Conrad raveland flatsub fs8 Operating Instructions Manual

Categorie
Soundbar luidsprekers
Type
Operating Instructions Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

Version 07/09
Raveland Flatsub FS8 Aktiv-Subwoofer
Seite 2 - 17
Raveland Flatsub FS8 Active Subwoofer
Page 18 - 33
Subwoofer actif Raveland Flatsub FS8
Page 34 - 49
Raveland Flatsub FS8 Active Subwoofer
Pagina 50 - 65
Best.-Nr. / Item-No. / N° de commande / Bestnr.: 37 23 62
CONRAD IM INTERNET http://www.conrad.com
BEDIENUNGSANLEITUNG
OPERATING INSTRUCTIONS
NOTICE D´EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise,
verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.
Legal notice
These operating instructions are a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data
processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.
Information légales
Ce mode d’emploi est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu’elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des
installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l’éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits.
Ce mode d’emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de
l’équipement.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.
01_0709_02
50
Inhoudsopgave
Pagina
1. Inleiding ......................................................................................................................................................... 51
2. Voorgeschreven gebruik .............................................................................................................................. 52
3. Verklaring van symbolen .............................................................................................................................. 52
4. Veiligheidsvoorschriften ............................................................................................................................... 53
5. Kenmerken.................................................................................................................................................... 54
6. Aansluitingen en bedieningselementen ...................................................................................................... 55
7. Mechanische inbouw .................................................................................................................................... 56
8. Aansluiting van de stroomvoorziening......................................................................................................... 57
9. Aansluiting van de ingangen........................................................................................................................ 59
a) Aansluiting via de cinch-ingangen........................................................................................................... 59
b) Aansluiting via de luidsprekeringangen .................................................................................................. 59
10. Aansluiting van de volume afstandsbediening............................................................................................ 60
11. Bediening ...................................................................................................................................................... 60
12. Onderhoud .................................................................................................................................................... 62
13. Gebruik.......................................................................................................................................................... 63
14. Verhelpen van storingen .............................................................................................................................. 64
15. Afvalverwijdering........................................................................................................................................... 65
16. Technische gegevens................................................................................................................................... 65
51
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Volg de instructies van de
gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de inbedrijfstelling en het
gebruik. Neem deze instructies in acht, ook wanneer u het product aan derden doorgeeft. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig om later nog eens door te kunnen lezen!
Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle
rechten voorbehouden.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
52
2. Voorgeschreven gebruik
Onder voorgeschreven gebruik van de Raveland Flatsub FS8 Active Subwoofer wordt verstaan de versterking van
bass audiosignalen met een laag niveau en de weergave van deze signalen in motorvoertuigen.
De subwoofer is uitsluitend geschikt voor aansluiting op een 12 V-gelijkspanningsboordnet, met de negatieve pool
van de autoaccu verbonden met de carrosserie en mag alleen in motorvoertuigen met dit type boordspanning worden
ingebouwd en in gebruik worden genomen.
Sluit het apparaat niet aan op het 230 V-stroomnet.
Door het montagetype dient de gebruiker ervoor te zorgen dat de subwoofer tegen vocht en vloeistoffen wordt
beschermd.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van de subwoofer. Daarnaast
bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken.
Aan de subwoofer mag niets worden veranderd resp. omgebouwd en de behuizing mag niet worden geopend.
Volg alle veiligheidsinstructies en montagevoorschriften in deze gebruiksaanwijzing op.
3. Verklaring van symbolen
Het symbool met een uitroepteken wijst de gebruiker erop, dat hij/zij voor de ingebruikneming van het
apparaat de gebruiksaanwijzing moet lezen en deze bij het gebruik in acht moet nemen.
Het „hand“-symbool staat voor speciale tips en bedieningsinstructies.
53
4. Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op
garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk.
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet verantwoordelijk! In dergelijke gevallen
vervalt het recht op garantie.
Geachte klant, De volgende veiligheidsvoorschriften en risico’s hebben niet alleen de bescherming van het
product, maar ook de bescherming van uw gezondheid tot doel. Lees de volgende punten zorgvuldig door:
Om veiligheids- en vergunningsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
product niet toegestaan.
Als spanningsbron mag alleen het 12 V-gelijkspanning boordnet in het voertuig (negatieve pool van
de accu aan de carrosserie van de auto) worden gebruikt. Sluit het apparaat nooit op een andere
voedingsspanning aan.
Zorg voor een correcte ingebruikneming van het apparaat. Neem hierbij deze gebruiksaanwijzing
in acht.
Zorg dat elektrische apparatuur niet in contact komt met vloeistof. Zet voorwerpen waar vloeistof in
zit niet boven op elektrische apparaten (bijv. vazen). Er bestaat brandgevaar of gevaar voor een
levensgevaarlijke elektrische schok. Indien een dergelijke situatie zich toch voordoet, koppel het
apparaat dan los van de netvoeding en raadpleeg een erkend elektromonteur.
Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, druip- of spatwater, sterke trillingen of hoge
mechanische belastingen.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het
apparaat.
Houd het product buiten bereik van kinderen; het is geen speelgoed. Kinderen kunnen niet
inschatten welke gevaren aan het gebruik van elektrische apparatuur zijn verbonden.
Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Het apparaat mag nooit zonder toezicht in werking zijn.
Gebruik het product uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen in acht van de andere apparaten die
worden aangesloten.
Let ook op de aanvullende veiligheidsinstructies in de afzonderlijke hoofdstukken van deze
handleiding!
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of als er problemen zijn waar u in de
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische
helpdesk of met een andere elektromonteur.
