NL 44
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.
Verwijderen van de verpakking en inspectie
•
Controleer na het uitpakken of de wasmachine niet
beschadigd is. Gebruik de wasmachine in geval van
twijfel niet. Neem in dat geval contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
•
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enz.) buiten bereik van kinderen; het kan
een bron van gevaar vormen.
•
Indien het apparaat voor aflevering is blootgesteld
aan lage temperaturen, laat het apparaat dan eerst
even op kamertemperatuur komen voordat u het in
gebruik neemt.
2. Verwijderen van de transportschroeven
•
De wasmachine is uitgerust met transportschroeven
om mogelijke interne schade tijdens het vervoer te
voorkomen. Voordat u de wasmachine in gebruik
neemt, moeten de transportschroeven verwijderd
worden.
•
Dek de openingen af met de 4 bijgesloten plastic
doppen.
3. Installeren van de wasmachine
•
Voor de installatie van de wasmachine zijn minimaal
2 personen nodig.
•
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel (indien aanwezig op uw model).
•
Verplaats het apparaat zonder dit aan het bovenblad
op te tillen.
•
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
•
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer rusten
en controleer of de wasmachine exact horizontaal
staat (gebruik hiervoor een waterpas).
•
Bij houten of zogenaamde “zwevende” vloeren
(bijvoorbeeld bepaalde parket- of laminaatvloeren)
moet het apparaat op een stevig aan de vloer
bevestigde hardboard plaat van 60 x 60 cm en met
een minimale dikte van 3 cm worden geplaatst.
•
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de
onderkant van de wasmachine (indien aanwezig op
uw model) niet worden geblokkeerd door tapijt of
ander materiaal.
4. Watertoevoer
•
Sluit de watertoevoerslang(en) op de waterleiding
aan volgens de voorschriften van het
Waterleidingbedrijf.
•
Voor modellen met één toevoerklep: koud water
•
Voor modellen met twee toevoerkleppen: koud EN
heet water, of alleen koud water (zie afzonderlijke
Installatiegids).
•
Waterkraan: schroefdraadaansluiting
voor slang van 3/4”
•
Waterdruk
(stroomdruk): 100-1.000 kPa (1-10 bar).
•
Gebruik alleen nieuwe slangen om de wasmachine
aan te sluiten op de watertoevoer. Oude slangen
mogen niet meer worden gebruikt en moeten
worden weggegooid.
•
Voor modellen met warmwatertoevoer de
temperatuur van de warmwatertoevoer mag niet
hoger zijn dan 60 °C.
5.Afpompen
•
Sluit de afvoerslang aan op een geventileerde sifon
of op een standpijp (zie de Installatiehandleiding).
•
Zorg voor een goede aansluiting.
•
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan te
verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6. Elektrische aansluiting
•
Elektrische aansluitingen moeten tot stand worden
gebracht door een bevoegd technicus en in
overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
•
Gegevens met betrekking tot spanning,
stroomverbruik en beveiligingsvereisten vindt u op
de binnenkant van de deur.
•
Het apparaat moet op het elektriciteitsnet te worden
aangesloten door middel van een stopcontact dat
overeenkomstig de geldende voorschriften geaard
is. De wasmachine moet volgens de wet geaard zijn.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of
voor letsel aan personen of dieren die/dat
veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze
voorschriften.
•
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
•
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel
het apparaat van het elektriciteitsnet voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
•
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
•
Het netsnoer mag alleen door de een medewerker
van de klantenservice worden vervangen.
•
Bij gebruik van een reststroomonderbreker (RCCB,
residual current circuit breaker), mogen alleen
modellen met de markering worden gebruikt.
7. Geluidsniveau
•
geluidsdrukniveau, Lpa <70 dB(A)
(Kpa: +/– 2,5 dB(A)).
8. Minimale afmetingen behuizing:
breedte: 600 mm / hoogte: 850 mm / diepte: 600 mm