Stanley TLM220i - 77.116 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

77-116
Stanley TLM 220i
1
2
5
11
3
4
7
10
6
9
12
15
13
8
14
2
1
8
7
3
4
5
6
1
7
6
5
4
3
2
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
1
Stanley TLM 220i 773938a nl
Veiligheidsvoorschriften
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Stanley TLM 220i.
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door alvorens
het product in gebruik te nemen.
De beheerder van het instrument moet garanderen,
dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en opvolgen.
Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften.......................................................... 1
Opstarten....................................................................................... 4
Menufuncties ................................................................................ 6
Bediening........................................................................................ 8
Meten............................................................................................... 9
Functies........................................................................................... 9
Appendix......................................................................................14
Veiligheidsvoorschriften
Gebruikte symbolen
De gebruikte symbolen in de veiligheidsvoorschriften hebben de onder-
staande betekenis:
WAARSCHUWING:
Gebruiksgevaar of gebruik in strijd met de bepalingen dat ernstige
schade aan personen of de dood tot gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG:
Gebruiksgevaar of gebruik in strijd met de bepalingen dat slechts
geringe schade voor personen met zich meebrengt, maar aanzienlijke
schade aan materiaal, bezittingen of milieu kan veroorzaken.
)
Belangrijke gebruiksinformatie die de gebruiker helpt het product
technisch juist en efficiënt te gebruiken.
Gebruik van het instrument
Gebruik conform de voorschriften
Meten van afstanden
Rekenfuncties, zoals oppervlakte en inhoud
Meten hellingen
Gebruik in strijd met de voorschriften
Gebruik van het product zonder instructie
Gebruik buiten de toepassingsgrenzen
Veiligheidsinrichtingen uitschakelen en instructiestickers en waarschu-
wingsbordjes verwijderen
Openen van het product met gereedschap (schroevendraaier etc.),
voor zover niet nadrukkelijk voor bepaalde gevallen is toegestaan
Het verrichten van modificaties of aanpassingen aan het product
Gebruik van toebehoren van andere fabrikanten die niet nadrukkelijk
zijn goedgekeurd door Stanley.
2
Veiligheidsvoorschriften
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
Opzettelijk of onverantwoord gedrag op steigers, bij het beklimmen
van ladders, bij het meten in de buurt van draaiende machines of open
machineelementen of installaties
Direct richten in de zon
Opzettelijke verblinding van derden; ook in het donker
Onvoldoende beveiliging van de meetlocatie (bijv.: bij het verrichten
van metingen op straat, constructielocaties, etc.)
Toepassingsgrenzen
)
Zie hoofdstuk: "Technische Gegevens“.
De Stanley TLM is ontworpen voor toepassing in gebieden die geschikt zijn
voor permanente menselijke bewoning; gebruik het product niet gebieden
met explosiegevaar of in agressieve omgevingen.
Verantwoordelijkheidsgebieden
Verantwoordelijkheden van de fabrikant van de oorspronkelijke
apparatuur Stanley Europe, Egide Walschaertsstraat 14-16, 2800
Mechelen, Belgium (kort Stanley):
Stanley is verantwoordelijke voor de veiligheidstechnische onberispelijke
levering van het product inclusief gebruiksaanwijzing en originele toebe-
horen.
Verantwoordelijkheidsgebied van de fabrikanten van se-
cundaire toebehoren:
)
Fabrikanten van secundaire toebehoren voor de Stanley TLM zijn
verantwoordelijk voor het ontwikkelen, invoeren en communiceren van de
veiligheidsmaatregelen voor hun producten. Zij zijn tevens verantwoorde-
lijk voor de effectiviteit van hun maatregelen in combinatie met de Stanley
apparatuur.
Verantwoordelijkheidsgebied van de beheerder:
WAARSCHUWING
De beheerder moet ervoor zorgen dat de apparatuur in overeen-
stemming met de instructies wordt gebruikt. Hij is tevens verantwoordelijk
voor de inzet van personeel en hun training en voor de veiligheid van de
apparatuur tijdens gebruik.
Voor de beheerder gelden de volgende verplichtingen:
Hij begrijpt de veiligheidsinformatie voor het product en de instructies
in de gebruiksaanwijzing.
Hij kent de plaatselijke, industriële voorschriften ter voorkoming van
ongevallen en leeft deze na.
Hij stelt Stanley op de hoogte, zodra aan de apparatuur veiligheidsge-
breken optreden.
Gebruiksrisico's
VOORZICHTIG:
Pas op voor foutieve metingen bij gebruik van een defect product,
na een val of andere niet toegestane belastingen resp. modificaties aan het
product.
Voorzorgsmaatregelen:
Verricht periodiek controlemetingen. Speciaal na overbelasting van het
product, en voor en na belangrijke meettaken.
Zorg ervoor, dat de optiek van de Stanley TLM schoon wordt gehouden
en let op eventuele mechanische beschadigingen van de stootranden.