54
5. Kenmerken
Platte behuizing voor de inbouw onder de voorstoelen of aan de zijkant in de kofferruimte
Subwooferchassis met alu-membraan en rubber band
Actieve bass-compensatie speciaal op het subwooferchassis afgestemd
Inschakelvertraging voor een geruislose start
Traploos regelbare scheidingsfrequentie
Traploos regelbare fasecorrectie
Ingebouwde bass-equalizer voor aanpassing aan voertuigkarakteristiek
Cinch- en luidsprekeringangen
Automatische inschakeling met de autoradio ook bij aansluiting via de luidsprekeringangen
Volumeaanpassing met afstandsbediening vanaf bestuurdersplaats regelbaar
55
6. Aansluitingen en bedieningselementen
(1) Schakelaar POWER MODE (2) Regelaar LEVEL
(3) Regelaar BASS EQ (4) Regelaar PHASE
(5) Regelaar FREQ (6) Indicatie POWER
(7) Aansluiting (8) Zekering FUSE
(9) Aansluiting LINE INPUT (10) Aansluiting HIGH POWER INPUT
(11) Aansluiting REMOTE LEVEL
1
2
3
4
5
6
7
89
10
11
15A
LINE INPUT
FUSE HIGH POWER
INPUT
REMOTE
LEVEL
GND REM
+12V
CH1-
CH1+
-CH2
+CH2
56
7. Mechanische inbouw
Wijzigingen aan het voertuig, die door het inbouwen van de subwoofer of andere componenten
nodig zijn, moeten altijd zo worden uitgevoerd, dat hierdoor geen beperking van de
verkeersveiligheid of van de constructieve stabiliteit van de auto ontstaat. Bij veel
motorvoertuigen vervalt de wettelijke goedkeuring van een voertuig reeds door het uitzagen
van een stuk metaal.
Neem contact op met uw autodealer als u twijfelt over de keuze van de montageplaats.
Omdat de subwoofer tijdens bedrijf warmte genereert, moet de inbouwplaats ongevoelig zijn
voor hitte.
Laat rondom de behuizing van de subwoofer een ruimte van 5 cm vrij om voldoende ventilatie
rondom het apparaat te verkrijgen. Zorg dat de luchtcirculatie niet door voorwerpen zoals
tijdschriften, tafelkleden of gordijnen wordt beperkt.
Let op dat bij het boren van montagegaten elektrische kabels, remleidingen, brandstoftank enz.
niet worden beschadigd.
Neem bij gebruik van gereedschap voor het inbouwen van uw auto-HiFi-componenten altijd de
veiligheidsinstructies van de fabrikant van het betreffende gereedschap in acht.
Houd bij de montage van de autoluidsprekers resp. uw HiFi-installatie rekening met het gevaar
dat bij een ongeluk verwondingen kunnen ontstaan door losgerukte apparatuur. Bevestig
daarom elk onderdeel stevig op een plaats waar het geen gevaar vormt voor inzittenden.
Zoek voor de subwoofer een geschikte inbouwplaats.
Een geschikte montageplaats heeft de volgende kenmerken:
droog
zo stofvrij mogelijk
weinig trillingen
goede luchtcirculatie
hittebestendige omgeving
Als inbouwplaats zijn de kofferruimte en de vrije ruimte onder de zittingen geschikt. Houd er hierbij rekening mee dat
de subwoofer zo toegankelijk mogelijk moet blijven, zodat de elektrische aansluiting nog kan worden uitgevoerd.
Maak de subwoofer met klittenband, spanbanden of een soortgelijk bevestigingsmateriaal stevig vast. De
bevestiging moet ook in geval van een noodstop of ongeluk het gewicht van de subwoofer kunnen dragen.
Bevestig de meegeleverde volumeafstandsbediening op het dashboard binnen handbereik van de bestuurder.
De volumeafstandsbediening mag niet binnen het bereik van een airbag worden geplaatst.
57
8. Aansluiting van de stroomvoorziening
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd.
Om kortsluiting en hieruit resulterende beschadigingen van het apparaat te voorkomen, moet
tijdens het aansluiten de minpool (aarde) van de autoaccu worden losgekoppeld.
Sluit de minpool van de accu pas weer aan als u het apparaat volledig heeft aangesloten en de
aansluiting goed is gecontroleerd.
Gebruik voor het testen van de spanning op de bekabeling van het boordnet uitsluitend een
voltmeter of een diodetestlamp, aangezien normale testlampen te veel stroom opnemen
waardoor de boordelektronica beschadigd kan raken.
Let bij het leggen van leidingen op dat deze niet worden afgekneld of langs scherpe randen
schuren; gebruik bij doorvoerpunten rubberbussen.
Om storingsinvloeden van de lichtmachine of andere elektrische voorzieningen van het
voertuig te reduceren, dient de voedingsspanning van de subwoofer direct boven het
aansluitpunt aan de boordaccu te geschieden. Andere verbruikers, zoals ventilatoren,
ruitenwissers, enz. mogen niet via dezelfde kabel als de subwoofer van spanning worden
voorzien.
Gebruik voor de aansluiting van voedingsspanning en massa van de subwoofer aansluitkabels
met een zo groot mogelijke kabeldoorsnede. De vereiste kabeldoorsnede richt zich naar de
vermogensbehoefte van de aangesloten componenten.
Als kabels met een te geringe doorsnede worden gebruikt, kan dit in ongunstige gevallen leiden
tot doorbranden van een kabel. Bovendien komt het door de verhoogde ohmsche weerstand
tot onnodige vermogensverliezen.
Een extra zekering in de plustoevoerleiding van de subwoofer is absoluut vereist (zekeringhouder
is niet bij de levering inbegrepen). De zekering moet zo dicht mogelijk bij de accu worden
aangesloten (max. 20 cm er vanaf). In geval van een kortsluiting (bijv. aansluitkabel
doorgeschuurd) onderbreekt de zekering de plusleiding; een beschadiging van de accu of een
kabelbrand van de toevoerleiding wordt zo voorkomen.
De zekeringsterkte is afhankelijk van de stroomopname van de aangesloten toestellen van de
auto-hifi-installatie.
58
Verbind de aansluiting +12V op de aansluitterminal (7) rechtstreeks met de pluspool van de boordaccu.
Verbind de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) met de afstandsbedieningsaansluiting of antenneuitgang
van de autoradio.
De subwoofer wordt via deze ingang ingeschakeld, als een spanning van +12V aanwezig is.
Intussen bezitten bijna alle autoradio´s een dergelijke besturingsuitgang, die slechts +12V voert als de
radio wordt ingeschakeld.
Indien uw autoradio niet is voorzien van een dergelijke besturingsuitgang en de subwoofer wordt via
de luidsprekeruitgangen aangestuurd, dan kan deze aansluiting vrij blijven. De subwoofer herkent het
ingangssignaal en schakelt zich automatisch in.
Verbind de aansluiting GND van de aansluitterminal (7) met de minklem (massa) van de accu of met de
voertuigcarrosserie.
Let op! Aangezien door de steeds vaker toegepaste lijmtechniek resp. door gelakte metalen
onderdelen het elektrische geleidingsvermogen beperkt wordt, is niet elk metalen onderdeel
als massapunt geschikt.
Voer de verdeling van de voedingsspanning stervormig uit,d.w.z. de aansluitingen van de minleidingen
voor alle componenten van de auto-HiFi-installatie gaan telkens van één punt uit. Door deze manier
van verdeling worden aardlussen voorkomen.
Op dezelfde manier dient met de plusleidingen te werk te worden gegaan.
15A
LINE INPUT
FUSE HIGH POWER
INPUT
REMOTE
LEVEL
GND REM
+12V
CH1-
CH1+
-CH2
+CH2
+
-
59
9. Aansluiting van de ingangen
De subwoofer is voorzien van zowel luidspreker- als cinch-ingangen voor de aansluiting op de autoradio.
Wanneer uw autoradio over cinch-uitgangen beschikt, dient de subwoofer voor een hoogwaardige geluidsweergave
in ieder geval via de cinch-ingangen te worden aangesloten.
Als uw autoradio echter niet is uitgerust met cinch-uitgangen, kunt u de subwoofer zonder gebruik van extra
apparaten of adapters op de luidsprekeruitgangen aansluiten.
In geen geval mogen echter beide ingangen (luidspreker- en cinchingangen) gelijktijdig worden gebruikt.
Gebruik voor de aansluiting van de cinchingangen alleen hiervoor geschikte en afgeschermde
cinchkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storingen voordoen.
Houd de lengte van de cinchleidingen zo kort mogelijk.
Leg de cinchleidingen niet in de buurt van andere kabels. U voorkomt zo storende invloeden
op de subwooferingang.
Om vervormingen of verkeerde aanpassingen te voorkomen die tot beschadiging van de
subwoofer zouden kunnen leiden, mogen op de cinch-ingangen slechts bronnen met een
cinch-uitgang en op de luidsprekeringangen alleen luidsprekeruitgangen worden aangesloten.
Let hierbij ook op de aansluitwaarden in de „Technische gegevens“.
a) Aansluiting via de cinch-ingangen
Verbind de cinch-uitgangen van uw autoradio met de aansluiting LINE INPUT (9) van de subwoofer:
linker cinch-uitgang autoradio > LINE INPUT L
rechter cinch-uitgang autoradio > LINE INPUT R
b) Aansluiting via de luidsprekeringangen
Steek de meegeleverde luidspreker-aansluitkabels in de aansluiting HIGH POWER INPUT (10) van de
subwoofer.
Verbind de luidsprekeruitgangen van uw autoradio met de kabeleinden van de adapter:
Leiding CH1+ > linker positieve luidsprekeruitgang
Leiding CH1- > linker negatieve luidsprekeruitgang
Leiding CH2+ > rechter positieve luidsprekeruitgang
Leiding CH2- > rechter negatieve luidsprekeruitgang
60
10. Aansluiting van de volume afstandsbediening
Leg de kabel voor de volumeafstandsbediening vanaf de inbouwplaats aan naar de subwoofer.
Verbind de volumeafstandsbediening met de aansluiting REMOTE LEVEL (11) op de subwoofer.
11. Bediening
Nadat de aansluiting is voltooid en u de bekabeling nogmaals heeft gecontroleerd, kunt u de subwoofer voor de
eerste keer in gebruik nemen.
Klem na de controle van de bekabeling de minpool van de accu weer aan.
Zet de schakelaar POWER MODE (1) op de voor uw gekozen aansluittype geschikte stand:
AUTO POWER bij aansluiting via de luidsprekeringangen; de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) is niet
aangesloten.
In deze positie wordt de subwoofer ingeschakeld zodra een audiosignaal wordt herkend.
REMOTE WIRE, wanneer de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) op de besturingsuitgang van de
autoradio is aangesloten.
In deze positie wordt de subwoofer ingeschakeld zodra een 12V-besturingssignaal op de
aansluiting REM van de aansluitterminal (7) aanwezig is.
Draai de volumeregelaar LEVEL (2) tegen de wijzers van de klok in op minimum.
Draai de regelaar van de volumeafstandsbediening tegen de wijzers van de klok in op minimum.
Draai de regelaar BASS EQ (3) tegen de wijzers van de klok in op minimum.
Draai de regelaar PHASE (4) tegen de wijzers van de klok in op minimum.
Draai de regelaar FREQ (5) ongeveer op de middenstand.
Schakel uw autoradio in. De weergave POWER (6) begint te branden. Indien de POWER-LED (6) niet brandt,
is een storing aanwezig. De subwoofer moet direct worden uitgeschakeld. Controleer in dit geval alle
aansluitingen en luidsprekers. Indien hierbij geen storing kan worden geconstateerd, raadpleeg dan een
vakman.
Wanneer de weergave-LED POWER (6) brandt, stelt u het volume van de autoradio op een gemiddeld
geluidsniveau in.
Draai de regelaar van de volumeafstandsbediening op de middenstand.
61
Pas nu het volume van de subwoofer met de regelaar LEVEL (2) aan het geluidsniveau van de overige
luidsprekers aan.
De subwoofer dient niet te dreunen of hard boven het geluid hoorbaar te zijn; de subwoofer dient alleen de
overige luidsprekers in het lage basbereik te ondersteunen.
De volumeverhouding tussen subwoofer en de overige luidsprekers kan ook achteraf nog met de volumeknop
op de volumeafstandsbediening vanaf de bestuurdersplaats worden ingesteld.
Voor een optimaal geluid kunt u nu nog proberen om de ingestelde scheidingsfrequentie met de regelaar FREQ
(5) te veranderen. Let hierbij ook weer op een zuiver basgeluid dat zich naadloos in het klankbeeld van de overige
luidsprekers dient in te voegen.
Probeer ook andere instellingen van de regelaar PHASE (4). Vaak brengt een andere faseverhouding een betere
weergave van het basgeluid (dit is afhankelijk van de inbouwplaats van de subwoofer).
Bij een te zwak lage basgeluid kunt u met de regelaar BASS EQ (3) een traploos regelbare lage basversterker
activeren. Hoe verder u de regelaar rechtsom draait, des te harder worden de laagste basfrequenties
weergegeven.
Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd, kunt u het volume van de subwoofer vanaf de bestuurdersplaats met de
volumeafstandsbediening verder regelen.
62
12. Onderhoud
Controleer regelmatig de technische veiligheid van de subwoofer, bijvoorbeeld op beschadiging van de snoeren en
de behuizing.
Indien kan worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mogelijk is, dan moet het product buiten
bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onopzettelijk gebruik. Verbinding met boordnet verbreken!
U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
het apparaat zichtbaar is beschadigd
het apparaat niet meer goed functioneert of
het te zwaar mechanisch is belast.
Alvorens u de subwoofer reinigt of onderhoudt, dient u rekening te houden met de volgende veiligheidsinstructies:
Bij het openen van deksels en/of het verwijderen van onderdelen van het apparaat kunnen
spanningvoerende delen vrij komen te liggen.
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet daarom de subwoofer worden losgekoppeld
van alle spanningsbronnen.
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het van alle spanningsbronnen
is losgekoppeld.
Een reparatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakman die vertrouwd is met de
risico’s resp. relevante voorschriften.
Let bij de vervanging van zekeringen op dat uitsluitend zekeringen van het aangegeven type en met de juiste
nominale stroomsterkte worden gebruikt (zie Technische gegevens).
Het repareren van zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan.
Na succesvolle loskoppeling van de stroomverzorging (boordnet afklemmen!) trekt u voorzichtig de zekering
FUSE (8) uit de zekeringhouder.
Vervang de zekering door een zekering van hetzelfde type.
Verbind de subwoofer nu pas met het boordnet en neem deze in gebruik.
63
13. Gebruik
Een te hoog volume binnen in de auto heeft tot gevolg dat akoestische waarschuwingssignalen niet meer kunnen
worden waargenomen. Hierdoor brengt u uzelf en andere weggebruikers in gevaar. Let daarom op dat het
volume niet te hard staat.
Onachtzaamheid in het verkeer kan leiden tot ernstige ongelukken. Daarom mag de Hifi-installatie uitsluitend
worden bediend als de verkeerssituatie het toelaat. Zorg bovendien dat uw aandacht door het bedienen van de
installatie niet van het verkeer wordt afgeleid.
Magneetgeheugens zoals diskettes en videobanden niet in de buurt van de subwoofer plaatsen, aangezien het
magneetveld van de luidsprekers de op deze media vastgelegde informatie kan vernietigen.
Het wordt afgeraden gedurende een langere periode naar muziek met een te hoog volume te luisteren. Hierdoor
kan het gehoor beschadigd raken.
64
14. Verhelpen van storingen
U heeft met de Flatsub FS8 Active Subwoofer van Raveland een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand
der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder
vindt u enkele manieren om eventuele storingen te verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
Geen werking, indicator POWER (6) brandt niet:
De aansluiting GND van het aansluitterminal (7) heeft geen verbinding met de voertuigmassa.
De aansluiting REM van de aansluitterminal (7) maakt geen verbinding naar de antenneuitgang van de autoradio
(alleen bij schakelaarstand REMOTE WIRE van de schakelaar POWER MODE (1)).
De autoradio geeft geen audiosignaal via de luidsprekeruitgangen weer (alleen bij schakelaarstand AUTO
POWER van de schakelaar POWER MODE (1)).
De aansluiting +12V van de aansluitterminal (7) wordt niet van +12V voorzien.
De elektrische veiligheidsuitschakeling van de subwoofer is door een storing in de subwoofer geactiveerd.
De temperatuur-veiligheidsschakeling van de subwoofer heeft op grond van een oververhitting gereageerd. Laat
het apparaat eerst afkoelen.
De zekering FUSE (8) van de subwoofer of de zekering in de plusleiding is defect.
De indicator POWER (6) brandt, er is echter geen geluid te horen:
De volumeregelaar van de autoradio staat op minimum.
De volumeregelaar LEVEL (2) van de subwoofer staat op minimum.
De ingang is niet correct aangesloten.
Stoorgeluiden treden op:
Slechte massaverbinding van de massakabel, eventuele roest of verf van de contactvlakken verwijderen.
De massapunt van de autoradio en de subwoofer liggen niet op hetzelfde potentiaal, verschillende massapunten
proberen.
De kabels van de subwoofer liggen te dicht bij de kabels voor het ontstekingsmechanisme van het voertuig.
Het ontstekingsmechanisme is niet ontstoord.
De kabels van de ingang liggen te dicht bij de kabels van de voedingsspanning.
65
De subwoofer wordt tijdens het gebruik in- en uitgeschakeld:
Slecht massacontact van de massa-aansluitkabel, aansluitpunt van de kabel of batterijcontact gecorrodeerd.
Te geringe spanning op aansluiting +12V van de aansluitterminal (7), aansluitpunt van de kabel of accuklem
gecorrodeerd, te zwakke accu.
Loszittend contact aan de remote-leiding, aansluiting REM van de aansluitterminal (7) heeft een loszittend
contact of is gecorrodeerd.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd.
15. Afvalverwijdering
Het product dient na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften afgevoerd
te worden.
16. Technische gegevens
Voedingsspanning: 12V=
Zekering: 15A vlakke autozekering
Uitgangsvermogen: 200/600W RMS/max.
Frequentiebereik: 40-200Hz
Scheidingsfrequentie: 80-200Hz/18dB/oct.
Faseregelaar: 0°-180°
Geluidsdruk: 112dB max.
Luidsprekers: 20cm subwooferchassis
Afmetingen (b x h x d): 230 x 80 x 340mm

Documenttranscriptie

© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE. 01_0709_02 Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.  Colofon © Copyright 2009 by Conrad Electronic SE. Ce mode d’emploi est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu’elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l’éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d’emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l’équipement.  Information légales © Copyright 2009 by Conrad Electronic SE. These operating instructions are a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.  Legal notice © Copyright 2009 by Conrad Electronic SE. Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.  Impressum CONRAD IM INTERNET http://www.conrad.com Seite 2 - 17 Best.-Nr. / Item-No. / N° de commande / Bestnr.: Raveland Flatsub FS8 Active Subwoofer  37 23 62 Pagina 50 - 65 Subwoofer actif Raveland Flatsub FS8 Page 34 - 49 Page 18 - 33 Raveland Flatsub FS8 Active Subwoofer Raveland Flatsub FS8 Aktiv-Subwoofer Version 07/09  GEBRUIKSAANWIJZING  OPERATING INSTRUCTIONS     BEDIENUNGSANLEITUNG  NOTICE D´EMPLOI Inhoudsopgave  Pagina 1. Inleiding ......................................................................................................................................................... 51 2. Voorgeschreven gebruik .............................................................................................................................. 52 3. Verklaring van symbolen .............................................................................................................................. 52 4. Veiligheidsvoorschriften ............................................................................................................................... 53 5. Kenmerken .................................................................................................................................................... 54 6. Aansluitingen en bedieningselementen ...................................................................................................... 55 7. Mechanische inbouw .................................................................................................................................... 56 8. Aansluiting van de stroomvoorziening ......................................................................................................... 57 9. Aansluiting van de ingangen ........................................................................................................................ 59 a) Aansluiting via de cinch-ingangen ........................................................................................................... 59 b) Aansluiting via de luidsprekeringangen .................................................................................................. 59 10. Aansluiting van de volume afstandsbediening ............................................................................................ 60 11. Bediening ...................................................................................................................................................... 60 12. Onderhoud .................................................................................................................................................... 62 13. Gebruik .......................................................................................................................................................... 63 14. Verhelpen van storingen .............................................................................................................................. 64 15. Afvalverwijdering ........................................................................................................................................... 65 16. Technische gegevens ................................................................................................................................... 65 50 1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de inbedrijfstelling en het gebruik. Neem deze instructies in acht, ook wanneer u het product aan derden doorgeeft. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig om later nog eens door te kunnen lezen! Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.  Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be. 51 2. Voorgeschreven gebruik Onder voorgeschreven gebruik van de Raveland Flatsub FS8 Active Subwoofer wordt verstaan de versterking van bass audiosignalen met een laag niveau en de weergave van deze signalen in motorvoertuigen. De subwoofer is uitsluitend geschikt voor aansluiting op een 12 V-gelijkspanningsboordnet, met de negatieve pool van de autoaccu verbonden met de carrosserie en mag alleen in motorvoertuigen met dit type boordspanning worden ingebouwd en in gebruik worden genomen. Sluit het apparaat niet aan op het 230 V-stroomnet. Door het montagetype dient de gebruiker ervoor te zorgen dat de subwoofer tegen vocht en vloeistoffen wordt beschermd. Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van de subwoofer. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Aan de subwoofer mag niets worden veranderd resp. omgebouwd en de behuizing mag niet worden geopend. Volg alle veiligheidsinstructies en montagevoorschriften in deze gebruiksaanwijzing op. 3. Verklaring van symbolen Het symbool met een uitroepteken wijst de gebruiker erop, dat hij/zij voor de ingebruikneming van het apparaat de gebruiksaanwijzing moet lezen en deze bij het gebruik in acht moet nemen.  52 Het „hand“-symbool staat voor speciale tips en bedieningsinstructies. 4. Veiligheidsvoorschriften Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk. Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet verantwoordelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie. Geachte klant, De volgende veiligheidsvoorschriften en risico’s hebben niet alleen de bescherming van het product, maar ook de bescherming van uw gezondheid tot doel. Lees de volgende punten zorgvuldig door: • Om veiligheids- en vergunningsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. • Als spanningsbron mag alleen het 12 V-gelijkspanning boordnet in het voertuig (negatieve pool van de accu aan de carrosserie van de auto) worden gebruikt. Sluit het apparaat nooit op een andere voedingsspanning aan. • Zorg voor een correcte ingebruikneming van het apparaat. Neem hierbij deze gebruiksaanwijzing in acht. • Zorg dat elektrische apparatuur niet in contact komt met vloeistof. Zet voorwerpen waar vloeistof in zit niet boven op elektrische apparaten (bijv. vazen). Er bestaat brandgevaar of gevaar voor een levensgevaarlijke elektrische schok. Indien een dergelijke situatie zich toch voordoet, koppel het apparaat dan los van de netvoeding en raadpleeg een erkend elektromonteur. • Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, druip- of spatwater, sterke trillingen of hoge mechanische belastingen. • Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. • Houd het product buiten bereik van kinderen; het is geen speelgoed. Kinderen kunnen niet inschatten welke gevaren aan het gebruik van elektrische apparatuur zijn verbonden. • Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. • Het apparaat mag nooit zonder toezicht in werking zijn. • Gebruik het product uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat. • Neem ook de veiligheidsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen in acht van de andere apparaten die worden aangesloten. • Let ook op de aanvullende veiligheidsinstructies in de afzonderlijke hoofdstukken van deze handleiding! • Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of als er problemen zijn waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische helpdesk of met een andere elektromonteur. 53 5. Kenmerken • Platte behuizing voor de inbouw onder de voorstoelen of aan de zijkant in de kofferruimte • Subwooferchassis met alu-membraan en rubber band • Actieve bass-compensatie speciaal op het subwooferchassis afgestemd • Inschakelvertraging voor een geruislose start • Traploos regelbare scheidingsfrequentie • Traploos regelbare fasecorrectie • Ingebouwde bass-equalizer voor aanpassing aan voertuigkarakteristiek • Cinch- en luidsprekeringangen • Automatische inschakeling met de autoradio ook bij aansluiting via de luidsprekeringangen • Volumeaanpassing met afstandsbediening vanaf bestuurdersplaats regelbaar 54 6. Aansluitingen en bedieningselementen 1 3 2 5 4 6 (1) Schakelaar POWER MODE (2) Regelaar LEVEL (3) Regelaar BASS EQ (4) Regelaar PHASE (5) Regelaar FREQ (6) Indicatie POWER 7 GND REM 8 9 10 11 FUSE 15A LINE INPUT HIGH POWER INPUT REMOTE LEVEL +12V CH1- -CH2 CH1+ +CH2 (7) Aansluiting (8) Zekering FUSE (9) Aansluiting LINE INPUT (10) Aansluiting HIGH POWER INPUT (11) Aansluiting REMOTE LEVEL 55 7. Mechanische inbouw Wijzigingen aan het voertuig, die door het inbouwen van de subwoofer of andere componenten nodig zijn, moeten altijd zo worden uitgevoerd, dat hierdoor geen beperking van de verkeersveiligheid of van de constructieve stabiliteit van de auto ontstaat. Bij veel motorvoertuigen vervalt de wettelijke goedkeuring van een voertuig reeds door het uitzagen van een stuk metaal. Neem contact op met uw autodealer als u twijfelt over de keuze van de montageplaats. Omdat de subwoofer tijdens bedrijf warmte genereert, moet de inbouwplaats ongevoelig zijn voor hitte. Laat rondom de behuizing van de subwoofer een ruimte van 5 cm vrij om voldoende ventilatie rondom het apparaat te verkrijgen. Zorg dat de luchtcirculatie niet door voorwerpen zoals tijdschriften, tafelkleden of gordijnen wordt beperkt. Let op dat bij het boren van montagegaten elektrische kabels, remleidingen, brandstoftank enz. niet worden beschadigd. Neem bij gebruik van gereedschap voor het inbouwen van uw auto-HiFi-componenten altijd de veiligheidsinstructies van de fabrikant van het betreffende gereedschap in acht. Houd bij de montage van de autoluidsprekers resp. uw HiFi-installatie rekening met het gevaar dat bij een ongeluk verwondingen kunnen ontstaan door losgerukte apparatuur. Bevestig daarom elk onderdeel stevig op een plaats waar het geen gevaar vormt voor inzittenden. Zoek voor de subwoofer een geschikte inbouwplaats. Een geschikte montageplaats heeft de volgende kenmerken: • droog • zo stofvrij mogelijk • weinig trillingen • goede luchtcirculatie • hittebestendige omgeving Als inbouwplaats zijn de kofferruimte en de vrije ruimte onder de zittingen geschikt. Houd er hierbij rekening mee dat de subwoofer zo toegankelijk mogelijk moet blijven, zodat de elektrische aansluiting nog kan worden uitgevoerd. • Maak de subwoofer met klittenband, spanbanden of een soortgelijk bevestigingsmateriaal stevig vast. De bevestiging moet ook in geval van een noodstop of ongeluk het gewicht van de subwoofer kunnen dragen. Bevestig de meegeleverde volumeafstandsbediening op het dashboard binnen handbereik van de bestuurder. De volumeafstandsbediening mag niet binnen het bereik van een airbag worden geplaatst. 56 8. Aansluiting van de stroomvoorziening De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd. Om kortsluiting en hieruit resulterende beschadigingen van het apparaat te voorkomen, moet tijdens het aansluiten de minpool (aarde) van de autoaccu worden losgekoppeld. Sluit de minpool van de accu pas weer aan als u het apparaat volledig heeft aangesloten en de aansluiting goed is gecontroleerd. Gebruik voor het testen van de spanning op de bekabeling van het boordnet uitsluitend een voltmeter of een diodetestlamp, aangezien normale testlampen te veel stroom opnemen waardoor de boordelektronica beschadigd kan raken. Let bij het leggen van leidingen op dat deze niet worden afgekneld of langs scherpe randen schuren; gebruik bij doorvoerpunten rubberbussen. Om storingsinvloeden van de lichtmachine of andere elektrische voorzieningen van het voertuig te reduceren, dient de voedingsspanning van de subwoofer direct boven het aansluitpunt aan de boordaccu te geschieden. Andere verbruikers, zoals ventilatoren, ruitenwissers, enz. mogen niet via dezelfde kabel als de subwoofer van spanning worden voorzien. Gebruik voor de aansluiting van voedingsspanning en massa van de subwoofer aansluitkabels met een zo groot mogelijke kabeldoorsnede. De vereiste kabeldoorsnede richt zich naar de vermogensbehoefte van de aangesloten componenten. Als kabels met een te geringe doorsnede worden gebruikt, kan dit in ongunstige gevallen leiden tot doorbranden van een kabel. Bovendien komt het door de verhoogde ohmsche weerstand tot onnodige vermogensverliezen. Een extra zekering in de plustoevoerleiding van de subwoofer is absoluut vereist (zekeringhouder is niet bij de levering inbegrepen). De zekering moet zo dicht mogelijk bij de accu worden aangesloten (max. 20 cm er vanaf). In geval van een kortsluiting (bijv. aansluitkabel doorgeschuurd) onderbreekt de zekering de plusleiding; een beschadiging van de accu of een kabelbrand van de toevoerleiding wordt zo voorkomen. De zekeringsterkte is afhankelijk van de stroomopname van de aangesloten toestellen van de auto-hifi-installatie. 57 • Verbind de aansluiting +12V op de aansluitterminal (7) rechtstreeks met de pluspool van de boordaccu. • Verbind de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) met de afstandsbedieningsaansluiting of antenneuitgang van de autoradio.  De subwoofer wordt via deze ingang ingeschakeld, als een spanning van +12V aanwezig is. Intussen bezitten bijna alle autoradio´s een dergelijke besturingsuitgang, die slechts +12V voert als de radio wordt ingeschakeld. Indien uw autoradio niet is voorzien van een dergelijke besturingsuitgang en de subwoofer wordt via de luidsprekeruitgangen aangestuurd, dan kan deze aansluiting vrij blijven. De subwoofer herkent het ingangssignaal en schakelt zich automatisch in. • Verbind de aansluiting GND van de aansluitterminal (7) met de minklem (massa) van de accu of met de voertuigcarrosserie. Let op! Aangezien door de steeds vaker toegepaste lijmtechniek resp. door gelakte metalen onderdelen het elektrische geleidingsvermogen beperkt wordt, is niet elk metalen onderdeel als massapunt geschikt.  Voer de verdeling van de voedingsspanning stervormig uit,d.w.z. de aansluitingen van de minleidingen voor alle componenten van de auto-HiFi-installatie gaan telkens van één punt uit. Door deze manier van verdeling worden aardlussen voorkomen. Op dezelfde manier dient met de plusleidingen te werk te worden gegaan. FUSE 15A GND - 58 REM +12V + LINE INPUT HIGH POWER INPUT CH1- -CH2 CH1+ +CH2 REMOTE LEVEL 9. Aansluiting van de ingangen De subwoofer is voorzien van zowel luidspreker- als cinch-ingangen voor de aansluiting op de autoradio. Wanneer uw autoradio over cinch-uitgangen beschikt, dient de subwoofer voor een hoogwaardige geluidsweergave in ieder geval via de cinch-ingangen te worden aangesloten. Als uw autoradio echter niet is uitgerust met cinch-uitgangen, kunt u de subwoofer zonder gebruik van extra apparaten of adapters op de luidsprekeruitgangen aansluiten. In geen geval mogen echter beide ingangen (luidspreker- en cinchingangen) gelijktijdig worden gebruikt. Gebruik voor de aansluiting van de cinchingangen alleen hiervoor geschikte en afgeschermde cinchkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storingen voordoen. Houd de lengte van de cinchleidingen zo kort mogelijk. Leg de cinchleidingen niet in de buurt van andere kabels. U voorkomt zo storende invloeden op de subwooferingang. Om vervormingen of verkeerde aanpassingen te voorkomen die tot beschadiging van de subwoofer zouden kunnen leiden, mogen op de cinch-ingangen slechts bronnen met een cinch-uitgang en op de luidsprekeringangen alleen luidsprekeruitgangen worden aangesloten. Let hierbij ook op de aansluitwaarden in de „Technische gegevens“. a) Aansluiting via de cinch-ingangen • Verbind de cinch-uitgangen van uw autoradio met de aansluiting LINE INPUT (9) van de subwoofer: linker cinch-uitgang autoradio > LINE INPUT L rechter cinch-uitgang autoradio > LINE INPUT R b) Aansluiting via de luidsprekeringangen • Steek de meegeleverde luidspreker-aansluitkabels in de aansluiting HIGH POWER INPUT (10) van de subwoofer. • Verbind de luidsprekeruitgangen van uw autoradio met de kabeleinden van de adapter: Leiding CH1+ > linker positieve luidsprekeruitgang Leiding CH1- > linker negatieve luidsprekeruitgang Leiding CH2+ > rechter positieve luidsprekeruitgang Leiding CH2- > rechter negatieve luidsprekeruitgang 59 10. Aansluiting van de volume afstandsbediening • Leg de kabel voor de volumeafstandsbediening vanaf de inbouwplaats aan naar de subwoofer. • Verbind de volumeafstandsbediening met de aansluiting REMOTE LEVEL (11) op de subwoofer. 11. Bediening Nadat de aansluiting is voltooid en u de bekabeling nogmaals heeft gecontroleerd, kunt u de subwoofer voor de eerste keer in gebruik nemen. • Klem na de controle van de bekabeling de minpool van de accu weer aan. • Zet de schakelaar POWER MODE (1) op de voor uw gekozen aansluittype geschikte stand: AUTO POWER bij aansluiting via de luidsprekeringangen; de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) is niet aangesloten.  In deze positie wordt de subwoofer ingeschakeld zodra een audiosignaal wordt herkend. REMOTE WIRE, wanneer de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) op de besturingsuitgang van de autoradio is aangesloten.  In deze positie wordt de subwoofer ingeschakeld zodra een 12V-besturingssignaal op de aansluiting REM van de aansluitterminal (7) aanwezig is. • Draai de volumeregelaar LEVEL (2) tegen de wijzers van de klok in op minimum. • Draai de regelaar van de volumeafstandsbediening tegen de wijzers van de klok in op minimum. • Draai de regelaar BASS EQ (3) tegen de wijzers van de klok in op minimum. • Draai de regelaar PHASE (4) tegen de wijzers van de klok in op minimum. • Draai de regelaar FREQ (5) ongeveer op de middenstand. • Schakel uw autoradio in. De weergave POWER (6) begint te branden. Indien de POWER-LED (6) niet brandt, is een storing aanwezig. De subwoofer moet direct worden uitgeschakeld. Controleer in dit geval alle aansluitingen en luidsprekers. Indien hierbij geen storing kan worden geconstateerd, raadpleeg dan een vakman. • Wanneer de weergave-LED POWER (6) brandt, stelt u het volume van de autoradio op een gemiddeld geluidsniveau in. • Draai de regelaar van de volumeafstandsbediening op de middenstand. 