Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat heeft een
lagere zuigkracht dan
gebruikelijk.
Het filter en de cyclone zijn
vuil.
Maak het filter en de cyclone schoon.
U hebt de stofemmer, de
stofscheider en de cyclone
niet goed geplaatst. Als deze
onderdelen niet goed zijn
geplaatst, ontstaat een
luchtlek waardoor zuigkracht
verloren gaat.
Plaats de stofemmer, de stofscheider en
de cyclone op de juiste wijze.
Er komt stof uit het
apparaat.
Het filter is vuil. Maak het filter schoon.
De borstel draait niet meer. De weerstand is te groot voor
de borstel.
Maak de borstel schoon. Gebruik indien
nodig een schaar. Als u de borstelrol
met de hand schoonmaakt, trekt u de
haren of draden van het breedste naar
het smalste gedeelte van de borstelrol
(zie de gebruiksaanwijzing).
U hebt het apparaat
ingeschakeld door op de
aan-uitknop van de
kruimelzuiger te drukken.
Schakel het apparaat uit door nogmaals
op de aan-uitknop van de kruimelzuiger
te drukken. Schakel het apparaat
vervolgens weer in door op de aan-
uitknop op de steel te drukken.
FC6172, FC6169: De kleine
turboborstel functioneert
niet goed.
De borstelrol wordt
geblokkeerd.
Haal met behulp van een schaar de
haren uit de borstel (zie de
gebruiksaanwijzing).
De borstelrol wordt tijdens
het schoonmaken
geblokkeerd door textiel of
andere oppervlakken.
Houd de borstel evenwijdig met het
oppervlak en duw de borstel niet in
zachte oppervlakken.
De kleine turboborstel is niet
volledig gesloten.
Zorg ervoor dat het bovenste en
onderste deel van de kleine turboborstel
goed verbonden zijn, zonder speling
tussen de twee delen. Controleer of de
borgring gesloten is (zie de
gebruiksaanwijzing).
De connector tussen de
kleine turboborstel en het
apparaat is niet goed
geplaatst.
Duw de connector zo ver als mogelijk in
de kleine turboborstel.
37
Nederlands