VOORZICHTIG:
Bij het gebruik van de producten voor afstandsmetingen of voor het
positioneren van bewegende objecten (bijv. kranen, bouwmachines, plat-
forms, enz.) kunnen door onvoorziene gebeurtenissen foutieve metingen
optreden.
Voorzorgsmaatregelen:
Gebruik de producten alleen als meetsensor en niet als besturingsapparaat.
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
3
Stanley TLM 220i 773938a nl
Veiligheidsvoorschriften
Uw systeem moet dusdanig functioneren en zijn geconstrueerd, dat bij een
foutieve meting, storing van het product of uitval van de stroomtoevoer
door een geschikte veiligheidsinrichting (bijv. veiligheidseindschakelaar)
wordt gegarandeerd, dat geen schade kan ontstaan.
WAARSCHUWING:
Lege batterijen mogen niet met het huisvuil worden weggegooid.
Zorg voor het milieu en breng ze naar beschikbare inzamelingspunten
volgens de nationale en plaatselijke voorschriften.
Het product mag niet bij het huisvuil worden weggegooid.
Het product moet in overeenstemming met de nationale regel-
geving van uw land worden verwijderd.
Voorkom steeds toegang tot het product door onbevoegden.
Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
Onder de term "Elektromagnetische Compatibiliteit" verstaan wij het
vermogen van het product om soepel te functioneren in een omgeving met
elektromagnetische straling en elektrostatische ontladingen, zonder elek-
tromagnetische storingen in andere apparatuur te veroorzaken.
WAARSCHUWING:
De Stanley TLM voldoet aan de strengste eisen van de relevante
normen en regelgeving. Desondanks kan de mogelijkheid dat storing wordt
veroorzaakt in andere apparatuur niet volledig worden uitgesloten.
VOORZICHTIG
Probeer het instrument nooit zelf te repareren. Neem in geval van
schade, contact op met de plaatselijke vertegenwoordiging.
Laserclassificatie
Geïntegreerde afstandmeter
De Stanley TLM produceert een zichtbare laserstraal, die aan de voorzijde
van het apparaat naar buiten komt.
Het product komt overeen met de laserklasse 2 volgens:
IEC60825-1 : 2007 "Veiligheid van laserapparatuur"
Laser Klasse 2 producten:
Kijk niet in de laserstraal en richt niet onnodig op andere personen. De
bescherming van het oog wordt gewoonlijk bewerkstelligd door afwen-
dingreacties inclusief knipperreflex.
WAARSCHUWING:
Direct in de laserstraal kijken met optische hulpmiddelen(bijv.
verrekijkers, telescopen) kan gevaarlijk zijn.
Voorzorgen:
Kijk niet in de laserstraal met optische hulpmiddelen.
VOORZICHTIG:
Het kijken in de laserstraal kan gevaarlijk zijn voor het oog.
Voorzorgen:
Kijk niet in de laserstraal. Let erop, dat de laserstraal boven of onder
ooghoogte wordt gericht. (Vooral bij vaste opstellingen in installaties,
machines, e.d.)
4
Opstarten
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
Etikettering
Positie van het productetiket; zie de laatste pagina!
Opstarten
Inzetten / vervangen van Batterijen
Zie figuur {A}
1 Schuif de vergrendeling opzij en open het batterijcompartiment.
2 Zet nieuwe batterijen in, let op de polariteit.
3 Sluit het batterijcompartiment weer. Vervang de batterijen als het
pictogram continu knippert in het display.
)
Neem de batterijen uit als het apparaat langere tijd niet zal
worden gebruikt om corrosie te voorkomen.
)
Gebruik uitsluitend alkaline of oplaadbare batterijen.
Wijzigen van het referentiepunt (multifunctio-
neel eindstuk)
Zie figuur {B}
Het instrument kan in diverse meetsituaties worden gebruikt:
Voor metingen vanaf een rand, de positioneringbeugel openen tot
deze vast klikt. Zie figuur {C}.
Voor metingen vanuit een hoek, de positioneringbeugel openen tot
deze vast klikt, met lichte druk naar rechts kan deze verder worden
gedraaid. Zie figuur {D}.
Een geïntegreerde sensor detecteert automatisch de stand van de positio-
neringbeugel en bepaalt de bijbehorende correcties.
Laser Straling
Kijk niet in de laserstraal
Laserklasse 2
volgens IEC 60825-1:2007
Max. uitgezonden vermogen: <1mW
Uitgezonden golflengte: 620-690nm
Straaldivergentie: 0,16 x 0,6 mrad
Pulsduur: 1 x 10
-9
s
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
5
Stanley TLM 220i 773938a nl
Opstarten
Toetsenbord
Zie figuur {E}:
1 AAN (Aan/meten) -toets
2 Digitale zoeker - toets
3 Lange-afstand modus toets
4 Plus (+) toets
5 Functietoets
6 Minus (-) toets
7 Oppervlakte / inhoudtoets
8 Menu/is-gelijktoets
9 Indirecte meting (Pythagoras) toets
10 Zelfontspannertoets
11 Trapeziumtoets
12 Opslag / geheugentoets
13 Referentietoets
14 Driehoekige oppervlakte toets
15 Wis/uit toets
Display in normale modus
Zie illustratie {F.1}.
Het grafische scherm van het meetvenster is verdeeld in verschillende
gebieden. Linksboven bevindt zich het helderste veld, dat het huidige gese-
lecteerd meetprogramma bevat. Direct rechts daarvan verschijnt het
programma submenu, dat de meetprogramma's toont, die kunnen worden
geselecteerd door dezelfde toets het vereiste aantal malen in te drukken.
Het meetveld bevat de individuele metingen van het meetprogramma met
verwijzing naar een reeks aparte afstandmetingen. Hiervoor zijn drie regels
beschikbaar. Een horizontale lijn scheidt het meetveld en de resultaatregel
van elkaar. Een rode driehoek geeft aan of het geselecteerd meetpro-
gramma een gedetailleerder display beschikbaar heeft.
1 Programmaselectie met meetinstructies
2 Programmaselectie submenu
3 Helling
4 Zelfontspanner
5 Meetveld
6 Resultaatregel
7 Gedetailleerd display
8 Statusregel met (Laser AAN, Referentiestuk, Indicatie Lange-afstand
modus, Excentriciteit, Plus / Minus, Batterijstatus)
Display in "digitale zoeker" -modus
Digitale zoeker (4x zoom)
Het apparaat heeft een geïntegreerde digitale zoeker, die het richtmerk
direct op het display weergeeft. Door de getoonde kruisdraden kan uiterst
precies worden gemeten, zelfs als de laserstraal niet zichtbaar is. Zie illus-
tratie {F.2}.
De geïntegreerde digitale kleurenzoeker is een geweldig hulpmiddel in de
buitenlucht en kan met alle functies worden gebruikt. Lange afstanden en
precieze metingen op gedetailleerde oppervlakken kunnen zonder
problemen zelfs bij helder zonlicht worden uitgevoerd.
Met de 4x zoom kan het beeld naar behoefte worden vergroot.
Druk op de -toets om de functie te activeren. Druk nog eens op de
-toets om te werken met 1x, 2x of tot 4x ingezoomd beeld.
De helderheid van de camera kan op 5 niveaus worden ingesteld met
behulp van de -toets of de -toets.
6
Menufuncties
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
)
Parallaxfouten treden op als de digitale zoeker op korte afstanden
wordt gebruikt, de laserspot kan net naast de kruisdraad staan. In dat gev
moet u vertrouwen op de positie van de laserspot voor het richten op het
object.
Zie illustratie {F.2}.
1 Zoom stap (1x, 2x, 4x)
2Zelfontspanner
3 Helling (in °)
4Kruisdraden
5 Hellinghoek
6 Afstand volgwaarde
7Beeld
Menufuncties
Instellingen
Er kunnen diverse apparaatinstellingen via het menu worden gemaakt. Een
verticale lijst toont alle mogelijkheden. In dit menu blijft het selectieveld
(cursor) stationair en beweegt de lijst op en neer. Startend in het midden
van de lijst, begint de prioriteit van regels in de lijst bovenaan en breidt zich
uit met de klok mee. Zie illustratie {G}.
Het menu bevat de onderstaande regels:
1 Meeteenheden (afstand)
2 Meeteenheden (hoek)
3Piep
4 Digitale zoeker zwart/witbeeld
5 Reset
6 Kalibratie inclinatiesensor
7 Helling in statusveld (in °)
8 Excentriciteit
9Statief
10 Displayverlichting
Navigatie door het menu
Het menu maakt het mogelijk om instellingen aan te passen voor specifieke
doeleinden of toepassingen.
Algemene beschrijving
De -toets indrukken en vasthouden om het instellingenmenu te
openen.
Druk op de of -toetsen om door het hoofdmenu te bladeren.
Druk kort op de -toets om het submenu te openen van het geselec-
teerd hoofdmenu item.
Druk op de of -toetsen om wijzigingen aan te brengen in het
submenu.
De -toets indrukken en vasthouden om het instellingenmenu te
openen.
Lang indrukken van de -toets in het menu verlaat de instellingen-
functie zonder de wijzigingen op te slaan.
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
7
Stanley TLM 220i 773938a nl
Menufuncties
Instellen van de eenheden voor afstandmeting
De onderstaande eenheden kunnen worden ingesteld:
Instellen van de eenheden voor hellingmeting
De onderstaande eenheden kunnen worden ingesteld voor hellingmetingen:
Displayverlichting ( )
De helderheid van het display kent zes instelbare niveaus. Stap 6 is het
helderste en stap 1 is de donkerste instelling.
Meten met het statief ( )
Het referentiepunt kan op de statiefbevestiging worden aangepast als het
noodzakelijk is om te meten vanaf de statiefbevestiging in plaats vanaf de
voor- of achterzijde van de Stanley TLM. Selecteer hiertoe het -
pictogram in deze menuregel. De referentie op het statief kan worden in
of uitgeschakeld. De instelling kan op het display worden afgelezen.
)
Wij adviseren om metingen te starten met de -toets als het
apparaat wordt gebruikt op een statief teneinde scherpteverlies te voor-
komen.
)
De instellingen worden teruggezet als het apparaat wordt uitge-
schakeld.
Signaal ( )
Het signaal kan worden in of uitgeschakeld.
Excentriciteit ( )
Een excentriciteit telt een vastgestelde waarde op of trekt deze automa-
tisch af van alle metingen. Deze functie maakt het mogelijk om vaste tole-
ranties te verrekenen (bijv. ruwe maten ten opzichte van afgewerkte
maten). Als de excentriciteitfunctie in het menu wordt geselecteerd, dan
kan vervolgens de waarde worden ingesteld met behulp van de of de
-toets. Ingedrukt houden van de toetsen verhoogt de snelheid
waarmee de waarden wijzigen. Als de gewenste waarde is bereikt, dan deze
bevestigen met de -toets. Het display toont het toepasselijke picto-
gram of , zolang de excentriciteit staat ingesteld.
Afstand Oppervlakte Inhoud
1.1 0,0000 m
0,000 m² 0,000 m³
1.2 0,000 m
0,000 m² 0,000 m³
1.3 0,00 m
0,000 m² 0,000 m³
1.4 0,00 ft
0,00 ft² 0,00 ft³
1.5 0'00''
1
/
32
0.00 ft² 0.00 ft³
1.6 0'00''
1
/
16
0.00 ft² 0.00 ft³
1.7 0'00''
1
/
8
0.00 ft² 0.00 ft³
1.8 0'00''
1
/
4
0.00 ft² 0.00 ft³
1.9 0.0 in
0.00 ft² 0.00 ft³
1.10 0
1
/
32
in
0.00 ft² 0.00 ft³
1.11 0
1
/
16
in
0.00 ft² 0.00 ft³
1.12 0
1
/
8
in
0.00 ft² 0.00 ft³
1.13 0
1
/
4
in
0.00 ft² 0.00 ft³
1.14 0.000 yd
0.000 yd² 0.000 yd³
Eenheden voor helling
2.1 +/- 0,0°
2.2 0,00%
2.3 mm/m
2.4 in/ft
8
Bediening
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
Digitaal zoekerbeeld zwart/wit ( )
Het display kan in cameramodus worden gewisseld naar zwart/wit.
Helling in statusveld ( )
De helling (in °) in het statusveld kan worden in en uitgeschakeld.
Reset - terugzetten van het instrument naar de
fabrieksinstellingen ( )
Het instrument heeft een Resetfunctie. Als de menufunctie Reset wordt
gekozen en bevestigd, dan keert het apparaat terug naar de fabrieksinstel-
lingen en worden de stapel en het geheugen gewist.
)
Alle speciale instellingen en opgeslagen waarden gaan eveneens
verloren.
Kalibratie van de inclinatiesensor ( )
De inclinatiesensor in het apparaat kan worden gekalibreerd. Kalibratie
vereist twee metingen op een horizontaal vlak.
Selecteer kalibratie modus in het menu .
1 Voer de eerste meting uit op een horizontaal vlak. Het apparaat
bevestigt de meting met .
2 Draai het apparaat horizontaal 180° .
3 Druk op de -toets en bevestig dat het apparaat 180° is gedraaid.
4 Druk op de -toets en voer de tweede meting uit. Het apparaat
bevestigt de meting met . De inclinatiesensor is nu gekalibreerd.
Bediening
In en uitschakelen
Schakelt het instrument en de laser in. Het display toont het batte-
rijpictogram totdat de volgende toets wordt ingedrukt.
Lang indrukken van deze toets schakelt het instrument uit.
Het instrument schakelt automatisch uit na zes minuten zonder
activiteit.
WIS toets
De laatste actie wordt afgebroken. Bij het uitvoeren van oppervlakte/
inhoud of indirecte metingen kan elke individuele meting worden gewist en
opnieuw worden uitgevoerd.
Instellen Referentie
De standaard instelling van de meetreferentie is de achterzijde van het
instrument.
Druk op deze toets om de volgende meting uit te voeren vanaf de
voorzijde . Er klinkt een speciaal signaal iedere keer als de instelling van
de meetreferentie wordt gewijzigd.
Na een meting gaat de meetreferentie automatisch terug naar de standaard
instelling (referentie achterzijde). Zie figuur {H}.
lang indrukken van deze toets stelt de meetreferentie permanent in
op de voorzijde.
Indrukken van deze toets stelt de meetreferentie terug op de achter-
zijde.
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
9
Stanley TLM 220i 773938a nl
Meten
Meten
Enkelvoudige afstandmeting
Indrukken om de laser te activeren. Nogmaals indrukken om de
afstandmeting te starten.
Het resultaat wordt direct weergegeven.
Minimum / maximum meting
Met behulp van deze functie kunnen de kleinste en grootste afstand vanaf
een vast punt worden gemeten. Hij kan ook worden gebruikt om onder-
linge afstanden te meten. Zie figuur {I}
Hij wordt meestal gebruikt om de kamerdiagonaal (maximale waarde) of
horizontale afstand (minimale waarde) te bepalen.
Deze toets ingedrukt houden totdat een signaal klinkt. Zwaai de laser
nu langzaam heen en weer en op en neer over het gewenste richtpunt -
(bijv. de hoek van de kamer).
Indrukken om de continuemeting te stoppen. De maximale en mini-
male afstanden worden in het display weergegeven en de laatste meet-
waarde staat in de resultaatregel.
Continuelaser ( )
Houdt de toets ingedrukt tijdens het inschakelen van het
instrument totdat het teken permanent in het display verschijnt en er
een piep klinkt. Iedere volgende druk op de -toets voert een afstand-
meting uit.
Druk op de -toets en houd deze ingedrukt om het apparaat en Laser-
continumodus uit te schakelen.
)
Als de laser in continumodus staat, schakelt het apparaat
automatisch uit na 15 minuten.
Functies
Overzicht van de programmapictogrammen
Meetprogramma
Picto-
gram
Meting
1 - 2 - 3
Display
1 - 2 - 3
Enkele afstandmeting
Oppervlaktemeting
Inhoudmeting
Trapeziummeting 1 (met
behulp van drie
afstanden)
Trapeziummeting 2 (met
behulp van twee
afstanden en een hoek)
Pythagorasberekening 1
Pythagorasberekening 2
Pythagorasberekening 3
Hellingmeting
Directe horizontale
afstand
Driehoekige oppervlakte-
meting
Uitzetfunctie
10
Functies
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
Optellen/ Aftrekken
Afstandmeting.
De volgende meting wordt opgeteld bij de vorige.
De volgende meting wordt afgetrokken van de vorige.
Dit proces kan zo vaak als nodig is, worden herhaald.
Druk op deze toets en het resultaat wordt dan altijd getoond in de
samenvattingsregel en de vorige waarde in de tweede regel.
De laatste stap wordt afgebroken.
Oppervlakte
eenmaal indrukken. Het pictogram verschijnt in het display.
Deze toets indrukken om de eerste meting op te nemen (bijv.
lengte).
Nog eens indrukken om de tweede meting op te nemen (bijv.
breedte).
Het resultaat wordt weergegeven op de resultaatregel.
Druk lang op de toets om de omtrek te berekenen .
Inhoud
Druk tweemaal op deze toets. Het -pictogram verschijnt in
het display.
Deze toets indrukken om de eerste meting op te nemen
(bijv. lengte).
Deze toets indrukken om de tweede meting op te nemen
(bijv. breedte).
Deze toets indrukken om de derde meting op te nemen
(bijv. hoogte).
Het resultaat wordt weergegeven op de resultaatregel.
Druk lang op de -toets om extra informatie over de kamer op te
roepen, zoals plafond/vloeroppervlak , oppervlakte van de wanden
, omtrek .
Trapeziummeting 1
Zie illustratie {J}
Druk eenmaal op de -toets. Het pictogram wordt weergegeven.
Druk op de -toets en neem de eerste lengtemeting
(bijv. hoogte 1).
Druk nog eens op de -toets en neem de tweede lengtemeting
(bijv. breedte).
Druk op de -toets en neem de derde lengtemeting
(bijv. hoogte 2).
Het resultaat wordt weergegeven op de resultaatregel.
Houd
de -toets ingedrukt om extra informatie weer te geven over de
trapeziummeting, bijvoorbeeld hellinghoek , trapeziumoppervlakte .
Trapeziummeting 2
Zie illustratie {K}.
Druk tweemaal op de -toets. Het pictogram wordt weergegeven.
Druk op de -toets en neem de eerste afstandmeting .
Druk op de -toets en neem de tweede lengtemeting en de
hellinghoekmeting.
)
De Stanley TLM meet hellinghoeken tussen + 45 en - 45°.
Het resultaat wordt weergegeven op de resultaatregel.
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
11
Stanley TLM 220i 773938a nl
Functies
Houdt de -toets ingedrukt om extra informatie weer te geven over
de trapeziummeting, bijvoorbeeld hellinghoek , trapeziumoppervlakte
.
Hellingmeting
)
De hellingsensor meet hellingen tussen ± 45°.
)
De infocode i 160 betekent, dat het apparaat zich buiten de toege-
stane grenzen bevindt.
)
Tijdens hellingmetingen moet het instrument zonder een dwars-
helling worden vastgehouden (max. 10°).
)
Als het apparaat een dwarshelling heeft van meer dan ± 10°, dan
zal het display een infocode i 156 tonen, die betekent, dat het
apparaat te schuin wordt gehouden.
)
De eenheden voor hellingen worden ingesteld via het menu.
Deze toets eenmaal indrukken om de hellingmeter te activeren.
Het -pictogram verschijnt in het display. De helling wordt continu
aangegeven als ° of % afhankelijk van de instelling.
Indrukken om de helling en de afstand te meten. Zie figuur {L}.
Directe horizontale afstand
Druk
tweemaal
op deze toets en het volgende pictogram verschijnt
in het display .
Deze toets indrukken om de helling en de afstand te meten. De resul-
taatregel toont het eindresultaat als de directe horizontale afstand.
Houd
de -toets ingedrukt om extra informatie over de meting weer
te geven, bijvoorbeeld de hellinghoek , de gemeten afstand en de
indirecte hoogte . Zie illustratie {
M
}.
Uitzetfunctie
Er kunnen twee verschillende afstanden (a en b) in het instrument worden
ingevoerd om te worden gebruikt om onderlinge afstanden te markeren,
bijv. bij de constructie van houten frames.
Zie figuur {O}.
Invoeren van uitzetafstanden:
Deze toets driemaal indrukken en het uitzetpictogram verschijnt in
het display .
Met behulp van en kunnen de waardes (eerst a en daarna b)
worden aangepast aan de uit te zetten afstanden. Vasthouden van de
toetsen verhoogt de snelheid waarmee de waardes veranderen.
Als de gewenste maat (a) is bereikt, deze bevestigen met de -
toets.
De waarde (b) kan worden ingevoerd met behulp van en .
De opgegeven waarde (b) wordt bevestigd met de -toets.
Indrukken van de -toets start de laser meting. Het display toont in de
resultaatregel de actuele afstand tussen het uitzetpunt (eerst a en vervol-
gens b) en het instrument (meetreferentie achterzijde).
Als de Stanley TLM nu langzaam wordt bewogen langs de uitzetlijn dan zal
de getoonde afstand langzaam afnemen. Het instrument begint te piepen op
een afstand van 0,1m van het volgende uitzetpunt.
De pijlen in het display geven aan in welke richting de Stanley
TLM moet worden verplaatst om de gewenste afstand te bereiken (ofwel
a of b). Zodra het uitzetpunt is bereikt, verschijnt het -pictogram in
het display.
De functie kan op ieder moment worden gestopt door indrukken van de
-toets.
12
Functies
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
Driehoekige oppervlakte
De oppervlakte van een driehoek kan worden berekend door het meten
van drie zijden. Zie illustratie {N}.
Druk de -toets eenmaal in - het driehoekpictogram verschijnt
in het display.
Druk op de -toets en meet de eerste zijde van de driehoek .
Druk op de -toets en meet de tweede zijde van de driehoek .
Druk op de -toets en meet de derde zijde van de driehoek .
Het resultaat wordt weergegeven op de resultaatregel.
Houd de -toets ingedrukt om extra informatie over de meting weer
te geven, zoals de hoek tussen de eerste twee metingen en de omtrek
van de driehoek.
Indirecte meting
Het instrument kan afstanden berekenen met behulp van de stelling van
Pythagoras.
Deze methode is vooral handig als het lastig is om de betreffende afstand
direct te meten.
)
Let goed op, dat de juiste meetvolgorde wordt aangehouden:
Alle richtpunten moeten in hetzelfde horizontale of verticale vlak
liggen.
De beste resultaten worden bereikt als het instrument wordt gero-
teerd om een vast punt (bijv. met de positioneringbeugel volledig
uitgeklapt en tegen een muur gehouden) of als de Stanley TLM op een
statief is bevestigd.
De minimum/maximum functie kan worden toegepast - zie de beschrij-
ving in "Meten -> Minimum/maximum meting". De minimale waarde
moet worden gebruikt voor de metingen loodrecht op het richtmerk;
de maximale afstand voor alle overige metingen.
Indirecte meting - bepalen van een lengte met behulp van
2 hulpmetingen
Zie figuur {P}
Bijv. voor het meten van de hoogte of breedte van gebouwen. Het is handig
om een statief te gebruiken bij het meten van hoogtes waarbij twee of
meer lengtes moeten worden bepaald.
Deze toets eenmaal, indrukken, het display toont . De laser
wordt ingeschakeld.
Richt op het bovenste punt (1) en voer de meting uit . De meet-
waarde wordt overgenomen na de eerste meting. Houd het instrument zo
goed mogelijk horizontaal.
Deze toets indrukken en vasthouden om de continue meting te
starten , zwaai de laser heen en weer en op en neer over het ideale
richtpunt.
Indrukken om de continue meting te stoppen (2). Het resultaat wordt
weergegeven op de resultaatregel, de tussenresultaten op de tussenresul-
taatregels.
Houd de toets ingedrukt om extra informatie over de meting van de
hoeken van de driehoek en .