60 • Pas nu het volume van de subwoofer met de regelaar LEVEL (2) aan het geluidsniveau van de overige luidsprekers aan. De subwoofer dient niet te dreunen of hard boven het geluid hoorbaar te zijn; de subwoofer dient alleen de overige luidsprekers in het lage basbereik te ondersteunen. De volumeverhouding tussen subwoofer en de overige luidsprekers kan ook achteraf nog met de volumeknop op de volumeafstandsbediening vanaf de bestuurdersplaats worden ingesteld. • Voor een optimaal geluid kunt u nu nog proberen om de ingestelde scheidingsfrequentie met de regelaar FREQ (5) te veranderen. Let hierbij ook weer op een zuiver basgeluid dat zich naadloos in het klankbeeld van de overige luidsprekers dient in te voegen. • Probeer ook andere instellingen van de regelaar PHASE (4). Vaak brengt een andere faseverhouding een betere weergave van het basgeluid (dit is afhankelijk van de inbouwplaats van de subwoofer). • Bij een te zwak lage basgeluid kunt u met de regelaar BASS EQ (3) een traploos regelbare lage basversterker activeren. Hoe verder u de regelaar rechtsom draait, des te harder worden de laagste basfrequenties weergegeven. • Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd, kunt u het volume van de subwoofer vanaf de bestuurdersplaats met de volumeafstandsbediening verder regelen. 61 12. Onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van de subwoofer, bijvoorbeeld op beschadiging van de snoeren en de behuizing. Indien kan worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mogelijk is, dan moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onopzettelijk gebruik. Verbinding met boordnet verbreken! U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: • het apparaat zichtbaar is beschadigd • het apparaat niet meer goed functioneert of • het te zwaar mechanisch is belast. Alvorens u de subwoofer reinigt of onderhoudt, dient u rekening te houden met de volgende veiligheidsinstructies: Bij het openen van deksels en/of het verwijderen van onderdelen van het apparaat kunnen spanningvoerende delen vrij komen te liggen. Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet daarom de subwoofer worden losgekoppeld van alle spanningsbronnen. Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het van alle spanningsbronnen is losgekoppeld. Een reparatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakman die vertrouwd is met de risico’s resp. relevante voorschriften. Let bij de vervanging van zekeringen op dat uitsluitend zekeringen van het aangegeven type en met de juiste nominale stroomsterkte worden gebruikt (zie Technische gegevens). Het repareren van zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan. • Na succesvolle loskoppeling van de stroomverzorging (boordnet afklemmen!) trekt u voorzichtig de zekering FUSE (8) uit de zekeringhouder. • Vervang de zekering door een zekering van hetzelfde type. • Verbind de subwoofer nu pas met het boordnet en neem deze in gebruik. 62 13. Gebruik • Een te hoog volume binnen in de auto heeft tot gevolg dat akoestische waarschuwingssignalen niet meer kunnen worden waargenomen. Hierdoor brengt u uzelf en andere weggebruikers in gevaar. Let daarom op dat het volume niet te hard staat. • Onachtzaamheid in het verkeer kan leiden tot ernstige ongelukken. Daarom mag de Hifi-installatie uitsluitend worden bediend als de verkeerssituatie het toelaat. Zorg bovendien dat uw aandacht door het bedienen van de installatie niet van het verkeer wordt afgeleid. • Magneetgeheugens zoals diskettes en videobanden niet in de buurt van de subwoofer plaatsen, aangezien het magneetveld van de luidsprekers de op deze media vastgelegde informatie kan vernietigen. • Het wordt afgeraden gedurende een langere periode naar muziek met een te hoog volume te luisteren. Hierdoor kan het gehoor beschadigd raken. 63 14. Verhelpen van storingen U heeft met de Flatsub FS8 Active Subwoofer van Raveland een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele manieren om eventuele storingen te verhelpen: Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht! Geen werking, indicator POWER (6) brandt niet: • De aansluiting GND van het aansluitterminal (7) heeft geen verbinding met de voertuigmassa. • De aansluiting REM van de aansluitterminal (7) maakt geen verbinding naar de antenneuitgang van de autoradio (alleen bij schakelaarstand REMOTE WIRE van de schakelaar POWER MODE (1)). • De autoradio geeft geen audiosignaal via de luidsprekeruitgangen weer (alleen bij schakelaarstand AUTO POWER van de schakelaar POWER MODE (1)). • De aansluiting +12V van de aansluitterminal (7) wordt niet van +12V voorzien. • De elektrische veiligheidsuitschakeling van de subwoofer is door een storing in de subwoofer geactiveerd. • De temperatuur-veiligheidsschakeling van de subwoofer heeft op grond van een oververhitting gereageerd. Laat het apparaat eerst afkoelen. • De zekering FUSE (8) van de subwoofer of de zekering in de plusleiding is defect. De indicator POWER (6) brandt, er is echter geen geluid te horen: • De volumeregelaar van de autoradio staat op minimum. • De volumeregelaar LEVEL (2) van de subwoofer staat op minimum. • De ingang is niet correct aangesloten. Stoorgeluiden treden op: • Slechte massaverbinding van de massakabel, eventuele roest of verf van de contactvlakken verwijderen. • De massapunt van de autoradio en de subwoofer liggen niet op hetzelfde potentiaal, verschillende massapunten proberen. • De kabels van de subwoofer liggen te dicht bij de kabels voor het ontstekingsmechanisme van het voertuig. • Het ontstekingsmechanisme is niet ontstoord. • De kabels van de ingang liggen te dicht bij de kabels van de voedingsspanning. 64 De subwoofer wordt tijdens het gebruik in- en uitgeschakeld: • Slecht massacontact van de massa-aansluitkabel, aansluitpunt van de kabel of batterijcontact gecorrodeerd. • Te geringe spanning op aansluiting +12V van de aansluitterminal (7), aansluitpunt van de kabel of accuklem gecorrodeerd, te zwakke accu. • Loszittend contact aan de remote-leiding, aansluiting REM van de aansluitterminal (7) heeft een loszittend contact of is gecorrodeerd. Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. 15. Afvalverwijdering  Het product dient na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften afgevoerd te worden. 16. Technische gegevens Voedingsspanning: 12V= Zekering: 15A vlakke autozekering Uitgangsvermogen: 200/600W RMS/max. Frequentiebereik: 40-200Hz Scheidingsfrequentie: 80-200Hz/18dB/oct. Faseregelaar: 0°-180° Geluidsdruk: 112dB max. Luidsprekers: 20cm subwooferchassis Afmetingen (b x h x d): 230 x 80 x 340mm 65
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65

Conrad raveland flatsub fs8 Operating Instructions Manual

Categorie
Soundbar luidsprekers
Type
Operating Instructions Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor