de
doseringswaarden die ingesteld zijn voor de verschillende
programmagroepen overeenkomen met de aanbevolen
doseringswaarden voor de wasmiddelen die u wilt gebruiken
(zie voor meer informatie de aparte instructies bij de
“Doseerhulp”).
Selecteer het programma “Spoelen en centrifugeren” en start het.
Selecteer daarna het gewenste programma opnieuw en start
het, en gebruik minder wasmiddel. Zie ook “De machine staat
stil....” op de eerste pagina van Het oplossen van problemen.
NL 11
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
“Het oplossen van problemen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of de storing verholpen is.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de klantenservice.
Vermeld het volgende:
De aard van de storing.
Het exacte model van de wasmachine.
Het servicenummer (achter het woord SERVICE).
De servicesticker bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en postcode.
Het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice bevindt zich op het
garantiebewijs. U kunt ook de dealer raadplegen
bij wie u het apparaat heeft gekocht.
ACCESSOIRES
Voor sommige modellen zijn via onze
klantenservice of uw speciaalzaak de volgende
accessoires verkrijgbaar:
Een
voetstuk met lade
dat onder uw
wasmachine geïnstalleerd kan worden. Hierdoor
wordt uw machine hoger gezet zodat laden en
uitladen gemakkelijker wordt, omdat u niet meer
hoeft te bukken. Daarnaast biedt het voetstuk
veel opbergruimte.
Een
stapelset
waarmee u uw droger bovenop
uw wasmachine kunt plaatsen.
Een
stapelsetplank
waarmee u uw droger
bovenop uw wasmachine kunt plaatsen om
ruimte te besparen, en het in- en uitladen van
wasgoed in de droger te vergemakkelijken.
Een
afdekpaneelset
, waarmee uw wasmachine
bijvoorbeeld onder een doorlopend aanrecht
geïnstalleerd kan worden. Informeer bij de
Klantenservice of bij uw speciaalzaak of dit
mogelijk is bij uw model wasmachine.
TRANSPORT EN BEHANDELING
Til het apparaat nooit op door het bij het werkblad vast te pakken wanneer u het vervoert.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Controleer of de deur van de wasmachine en het wasmiddelbakje goed dicht zitten.
4.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
5.
Laat al het restware uit de slangen en de machine lopen (zie “Afvoeren van restwater/Reinigen van het filter”).
6.
Monteer de transportschroeven (verplicht).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Bauknecht Newport 1400 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding