Zanussi ZFT307MW1 Handleiding

Type
Handleiding
2
NL
Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor
uw veiligheid. Zorg dat u ze volledig begrijpt
voordat u het apparaat installeert of gebruikt.
Uw veiligheid is uiterst belangrijk. Als u niet
zeker weet wat deze waarschuwingen be-
tekenen, neemt u contact op met de service-
afdeling voor hulp.
Installatie
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als
u het apparaat verplaatst. Het is gevaarlijk
om de specicaties te wijzigen of om te
proberen op enigerlei wijze veranderingen
aan te brengen aan dit apparaat. Zorg
ervoor dat het apparaat niet op het netsnoer
staat. Als het netsnoer is beschadigd, moet
het worden vervangen met een origineel
netsnoer, geleverd door de klantenservice
onder nummer 1800. Meer informatie
vindt u in het hoofdstuk 'Garantie' van
deze handleiding. Eventuele voor de
installatie van het apparaat noodzakelijke
elektrische werkzaamheden, moeten
worden uitgevoerd door een gekwaliceerde
elektricien. Onderdelen die warm kunnen
worden, mogen niet worden blootgesteld.
Indien mogelijk moet de achterkant van het
apparaat zich dicht bij een muur bevinden,
met inachtneming van de vereiste afstand
voor ventilatie zoals aangegeven in de
installatie- instructies. Na de installatie moet
het apparaat 2 uur acclimatiseren voordat het
wordt ingeschakeld. Op deze manier kan de
koelvloeistof zich over de leidingen verdelen.
WAARSCHUWING - Houd de
ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies;
dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING - Gebruik geen
mechanische of kunstmatige middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ............................................2
Belangrijke veiligheidsinstructies .................2
Installatie .....................................................2
Veiligheid kinderen ......................................3
Tijdens het gebruik ......................................3
Reiniging en onderhoud ..............................3
Onderhoud...................................................3
Beschrijving van het apparaat .....................4
Bedieningsregeling ......................................4
Het apparaat gebruiken ...............................4
Voor het gebruik ..........................................4
Het apparaat inschakelen ............................4
Thermostaat ................................................4
De vriesruimte .............................................4
Vers voedsel invriezen.................................5
Het bewaren van ingevroren voedsel ..........5
Tips ..............................................................5
Adviezen ......................................................5
Het bewaren van voedsel ............................5
Tips voor energiebesparing .........................6
In geval van een stroomstoring ...................6
Onderhoud en reiniging ...............................6
De binnenkant reinigen................................6
De buitenkant reinigen.................................6
De vriezer ontdooien ...................................6
Als het apparaat niet in gebruik is ...............7
Wat te doen in geval van storing .................7
Installatie-instructies ....................................8
Installatievereisten .......................................8
Ventilatievereisten .......................................8
Deur omkeren ..............................................8
Waarschuwing! ............................................8
3
NL
WAARSCHUWING - Let op dat u het
koelcircuit niet beschadigt.
WAARSCHUWING - Als de voedingskabel
beschadigd is, moet de fabrikant of diens
technische dienst of een gekwaliceerd
persoon deze vervangen om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
WAARSCHUWING - Gebruik geen
elektrische apparaten in de koelkast, tenzij
deze door de fabrikant worden aanbevolen.
WAARSCHUWING - Wees alert geen
brand te veroorzaken bij het onderhoud aan
de koelkast, aangezien de koelmiddelen
brandbaar zijn. Gebruikte en oude apparaten
mogen alleen door professionele instanties
worden gerecycled.
WAARSCHUWING - Gooi gebruikte en
oude koelkasten niet willekeurig weg om
milieuvervuiling te voorkomen. Bedankt voor
uw medewerking.
Veiligheid kinderen
Laat kinderen niet aan de bedieningsregeling
zitten of met het product spelen.
Tijdens het gebruik
Dit apparaat is ontworpen voor het bewaren
van levensmiddelen en is alleen bedoeld
voor huishoudelijk gebruik. Diepgevroren
voedsel mag niet opnieuw worden
ingevroren als het eenmaal ontdooid is.
Zet geen koolzuurhoudende vloeistoffen of
mousserende dranken in het vriesvak.
IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken
als ze rechtstreeks vanuit het apparaat
geconsumeerd worden. Haal geen artikelen
uit het vriesvak als uw handen vochtig/
nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of
vrieswonden veroorzaken. De aanbevolen
opslagtijden van de fabrikant moeten
aangehouden worden. Raadpleeg de
betreffende aanwijzingen.
Reiniging en onderhoud
Voordat u welke onderhoudswerkzaamheden
dan ook gaat uitvoeren moet u controleren
of het apparaat is uitgeschakeld en of de
stekker uit het stopcontact is gehaald.
Gebruik geen scherpe instrumenten om de
rijp of het ijs af te krabben. (Zie de ontdooi-
instructies).
Onderhoud
alleen gebruik te worden gemaakt van
originele reserveonderdelen. Probeer in
geen geval zelf de machine te repareren.
Reparaties die door niet-deskundige
personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden. Neem contact op met
onze serviceafdeling.
Lees deze handleiding zorgvuldig
door alvorens het apparaat
te gebruiken en bewaar deze
instructies voor toekomstige
raadpleging.
Lees deze handleiding zorgvuldig door
alvorens het apparaat te gebruiken en
bewaar deze instructies voor toekomstige
raadpleging.
BELANGRIJK: CONTROLEER HET
APPARAAT OP SCHADE OF KRASSEN,
voordat u dit installeert. Als u vindt dat de
koelkast is beschadigd of gekrast, moet u dit
binnen 7 dagen melden om in aanmerking te
komen voor een claim voor het beschadigde
artikel onder de garantie van de fabrikant.
Uw statutaire rechten blijven onaangetast.
4
NL
Beschrijving van het apparaat
Bedieningsregeling
opslagvakken
Deur
Bedieningsregeling
MAX MIN
NORMAL
Het apparaat gebruiken
Dit apparaat is ontworpen voor het
bewaren van levensmiddelen en is alleen
bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
Dit apparaat is ontworpen te werken in
omgevingstemperaturen (omringende
luchttemperatuur) van tussen 16°C en
38°C. Als deze temperaturen naar boven
of naar onder worden overschreden, kan
het apparaat niet juist gaan werken. Mocht
de omgevingstemperatuur gedurende
lange perioden worden overschreden, zal
de temperatuur in de vriesruimte boven
de -18°C uitkomen en kan voedsel eerder
bederven.
Voor het gebruik
Verwijder alle bevestigingsmiddelen.
Reinig de binnenkant met warm water en
zuiveringszout of soda (5 ml op 0,5 liter
water). Gebruik geen zeep of afwasmiddel
omdat de geur daarvan kan blijven hangen.
Maak het apparaat volledig droog.
Het apparaat inschakelen
1. Laat het apparaat na installatie 2 uur
acclimatiseren.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Draai de thermostaat naar de gewenste
instelling. Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het meest geschikt
(zie thermostaat).
4. Laat de vriezer ongeveer 4 uur op de
juiste temperatuur komen voordat u
voedsel erin legt.
Thermostaat
De thermostaat die zich aan de binnenkant
van de koelruimte bevindt, regelt de
temperatuur van de vriesruimte.
Stand "Min" - koud.
Stand "Normaal" - kouder. Normaliter stelt
u in op deze stand.
Stand "Max" - koudst.
De temperatuur kan beïnvloed worden door:
de kamertemperatuur
hoe vaak de deur geopend wordt
hoeveel voedsel wordt geplaatst
de plaats van het apparaat.
Bij het vaststellen van de juiste
temperatuurinstelling moet er rekening
gehouden worden met al deze facoren en is
enig uitproberen noodzakelijk. Laat kinderen
niet aan de bedieningsregeling zitten of met
het product spelen.
De vriesruimte
Het symbool betekent dat uw
vriezer ingevroren voedsel kan opslaan
op een temperatuur van -18°C (-0.4 ' F)
of kouder, zodat u ingevroren voedsel
langer kunt bewaren en vers voedsel kunt
invriezen. De temperatuur in de vriesruimte
wordt geregeld door de thermostaat
op het bedieningspaneel. Vanwege de
verschillende installaties, gebruikswijzen en
weersomstandigheden, kunnen afstellingen
aan de temperatuur nodig zijn.
5
NL
Deze kunnen het beste worden afgelezen op
de thermometer die in het ingevroren voedsel
is verborgen. Het aezen moet snel gebeuren
aangezien de thermometertemperatuur na
verwijdering snel zal stijgen.
Vers voedsel invriezen
Plaats de verse producten op het bovenste
vriezerplateau. Ander ingevroren voedsel
moet misschien verplaatst worden om
dit te doen. Tijdens het invriesproces
moet de temperatuur van vers voedsel
snel verlagen, zodat ijskristallen zo klein
mogelijk worden gehouden om schade aan
de voedselstructuur te voorkomen. Als het
invriezen langzaam plaatsvindt, kunnen
er grote ijskristallen ontstaan, die invloed
hebben op de voedselkwaliteit zodra voedsel
wordt ontdooid.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Het apparaat heeft het volgende netto
opslagvolume: 68 liter. Dit is een
standaardmeting en de werkelijke capaciteit
hangt af van de dichtheid en de afmetingen
van het voedsel en de verpakkingen.
Voorverpakte, in de winkel verkrijgbare,
ingevroren producten moeten bewaard
worden volgens de instructies van de
fabrikant in een 4-sterrenvriesvak en moeten
direct na aankopen in de vriezer geplaatst
worden. Uw vriezer biedt de mogelijkheid
voor langetermijnopslag, wat normaliter tot
3 maanden betekent, maar de tijdsduur kan
variëren. Het is daarom belangrijk om de
aanbevolen opslagduur op de verpakking
van in de winkel verkrijgbare producten op
te volgen. Leg geen afgesloten essen of
koolzuurhoudende of mousserende dranken
in de vriezer, deze veroorzaken druk op
de es die daardoor kan ontploffen, dit kan
schade toebrengen aan de vriezer. Ijsblokjes
en ijslollies mogen niet rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd worden, aangezien
dit aan de huid kan vastvriezen. U dient zich
te houden aan de aanbevelingen wat betreft
opslagtijden van de fabrikant.
Tips
Geopende verpakkingen moeten opnieuw
verpakt worden in luchtdichte materialen
om oppervlakteverdamping te voorkomen,
die uitdroging of 'vriesbranden' veroorzaakt.
Ingevroren voedsel dat per ongeluk is
ontdooid moet of onmiddellijk weer worden
ingevroren of worden weggegooid. Als het
voedsel echter ongekookt is en de datum
op de verpakking niet werd gecontroleerd,
is dit niet schadelijk, maar smaak en textuur
beginnen te veranderen.
Adviezen
Normale bedrijfsgeluiden
U kunt een zacht gegorgel of borrelende
geluiden horen wanneer het koelmiddel
door de buizen aan de achterkant van het
apparaat wordt gepompt naar de koelplaat/
verdamper of naar de vastgemaakte
vriesplateaus. Als de compressor
ingeschakeld is en het koelmiddel
rondgepompt wordt, kunt u gezoem of een
pulserend geluid horen van de compressor.
Een thermostaat regelt de compressor en u
kunt een vage klik horen als de thermostaat
in- of uitschakelt.
Het bewaren van voedsel
Alle diepvriesproducten die u koopt moeten
zo snel mogelijk in het vriesvak worden
gelegd. Houd de tijd tussen aankoop van
gekoelde producten en het bewaren in de
koelkast zo kort mogelijk.
Plaats niet te veel voedsel tegelijk in de
koelkast; laat lucht rond elk artikel circuleren.
Laat voedsel niet onbedekt in de koelkast
staan. Zorg ervoor dat voedsel dat in de
vriezer wordt geplaatst, gedateerd en
gelabeld is en op datum gebruikt wordt om
te zorgen dat het voedsel op z'n best wordt
geconsumeerd. Verwijder voedsel dat niet
meer goed is uit de koelkast en maak schoon
volgens Onderhoud en reiniging.
6
NL
Tips voor energiebesparing
Plaats het apparaat niet dicht bij
warmtebronnen, zoals een kooktoestel,
afwasmachine of radiator. Plaats het
apparaat in een goedgeventileerde ruimte en
zorg dat de luchtopeningen niet bedekt zijn.
Vermijd onnodige ijsvorming in de ruimte
door alle voedselverpakkingen zo luchtdicht
mogelijk te maken.
Laat warm voedsel eerst afkoelen voordat u
het in de vriezer plaatst.
Voedsel dat ingevroren moet worden (als dit
is afgekoeld) moet in de koelkast geplaatst
worden, voordat dit naar de vriezer verplaatst
wordt. Ontdooi ingevroren voedsel in de
koelkast. Hierdoor ontdooit u het voedsel op
een veilige manier en vermindert u het werk
van de koelkasteenheid.
Probeer te voorkomen dat u de deur lange
tijd open houdt, aangezien warme lucht
in de koelkast komt en energieverbruik
veroorzaakt.
Zorg dat de deur van de koelkast goed
gesloten kan worden. Wij raden u aan de
vriezer regelmatig schoon te maken.
In geval van een stroomstoring
Als er een stroomonderbreking is met voedsel
in de vriezer, houd dan de deur gesloten. Als
de temperatuur van uw vriezer is gestegen,
vriest u het voedsel weer in nadat u heeft
gecontroleerd of het nog goed is.
De volgende aanbevelingen kunnen helpen:
ljs: zodra ontdooid kunt u dit weggooien.
Fruit en groente: als dit zacht is moet het
worden gekookt en gebruikt.
Brood en gebak: kan zonder gevaar weer
worden ingevroren.
Schelpdieren: moet gekoeld worden en zo
snel mogelijk gebruikt.
Gerechten die al bereid zijn: bijv.
casseroles, moeten gekoeld worden en
gebruikt.
Grote stukken vlees: kunnen weer
ingevroren worden op voorwaarde dat er
nog ijskristallen in het vlees aanwezig zijn.
Kleine stukken vlees: moeten bereid
worden en opnieuw ingevroren als bereide
maaltijd.
Kip: moet bereid worden en als vers
voedsel weer ingevroren worden.
Onderhoud en reiniging
Voordat u reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden verricht,
moet u het apparaat LOSKOPPELEN van
de NETvoeding door de stekker uit het
stopcontact te trekken.
De binnenkant reinigen
Reinig de binnenkant en de accessoires met
warm water en zuiveringszout of soda (5 ml
op 0,5 liter water). Spoel af en maak grondig
droog. Gebruik geen schoonmaakmiddelen,
schuurpoeders, sterk geparfumeerde
reinigingsproducten, boenwas of
reinigingsproducten die bleekmiddel of
alcohol bevatten.
De buitenkant reinigen
Maak de buitenkant schoon met een warm
sopje. Gebruik GEEN schuurmiddelen. Er
zitten scherpe hoeken op de onderkant van
het apparaat, wees dus voorzichtig bij het
schoonmaken. Een of twee keer per jaar
moet de compressor op de achterkant van
het apparaat stofvrij gemaakt worden, met
een borstel of een stofzuiger, ophoping
van stof is van invloed op de prestatie
van het apparaat en leidt tot bovenmatig
energieverbruik.
De vriezer ontdooien
1. Wikkel al het ingevroren voedsel in een
paar lagen kranten of handdoeken.
2. Schakel het apparaat uit en haal de
stekker uit het stopcontact.
3. Open de vriezerdeur.
4. Plaats een geschikte opvangbak onder
de deur om het dooiwater op te vangen.
5. Maak de binnenkant na het ontdooien
goed schoon en droog.
6. Schakel het apparaat weer in en leg de
ingevroren levensmiddelen terug.
7
NL
Het ontdooien kan versneld worden door
kommen met heet water (niet kokend) in de
vriezer te zetten en losrakend ijs met een
geschikte kunststof schraper te verwijderen.
Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien
van de ingevroren levensmiddelen, kan de
veilige bewaartijd verkorten.
Als het apparaat niet in gebruik is
Als het apparaat voor langere tijd niet
gebruikt wordt, haal de stekker dan uit het
stopcontact, haal alle levensmiddelen uit het
apparaat en laat de deur op een kier staan
om nare luchtjes te voorkomen.
Wat te doen in geval van storing
VOORDAT u contact opneemt met de lokale klantenservice, controleert u de volgende punten:
Symptoom Oplossing
Het apparaat
krijgt geen
stroom.
Controleer of er spanning op de wandcontactdoos staat.
Controleer of er geen stroomstoring is door een lamp aan te doen.
Controleer of de zekering niet is gesprongen.
De temperatuur
in het vriesvak is
te hoog.
Controleer of de thermostaat is gezet op binnen het juiste temperatuurbereik
van 16°C tot 32°C.
Verplaats het apparaat indien nodig.
Heeft de deur te lang opengestaan?
Zo ja, laat het apparaat een paar minuten dicht zodat de luchtdruk zich kan
verdelen.
De compressor werkt continu.
De oorzaak kan liggen in de plaatsing van grote hoeveelheden
voedsel en/of het vaak openen/sluiten van de deur.
Er is te veel rijp
en ijs.
Zorg dat de deur niet open staat.
Controleer of niets het sluiten van de deur in de weg zit.
Is de deurpakking onbeschadigd en schoon?
Heeft u het aanbevolen periodieke ontdooiproces uitgevoerd?
Lawaai
Zie normale bedrijfsgeluiden. Als het apparaat nog steeds niet naar
behoren werkt na uitvoeren van de bovenstaande controles, neem dan
contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice.
Klanten met een garantie moeten ervoor zorgen dat de bovenstaande
controles zijn uitgevoerd. De monteur zal kosten in rekening brengen
als de storing niet mechanisch of elektrisch is.
We vragen u een aankoopbewijs te leveren als u een beroep doet op de in
de garantie opgenomen services.
Controleer of de thermostaat is ingeschakeld op de juiste instelling die
bij de omgevingstemperatuur hoort.
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen de grenzen ligt.
De compressor werkt continu.
Pas de thermostaat aan naar de juiste temperatuur.
8
NL
Het is gevaarlijk om de specicaties te
wijzigen of om te proberen op enigerlei
wijze veranderingen aan te brengen aan dit
apparaat.
Installatievereisten
Om de juiste werking te garanderen mag
dit apparaat niet geïnstalleerd worden op
plaatsen waar de temperatuur onder de 16°C
of boven de 32°C uitkomt.
Vermijd het volgende: onverwarmde keuken,
buitenhuis, opslagruimte, garage.
Voor de juiste werking moet dit apparaat
geïnstalleerd worden:
in een droge ruimte.
niet in direct zonlicht.
weg van extreme temperaturen (niet
naast een kooktoestel of andere
warmtebronnen).
Uw apparaat wordt zeer zwaar als het
levensmiddelen bevat en moet daarom op
een stevige vloer staan.
Ventilatievereisten
Duw het apparaat voorzichtig op zijn plek
totdat het bovenpaneel van het rooster van
de achterventilatie tegen de muur aan komt.
Als het op zijn plek staat moet er 50 mm (2")
vrije ruimte zijn boven het apparaat.
Als de ruimte boven het apparaat niet
beschikbaar is, moet een speling van 25 mm
aan beide kanten worden gehandhaafd.
Zorg ervoor dat het apparaat niet op het
netsnoer staat.
Onderdelen die warm worden, mogen niet
blootliggen. De achterkant van het apparaat
dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst
te worden met de vereiste ruimte voor
ventilatie.
Waterpas zetten: Het apparaat dient
waterpas te staan.
Oneffenheden: Zorg ervoor dat het apparaat
rechtop staat en dat beide stelvoetjes stevig
in contact staan met de vloer, zodat de kast
waterpas staat.
Stel af door het juiste stelvoetje aan de
voorkant in of uit te draaien (gebruik uw hand
of geschikt gereedschap).
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u
het apparaat verplaatst.
Installatie-instructies
Deur omkeren
De deurdraairichting kan van links
(fabrieksinstelling) naar rechts worden
omgezet, als de installatieplaats dit vereist.
Waarschuwing!
Bij het omzetten van de deurdraairichting
mag het apparaat niet aan de elektriciteit zijn
aangesloten. Trek van tevoren de stekker uit
het stopcontact.
11
10
7
9
8
9
NL
1. Schroef
2. Onderste scharnier
3. Bovenste scharnier
4. Afstelbaar laag voetje
5. Afstelbaar hoog voetje
6. Schroefbout
7. Plug
8. Decoratieblok
9. Het blok van de bovenste afdekking
10. Bovenste afdekplaat
11. Schroefnagel
1. Verwijder de schroefnagels (11).
2. Houd de deur geopend, til het uiteinde
van de bovenste afdekking op en duw
het (10) naar voren en verwijder het van
het blok (9) op de bovenste afdekking, en
verplaats vervolgens het onderblok (8).
3. Verwijder de twee schroeven (6) die
het bovenste scharnier (5) aan de
rechterkant van het keukenkastje
bevestigen.
4. Til de deur voorzichtig eruit en plaats
hem op een zachte ondergrond om
krassen te voorkomen.
5. Verwijder de plug (7) en verplaats deze
naar de onbedekte opening aan de
rechterkant van de eenheid. Druk de plug
stevig in de opening.
6. Verwijder de twee schroeven (6) die het
onderste scharnier (2) aan de rechterkant
van de eenheid bevestigen.
7. Verwijder het voorbeen voor het
waterpas maken van het schroeftype
(4) en verplaats het naar de rechterkant
zoals weergegeven in de afbeelding
hiernaast.
8. Zet de deur op de nieuwe plaats en zorg
ervoor dat de pen in de bus aan de het
onderste framegedeelte (opening) komt.
9. Maak het bovenste scharnier (5) die u
eerder in stap 3 verwijderde, weer vast
aan de linkerkant van de eenheid. Zorg
ervoor dat de pen in de bus aan het
bovenste framegedeelte (opening) komt.
10. Draai het onderste scharnier (2) losjes
vast en draai de bouten niet vast, totdat
de deur is gesloten en waterpas hangt.
11. Plaats de plug (7) op de onbedekte
openingen (rechterkant).
12. Bevestig het decoratieblok (8) aan de
rechterkant op de bovenste afdekplaat
(10).
13. Houd de deur geopend, til het uiteinde
van de bovenste afdekking (10) op, trek
het naar achteren om het blok (9) vast te
maken.
14. Na het bevestigen van de bovenste
afdekking, sluit u de deur en bevestigt
u de bovenste afdekking (10) met de
schroef (11).

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave.............................................2 Belangrijke veiligheidsinstructies..................2 Installatie......................................................2 Veiligheid kinderen.......................................3 Tijdens het gebruik.......................................3 Reiniging en onderhoud...............................3 Onderhoud...................................................3 Beschrijving van het apparaat......................4 Bedieningsregeling.......................................4 Het apparaat gebruiken................................4 Voor het gebruik...........................................4 Het apparaat inschakelen.............................4 Thermostaat.................................................4 De vriesruimte..............................................4 Vers voedsel invriezen.................................5 Het bewaren van ingevroren voedsel...........5 Tips...............................................................5 Adviezen.......................................................5 Het bewaren van voedsel.............................5 Tips voor energiebesparing..........................6 In geval van een stroomstoring....................6 Onderhoud en reiniging................................6 De binnenkant reinigen................................6 De buitenkant reinigen.................................6 De vriezer ontdooien....................................6 Als het apparaat niet in gebruik is................7 Wat te doen in geval van storing..................7 Installatie-instructies.....................................8 Installatievereisten........................................8 Ventilatievereisten........................................8 Deur omkeren...............................................8 Waarschuwing!.............................................8 Belangrijke veiligheidsinstructies Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor uw veiligheid. Zorg dat u ze volledig begrijpt voordat u het apparaat installeert of gebruikt. Uw veiligheid is uiterst belangrijk. Als u niet zeker weet wat deze waarschuwingen betekenen, neemt u contact op met de serviceafdeling voor hulp. Installatie Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst. Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat. Zorg ervoor dat het apparaat niet op het netsnoer staat. Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen met een origineel netsnoer, geleverd door de klantenservice onder nummer 1800. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk 'Garantie' van deze handleiding. Eventuele voor de NL 2 installatie van het apparaat noodzakelijke elektrische werkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien. Onderdelen die warm kunnen worden, mogen niet worden blootgesteld. Indien mogelijk moet de achterkant van het apparaat zich dicht bij een muur bevinden, met inachtneming van de vereiste afstand voor ventilatie zoals aangegeven in de installatie- instructies. Na de installatie moet het apparaat 2 uur acclimatiseren voordat het wordt ingeschakeld. Op deze manier kan de koelvloeistof zich over de leidingen verdelen. WAARSCHUWING - Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING - Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING - Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING - Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen om gevaarlijke situaties te voorkomen. WAARSCHUWING - Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. WAARSCHUWING - Wees alert geen brand te veroorzaken bij het onderhoud aan de koelkast, aangezien de koelmiddelen brandbaar zijn. Gebruikte en oude apparaten mogen alleen door professionele instanties worden gerecycled. WAARSCHUWING - Gooi gebruikte en oude koelkasten niet willekeurig weg om milieuvervuiling te voorkomen. Bedankt voor uw medewerking. Veiligheid kinderen Laat kinderen niet aan de bedieningsregeling zitten of met het product spelen. Tijdens het gebruik Dit apparaat is ontworpen voor het bewaren van levensmiddelen en is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid is. Zet geen koolzuurhoudende vloeistoffen of mousserende dranken in het vriesvak. IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden. Haal geen artikelen uit het vriesvak als uw handen vochtig/ nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken. De aanbevolen opslagtijden van de fabrikant moeten aangehouden worden. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen. Reiniging en onderhoud Voordat u welke onderhoudswerkzaamheden dan ook gaat uitvoeren moet u controleren of het apparaat is uitgeschakeld en of de stekker uit het stopcontact is gehaald. Gebruik geen scherpe instrumenten om de rijp of het ijs af te krabben. (Zie de ontdooiinstructies). Onderhoud alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen. Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Neem contact op met onze serviceafdeling. Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens het apparaat te gebruiken en bewaar deze instructies voor toekomstige raadpleging. Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens het apparaat te gebruiken en bewaar deze instructies voor toekomstige raadpleging. BELANGRIJK: CONTROLEER HET APPARAAT OP SCHADE OF KRASSEN, voordat u dit installeert. Als u vindt dat de koelkast is beschadigd of gekrast, moet u dit binnen 7 dagen melden om in aanmerking te komen voor een claim voor het beschadigde artikel onder de garantie van de fabrikant. Uw statutaire rechten blijven onaangetast. 3 NL Beschrijving van het apparaat Het apparaat inschakelen Bedieningsregeling opslagvakken Deur Bedieningsregeling MAX MIN NORMAL Het apparaat gebruiken Dit apparaat is ontworpen voor het bewaren van levensmiddelen en is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Dit apparaat is ontworpen te werken in omgevingstemperaturen (omringende luchttemperatuur) van tussen 16°C en 38°C. Als deze temperaturen naar boven of naar onder worden overschreden, kan het apparaat niet juist gaan werken. Mocht de omgevingstemperatuur gedurende lange perioden worden overschreden, zal de temperatuur in de vriesruimte boven de -18°C uitkomen en kan voedsel eerder bederven. Voor het gebruik Verwijder alle bevestigingsmiddelen. Reinig de binnenkant met warm water en zuiveringszout of soda (5 ml op 0,5 liter water). Gebruik geen zeep of afwasmiddel omdat de geur daarvan kan blijven hangen. Maak het apparaat volledig droog. NL 4 1. Laat het apparaat na installatie 2 uur acclimatiseren. 2. Steek de stekker in het stopcontact. 3. Draai de thermostaat naar de gewenste instelling. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt (zie thermostaat). 4. Laat de vriezer ongeveer 4 uur op de juiste temperatuur komen voordat u voedsel erin legt. Thermostaat De thermostaat die zich aan de binnenkant van de koelruimte bevindt, regelt de temperatuur van de vriesruimte. ●● Stand "Min" - koud. ●● Stand "Normaal" - kouder. Normaliter stelt u in op deze stand. ●● Stand "Max" - koudst. De temperatuur kan beïnvloed worden door: ●● de kamertemperatuur ●● hoe vaak de deur geopend wordt ●● hoeveel voedsel wordt geplaatst ●● de plaats van het apparaat. Bij het vaststellen van de juiste temperatuurinstelling moet er rekening gehouden worden met al deze facoren en is enig uitproberen noodzakelijk. Laat kinderen niet aan de bedieningsregeling zitten of met het product spelen. De vriesruimte Het symbool betekent dat uw vriezer ingevroren voedsel kan opslaan op een temperatuur van -18°C (-0.4 ' F) of kouder, zodat u ingevroren voedsel langer kunt bewaren en vers voedsel kunt invriezen. De temperatuur in de vriesruimte wordt geregeld door de thermostaat op het bedieningspaneel. Vanwege de verschillende installaties, gebruikswijzen en weersomstandigheden, kunnen afstellingen aan de temperatuur nodig zijn. Deze kunnen het beste worden afgelezen op de thermometer die in het ingevroren voedsel is verborgen. Het aflezen moet snel gebeuren aangezien de thermometertemperatuur na verwijdering snel zal stijgen. Vers voedsel invriezen Plaats de verse producten op het bovenste vriezerplateau. Ander ingevroren voedsel moet misschien verplaatst worden om dit te doen. Tijdens het invriesproces moet de temperatuur van vers voedsel snel verlagen, zodat ijskristallen zo klein mogelijk worden gehouden om schade aan de voedselstructuur te voorkomen. Als het invriezen langzaam plaatsvindt, kunnen er grote ijskristallen ontstaan, die invloed hebben op de voedselkwaliteit zodra voedsel wordt ontdooid. Het bewaren van ingevroren voedsel Het apparaat heeft het volgende netto opslagvolume: 68 liter. Dit is een standaardmeting en de werkelijke capaciteit hangt af van de dichtheid en de afmetingen van het voedsel en de verpakkingen. Voorverpakte, in de winkel verkrijgbare, ingevroren producten moeten bewaard worden volgens de instructies van de fabrikant in een 4-sterrenvriesvak en moeten direct na aankopen in de vriezer geplaatst worden. Uw vriezer biedt de mogelijkheid voor langetermijnopslag, wat normaliter tot 3 maanden betekent, maar de tijdsduur kan variëren. Het is daarom belangrijk om de aanbevolen opslagduur op de verpakking van in de winkel verkrijgbare producten op te volgen. Leg geen afgesloten flessen of koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan de vriezer. Ijsblokjes en ijslollies mogen niet rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd worden, aangezien dit aan de huid kan vastvriezen. U dient zich te houden aan de aanbevelingen wat betreft opslagtijden van de fabrikant. Tips Geopende verpakkingen moeten opnieuw verpakt worden in luchtdichte materialen om oppervlakteverdamping te voorkomen, die uitdroging of 'vriesbranden' veroorzaakt. Ingevroren voedsel dat per ongeluk is ontdooid moet of onmiddellijk weer worden ingevroren of worden weggegooid. Als het voedsel echter ongekookt is en de datum op de verpakking niet werd gecontroleerd, is dit niet schadelijk, maar smaak en textuur beginnen te veranderen. Adviezen Normale bedrijfsgeluiden U kunt een zacht gegorgel of borrelende geluiden horen wanneer het koelmiddel door de buizen aan de achterkant van het apparaat wordt gepompt naar de koelplaat/ verdamper of naar de vastgemaakte vriesplateaus. Als de compressor ingeschakeld is en het koelmiddel rondgepompt wordt, kunt u gezoem of een pulserend geluid horen van de compressor. Een thermostaat regelt de compressor en u kunt een vage klik horen als de thermostaat in- of uitschakelt. Het bewaren van voedsel Alle diepvriesproducten die u koopt moeten zo snel mogelijk in het vriesvak worden gelegd. Houd de tijd tussen aankoop van gekoelde producten en het bewaren in de koelkast zo kort mogelijk. Plaats niet te veel voedsel tegelijk in de koelkast; laat lucht rond elk artikel circuleren. Laat voedsel niet onbedekt in de koelkast staan. Zorg ervoor dat voedsel dat in de vriezer wordt geplaatst, gedateerd en gelabeld is en op datum gebruikt wordt om te zorgen dat het voedsel op z'n best wordt geconsumeerd. Verwijder voedsel dat niet meer goed is uit de koelkast en maak schoon volgens Onderhoud en reiniging. 5 NL Tips voor energiebesparing Plaats het apparaat niet dicht bij warmtebronnen, zoals een kooktoestel, afwasmachine of radiator. Plaats het apparaat in een goedgeventileerde ruimte en zorg dat de luchtopeningen niet bedekt zijn. Vermijd onnodige ijsvorming in de ruimte door alle voedselverpakkingen zo luchtdicht mogelijk te maken. Laat warm voedsel eerst afkoelen voordat u het in de vriezer plaatst. Voedsel dat ingevroren moet worden (als dit is afgekoeld) moet in de koelkast geplaatst worden, voordat dit naar de vriezer verplaatst wordt. Ontdooi ingevroren voedsel in de koelkast. Hierdoor ontdooit u het voedsel op een veilige manier en vermindert u het werk van de koelkasteenheid. Probeer te voorkomen dat u de deur lange tijd open houdt, aangezien warme lucht in de koelkast komt en energieverbruik veroorzaakt. Zorg dat de deur van de koelkast goed gesloten kan worden. Wij raden u aan de vriezer regelmatig schoon te maken. In geval van een stroomstoring Als er een stroomonderbreking is met voedsel in de vriezer, houd dan de deur gesloten. Als de temperatuur van uw vriezer is gestegen, vriest u het voedsel weer in nadat u heeft gecontroleerd of het nog goed is. De volgende aanbevelingen kunnen helpen: ●● ljs: zodra ontdooid kunt u dit weggooien. ●● Fruit en groente: als dit zacht is moet het worden gekookt en gebruikt. ●● Brood en gebak: kan zonder gevaar weer worden ingevroren. ●● Schelpdieren: moet gekoeld worden en zo snel mogelijk gebruikt. ●● Gerechten die al bereid zijn: bijv. casseroles, moeten gekoeld worden en gebruikt. ●● Grote stukken vlees: kunnen weer ingevroren worden op voorwaarde dat er nog ijskristallen in het vlees aanwezig zijn. ●● Kleine stukken vlees: moeten bereid NL 6 worden en opnieuw ingevroren als bereide maaltijd. ●● Kip: moet bereid worden en als vers voedsel weer ingevroren worden. Onderhoud en reiniging Voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden verricht, moet u het apparaat LOSKOPPELEN van de NETvoeding door de stekker uit het stopcontact te trekken. De binnenkant reinigen Reinig de binnenkant en de accessoires met warm water en zuiveringszout of soda (5 ml op 0,5 liter water). Spoel af en maak grondig droog. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, sterk geparfumeerde reinigingsproducten, boenwas of reinigingsproducten die bleekmiddel of alcohol bevatten. De buitenkant reinigen Maak de buitenkant schoon met een warm sopje. Gebruik GEEN schuurmiddelen. Er zitten scherpe hoeken op de onderkant van het apparaat, wees dus voorzichtig bij het schoonmaken. Een of twee keer per jaar moet de compressor op de achterkant van het apparaat stofvrij gemaakt worden, met een borstel of een stofzuiger, ophoping van stof is van invloed op de prestatie van het apparaat en leidt tot bovenmatig energieverbruik. De vriezer ontdooien 1. Wikkel al het ingevroren voedsel in een paar lagen kranten of handdoeken. 2. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. 3. Open de vriezerdeur. 4. Plaats een geschikte opvangbak onder de deur om het dooiwater op te vangen. 5. Maak de binnenkant na het ontdooien goed schoon en droog. 6. Schakel het apparaat weer in en leg de ingevroren levensmiddelen terug. Het ontdooien kan versneld worden door kommen met heet water (niet kokend) in de vriezer te zetten en losrakend ijs met een geschikte kunststof schraper te verwijderen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Als het apparaat niet in gebruik is Als het apparaat voor langere tijd niet gebruikt wordt, haal de stekker dan uit het stopcontact, haal alle levensmiddelen uit het apparaat en laat de deur op een kier staan om nare luchtjes te voorkomen. Wat te doen in geval van storing VOORDAT u contact opneemt met de lokale klantenservice, controleert u de volgende punten: Symptoom Het apparaat krijgt geen stroom. Oplossing Controleer of er spanning op de wandcontactdoos staat. Controleer of er geen stroomstoring is door een lamp aan te doen. Controleer of de zekering niet is gesprongen. Controleer of de thermostaat is gezet op binnen het juiste temperatuurbereik van 16°C tot 32°C. Verplaats het apparaat indien nodig. De temperatuur Heeft de deur te lang opengestaan? in het vriesvak is Zo ja, laat het apparaat een paar minuten dicht zodat de luchtdruk zich kan te hoog. verdelen. De compressor werkt continu. De oorzaak kan liggen in de plaatsing van grote hoeveelheden voedsel en/of het vaak openen/sluiten van de deur. Zorg dat de deur niet open staat. Er is te veel rijp en ijs. Controleer of niets het sluiten van de deur in de weg zit. Is de deurpakking onbeschadigd en schoon? Heeft u het aanbevolen periodieke ontdooiproces uitgevoerd? Lawaai Zie normale bedrijfsgeluiden. Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na uitvoeren van de bovenstaande controles, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. Klanten met een garantie moeten ervoor zorgen dat de bovenstaande controles zijn uitgevoerd. De monteur zal kosten in rekening brengen als de storing niet mechanisch of elektrisch is. We vragen u een aankoopbewijs te leveren als u een beroep doet op de in de garantie opgenomen services. Controleer of de thermostaat is ingeschakeld op de juiste instelling die bij de omgevingstemperatuur hoort. Controleer of de omgevingstemperatuur binnen de grenzen ligt. De compressor werkt continu. Pas de thermostaat aan naar de juiste temperatuur. 7 NL Installatie-instructies Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat. Installatievereisten Om de juiste werking te garanderen mag dit apparaat niet geïnstalleerd worden op plaatsen waar de temperatuur onder de 16°C of boven de 32°C uitkomt. Vermijd het volgende: onverwarmde keuken, buitenhuis, opslagruimte, garage. Voor de juiste werking moet dit apparaat geïnstalleerd worden: ●● in een droge ruimte. ●● niet in direct zonlicht. ●● weg van extreme temperaturen (niet naast een kooktoestel of andere warmtebronnen). Uw apparaat wordt zeer zwaar als het levensmiddelen bevat en moet daarom op een stevige vloer staan. Ventilatievereisten Duw het apparaat voorzichtig op zijn plek totdat het bovenpaneel van het rooster van de achterventilatie tegen de muur aan komt. Als het op zijn plek staat moet er 50 mm (2") vrije ruimte zijn boven het apparaat. Als de ruimte boven het apparaat niet beschikbaar is, moet een speling van 25 mm aan beide kanten worden gehandhaafd. Zorg ervoor dat het apparaat niet op het netsnoer staat. Onderdelen die warm worden, mogen niet blootliggen. De achterkant van het apparaat dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden met de vereiste ruimte voor ventilatie. Waterpas zetten: Het apparaat dient waterpas te staan. Oneffenheden: Zorg ervoor dat het apparaat rechtop staat en dat beide stelvoetjes stevig in contact staan met de vloer, zodat de kast waterpas staat. Stel af door het juiste stelvoetje aan de voorkant in of uit te draaien (gebruik uw hand of geschikt gereedschap). Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst. Deur omkeren De deurdraairichting kan van links (fabrieksinstelling) naar rechts worden omgezet, als de installatieplaats dit vereist. Waarschuwing! Bij het omzetten van de deurdraairichting mag het apparaat niet aan de elektriciteit zijn aangesloten. Trek van tevoren de stekker uit het stopcontact. NL 8 11 10 9 8 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Schroef Onderste scharnier Bovenste scharnier Afstelbaar laag voetje Afstelbaar hoog voetje Schroefbout Plug Decoratieblok Het blok van de bovenste afdekking Bovenste afdekplaat Schroefnagel 1. Verwijder de schroefnagels (11). 2. Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking op en duw het (10) naar voren en verwijder het van het blok (9) op de bovenste afdekking, en verplaats vervolgens het onderblok (8). 3. Verwijder de twee schroeven (6) die het bovenste scharnier (5) aan de rechterkant van het keukenkastje bevestigen. 4. Til de deur voorzichtig eruit en plaats hem op een zachte ondergrond om krassen te voorkomen. 5. Verwijder de plug (7) en verplaats deze naar de onbedekte opening aan de rechterkant van de eenheid. Druk de plug stevig in de opening. 6. Verwijder de twee schroeven (6) die het onderste scharnier (2) aan de rechterkant van de eenheid bevestigen. 7. Verwijder het voorbeen voor het waterpas maken van het schroeftype (4) en verplaats het naar de rechterkant zoals weergegeven in de afbeelding hiernaast. 8. Zet de deur op de nieuwe plaats en zorg ervoor dat de pen in de bus aan de het onderste framegedeelte (opening) komt. 9. Maak het bovenste scharnier (5) die u eerder in stap 3 verwijderde, weer vast aan de linkerkant van de eenheid. Zorg ervoor dat de pen in de bus aan het bovenste framegedeelte (opening) komt. 10. Draai het onderste scharnier (2) losjes vast en draai de bouten niet vast, totdat de deur is gesloten en waterpas hangt. 11. Plaats de plug (7) op de onbedekte openingen (rechterkant). 12. Bevestig het decoratieblok (8) aan de rechterkant op de bovenste afdekplaat (10). 13. Houd de deur geopend, til het uiteinde van de bovenste afdekking (10) op, trek het naar achteren om het blok (9) vast te maken. 14. Na het bevestigen van de bovenste afdekking, sluit u de deur en bevestigt u de bovenste afdekking (10) met de schroef (11). 9 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27

Zanussi ZFT307MW1 Handleiding

Type
Handleiding