Indirecte meting - bepalen van een lengte met behulp van
3 hulpmetingen
Zie figuur {Q}
Druk tweemaal op deze toets en het volgende pictogram
verschijnt in het display. De laser wordt ingeschakeld.
Richt op het bovenste punt (1) en voer de meting uit. De meetwaarde
wordt overgenomen na de eerste meting. Houd het instrument zo goed
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
13
Stanley TLM 220i 773938a nl
Functies
mogelijk horizontaal.
Deze toets indrukken en vasthouden om de continuemeting te
starten , zwaai de laser heen en weer en op en neer over het ideale
richtpunt.
Indrukken om de continuemeting te stoppen (2). De meetwaarde
wordt overgenomen. Richt op het onderste punt en
druk op deze toets om de meting uit te voeren (3) . Het resultaat
wordt weergegeven op de resultaatregel, de tussenresultaten op de
tussenresultaatregels.
Houd de toets ingedrukt om extra informatie op te vragen over
bijvoorbeeld de tussenresultaten , en de minimale afstand .
Indirecte meting - bepalen van een tussenresultaat met
behulp van 3 hulpmetingen
Zie figuur {R}
bijv. het bepalen van de hoogte tussen punt 1 en punt 2 met behulp van drie
richtpunten.
Druk driemaal op deze toets en het volgende pictogram
verschijnt in het display. De laser wordt ingeschakeld.
Richt op het bovenste punt (1).
Deze toets indrukken om de meting uit te voeren . De meet-
waarde wordt overgenomen na de eerste meting.
Voert de meting uit . De meetwaarde wordt overgenomen na de
tweede meting.
Deze toets ingedrukt houden om de continuemeting te starten .
Zwaai de laser heen en weer en op en neer over het ideale richtpunt.
Deze toets indrukken om de continue meting te stoppen. Het resul-
taat wordt weergegeven op de resultaatregel, de tussenresultaten op de
tussenresultaatregels.
Houd de toets ingedrukt om extra informatie over de meting van de
tussenresultaten en op te roepen.
Opslaan van constanten/historisch geheugen
Opslaan van constanten
Veelgebruikte waardes kunnen worden opgeslagen en teruggeroepen, bijv.
de hoogte van een kamer. Meet de gewenste afstand, toets ingedrukt
houden totdat het toestel piept om de opslag te bevestigen.
Oproepen van constanten
Deze toets tweemaal indrukken om de constante op te roepen en
druk op toets om deze beschikbaar te maken voor verdere bereke-
ning.
Historisch geheugen
Deze toets een keer indrukken en de vorige 20 resultaten (metingen
of berekende resultaten) worden in omgekeerde volgorde getoond.
De en -toetsen kunnen worden gebruikt om door te lijst te
bladeren.
Deze toets indrukken om een waarde in de resultaatregel te
gebruiken voor verdere berekeningen.
Tegelijkertijd indrukken van de en -toetsen wist alle waardes in
het historische geheugen.
Lange-afstand modus ( )
Druk op de -toets. Het pictogram wordt weergegeven.
Ongunstige omstandigheden (helder zonlicht of een zeer zwak reflecte-
rend richtpunt) kan het bereik van het apparaat verminderen, ondanks dat
14
Appendix
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
kunnen in lange-afstand modus langere afstanden worden gemeten. Het
gebruik van een statief en het starten van metingen door indrukken van de
-toets wordt aanbevolen bij het uitvoeren van metingen over meer
dan 30m of langere periodes onder deze omstandigheden. (Zie hoofdstuk
Technische specificaties)
)
De instellingen worden teruggezet als het apparaat wordt uitge-
schakeld.
Zelfontspanner (timer)
Deze toets indrukken om een vertraging van 5 seconden in te stellen.
of
Deze toets ingedrukt houden tot de gewenste vertraging is bereikt
(max. 60 seconden).
Als de toets wordt losgelaten bij ingeschakelde laser, dan worden de reste-
rende seconden tot de meting afgeteld in het display. (bijv. 59, 58, 57...)
worden afgeteld in het display. De laatste 5 seconden worden afgeteld met
een signaal. Na de laatste signaal wordt de meting uitgevoerd en op het
display weergegeven.
)
De zelfontspanner kan voor alle metingen worden gebruikt.
Appendix
Meldingen en Foutcodes
Alle meldingen en codes worden weergegeven met de aanduiding of
"Error". De onderstaande fouten kunnen worden hersteld:
Technische gegevens
Oorzaak Correctie
156
Dwarshelling groter dan 10° Houd het instrument vast
zonder dwarshelling
160
Lengtehelling te groot (> 45°) Meet hellingen tot max. ± 4
162
De kalibratie werd niet uitge-
voerd op een horizontaal vlak
en de kalibratiefactor ligt buiten
de toegestane grenzen.
Kalibreer het apparaat op een
absoluut horizontaal vlak.
204
Rekenfout Procedure herhalen
252
Temperatuur te hoog Instrument laten afkoelen
253
Temperatuur te laag Instrument opwarmen
255
Ontvangstsignaal te zwak, meet-
tijd te lang, afstand > 100 m
Gebruik een richtplaat
256
Ontvangstsignaal te sterk Teveel reflectie van richtmerk
(gebruik richtplaat)
257
Foutieve meting, teveel omge-
vingslicht
Richtmerk afschermen (meten
onder andere lichtcondities)
260
Laserstraal onderbroken Meting herhalen
Fout Oorzaak Correctie
Error Hardwarefout Schakel het apparaat enkele
malen aan en uit. Als het picto-
gram blijft terugkomen, dan is
het instrument mogelijk defect.
Neem in dat geval contact op
met uw dealer voor assistentie.
Afstandmetingen:
Meetnauwkeurigheid tot 10 m
(2
σ
, standaard afwijking)
gemiddeld: ± 1,0 mm*
Power Range Technology™:
Bereik (gebruik richtplaat vanaf ongeveer
100 m)
0,05 m tot 200 m
Kleinste weergegeven eenheid 0,1 mm
Afstandmeting
9
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
15
Stanley TLM 220i 773938a nl
Appendix
* maximale afwijking treedt op onder ongunstige omstandigheden, zoals bij helder
zonlicht of bij metingen op slecht reflecterende of ruwe oppervlakken. De meetnauw-
keurigheid tussen 10 m en 30 m kan verminderen tot circa ± 0,025 mm/m, bij
afstanden boven de 30 m tot ± 0,1 mm/m. In lange-afstand modus neemt de maximale
afwijking van een afstand vanaf 30 m toe tot +/- 0,15 mm/m.
Meetomstandigheden
Meetbereik
Het bereik is beperkt tot 200 m.
Het meetbereik zonder richtplaat is 's nachts groter en bij schemering of
als het richtmerk in de schaduw ligt. Gebruik een richtplaat om het meet-
bereik te vergroten tijdens daglicht of als het richtpunt slecht reflecteert.
Richtvlakken
Er kunnen meetfouten optreden bij metingen op kleurloze vloeistoffen
(bijv. water) of schoon glas, styrofoam of dergelijke halfdoorzichtige opper-
vlakken.
Richten op hoogglanzende oppervlakken buigt de laserbundel af en kan
meetfouten veroorzaken.
Bij niet-reflecterende en donkere oppervlakken kan de meettijd toenemen.
Minimum/maximum meting, continueme-
ting
9
Oppervlakte- / inhoudberekening van
ruimtes
9
Optellen/ Aftrekken
9
Indirecte meting met behulp van Pythag-
oras
9
Trapeziummeting
9
Hellingmetingen:
Hellingsensor:
Nauwkeurigheid
(2
σ
, standaard afwijking)
- tov. laserstraal
- tov. de behuizing
± 0,3°
± 0,3°
Indirecte meting met behulp van de
hellingmeter (directe horizontale afstand)
9
Hoekmeting met behulp van de helling-
meter (
± 45°)
9
Algemeen:
Laserklasse II
Lasertype 635 nm, < 1 mW
Ø laserspot
(op afstanden)
6 / 30 / 60 mm
(10 / 50 / 100 m)
Autom. laseruitschakeling na 3 min
Autom. instrumentuitschakeling na 6 min
Displayverlichting
9
Multifunctioneel eindstuk
9
Zelfontspanner (timer)
9
Opslaan constanten
9
Historisch geheugen 20 waarden
Statiefschroefdraad (Type: 1/4-20)
9
Batterijlevensduur, Type AA, 2 x 1,5V Tot
5 000 metingen
Bescherming tegen spatwater en stof IP 54, stofdicht,
spatwaterdicht
Afmetingen 143,5 x 55 x 30 mm
Gewicht (met batterijen) 195 g
Temperatuurbereik:
Opslag
Werking
-25°C tot +70°C
(-13°F tot +158°F)
-10°C tot +50°C
(14°F tot +122°F)
16
Appendix
Stanley TLM 220i 773938a nl
GB
D
F
I
E
P
NL
N
S
DK
FIN
RUS
PL
GR
H
CZ
SK
LT
EST
LV
RO
BG
Verzorging
Het instrument niet onderdompelen in water. Vuil en vocht afvegen met
een vochtige zachte doek. Gebruik geen agressieve schoonmaak- of oplos-
middelen. Behandel het instrument net zoals u een verrekijker of fotoca-
mera zou behandelen.
Garantie
De Stanley TLM 220i komt met 2 jaar garantie van Stanley.
Meer gedetailleerde informatie kan worden aangetroffen op:
www.stanleyworks.com
Alle illustraties, beschrijvingen en technische specificaties kunnen zonder
mededeling vooraf worden gewijzigd.
EXIT
1
11
2
3
1
2
3
1
2
Stanley TLM 220i
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Stanley TLM220i - 77.116 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor