LG KS20 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding
P/N : MMBB0271168(1.0)
W
www.lgmobile.com
Gebruikershandleiding
LG KS20
Dit is de gebruikershandleiding voor de
Windows Mobile Pocket PC LG KS20. Alle
rechten in verband met dit document
zijn voorbehouden door LG Electronics.
Het kopieÃ…Nren, wijzigen en verspreiden
van dit document zonder de schriftelijke
toestemming van LG Electronics is verboden.
G e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g
K S 2 0
NEDERLANDS
FRANÇAIS
E N G L I S H
Uw oude toestel wegdoen
1. Als het symbool met de doorgekruiste verrijdbare afvalbak op een product staat,
betekent dit dat het product valt onder de Europese Richtlijn 2002/96/EC.
2. Elektrische en elektronische producten mogen niet worden meegegeven
met het huishoudelijk afval, maar moeten worden ingeleverd bij speciale
inzamelingspunten die door de lokale of landelijke overheid zijn aangewezen.
3. De correcte verwijdering van uw oude toestel helpt negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
4. Wilt u meer informatie over de verwijdering van uw oude toestel? Neem dan
contact op met uw gemeente, de afvalophaaldienst of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
KS20 Gebruikershandleiding
- Nederlands
Dit is de gebruikershandleiding voor de Windows
Mobile Pocket PC LG KS20. Alle rechten in verband
met dit document zijn voorbehouden door LG
Electronics. Het kopieÃ…Nren, wijzigen en verspreiden
van dit document zonder de schriftelijke toestemming
van LG Electronics is verboden.
2
INTRODUCTIE 8
VOOR UW VEILIGHEID
9
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN
VEILIG GEBRUIK 1
0
KS20 FUNCTIES 1
8
Onderdelen van de telefoon
Waarschuwingen voor aanraaktoetsen 2
1
AAN DE SLAG 23
De USIM-kaart en de batterij plaatsen
De batterij opladen 2
5
De oplader loskoppelen 2
7
Een microSDgeheugenkaart gebruiken
28
De geheugenkaart formatteren 2
9
Het apparaat in- en uitschakelen 3
0
Het apparaat resetten
Het apparaat kalibreren 3
2
Scherminstellingen beheren 3
3
HET SCHERM 35
Het scherm Vandaag
Het scherm Vandaag aanpassen
Het standaard Microsoft-scherm Vandaag 3
6
Indicators 3
8
Het menu Start gebruiken 39
Het scherm Vandaag bewerken 40
Programma-indicators
GEGEVENS INVOEREN EN
OPZOEKEN 4
3
Het invoerpaneel
Het toetsenbord gebruiken 44
Het standaardschermtoetsenbord gebruiken
Tekenen en schrijven op het scherm 45
Een notitie opnemen 4
7
De zoekfunctie 4
8
INHOUD
INHOUD
3
ALGEMENE FUNCTIES 50
Het volume aanpassen
Een oproep plaatsen 5
1
Oproepen ontvangen 5
3
Opties voor inkomende oproepen
Extra informatie over bellen 5
5
HET APPARAAT
SYNCHRONISEREN 5
7
ActiveSync gebruiken
Windows Vistaâ„¢ instellen 5
9
De synchronisatiefunctie 6
2
Synchroniseren via Bluetooth 6
5
Muziek, video en afbeeldingen
synchroniseren 66
COMMUNICATIE 68
Berichten verzenden
E-mailaccount instellen
Nieuwe SMS-Berichten 69
Nieuwe MMS-berichten 7
0
MMS-berichten verzenden
Berichten beheren 71
Berichten downloaden 72
Berichten beantwoorden of doorsturen
Telefoon 73
Oproep plaatsen 74
Oproep beëindigen
Een oproep plaatsen via Geschiedenis
Een oproep plaatsen via Snelkeuze 7
5
Logbestanden oproep
Opslaan in Contacten 76
Notitie bekijken
Verwijderen
SMS-bericht verzenden...
Multimediabericht verzenden
Filter 7
7
INHOUD
4
Contacten 78
Overzicht Contacten
Een nieuwe contacten maken 79
Contactgegevens wijzigen 8
0
De lijst met Contacten gebruiken
SIM-Contacten kopiëren Contacten 8
1
Zoeken naar een
contacten
MULTIMEDIA 83
Camera
De cameramodus configureren 84
Filmcamera 85
Opname inlijsten 8
6
Windows Media 8
7
Het scherm Afspelen 89
Het scherm Afspeellijst 9
0
Het scherm Bibliotheek 9
1
FM-RADIO 92
Afbeeldingen en video’s 93
Een afbeelding of videoclip kopiëren naar het
apparaat 9
4
Afbeeldingen weergeven 9
5
Video’s met geluid afspelen
Afbeeldingen en videoclips sorteren 9
6
Een afbeelding of videoclip verwijderen
Een afbeelding of videoclip bewerken 9
7
Een afbeelding instellen als achtergrond voor
het scherm Vandaag 9
8
Afbeeldingen en videoclips verzenden via
e-mail
Voor het sturen van foto's en videoclips via
Bluetooth 9
9
Afbeeldingen toewijzen aan Contacten
De geavanceerde opties gebruiken
Mobile Java 101
Spelletjes
INHOUD
INHOUD
5
PROGRAMMA'S 102
Internet Explorer
Word Mobile 10
4
Een bestand maken 105
Meer informatie over Word Mobile 10
7
Excel Mobile
Niet-ondersteunde functies in Excel Mobile
10
8
PowerPoint Mobile 111
Een diavoorstelling starten 112
Een diavoorstelling stoppen
Bladeren door de dia's
Verkenner 113
Messenger 11
4
Windows Live Messenger starten 115
Aanmelden en afmelden
Contacten toevoegen en verwijderen 11
6
Een expresbericht verzenden
Contacten blokkeren en de blokkering
opheffen
Uw Messenger-status weergeven
Uw weergavenaam wijzigen 11
7
Meer informatie over Windows Live
Messenger
Opmerking 117
De informatie in een notitie
De standaardinvoermethode voor Notities
instellen 11
8
Een notitie maken
Taken 119
Een taak maken
De prioriteit van een taak wijzigen
Een herinnering instellen voor alle nieuwe
taken 12
0
Start- en einddatums weergeven in de
takenlijst
Zoeken naar een taak 12
1
PSNote
Nieuw document 122
Tekst schrijven
Het lettertype wijzigen 12
3
Tekeningen maken
Afbeeldingen invoegen
Multimedia invoegen
Een heel gebied knippen of kopiëren 12
4
Het zoomniveau wijzigen
De persoonlijke woordenlijst gebruiken
INHOUD
6
AutoProfile 125
Gedeelde internetverbinding
INSTELLINGEN 127
Telefooninstelling
Telefoon
Services
Netwerk 12
9
Band 13
0
De datum en tijd instellen 13
0
Alarmsignalen instellen 13
1
Geluiden en meldingen
Geluiden en meldingen instellen voor acties
Vergrendelen 132
De telefoon beveiligen met een PIN
De telefoon beveiligen met een wachtwoord
13
3
Het wachtwoord wijzigen 13
4
Informatie over de eigenaar weergeven op
het scherm Vandaag
Vandaag 135
Instellingen voor het scherm Vandaag 135
Het scherm Vandaag synchroniseren
Uw eigen achtergrondafbeelding gebruiken
13
6
Opties instellen voor de weergave van
afspraken op het scherm Vandaag
Opties instellen voor de weergave van taken
op het scherm Vandaag 13
7
Alarmen
Tijd
Alarmen 13
8
Meer 13
9
Geheugen
Hoofdgeheugen 139
Opslagkaart
Actieve programma's 14
0
Aan/uit
Hoofdbatterij
Geavanceerd 14
1
INHOUD
INHOUD
7
Bluetooth 143
Bluetooth configureren
Algemeen 14
4
Toegankelijkheid
Services 14
5
Bluetooth-modi
Het apparaat zichtbaar maken voor anderen
14
6
Bluetooth-partnerverbanden
Een Bluetooth-partnerverband accepteren
14
7
USB naar PC 148
USB-massaopslag gebruiken
Verbindingen
Verbinding maken met internet via vooraf
geconfigureerde instellingen. 14
9
Verbinding maken met internet via uw
internetprovider 15
0
De instellingen van de netwerkkaart op het
apparaat wijzigen 15
1
Draadloos beh. 153
Instellingen voor Wi-Fi-verbinding
configureren 15
5
ACCESSORIES 157
TECHNISCHE GEGEVENS 15
8
INHOUD
8
INTRODUCTIE
Gefeliciteerd met uw aanschaf van
de geavanceerde en compacte
Windows Mobile Pocket PC KS20, die
speciaal is gemaakt voor de nieuwste
technologie op het gebied van
mobiele communicatie.
Deze gebruikershandleiding
bevat belangrijke informatie over
het gebruik en de bediening van
uw telefoon. Lees alle informatie
aandachtig door om het toestel
optimaal te benutten en schade
aan of misbruik van de telefoon te
voorkomen. Bij aanpassingen aan de
telefoon die niet uitdrukkelijk in deze
gebruikershandleiding zijn vermeld,
kan de garantie op het toestel
vervallen.
INTRODUCTIE
9
VOOR UW VEILIGHEID
Lees deze eenvoudige richtlijnen door.
Het niet volgen van deze richtlijnen
kan gevaarlijk of verboden zijn. Meer
informatie vindt u in deze handleiding.
WAARSCHUWING
•
Mobiele telefoons dienen aan boord van
een vliegtuig uitgeschakeld te zijn.
•
Houd de telefoon niet in uw hand vast als u
een voertuig bestuurt.
•
Gebruik de telefoon niet in de buurt van
benzinestations, chemische fabrieken of
explosiewerkzaamheden.
•
Gebruik voor uw veiligheid ALLEEN de
aangegeven ORIGINELE batterijen en
opladers.
•
Houd de telefoon tijdens het opladen niet
met natte handen vast. Hierdoor kunt
u elektrische schokken oplopen of de
telefoon beschadigen.
•
Bewaar de telefoon op een veilige plaats
buiten het bereik van kinderen. De
telefoon bevat kleine onderdelen die,
indien losgemaakt, verstikking kunnen
veroorzaken.
LET OP!
•
Schakel de telefoon uit wanneer dit door
speciale voorschriften wordt vereist.
Gebruik de telefoon bijvoorbeeld niet
in ziekenhuizen, aangezien door het
gebruik gevoelige medische apparatuur
beschadigd kan raken.
•
Lees deze eenvoudige richtlijnen door.
Het niet volgen van deze richtlijnen kan
gevaarlijk of verboden zijn. Meer informatie
vindt u in deze handleiding.
•
Gebruik alleen de ORIGINELE accessoires
om schade aan uw telefoon te vermijden.
•
Alle radiozenders kunnen storing
veroorzaken in elektronische apparaten
die zich in de buurt bevinden. Een weinig
storing kan al van invloed zijn op tv's,
radio's, pc's, etc.
•
Batterijen dienen volgens de van
toepassing zijnde wetgeving te worden
weggegooid.
•
Haal de telefoon of batterij niet uit de
behuizing.
VOOR UW VEILIGHEID
10
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG
GEBRUIK
Lees deze eenvoudige richtlijnen
door. Het niet respecteren van de
voorschriften kan gevaarlijk of illegaal
zijn. Meer informatie vindt u in deze
handleiding.
Certificatie-informatie
(SAR)
DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE
INTERNATIONALE RICHTLIJNEN
VOOR BLOOTSTELLING AAN
RADIOGOLVEN
Dit mobiele apparaat is een
radiozender en - ontvanger. Het
apparaat is zo ontwikkeld en
geproduceerd dat het voldoet
aan de emissiebeperkingen voor
radiofrequentiesignalen (RFsignalen)
die door internationale richtlijnen
(ICNIRP) worden aanbevolen.
Deze beperkingen maken deel
uit van uitgebreide richtlijnen en
definiëren het toegestane niveau
voor RF-energie voor de algemene
bevolking. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties door
middel van periodieke en grondige
evaluaties van wetenschappelijke
studies. In deze richtlijnen is een grote
veiligheidsmarge ingebouwd om de
veiligheid van alle personen te kunnen
waarborgen, ongeacht de leeftijd of
gezondheidstoestand. De standaard
voor blootstelling aan mobiele
apparatuur wordt uitgedrukt in de
maateenheid SAR (Specific Absorption
Rate). De SAR-limiet die wordt vermeld
in de internationale richtlijnen is 2,0
W/kg*. Bij tests voor SAR worden
de standaardposities gebruikt,
waarbij het apparaat in alle gemeten
frequentiebanden het hoogst
toegestane energieniveau gebruikt.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
11
Hoewel de SAR wordt bepaald op
het hoogst toegestane niveau, kan
het werkelijke SARniveau van het
apparaat tijdens gebruik aanzienlijk
lager liggen dan de maximumwaarde.
Dit komt doordat het apparaat
is ontworpen voor gebruik bij
verschillende energieniveaus, zodat
niet meer energie wordt gebruikt dan
nodig is om verbinding te maken met
het netwerk.
Over het algemeen geldt dat hoe
dichter u zich bij een zendmast
bevindt, hoe minder energie het
apparaat gebruikt. Alvorens een
bepaald type mobiele telefoon in de
verkoop komt, moet worden bepaald
of deze voldoet aan de Europese
R&TTErichtlijn. Deze richtlijn kent als
een van de voornaamste eisen dat
de gezondheid van de gebruiker
alsmede van iedereen in de buurt
daarvan te allen tijde gewaarborgd
dient te zijn. De hoogste SARwaarde
die dit apparaat heeft bereikt tijdens
tests voor gebruik naast het oor is 1.04
W/kg.
v
Dit apparaat voldoet aan de
richtlijnen voor blootstelling
aan RFsignalen wanneer het op
normale wijze tegen het oor wordt
gehouden of wanneer het zich op
een afstand van minimaal 1,5 cm
van het lichaam bevindt. Wanneer
het apparaat op het lichaam
wordt gedragen in een draagtasje,
riemclip of houder, moeten deze
hulpmiddelen geen metaal
bevatten en moet het product zich
op een afstand van minimaal 1,5 cm
van het lichaam bevinden. Voor het
overbrengen van databestanden
of berichten, moet dit apparaat
kunnen beschikken over een
goede verbinding met het netwerk.
In sommige gevallen kan het
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
12
overbrengen van databestanden
of berichten vertraging oplopen
tot een dergelijke verbinding
beschikbaar is. Houd u aan de
bovenstaande afstandsrichtlijnen
tot de gegevensoverdracht is
voltooid. De hoogste SAR-waarde
die dit apparaat heeft bereikt tijdens
tests voor gebruik bij het lichaam is
1.24 W/kg.
* De SAR-limiet die voor mobiele
apparatuur voor het publiek wordt
gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram
(W/kg) evenredig verdeeld over
tien gram lichaamsweefsel. In
de richtlijnen is een aanzienlijke
veiligheidsmarge ingebouwd,
voor extra bescherming en
om eventuele meetvariaties te
ondervangen. SAR-waarden
kunnen variëren, afhankelijk van
nationale rapportage-eisen en de
netwerkband. Meer informatie over
SAR in andere regio’s kunt u vinden
bij de productinformatie op www.
lgmobile.com.
Onderhoud
WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend originele batterijen,
opladers en accessoires die zijn
goedgekeurd voor dit specifieke type
telefoon. Het gebruik van andere types
kan gevaarlijk zijn en kan de garantie
op het toestel doen vervallen.
v
Haal het toestel niet uit elkaar.
Raadpleeg voor reparaties een
erkend technicus.
v
Houd het toestel uit de buurt van
elektrische apparaten zoals tv, radio
en pc.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
13
v
Houd het toestel uit de buurt van
warmtebronnen zoals radiators en
fornuizen.
v
Plaats uw telefoon nooit in een
magnetron, dit zal de accu doen
ontploffen.
v
Laat het toestel niet vallen.
v
Stel het toestel niet bloot aan
mechanische trillingen of schokken.
v
Het omhulsel van het toestel kan
beschadigd raken als het wordt
verpakt in papier of vinylpapier.
v
Gebruik een droge doek om
de buitenkant van het toestel
te reinigen. (Gebruik geen
oplosmiddelen zoals benzeen,
thinner of alcohol.)
v
Stel het toestel niet bloot aan
overmatige rook of stof.
v
Houd het toestel uit de buurt van
creditcards en andere pasjes; dit kan
de informatie op de magnetische
strips beïnvloeden.
v
Tik niet op het scherm met scherpe
objecten, dit kan de telefoon
beschadigen.
v
Stel het toestel niet bloot aan vocht.
v
Gebruik accesoires, zoals
hoofdtelefoons en headsets altijd
met voorzichtigheid. Zorg ervoor
dat kabels altijd veilig weggestopt
zitten en vermijd onnodig contact
met de antenne.
v
Gebruik de accessoires zoals de
oortelefoon zorgvuldig. Raak de
antenne niet onnodig aan.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
14
Elektronische
apparaten
Alle mobiele telefoons kunnen
onderhevig zijn aan storingen die
de prestaties nadelig be nvloeden.
v
Gebruik uw telefoon niet in de buurt
van medische apparatuur zonder
hiervoor vooraf toestemming
te vragen. Houd de telefoon op
afstand van uw pacemaker, draag
deze niet in een borstzak (bijv. in uw
borstzak).
v
Sommige gehoorapparaten kunnen
storing ondervinden van mobiele
telefoons.
v
De telefoon kan ook enige storing
veroorzaken bij tv’s, radio’s, pc’s, enz.
Veiligheid op de weg
Kijk de bestaande wetten en regels
na over het gebruik van mobiele
telefoons in uw voertuig in de landen
waar u rijdt.
v
Houd de telefoon niet in de hand
terwijl u aan het rijden bent.
v
Houd uw aandacht bij de weg.
v
Maak gebruik van een handsfree kit,
indien beschikbaar.
v
Als dit gezien de rijomstandigheden
verstandiger is, verlaat dan de weg
en parkeer uw auto alvorens een
telefoongesprek te gaan voeren.
v
RF-energie kan sommige
elektronische systemen
in uw gemotoriseerde
voertuig, zoals autoradio en
beveiligingsapparatuur, nadelig be
nvloeden.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
15
v
Als uw voertuig is voorzien van
een airbag, plaats dan geen ge
nstalleerde of draadloze apparatuur
in de ruimte boven de airbag of
waar de airbag wordt opgeblazen.
Dit kan ernstige verwondingen
veroorzaken als de airbag wordt
opgeblazen.
Als u naar muziek luisterd wanneer
u buiten de deur bent, zorg dan
alstublieft voor een verantwoord
volume zodat u alert blijft op wat er
in uw omgeving gebeurt. Vooral bij
zaken als oversteken is dit van zeer
groot belang.
Vermijd
gehoorbeschadiging
Gehoorbeschadiging kan optreden
als u uw gehoor voor langere tijd
blootsteld aan een hoog volume. Wij
raden u daarom aan om de telefoon
niet dicht bij het oor aan of uit te
schakelen. Ook adviseren wij u om
het muziek- en belvolume op een
verantwoord niveau in te stellen.
Gebied waar
ontploffingen
plaatsvinden
Gebruik de telefoon niet op plaatsen
waar met explosieven wordt gewerkt.
Houd u aan de geldende voorschiften
en regels.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
16
Mogelijk
explosieveatmosfeer
v
Gebruik de telefoon niet in de
nabijheid van tankstations. Gebruik
hem niet in de buurt van brandstof
of chemicaliën.
v
Vervoer of bewaar geen brandbaar
gas, vloeistof of ander materiaal op
dezelfde plaats in uw voertuig als
uw mobiele telefoon en accessoires.
Vliegtuig
Draadloze apparatuur kan
storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
v
Schakel uw mobiele telefoon
uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat.
v
Gebruik de telefoon niet aan de
grond zonder toestemming van de
bemanning.
Kinderen
Bewaar de telefoon op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
De telefoon bevat kleine afneembare
onderdelen die tot verstikking kunnen
leiden.
Alarmnummers
Alarmnummers kunt u niet via
alle GSMnetwerken bellen. Zorg
daarom dat u in noodsituaties
nooit alleen afhankelijk bent van
de telefoon. Neem contact op met
uw netwerkexploitant voor meer
informatie.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
17
Informatie en
onderhoud batterij
v
U hoeft de batterij niet volledig
te ontladen voor u deze oplaadt.
In tegenstelling tot andere
batterijsystemen heeft dit systeem
geen geheugeneffect dat de
capaciteit van de batterij beïnvloedt.
v
Gebruik uitsluitend LG-batterijen
en - laders. LGladers zorgen voor
een maximale levensduur van de
batterij.
v
Haal de batterij niet uit elkaar en
voorkom kortsluiting in de batterij.
v
Houd de metalen contactpunten
van de batterij schoon.
v
De batterij kan honderden malen
worden opgeladen voordat deze
aan vervanging toe is.
v
Laad de batterij opnieuw op als deze
lange tijd niet is gebruikt, voor een
optimale betrouwbaarheid.
v
Stel de batterijlader niet bloot aan
direct zonlicht en gebruik deze
niet in vochtige ruimtes, zoals de
badkamer.
v
Bewaar de batterij niet op warme
of koude plaatsen, omdat dit de
capaciteit van de batterij nadelig
kan beïnvloeden.
v
Er bestaat explosiegevaar als de
batterij wordt vervangen door een
batterij van een verkeerd type.
v
Verwijder gebruikte batterijen
volgens de instructies van de
fabrikant.
RICHTLIJNEN VOOR JUIST EN VEILIG GEBRUIK
18
1
2
3
4
6
5
Onderdelen van de
telefoon
Voorkant - geopend
1. Oortelefoon
2. Aanraakscherm
Hierop schrijft, tekent of selecteert u opties
met de stylus.
3. Verzendtoets
v Een telefoonnummer kiezen en inkomende
oproepen beantwoorden.
4. Navigatietoetsen
5. Interne cameralens
6. Einde/aan-uittoets
v Een oproep beëindigen of weigeren.
KS20 FUNCTIES
KS20 FUNCTIES
19
1
2
3
5
4
6
7
Zijkant
1. Aansluiting Voor Kabel/oplader/
Handsfree Bellen/aansluiting Oor
-
dopjes
2. Toetsen Aan De Zijkant
v Druk op de pijl omhoog of omlaag om het
volume aan te passen.
3. Stylus en stylusaansluiting
v Gebruik de stylus om te schrijven, te
tekenen of items te selecteren op het
aanraakscherm.
4. Aan-uittoets
v Hiermee schakelt u het apparaat tijdelijk
uit en activeert u de slaapstand; als u het
apparaat geheel wilt uitschakelen, houdt
u deze knop ongeveer vijf seconden
ingedrukt. Wanneer het apparaat zich in
de slaapstand bevindt, is de telefoonfunc-
tie nog altijd actief en kunt u oproepen
ontvangen; schakelt u het apparaat echter
helemaal uit, dan is ook de telefoonfunctie
uitgeschakeld.
5. MicroSD-kaartsleuf
6. Internet Explorer
v Hiermee opent u Internet Explorer.
7. Cameratoets
v Hiermee activeert u de camera.
21
Waarschuwingen
voor aanraaktoetsen
1. Zorg dat uw handen schoon en
droog zijn.
v
Verwijder in een vochtige omgeving
al het vocht van het oppervlak van
uw handen en de aanraaktoetsen.
Aanraaktoetsen
Harde toetsen
2. U hoeft niet hard op de
aanraaktoetsen te drukken om ze
te gebruiken. Stel het apparaat niet
bloot aan zware schokken. Dit kan
de sensoren van de aanraaktoetsen
beschadigen.
3. Druk met het puntje van uw vinger
nauwkeurig op de toets die u wilt
gebruiken. Let er daarbij op dat u de
toetsen voor andere functies niet
aanraakt.
KS20 FUNCTIES
v
De toetsen op het LCD-scherm van het apparaat zijn aanraaktoetsen.
v
Lees "Waarschuwingen voor aanraaktoetsen" voordat u de aanraaktoetsen gebruikt.
22
4. Wanneer zowel de verlichting
van het basisscherm als van de
aanraaktoetsen is uitgeschakeld,
wordt de verlichting van het
basisscherm niet ingeschakeld
wanneer u op een aanraaktoets
tikt. Druk op
P
op het basisscherm
om de verlichting in te schakelen
(aanraaktoetsen werken niet
wanneer de toetsenbordverlichting
is uitgeschakeld).
5. Aanraaktoetsen werken mogelijk
niet correct wanneer zij zijn
afgedekt door een telefoonhoes.
Daarnaast werken aanraaktoetsen
mogelijk niet correct wanneer u
handschoenen draagt.
6. Houd voorwerpen van metalen en
andere geleidende materialen weg
van de aanraaktoetsen. Contact
daarmee zal een fout veroorzaken.
7. U kunt voor deze telefoon geen pen
of stylus gebruiken om een menu
te selecteren. U kunt Menu ook met
uw vinger selecteren.
Mogelijk kunt u de toets echter niet
goed indrukken met uw vinger.
8. De aanraaktoets werkt niet goed
in een hele warme en vochtige
omgeving.
KS20 FUNCTIES
KS20 FUNCTIES
23
De USIM-kaart en de
batterij plaatsen
1. De USIM-kaart plaatsen
De USIM-kaart bevat uw
telefoonnummer, gegevens over de
service en uw contacten, en dient in
de telefoon te worden geplaatst.
Als de USIM-kaart wordt verwijderd,
dan kunt u de telefoon niet gebruiken
(noodoproepen uitgezonderd,
afhankelijk van het land waarin u op
dat moment verblijft) totdat er een
goede kaart wordt geplaatst. Sluit
de oplader en andere accessoires
af voordat u de USIM-kaart plaatst
of verwijdert. Schuif de USIM-kaart
volledig in de houder. Plaats de
USIM-kaart met het metalen stukje
naar beneden. Om de USIM-kaart te
verwijderen drukt u voorzichtig op de
kaart en trekt u deze uit de houder.
Verwijderen van de USIM kaart
Plaatsen van de USIM Kaart
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
24
AAN DE SLAG
Opmerking
v
De metalen contactpunten van de
USIMkaart kunnen door krassen
snel worden beschadigd. Behandel
de USIM-kaart uiterst voorzichtig.
Houd u aan de instructies die met
de USIM-kaart zijn meegeleverd.
2. Plaats de batterij.
Plaats de batterij zo in het batterijvak
dat de metalen contactpunten elkaar
in het midden van de telefoon raken.
Druk op de bovenzijde van de batterij
tot deze vastklikt. Plaats de batterijklep
op de telefoon zoals hier aangegeven.
AAN DE SLAG
25
3. De batterij verwijderen.
Houd de telefoon ondersteboven
zoals aangegeven, druk de batterijklep
voorzichtig naar beneden om deze te
ontgrendelen en verwijder vervolgens
de klep. Til met uw vingers de batterij
op en trek deze eruit.
De batterij opladen
Om de reisadapter op de telefoon
te kunnen aansluiten, moet er een
batterij zijn geplaatst.
AAN DE SLAG
26
<Oplaadmodus>
1. Als u het apparaat uitschakelt en
vervolgens de telefoon oplaadt,
licht de rode LED van de telefoon
op en wordt in een afbeelding
weergegeven dat de telefoon wordt
opgeladen.
2. Wanneer de telefoon volledig is
opgeladen, licht de groene LED op
en wordt de afbeelding verwijderd.
3. Als u de aan-uittoets ongeveer twee
seconden ingedrukt houdt, wordt
de telefoon ingeschakeld.
4. Als u de reisadapter van de telefoon
verwijdert terwijl deze wordt
opgeladen, wordt de telefoon
uitgeschakeld.
LET OP!
• Als de batterij volledig leeg is wanneer u
deze gaat opladen, kan het langer dan
een minuut duren voordat het scherm
reageert. Dit is normaal.
(Als u een USB-kabel gebruikt, kan het
langer dan 10 minuten duren.)
• Oefen geen kracht uit op de aansluiting;
dit kan schade aan de telefoon en/of de
oplader tot gevolg hebben.
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
27
LET OP!
• Gebruikt u de oplader in het buitenland,
zorg er dan voor dat u de juiste
aansluitingsadapter hebt.
•
Verwijder tijdens het opladen nooit de
batterij of de USIMkaart.
• Er bestaat explosiegevaar als de batterij
wordt vervangen door een batterij
van een verkeerd type. Voer gebruikte
batterijen af volgens de instructies van
de fabrikant.
OPMERKING!
• Haal bij onweer het stroomsnoer en
de oplader uit het stopcontact. Dit om
overspanning, kortsluiting en brand te
voorkomen.
• Zorg ervoor dat geen scherpe
voorwerpen zoals tanden en nagels
van huisdieren in contact komen met
de laadcontacten. Hierdoor zou brand
kunnen ontstaan.
De oplader
loskoppelen
Ontkoppel de reisadapter van de
telefoon zoals is weergegeven in het
schema. Trek aan de stekker, niet aan
het snoer.
AAN DE SLAG
28
Een
microSDgeheugenkaart
gebruiken
<MicroSD-geheugenkaart>
<Een microSD-geheugenkaart plaatsen>
1. Til de plastic bescherming van de
microSD-sleuf op.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf,
met de metalen contactpunten naar
beneden. Als de geheugenkaart niet
gemakkelijk de sleuf inglijdt, moet u
niet proberen om de kaart met veel
kracht toch de sleuf in te krijgen.
Controleer in plaats daarvan of de
kaart op de juiste wijze is geplaatst
of dat er zich een vreemd object in
de sleuf bevindt.
3. Druk de kaart aan nadat hij
geplaatst is totdat u een klik hoort,
wat betekent dat de microSD goed
is vergrendeld.
4. Sluit de plastic bescherming.
5. Verwijder de geheugenkaart niet
terwijl deze wordt gelezen of
beschreven.
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
29
Let op:
v
Gebruik geen Flash-geheugenkaart
als de batterij bijna leeg is.
v
Als u iets op de kaart opslaat, wacht
dan tot de bewerking is voltooid
voordat u de kaart verwijdert.
v
De kaart is zo ontworpen dat hij op
maar n manier in het toestel past.
v
Buig de kaart niet en forceer hem
niet in de sleuf.
v
Gebruik uitsluitend MicroSD-
geheugenkaarten.
Ondersteuning voor MicroSD-kaarten
tot 2 GB. Zie de gebruiksaanwijzing
van de microSD voor meer informatie
over de geheugenkaart.
De geheugenkaart
formatteren
Voordat u de geheugenkaart
kunt gebruiken, dient u deze te
formatteren. Wanneer u de kaart hebt
geplaatst, verschijnt er een bericht
over formatteren en kunt u de kaart
formatteren.
Opmerking
v
MicroSD-geheugenkaarten zijn
gewoonlijk al geformatteerd.
AAN DE SLAG
30
Het apparaat in- en
uitschakelen
Druk op de aan-uittoets om het
apparaat in te schakelen. Wanneer u
het apparaat voor het eerst inschakelt,
wordt u gevraagd een kalibratie uit te
voeren. Zie ‘Het apparaat kalibreren’
op de volgende pagina voor meer
informatie.
Als u het apparaat wilt uitschakelen,
drukt u nogmaals op
P
.
Opmerking
v
Als u op
P
drukt, wordt het
apparaat tijdelijk uitgeschakeld en
de slaapstand geactiveerd. U kunt
dan echter nog altijd berichten en
telefoontjes ontvangen.
Het apparaat resetten
Het kan voorkomen dat het apparaat
moet worden gereset. Bij een normale
(of ‘zachte’) reset worden alle actieve
programma’s uit het geheugen
verwijderd en worden deze gesloten.
Dit kan nuttig zijn wanneer het
apparaat trager werkt dan gewoonlijk
of wanneer een programma niet naar
behoren functioneert. Ook na de
installatie van bepaalde programma’s
moet u een normale reset uitvoeren.
Als u een normale reset uitvoert
terwijl er programma’s actief zijn,
gaan gegevens die u nog niet hebt
opgeslagen verloren.
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
31
U kunt ook een volledige of ‘harde’
reset uitvoeren. Doe dit alleen
wanneer een systeemprobleem zich
na een normale reset blijft voordoen.
Bij een volledige reset worden
de standaardinstellingen van het
apparaat hersteld; het apparaat komt
dus weer in de toestand zoals net na
aanschaf, toen u het voor het eerst
inschakelde. Alle programma’s die u
op het apparaat hebt geïnstalleerd,
gegevens die u hebt ingevoerd en
instellingen die u hebt aangepast,
gaan hierbij verloren.
Een normale (‘zachte’) reset
uitvoeren
• Sluit de batterij weer aan en druk op
de aan-uittoets aan de rechterkant
van het apparaat.
Het apparaat wordt opnieuw gestart
en het scherm Vandaag wordt
weergegeven.
Een volledige (‘harde’) reset
uitvoeren
• Houd de knoppen
Verzenden+Volume omlaag
gelijktijdig ingedrukt. U ziet deze
knoppen in de afbeelding hieronder.
Houd deze knoppen ingedrukt en
druk gelijktijdig op de aan-uittoets
aan de rechterkant van het apparaat.
Houd beide knoppen ongeveer 10
seconden ingedrukt.
AAN DE SLAG
32
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
Het apparaat
kalibreren
U kalibreert het apparaat door met de
stylus midden op het kruis te tikken
dat zich op het scherm verplaatst.
Hierdoor kunt u na de kalibratie met
de stylus op het scherm tikken om
items te activeren.
Als het apparaat niet naar behoren
reageert wanneer u op het scherm tikt,
voert u de kalibratie opnieuw uit aan
de hand van de volgende stappen:
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Systeem > Scherm.
2. Tik op het tabblad Algemeen
op Scherm uitlijnen en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Opmerking
v
U kunt de schermuitlijning
rechtstreeks uitvoeren met de
navigatietoets ingedrukt en
vervolgens de knop Internet
Explorer ingedrukt.
33
AAN DE SLAG
Scherminstellingen
beheren
Het aanraakscherm van het apparaat
biedt drie afdrukstanden: Staand,
Liggend (rechtshandig) en Liggend
(linkshandig). Met Staand krijgt u
een betere weergave of een betere
werking van bepaalde programma’s
op het apparaat, terwijl Liggend
geschikter is voor de weergave van
langere tekstbestanden.
v
Als u de afdrukstand wilt wijzigen,
tikt u op Start > Instellingen >
tabblad Systeem > Scherm >
tabblad Algemeen en selecteert u
de gewenste afdrukstand.
Afdrukstand Liggend
34
Afdrukstand Staand
v
Schakel op het tabblad scherm
uitlijnen (tik op Start > Instellingen
> tabblad Systeem > Scherm)
het selectievakje scherm
uitlijnen in om de leesbaarheid
van schermlettertypen in veel
programma’s te verbeteren.
v
Gebruik de schuifknop op het
tabblad Tekengrootte (tik op
Start
> Instellingen > tabblad Systeem
> Scherm) om de tekstgrootte te
wijzigen en zo de leesbaarheid te
verbeteren of meer inhoud op het
scherm weer te geven.
AAN DE SLAG
AAN DE SLAG
35
Pictogram
Omschrijving
Hiermee kunt u een menu
openen.
Hiermee plaatst u oproepen.
Hiermee kunt u een tekst-
/multimediabericht verzenden
en berichten in het Postvak
IN weergeven. U kunt
verschillende berichtfuncties
inschakelen.
Gebruikt om toegang te krijgen
tot internet.
Het scherm Vandaag
Het scherm Vandaag aanpassen
Het scherm Vandaag bevat belangrijke
informatie, zoals actuele afspraken
en statusindicatoren. Als u op een
bepaald deel van het scherm tikt,
wordt het bijbehorende programma
geopend.
v
Open het scherm Vandaag door te
tikken op Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Vandaag >
tabblad Items.
U kunt het item selecteren dat u op
het scherm Vandaag wilt weergeven.
Tik op Omhoog of Omlaag als u de
positie van het item wilt wijzigen. Als u
de taak- en afspraakgegevens verder
wilt aanpassen, tikt u op Opties (zie
(30) pagina).
HET SCHERM
HET SCHERM
36
Tik op Time-out Vandaag om
het gewenste aantal uren in de
vervolgkeuzelijst te selecteren. Als u
de telefoon gedurende de opgegeven
tijd niet gebruikt, verschijnt het
scherm Vandaag.
v
U kunt de weergave van het
scherm Vandaag, inclusief
de achtergrondafbeelding,
synchroniseren door te tikken op Start
> Instellingen > tabblad Persoonlijk
> Vandaag > tabblad Weergave.
U kunt het gewenste
achtergrondthema selecteren. Als u
uw eigen achtergrondafbeelding wilt
gebruiken, tikt u op Deze afbeelding
als achtergrond gebruiken en
vervolgens op Bladeren om naar het
gewenste bestand te gaan.
Het standaard Microsoft-
scherm Vandaag
Op het scherm Vandaag wordt
belangrijke en recente informatie
weergegeven.
1
2
3
4
5
6
7
8
10 11
9
1. De knop Start: hiermee geeft u het
menu Start weer, dat u rechtstreeks
kunt gebruiken.
HET SCHERM
HET SCHERM
37
2. Klok en alarmsignalen: hier
worden de huidige datum en tijd
weergegeven. Tik hierop als u naar
het scherm Klok en alarmsignalen
wilt gaan.
3.
Telefoongegevens: hier wordt
aangegeven of Draadloos
beheer/Bluetooth-telefoon is in- of
uitgeschakeld.
4.
Ongelezen bericht: hier worden de
ongelezen berichten weergegeven
die zich in Postvak IN bevinden.
5.
Eerstvolgende taak: hier wordt het
aantal actieve taken weergegeven.
Tik hierop om de huidige status van
alle taken weer te geven.
6.
Eerstvolgende Agenda: hier
wordt het eerstvolgende schema
weergegeven.
7.
Geen nieuwe gemiste oproepen:
hier wordt de geschiedenis van
gemiste oproepen weergegeven.
8.
Apparaatblokkering: u kunt
het apparaat blokkeren. Als u de
blokkering wilt opheffen, tikt u
linksonder.
9. Indicators: connectiviteit, SIM-
kaart, volume-indicator en batterij-
indicator.
10. Koppeling naar Agenda
11. Koppeling naar lijst met contacten
HET SCHERM
38
Indicators
Hieronder vindt u een overzicht van
een aantal statuspictogrammen
dat mogelijk op het apparaat wordt
weergegeven.
Pictogram
Omschrijving
Bluetooth handsfree-
verbinding is actief.
Bluetooth handsfree-kanaal is
geopend.
Bluetooth-kanaal voor hoge
audiokwaliteit is geopend.
Batterijstatus.
Batterij is bijna leeg.
Batterij wordt opgeladen.
Geluid is ingeschakeld.
Geluid is uitgeschakeld.
Belsignaal is ingesteld op
trilfunctie.
Verbinding is actief.
Verbinding is niet actief.
Pictogram
Omschrijving
Synchronisatie wordt
uitgevoerd.
Synchronisatiefout.
Maximale signaalsterkte.
Geen signaal.
Telefoon is uitgeschakeld.
Help-informatie beschikbaar
in het venster voor Bluetooth-
instellingen: tik op Start > Help.
De Help bevat gedetailleerde
informatie over Bluetooth-
profielen.
HET SCHERM
HET SCHERM
39
Pictogram
Omschrijving
Geen bereik.
Zoeken naar GSM-netwerk.
Spraakoproep actief.
Oproepen worden
doorgestuurd.
Oproep in de wacht.
Gemiste oproep.
GPRS (General Packet Radio
Services) is beschikbaar.
EDGE (Enhanced Data Rates For
Global Evolution) is beschikbaar.
WCDMA of HSDPA is
beschikbaar.
HSDPA (High Speed Downlink
Packet Access) is beschikbaar.
Nieuwe e-mail- of
tekstberichten.
Nieuwe voicemail
Er zijn meer meldingen. Tik
op het pictogram om alle
meldingen weer te geven.
Apparaat is geblokkeerd.
Apparaat is niet geblokkeerd.
Het menu Start
gebruiken
Het menu Start bevindt zich
linksboven in het scherm Vandaag
en bevat een lijst met programma’s.
Vanuit dit menu kunt u een scherm
sluiten en van het ene programma
naar het andere gaan. U kunt een
programma starten door de lijst met
programma’s door te bladeren en met
de stylus op het gewenste programma
te tikken.
HET SCHERM
40
Het scherm Vandaag bewerken
1.
Tik om het scherm Vandaag te openen.
2. Tik om een programma te starten.
U kunt de opties in het menu Start
synchroniseren door te tikken op
Start > Instellingen > tabblad
Persoonlijk > Menu’s.
3. Tik om een recentelijk gebruikt
programma te starten.
4. Tik om meer programma’s die in het
apparaat zijn geïnstalleerd, weer te
geven en te selecteren.
5. Tik om de instellingen van het
apparaat te wijzigen.
6. Tik om Help-informatie bij het
actieve scherm weer te geven.
Programma-indicators
Hieronder ziet u de pictogrammen
van een aantal programma’s dat al op
het apparaat is geïnstalleerd.
Pictogram
Omschrijving
ActiveSync:
gegevens op het
apparaat synchroniseren met
gegevens op een pc.
Rekenmachine:
eenvoudige
rekenkundige bewerkingen
uitvoeren, zoals optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen
en delen.
Agenda:
afspraken bijhouden
en vergaderverzoeken
verzenden.
LG Camera:
fotograferen en
videoclips met geluid opnemen.
Draadloos beheer:
de
apparaatverbindingen beheren
(Wi-Fi, Bluetooth en telefoon).
Contacten:
de
contactgegevens van vrienden
collega’s bijhouden.
HET SCHERM
HET SCHERM
41
Pictogram
Omschrijving
Excel Mobile:
nieuwe
werkmappen maken en
bestaande Excel-werkmappen
weergeven en bewerken.
Verkenner:
bestanden op het
apparaat ordenen en beheren.
Spelletjes:
op het apparaat zijn
de spelletjes Bubble Breaker en
Solitaire geïnstalleerd.
Help:
Help-informatie
weergeven bij een programma
dat op het apparaat is
geïnstalleerd.
Internet Explorer:
websites
en WAP-sites weergeven,
en nieuwe programma’s en
bestanden downloaden van
internet.
Mobile Java:
Java-
toepassingen downloaden en
op het apparaat installeren,
bijvoorbeeld spelletjes en
hulpprogramma’s.
Pictogram
Omschrijving
Berichten:
e-mail- en
tekstberichten verzenden en
ontvangen.
Notities:
handgeschreven of
getypte notities, tekeningen en
opnamen maken.
Telefoon:
oproepen plaatsen
en ontvangen, schakelen van
het ene telefoongesprek naar
het andere en telefonische
vergaderingen instellen.
Afbeeldingen en video’s:
afbeeldingen en video’s
verzamelen, ordenen en
sorteren in de map Mijn
afbeeldingen op het apparaat
of op een opslagkaart.
Messenger:
expresberichten
uitwisselen met uw Contacten
in Windows Live Messenger.
HET SCHERM
42
Pictogram
Omschrijving
PowerPoint Mobile:
PowerPoint-dia’s en -
presentaties weergeven en
bewerken.
Zoeken:
zoeken naar
contacten, gegevens en andere
items op het apparaat.
Taken:
taken bijhouden.
Windows Media:
de
multimediafunctie van het
apparaat inschakelen.
Word Mobile:
nieuwe
documenten maken en
bestaande Word-documenten
weergeven en bewerken.
Internet Share:
het apparaat
gebruiken voor gedeeld
internet.
FM-radio:
luisteren naar FM-
radio.
Pictogram
Omschrijving
PSNote:
Maakt een multimedia
Op input van de gebruiker
editor Handschriftherkenning.
Autoprofile:
Maakt het
Configureren van het netwerk
profiel Voor Internet, MMS,
Java, Email Automatisch.
HET SCHERM
HET SCHERM
43
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
Er zijn diverse invoermethoden die
u kunt gebruiken om gegevens
in te voeren op het scherm,
waaronder blokletterherkenning,
het toetsenbord, letterherkenning
en Transcriber. Het pictogram
Invoerpaneel op de menubalk
geeft aan welke invoermethode
is geselecteerd. Als u op de pijl
Invoermethode kiezen (rechts van
het pictogram Invoerpaneel) klikt,
wordt er een lijst weergegeven met de
beschikbare invoermethoden.
Het invoerpaneel
Invoerpaneel
(toetsenbord)
Invoerselectie
(pijltje)
Het pictogram Invoerpaneel
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
44
Als u een andere invoermethode
wilt gebruiken, tikt u op de pijl
Invoermethode kiezen.
Pictogram
Invoermethode
Het schermtoetsenbord
Het toetsenbord
gebruiken
Als u tekst, symbolen en cijfers
wilt invoeren, kunt u het QWERTY-
toetsenbord of het standaardschermt
oetsenbord gebruiken.
Het standaardschermtoetsen
bord gebruiken
Het schermtoetsenbord is beschikbaar
wanneer tekstinvoer mogelijk is. U
kunt tekst invoeren door te tikken op
de toetsen van het toetsenbord dat op
het scherm wordt weergegeven.
Tekst invoeren via het
schermtoetsenbord
v
Het schermtoetsenbord is
beschikbaar wanneer tekstinvoer
mogelijk is.
v
Als u de toetsen groter wilt
weergeven, tikt u op de pijl
Invoermethode kiezen en
vervolgens op Opties. Selecteer
Toetsenbord in de lijst met
invoermethoden en tik op Grote
toetsen.
v
Voor tekstinvoer gelden dezelfde
algemene regels als op een pc met
Microsoft-software.
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
45
Tekenen en schrijven
op het scherm
U kunt rechtstreeks op het scherm
tekenen of schrijven en notities
opslaan in uw eigen handschrift. Kies
hiertoe in Notities de invoermethode
Schrijven.
Als u een voorkeur hebt voor
handgeschreven notities of vaak
tekeningen aan notities toevoegt,
kunt u Schrijven instellen als de
standaardinvoermethode. Hebt u
liever getypte tekst, dan stelt u Typen
in als de standaardinvoermethode.
De invoermethode voor Notities
instellen
1. Tik op
Start > Programma’s >
Notities.
2. Tik in de lijst met notities op
Menu
> Opties.
3. Tik in het vak Standaardmodus op
een van de volgende opties:
v
Schrijven als u een tekening of
handgeschreven tekst in een notitie
wilt invoeren.
v
Invoeren als u getypte notities wilt
maken.
4. Tik op
OK.
Een notitie schrijven
1. Tik op
Start > Programma’s >
Notities.
2. Tik in de lijst met notities op
Nieuw.
3. Schrijf uw tekst op het scherm.
4. Wanneer u gereed bent, tikt u op
OK
om terug te gaan naar de lijst met
notities.
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
46
Opmerking
v
Als u handgeschreven tekst wilt
selecteren, tikt u naast de tekst en
houdt u deze ingedrukt. Zodra er
puntjes verschijnen en voordat
deze een volledige cirkel vormen,
sleept u over de handgeschreven
tekst.
Als een letter drie hulplijnen
overschrijdt, wordt deze niet
als tekst maar als een tekening
beschouwd.
Tekenen in een notitie
1. Tik op
Start > Programma’s >
Notities.
2. Tik in de lijst met notities op
Nieuw.
3. Gebruik de stylus als een pen om op
het scherm te tekenen.
4. Er wordt een selectievak rondom de
tekening weergegeven.
5. Wanneer u gereed bent, tikt u op
OK
om terug te gaan naar de lijst met
notities.
Opmerking
v
Als u een tekening wilt selecteren
(bijvoorbeeld om deze te kopiëren
of te verwijderen), tikt u op de
tekening en houdt u deze kort
ingedrukt. Wanneer u de stylus van
het scherm verwijdert, wordt de
tekening geselecteerd.
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
47
Een notitie opnemen
U kunt een op zichzelf staande
opname (spraaknotitie) maken of een
opname aan een notitie toevoegen.
Een spraaknotitie maken
1. Tik op
Start > Programma’s >
Notities.
2. Ga op een van de volgende
manieren te werk:
v
Als u een zelfstandige opname wilt
maken, doet u dit vanuit de lijst met
notities.
v
Als u een opname aan een notitie
wilt toevoegen, maakt u een nieuwe
notitie of opent u een bestaande
notitie.
3. Als de opnamewerkbalk niet wordt
weergegeven, tikt u op Menu >
Opnamewerkbalk weergeven.
4. Houd de microfoon van het
apparaat bij uw mond of een andere
geluidsbron.
5. Als u een opname aan een notitie
hebt toegevoegd, tikt u op OK
om terug te gaan naar de lijst met
notities wanneer u gereed bent.
6. Als u een opname maakt in
een geopende notitie, wordt
er een pictogram in de notitie
weergegeven.
7. Als u een op zichzelf staande
opname maakt, verschijnt deze in
de lijst met notities.
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
48
Opname-indelingen wijzigen
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Invoer.
2. Tik op het tabblad Opties en tik
vervolgens op de gewenste indeling
in de lijst Spraakopname-indeling.
3. Tik op
OK.
Opmerking
v
U kunt de opname-indeling ook
wijzigen vanuit Notities. Tik in
de lijst met notities op Menu >
Opties > de koppeling Wereldwijde
invoeropties (onder aan de pagina).
De zoekfunctie
U kunt zoeken naar bestanden en
andere items die op het apparaat
zijn opgeslagen in de map Mijn
documenten of op een opslagkaart.
U kunt zoeken op bestandsnaam
of op woorden die zich in het item
bevinden. Zo kunt u bijvoorbeeld
zoeken in e-mailberichten, notities,
afspraken, contacten en taken, maar
ook in de online Help.
Zoeken naar een bestand of een item
1. Tik op
Start > Programma’s >
Zoeken.
2. Geef in ‘Zoeken naar’ de
bestandsnaam, het woord of
andere gegevens op waarnaar u wilt
zoeken.
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
49
3. Als u al eens eerder naar hetzelfde
item hebt gezocht, tikt u op de pijl
bij Zoeken naar en selecteert u het
item in de lijst.
4. Selecteer in Type een gegevenstype
om de zoekopdracht te verfijnen.
5. Tik op Zoeken.
6. Er wordt gezocht in de map Mijn
documenten en in submappen.
7. Tik in de resultatenlijst op het item
dat u wilt openen.
GEGEVENS INVOEREN EN OPZOEKEN
50
Het volume
aanpassen
Beltoonvolume
Systeemvolume
U kunt het volume van Systeem en
Beltoon instellen op Aan, Trillen of Uit.
v
Systeemvolume: u kunt het volume
voor geluiden aanpassen, zoals het
geluid dat u hoort wanneer u tikt op
programmanamen en menuopties.
v
Beltoonvolume: u kunt het volume
van de beltoon instellen.
Opmerking
v
Het telefoonvolume voor
conversaties kunt u aanpassen
tijdens een gesprek. Als u het
volume buiten een gesprek
aanpast, heeft dit invloed op
het volume van de beltoon,
meldingen en MP3-geluid.
Wanneer de trilstand is
ingeschakeld, wordt het geluid
automatisch gedempt en trilt
het apparaat bij een inkomende
oproep. Het trilpictogram (
) wordt op de titelbalk
weergegeven, om aan te geven
dat de trilstand is ingeschakeld.
ALGEMENE FUNCTIES
ALGEMENE FUNCTIES
51
Een oproep plaatsen
U kunt een oproep plaatsen via
Telefoon, Contacten en Snelkeuze.
Een oproep plaatsen via
Telefoon
v
Tik op het scherm Telefoon op het
gewenste telefoonnummer en
vervolgens op de knop
Kies
.
Opmerking
v
Als u op het verkeerde nummer
hebt getikt, tikt u op de zwarte pijl
(
<
) om de cijfers een voor
een te wissen. Wilt u alle cijfers
tegelijkertijd wissen, dan tikt u
op de zwarte pijl en houdt u deze
ingedrukt.
Een oproep plaatsen via
Contacten
v
Tik op Start > Contacten.
v
Tik op de gewenste contactpersoon
en vervolgens op Bellen.
v
U kunt ook op de gewenste
contactpersoon tikken in de lijst
met contacten en vervolgens op het
telefoonnummer dat u wilt bellen. Of
tik op de gewenste contactpersoon,
houd deze ingedrukt en tik in het
snelmenu op Werk bellen, Thuis bellen
of Mobiel bellen.
ALGEMENE FUNCTIES
52
Een oproep plaatsen via
Snelkeuze
Gebruik Snelkeuze om met één tik te
bellen naar veelgebruikte nummers.
Als u een contactpersoon bijvoorbeeld
het snelkeuzenummer 2 geeft, kunt
u eenvoudig op het scherm Telefoon
op
2
tikken en de knop ingedrukt
houden om deze contactpersoon te
bellen. U kunt een contactpersoon pas
opgeven in Snelkeuze wanneer deze
al voorkomt in Contacten.
Een snelkeuzenummer opgeven
1. Tik op het scherm Telefoon op
Snelkeuze of tik op Menu > Nieuw >
Snelkeuze.
2. Tik op
Menu > Nieuw.
3. Tik op een contactpersoon. Tik
op het telefoonnummer dat u als
snelkeuzenummer wilt opgegeven.
4. Selecteer in het vak Locatie een
beschikbare locatie voor het nieuwe
snelkeuzenummer.
Opmerking
v
Locatie 1 is gewoonlijk
gereserveerd voor uw voicemail,
waardoor Snelkeuze standaard
de volgende beschikbare locatie
toewijst. Als u een nummer wilt
opslaan op een locatie die al
in gebruik is, wordt het oude
nummer overschreven door het
nieuwe nummer.
v
Als u een snelkeuzenummer wilt
invoeren vanuit Contacten, tikt u
op de gewenste contactpersoon
en houdt u deze ingedrukt,
tikt u op Toevoegen aan
Snelkeuzenummer en selecteert u
een beschikbare locatie voor het
nieuwe snelkeuzenummer.
Als u een snelkeuzenummer
wilt verwijderen, tikt u in de lijst
met snelkeuzenummers op het
gewenste nummer, houdt u dit
ingedrukt en tikt u op Verwijderen.
ALGEMENE FUNCTIES
ALGEMENE FUNCTIES
53
Oproepen ontvangen
Wanneer u een oproep ontvangt,
wordt er een bericht weergegeven
waarin wordt gevraagd of u de oproep
wilt beantwoorden of negeren.
Een inkomende oproep
beantwoorden of negeren
v
Als u de oproep wilt beantwoorden,
tikt u op Opnemen of drukt u op de
knop
S
.
v
Als u de oproep wilt negeren, tikt u
op Negeren of drukt u op de knop
E
.
Een oproep beëindigen
Tijdens een ingekomen of uitgaande
oproep kunt u op Einde tikken of op
E drukken om op te hangen.
Opties voor
inkomende oproepen
Een gesprek in de wacht
zetten
Wanneer er nog een oproep
binnenkomt, krijgt u van het apparaat
de keuze om de oproep te negeren
of te beantwoorden. Als u al in
gesprek bent en de nieuwe oproep
beantwoordt, kunt u desgewenst
schakelen tussen de twee bellers of
met beiden tegelijk spreken in een
telefonische vergadering.
1. Tik op Opnemen om de tweede
oproep te beantwoorden en het
eerste gesprek in de wacht te zetten.
2. Als u het tweede gesprek wilt
beëindigen en wilt teruggaan naar
het eerste gesprek, tikt u op Einde of
drukt u op de knop END.
ALGEMENE FUNCTIES
54
Schakelen tussen twee ge-
sprekken
v
Tik op Wisselen.
Een telefonische vergadering
organiseren
1. U kunt een gesprek in de wacht
zetten en een tweede nummer
bellen of een tweede inkomende
oproep beantwoorden terwijl u al in
gesprek bent.
2. Tik op
Menu > Vergadering.
Opmerking
v
Niet alle providers bieden
ondersteuning voor telefonisch
vergaderen. Neem contact op met
uw provider voor meer informatie.
De luidspreker in- en
uitschakelen
Via de ingebouwde luidspreker van
het apparaat kunt u handsfree praten
of anderen laten meeluisteren naar
het gesprek.
v
Tik tijdens een gesprek
op Luidspreker aan. Het
luidsprekerpictogram ( ) van
de algemene functies wordt op de
titelbalk weergegeven.
v
Als u de luidspreker wilt
uitschakelen, tikt u op Luidspreker
uit.
WAARSCHUWING
•
Houd het apparaat niet tegen het oor
wanneer de luidspreker is ingeschakeld, om
schade aan het gehoor te voorkomen.
ALGEMENE FUNCTIES
ALGEMENE FUNCTIES
55
Een gesprek dempen
Tijdens een gesprek kunt u de
microfoon uitschakelen, zodat u de
beller kunt horen maar de beller u niet
kan horen.
v
Tik tijdens een gesprek op Dempen.
v
Wanneer de microfoon is
uitgeschakeld, wordt het pictogram
Dempen ( ) op het scherm
weergegeven. Tik op Demping
uitschakelen als u de microfoon
weer wilt inschakelen.
Extra informatie over
bellen
Een noodoproep plaatsen
v
Voer het alarmnummer in en tik op
Spreken.
Opmerking
v
U kunt meer alarmnummers op de
SIM-kaart opslaan. Neem contact
op met uw provider voor meer
informatie.
ALGEMENE FUNCTIES
56
Een internationale oproep
plaatsen
1. Tik op het toetsenblok van de
telefoon op 0 en houd deze toets
ingedrukt totdat het plusteken (+)
wordt weergegeven. Het teken
+ dient ter vervanging van het
internationale toegangsnummer.
2. Voer het volledige telefoonnummer
dat u wilt bellen in en tik op Spreken.
Het volledige telefoonnummer
bestaat uit het landnummer, het
netnummer (zonder voorafgaande
nullen) en het abonneenummer.
STK (SIM Tool Kit)
Wanneer het apparaat een SIM-kaart
bevat, kunt u deze voorziening
gebruiken om toegang te krijgen tot
een aantal informatiediensten van uw
provider.
1. Tik op
Start > Programma’s >
pictogram voor STK-service. Er
wordt een lijst met beschikbare
diensten weergegeven.
2. Tik op de gewenste dienst in de lijst.
ALGEMENE FUNCTIES
ALGEMENE FUNCTIES
57
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
ActiveSync gebruiken
Via ActiveSync worden gegevens
op het apparaat gesynchroniseerd
met gegevens die zich op een pc
bevinden, bijvoorbeeld gegevens in
Outlook. Als uw bedrijf of provider
Microsoft Exchange Server en
Exchange ActiveSync gebruikt, kunt
u met ActiveSync ook gegevens
synchroniseren via een draadloos
of cellulair netwerk met Microsoft
Exchange Server. Tijdens de
synchronisatie worden de gegevens
op het apparaat door ActiveSync
vergeleken met de gegevens op de pc
en/of Exchange Server, en worden alle
locaties bijgewerkt met de nieuwste
gegevens.
ActiveSync biedt de volgende
mogelijkheden:
v
Gegevens, bijvoorbeeld Outlook
e-mail, contacten, agenda-
items en taken, synchroniseren
met gegevens op de pc. Ook
afbeeldingen, video en muziek
worden hiertoe gerekend.
v
Outlook-e-mail, contacten, agenda-
items en taken op het apparaat
rechtstreeks synchroniseren met
Exchange Server, zodat de gegevens
actueel blijven - ook als de pc is
uitgeschakeld.
v
Bestanden uitwisselen tussen het
apparaat en de pc zonder deze te
synchroniseren.
v
Aangeven welk type en
hoeveel gegevens moeten
worden gesynchroniseerd. U
kunt bijvoorbeeld aangeven
hoeveel gepasseerde weken met
agenda-items moeten worden
gesynchroniseerd.
58
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
U kunt gegevens pas synchroniseren
met een pc wanneer ActiveSync
op de pc is geïnstalleerd en er een
synchronisatierelatie tussen het
apparaat en de pc is ingesteld. U
kunt ActiveSync installeren vanaf de
meegeleverde Getting Started-cd-
rom. ActiveSync is al op het apparaat
geïnstalleerd.
Als ActiveSync is geïnstalleerd en de
synchronisatierelatie is ingesteld,
wordt het apparaat door ActiveSync
herkend wanneer u het op de pc
aansluit en worden de synchronisatie-
instellingen van het apparaat
automatisch overgebracht.
Mogelijk kunt u het apparaat via uw
bedrijf of draadlozeserviceprovider
synchroniseren met Exchange Server.
Vraag de beheerder naar de naam van de
Exchange-server, uw gebruikersnaam,
wachtwoord en domeinnaam voordat u
de wizard Synchronisatie start.
ActiveSync installeren en
instellen
1. Installeer ActiveSync op de pc, zoals
beschreven op de Getting Started-
cd-rom. Als de installatie is voltooid,
wordt de wizard Synchronisatie
automatisch gestart wanneer u het
apparaat op de pc aansluit.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm
om de wizard te voltooien. Ga in de
wizard Synchronisatie op een van de
volgende manieren te werk:
v
Stel een synchronisatierelatie in
tussen de pc en het apparaat.
v
Configureer een Exchange Server-
verbinding om rechtstreeks
met Exchange Server te kunnen
synchroniseren.
3. Kies de gegevenstypen die u wilt
synchroniseren.
59
Opmerking
v
Wanneer de wizard is voltooid,
wordt het apparaat automatisch
gesynchroniseerd door
ActiveSync. Als de synchronisatie is
voltooid, kunt u het apparaat van
de pc verwijderen.
Windows Vistaâ„¢
instellen
Microsoft Windows Mobile®
Apparaatcentrum is in Windows Vistaâ„¢
in de plaats gekomen van Microsoft®
ActiveSync®.
Opmerking
v
In bepaalde versies van
Windows Vista is Windows
Mobile Apparaatcentrum
bij levering al geïnstalleerd.
Als Windows Mobile
Apparaatcentrum niet
beschikbaar is in uw versie van
Windows Vista, kunt u het zelf
installeren vanaf de Getting
Started-cd-rom die bij het
apparaat is geleverd.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
60
Synchronisatie instellen in
Windows Mobile Apparaat-
centrum
Wanneer u het apparaat aansluit
op de pc en Windows Mobile
Apparaatcentrum voor het eerst start,
wordt u gevraagd om een Windows
Mobile-partnerverband met uw
apparaat in te stellen. Volg de stappen
hieronder om een partnerverband in
te stellen.
v
Sluit het apparaat aan op de pc.
Windows Mobile Apparaatcentrum
wordt automatisch geconfigureerd
en vervolgens geopend.
v
Klik op het scherm met de
licentieovereenkomst op
Accepteren.
v
Klik op het introductiescherm van
Windows Mobile Apparaatcentrum
op Uw apparaat instellen.
Opmerking
v
Kies ‘Verbinden zonder het
apparaat in te stellen’ als u
alleen mediabestanden wilt
overbrengen, wilt controleren
of er updates zijn of het
apparaat wilt uitproberen
maar geen Outlook-gegevens
wilt synchroniseren.
v
Selecteer de items die u wilt
synchroniseren en klik op
Volgende.
v
Voer een apparaatnaam in en klik
op Instellen. Wanneer de wizard
is voltooid, wordt het apparaat
automatisch door Windows
Mobile Apparaatcentrum
gesynchroniseerd. Na de
synchronisatie worden Outlook
e-mail en andere gegevens op het
apparaat weergegeven.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
61
Windows Mobile Apparaat-
centrum gebruiken
U opent Windows Mobile
Apparaatcentrum door op uw
Windows Vista-computer te klikken op
Start > Alle programma’s > Windows
Mobile Apparaatcentrum. Ga in
Windows Mobile Apparaatcentrum
op een van de volgende manieren te
werk:
v
Als u de synchronisatie-instellingen
wilt wijzigen, klikt u op Instellingen
voor mobiel apparaat.
v
Wanneer u klikt op Afbeeldingen,
muziek en video > Er zijn
{0} nieuwe afbeeldingen/
videofragmenten beschikbaar
voor importeren, wordt u door
een wizard begeleid bij het coderen
en overbrengen van foto’s van het
apparaat naar de Fotogalerie op de
pc met Windows Vista.
v
Klik op Afbeeldingen, muziek
en video > Media van Windows
Media Player aan uw apparaat
toevoegen, als u muziek- en
videobestanden wilt synchroniseren
vanuit Windows Mediaâ„¢ Player. Zie
‘Windows Media® Player Mobile’ in
hoofdstuk 11 voor meer informatie.
v
Klik op Bestandsbeheer > Door de
inhoud van uw apparaat bladeren
als u documenten en bestanden op
het apparaat wilt bekijken.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
62
De
synchronisatiefunctie
Wanneer u het apparaat via een USB-
of Bluetooth-verbinding op de pc
aansluit, start ActiveSync onmiddellijk
met de synchronisatie. Zolang het
apparaat op de pc is aangesloten,
wordt elke wijziging die u op de
pc of het apparaat aanbrengt door
ActiveSync gesynchroniseerd.
Outlook-gegevens synchro-
niseren
Als u een synchronisatierelatie tussen
het apparaat en de pc hebt ingesteld,
worden de Outlook-gegevens door
middel van synchronisatie actueel
gehouden op beide computers. Om
geheugenruimte op het apparaat
te besparen, wordt door ActiveSync
standaard een beperkte hoeveelheid
gegevens gesynchroniseerd.
U kunt deze standaardhoeveelheid
voor een bepaald gegevenstype
wijzigen in de instellingen voor dat
specifieke type.
U kunt het apparaat instellen voor
synchronisatie met meerdere pc’s of
met een combinatie van een of meer
pc’s en Exchange Server. Als u met
meerdere computers synchroniseert,
worden de gesynchroniseerde items
weergegeven op alle computers
waarmee de synchronisatie wordt
uitgevoerd.
Stel bijvoorbeeld dat u synchronisatie
wilt uitvoeren met twee pc’s (pc1
en pc2) waarop zich verschillende
items bevinden, en u de contacten
en agenda op het apparaat
synchroniseert met beide computers.
U krijgt dan het volgende resultaat:
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
63
Locatie Nieuwe status
Pc1
Alle contacten en agenda-items die
zich in Outlook op pc2 bevonden,
staan nu ook op pc1.
Pc2
Alle contacten en agenda-items die
zich in Outlook op pc1 bevonden,
staan nu ook op pc2.
Apparaat
Alle contacten en agenda-items
die zich in Outlook op pc1 en pc2
bevonden, staan nu ook op het
apparaat.
Synchronisatie starten en
stoppen
v
Als u gegevens in Outlook en
andere lokale gegevens op de
pc wilt synchroniseren, zoals
mediabestanden, sluit u het
apparaat aan op de pc via Bluetooth
of een kabel.
v
Als u de synchronisatie rechtstreeks
met Exchange Server uitvoert, kunt
u via deze verbinding met de pc
toegang krijgen tot het netwerk. U
kunt de synchronisatie echter ook
uitvoeren via een cellulair of Wi-Fi-
netwerk, zonder verbinding met
de pc.
v
Tik in ActiveSync op Synchr. Als u
de synchronisatie vóór voltooiing
wilt beëindigen, tikt u op Stoppen.
Andere gegevens opgeven voor
synchronisatie.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
64
1. Tik in ActiveSync op het apparaat op
Menu > Opties.
2. Ga op een van de volgende
manieren te werk:
v
Schakel de selectievakjes in voor de
gegevens die u wilt synchroniseren.
Als een selectievakje niet
beschikbaar is, moet u dit mogelijk
eerst uitschakelen voor hetzelfde
gegevenstype elders in de lijst.
v
Schakel de selectievakjes uit
voor de gegevens die u niet wilt
synchroniseren.
3. Als u de synchronisatie met een pc
geheel wilt beëindigen, tikt u op de
pc en vervolgens op Verwijderen.
Opmerking
v
Outlook e-mail kan met
slechts één computer worden
gesynchroniseerd. Als u de
beschikbare synchronisatie-
instellingen wilt wijzigen,
selecteert u het gewenste
gegevenstype en tikt u op
Instellingen.
Rechtstreeks synchroniseren
met Exchange Server
Mits dit door uw bedrijf of draadloze-
serviceprovider wordt ondersteund,
kunt u het apparaat instellen voor
synchronisatie met Exchange Server.
Vraag de beheerder voordat u de
volgende stappen uitvoert naar deze
gegevens: naam Exchange-server,
uw gebruikersnaam, wachtwoord en
domeinnaam.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
65
1. Tik in ActiveSync op het apparaat
op Menu > Server configureren.
Als u nog geen synchronisatie met
Exchange Server hebt ingesteld,
staat er ‘Serverbron toevoegen’.
2. Geef bij Serveradres de naam op
van de server waarop Exchange
Server wordt uitgevoerd en tik op
Volgende.
3. Geef uw gebruikersnaam,
wachtwoord en domeinnaam
op, en tik op Volgende. Als u
de regels voor het oplossen van
synchronisatieconflicten wilt
wijzigen, tikt u op Geavanceerd.
4. Schakel de selectievakjes uit voor de
gegevenstypen die u met Exchange
Server wilt synchroniseren.
5. Als u de beschikbare synchronisatie-
instellingen wilt wijzigen, selecteert
u het gewenste gegevenstype en
tikt u op Instellingen.
6. Tik op
Voltooien.
Synchroniseren via
Bluetooth
U kunt het apparaat via Bluetooth op
de pc aansluiten om synchronisatie
mogelijk te maken.
Synchroniseren met een pc
via Bluetooth
1. Controleer op de pc eerst de optie
‘Verbindingen toestaan voor’ in het
ActiveSync-verbindingenmenu
Instellingen.
Selecteer de juiste COM-poort.
Als er geen verbindingen
beschikbaar zijn, maakt u eerst een
Bluetooth-koppel.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
66
2. Selecteer de optie Verbinden via
Bluetooth in de wizard Bluetooth-
verbinding (Instellingen voor
Bluetooth > Bluetooth-beheer >
Nieuw > Verbinden via Bluetooth).
Muziek, video
en afbeeldingen
synchroniseren
Als u muziek of andere digitale
media wilt meenemen op reis, kunt
u ActiveSync en Windows Media
Player gebruiken om muziek, video en
afbeeldingen te synchroniseren.
Behalve dat u Media in ActiveSync
moet instellen als het gegevenstype
dat u wilt synchroniseren, moeten alle
instellingen voor de synchronisatie
van media worden ingesteld in
Windows Media Player. Ga als
volgt te werk om media te kunnen
synchroniseren:
v
Installeer Windows Media Player
versie 10 op de pc.
v
Sluit het apparaat via een USB-kabel
aan op de pc. Als het apparaat
via Bluetooth is aangesloten,
moet u deze verbinding
beëindigen voordat u media kunt
synchroniseren.
v
Plaats een opslagkaart in het
apparaat (32 MB of hoger wordt
aanbevolen).
v
Stel een synchronisatierelatie in
tussen de opslagkaart en Windows
Media Player.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
67
Synchronisatie-instellingen
voor media wijzigen
Wanneer u in ActiveSync Media hebt
geselecteerd als het gegevenstype
dat moet worden gesynchroniseerd,
kunt u elk gewenst muziek-,
video- en afbeeldingsbestand in
de afspeellijst van Windows Media
Player synchroniseren. U hoeft
slechts synchronisatie in Windows
Media Player in te stellen voor deze
mediabestanden.
Een synchronisatierelatie met een
opslagkaart instellen
1. Open Windows Media Player.
2. Klik op het tabblad Synchronisatie.
3. Selecteer de opslagkaart.
4. Klik op Synchroniseren instellen.
Zie hoofdstuk 8 voor informatie over
het gebruik van Windows Media Player
op het apparaat.
HET APPARAAT SYNCHRONISEREN
68
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
Berichten verzenden
Dit menu bevat functies die te maken
hebben met tekstberichten, MMS-
berichten, E-mail IMAP, E-mail POP3
en Nieuwe e-mailaccount. U kunt
Outlook e-mail, internet-e-mail via
een ISP (Internet Service Provider)
en tekstberichten ontvangen en
verzenden. Ook kunt u via een VPN-
verbinding op uw werk toegang
krijgen tot e-mail.
E-mailaccount instellen
Voordat u berichten kunt verzenden
en ontvangen, moet u een e-
mailaccount bij een ISP (Internet
Service Provider) instellen of een
account waartoe u toegang hebt via
een VPN-serververbinding (meestal
een account op uw werk).
v
Tik op Start > Berichten
verzenden.
v
Tik op Nieuwe e-mailaccount
v
Voer uw e-mailadres in en tik op
Volgende.
De vereiste serverinstellingen voor
e-mail worden door de functie
Autoconfiguratie gedownload,
zodat u ze niet handmatig hoeft op
te geven.
v
Wanneer Autoconfiguratie is
voltooid, tikt u op Volgende.
v
Voer uw naam in (de naam
die geadresseerden van uw e-
mailberichten te zien krijgen), uw
gebruikersnaam en wachtwoord, en
tik op Volgende.
Als u uw wachtwoord wilt opslaan,
schakelt u het selectievakje
Wachtwoord opslaan in. U hoeft uw
wachtwoord dan niet steeds opnieuw
op te geven.
69
COMMUNICATIE
Als Autoconfiguratie correct is
voltooid, worden de velden Uw naam
en Gebruikersnaam automatisch
ingevuld. Tik op Volgende en
vervolgens op Voltooien om de
configuratie van de account af te
sluiten of tik op Opties als u meer
instellingen wilt opgeven.
Als Autoconfiguratie niet correct is
voltooid of als u een account hebt via
een VPN-serververbinding, vraagt u
uw ISP of netwerkbeheerder naar de
volgende gegevens en voert u deze
handmatig in:
Nieuwe SMS-
Berichten
U kunt tekstberichten schrijven en
bewerken en het aantal pagina’s
controleren.
v
Tik op Start > Berichten >
Tekstbericht > Menu > Nieuw.
Opmerking
Afhankelijk van het land kan de
accountnaam ‘Tekstbericht’ worden
gewijzigd in ‘SMS’ .
v
Voer het e-mailadres of
tekstberichtadres van een of meer
geadresseerden in en gebruik
daarbij een puntkomma als
scheidingsteken. Tik op Aan om de
adressen en telefoonnummers in
Contacten weer te geven.
v
Voer uw bericht in. Als u snel een
algemeen bericht wilt toevoegen,
tikt u op Menu > Mijn tekst en tikt u
op het gewenste bericht.
v
Als u de spelling wilt controleren, tikt
u op Menu > Namen Controleren.
v
Tik op Verzenden.
70
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
Nieuwe MMS-
berichten
Tijdens het opstellen van een nieuw
MMS-bericht kunt u foto’s maken en
videoclips opnemen met de camera
van het apparaat en deze meesturen
met het bericht.
Opmerking
U kunt MMS-berichten ook
rechtstreeks vanuit de programma’s
Afbeeldingen & video’s of Camera
verzenden.
v
Selecteer een afbeelding in Mijn
afbeeldingen en tik op
Menu >
Verzenden
. Tik in ‘Selecteer een
account’ op
MMS
.
v
Maak een foto of neem een MMS-
videoclip op met de camera en tik
op Verzenden. Tik in ‘Selecteer een
account’ op
MMS
.
MMS-berichten verzenden
U kunt MMS-berichten samenstellen
uit diverse dia’s, waarbij elke dia een
foto, geluid of een videoclip en/of
tekst kan bevatten.
v
Tik op Start > Berichten > MMS >
Menu > Nieuw.
v
Selecteer op het scherm MMS-
bericht kiezen een sjabloon in
de lijst met vooraf gedefinieerde
sjablonen.
v
Voer in het vak Aan het
telefoonnummer of e-mailadres van
de geadresseerde op of tik op Aan,
Cc of Bcc om een telefoonnummer
of een e-mailadres te selecteren in
Contacten.
v
Voer het onderwerp van uw bericht
in.
v
Tik om een foto of videoclip te
selecteren en te verzenden.
71
v
Voer tekst in en voeg audioclips
toe door in de daartoe bestemde
vakken te tikken.
v
Tik op Verzenden om het bericht te
verzenden.
Berichten beheren
v
Tik op Start > Berichten en
selecteer een account.
v
Tik op Postvak IN. U kunt mappen
met MMS-berichten, Outlook e-mail,
tekstberichten weergeven.
v
Tik op de gewenste map om het
berichtvenster te selecteren.
1.
Verwijderde items: hier kunt u de
verwijderde items bekijken.
2.
Concepten: hier kunt u opgeslagen
berichten bekijken. Als u een bericht
wilt bewerken, selecteert u het.
3.
Postvak IN: hier kunt u ontvangen
berichten bekijken. Als u een bericht
wilt weergeven, selecteert u het.
4.
Postvak UIT: hier worden berichten
die gereed zijn voor verzending
tijdelijk opgeslagen. Ook berichten
waarvan de verzending is mislukt,
worden in de map Postvak UIT
geplaatst.
5.
Verzonden items: hier worden de
verzonden berichten opgeslagen
(MMS/e-mail).
Opmerking
Als u op de balk rechtsboven tikt
op Sorteren op, kunt u berichten
sorteren op Berichttype, Van,
Ontvangen en Onderwerp.
COMMUNICATIE
72
Berichten downloaden
De manier waarop u berichten
downloadt, is afhankelijk van het type
account waarmee u werkt:
• Als u e-mailberichten wilt
verzenden en ontvangen met een
e-mailaccount in Outlook, start u de
synchronisatie via ActiveSync.
• Als u e-mailberichten wilt
verzenden en ontvangen met een e-
mailaccount bij een internetprovider
of via een VPN-serververbinding
(meestal zijn dit zakelijke accounts),
downloadt u berichten via een
externe e-mailserver.
• Tekstberichten worden automatisch
ontvangen wanneer de telefoon is
ingeschakeld. Wanneer de telefoon
is uitgeschakeld, worden berichten
door uw provider opgeslagen totdat
u de telefoon weer inschakelt.
Berichten beantwoorden of
doorsturen
1. Open het bericht en tik op
Beantwoorden of tik op
Menu >
Allen beantwoorden of op Menu
> Doorsturen.
2. Voer uw antwoord in. Als u snel een
algemeen bericht wilt toevoegen,
tikt u op Menu > Mijn tekst en tikt u
op het gewenste bericht.
3. Als u de spelling wilt controleren, tikt
u op Menu > Namen Controleren.
4. Tik op
Verzenden.
Tips om meer berichtkopinformatie
weer te geven.
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
73
Opmerking
U wordt gewaarschuwd als u nieuwe
berichten hebt ontvangen. Deze
worden opgeslagen in het Postvak
IN.
U kunt de berichten in Postvak IN
onderscheiden aan de hand van
pictogrammen.
Als er op de telefoon ‘No space
for SIM message’ verschijnt, hoeft
u alleen enkele berichten uit het
Postvak IN te verwijderen. Als op
de telefoon het bericht ‘No space
for message’ wordt weergegeven,
kunt u ruimte vrijmaken door
berichten, media en toepassingen te
verwijderen.
* SIM-bericht
SIM-bericht staat voor een bericht dat op
de SIM-kaart is opgeslagen. U kunt dit
bericht verplaatsen naar de telefoon.
Telefoon
De telefoon is voorzien van de
functie SmartDialler: wanneer u op
een cijfertoets drukt, verschijnt op
het scherm een telefoonnummer
uit Oproepgeschiedenis dat begint
met het cijfer dat u hebt ingedrukt
en de namen uit Contacten of
Oproepgeschiedenis die beginnen
met de tekens die u hebt ingevoerd.
U kunt dan makkelijk het nummer
selecteren dat u wilt bellen.
U kunt ook een internationale oproep
of een noodoproep plaatsen.
COMMUNICATIE
74
Opmerking
U kunt uw telefoonnummer
weergeven door te tikken op
Start >
Instellingen > Telefoon
.
Oproep plaatsen
Voer een telefoonnummer in door op
het scherm te tikken op de gewenste
cijfers of door op de gewenste
cijfertoetsen te drukken.
Tik op Spreken of druk op
S
om
de oproep te plaatsen.
Zodra u verbinding hebt, wordt de
gespreksduur weergegeven.
Oproep beëindigen
Wanneer u het gesprek wilt
beëindigen, tikt u op Einde of drukt u
op
E
.
Een oproep plaatsen via
Geschiedenis
Tik op Oproepgeschiedenis om een
eerder gebruikt telefoonnummer te
selecteren en te bellen.
Als u op een item in
Oproepgeschiedenis tikt, krijgt u
op het scherm de datum en tijd
te zien waarop het gesprek heeft
plaatsgevonden, plus de duur van het
gesprek.
U kunt de instellingen van uw
telefoon, de beschikbare services en
het netwerk waarmee u verbinding
maakt desgewenst personaliseren.
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
75
Een oproep plaatsen via
Snelkeuze
U kunt een lijst met
snelkeuzenummers maken.
Tik op
Snelkeuze > Menu > Nieuw
en tik in de lijst met contacten om het
gewenste item te selecteren.
Logbestanden
oproep
U kunt recentelijk gemiste, ontvangen
en geplaatste oproepen weergeven.
U kunt bellen, een tekstbericht of
multimediabericht verzenden en
contactgegevens opslaan.
COMMUNICATIE
76
U kunt het geselecteerde nummer of
alle nummers tegelijk verwijderen.
Opslaan in Contacten
Na een gesprek of een
berichtuitwisseling kunt u de
contactgegevens opslaan in
Contacten.
Notitie bekijken
Na een gesprek of een
berichtuitwisseling kunt u
gedetailleerde informatie hierover
bekijken.
Verwijderen
U kunt alle logbestanden verwijderen.
SMS-bericht verzenden...
Wanneer u het gewenste nummer
hebt gevonden, kunt u een
tekstbericht verzenden.
Multimediabericht verzenden
Wanneer u het gewenste nummer
hebt gevonden, kunt u een
multimediabericht verzenden.
[Menu Optie]
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
77
Filter
v
Alle oproepen: u kunt de
overzichten weergeven van
gemiste, ontvangen en geplaatste
oproepen. U kunt een nummer
in het overzicht selecteren en
dat bellen of er een bericht naar
verzenden. Bovendien kunt u het
nummer opslaan in Contacten.
v
Gemist: u kunt de laatste 20
telefoonnummers weergeven
waarmee bellers u tevergeefs
probeerden te bereiken.
v
Uitgaand: u kunt de laatste 20
telefoonnummers weergeven die
u hebt gebeld of hebt geprobeerd
te bellen.
v
Inkomend: u kunt de laatste 20
telefoonnummers weergeven
waarvan u de oproep hebt
beantwoord.
Alle oproepen verwijderen
U kunt alle oproepen verwijderen.
Oproeptimers...
U kunt de gespreksduur zien van
oproepen vanaf en naar uw telefoon.
COMMUNICATIE
78
Contacten
Dit is uw adresboek en de
opslagruimte voor de gegevens
van uw zakelijke en privécontacten.
U kunt hier telefoonnummers, e-
mailadressen, woonadressen en
andere gegevens van uw Contacten
opslaan, zoals hun verjaardag of de
datum van een jubileum. Ook kunt u
hier een foto van de persoon opslaan
en een beltoon aan de persoon
toewijzen.
Vanuit de lijst met Contacten kunt u
snel contact met iemand opnemen.
Tik op een contactpersoon in de
lijst om een samenvatting van de
contactgegevens weer te geven.
Vervolgens kunt u de persoon in een
handomdraai bellen of een bericht
sturen.
Als u Outlook op de pc gebruikt,
kunt u de Contacten op het apparaat
synchroniseren met die op de pc.
Overzicht Contacten
Dit is uw adresboek en de
opslagruimte voor de gegevens
van uw zakelijke en privécontacten.
U kunt hier telefoonnummers, e-
mailadressen, woonadressen en
andere gegevens van uw contacten
opslaan, zoals hun verjaardag of de
datum van een jubileum. Ook kunt u
hier een foto van de persoon opslaan
en een beltoon aan de persoon
toewijzen.
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
79
Een nieuwe contacten maken
1. Tik op Start > Contacten.
2. Tik op
Nieuw en voer de
contactgegevens in.
3. Als u gereed bent, tikt u op OK.
Tip
v
Als iemand die niet in uw lijst
met Contacten staat u belt of een
bericht stuurt, kunt u de persoon
vanuit Oproepgeschiedenis of
vanuit het bericht toevoegen
aan Contacten door te tikken op
Menu > Opslaan
in Contacten.
In de lijst met Contacten zult u zien
waar u een foto van iemand kunt
toevoegen en een beltoon aan de
persoon kunt toewijzen.
COMMUNICATIE
80
Contactgegevens wijzigen
1. Tik op Start > Contacten.
2. Tik op de contactpersoon.
3. Tik op
Menu > Bewerken en geef
de gewenste wijzigingen op.
4. Als u gereed bent, tikt u op OK.
De lijst met Contacten
gebruiken
U kunt de lijst met Contacten op
verschillende manieren gebruiken en
synchroniseren. Hier volgen enkele tips:
1. Tik op
Start > Contacten.
2. Ga in de lijst met Contacten op een
van de volgende manieren te werk:
v
In de weergave Naam kunt u naar
een contactpersoon zoeken door
een naam op te geven of door de
alfabetische index te gebruiken. Als
u naar de weergave Naam wilt gaan,
tikt u op Menu > Weergeven op >
Naam.
v
Als u een samenvatting wilt
zien van de gegevens van een
contactpersoon, tikt u op de
gewenste naam. U kunt de persoon
daarvandaan bellen of een bericht
sturen.
v
Als u een overzicht wilt weergeven
van de acties die u op een
contactpersoon kunt uitvoeren, tikt
u op de contactpersoon en houdt u
deze ingedrukt.
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
81
v
Als u een overzicht wilt weergeven
van Contacten die bij een bepaald
bedrijf werken, tikt u op Menu
> Weergeven op > Bedrijf. Tik
vervolgens op de naam van het
bedrijf.
SIM-Contacten kopiëren
Contacten
Als u contactgegevens op de SIM-
kaart hebt opgeslagen, kunt u deze
een voor een kopiëren naar Contacten
op het apparaat.
1. Tik op
Start > Contacten.
2. Tik op de contactpersoon die u wilt
kopiëren.
3. Tik
Menu > Opslaan in Contacten.
Omgekeerd kunt u Contacten op
het apparaat ook een voor een naar
de SIM-kaart kopiëren; u doet dit
vanuit het menu Opslaan op SIM.
Zoeken naar een contacten
Als u een uitgebreide lijst met
Contacten hebt, kunt u op
verschillende manieren naar een
contactpersoon zoeken.
1. Tik op
Start > Contacten.
2. Als u zich niet in de weergave
Naam bevindt, tikt u op Menu >
Weergeven op > Naam.
3. Ga op een van de volgende
manieren te werk:
COMMUNICATIE
82
v
Begin met het invoeren van
een naam in het daarvoor
bestemde tekstvak totdat de
gewenste contactpersoon wordt
weergegeven. Als u weer alle
Contacten wilt weergeven, tikt u op
het tekstvak en wist u de tekst.
v
Gebruik de alfabetische index die
boven aan de lijst met Contacten
wordt weergegeven. Wanneer u op
de alfabetische index tikt, wordt de
selectiemarkering verplaatst naar
het eerste item dat met die letter
begint.
v
Filter de lijst op categorie. Tik in
de lijst met Contacten op Menu
> Filter. Tik vervolgens op een
categorie waarin u de gewenste
contactpersoon hebt ingedeeld.
Als u weer alle Contacten wilt
weergeven, selecteert u Alle
Contacten.
v
U kunt ook zoeken naar een
contactpersoon door te tikken op
Start > Programma’s > Zoeken.
COMMUNICATIE
COMMUNICATIE
83
Als u op het pictogram Multimedia
tikt, wordt het menu met multimedia-
items geopend, zoals de camera, de
camcorder, de spraakrecorder, MP3,
radio en Java-spelletjes.
Opmerking
v
Als u de standaardnaam van de
map wijzigt, werkt deze niet langer
naar behoren.
Camera
U kunt de beeldzoeker van de camera
als volgt weergeven:
1. Druk op de toets
c
om de
opnamemodus van de camera
meteen te activeren. Of, tik op het
pictogram Multimedia en selecteer
de optie Camera.
2. Richt de camera op het onderwerp
dat u wilt vastleggen en druk op
e
of op de toets OK/Bevestigen.
U kunt de interne camera of de
externe camera activeren door
linksonder te tikken op Camera
wisselen.
3. Als u de modus Automatisch
opslaan hebt ingeschakeld,
wordt de afbeelding automatisch
opgeslagen.
4. De foto wordt opgeslagen in de
map Mijn afbeeldingen. U kunt
de foto vinden door te tikken op
Afbeeldingen en video’s.
Voordat u een foto neemt, worden de
volgende opties weergegeven:
v
Modus: camera/video, camera/foto
inlijsten.
v
wisselen: intern/extern.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
84
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
v
Afbeeldingen en video’s: het
programma Afbeeldingen en
video’s activeren.
v
Resolutie: 320X240,
640X480,1024X768, 1600X1200.
v
Timer: de gewenste vertraging
instellen (Uit, 5 seconden, 10
seconden, 15 seconden). Dan maakt
de telefoon na de ingestelde tijd
een foto.
v
Burst-modus: 1, 3, 6, 9.
v
Licht: de flitser inschakelen
wanneer u een foto maakt op een
donkere plek (Uit/Altijd Aan/Licht).
v
Witbalans: Auto, Daglicht, Bewolkt,
Verlicht, Binnenshuis.
v
Filter: Geen/Zwart-wit/Negatief/
Sepia.
De cameramodus
configureren
Tik vanuit het scherm
Voorbeeldweergave camera op Menu
> Camera opties om de beschikbare
opties voor de camera weer te geven.
v
Bestand opslaan: instellen of de
foto na de opname automatisch
of handmatig moet worden
opgeslagen (Automatisch/
Handmatig).
85
v
Type video: het gewenste
videotype selecteren (Normaal/
MMS). Als u MMS kiest, worden
video-opnamen automatisch
beëindigd wanneer de maximale
MMS-grootte is bereikt.
v
Opslag: opslagruimte selecteren. U
kunt kiezen tussen de telefoon en
de geheugenkaart (Intern/Extern).
Kwaliteit: de camerakwaliteit
instellen (Superfijn/Fijn/Standaard).
v
Sluitergeluid: Je kunt een
Bergruimte. Telefoon of Memory
Kaart.
v
Kwaliteit: U kunt de camera
Kwaliteit.(Zeer fijn/Fijn/Standaard)
v
Auto. scherp.: de autofocus
instellen (Aan/Uit).
Filmcamera
1. Selecteer het menu Videocamera.
Zodra de instellingen op het
scherm worden weergegeven,
kunt u deze gebruiken door op de
pictogrammen te tikken. Tik op het
pictogram van de instellingen die u
wilt wijzigen om de waarden weer te
geven. Ga naar de gewenste keuze.
2. Druk op
c
of op OK/Bevestigen
om de opname te starten. Zodra de
opname begint, wordt er een timer
weergegeven.
MULTIMEDIA
86
Gelijk aan camera-instellingen, met
uitzondering van Resolutie, Geluid.
Zie
Multimedia > Camera voor meer
informatie.
v
Resolutie: 128x96, 176x144,
320x240
v
Geluid: met/zonder
3. Druk op
c
of op OK/Bevestigen om
de opname te beëindigen en op te
slaan.
Opname inlijsten
U kunt bij het maken van een foto 19
lijsteffecten kiezen.
Als u de lijst wilt wijzigen, tikt u links of
rechts op de navigatietoets.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
87
Zelfde als camera-instellingen. Zie
Multimedia > Camera voor meer
informatie.
Windows Media
Met Microsoft Windows Media Player
10 Mobile for Pocket PC kunt u digitale
audio- en videobestanden afspelen
die zich op het apparaat bevinden
of op een netwerk, bijvoorbeeld een
website.
Windows Media Player ondersteunt
zowel audio- als videobestanden. De
volgende bestandsindelingen worden
door deze versie van Windows Media
Player ondersteund: .WAV, .WMA,
.WMV, .MP3, .MIDI, .SP-MIDI, .SMAF,
.AAC, .AMR, .3GP, .MP4, enz.
MULTIMEDIA
88
Pictogram Omschrijving
Een bestand afspelen/
pauzeren.
Het volumeniveau verhogen.
Het volumeniveau verlagen.
Meteen naar het begin van
het huidige bestand gaan
of meteen naar het vorige
bestand gaan.
Meteen naar het volgende
bestand gaan.
De voortgang aanpassen
van een bestand dat wordt
afgespeeld.
Het geluid in- of uitschakelen.
Een video afspelen op het
gehele scherm.
Een website weergeven waar
u muziek en video’s kunt
afspelen.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
89
Windows Media biedt drie
hoofdschermen:
Het scherm Afspelen
Het standaardscherm met de
afspeelknoppen (zoals Afspelen,
Onderbreken, Volgende, Vorige en
Volume), het venster Albumhoes en
het videovenster. U kunt de weergave
van dit scherm wijzigen door een
andere skin te kiezen.
Wanneer het scherm Afspelen wordt
weergegeven, zijn de volgende
opdrachten beschikbaar in Menu.
v
Bibliotheek: het scherm
Bibliotheek weergeven, waar u een
bestand kunt selecteren om af te
spelen.
v
Afspelen/Pauze: het afspelen
starten of onderbreken.
v
Stoppen: het afspelen beëindigen.
v
Willekeurige volgorde/Herhalen:
de items in de afspeellijst in
willekeurige volgorde of herhaald
afspelen.
v
Volledig scherm: een video
afspelen op het volledige scherm.
v
Opties: diverse opties voor
Windows Media Player aanpassen,
bijvoorbeeld het netwerk, de skin en
knopopties voor de hardware.
v
Eigenschappen: informatie
weergeven over het bestand dat
wordt afgespeeld.
v
Over: informatie over Windows
Media, zoals het versienummer. De
schermen en menu’s.
MULTIMEDIA
90
Het scherm Afspeellijst
Het scherm waarin de afspeellijst
wordt weergegeven. In deze lijst ziet
u welk bestand wordt afgespeeld en
welke bestanden nog volgen.
Wanneer het scherm Afspeellijst
wordt weergegeven, zijn de volgende
opdrachten beschikbaar in Menu.
v
Bibliotheek: het scherm
Bibliotheek weergeven, waar u een
bestand kunt selecteren om af te
spelen.
v
Omhoog/Omlaag: het
geselecteerde item omhoog
of omlaag verplaatsen in de
afspeellijst.
v
Verwijderen uit afspeellijst: het
geselecteerde item uit de afspeellijst
verwijderen.
v
Willekeurige volgorde/Herhalen:
de items in de afspeellijst in
willekeurige volgorde of herhaald
afspelen.
v
Wissen wat nu wordt afgespeeld:
alle items uit de afspeellijst
verwijderen.
v
Foutdetails: foutgegevens over het
geselecteerde item weergeven (als
er foutgegevens beschikbaar zijn,
wordt er een uitroepteken voor de
naam van het item weergegeven).
v
Eigenschappen: gegevens over het
geselecteerde bestand weergeven.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
91
Het scherm Bibliotheek
In dit scherm kunt u uw
audiobestanden, videobestanden en
afspeellijsten snel terugvinden. Het
scherm is verdeeld in categorieën als
Mijn muziek, Mijn video, Mijn tv en
Mijn afspeellijsten.
Wanneer het scherm Bibliotheek
wordt weergegeven, zijn de volgende
opdrachten beschikbaar in Menu.
v
Omhoog in wachtrij: het
geselecteerde item toevoegen aan
het einde van de huidige afspeellijst.
v
Verwijderen uit bibliotheek:
het geselecteerde item uit de
bibliotheek verwijderen.
v
Afspelen: het scherm Afspeellijst
weergeven.
v
Bibliotheek: het scherm
Bibliotheek weergeven, waar u een
bestand kunt selecteren om af te
spelen.
v
Bibliotheek bijwerken: nieuwe
items toevoegen aan de bibliotheek
door te zoeken op het apparaat en
op de opslagkaart.
v
Bestand openen: bestanden
zoeken en afspelen die zich op het
apparaat of op een opslagkaart
bevinden maar niet in de
bibliotheek.
v
URL openen: een bestand afspelen
dat zich in een netwerk bevindt,
bijvoorbeeld internet.
v
Eigenschappen: gegevens over het
geselecteerde bestand weergeven.
MULTIMEDIA
92
Onder aan elk scherm bevindt zich
een menu met de naam Menu. De
opdrachten in dit menu variëren
afhankelijk van het scherm dat wordt
weergegeven.
FM-RADIO
U kunt zoeken en luisteren naar
radiostations.
Opmerking
v
Gebruik het snoer van de headset
als FMantenne om de radio-
ontvangst te verbeteren.
v
De FM-radio kan niet zonder
headset worden gebruikt.
1. U kunt het geselecteerde
radiokanaal aan een cijfer toewijzen
door op de gewenste cijfertoets te
tikken.
2. Nadat u radiokanalen hebt
ingesteld, kunt u naar alle
voorkeuzestations luisteren.
3. Hiermee kunt u de frequentie
aanpassen en de radiozender op het
gewenste kanaal wijzigen. U kunt
de volgende zender zoeken door
de toets ten minste twee seconden
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
93
ingetikt te houden of door op
de toetsen op de zijkant van de
telefoon te drukken.
4. Als u op het tabblad Menu tikt,
worden de volgende menu’s
weergegeven.
v
Scannen: de radiokanalen
automatisch instellen. Als u het
huidige kanaal wilt opslaan,
tikt u op Stoppen > Menu >
Voorkeuzezenders opslaan.
v
Voorkeuzezenders opslaan: een
kanaal opslaan dat u vaak gebruikt.
U vindt het kanaal terug in de lijst
met opgeslagen voorkeuzezenders.
v
Opties: hier kunt u RDS en de
functie voor AF-omschakeling
(Alternatieve Frequentie)
inschakelen. Als het Bluetooth
handsfree-kanaal is geopend, kunt u
via een Bluetooth-headset luisteren
naar FM-radio.
Opmerking
v
RDS inschakelen:
ontvangen
gegevensbericht van een
radiostation op het scherm
weergeven.
Afbeeldingen en
video’s
Met het programma Afbeeldingen
en video’s kunt u afbeeldingen
en videoclips op het apparaat
verzamelen, ordenen en sorteren in de
volgende bestandsindelingen.
Bestandstype Bestandsindelingen
Afbeelding *.bmp, *.jpg
Video *.avi, *.wmv, *.mp4, *.3gp
MULTIMEDIA
94
U kunt de afbeeldingen als
diavoorstelling weergeven, verzenden
via infrarood, verzenden via e-mail,
bewerken of instellen als achtergrond
op het scherm Vandaag.
Een afbeelding of videoclip
kopiëren naar het apparaat
U kunt afbeeldingen van de pc
kopiëren en op het apparaat
weergeven.
v
Kopieer de afbeeldingen van de pc
of een opslagkaart naar de map Mijn
afbeeldingen op het apparaat.
Opmerking
v
U kunt de afbeeldingen ook van
de pc naar het apparaat kopiëren
via een geheugenkaart. Plaats de
geheugenkaart in de daarvoor
bestemde sleuf van het apparaat
en kopieer de afbeeldingen van
de pc naar de map die u op de
geheugenkaart hebt gemaakt.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
95
Afbeeldingen weergeven
1. Tik op Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s. De
afbeeldingen in de map Mijn
afbeeldingen worden standaard als
miniaturen weergegeven.
2. Selecteer een afbeelding en tik op
Weergeven. Als u een afbeelding
zoekt en deze niet vindt in de
standaardmap Mijn afbeeldingen,
tikt u op de pijl omlaag om naar een
andere map te gaan.
v
In-/uitzoomen: in- of uitzoomen op
het gebied binnen het rode vak.
Video’s met geluid afspelen
1. Tik op Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s. De
videobestanden in de map Mijn
afbeeldingen worden standaard
weergegeven als miniaturen, die
altijd worden vergezeld van een
mediapictogram.
MULTIMEDIA
96
2. Selecteer een video en tik op het
miniatuur om de clip af te spelen
in de ingebouwde Windows Media
Player.
Afbeeldingen en videoclips
sorteren
Als u een groot aantal afbeeldingen
of videoclips op het apparaat
opslaat, kan het nuttig zijn om deze
te sorteren; hierdoor kunt u een
bepaalde afbeelding of clip snel
terugvinden. U kunt sorteren op
naam, datum en grootte.
1. Tik op
Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s.
2. Tik op de sorteerlijst (standaard
gesorteerd op datum) en selecteer
het item waarop u wilt sorteren.
Een afbeelding of videoclip
verwijderen
Als u een afbeelding of videoclip wilt
verwijderen, gaat u op een van de
volgende manieren te werk:
v
Selecteer een afbeelding
of videoclip op het scherm
Afbeeldingen en video’s, en tik op
Menu > Verwijderen. Tik op Ja om
de verwijdering te bevestigen.
v
Tik op het miniatuur van de
afbeelding die u wilt verwijderen,
houd deze ingedrukt en tik op
Verwijderen.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
97
Een afbeelding of videoclip
bewerken
U kunt afbeeldingen draaien en
bijsnijden, en de helderheid en het
kleurcontrast aanpassen.
1. Tik op
Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s.
2. Tik op de afbeelding die u wilt
bewerken.
3. Tik op
Menu > Bewerken en ga op
een van de volgende manieren te
werk:
v
Als u een afbeelding 90 graden
linksom wilt draaien, tikt u op
Draaien.
v
Als u een afbeelding wilt bijsnijden,
tikt u op Menu > Bijsnijden. Tik
vervolgens en sleep om het gebied
te selecteren dat u wilt bijsnijden. Tik
buiten het vak als u de bewerking
wilt beëindigen.
v
Als u de helderheid en het
kleurcontrast van een afbeelding
wilt aanpassen, tikt u op Menu >
AutoCorrectie.
Opmerking
v
Als u een bewerking ongedaan
wilt maken, tikt u op
Menu >
Ongedaan
maken. Wilt u alle
bewerkingen die u op een
afbeelding hebt aangebracht
en nog niet hebt opgeslagen
ongedaan maken, dan tikt u op
Terug naar Opgeslagen.
MULTIMEDIA
98
Een afbeelding instellen als
achtergrond voor het scherm
Vandaag
U kunt een afbeelding gebruiken
als achtergrond voor het scherm
Vandaag.
1. Tik op
Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s.
2. Selecteer de afbeelding die u als
achtergrond wilt gebruiken.
3. Tik op
Menu > Instellen als
achtergrond Vandaag.
4. Selecteer bij
Doorzichtigheidsniveau een hoger
percentage voor meer transparantie
of een lager percentage voor een
ondoorzichtigere afbeelding.
5. Tik op
OK.
Afbeeldingen en videoclips
verzenden via e-mail
U kunt afbeeldingen en videoclips
via e-mail verzenden naar andere
apparaten.
1. Stel eerst Berichten verzenden in om
berichten te kunnen verzenden en
ontvangen.
2. Selecteer in het programma het
item dat u wilt verzenden.
3. Tik op
Menu > Verzenden en
selecteer een account (bijvoorbeeld
Outlook e-mail of MMS) om het item
als bijlage te verzenden.
4. Er wordt een nieuw bericht
gemaakt, met het item als bijlage.
5. Voer de geadresseerde en het
onderwerp in, en tik op Verzenden.
De eerstvolgende keer dat u het
apparaat synchroniseert, wordt het
bericht verzonden.
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
99
Opmerking
v
Afbeeldingen en videoclips
worden automatisch opgeslagen
voordat ze worden verzonden.
Voor het sturen van foto's en
videoclips via Bluetooth
U kunt foto's en videoclips Op andere
apparaten via Bluetooth.
Afbeeldingen toewijzen aan
Contacten
U kunt een afbeelding aan een
contactpersoon toewijzen, zodat
deze persoon altijd snel herkenbaar
is voor u.
1. Tik op
Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s.
2. Selecteer de afbeelding die u aan de
persoon wilt toewijzen.
3. Tik op
Menu > Opslaan in
Contacten.
4. Tik op de contactpersoon of
navigeer in de lijst met contacten
naar de gewenste persoon en tik op
Selecteren.
De geavanceerde opties
gebruiken
1. Tik op Start > Programma’s >
Afbeeldingen en video’s.
2. Selecteer de afbeelding waarvoor u
meer instellingen wilt configureren.
3. Tik op
Menu > Opties. Het scherm
Opties wordt weergegeven en biedt
u de volgende mogelijkheden:
MULTIMEDIA
100
MULTIMEDIA
MULTIMEDIA
v
Het formaat van een afbeelding
aanpassen, zodat u deze sneller via
e-mail kunt verzenden.
v
De weergave-instellingen tijdens
diavoorstellingen configureren
en opties voor schermbeveiliging
activeren.
v
De camera van het apparaat en
instellingen voor de camcorder
configureren.
v
Verzenden: u kunt de
geselecteerde afbeelding versturen
via Berichten verzenden, e-mail of
Bluetooth. Bepaalde bestanden
die met DRM (Digital Rights
Management) zijn beveiligd,
kunnen echter niet worden
verzonden.
v
Opslaan in Contacten: u kunt de
afbeelding van de geselecteerde
persoon opslaan in uw lijst met
Contacten. Wanneer deze persoon
u belt, wordt de opgeslagen
afbeelding weergegeven.
v
Verwijderen: u kunt de
geselecteerde afbeelding
verwijderen.
v
Bewerken: u kunt de afbeelding
bijsnijden en draaien.
v
Eigenschappen: u kunt de
afbeelding behouden.
v
Diavoorstelling starten: u kunt de
afbeeldingen weergeven in de vorm
van een diavoorstelling.
101
v
Instellen als achtergrond
Vandaag: u kunt de afbeelding
instellen als schermachtergrond.
v
Opties: u kunt het formaat van
afbeeldingen die u per e-mail
verzendt aanpassen, zodat de
verzending sneller verloopt. Gebruik
dit afbeeldingformaat: Groot
(640x480)/ Gemiddeld (320x240)/
Klein (160x120).
v
Verzenden naar je space:
u kunt het geselecteerde bestand
verzenden naar MySpace. Meld u
aan bij Windows Live om toegang
te krijgen tot MySpace.
v
Verzenden via Bluetooth
U kunt multimedia-bestand via
Bluetooth.
Mobile Java
U kunt makkelijk spelletjes en andere
toepassingen downloaden. Er zijn
standaard twee mappen: Spelletjes
en Toepassingen. In elke map staat
een ingevoegde koppeling voor
het downloaden van spelletjes
of toepassingen. Het gebruik van
onlineservices kan extra kosten met
zich meebrengen.
Spelletjes
U kunt zich in de map Spelletjes
vermaken met bijvoorbeeld
Bejeweled en Block Breaker.
Tik op het scherm Spelletjes op het
gewenste spel en tik nogmaals om het
spel te starten.
MULTIMEDIA
102
Internet Explorer
Internet Explorer Mobile is een
complete internetbrowser, die
specifiek is bedoeld voor gebruik op
uw mobiele apparaat.
Voer op de adresbalk het webadres in
dat u wilt bezoeken en tik. Als u een
eerder gebruikt adres wilt invoeren,
tikt u op de adresbalk op de pijl
omlaag.
v
Start: u kunt de webbrowser starten
en de Startpagina activeren.
v
Adresbalk: u kunt handmatig een
URL invoeren om de bijbehorende
webpagina weer te geven.
v
Favorieten...: u kunt uw favoriete
of meest bezochte URL's of
pagina's opslaan. Verzenden,
Nieuwe toevoegen, Bewerken,
Markeren/Markering opheffen en
Verwijderen zijn bewerkingen die
u op bladwijzers kunt uitvoeren.
Verschillende vooraf ingestelde
URLs zijn opgeslagen als favorieten.
v
Toevoegen aan Favorieten...
1. Druk op de linkersoftkey [Opties] en
selecteer.
2. Nieuwe toevoegen in het menu
Opties.
3. Voer de naam en de bijbehorende
URL-informatie in.
4. Druk op de knop Toevoegen om op
te slaan.
v
Volgende: naar een URL uit de
geschiedenislijst gaan.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
103
v
Vernieuwen: de huidige pagina
vernieuwen.
v
Geschiedenis...: een lijst
weergeven met de pagina's die u al
hebt bezocht.
v
Beeld
-
Tekengrootte: Extra groot/Groter/
Normaal/ Kleiner/Extra klein.
-
Eén kolom: horizontaal passend
maken in de beschikbare
schermbreedte of totdat de
kleinste breedte voor alle
kolommen is bereikt.
-
Aanpassen aan scherm:
het formaat van webpagina's
dynamisch aanpassen voor
optimale weergave op handheld-
apparaten. De gebruiker hoeft
hierdoor niet te bladeren op de
pagina.
-
Bureaublad: automatisch, door de
toewijzing van een webpagina die
op de pc wordt weergegeven.
- Volledig scherm: u kunt de
weergave op het volledige scherm
gebruiken.
- Afbeeldingen weergeven
v
Bewerken: u kunt de naam en
de bijbehorende URL-informatie
wijzigen.
- Knippen: de tekst knippen.
- Kopiëren: de tekst kopiëren.
- Plakken: de tekst plakken.
-
Alle tekst selecteren: alle tekst
selecteren.
v
Extra
-
Koppeling verzenden...: de
koppeling in een tekstbericht
verzenden.
-
Eigenschappen...: de gegevens
over de pagina weergeven.
PROGRAMMA'S
104
- Opties...
Algemeen: u kunt de
standaardpagina en het
standaardteken instellen.
Geheugen: u kunt het opgeslagen
aantal pagina's instellen dat in het
verleden is bezocht en webinhoud
verwijderen die eerder is
weergegeven of met het apparaat
is gesynchroniseerd.
Beveiliging: u kunt in het vak met
de beveiligingsinstellingen tikken
om waarschuwingen op de pagina
weer te geven.
Roteren: U kunt roteren
webpagina.
Word Mobile
Word-documenten die op een pc
zijn gemaakt, kunnen op het apparaat
worden geopend en bewerkt. U kunt
ook documenten en sjablonen maken
en bewerken in Word Mobile, en deze
opslaan in de indelingen .DOC, .RTF,
.TXT of .DOT.
Er kan slechts één document
tegelijkertijd geopend zijn. Wanneer u
een tweede document opent, wordt
het eerste document automatisch
opgeslagen en gesloten.
Als u een nieuw document sluit,
krijgt dit automatisch een naam die
bestaat uit de eerste paar woorden
uit het document en wordt het in
de documentenlijst in Word Mobile
geplaatst. Het is heel eenvoudig om
het document een betekenisvolle
naam te geven en het naar een andere
map of een opslagkaart te verplaatsen.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
105
Een bestand maken
1. Tik in Word Mobile op Nieuw.
2. Afhankelijk van hetgeen u
als standaardsjabloon hebt
geselecteerd, wordt er een
leeg document of een sjabloon
weergegeven.
3. Voer de gewenste tekst in.
4. Als u gereed bent, tikt u op OK om
het bestand op te slaan.
Niet-ondersteunde functies in
Word Mobile Word Mobile biedt
geen volledige ondersteuning voor
een aantal functies van Microsoft
Word, zoals revisiemarkeringen en
wachtwoordbeveiliging. Wanneer
u het document op het apparaat
opslaat, gaan bepaalde gegevens en
opmaak mogelijk verloren.
De volgende functies worden niet
ondersteund door Word Mobile.
• Achtergronden
• Vormen en tekstvakken
• Artistieke paginaranden
• Infolabels
• Metabestanden
v
Bidirectionele tekst. Documenten
met bidirectionele tekst kunnen
weliswaar worden geopend in
Word Mobile, maar inspringingen
en uitlijning worden mogelijk
niet correct weergegeven en
opgeslagen.
v
Met een wachtwoord beveiligde
bestanden. Documenten die met
een wachtwoord zijn beveiligd,
kunnen niet worden geopend in
Word Mobile. Als u een dergelijk
document op het apparaat wilt
weergeven, verwijdert u eerst de
wachtwoordbeveiliging in Word op
de pc.
PROGRAMMA'S
106
v
Documentbeveiliging. Bestanden
die in Word op de pc zijn beveiligd,
kunnen niet worden weergegeven
in Word Mobile.
De volgende functies worden
gedeeltelijk ondersteund door Word
Mobile.
v
Afbeelding als
opsommingsteken.
v
Revisiemarkeringen:
wanneer u een document met
revisiemarkeringen opent in Word
Mobile, wordt het weergegeven
alsof alle revisiemarkeringen zijn
geaccepteerd. Als u het document
opslaat in Word Mobile, gaan de
revisiemarkeringen verloren.
v
Opmaakprofiel voor tabellen:
wanneer u een document opslaat in
Word Mobile, gaat de opmaak die in
het opmaakprofiel voor tabellen is
gedefinieerd geheel of gedeeltelijk
verloren.
v
Onderstrepingstijlen.
Onderstrepingstijlen die niet
worden ondersteund door Word
Mobile, worden omgezet in een
van de vier ondersteunde stijlen
(standaard, gestippeld, golvend of
dik).
v
Legacy Pocket Word-bestanden.
PSW-bestanden kunnen in Word
Mobile worden geopend. Als u een
bestand echter bewerkt, moet u het
opslaan in de indeling .DOC, .RTF,
.TXT of .DOT.
De volgende functies worden niet
ondersteund door het apparaat; het
bestand blijft echter intact en wanneer
u het weer op de pc opent, werken de
functies naar behoren.
v
Voetnoten, eindnoten, kopteksten,
voettekst.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
107
v
Pagina-einden: pagina-einden
worden niet weergegeven in Word
Mobile. Alle pagina-einden blijven
echter behouden in het document,
met uitzondering van pagina-
einden aan het einde van een
document.
v
Lijsten: wanneer u het document
weer op de pc opent, worden lijsten
met inspringingen weergegeven in
de oorspronkelijke opmaak.
v
Lettertypen en lettergrootten.
Lettertypen die niet door het
apparaat worden ondersteund,
worden omgezet in het meest
gelijkende lettertype dat
beschikbaar is. Het oorspronkelijke
lettertype wordt echter wel vermeld
op het apparaat.
Meer informatie over Word
Mobile
• Tik in Word Mobile op Start > Help.
Excel Mobile
Excel-werkmappen en -sjablonen die
op de pc zijn gemaakt, kunt u zonder
problemen openen en bewerken
in Excel Mobile. Ook kunt u nieuwe
werkmappen en sjablonen maken op
het apparaat.
Opmerking
v
Gebruik het volledige scherm om
een zo groot mogelijk deel van de
werkmap weer te geven.
Tik op Beeld > In-/uitzoomen en
selecteer een percentage, zodat
het werkblad goed leesbaar is.
PROGRAMMA'S
108
Niet-ondersteunde functies in
Excel Mobile
Excel Mobile biedt geen volledige
ondersteuning voor een aantal
functies, zoals formules en
celopmerkingen. Wanneer u de
werkmap op het apparaat opslaat,
gaan bepaalde gegevens en opmaak
mogelijk verloren. Houd rekening met
de volgende richtlijnen voor opmaak
in Excel Mobile:
v
Uitlijning. Horizontale uitlijning,
verticale uitlijning en terugloop
blijven intact, maar verticale tekst
wordt horizontaal weergegeven.
v
Randen. Deze worden
weergegeven als één lijn.
v
Celpatronen. Patronen die op
cellen zijn toegepast, worden
verwijderd.
v
Lettertypen en lettergrootten.
Lettertypen die niet door het
apparaat worden ondersteund,
worden omgezet in het meest
gelijkende lettertype dat
beschikbaar is. Het oorspronkelijke
lettertype wordt echter wel vermeld
op het apparaat. Wanneer u de
werkmap weer in Excel op de pc
opent, worden de gegevens in
het oorspronkelijke lettertype
weergegeven.
v
Getalnotatie. Getallen die zijn
opgemaakt met de functie
Voorwaardelijke opmaak van
Microsoft Excel 2007 versie
6.1, worden weergegeven in
getalnotatie.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
109
v
Formules en functies. Als een
Excel-bestand een functie bevat die
niet wordt ondersteund door Excel
Mobile, wordt de functie verwijderd
en wordt alleen de retourwaarde
van de functie weergegeven. Verder
worden de volgende formules
omgezet in waarden: formules die
als matrix zijn opgegeven of die
een matrixargument bevatten,
bijvoorbeeld =SOM({1;2;3;4});
formules die externe
koppelingsverwijzingen of een
verwijzing naar een snijpuntbereik
bevatten; formules die verwijzingen
voorbij rij 16384 bevatten, worden
vervangen door #VERW!
v
Beveiligingsinstellingen. De
meeste beveiligingsinstellingen
voor werkmappen en werkbladen
worden uitgeschakeld, maar niet
verwijderd. Ondersteuning voor
wachtwoordbeveiliging is echter
verwijderd. Werkmappen die met
een wachtwoord zijn beveiligd
of werkmappen waarvan een
of meer werkbladen met een
wachtwoord zijn beveiligd, kunnen
niet worden geopend. Als u een
dergelijk bestand op het apparaat
wilt openen, verwijdert u de
wachtwoordbeveiliging in Excel op
de pc en voert u een synchronisatie
uit.
v
Zoominstellingen. Deze worden
niet behouden. In Excel kunt u
zoominstellingen opgeven per
werkblad, terwijl zoominstellingen
in Excel Mobile voor de gehele
werkmap gelden.
PROGRAMMA'S
110
v
Namen van werkbladen. Namen
van werkbladen die zich in dezelfde
werkmap bevinden, worden correct
weergegeven; namen die verwijzen
naar andere werkmappen,
matrices (bijvoorbeeld ={1;2;3;4}),
matrixformules of snijpuntbereiken,
worden uit de namenlijst
verwijderd. Wanneer een naam
uit de lijst wordt verwijderd, blijft
deze echter intact in formules en
functies, waardoor de formules
worden weergegeven als '#NAAM?'.
Niet alle verborgen namen worden
verborgen.
v
Instellingen voor AutoFilter.
Deze worden verwijderd. Met de
opdracht AutoFilter in Excel Mobile
kunt u echter vergelijkbare acties
uitvoeren.
Als u AutoFilter hebt toegepast op
een werkblad met als gevolg dat er
rijen worden verborgen, blijven de
rijen verborgen wanneer het bestand
wordt geopend in Excel Mobile.
Gebruik de opdracht Zichtbaar maken
om de verborgen rijen weer te geven.
v
Diagrammen opmaken. Alle
diagrammen worden opgeslagen
zoals ze worden weergegeven
in Excel Mobile. Diagramtypen
die niet worden ondersteund,
worden omgezet in een van
deze ondersteunde typen:
kolomdiagram, staafdiagram,
lijndiagram, cirkeldiagram,
spreidingsdiagram of vlakdiagram.
Achtergrondkleuren, rasterlijnen,
gegevenslabels, trendlijnen,
schaduwen, 3D-effecten, secundaire
assen en logaritmische schalen
worden uitgeschakeld.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
111
v
Werkbladfuncties. De volgende
functies worden niet ondersteund
door Excel Mobile en worden
verwijderd of gewijzigd wanneer
een werkmap op het apparaat
wordt geopend: verborgen
bladen worden niet verborgen;
VBA-modules, macrobladen en
dialoogbladen worden verwijderd
en vervangen door tijdelijke
aanduidingen; tekstvakken,
tekenobjecten, afbeeldingen,
lijsten, voorwaardelijke opmaak
en besturingselementen worden
verwijderd; draaitabelgegevens
worden omgezet in waarden.
PowerPoint Mobile
Diavoorstellingen die met PowerPoint
'97 en hoger op de pc zijn gemaakt
in de indeling .PPT of .PPS, kunnen in
PowerPoint Mobile worden geopend.
Veel elementen die in de
diavoorstellingen zijn ingebouwd,
zoals diaovergangen en animaties,
worden door het apparaat
ondersteund. Als het een getimede
voorstelling betreft, worden de dia's
automatisch achtereen weergegeven.
Koppelingen naar URL's worden
eveneens ondersteund.
De volgende PowerPoint-functies
worden niet door het apparaat
ondersteund:
v
Notities. Notities bij dia's worden
niet weergegeven.
PROGRAMMA'S
112
v
Dia's opnieuw ordenen en
bewerken. PowerPoint Mobile doet
uitsluitend dienst als viewer.
v
Bestandsindelingen. Bestanden
in een oudere PPT-indeling dan
PowerPoint '97 en HTML-bestanden
in de indelingen .HTM en .MHT
worden niet ondersteund.
Een diavoorstelling starten
1. Tik op Start > Programma's >
PowerPoint Mobile.
2. Tik in de lijst met voorstellingen
op de diavoorstelling die u wilt
weergeven.
3. Tik op de huidige dia om naar de
volgende dia te gaan.
Als het een getimede voorstelling
betreft, worden de dia's automatisch
achtereen weergegeven.
Een diavoorstelling stoppen
• Tik in een PowerPoint Mobile-
voorstelling op Voorstelling
beëindigen.
Bladeren door de dia's
Als het geen getimede voorstelling
betreft, kunt u zelf de volgende
dia weergeven, teruggaan naar de
vorige dia of een dia buiten de reeks
weergeven.
1. Tik op
Start > Programma's >
PowerPoint Mobile.
2. Open de voorstelling die u wilt
weergeven.
3.
Tik op > Volgende of Vorige, of tik
op Ga naar dia en vervolgens op de
dia die u wilt weergeven.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
113
Tip
v
Tik eenvoudig op de huidige dia
om de volgende dia weer te geven.
Opmerking
v
Als u op een dia hebt ingezoomd
om deze beter te kunnen bekijken,
moet u uitzoomen voordat u
naar een andere dia kunt gaan.
Wanneer u op Volgende of Vorige
tikt, krijgt u mogelijk een animatie
op de dia te zien in plaats van een
andere dia.
Verkenner
In de toepassing Verkenner kunt u een
venster met een bestandenstructuur
openen zoals op een Windows-pc. U
kunt in dit venster door de telefoon
navigeren en zo naar de gewenste
mappen en bestanden gaan.
Bestanden en mappen die zich op
de telefoon bevinden, kunt u in een
oogwenk beheren, verwijderen,
kopiëren en bewerken. Ook kunt u
nieuwe mappen maken.
Als u de bestanden of mappen in de
map SafeStore of Opslagkaart wilt
zien, tikt u.
Als u de bestanden of mappen in het
geheugen van de telefoon wilt zien,
tikt u.
Als u een bestand in een netwerk wilt
openen, tikt u. Voer het bestandspad
in en tik op OK.
PROGRAMMA'S
114
Tik op de mapcategorie (standaard is
dit Mijn documenten) en vervolgens
op de map die u wilt weergeven.
Messenger
U kunt Windows Live Messenger pas
gebruiken als u beschikt over een
Microsoft Passportâ„¢-account, een
Hotmail-account of een Microsoft
Exchange-e-mailaccount. Hebt u een
Hotmail®- of MSN-account, dan is dat
tevens uw Passport-account. Als u een
Microsoft Passport-account of een
Microsoft Exchange-account hebt,
kunt u uw account instellen.
Met Windows Live Messenger beschikt
u op uw mobiele apparaat over de
voorzieningen van Windows Live
Messenger. Windows Live Messenger
biedt de volgende mogelijkheden:
v
Expresberichten verzenden en
ontvangen.
v
Zien welke Contacten online of
offline zijn.
v
Statusupdates voor geselecteerde
Contacten activeren, zodat u kunt
zien wanneer ze online gaan.
v
Contacten blokkeren, zodat deze
uw status niet kunnen zien en u
geen berichten kunnen sturen.
U kunt Windows Live Messenger
alleen gebruiken als uw apparaat
verbinding heeft met internet. Voor
informatie over het configureren van
een internetverbinding.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
115
Opmerking
v
U hebt een Microsoft .NET
Passport-account of een Hotmail-
account nodig om met Windows
Live Messenger te kunnen werken.
Als u een e-mailadres bij Hotmail.
com of MSN.com hebt, is dit
tevens uw Passport-account. Ga
voor een Passport-account naar
http://www.passport.com. Ga voor
een Hotmail- naar http://www.
hotmail.com.
Windows Live Messenger
starten
1. Tik op Start > Programma's >
Messenger.
Aanmelden en afmelden
v
Als u zich wilt aanmelden, tikt u op
Aanmelden. Voer het e-mailadres
en het wachtwoord van uw
Passport- of Hotmail-account in
en tik op Volgende. Afhankelijk
van uw verbindingssnelheid kan
de aanmelding enkele minuten in
beslag nemen.
v
Als u zich wilt afmelden, tikt u
op Afmelden. Uw status wordt
veranderd in Offline.
PROGRAMMA'S
116
Contacten toevoegen en
verwijderen
v
Als u een contactpersoon wilt
toevoegen, tikt u op Menu > Nieuwe
contactpersoon toevoegen en volgt
u de aanwijzingen op het scherm.
v
Als u een contactpersoon wilt
verwijderen, tikt u op de naam
van de persoon en vervolgens op
Menu > Opties voor Contacten >
Contactpersoon verwijderen.
Een expresbericht verzenden
1. Tik op de contactpersoon die u een
bericht wilt sturen.
2. Geef het bericht op in het
tekstinvoergebied onder aan het
scherm en tik op Verzenden.
Contacten blokkeren en de
blokkering opheffen
v
Als u een contactpersoon wilt
blokkeren zodat deze uw status
niet kan zien en u geen berichten
kan sturen, tikt u op de naam van
de persoon en vervolgens op
Menu > Opties voor Contacten >
Contactpersoon blokkeren.
v
Als u de blokkering van een
contactpersoon wilt opheffen, tikt
u op de naam van de persoon en
vervolgens op Menu > Blokkering
opheffen.
Uw Messenger-status
weergeven
v
Tik boven aan de pagina op uw
naam. Uw huidige status wordt in de
weergegeven lijst aangeduid met
een opsommingsteken.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
117
Uw weergavenaam wijzigen
v
Tik boven aan de pagina op uw
naam en vervolgens op Vormgeving
wijzigen. Voer uw persoonlijk
bericht in en tik op Gereed.
Meer informatie over
Windows Live Messenger
v
Tik in Windows Live Messenger op
Start > Help.
Opmerking
Via notities kunt u snel gedachten,
vragen, herinneringen, takenlijsten
en notulen vastleggen. U kunt
handgeschreven en getypte notities
maken, spraaknotities opnemen,
handgeschreven notities omzetten in
tekst voor een betere leesbaarheid en
notities naar anderen sturen.
De informatie in een notitie
Met behulp van het
schermtoetsenbord of software voor
handschriftherkenning kunt u getypte
tekst invoeren. U kunt ook de stylus
gebruiken en daarmee rechtstreeks
op het scherm schrijven en tekenen.
Op apparaten waarmee u opnamen
kunt maken, kunt u opzichzelfstaande
opnamen maken of een opname aan
een notitie toevoegen.
PROGRAMMA'S
118
De standaardinvoermethode
voor Notities instellen
Als u vaak tekeningen aan notities
toevoegt, kunt u Schrijven instellen als
de standaardinvoermethode. Geeft
u de voorkeur aan getypte tekst, dan
selecteert u Typen.
1. Tik op
Start > Programma's >
Notities.
2. Tik in de lijst met notities op
Menu
> Opties.
3. Tik in het vak Standaardmodus op
een van de volgende opties:
v
Schrijven als u een tekening of
handgeschreven tekst in een notitie
wilt invoeren.
v
Typen als u getypte notities wilt
maken.
4. Tik op
OK.
Een notitie maken
1. Tik op Start > Programma's >
Notities. Tik in de lijst met notities
op Nieuw.
2. Tik op de menubalk op de pijl
Invoermethode kiezen naast
het pictogram Invoerpaneel, tik
vervolgens op de invoermethode
die uw voorkeur heeft en voer de
gewenste tekst in.
3. Als de pijl Invoermethode kiezen
niet wordt weergegeven, tikt u op
het pictogram Invoermethode.
4. Wanneer u gereed bent, tikt u op
OK
om terug te gaan naar de lijst met
notities.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
119
Taken
Met behulp van de functie Taken
kunt u uw activiteiten bijhouden. Een
taak kan eenmalig zijn of herhaald
voorkomen. U kunt herinneringen
instellen voor taken en taken indelen
in categorieën.
Uw taken worden weergegeven in een
takenlijst. Achterstallige taken worden
rood weergegeven.
Een taak maken
1. Tik op Start > Programma's >
Taken.
2. Tik op
Menu > Nieuwe taak.
3. Voer het onderwerp van de taak in
en vul gegevens in zoals start- en
einddatum, prioriteit, enz.
4. Als u gereed bent, tikt u op OK.
Opmerking
v
U kunt ook korte taken maken.
Tik eenvoudig op Tik hier om
een nieuw taakinvoerveld te
openen, voer het onderwerp
in en druk op ENTER. Als het
taakinvoerveld niet wordt
weergegeven, tikt u op Menu
> Opties en schakelt u het
selectievakje Invoerbalk Taken
weergeven in.
De prioriteit van een taak
wijzigen
Voordat u taken kunt sorteren op
prioriteit, moet u voor elke taak een
prioriteit opgeven.
PROGRAMMA'S
120
1. Tik op Start > Programma's >
Taken.
2. Tik op de taak waarvan u de
prioriteit wilt wijzigen.
3. Tik op Bewerken en tik in het vak
Prioriteit op de gewenste prioriteit.
4. Tik op OK om terug te gaan naar de
takenlijst.
Opmerking
v
Nieuwe taken krijgen altijd de
prioriteit Standaard.
Een herinnering instellen voor
alle nieuwe taken
U kunt automatisch een herinnering
activeren voor alle nieuwe taken die
u maakt.
1. Tik op
Start > Programma's >
Taken.
2. Tik op
Menu > Opties.
3. Schakel het selectievakje
Herinneringen instellen voor
nieuwe items in.
4. Tik op OK om terug te gaan naar de
takenlijst.
Opmerking
v
De herinnering voor de nieuwe
taken werkt alleen als er een
einddatum voor de taken is
ingesteld.
Start- en einddatums
weergeven in de takenlijst
1. Tik op Start > Programma's >
Taken.
2. Tik op
Menu > Opties.
3. Schakel het selectievakje
Begindatum en einddatum
weergeven in.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
121
4. Tik op OK.
Zoeken naar een taak
Als u een lange takenlijst hebt, kunt u
een subset van de taken weergeven of
de lijst sorteren om een specifieke taak
snel te kunnen terugvinden.
1.
Tik op Start > Programma's >
Taken.
2. Ga in de takenlijst op een van de
volgende manieren te werk:
v
Sorteer de lijst. Tik op Menu
> Sorteren op en tik op een
sorteeroptie.
v
Filter de lijst op categorie. Tik op
Menu > Filter en vervolgens op de
categorie die u wilt weergeven.
Opmerking
v
Als u uw taken verder wilt filteren,
tikt u op Menu > Filter > Actieve
taken of Voltooide taken.
PSNote
PSNote is een multimedia-invoereditor
met handschriftherkenning voor
Pocket PC. U kunt handgeschreven
tekst invoeren (in het Engels, Frans,
Duits, Italiaans of Spaans, afhankelijk
van de installatie) in diverse stijlen
(wordt onmiddellijk omgezet
in digitale tekst) of tekeningen,
afbeeldingen, video en geluid.
Vervolgens kunt u dit allemaal
verzenden via e-mail, SMS of MMS.
Standaardhulpprogramma's waarmee
u één actie kunt uitvoeren.
PROGRAMMA'S
122
• De inhoud van de werkbalk varieert
afhankelijk van het documenttype
waaraan u werkt:
- tekstdocumenten:
menu
send
penkleur
hulpprogramma's
pendikte
opslaan zoomen stijl
invoertype
- tekeningen:
menu
send
penkleur
hulpprogramma's
pendikte
opslaan zoomen stijl
invoertype
- multimedia:
menu
send
afspelen
hulpprogramma's
vervangen
opslaan zoomen invoertype
Nieuw document
v
Als u een nieuw document wilt
maken, tikt u op Menu > Bestand
> Nieuw.
v
Schrijf de notitie en tik op Menu >
Bestand > Opslaan of op Bestand
> Opslaan als om het document
op te slaan. (U kunt opslaan in de
indeling .DOC of .RTF.)
Tik op
Menu > Help voor meer
informatie in de vorm van tips.
Tekst schrijven
Er zijn zes invoermethoden
beschikbaar voor verschillende
soorten handschriften.
v
Tik op Menu > Invoegen > Tekst en
stel het gewenste invoertype in op
de werkbalk.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
123
Het lettertype wijzigen
v
Tik op Menu > Opties > tabblad
Geavanceerd.
v
Als u een ander lettertype
wilt gebruiken, opent u de
vervolgkeuzelijst en kiest u het
gewenste lettertype.
v
Als u de huidige datum en tijd
automatisch in uw document wilt
invoegen, tikt u op Menu > Datum/
tijd invoegen.
Tekeningen maken
U kunt in het schrijfgebied of op een
ingevoegde afbeelding tekenen.
v
Tik op Menu > Invoegen >
Tekening.
v
Als u een kleur wilt selecteren die in
een tekening is gebruikt, tikt u op de
werkbalk op het hulpprogramma
voor vormen.
Afbeeldingen invoegen
Tik op Menu > Invoegen >
Afbeelding om een afbeelding in
te voegen als achtergrond voor een
tekening.
Multimedia invoegen
Als u een multimedia-item uit een
bestand wilt invoegen, tikt u op Menu
> Invoegen > Films en opent u de
opties van de invoerfunctie.
Opmerking
v
U kunt multimedia-items via e-
mail of MMS verzenden.
Tik op
Menu
>
Invoegen
>
Audio
als u een geluidsbestand
wilt invoegen.
PROGRAMMA'S
124
Een heel gebied knippen of
kopiëren
v
Als u een gedeelte van een tekst of
tekening wilt knippen of kopiëren,
selecteert u het gewenste gebied
(dubbelklik op tekst, sleep in
tekeningen).
Het zoomniveau wijzigen
v
Tik op Menu > In-/uitzoomen of op
het pictogram van de zoomfunctie.
U kunt het zoomniveau instellen op
een waarde tussen 25% en 200%.
De persoonlijke woordenlijst
gebruiken
v
Tik op Menu > Opties > tabblad
Woordenlijst.
v
Geef het gewenste woord op in het
tekstvak Woord.
Als u het woord wilt typen, opent u de
SIP-lijst en kiest u het toetsenbord. Wilt
u het woord schrijven, dan opent u de
SIP-lijst en kiest u een invoeroptie voor
de stylus.
v
Tik op de knop Toevoegen om
het woord in uw persoonlijke
woordenlijst op te nemen.
Het woord wordt in Woordenlijst
weergegeven.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
125
Opmerking
v
Zodra uw handschrift wordt
herkend, wordt het invoergebied
automatisch gewist. Schrijf
duidelijk. Let op de witruimte
tussen de letters en op de spaties
tussen de woorden; schrijf niet te
dicht op elkaar en gebruik niet te
veel witruimte tussen de letters.
AutoProfile
Het netwerk profiel voor Internet,
MMS, Java, via e-mail automatisch
ingesteld volgens de SIM-kaart.
Gedeelde
internetverbinding
Opmerking
v
ActiveSync versie 4.5 of hoger is
vereist.
PROGRAMMA'S
126
v
Sluit de USB-kabel aan op de pc.
v
Tik op Start > Programma's >
Gedeelde internetverbinding.
v
Stel Pc-verbinding in op USB of
Bluetooth PAN.
v
Stel Netwerkverbinding in op de
juiste APN.
v
Tik op Verbinden en op de
linkersoftkey onderaan.
v
Wanneer PDP is geactiveerd,
wordt de indicator voor de
gegevensverbinding (G/ E/ 3G/ H)
weergegeven.
Opmerking
v
Het besturingssysteem op de pc
moet Windows XP SP2 of hoger
zijn.
PROGRAMMA'S
PROGRAMMA'S
127
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Telefooninstelling
U kunt de algemene instellingen
voor het plaatsen en ontvangen van
oproepen bewerken.
Telefoon
Geluiden
v
Beltoontype: u kunt bepalen hoe
inkomende oproepen worden
gemeld. U hebt de keuze tussen
[Beltoon], [Belvolume verhogen],
[Een keer bellen], [Trillen], [Trillen en
beltoon], [Trillen, daarna beltoon]
en [Geen].
v
Beltoon: u kunt de beltoon voor
inkomende spraakoproepen
selecteren.
v
Toetsenblok: u kunt de toetstoon
instellen die moet worden
afgespeeld wanneer u op toetsen
drukt (Lange tonen/Korte tonen/
Uit).
Security (Beveiliging)
Als deze functie is ingeschakeld, moet
u telkens uw PIN invoeren als u de
telefoon inschakelt.
Services
U kunt de instellingen voor een
service openen door de service in
de volgende lijst te selecteren en
vervolgens te tikken op Instellingen
openen.
128
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Oproep blokkeren
U kunt de oproepen beperken: alle
uitgaande oproepen/uitgaande
internationale oproepen/uitgaande
internationale oproepen behalve voor
thuisland/alle inkomende oproepen/
inkomende oproepen tijdens het
roamen.
Als u de instellingen voor het
blokkeren van mobiele oproepen wilt
bewerken, hebt u een wachtwoord
nodig. U krijgt een wachtwoord van
uw provider wanneer u zich op deze
service abonneert.
Oproep blokkeren is van toepassing
op alle spraak- en gegevensoproepen,
met uitzondering van noodoproepen.
Nummerweergave
Selecteer 'Iedereen' als u wilt dat uw
telefoonnummer zichtbaar is voor
een ieder die door u wordt gebeld,
'Niemand' als u niet wilt dat uw
nummer zichtbaar is of 'Alleen mijn
contacten' als uw nummer alleen mag
worden gezien door degenen die u
belt vanuit Contacten.
Oproep doorschakelen
U kunt inkomende oproepen
doorsturen naar een ander
telefoonnummer.
Gesprek in wachtstand
Als u wilt worden gewaarschuwd
wanneer er een oproep binnenkomt
terwijl u in gesprek bent, selecteert u
Waarschuwen.
129
Voicemail en SMS-berichten
Wanneer u de SIM-kaart in de telefoon
plaatst, worden uw voicemail en
SMS-servers standaard automatisch
gedetecteerd en ingesteld. U kunt
deze instellingen desgewenst
bekijken.
U kunt ook uw voicemailnummers
weergeven door op het scherm
Snelkeuze te tikken op Voicemail.
Vaste nummers
U kunt nummers op mobiele telefoon
Nummers. Deze informatie Is
opgeslagen op de USIM-kaart. U Moet
u uw PIN2-code voor Authenticatie.
Netwerk
U kunt het gewenste netwerktype
instellen, de manier waarop een
netwerk wordt geselecteerd en
aangeven wanneer uw telefoon in een
MCN (Micro Cellular Network) wordt
gebruikt.
Huidig netwerk
Het huidige netwerk wordt
weergegeven in het veld Huidig
netwerk.
Netwerkselectie
U kunt aangeven hoe de keuze tussen
verschillende beschikbare netwerken
moet worden gemaakt, bijvoorbeeld
wanneer u op reis bent.
v
Handmatig: u selecteert zelf een
netwerk. Blader naar het gewenste
netwerk en tik op OK.
INSTELLINGEN
130
Tip
v
Handmatige selectie kan nuttig
zijn wanneer u weet dat het ene
netwerk goedkoper of sneller is
dan het andere.
v
Automatisch: er wordt automatisch
een netwerk geselecteerd.
Favoriet netwerk
Tik op het tabblad Netwerk >
Netwerken instellen (het ophalen van
de instellingen kan enkele minuten
in beslag nemen). Selecteer een
netwerk en pas de volgorde voor het
netwerkgebruik aan door te tikken op
Omhoog of Omlaag.
Band
Automatisch, UMTS, GSM 900/1800,
GSM 1900.
De datum en tijd instellen
Als u de tijd wilt instellen, tikt u op
Instellingen > tabblad Systeem >
Klok en alarmsignalen > tabblad
Tijd.
Selecteer uw locatie, het huidige
uur, de minuten en seconden om de
tijdinstelling te wijzigen.
Tik op de pijl omlaag in het veld
Datum om een kalender weer te
geven en selecteer de huidige datum.
Wanneer u op reis bent, kunt u de
datum en tijd van die locatie instellen
bij Op bezoek.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
131
Alarmsignalen instellen
Als u alarmsignalen wilt instellen, tikt
u op Instellingen > tabblad Systeem
> Klok en alarmsignalen > tabblad
Alarmsignalen. U kunt maximaal
drie alarmsignalen instellen. Tik op
Beschrijving, voer een beschrijving
in en tik op de gewenste dag van de
week. U kunt ook het gewenste geluid
voor alarmsignalen instellen.
Geluiden en
meldingen
Geluiden en meldingen
instellen voor acties
1. Tik op Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Geluiden en
meldingen.
2. Geef op het tabblad Geluiden met
de gewenste selectievakjes aan hoe
u wilt worden gewaarschuwd.
3. Tik op het tabblad Meldingen in
Gebeurtenis op een gebeurtenis
en geef met de gewenste
selectievakjes aan hoe u wilt worden
gewaarschuwd. U hebt diverse
keuzes, zoals een speciaal geluid,
een bericht of een knipperlicht.
INSTELLINGEN
132
Vergrendelen
Het apparaat is voorzien van twee
soorten beveiliging. U kunt de
telefoon tegen ongewenst gebruik
beveiligen door er een bepaald
type wachtwoord aan toe te
kennen: PIN (Personal Identification
Number). Daarnaast kunt u ook
met wachtwoordbeveiliging
voorkomen dat de telefoon zonder uw
toestemming wordt gebruikt.
De PIN krijgt u van uw draadloze-
serviceprovider; u kunt deze later
wijzigen.
Wanneer u het apparaat in
gebruik neemt, bedenkt u zelf een
wachtwoord.
De telefoon beveiligen met
een PIN
1. Tik op het toetsenblok op
Menu > Instellingen > tabblad
Vergrendelen.
2. Tik op PIN vereist als telefoon wordt
gebruikt.
3. Als u de PIN wilt wijzigen, kunt u op
elk gewenst moment tikken op PIN
wijzigen.
Tip
v
Noodoproepen kunnen altijd
worden geplaatst; er hoeft
hiervoor geen PIN te worden
ingevoerd.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
133
De telefoon beveiligen met
een wachtwoord
U kunt uw gegevens nog beter
beveiligen door in te stellen dat
er een wachtwoord moet worden
ingevoerd wanneer de telefoon wordt
ingeschakeld.
1. Tik op
Start > Instellingen
> tabblad Persoonlijk >
Verbindingen.
2. Schakel het selectievakje 'Bericht
indien apparaat niet gebruikt
gedurende' in en selecteer rechts
in het vak hoe lang het apparaat
moet zijn uitgeschakeld voordat het
wachtwoord weer moet worden
ingevoerd. Selecteer in het vak Type
wachtwoord het type wachtwoord
dat u wilt gebruiken.
Voer het wachtwoord in en
bevestig het zo nodig. Als het
apparaat is geconfigureerd voor
verbinding met een netwerk,
gebruikt u ter ondersteuning van
de netwerkbeveiliging een sterk
wachtwoord.
3. Voer op het tabblad Geheugensteun
een zin in waarmee u zich het
wachtwoord kunt herinneren.
Kies de zin zodanig dat u het
anderen niet gemakkelijker maakt
het wachtwoord te raden. De
geheugensteun verschijnt wanneer
viermaal een verkeerd wachtwoord
is opgegeven.
4. Tik op
OK. De eerstvolgende
keer dat het apparaat wordt
ingeschakeld, wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren.
INSTELLINGEN
134
Opmerking
v
Elke keer dat er een verkeerd
wachtwoord wordt ingevoerd,
duurt het langer voordat het
apparaat reageert, totdat er
uiteindelijk helemaal geen reactie
meer komt..
Als u het wachtwoord vergeet,
volgt u de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding om het
geheugen te wissen. Pas dan kunt
u het apparaat weer gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Tik op Start > Instellingen
> tabblad Persoonlijk >
Verbindingen. U wordt gevraagd
om het huidige wachtwoord in te
voeren.
2. Geef het nieuwe wachtwoord op in
het vak Wachtwoord.
3. Voer op het tabblad Geheugensteun
een zin in waarmee u zich het
nieuwe wachtwoord kunt
herinneren. Kies de zin zodanig dat
u het anderen niet gemakkelijker
maakt het wachtwoord te raden. De
geheugensteun verschijnt wanneer
viermaal een verkeerd wachtwoord
is opgegeven.
4. Tik op
OK.
Informatie over de eigenaar
weergeven op het scherm
Vandaag
Als uw contactgegevens op
het scherm Vandaag worden
weergegeven wanneer het apparaat
wordt ingeschakeld, kunt u makkelijk
worden opgespoord in geval het
apparaat zoek raakt.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
135
1. Tik op Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Info over
eigenaar.
2. Schakel op het tabblad Opties het
selectievakje Identificatiegegevens
in.
3. Schakel op het tabblad Opties het
selectievakje Notities in als u nog
andere tekst wilt weergegeven,
bijvoorbeeld: vinder wordt beloond.
4. Voer op het tabblad Notities de
gewenste tekst in.
Tip
v
Als u informatie over de eigenaar
wilt weergeven op het scherm
Vandaag, tikt u op Start >
Instellingen > tabblad Persoonlijk
> Vandaag. Schakel op het tabblad
Items het selectievakje Info over
eigenaar in.
Vandaag
Instellingen voor het scherm
Vandaag
Op het scherm Vandaag vindt u
uw op handen zijnde afspraken,
actieve taken en informatie over e-
mailberichten.
Het scherm Vandaag
synchroniseren
1. Tik op Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Selecteer op het tabblad Weergave
het gewenste thema voor de
achtergrond van het scherm
Vandaag.
3. Selecteer op het tabblad Items de
items die u op het scherm Vandaag
wilt weergeven.
INSTELLINGEN
136
Tip
v
Als u de volgorde van de items
op het scherm Vandaag wilt
wijzigen, tikt u op het gewenste
item en vervolgens op Omhoog
of Omlaag.
Uw eigen
achtergrondafbeelding
gebruiken
U kunt een afbeelding uit uw eigen
collectie gebruiken als achtergrond
voor het scherm Vandaag.
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2.
Schakel het selectievakje Deze
afbeelding als achtergrond gebruiken
in en tik op Bladeren om een lijst met
uw afbeeldingsbestanden weer te
geven.
3. Tik op de bestandsnaam van de
afbeelding die u wilt gebruiken.
4. Tik op OK.
Opties instellen voor de
weergave van afspraken op
het scherm Vandaag
Als u veel afspraken hebt, kunt u
aangeven welk soort afspraken u op
het scherm Vandaag wilt weergeven.
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Tik op het tabblad Items.
3. Selecteer Agenda en tik op Opties.
v
Selecteer Volgende afspraak als
u alleen de volgende afspraak
wilt weergeven of Eerstvolgende
afspraken als u meerdere afspraken
wilt weergeven.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
137
v
Schakel het selectievakje Alle
gebeurtenissen van de dag
weergeven uit.
Opties instellen voor de
weergave van taken op het
scherm Vandaag
Als u veel taken hebt, kunt u aangeven
welk soort taken u op het scherm
Vandaag wilt weergeven.
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Persoonlijk > Vandaag.
2. Tik op het tabblad Items.
3. Selecteer Taken en tik op Opties.
v
Selecteer het soort taken dat
u op het scherm Vandaag wilt
weergeven.
v
Geef in de lijst Categorie aan of
u alleen taken uit een bepaalde
categorie wilt weergeven of alle
taken.
Alarmen
Tijd
U kunt de tijd, de dag van de week en
de datum weergeven.
Tik op
Start > Instellingen > tabblad
Systeem > Klok en alarmsignalen >
tabblad Tijd.
INSTELLINGEN
138
Tik op het huidige uur, de minuten
en seconden, en vervolgens op
de pijl omhoog of omlaag om de
tijdinstelling te wijzigen.
Tik in het veld Datum op de pijl
omlaag om een kalender weer te
geven.
Tik in de kalender op de huidige
datum.
Tik op de pijl naar links of de pijl naar
rechts boven aan de kalender om
achteruit of vooruit te bladeren.
Alarmen
Tik in het venster Klok en
alarmsignalen op het tabblad
Alarmsignalen.
Tik op een selectievakje links op het
scherm, en stel de dag van de week
en het gewenste tijdstip voor het
alarmsignaal in.
Tik op <Beschrijving>, voer een
beschrijving in voor het alarmsignaal
en tik op de gewenste dag(en) van de
week.
Tik om de opties voor het alarmsignaal
in te stellen, zoals Geluid afspelen
en Bericht weergeven, en tik in het
veld Tijd om het tijdstip voor het
alarmsignaal in te stellen.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
139
Meer
U kunt de klok weergeven op de
titelbalk van alle programma's.
Geheugen
Wanneer een programma onstabiel
wordt of het programmageheugen
vol raakt, moet u het programma
mogelijk afsluiten.
Hoofdgeheugen
U kunt weergeven hoeveel geheugen
er beschikbaar is.
v
Tik op Start > Instellingen >
tabblad Systeem > Geheugen.
Op het tabblad Hoofdgeheugen kunt
u zien hoe groot het geheugen voor
bestands- en gegevensopslag is en
hoeveel programmageheugen er is.
Ook ziet u hier hoeveel geheugen in
gebruik is en hoeveel er nog vrij is.
Opslagkaart
U kunt zien hoeveel geheugen er
beschikbaar is op een opslagkaart die
zich in het apparaat bevindt.
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Systeem > Geheugen.
2. Tik op het tabblad Opslagkaart.
Tip
v
Als zich meerdere opslagkaarten
in het apparaat bevinden, tikt u op
de keuzelijst en vervolgens op de
kaart waarvan u de gegevens wilt
weergeven.
INSTELLINGEN
140
Actieve programma's
Meestal worden programma's
automatisch afgesloten om het
vereiste geheugen vrij te maken.
U kunt programma's echter ook
handmatig afsluiten als u hieraan de
voorkeur geeft.
1. Tik op
Start > Instellingen >
tabblad Systeem > Geheugen >
tabblad Actieve programma's.
2. Tik in de lijst met actieve
programma's op het programma dat
u wilt afsluiten en tik op Stoppen.
Aan/uit
Hoofdbatterij
Het apparaat bevat een oplaadbare
li-ion polymere batterij. Gebruik
uitsluitend originele, door de fabrikant
aanbevolen batterijen en accessoires.
U kunt de batterijsterkte controleren.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
141
De batterijsterkte controleren
v
Tik op het scherm Vandaag op het
batterijpictogram ( ).
v
Tik op Start > Instellingen >
tabblad Systeem > Aan/uit.
U kunt aangeven of de slaapstand
moet worden geactiveerd wanneer
de telefoon gedurende een bepaalde
periode niet is gebruikt terwijl deze
werkt op de hoofdbatterij of op
externe voeding.
Geavanceerd
v
Op batterijvoeding: het apparaat
uitschakelen als het gedurende 1, 2,
3, 4, 5 minuten niet wordt gebruikt.
v
Op netvoeding: het apparaat
uitschakelen als het gedurende 1,
2, 5, 10, 15, 30 minuten niet wordt
gebruikt.
Verlichting gebruiken
U kunt het energieverbruik beperken
door de verlichting van het scherm
en de knoppen uit te schakelen.
Door kort in te drukken, kunt u de
slaapstand in- en uitschakelen. In de
slaapstand is de verlichting volledig
uitgeschakeld.
Opmerking
v
Door de aan-uittoets in de
drukken en weer los te laten, kunt
u de slaapstand geforceerd in- en
uitschakelen.
U kunt de duur en de helderheid van
de verlichting aanpassen.
INSTELLINGEN
142
De instellingen voor de verlichting
aanpassen:
1. Tik op Start > Instellingen.
2. Tik op tabblad Systeem > Verlichting.
Geef op het tabblad Accu aan of
de verlichting automatisch moet
worden uitgeschakeld wanneer de
telefoon na een bepaalde tijd niet is
gebruikt terwijl deze door de batterij
wordt gevoed.
Geef op het tabblad Externe voeding
aan of de verlichting automatisch
moet worden uitgeschakeld wanneer
de telefoon na een bepaalde tijd niet
is gebruikt terwijl deze op externe
voeding werkt.
Selecteer op het tabblad Helderheid
het gewenste helderheidsniveau.
Geef op het tabblad Toetsen aan
of de verlichting van de toetsen
automatisch moet worden
uitgeschakeld wanneer deze
gedurende een bepaalde tijd niet zijn
gebruikt.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
143
Bluetooth
Bluetooth configureren
Tik op Start > Instellingen > tabblad
Verbindingen > Bluetooth.
Met Bluetooth kunnen compatibele
mobiele apparaten, randapparatuur
en computers die zich in dezelfde
buurt bevinden direct met elkaar
communiceren (zonder draden). Deze
handset ondersteunt ingebouwde
Bluetooth-connectiviteit, waardoor
u de handset kunt aansluiten op
compatibele Bluetooth-headsets,
computertoepassingen enzovoort.
Opmerking
v
Als u PCsync via Bluetooth
gebruikt, kunt u alleen gegevens
binnen het telefoonboek
uitwisselen.
v
Wanneer u gegevens van een
ander Bluetooth-apparaat
ontvangt, wordt door de telefoon
om een bevestiging gevraagd.
Nadat u de overdracht hebt
bevestigd, wordt het bestand naar
uw telefoon gekopieerd.
v
U kunt de gedeelde map
instellen door te tikken op
Instellingen voor Bluetooth >
Services > Bestandsoverdracht >
Geavanceerd.
INSTELLINGEN
144
Algemeen
v
Huidig profiel: u kunt de
verschillende Bluetooth-instellingen
onder verschillende profielnamen
opslaan.
v
Bluetooth-status: Bluetooth is in-
of uitgeschakeld.
Toegankelijkheid
Toegankelijkhein
v
Naam: de naam die tijdens de
koppeling op het externe apparaat
wordt weergegeven.
v
Adres: het Bluetooth-adres wordt
weergegeven.
Toegankelijkheid
v
Andere apparaten mogen
verbinding maken
Alle apparaten/alleen gekoppelde
apparaten: u kunt kiezen of u andere
apparaten wilt toestaan verbinding
te maken met uw apparaat. Wanneer
u alle apparaten toestaat, kan het
externe apparaat verbinding maken
met uw apparaat als de verificatie/
machtiging lukt. Staat u alleen
gekoppelde apparaten toe, dan kan
het externe apparaat wel identificeren
maar krijgt het geen toegang tot
service-identificatie.
v
Ik ben zichtbaar voor andere
apparaten schakel deze optie:
uit als u niet wilt dat uw apparaat
door andere apparaten wordt
gedetecteerd.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
145
Services
U kunt alle Bluetooth-profielen
configureren (Bestandsoverdrac
ht,Informatie-uitwisseling,Seriële
poort,Personal Network Server,PIM-
synchronisatie,Externe-toegangsserve
r,Telefoonboektoegangs server,Hands-
free)).
Bluetooth-modi
Bluetooth biedt drie werkstanden op
het apparaat:
v
Aan: Bluetooth is ingeschakeld en u
kunt Bluetooth-functies gebruiken.
v
Uit: Bluetooth is uitgeschakeld. In
deze modus kunt u geen gegevens
verzenden of ontvangen via
Bluetooth. U kunt de radio af en
toe uitschakelen om de batterij
te sparen of wanneer u op een
locatie bent waar het gebruik van
de radio niet is toegestaan, zoals in
vliegtuigen en in ziekenhuizen.
v
Identificeerbaar: Bluetooth
is ingeschakeld en alle andere
Bluetooth-apparaten die zich
binnen een straal van 10 meter
bevinden, kunnen uw apparaat
detecteren.
Opmerking
v
Bluetooth is standaard
uitgeschakeld. Als Bluetooth is
ingeschakeld op het moment dat
u het apparaat uitschakelt, wordt
Bluetooth ook uitgeschakeld.
Schakelt u het apparaat weer in,
dan wordt Bluetooth automatisch
ook weer ingeschakeld.
INSTELLINGEN
146
Het apparaat zichtbaar maken
voor anderen
1. Tik op Start > Instellingen
> tabblad Verbindingen >
Bluetooth.
2. Schakel de selectievakjes Bluetooth
inschakelen en Dit apparaat
zichtbaar maken voor andere
apparatuur in.
3. Tik op
OK.
Opmerking
v
Als u het selectievakje Dit apparaat
zichtbaar maken voor andere
apparatuur inschakelt, wordt
Bluetooth ook ingeschakeld..
Bluetooth-partnerverbanden
Een Bluetooth-partnerverband is
een relatie die u tot stand brengt
tussen uw apparaat en een ander
Bluetooth-apparaat om gegevens te
kunnen uitwisselen via een beveiligde
verbinding. Bij het instellen van
een partnerverband tussen twee
apparaten moet op beide apparaten
dezelfde PIN (Personal Identification
Number) of hetzelfde wachtwoord
worden ingevoerd. Het instellen van
een partnerverband is een eenmalige
actie. Zodra het partnerverband tot
stand is gebracht, wordt dit door
de apparaten herkend en kan er
gegevensuitwisseling plaatsvinden
zonder dat er nog een PIN hoeft te
worden ingevoerd. Zorg ervoor dat
de twee apparaten maximaal 10
meter van elkaar verwijderd zijn, en
dat Bluetooth is ingeschakeld en de
apparaten zijn ingesteld op vindbaar.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
147
Een Bluetooth-partnerverband
instellen
1. Tik op Start > Instellingen
> tabblad Verbindingen >
Bluetooth.
2. Tik op
Bluetooth-beheer > Nieuw.
3. Er worden Bluetooth-toepassingen
weergegeven en u kunt de
gewenste toepassing selecteren.
Een Bluetooth-
partnerverband accepteren
1. Zorg ervoor dat Bluetooth is
ingeschakeld en is ingesteld op
Identificeerbaar.
2. Tik op Ja wanneer wordt gevraagd
of u een partnerverband met het
andere apparaat tot stand wilt
brengen.
3. Voer het wachtwoord in (hetzelfde
wachtwoord dat ook is ingevoerd
op het apparaat dat het verzoek
om het partnerverband heeft
verzonden). Op deze manier wordt
een beveiligde verbinding tot stand
gebracht. Het wachtwoord moet
tussen 1 en 16 tekens bevatten.
4. Tik op Volgende.
5. Tik op Voltooien. U kunt nu
gegevens uitwisselen met het
andere apparaat.
Opmerking
v
Tik in het venster met Bluetooth-
instellingen op Start > Help, voor
meer informatie over Bluetooth-
profielen.
INSTELLINGEN
148
USB naar PC
U kunt de USB-verbinding naar de pc
selecteren.
Actieve sync USB of USB-massaopslag.
USB-massaopslag gebruiken
1. Tik op Start > Instellingen >
Verbindingen > USB aan pc.
2. Selecteer de USB-massaopslag.
3. Tik op OK.
Verbindingen
Het apparaat is uitgerust met
krachtige netwerkvoorzieningen die
u de mogelijkheid bieden verbinding
te maken met internet via een HSDPA-
netwerk (High Speed Downlink Packet
Access), EDGE-netwerk (Enhanced
Data rates for Global Evolution),
GPRS-netwerk (General Packet Radio
Service), een Bluetooth-modem of
een WLAN. U kunt verbinding tot
stand brengen met internet of met
een bedrijfsnetwerk om op internet te
surfen en e-mail of expresberichten uit
te wisselen.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
149
Opmerking
v
De telefoon is standaard al
geconfigureerd om verbinding
met internet te maken.
Verbinding maken
met internet via vooraf
geconfigureerde instellingen.
1. Tik op Start > Instellingen
> tabblad Verbindingen >
Verbindingen > tabblad
Geavanceerd.
2. Tik op Netwerken selecteren.
3. Selecteer de juiste optie in de lijst
Programma's die automatisch
verbinding maken met het Internet
moeten gebruikmaken van.
4. Tik op OK.
5. To complete the connection wizard,
tab OK.
INSTELLINGEN
150
Verbinding maken
met internet via uw
internetprovider
1. Obtain the following information
from your ISP:
v
Telefoonnummer van de server
v
Gebruikersnaam
v
Wachtwoord
v
APN (Access Point Name), vereist
voor GPRS-verbinding
2. Tik op
Start > Instellingen
> tabblad Verbindingen >
Verbindingen.
3. Tik op Een nieuwe
modemverbinding toevoegen.
4. Voer een naam in voor de
verbinding.
5. Selecteer een modem in de lijst. Als
u bijvoorbeeld het Packet Service-
netwerk wilt gebruiken, selecteert
u Mobiele verbinding (GPRS, 3G,
HSDPA).
6. Tik op Volgende.
7. Voltooi de wizard door de vereiste
gegevens in te voeren en tik op
Voltooien.
8. Tik op het tabblad
Geavanceerd >
Netwerken selecteren.
9. Selecteer in de lijst Programma's
die automatisch verbinding maken
met een privénetwerk moeten
gebruikmaken van, de optie Mijn
internetprovider en tik op OK..
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
151
Opmerking
v
Tik op Help voor meer informatie
over een scherm. Als u de
verbindingsinstellingen wilt
wijzigen, tikt u op het scherm
Verbindingen op Bestaande
verbindingen beheren en voltooit
u de wizard.
v
Als er op het scherm Mijn
internetprovider twee of meer
verbindingen zijn vermeld, wordt
standaard 'Automatisch kiezen'
geselecteerd..
Wilt u niet Automatisch
kiezen gebruiken maar zelf
een verbinding selecteren,
dan tikt u op het scherm Mijn
internetprovider op Bestaande
verbindingen beheren, selecteert
u de gewenste verbinding en tikt
u op OK.
De instellingen van de
netwerkkaart op het apparaat
wijzigen
1. Tik op Start > Instellingen >
tabblad Verbindingen > Wi- Fi.
2. Tik op het tabblad Netwerkadapters.
3. Selecteer de juiste optie in de
lijst Mijn netwerkkaart maakt
verbinding met.
INSTELLINGEN
152
v
Als u verbinding met internet wilt
maken via uw internetprovider
of een WLAN om webpagina's
te bekijken in Internet Explorer,
selecteer u Internet.
v
Als u verbinding wilt maken met een
privénetwerk en in Verkenner door
de gedeelde map op het netwerk
wilt bladeren, selecteert u Werk.
4. Selecteer de juiste adapter in het
veld Tik op een adapter om de
instellingen te wijzigen.
5. Als u een netwerkkaart
hebt geselecteerd en het
instellingenscherm wordt
weergegeven, moet u de vereiste
instellingen opgeven. Selecteer
op het tabblad IP-adres de optie
Specifiek IP-adres gebruiken en voer
de vereiste gegevens in.
Vraag uw internetprovider of
netwerkbeheerder naar het IP-
adres, het subnetmasker en de
standaardgateway.
6. Configureer de DNS- en WINS-
instellingen op het tabblad
Naamservers. Servers die een
toegewezen IP-adres vereisen,
vereisen mogelijk ook een manier
computernamen toe te wijzen aan
IP-adressen. DNS en WINS zijn de
resolutie-instellingen die door het
apparaat worden ondersteund.
Opmerking
v
Als u verbinding met internet wilt
maken via een WLAN, moet 'Mijn
internetprovider' voorkomen in de
verbindingsinstellingen.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
153
Draadloos beh.
Met Draadloos beheer kunt u
internetverbinding via Wi-Fi en
Bluetooth-verbindingen op het
apparaat beheren. Via Draadloos
beheer kan de telefoon verbinding
maken met lokale draadloze
netwerken en draadloze toegang
tot internet krijgen. Wi-Fi is sneller en
biedt een groter bereik dan draadloze
Bluetooth-technologie.
v
Tik op het scherm Vandaag op
Draadloos beheer of op Start >
Instellingen > Verbindingen.
v
Tik in Draadloos beheer op Wi-Fi om
Wi-Fi in te schakelen.
INSTELLINGEN
154
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Er wordt een pop-upvenster
weergegeven met gescande
toegangspunten die geschikt zijn.
v
Selecteer het toegangspunt dat u
mag gebruiken en tik op OK.
v
Selecteer vervolgens Internet en tik
op Verbinden.
Opmerking
Als uw Wi-Fi-provider of
netwerkbeheerder WEP-
codering heeft ingesteld voor de
netwerkbeveiliging, kiest u WEP-
sleutel in het pop-upvenster. Als er
geen WEP-codering is ingesteld,
wordt het pop-upvenster niet
weergegeven.
Als u de sleutel niet kent, vraagt
u dit aan uw Wi-Fi-provider of
netwerkbeheerder.
Als de Wi-Fi-verbinding tot stand
is gebracht, wordt de naam van de
verbinding (SSID) weergegeven in
Draadloos beheer.
Als u Wi-Fi wilt inschakelen, tikt u in
Draadloos beheer nogmaals op Wi-Fi.
155
Instellingen voor Wi-Fi-
verbinding configureren
Opmerking
Vraag uw WLAN-provider of
netwerkbeheerder naar de IP-
instellingen voordat u begint met het
instellen van de WLAN-configuratie.
v
Tik op Start > Instellingen >
Verbindingen > tabblad Wi-Fi
> tabblad Netwerkadapters >
Samsung 2700S WiFi-adapters.
v
Als u de IP-instellingen automatisch
wilt configureren, tikt u op Door
server toegewezen IP-adres
gebruiken.
INSTELLINGEN
156
v
Als u tikt op Specifiek IP-adres
gebruiken, moet u het IP-adres
invoeren dat u van uw WLAN-
provider of netwerkbeheerder hebt
gekregen.
v
Voer het IP-adres, subnetmasker en
de standaardgateway in.
v
Tik op Naamservers.
v
Voer zo nodig DNS en Secundaire
DNS, WINS en Secundaire WINS in.
Opmerking
Om te voorkomen dat er gegevens
uit de telefoon verloren gaan,
worden alle draadloze services
(zoals telefoon, WLAN en Bluetooth)
automatisch afgesloten wanneer
de batterijsterkte minder dan 2%
bedraagt.
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
157
ACCESSORIES
ACCESSORIES
Er zijn verscheidene accessoires voor de mobiele telefoon beschikbaar. U kunt
deze opties selecteren al naar gelang uw persoonlijke communicatiebehoeften.
Reisadapter
Reisadapter Met
deze oplader kunt u
de batterij opladen
als u onderweg
bent.
Batterij
Datakabel/CD
Om uw telefoon aan te sluiten op een
computer.
Stereo headset
v
Stereo
headset
Opmerking
v
Gebruik altijd authentieke
LGaccessoires.
v
Als u dit niet doet, kan uw garantie
vervallen.
v
Accessoires kunnen per gebied
verschillen. Ga naar ons plaatselijke
servicebedrijf of agent voor meer
informatie.
158
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
Algemeen
Productnaam: KS20
Systeem: GSM900/DCS1800/PCS 1900, WCDMA 2100
Netto gewicht: 92.5g(MET BATTERIJ), 65g(ZONDER BATTERI)
Omgevingstemperaturen
Max: 55 °C (ontladen) / 45 °C (laden)
Min: -10 °C

Documenttranscriptie

KS20 NEDERLANDS FRANÇAIS ENGLISH Gebruikershandleiding www.lgmobile.com P/N : MMBB0271168(1.0) W Gebruikershandleiding LG KS20 Dit is de gebruikershandleiding voor de Windows Mobile Pocket PC LG KS20. Alle rechten in verband met dit document zijn voorbehouden door LG Electronics. Het kopieÅNren, wijzigen en verspreiden van dit document zonder de schriftelijke toestemming van LG Electronics is verboden. KS20 Gebruikershandleiding - Nederlands Dit is de gebruikershandleiding voor de Windows Mobile Pocket PC LG KS20. Alle rechten in verband met dit document zijn voorbehouden door LG Electronics. Het kopieÅNren, wijzigen en verspreiden van dit document zonder de schriftelijke toestemming van LG Electronics is verboden. Uw oude toestel wegdoen 1. Als het symbool met de doorgekruiste verrijdbare afvalbak op een product staat, betekent dit dat het product valt onder de Europese Richtlijn 2002/96/EC. 2. Elektrische en elektronische producten mogen niet worden meegegeven met het huishoudelijk afval, maar moeten worden ingeleverd bij speciale inzamelingspunten die door de lokale of landelijke overheid zijn aangewezen. 3. De correcte verwijdering van uw oude toestel helpt negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen. 4. Wilt u meer informatie over de verwijdering van uw oude toestel? Neem dan contact op met uw gemeente, de afvalophaaldienst of de winkel waar u het product hebt gekocht. Inhoud Introductie 8 9 Voor uw veiligheid Richtlijnen voor juist en veilig gebruik 10 KS20 functies 18 35 Het scherm Vandaag aanpassen Het standaard Microsoft-scherm Vandaag 36 Indicators 38 Het menu Start gebruiken 39 Onderdelen van de telefoon Waarschuwingen voor aanraaktoetsen21 Het scherm Vandaag bewerken Programma-indicators 40 Aan de slag Gegevens invoeren en opzoeken 23 De USIM-kaart en de batterij plaatsen Inhoud  HET SCHERM Het scherm Vandaag De batterij opladen 25 De oplader loskoppelen 27 Een microSDgeheugenkaart gebruiken 28 De geheugenkaart formatteren 29 Het apparaat in- en uitschakelen 30 Het apparaat resetten Het apparaat kalibreren 32 Scherminstellingen beheren 33 43 Het invoerpaneel Het toetsenbord gebruiken 44 Het standaardschermtoetsenbord gebruiken Tekenen en schrijven op het scherm 45 Een notitie opnemen 47 De zoekfunctie 48 Algemene functies Het volume aanpassen Een oproep plaatsen Oproepen ontvangen Opties voor inkomende oproepen Extra informatie over bellen Het apparaat synchroniseren ActiveSync gebruiken Windows Vista™ instellen De synchronisatiefunctie Synchroniseren via Bluetooth Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren 50 Communicatie 68 Berichten verzenden 51 53 55 57 59 62 65 66 E-mailaccount instellen Nieuwe SMS-Berichten Nieuwe MMS-berichten 69 70 MMS-berichten verzenden Berichten beheren 71 Berichten downloaden Berichten beantwoorden of doorsturen 72 Telefoon 73 Oproep plaatsen Oproep beëindigen Een oproep plaatsen via Geschiedenis Een oproep plaatsen via Snelkeuze 74 75 Logbestanden oproep 76 77 Inhoud Opslaan in Contacten Notitie bekijken Verwijderen SMS-bericht verzenden... Multimediabericht verzenden Filter  Inhoud Contacten Overzicht Contacten Een nieuwe contacten maken Contactgegevens wijzigen De lijst met Contacten gebruiken SIM-Contacten kopiëren Contacten Zoeken naar een contacten Multimedia 78 79 80 81 83 Camera Inhoud  De cameramodus configureren 84 Filmcamera Opname inlijsten Windows Media 85 86 87 Het scherm Afspelen Het scherm Afspeellijst Het scherm Bibliotheek 89 90 91 FM-RADIO 92 Afbeeldingen en video’s 93 Een afbeelding of videoclip kopiëren naar het apparaat 94 Afbeeldingen weergeven 95 Video’s met geluid afspelen Afbeeldingen en videoclips sorteren 96 Een afbeelding of videoclip verwijderen Een afbeelding of videoclip bewerken 97 Een afbeelding instellen als achtergrond voor het scherm Vandaag 98 Afbeeldingen en videoclips verzenden via e-mail Voor het sturen van foto's en videoclips via Bluetooth 99 Afbeeldingen toewijzen aan Contacten De geavanceerde opties gebruiken Mobile Java Spelletjes 101 Programma's 102 Internet Explorer Word Mobile 104 Een bestand maken Meer informatie over Word Mobile 105 107 Excel Mobile Niet-ondersteunde functies in Excel Mobile 108 111 Een diavoorstelling starten Een diavoorstelling stoppen Bladeren door de dia's 112 Verkenner Messenger 113 114 Windows Live Messenger starten Aanmelden en afmelden Contacten toevoegen en verwijderen Een expresbericht verzenden Contacten blokkeren en de blokkering opheffen Uw Messenger-status weergeven Uw weergavenaam wijzigen Meer informatie over Windows Live Messenger 115 116 117 117 De informatie in een notitie De standaardinvoermethode voor Notities instellen 118 Een notitie maken Taken 119 Een taak maken De prioriteit van een taak wijzigen Een herinnering instellen voor alle nieuwe taken 120 Start- en einddatums weergeven in de takenlijst Zoeken naar een taak 121 PSNote Nieuw document 122 Tekst schrijven Het lettertype wijzigen 123 Tekeningen maken Afbeeldingen invoegen Multimedia invoegen Een heel gebied knippen of kopiëren 124 Het zoomniveau wijzigen De persoonlijke woordenlijst gebruiken Inhoud PowerPoint Mobile Opmerking  Inhoud AutoProfile Gedeelde internetverbinding Instellingen 125 127 Telefooninstelling Telefoon Services Netwerk Band De datum en tijd instellen Alarmsignalen instellen 129 130 130 131 Geluiden en meldingen Inhoud  Vandaag Alarmen Tijd Alarmen Meer Geluiden en meldingen instellen voor acties Geheugen Vergrendelen Hoofdgeheugen Opslagkaart Actieve programma's 132 De telefoon beveiligen met een PIN De telefoon beveiligen met een wachtwoord 133 Het wachtwoord wijzigen 134 Informatie over de eigenaar weergeven op het scherm Vandaag 135 Instellingen voor het scherm Vandaag 135 Het scherm Vandaag synchroniseren Uw eigen achtergrondafbeelding gebruiken 136 Opties instellen voor de weergave van afspraken op het scherm Vandaag Opties instellen voor de weergave van taken op het scherm Vandaag 137 138 139 139 140 Aan/uit Hoofdbatterij Geavanceerd 141 Bluetooth 143 Bluetooth configureren Algemeen 144 Toegankelijkheid Services 145 Bluetooth-modi Het apparaat zichtbaar maken voor anderen 146 Bluetooth-partnerverbanden Een Bluetooth-partnerverband accepteren 147 USB naar PC Draadloos beh. 153 Instellingen voor Wi-Fi-verbinding configureren 155 Accessories TECHNISCHE GEGEVENS 157 158 148 USB-massaopslag gebruiken Verbindingen Verbinding maken met internet via vooraf geconfigureerde instellingen. 149 Verbinding maken met internet via uw internetprovider 150 De instellingen van de netwerkkaart op het apparaat wijzigen 151 Inhoud  Introductie Gefeliciteerd met uw aanschaf van de geavanceerde en compacte Windows Mobile Pocket PC KS20, die speciaal is gemaakt voor de nieuwste technologie op het gebied van mobiele communicatie. Deze gebruikershandleiding bevat belangrijke informatie over het gebruik en de bediening van uw telefoon. Lees alle informatie aandachtig door om het toestel optimaal te benutten en schade aan of misbruik van de telefoon te voorkomen. Bij aanpassingen aan de telefoon die niet uitdrukkelijk in deze gebruikershandleiding zijn vermeld, kan de garantie op het toestel vervallen. Introductie  Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen door. Het niet volgen van deze richtlijnen kan gevaarlijk of verboden zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. WAARSCHUWING • Schakel de telefoon uit wanneer dit door speciale voorschriften wordt vereist. Gebruik de telefoon bijvoorbeeld niet in ziekenhuizen, aangezien door het gebruik gevoelige medische apparatuur beschadigd kan raken. • Lees deze eenvoudige richtlijnen door. Het niet volgen van deze richtlijnen kan gevaarlijk of verboden zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. • Gebruik alleen de ORIGINELE accessoires om schade aan uw telefoon te vermijden. • Alle radiozenders kunnen storing veroorzaken in elektronische apparaten die zich in de buurt bevinden. Een weinig storing kan al van invloed zijn op tv's, radio's, pc's, etc. • Batterijen dienen volgens de van toepassing zijnde wetgeving te worden weggegooid. • Haal de telefoon of batterij niet uit de behuizing. Voor uw veiligheid • Mobiele telefoons dienen aan boord van een vliegtuig uitgeschakeld te zijn. •H  oud de telefoon niet in uw hand vast als u een voertuig bestuurt. •G  ebruik de telefoon niet in de buurt van benzinestations, chemische fabrieken of explosiewerkzaamheden. •G  ebruik voor uw veiligheid ALLEEN de aangegeven ORIGINELE batterijen en opladers. •H  oud de telefoon tijdens het opladen niet met natte handen vast. Hierdoor kunt u elektrische schokken oplopen of de telefoon beschadigen. • B ewaar de telefoon op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. De telefoon bevat kleine onderdelen die, indien losgemaakt, verstikking kunnen veroorzaken. LET OP!  Richtlijnen voor juist en veilig gebruik Lees deze eenvoudige richtlijnen door. Het niet respecteren van de voorschriften kan gevaarlijk of illegaal zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. Richtlijnen voor juist en veilig gebruik 10 Certificatie-informatie (SAR) DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN Dit mobiele apparaat is een radiozender en - ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat het voldoet aan de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen (RFsignalen) die door internationale richtlijnen (ICNIRP) worden aanbevolen. Deze beperkingen maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en definiëren het toegestane niveau voor RF-energie voor de algemene bevolking. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties door middel van periodieke en grondige evaluaties van wetenschappelijke studies. In deze richtlijnen is een grote veiligheidsmarge ingebouwd om de veiligheid van alle personen te kunnen waarborgen, ongeacht de leeftijd of gezondheidstoestand. De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-limiet die wordt vermeld in de internationale richtlijnen is 2,0 W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. dient te zijn. De hoogste SARwaarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik naast het oor is 1.04 W/kg. v Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RFsignalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het product zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het lichaam bevinden. Voor het overbrengen van databestanden of berichten, moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het Richtlijnen voor juist en veilig gebruik Hoewel de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane niveau, kan het werkelijke SARniveau van het apparaat tijdens gebruik aanzienlijk lager liggen dan de maximumwaarde. Dit komt doordat het apparaat is ontworpen voor gebruik bij verschillende energieniveaus, zodat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u zich bij een zendmast bevindt, hoe minder energie het apparaat gebruikt. Alvorens een bepaald type mobiele telefoon in de verkoop komt, moet worden bepaald of deze voldoet aan de Europese R&TTErichtlijn. Deze richtlijn kent als een van de voornaamste eisen dat de gezondheid van de gebruiker alsmede van iedereen in de buurt daarvan te allen tijde gewaarborgd 11 Richtlijnen voor juist en veilig gebruik Richtlijnen voor juist en veilig gebruik 12 overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid. De hoogste SAR-waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik bij het lichaam is 1.24 W/kg. * De SAR-limiet die voor mobiele apparatuur voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram lichaamsweefsel. In de richtlijnen is een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd, voor extra bescherming en om eventuele meetvariaties te ondervangen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR in andere regio’s kunt u vinden bij de productinformatie op www. lgmobile.com. Onderhoud WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend originele batterijen, opladers en accessoires die zijn goedgekeurd voor dit specifieke type telefoon. Het gebruik van andere types kan gevaarlijk zijn en kan de garantie op het toestel doen vervallen. v Haal het toestel niet uit elkaar. Raadpleeg voor reparaties een erkend technicus. v Houd het toestel uit de buurt van elektrische apparaten zoals tv, radio en pc. v Houd het toestel uit de buurt van v Houd het toestel uit de buurt van creditcards en andere pasjes; dit kan de informatie op de magnetische strips beïnvloeden. v Tik niet op het scherm met scherpe objecten, dit kan de telefoon beschadigen. v Stel het toestel niet bloot aan vocht. v Gebruik accesoires, zoals hoofdtelefoons en headsets altijd met voorzichtigheid. Zorg ervoor dat kabels altijd veilig weggestopt zitten en vermijd onnodig contact met de antenne. v Gebruik de accessoires zoals de oortelefoon zorgvuldig. Raak de antenne niet onnodig aan. Richtlijnen voor juist en veilig gebruik warmtebronnen zoals radiators en fornuizen. v Plaats uw telefoon nooit in een magnetron, dit zal de accu doen ontploffen. v Laat het toestel niet vallen. v Stel het toestel niet bloot aan mechanische trillingen of schokken. v Het omhulsel van het toestel kan beschadigd raken als het wordt verpakt in papier of vinylpapier. v Gebruik een droge doek om de buitenkant van het toestel te reinigen. (Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzeen, thinner of alcohol.) v Stel het toestel niet bloot aan overmatige rook of stof. 13 Richtlijnen voor juist en veilig gebruik Elektronische apparaten Richtlijnen voor juist en veilig gebruik 14 Alle mobiele telefoons kunnen onderhevig zijn aan storingen die de prestaties nadelig be nvloeden. v Gebruik uw telefoon niet in de buurt van medische apparatuur zonder hiervoor vooraf toestemming te vragen. Houd de telefoon op afstand van uw pacemaker, draag deze niet in een borstzak (bijv. in uw borstzak). v Sommige gehoorapparaten kunnen storing ondervinden van mobiele telefoons. v De telefoon kan ook enige storing veroorzaken bij tv’s, radio’s, pc’s, enz. Veiligheid op de weg Kijk de bestaande wetten en regels na over het gebruik van mobiele telefoons in uw voertuig in de landen waar u rijdt. v Houd de telefoon niet in de hand terwijl u aan het rijden bent. v Houd uw aandacht bij de weg. v Maak gebruik van een handsfree kit, indien beschikbaar. v Als dit gezien de rijomstandigheden verstandiger is, verlaat dan de weg en parkeer uw auto alvorens een telefoongesprek te gaan voeren. v RF-energie kan sommige elektronische systemen in uw gemotoriseerde voertuig, zoals autoradio en beveiligingsapparatuur, nadelig be nvloeden. v Als uw voertuig is voorzien van Vermijd gehoorbeschadiging Gehoorbeschadiging kan optreden als u uw gehoor voor langere tijd blootsteld aan een hoog volume. Wij raden u daarom aan om de telefoon niet dicht bij het oor aan of uit te schakelen. Ook adviseren wij u om het muziek- en belvolume op een verantwoord niveau in te stellen. Gebied waar ontploffingen plaatsvinden Gebruik de telefoon niet op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan de geldende voorschiften en regels. Richtlijnen voor juist en veilig gebruik een airbag, plaats dan geen ge nstalleerde of draadloze apparatuur in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Dit kan ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen. Als u naar muziek luisterd wanneer u buiten de deur bent, zorg dan alstublieft voor een verantwoord volume zodat u alert blijft op wat er in uw omgeving gebeurt. Vooral bij zaken als oversteken is dit van zeer groot belang. 15 Richtlijnen voor juist en veilig gebruik Mogelijk explosieveatmosfeer v Gebruik de telefoon niet aan de grond zonder toestemming van de bemanning. v Gebruik de telefoon niet in de Richtlijnen voor juist en veilig gebruik 16 nabijheid van tankstations. Gebruik hem niet in de buurt van brandstof of chemicaliën. v Vervoer of bewaar geen brandbaar gas, vloeistof of ander materiaal op dezelfde plaats in uw voertuig als uw mobiele telefoon en accessoires. Vliegtuig Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen. v Schakel uw mobiele telefoon uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. Kinderen Bewaar de telefoon op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. De telefoon bevat kleine afneembare onderdelen die tot verstikking kunnen leiden. Alarmnummers Alarmnummers kunt u niet via alle GSMnetwerken bellen. Zorg daarom dat u in noodsituaties nooit alleen afhankelijk bent van de telefoon. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie. Informatie en onderhoud batterij v U hoeft de batterij niet volledig lange tijd niet is gebruikt, voor een optimale betrouwbaarheid. v Stel de batterijlader niet bloot aan direct zonlicht en gebruik deze niet in vochtige ruimtes, zoals de badkamer. v Bewaar de batterij niet op warme of koude plaatsen, omdat dit de capaciteit van de batterij nadelig kan beïnvloeden. v Er bestaat explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een batterij van een verkeerd type. v Verwijder gebruikte batterijen volgens de instructies van de fabrikant. Richtlijnen voor juist en veilig gebruik te ontladen voor u deze oplaadt. In tegenstelling tot andere batterijsystemen heeft dit systeem geen geheugeneffect dat de capaciteit van de batterij beïnvloedt. v Gebruik uitsluitend LG-batterijen en - laders. LGladers zorgen voor een maximale levensduur van de batterij. v Haal de batterij niet uit elkaar en voorkom kortsluiting in de batterij. v Houd de metalen contactpunten van de batterij schoon. v De batterij kan honderden malen worden opgeladen voordat deze aan vervanging toe is. v Laad de batterij opnieuw op als deze 17 KS20 functies 1 5 Onderdelen van de telefoon Voorkant - geopend 2 1. Oortelefoon 2. Aanraakscherm 3 4 6 Hierop schrijft, tekent of selecteert u opties met de stylus. 3. Verzendtoets v Een telefoonnummer kiezen en inkomende oproepen beantwoorden. 4. Navigatietoetsen 5. Interne cameralens 6. Einde/aan-uittoets KS20 functies 18 v Een oproep beëindigen of weigeren. 3. Stylus en stylusaansluiting 4 1 5 2 6 7 3 Zijkant 1. Aansluiting Voor Kabel/oplader/ Handsfree Bellen/aansluiting Oordopjes 2. Toetsen Aan De Zijkant v Gebruik de stylus om te schrijven, te tekenen of items te selecteren op het aanraakscherm. 4. Aan-uittoets v Hiermee schakelt u het apparaat tijdelijk uit en activeert u de slaapstand; als u het apparaat geheel wilt uitschakelen, houdt u deze knop ongeveer vijf seconden ingedrukt. Wanneer het apparaat zich in de slaapstand bevindt, is de telefoonfunctie nog altijd actief en kunt u oproepen ontvangen; schakelt u het apparaat echter helemaal uit, dan is ook de telefoonfunctie uitgeschakeld. 5. MicroSD-kaartsleuf 6. Internet Explorer v Hiermee opent u Internet Explorer. 7. Cameratoets v Hiermee activeert u de camera. v Druk op de pijl omhoog of omlaag om het volume aan te passen. 19 v De toetsen op het LCD-scherm van het apparaat zijn aanraaktoetsen. v Lees "Waarschuwingen voor aanraaktoetsen" voordat u de aanraaktoetsen gebruikt. Waarschuwingen voor aanraaktoetsen 1. Zorg dat uw handen schoon en droog zijn. v Verwijder in een vochtige omgeving al het vocht van het oppervlak van uw handen en de aanraaktoetsen. Harde toetsen KS20 functies Aanraaktoetsen 2. U hoeft niet hard op de aanraaktoetsen te drukken om ze te gebruiken. Stel het apparaat niet bloot aan zware schokken. Dit kan de sensoren van de aanraaktoetsen beschadigen. 3. Druk met het puntje van uw vinger nauwkeurig op de toets die u wilt gebruiken. Let er daarbij op dat u de toetsen voor andere functies niet aanraakt. 21 KS20 functies KS20 functies 22 4. Wanneer zowel de verlichting van het basisscherm als van de aanraaktoetsen is uitgeschakeld, wordt de verlichting van het basisscherm niet ingeschakeld wanneer u op een aanraaktoets tikt. Druk op P op het basisscherm om de verlichting in te schakelen (aanraaktoetsen werken niet wanneer de toetsenbordverlichting is uitgeschakeld). 5. Aanraaktoetsen werken mogelijk niet correct wanneer zij zijn afgedekt door een telefoonhoes. Daarnaast werken aanraaktoetsen mogelijk niet correct wanneer u handschoenen draagt. 6. Houd voorwerpen van metalen en andere geleidende materialen weg van de aanraaktoetsen. Contact daarmee zal een fout veroorzaken. 7. U kunt voor deze telefoon geen pen of stylus gebruiken om een menu te selecteren. U kunt Menu ook met uw vinger selecteren. Mogelijk kunt u de toets echter niet goed indrukken met uw vinger. 8. De aanraaktoets werkt niet goed in een hele warme en vochtige omgeving. Aan de slag De USIM-kaart en de batterij plaatsen Verwijderen van de USIM kaart Plaatsen van de USIM Kaart Aan de slag 1. De USIM-kaart plaatsen De USIM-kaart bevat uw telefoonnummer, gegevens over de service en uw contacten, en dient in de telefoon te worden geplaatst. Als de USIM-kaart wordt verwijderd, dan kunt u de telefoon niet gebruiken (noodoproepen uitgezonderd, afhankelijk van het land waarin u op dat moment verblijft) totdat er een goede kaart wordt geplaatst. Sluit de oplader en andere accessoires af voordat u de USIM-kaart plaatst of verwijdert. Schuif de USIM-kaart volledig in de houder. Plaats de USIM-kaart met het metalen stukje naar beneden. Om de USIM-kaart te verwijderen drukt u voorzichtig op de kaart en trekt u deze uit de houder. 23 Aan de slag 2. Plaats de batterij. Plaats de batterij zo in het batterijvak dat de metalen contactpunten elkaar in het midden van de telefoon raken. Druk op de bovenzijde van de batterij tot deze vastklikt. Plaats de batterijklep op de telefoon zoals hier aangegeven. Opmerking v De metalen contactpunten van de USIMkaart kunnen door krassen snel worden beschadigd. Behandel de USIM-kaart uiterst voorzichtig. Houd u aan de instructies die met de USIM-kaart zijn meegeleverd. Aan de slag 24 3. De batterij verwijderen. Houd de telefoon ondersteboven zoals aangegeven, druk de batterijklep voorzichtig naar beneden om deze te ontgrendelen en verwijder vervolgens de klep. Til met uw vingers de batterij op en trek deze eruit. De batterij opladen Om de reisadapter op de telefoon te kunnen aansluiten, moet er een batterij zijn geplaatst. Aan de slag 25 Aan de slag Aan de slag 26 <Oplaadmodus> 1.Als u het apparaat uitschakelt en vervolgens de telefoon oplaadt, licht de rode LED van de telefoon op en wordt in een afbeelding weergegeven dat de telefoon wordt opgeladen. 2. Wanneer de telefoon volledig is opgeladen, licht de groene LED op en wordt de afbeelding verwijderd. 3. Als u de aan-uittoets ongeveer twee seconden ingedrukt houdt, wordt de telefoon ingeschakeld. 4. Als u de reisadapter van de telefoon verwijdert terwijl deze wordt opgeladen, wordt de telefoon uitgeschakeld. LET OP! •â€ˆAls de batterij volledig leeg is wanneer u deze gaat opladen, kan het langer dan een minuut duren voordat het scherm reageert. Dit is normaal. (Als u een USB-kabel gebruikt, kan het langer dan 10 minuten duren.) •â€ˆOefen geen kracht uit op de aansluiting; dit kan schade aan de telefoon en/of de oplader tot gevolg hebben. LET OP! • Gebruikt u de oplader in het buitenland, zorg er dan voor dat u de juiste aansluitingsadapter hebt. • Verwijder tijdens het opladen nooit de batterij of de USIMkaart. •â€ˆEr bestaat explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een batterij van een verkeerd type. Voer gebruikte batterijen af volgens de instructies van de fabrikant. De oplader loskoppelen Ontkoppel de reisadapter van de telefoon zoals is weergegeven in het schema. Trek aan de stekker, niet aan het snoer. OPMERKING! Aan de slag •â€ˆHaal bij onweer het stroomsnoer en de oplader uit het stopcontact. Dit om overspanning, kortsluiting en brand te voorkomen. •â€ˆZorg ervoor dat geen scherpe voorwerpen zoals tanden en nagels van huisdieren in contact komen met de laadcontacten. Hierdoor zou brand kunnen ontstaan. 27 Aan de slag Een microSDgeheugenkaart gebruiken <MicroSD-geheugenkaart> <Een microSD-geheugenkaart plaatsen> 1. Til de plastic bescherming van de microSD-sleuf op. Aan de slag 28 2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de metalen contactpunten naar beneden. Als de geheugenkaart niet gemakkelijk de sleuf inglijdt, moet u niet proberen om de kaart met veel kracht toch de sleuf in te krijgen. Controleer in plaats daarvan of de kaart op de juiste wijze is geplaatst of dat er zich een vreemd object in de sleuf bevindt. 3. Druk de kaart aan nadat hij geplaatst is totdat u een klik hoort, wat betekent dat de microSD goed is vergrendeld. 4. Sluit de plastic bescherming. 5. Verwijder de geheugenkaart niet terwijl deze wordt gelezen of beschreven. v Gebruik uitsluitend MicroSD- geheugenkaarten. Ondersteuning voor MicroSD-kaarten tot 2 GB. Zie de gebruiksaanwijzing van de microSD voor meer informatie over de geheugenkaart. De geheugenkaart formatteren Voordat u de geheugenkaart kunt gebruiken, dient u deze te formatteren. Wanneer u de kaart hebt geplaatst, verschijnt er een bericht over formatteren en kunt u de kaart formatteren. Opmerking v MicroSD-geheugenkaarten zijn gewoonlijk al geformatteerd. Aan de slag Let op: v Gebruik geen Flash-geheugenkaart als de batterij bijna leeg is. v Als u iets op de kaart opslaat, wacht dan tot de bewerking is voltooid voordat u de kaart verwijdert. v De kaart is zo ontworpen dat hij op maar n manier in het toestel past. v Buig de kaart niet en forceer hem niet in de sleuf. 29 Aan de slag Het apparaat in- en uitschakelen Druk op de aan-uittoets om het apparaat in te schakelen. Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt u gevraagd een kalibratie uit te voeren. Zie ‘Het apparaat kalibreren’ op de volgende pagina voor meer informatie. Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op P. Opmerking v Als u op P drukt, wordt het Aan de slag 30 apparaat tijdelijk uitgeschakeld en de slaapstand geactiveerd. U kunt dan echter nog altijd berichten en telefoontjes ontvangen. Het apparaat resetten Het kan voorkomen dat het apparaat moet worden gereset. Bij een normale (of ‘zachte’) reset worden alle actieve programma’s uit het geheugen verwijderd en worden deze gesloten. Dit kan nuttig zijn wanneer het apparaat trager werkt dan gewoonlijk of wanneer een programma niet naar behoren functioneert. Ook na de installatie van bepaalde programma’s moet u een normale reset uitvoeren. Als u een normale reset uitvoert terwijl er programma’s actief zijn, gaan gegevens die u nog niet hebt opgeslagen verloren. U kunt ook een volledige of ‘harde’ reset uitvoeren. Doe dit alleen wanneer een systeemprobleem zich na een normale reset blijft voordoen. Bij een volledige reset worden de standaardinstellingen van het apparaat hersteld; het apparaat komt dus weer in de toestand zoals net na aanschaf, toen u het voor het eerst inschakelde. Alle programma’s die u op het apparaat hebt geïnstalleerd, gegevens die u hebt ingevoerd en instellingen die u hebt aangepast, gaan hierbij verloren. Een volledige (‘harde’) reset uitvoeren • Houd de knoppen Verzenden+Volume omlaag gelijktijdig ingedrukt. U ziet deze knoppen in de afbeelding hieronder. Houd deze knoppen ingedrukt en druk gelijktijdig op de aan-uittoets aan de rechterkant van het apparaat. Houd beide knoppen ongeveer 10 seconden ingedrukt. Een normale (‘zachte’) reset uitvoeren Aan de slag • Sluit de batterij weer aan en druk op de aan-uittoets aan de rechterkant van het apparaat. Het apparaat wordt opnieuw gestart en het scherm Vandaag wordt weergegeven. 31 Aan de slag Het apparaat kalibreren Aan de slag 32 U kalibreert het apparaat door met de stylus midden op het kruis te tikken dat zich op het scherm verplaatst. Hierdoor kunt u na de kalibratie met de stylus op het scherm tikken om items te activeren. Als het apparaat niet naar behoren reageert wanneer u op het scherm tikt, voert u de kalibratie opnieuw uit aan de hand van de volgende stappen: 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm. 2. Tik op het tabblad Algemeen op Scherm uitlijnen en volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking v U kunt de schermuitlijning rechtstreeks uitvoeren met de navigatietoets ingedrukt en vervolgens de knop Internet Explorer ingedrukt. Scherminstellingen beheren Het aanraakscherm van het apparaat biedt drie afdrukstanden: Staand, Liggend (rechtshandig) en Liggend (linkshandig). Met Staand krijgt u een betere weergave of een betere werking van bepaalde programma’s op het apparaat, terwijl Liggend geschikter is voor de weergave van langere tekstbestanden. v Als u de afdrukstand wilt wijzigen, tikt u op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm > tabblad Algemeen en selecteert u de gewenste afdrukstand. Aan de slag Afdrukstand Liggend 33 Aan de slag v Gebruik de schuifknop op het tabblad Tekengrootte (tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm) om de tekstgrootte te wijzigen en zo de leesbaarheid te verbeteren of meer inhoud op het scherm weer te geven. Afdrukstand Staand v Schakel op het tabblad scherm Aan de slag 34 uitlijnen (tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Scherm) het selectievakje scherm uitlijnen in om de leesbaarheid van schermlettertypen in veel programma’s te verbeteren. HET SCHERM Het scherm Vandaag Het scherm Vandaag aanpassen Pictogram Omschrijving Hiermee kunt u een menu openen. Hiermee plaatst u oproepen. Gebruikt om toegang te krijgen tot internet. HET SCHERM Hiermee kunt u een tekst/multimediabericht verzenden en berichten in het Postvak IN weergeven. U kunt verschillende berichtfuncties inschakelen. Het scherm Vandaag bevat belangrijke informatie, zoals actuele afspraken en statusindicatoren. Als u op een bepaald deel van het scherm tikt, wordt het bijbehorende programma geopend. v Open het scherm Vandaag door te tikken op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag > tabblad Items. U kunt het item selecteren dat u op het scherm Vandaag wilt weergeven. Tik op Omhoog of Omlaag als u de positie van het item wilt wijzigen. Als u de taak- en afspraakgegevens verder wilt aanpassen, tikt u op Opties (zie (30) pagina). 35 HET SCHERM HET SCHERM 36 Tik op Time-out Vandaag om het gewenste aantal uren in de vervolgkeuzelijst te selecteren. Als u de telefoon gedurende de opgegeven tijd niet gebruikt, verschijnt het scherm Vandaag. v U kunt de weergave van het scherm Vandaag, inclusief de achtergrondafbeelding, synchroniseren door te tikken op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag > tabblad Weergave. U kunt het gewenste achtergrondthema selecteren. Als u uw eigen achtergrondafbeelding wilt gebruiken, tikt u op Deze afbeelding als achtergrond gebruiken en vervolgens op Bladeren om naar het gewenste bestand te gaan. Het standaard Microsoftscherm Vandaag Op het scherm Vandaag wordt belangrijke en recente informatie weergegeven. 1 2 9 3 4 5 6 7 8 10 11 1. De knop Start: hiermee geeft u het menu Start weer, dat u rechtstreeks kunt gebruiken. 7. G  een nieuwe gemiste oproepen: hier wordt de geschiedenis van gemiste oproepen weergegeven. 8. Apparaatblokkering: u kunt het apparaat blokkeren. Als u de blokkering wilt opheffen, tikt u linksonder. 9. Indicators: connectiviteit, SIMkaart, volume-indicator en batterijindicator. 10. Koppeling naar Agenda 11. Koppeling naar lijst met contacten HET SCHERM 2. Klok en alarmsignalen: hier worden de huidige datum en tijd weergegeven. Tik hierop als u naar het scherm Klok en alarmsignalen wilt gaan. 3. Telefoongegevens: hier wordt aangegeven of Draadloos beheer/Bluetooth-telefoon is in- of uitgeschakeld. 4. Ongelezen bericht: hier worden de ongelezen berichten weergegeven die zich in Postvak IN bevinden. 5. Eerstvolgende taak: hier wordt het aantal actieve taken weergegeven. Tik hierop om de huidige status van alle taken weer te geven. 6. Eerstvolgende Agenda: hier wordt het eerstvolgende schema weergegeven. 37 HET SCHERM Indicators Hieronder vindt u een overzicht van een aantal statuspictogrammen dat mogelijk op het apparaat wordt weergegeven. Pictogram Omschrijving Bluetooth handsfreeverbinding is actief. Bluetooth handsfree-kanaal is geopend. Bluetooth-kanaal voor hoge audiokwaliteit is geopend. Batterijstatus. Batterij is bijna leeg. Batterij wordt opgeladen. Geluid is ingeschakeld. HET SCHERM 38 Geluid is uitgeschakeld. Belsignaal is ingesteld op trilfunctie. Verbinding is actief. Verbinding is niet actief. Pictogram Omschrijving Synchronisatie wordt uitgevoerd. Synchronisatiefout. Maximale signaalsterkte. Geen signaal. Telefoon is uitgeschakeld. Help-informatie beschikbaar in het venster voor Bluetoothinstellingen: tik op Start > Help. De Help bevat gedetailleerde informatie over Bluetoothprofielen. Het menu Start gebruiken Het menu Start bevindt zich linksboven in het scherm Vandaag en bevat een lijst met programma’s. Vanuit dit menu kunt u een scherm sluiten en van het ene programma naar het andere gaan. U kunt een programma starten door de lijst met programma’s door te bladeren en met de stylus op het gewenste programma te tikken. HET SCHERM Pictogram Omschrijving Geen bereik. Zoeken naar GSM-netwerk. Spraakoproep actief. Oproepen worden doorgestuurd. Oproep in de wacht. Gemiste oproep. GPRS (General Packet Radio Services) is beschikbaar. EDGE (Enhanced Data Rates For Global Evolution) is beschikbaar. WCDMA of HSDPA is beschikbaar. HSDPA (High Speed Downlink Packet Access) is beschikbaar. Nieuwe e-mail- of tekstberichten. Nieuwe voicemail Er zijn meer meldingen. Tik op het pictogram om alle meldingen weer te geven. Apparaat is geblokkeerd. Apparaat is niet geblokkeerd. 39 HET SCHERM Het scherm Vandaag bewerken HET SCHERM 40 1. Tik om het scherm Vandaag te openen. 2. Tik om een programma te starten. U kunt de opties in het menu Start synchroniseren door te tikken op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Menu’s. 3. Tik om een recentelijk gebruikt programma te starten. 4. Tik om meer programma’s die in het apparaat zijn geïnstalleerd, weer te geven en te selecteren. 5. Tik om de instellingen van het apparaat te wijzigen. 6. Tik om Help-informatie bij het actieve scherm weer te geven. Programma-indicators Hieronder ziet u de pictogrammen van een aantal programma’s dat al op het apparaat is geïnstalleerd. Pictogram Omschrijving ActiveSync: gegevens op het apparaat synchroniseren met gegevens op een pc. Rekenmachine: eenvoudige rekenkundige bewerkingen uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Agenda: afspraken bijhouden en vergaderverzoeken verzenden. LG Camera: fotograferen en videoclips met geluid opnemen. Draadloos beheer: de apparaatverbindingen beheren (Wi-Fi, Bluetooth en telefoon). Contacten: de contactgegevens van vrienden collega’s bijhouden. Pictogram Omschrijving Berichten: e-mail- en tekstberichten verzenden en ontvangen. Notities: handgeschreven of getypte notities, tekeningen en opnamen maken. Telefoon: oproepen plaatsen en ontvangen, schakelen van het ene telefoongesprek naar het andere en telefonische vergaderingen instellen. Afbeeldingen en video’s: afbeeldingen en video’s verzamelen, ordenen en sorteren in de map Mijn afbeeldingen op het apparaat of op een opslagkaart. Messenger: expresberichten uitwisselen met uw Contacten in Windows Live Messenger. HET SCHERM Pictogram Omschrijving Excel Mobile: nieuwe werkmappen maken en bestaande Excel-werkmappen weergeven en bewerken. Verkenner: bestanden op het apparaat ordenen en beheren. Spelletjes: op het apparaat zijn de spelletjes Bubble Breaker en Solitaire geïnstalleerd. Help: Help-informatie weergeven bij een programma dat op het apparaat is geïnstalleerd. Internet Explorer: websites en WAP-sites weergeven, en nieuwe programma’s en bestanden downloaden van internet. Mobile Java: Javatoepassingen downloaden en op het apparaat installeren, bijvoorbeeld spelletjes en hulpprogramma’s. 41 HET SCHERM Pictogram Omschrijving PowerPoint Mobile: PowerPoint-dia’s en presentaties weergeven en bewerken. Zoeken: zoeken naar contacten, gegevens en andere items op het apparaat. Taken: taken bijhouden. HET SCHERM 42 Windows Media: de multimediafunctie van het apparaat inschakelen. Word Mobile: nieuwe documenten maken en bestaande Word-documenten weergeven en bewerken. Internet Share: het apparaat gebruiken voor gedeeld internet. FM-radio: luisteren naar FMradio. Pictogram Omschrijving PSNote: Maakt een multimedia Op input van de gebruiker editor Handschriftherkenning. Autoprofile: Maakt het Configureren van het netwerk profiel Voor Internet, MMS, Java, Email Automatisch. Gegevens invoeren en opzoeken Het invoerpaneel Invoerpaneel (toetsenbord) Invoerselectie (pijltje) Het pictogram Invoerpaneel Gegevens invoeren en opzoeken Er zijn diverse invoermethoden die u kunt gebruiken om gegevens in te voeren op het scherm, waaronder blokletterherkenning, het toetsenbord, letterherkenning en Transcriber. Het pictogram Invoerpaneel op de menubalk geeft aan welke invoermethode is geselecteerd. Als u op de pijl Invoermethode kiezen (rechts van het pictogram Invoerpaneel) klikt, wordt er een lijst weergegeven met de beschikbare invoermethoden. 43 Gegevens invoeren en opzoeken Als u een andere invoermethode wilt gebruiken, tikt u op de pijl Invoermethode kiezen. Pictogram Invoermethode Het schermtoetsenbord Gegevens invoeren en opzoeken 44 Het toetsenbord gebruiken Als u tekst, symbolen en cijfers wilt invoeren, kunt u het QWERTYtoetsenbord of het standaardschermt oetsenbord gebruiken. Het standaardschermtoetsen bord gebruiken Het schermtoetsenbord is beschikbaar wanneer tekstinvoer mogelijk is. U kunt tekst invoeren door te tikken op de toetsen van het toetsenbord dat op het scherm wordt weergegeven. Tekst invoeren via het schermtoetsenbord v Het schermtoetsenbord is beschikbaar wanneer tekstinvoer mogelijk is. v Als u de toetsen groter wilt weergeven, tikt u op de pijl Invoermethode kiezen en vervolgens op Opties. Selecteer Toetsenbord in de lijst met invoermethoden en tik op Grote toetsen. v Voor tekstinvoer gelden dezelfde algemene regels als op een pc met Microsoft-software. Tekenen en schrijven op het scherm Gegevens invoeren en opzoeken U kunt rechtstreeks op het scherm tekenen of schrijven en notities opslaan in uw eigen handschrift. Kies hiertoe in Notities de invoermethode Schrijven. Als u een voorkeur hebt voor handgeschreven notities of vaak tekeningen aan notities toevoegt, kunt u Schrijven instellen als de standaardinvoermethode. Hebt u liever getypte tekst, dan stelt u Typen in als de standaardinvoermethode. De invoermethode voor Notities instellen 1. Tik op Start > Programma’s > Notities. 2. Tik in de lijst met notities op Menu > Opties. 3. Tik in het vak Standaardmodus op een van de volgende opties: v Schrijven als u een tekening of handgeschreven tekst in een notitie wilt invoeren. v Invoeren als u getypte notities wilt maken. 4. Tik op OK. Een notitie schrijven 1. Tik op Start > Programma’s > Notities. 2. Tik in de lijst met notities op Nieuw. 3. Schrijf uw tekst op het scherm. 4. Wanneer u gereed bent, tikt u op OK om terug te gaan naar de lijst met notities. 45 Gegevens invoeren en opzoeken Opmerking v Als u handgeschreven tekst wilt Gegevens invoeren en opzoeken 46 selecteren, tikt u naast de tekst en houdt u deze ingedrukt. Zodra er puntjes verschijnen en voordat deze een volledige cirkel vormen, sleept u over de handgeschreven tekst. Als een letter drie hulplijnen overschrijdt, wordt deze niet als tekst maar als een tekening beschouwd. Tekenen in een notitie 1. Tik op Start > Programma’s > Notities. 2. Tik in de lijst met notities op Nieuw. 3. Gebruik de stylus als een pen om op het scherm te tekenen. 4. Er wordt een selectievak rondom de tekening weergegeven. 5. Wanneer u gereed bent, tikt u op OK om terug te gaan naar de lijst met notities. Opmerking v Als u een tekening wilt selecteren (bijvoorbeeld om deze te kopiëren of te verwijderen), tikt u op de tekening en houdt u deze kort ingedrukt. Wanneer u de stylus van het scherm verwijdert, wordt de tekening geselecteerd. Een notitie opnemen Gegevens invoeren en opzoeken U kunt een op zichzelf staande opname (spraaknotitie) maken of een opname aan een notitie toevoegen. Een spraaknotitie maken 1. Tik op Start > Programma’s > Notities. 2. Ga op een van de volgende manieren te werk: v Als u een zelfstandige opname wilt maken, doet u dit vanuit de lijst met notities. v Als u een opname aan een notitie wilt toevoegen, maakt u een nieuwe notitie of opent u een bestaande notitie. 3. Als de opnamewerkbalk niet wordt weergegeven, tikt u op Menu > Opnamewerkbalk weergeven. 4. Houd de microfoon van het apparaat bij uw mond of een andere geluidsbron. 5. Als u een opname aan een notitie hebt toegevoegd, tikt u op OK om terug te gaan naar de lijst met notities wanneer u gereed bent. 6. Als u een opname maakt in een geopende notitie, wordt er een pictogram in de notitie weergegeven. 7. Als u een op zichzelf staande opname maakt, verschijnt deze in de lijst met notities. 47 Gegevens invoeren en opzoeken Opname-indelingen wijzigen 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Invoer. 2. Tik op het tabblad Opties en tik vervolgens op de gewenste indeling in de lijst Spraakopname-indeling. 3. Tik op OK. Gegevens invoeren en opzoeken 48 Opmerking v Ukunt de opname-indeling ook wijzigen vanuit Notities. Tik in de lijst met notities op Menu > Opties > de koppeling Wereldwijde invoeropties (onder aan de pagina). De zoekfunctie U kunt zoeken naar bestanden en andere items die op het apparaat zijn opgeslagen in de map Mijn documenten of op een opslagkaart. U kunt zoeken op bestandsnaam of op woorden die zich in het item bevinden. Zo kunt u bijvoorbeeld zoeken in e-mailberichten, notities, afspraken, contacten en taken, maar ook in de online Help. Zoeken naar een bestand of een item 1. Tik op Start > Programma’s > Zoeken. 2. Geef in ‘Zoeken naar’ de bestandsnaam, het woord of andere gegevens op waarnaar u wilt zoeken. Gegevens invoeren en opzoeken 3. Als u al eens eerder naar hetzelfde item hebt gezocht, tikt u op de pijl bij Zoeken naar en selecteert u het item in de lijst. 4. Selecteer in Type een gegevenstype om de zoekopdracht te verfijnen. 5. Tik op Zoeken. 6. Er wordt gezocht in de map Mijn documenten en in submappen. 7. Tik in de resultatenlijst op het item dat u wilt openen. 49 Algemene functies Het volume aanpassen v Beltoonvolume: u kunt het volume van de beltoon instellen. Opmerking Beltoonvolume Systeemvolume Algemene functies 50 U kunt het volume van Systeem en Beltoon instellen op Aan, Trillen of Uit. v Systeemvolume: u kunt het volume voor geluiden aanpassen, zoals het geluid dat u hoort wanneer u tikt op programmanamen en menuopties. v Het telefoonvolume voor conversaties kunt u aanpassen tijdens een gesprek. Als u het volume buiten een gesprek aanpast, heeft dit invloed op het volume van de beltoon, meldingen en MP3-geluid. Wanneer de trilstand is ingeschakeld, wordt het geluid automatisch gedempt en trilt het apparaat bij een inkomende oproep. Het trilpictogram ( ) wordt op de titelbalk weergegeven, om aan te geven dat de trilstand is ingeschakeld. Een oproep plaatsen U kunt een oproep plaatsen via Telefoon, Contacten en Snelkeuze. Een oproep plaatsen via Telefoon v Tik op het scherm Telefoon op het gewenste telefoonnummer en vervolgens op de knop Kies . Opmerking v Als u op het verkeerde nummer hebt getikt, tikt u op de zwarte pijl ( < ) om de cijfers een voor een te wissen. Wilt u alle cijfers tegelijkertijd wissen, dan tikt u op de zwarte pijl en houdt u deze ingedrukt. Een oproep plaatsen via Contacten v Tik op Start > Contacten. v Tik op de gewenste contactpersoon contactpersoon tikken in de lijst met contacten en vervolgens op het telefoonnummer dat u wilt bellen. Of tik op de gewenste contactpersoon, houd deze ingedrukt en tik in het snelmenu op Werk bellen, Thuis bellen of Mobiel bellen. Algemene functies en vervolgens op Bellen. v U kunt ook op de gewenste 51 Algemene functies Een oproep plaatsen via Snelkeuze Gebruik Snelkeuze om met één tik te bellen naar veelgebruikte nummers. Als u een contactpersoon bijvoorbeeld het snelkeuzenummer 2 geeft, kunt u eenvoudig op het scherm Telefoon op 2 tikken en de knop ingedrukt houden om deze contactpersoon te bellen. U kunt een contactpersoon pas opgeven in Snelkeuze wanneer deze al voorkomt in Contacten. Een snelkeuzenummer opgeven Algemene functies 52 1. Tik op het scherm Telefoon op Snelkeuze of tik op Menu > Nieuw > Snelkeuze. 2. Tik op Menu > Nieuw. 3.Tik op een contactpersoon. Tik op het telefoonnummer dat u als snelkeuzenummer wilt opgegeven. 4. Selecteer in het vak Locatie een beschikbare locatie voor het nieuwe snelkeuzenummer. Opmerking v Locatie 1 is gewoonlijk gereserveerd voor uw voicemail, waardoor Snelkeuze standaard de volgende beschikbare locatie toewijst. Als u een nummer wilt opslaan op een locatie die al in gebruik is, wordt het oude nummer overschreven door het nieuwe nummer. v Als u een snelkeuzenummer wilt invoeren vanuit Contacten, tikt u op de gewenste contactpersoon en houdt u deze ingedrukt, tikt u op Toevoegen aan Snelkeuzenummer en selecteert u een beschikbare locatie voor het nieuwe snelkeuzenummer. Als u een snelkeuzenummer wilt verwijderen, tikt u in de lijst met snelkeuzenummers op het gewenste nummer, houdt u dit ingedrukt en tikt u op Verwijderen. Oproepen ontvangen Wanneer u een oproep ontvangt, wordt er een bericht weergegeven waarin wordt gevraagd of u de oproep wilt beantwoorden of negeren. Een inkomende oproep beantwoorden of negeren v Als u de oproep wilt beantwoorden, Een oproep beëindigen Tijdens een ingekomen of uitgaande oproep kunt u op Einde tikken of op E drukken om op te hangen. Een gesprek in de wacht zetten Wanneer er nog een oproep binnenkomt, krijgt u van het apparaat de keuze om de oproep te negeren of te beantwoorden. Als u al in gesprek bent en de nieuwe oproep beantwoordt, kunt u desgewenst schakelen tussen de twee bellers of met beiden tegelijk spreken in een telefonische vergadering. 1. Tik op Opnemen om de tweede oproep te beantwoorden en het eerste gesprek in de wacht te zetten. 2. Als u het tweede gesprek wilt beëindigen en wilt teruggaan naar het eerste gesprek, tikt u op Einde of drukt u op de knop END. Algemene functies tikt u op Opnemen of drukt u op de knop S . v Als u de oproep wilt negeren, tikt u op Negeren of drukt u op de knop E. Opties voor inkomende oproepen 53 Algemene functies Schakelen tussen twee gesprekken De luidspreker in- en uitschakelen v Tik op Wisselen. Via de ingebouwde luidspreker van het apparaat kunt u handsfree praten of anderen laten meeluisteren naar het gesprek. v Tik tijdens een gesprek op Luidspreker aan. Het luidsprekerpictogram ( ) van de algemene functies wordt op de titelbalk weergegeven. v Als u de luidspreker wilt uitschakelen, tikt u op Luidspreker uit. Een telefonische vergadering organiseren 1. U kunt een gesprek in de wacht zetten en een tweede nummer bellen of een tweede inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent. 2. Tik op Menu > Vergadering. Algemene functies 54 Opmerking vN  iet alle providers bieden ondersteuning voor telefonisch vergaderen. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. WAARSCHUWING • Houd het apparaat niet tegen het oor wanneer de luidspreker is ingeschakeld, om schade aan het gehoor te voorkomen. Een gesprek dempen Tijdens een gesprek kunt u de microfoon uitschakelen, zodat u de beller kunt horen maar de beller u niet kan horen. v Tik tijdens een gesprek op Dempen. v Wanneer de microfoon is uitgeschakeld, wordt het pictogram Dempen ( ) op het scherm weergegeven. Tik op Demping uitschakelen als u de microfoon weer wilt inschakelen. Extra informatie over bellen Een noodoproep plaatsen v Voer het alarmnummer in en tik op Spreken. Opmerking v U kunt meer alarmnummers op de SIM-kaart opslaan. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. Algemene functies 55 Algemene functies Een internationale oproep plaatsen Algemene functies 56 1. Tik op het toetsenblok van de telefoon op 0 en houd deze toets ingedrukt totdat het plusteken (+) wordt weergegeven. Het teken + dient ter vervanging van het internationale toegangsnummer. 2. Voer het volledige telefoonnummer dat u wilt bellen in en tik op Spreken. Het volledige telefoonnummer bestaat uit het landnummer, het netnummer (zonder voorafgaande nullen) en het abonneenummer. STK (SIM Tool Kit) Wanneer het apparaat een SIM-kaart bevat, kunt u deze voorziening gebruiken om toegang te krijgen tot een aantal informatiediensten van uw provider. 1. Tik op Start > Programma’s > pictogram voor STK-service. Er wordt een lijst met beschikbare diensten weergegeven. 2. Tik op de gewenste dienst in de lijst. Het apparaat synchroniseren ActiveSync gebruiken e-mail, contacten, agendaitems en taken, synchroniseren met gegevens op de pc. Ook afbeeldingen, video en muziek worden hiertoe gerekend. v Outlook-e-mail, contacten, agendaitems en taken op het apparaat rechtstreeks synchroniseren met Exchange Server, zodat de gegevens actueel blijven - ook als de pc is uitgeschakeld. v Bestanden uitwisselen tussen het apparaat en de pc zonder deze te synchroniseren. v Aangeven welk type en hoeveel gegevens moeten worden gesynchroniseerd. U kunt bijvoorbeeld aangeven hoeveel gepasseerde weken met agenda-items moeten worden gesynchroniseerd. Het apparaat synchroniseren Via ActiveSync worden gegevens op het apparaat gesynchroniseerd met gegevens die zich op een pc bevinden, bijvoorbeeld gegevens in Outlook. Als uw bedrijf of provider Microsoft Exchange Server en Exchange ActiveSync gebruikt, kunt u met ActiveSync ook gegevens synchroniseren via een draadloos of cellulair netwerk met Microsoft Exchange Server. Tijdens de synchronisatie worden de gegevens op het apparaat door ActiveSync vergeleken met de gegevens op de pc en/of Exchange Server, en worden alle locaties bijgewerkt met de nieuwste gegevens. ActiveSync biedt de volgende mogelijkheden: v Gegevens, bijvoorbeeld Outlook 57 Het apparaat synchroniseren Het apparaat synchroniseren 58 U kunt gegevens pas synchroniseren met een pc wanneer ActiveSync op de pc is geïnstalleerd en er een synchronisatierelatie tussen het apparaat en de pc is ingesteld. U kunt ActiveSync installeren vanaf de meegeleverde Getting Started-cdrom. ActiveSync is al op het apparaat geïnstalleerd. Als ActiveSync is geïnstalleerd en de synchronisatierelatie is ingesteld, wordt het apparaat door ActiveSync herkend wanneer u het op de pc aansluit en worden de synchronisatieinstellingen van het apparaat automatisch overgebracht. Mogelijk kunt u het apparaat via uw bedrijf of draadlozeserviceprovider synchroniseren met Exchange Server. Vraag de beheerder naar de naam van de Exchange-server, uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam voordat u de wizard Synchronisatie start. ActiveSync installeren en instellen 1. Installeer ActiveSync op de pc, zoals beschreven op de Getting Startedcd-rom. Als de installatie is voltooid, wordt de wizard Synchronisatie automatisch gestart wanneer u het apparaat op de pc aansluit. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de wizard te voltooien. Ga in de wizard Synchronisatie op een van de volgende manieren te werk: v Stel een synchronisatierelatie in tussen de pc en het apparaat. v Configureer een Exchange Serververbinding om rechtstreeks met Exchange Server te kunnen synchroniseren. 3. Kies de gegevenstypen die u wilt synchroniseren. Opmerking Opmerking v Wanneer de wizard is voltooid, v In bepaalde versies van wordt het apparaat automatisch gesynchroniseerd door ActiveSync. Als de synchronisatie is voltooid, kunt u het apparaat van de pc verwijderen. Microsoft Windows Mobile® Apparaatcentrum is in Windows Vista™ in de plaats gekomen van Microsoft® ActiveSync®. Het apparaat synchroniseren Windows Vista™ instellen Windows Vista is Windows Mobile Apparaatcentrum bij levering al geïnstalleerd. Als Windows Mobile Apparaatcentrum niet beschikbaar is in uw versie van Windows Vista, kunt u het zelf installeren vanaf de Getting Started-cd-rom die bij het apparaat is geleverd. 59 Het apparaat synchroniseren Synchronisatie instellen in Windows Mobile Apparaatcentrum Het apparaat synchroniseren 60 Wanneer u het apparaat aansluit op de pc en Windows Mobile Apparaatcentrum voor het eerst start, wordt u gevraagd om een Windows Mobile-partnerverband met uw apparaat in te stellen. Volg de stappen hieronder om een partnerverband in te stellen. v Sluit het apparaat aan op de pc. Windows Mobile Apparaatcentrum wordt automatisch geconfigureerd en vervolgens geopend. v Klik op het scherm met de licentieovereenkomst op Accepteren. v Klik op het introductiescherm van Windows Mobile Apparaatcentrum op Uw apparaat instellen. Opmerking v Kies ‘Verbinden zonder het apparaat in te stellen’ als u alleen mediabestanden wilt overbrengen, wilt controleren of er updates zijn of het apparaat wilt uitproberen maar geen Outlook-gegevens wilt synchroniseren. v Selecteer de items die u wilt synchroniseren en klik op Volgende. v Voer een apparaatnaam in en klik op Instellen. Wanneer de wizard is voltooid, wordt het apparaat automatisch door Windows Mobile Apparaatcentrum gesynchroniseerd. Na de synchronisatie worden Outlook e-mail en andere gegevens op het apparaat weergegeven. Windows Mobile Apparaatcentrum gebruiken en video > Media van Windows Media Player aan uw apparaat toevoegen, als u muziek- en videobestanden wilt synchroniseren vanuit Windows Media™ Player. Zie ‘Windows Media® Player Mobile’ in hoofdstuk 11 voor meer informatie. v Klik op Bestandsbeheer > Door de inhoud van uw apparaat bladeren als u documenten en bestanden op het apparaat wilt bekijken. Het apparaat synchroniseren U opent Windows Mobile Apparaatcentrum door op uw Windows Vista-computer te klikken op Start > Alle programma’s > Windows Mobile Apparaatcentrum. Ga in Windows Mobile Apparaatcentrum op een van de volgende manieren te werk: v Als u de synchronisatie-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Instellingen voor mobiel apparaat. v Wanneer u klikt op Afbeeldingen, muziek en video > Er zijn {0} nieuwe afbeeldingen/ videofragmenten beschikbaar voor importeren, wordt u door een wizard begeleid bij het coderen en overbrengen van foto’s van het apparaat naar de Fotogalerie op de pc met Windows Vista. v Klik op Afbeeldingen, muziek 61 Het apparaat synchroniseren De synchronisatiefunctie Het apparaat synchroniseren 62 Wanneer u het apparaat via een USBof Bluetooth-verbinding op de pc aansluit, start ActiveSync onmiddellijk met de synchronisatie. Zolang het apparaat op de pc is aangesloten, wordt elke wijziging die u op de pc of het apparaat aanbrengt door ActiveSync gesynchroniseerd. Outlook-gegevens synchroniseren Als u een synchronisatierelatie tussen het apparaat en de pc hebt ingesteld, worden de Outlook-gegevens door middel van synchronisatie actueel gehouden op beide computers. Om geheugenruimte op het apparaat te besparen, wordt door ActiveSync standaard een beperkte hoeveelheid gegevens gesynchroniseerd. U kunt deze standaardhoeveelheid voor een bepaald gegevenstype wijzigen in de instellingen voor dat specifieke type. U kunt het apparaat instellen voor synchronisatie met meerdere pc’s of met een combinatie van een of meer pc’s en Exchange Server. Als u met meerdere computers synchroniseert, worden de gesynchroniseerde items weergegeven op alle computers waarmee de synchronisatie wordt uitgevoerd. Stel bijvoorbeeld dat u synchronisatie wilt uitvoeren met twee pc’s (pc1 en pc2) waarop zich verschillende items bevinden, en u de contacten en agenda op het apparaat synchroniseert met beide computers. U krijgt dan het volgende resultaat: Locatie Nieuwe status Pc1 Alle contacten en agenda-items die zich in Outlook op pc2 bevonden, staan nu ook op pc1. Pc2 Alle contacten en agenda-items die zich in Outlook op pc1 bevonden, staan nu ook op pc2. v Als u gegevens in Outlook en andere lokale gegevens op de pc wilt synchroniseren, zoals mediabestanden, sluit u het apparaat aan op de pc via Bluetooth of een kabel. v Als u de synchronisatie rechtstreeks met Exchange Server uitvoert, kunt u via deze verbinding met de pc toegang krijgen tot het netwerk. U kunt de synchronisatie echter ook uitvoeren via een cellulair of Wi-Finetwerk, zonder verbinding met de pc. v Tik in ActiveSync op Synchr. Als u de synchronisatie vóór voltooiing wilt beëindigen, tikt u op Stoppen. Andere gegevens opgeven voor synchronisatie. Het apparaat synchroniseren Alle contacten en agenda-items Apparaat die zich in Outlook op pc1 en pc2 bevonden, staan nu ook op het apparaat. Synchronisatie starten en stoppen 63 Het apparaat synchroniseren Het apparaat synchroniseren 64 1. Tik in ActiveSync op het apparaat op Menu > Opties. 2. Ga op een van de volgende manieren te werk: v Schakel de selectievakjes in voor de gegevens die u wilt synchroniseren. Als een selectievakje niet beschikbaar is, moet u dit mogelijk eerst uitschakelen voor hetzelfde gegevenstype elders in de lijst. v Schakel de selectievakjes uit voor de gegevens die u niet wilt synchroniseren. 3. Als u de synchronisatie met een pc geheel wilt beëindigen, tikt u op de pc en vervolgens op Verwijderen. Opmerking v Outlook e-mail kan met slechts één computer worden gesynchroniseerd. Als u de beschikbare synchronisatieinstellingen wilt wijzigen, selecteert u het gewenste gegevenstype en tikt u op Instellingen. Rechtstreeks synchroniseren met Exchange Server Mits dit door uw bedrijf of draadlozeserviceprovider wordt ondersteund, kunt u het apparaat instellen voor synchronisatie met Exchange Server. Vraag de beheerder voordat u de volgende stappen uitvoert naar deze gegevens: naam Exchange-server, uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam. 6. Tik op Voltooien. Synchroniseren via Bluetooth U kunt het apparaat via Bluetooth op de pc aansluiten om synchronisatie mogelijk te maken. Synchroniseren met een pc via Bluetooth 1. Controleer op de pc eerst de optie ‘Verbindingen toestaan voor’ in het ActiveSync-verbindingenmenu Instellingen. Selecteer de juiste COM-poort. Als er geen verbindingen beschikbaar zijn, maakt u eerst een Bluetooth-koppel. Het apparaat synchroniseren 1. Tik in ActiveSync op het apparaat op Menu > Server configureren. Als u nog geen synchronisatie met Exchange Server hebt ingesteld, staat er ‘Serverbron toevoegen’. 2. Geef bij Serveradres de naam op van de server waarop Exchange Server wordt uitgevoerd en tik op Volgende. 3. Geef uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam op, en tik op Volgende. Als u de regels voor het oplossen van synchronisatieconflicten wilt wijzigen, tikt u op Geavanceerd. 4. Schakel de selectievakjes uit voor de gegevenstypen die u met Exchange Server wilt synchroniseren. 5. Als u de beschikbare synchronisatieinstellingen wilt wijzigen, selecteert u het gewenste gegevenstype en tikt u op Instellingen. 65 Het apparaat synchroniseren 2. Selecteer de optie Verbinden via Bluetooth in de wizard Bluetoothverbinding (Instellingen voor Bluetooth > Bluetooth-beheer > Nieuw > Verbinden via Bluetooth). Het apparaat synchroniseren 66 Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren Als u muziek of andere digitale media wilt meenemen op reis, kunt u ActiveSync en Windows Media Player gebruiken om muziek, video en afbeeldingen te synchroniseren. Behalve dat u Media in ActiveSync moet instellen als het gegevenstype dat u wilt synchroniseren, moeten alle instellingen voor de synchronisatie van media worden ingesteld in Windows Media Player. Ga als volgt te werk om media te kunnen synchroniseren: v Installeer Windows Media Player versie 10 op de pc. v Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de pc. Als het apparaat via Bluetooth is aangesloten, moet u deze verbinding beëindigen voordat u media kunt synchroniseren. v Plaats een opslagkaart in het apparaat (32 MB of hoger wordt aanbevolen). v Stel een synchronisatierelatie in tussen de opslagkaart en Windows Media Player. Synchronisatie-instellingen voor media wijzigen Het apparaat synchroniseren Wanneer u in ActiveSync Media hebt geselecteerd als het gegevenstype dat moet worden gesynchroniseerd, kunt u elk gewenst muziek-, video- en afbeeldingsbestand in de afspeellijst van Windows Media Player synchroniseren. U hoeft slechts synchronisatie in Windows Media Player in te stellen voor deze mediabestanden. Een synchronisatierelatie met een opslagkaart instellen 1. Open Windows Media Player. 2. Klik op het tabblad Synchronisatie. 3. Selecteer de opslagkaart. 4. Klik op Synchroniseren instellen. Zie hoofdstuk 8 voor informatie over het gebruik van Windows Media Player op het apparaat. 67 Communicatie Berichten verzenden v Tik op Nieuwe e-mailaccount Dit menu bevat functies die te maken hebben met tekstberichten, MMSberichten, E-mail IMAP, E-mail POP3 en Nieuwe e-mailaccount. U kunt Outlook e-mail, internet-e-mail via een ISP (Internet Service Provider) en tekstberichten ontvangen en verzenden. Ook kunt u via een VPNverbinding op uw werk toegang krijgen tot e-mail. Volgende. De vereiste serverinstellingen voor e-mail worden door de functie Autoconfiguratie gedownload, zodat u ze niet handmatig hoeft op te geven. v Wanneer Autoconfiguratie is voltooid, tikt u op Volgende. v Voer uw naam in (de naam die geadresseerden van uw emailberichten te zien krijgen), uw gebruikersnaam en wachtwoord, en tik op Volgende. Als u uw wachtwoord wilt opslaan, schakelt u het selectievakje Wachtwoord opslaan in. U hoeft uw wachtwoord dan niet steeds opnieuw op te geven. E-mailaccount instellen Communicatie 68 Voordat u berichten kunt verzenden en ontvangen, moet u een emailaccount bij een ISP (Internet Service Provider) instellen of een account waartoe u toegang hebt via een VPN-serververbinding (meestal een account op uw werk). v Tik op Start > Berichten verzenden. v Voer uw e-mailadres in en tik op Als Autoconfiguratie correct is voltooid, worden de velden Uw naam en Gebruikersnaam automatisch ingevuld. Tik op Volgende en vervolgens op Voltooien om de configuratie van de account af te sluiten of tik op Opties als u meer instellingen wilt opgeven. Als Autoconfiguratie niet correct is voltooid of als u een account hebt via een VPN-serververbinding, vraagt u uw ISP of netwerkbeheerder naar de volgende gegevens en voert u deze handmatig in: U kunt tekstberichten schrijven en bewerken en het aantal pagina’s controleren. Tekstbericht > Menu > Nieuw. Opmerking Afhankelijk van het land kan de accountnaam ‘Tekstbericht’ worden gewijzigd in ‘SMS’ . v Voer het e-mailadres of tekstberichtadres van een of meer geadresseerden in en gebruik daarbij een puntkomma als scheidingsteken. Tik op Aan om de adressen en telefoonnummers in Contacten weer te geven. v Voer uw bericht in. Als u snel een algemeen bericht wilt toevoegen, tikt u op Menu > Mijn tekst en tikt u op het gewenste bericht. v Als u de spelling wilt controleren, tikt u op Menu > Namen Controleren. v Tik op Verzenden. Communicatie Nieuwe SMSBerichten v Tik op Start > Berichten > 69 Communicatie Nieuwe MMSberichten Tijdens het opstellen van een nieuw MMS-bericht kunt u foto’s maken en videoclips opnemen met de camera van het apparaat en deze meesturen met het bericht. Opmerking Communicatie 70 U kunt MMS-berichten ook rechtstreeks vanuit de programma’s Afbeeldingen & video’s of Camera verzenden. vS  electeer een afbeelding in Mijn afbeeldingen en tik op Menu > Verzenden. Tik in ‘Selecteer een account’ op MMS. vM  aak een foto of neem een MMSvideoclip op met de camera en tik op Verzenden. Tik in ‘Selecteer een account’ op MMS. MMS-berichten verzenden U kunt MMS-berichten samenstellen uit diverse dia’s, waarbij elke dia een foto, geluid of een videoclip en/of tekst kan bevatten. v Tik op Start > Berichten > MMS > Menu > Nieuw. v Selecteer op het scherm MMSbericht kiezen een sjabloon in de lijst met vooraf gedefinieerde sjablonen. v Voer in het vak Aan het telefoonnummer of e-mailadres van de geadresseerde op of tik op Aan, Cc of Bcc om een telefoonnummer of een e-mailadres te selecteren in Contacten. v Voer het onderwerp van uw bericht in. v Tik om een foto of videoclip te selecteren en te verzenden. v Voer tekst in en voeg audioclips toe door in de daartoe bestemde vakken te tikken. v Tik op Verzenden om het bericht te verzenden. Berichten beheren v Tik op Start > Berichten en selecteer een account. v Tik op Postvak IN. U kunt mappen Opmerking Als u op de balk rechtsboven tikt op Sorteren op, kunt u berichten sorteren op Berichttype, Van, Ontvangen en Onderwerp. Communicatie met MMS-berichten, Outlook e-mail, tekstberichten weergeven. v Tik op de gewenste map om het berichtvenster te selecteren. 1. V  erwijderde items: hier kunt u de verwijderde items bekijken. 2. Concepten: hier kunt u opgeslagen berichten bekijken. Als u een bericht wilt bewerken, selecteert u het. 3. P  ostvak IN: hier kunt u ontvangen berichten bekijken. Als u een bericht wilt weergeven, selecteert u het. 4. Postvak UIT: hier worden berichten die gereed zijn voor verzending tijdelijk opgeslagen. Ook berichten waarvan de verzending is mislukt, worden in de map Postvak UIT geplaatst. 5. Verzonden items: hier worden de verzonden berichten opgeslagen (MMS/e-mail). 71 Communicatie Berichten downloaden Communicatie 72 De manier waarop u berichten downloadt, is afhankelijk van het type account waarmee u werkt: • Als u e-mailberichten wilt verzenden en ontvangen met een e-mailaccount in Outlook, start u de synchronisatie via ActiveSync. • Als u e-mailberichten wilt verzenden en ontvangen met een emailaccount bij een internetprovider of via een VPN-serververbinding (meestal zijn dit zakelijke accounts), downloadt u berichten via een externe e-mailserver. • Tekstberichten worden automatisch ontvangen wanneer de telefoon is ingeschakeld. Wanneer de telefoon is uitgeschakeld, worden berichten door uw provider opgeslagen totdat u de telefoon weer inschakelt. Berichten beantwoorden of doorsturen 1. Open het bericht en tik op Beantwoorden of tik op Menu > Allen beantwoorden of op Menu > Doorsturen. 2. Voer uw antwoord in. Als u snel een algemeen bericht wilt toevoegen, tikt u op Menu > Mijn tekst en tikt u op het gewenste bericht. 3. Als u de spelling wilt controleren, tikt u op Menu > Namen Controleren. 4. Tik op Verzenden. Tips om meer berichtkopinformatie weer te geven. Opmerking U wordt gewaarschuwd als u nieuwe berichten hebt ontvangen. Deze worden opgeslagen in het Postvak IN. U kunt de berichten in Postvak IN onderscheiden aan de hand van pictogrammen. Als er op de telefoon ‘No space for SIM message’ verschijnt, hoeft u alleen enkele berichten uit het Postvak IN te verwijderen. Als op de telefoon het bericht ‘No space for message’ wordt weergegeven, kunt u ruimte vrijmaken door berichten, media en toepassingen te verwijderen. * SIM-bericht SIM-bericht staat voor een bericht dat op de SIM-kaart is opgeslagen. U kunt dit bericht verplaatsen naar de telefoon. Telefoon Communicatie De telefoon is voorzien van de functie SmartDialler: wanneer u op een cijfertoets drukt, verschijnt op het scherm een telefoonnummer uit Oproepgeschiedenis dat begint met het cijfer dat u hebt ingedrukt en de namen uit Contacten of Oproepgeschiedenis die beginnen met de tekens die u hebt ingevoerd. U kunt dan makkelijk het nummer selecteren dat u wilt bellen. U kunt ook een internationale oproep of een noodoproep plaatsen. 73 Communicatie Opmerking U kunt uw telefoonnummer weergeven door te tikken op Start > Instellingen > Telefoon. Oproep plaatsen Communicatie 74 Voer een telefoonnummer in door op het scherm te tikken op de gewenste cijfers of door op de gewenste cijfertoetsen te drukken. Tik op Spreken of druk op S om de oproep te plaatsen. Zodra u verbinding hebt, wordt de gespreksduur weergegeven. Oproep beëindigen Wanneer u het gesprek wilt beëindigen, tikt u op Einde of drukt u op E. Een oproep plaatsen via Geschiedenis Tik op Oproepgeschiedenis om een eerder gebruikt telefoonnummer te selecteren en te bellen. Als u op een item in Oproepgeschiedenis tikt, krijgt u op het scherm de datum en tijd te zien waarop het gesprek heeft plaatsgevonden, plus de duur van het gesprek. U kunt de instellingen van uw telefoon, de beschikbare services en het netwerk waarmee u verbinding maakt desgewenst personaliseren. Een oproep plaatsen via Snelkeuze Logbestanden oproep U kunt recentelijk gemiste, ontvangen en geplaatste oproepen weergeven. U kunt bellen, een tekstbericht of multimediabericht verzenden en contactgegevens opslaan. Communicatie U kunt een lijst met snelkeuzenummers maken. Tik op Snelkeuze > Menu > Nieuw en tik in de lijst met contacten om het gewenste item te selecteren. 75 Communicatie U kunt het geselecteerde nummer of alle nummers tegelijk verwijderen. Opslaan in Contacten Na een gesprek of een berichtuitwisseling kunt u de contactgegevens opslaan in Contacten. Notitie bekijken Na een gesprek of een berichtuitwisseling kunt u gedetailleerde informatie hierover bekijken. Communicatie 76 Verwijderen U kunt alle logbestanden verwijderen. SMS-bericht verzenden... Wanneer u het gewenste nummer hebt gevonden, kunt u een tekstbericht verzenden. Multimediabericht verzenden Wanneer u het gewenste nummer hebt gevonden, kunt u een multimediabericht verzenden. [Menu Optie] Filter v Alle oproepen: u kunt de overzichten weergeven van gemiste, ontvangen en geplaatste oproepen. U kunt een nummer in het overzicht selecteren en dat bellen of er een bericht naar verzenden. Bovendien kunt u het nummer opslaan in Contacten. v Gemist: u kunt de laatste 20 telefoonnummers weergeven waarmee bellers u tevergeefs probeerden te bereiken. v Uitgaand: u kunt de laatste 20 telefoonnummers weergeven die u hebt gebeld of hebt geprobeerd te bellen. v Inkomend: u kunt de laatste 20 telefoonnummers weergeven waarvan u de oproep hebt beantwoord. Alle oproepen verwijderen U kunt alle oproepen verwijderen. Oproeptimers... U kunt de gespreksduur zien van oproepen vanaf en naar uw telefoon. Communicatie 77 Communicatie Contacten Communicatie 78 Dit is uw adresboek en de opslagruimte voor de gegevens van uw zakelijke en privécontacten. U kunt hier telefoonnummers, emailadressen, woonadressen en andere gegevens van uw Contacten opslaan, zoals hun verjaardag of de datum van een jubileum. Ook kunt u hier een foto van de persoon opslaan en een beltoon aan de persoon toewijzen. Vanuit de lijst met Contacten kunt u snel contact met iemand opnemen. Tik op een contactpersoon in de lijst om een samenvatting van de contactgegevens weer te geven. Vervolgens kunt u de persoon in een handomdraai bellen of een bericht sturen. Als u Outlook op de pc gebruikt, kunt u de Contacten op het apparaat synchroniseren met die op de pc. Overzicht Contacten Dit is uw adresboek en de opslagruimte voor de gegevens van uw zakelijke en privécontacten. U kunt hier telefoonnummers, emailadressen, woonadressen en andere gegevens van uw contacten opslaan, zoals hun verjaardag of de datum van een jubileum. Ook kunt u hier een foto van de persoon opslaan en een beltoon aan de persoon toewijzen. Tip v Als iemand die niet in uw lijst Een nieuwe contacten maken Communicatie 1. Tik op Start > Contacten. 2. Tik op Nieuw en voer de contactgegevens in. 3. Als u gereed bent, tikt u op OK. met Contacten staat u belt of een bericht stuurt, kunt u de persoon vanuit Oproepgeschiedenis of vanuit het bericht toevoegen aan Contacten door te tikken op Menu > Opslaan in Contacten. In de lijst met Contacten zult u zien waar u een foto van iemand kunt toevoegen en een beltoon aan de persoon kunt toewijzen. 79 Communicatie Contactgegevens wijzigen 1. Tik op Start > Contacten. 2. Tik op de contactpersoon. 3. Tik op Menu > Bewerken en geef de gewenste wijzigingen op. 4. Als u gereed bent, tikt u op OK. De lijst met Contacten gebruiken Communicatie 80 U kunt de lijst met Contacten op verschillende manieren gebruiken en synchroniseren. Hier volgen enkele tips: 1. Tik op Start > Contacten. 2.Ga in de lijst met Contacten op een van de volgende manieren te werk: v In de weergave Naam kunt u naar een contactpersoon zoeken door een naam op te geven of door de alfabetische index te gebruiken. Als u naar de weergave Naam wilt gaan, tikt u op Menu > Weergeven op > Naam. v Als u een samenvatting wilt zien van de gegevens van een contactpersoon, tikt u op de gewenste naam. U kunt de persoon daarvandaan bellen of een bericht sturen. v Als u een overzicht wilt weergeven van de acties die u op een contactpersoon kunt uitvoeren, tikt u op de contactpersoon en houdt u deze ingedrukt. v Als u een overzicht wilt weergeven van Contacten die bij een bepaald bedrijf werken, tikt u op Menu > Weergeven op > Bedrijf. Tik vervolgens op de naam van het bedrijf. SIM-Contacten kopiëren Contacten Zoeken naar een contacten Als u een uitgebreide lijst met Contacten hebt, kunt u op verschillende manieren naar een contactpersoon zoeken. 1. Tik op Start > Contacten. 2. Als u zich niet in de weergave Naam bevindt, tikt u op Menu > Weergeven op > Naam. 3. Ga op een van de volgende manieren te werk: Communicatie Als u contactgegevens op de SIMkaart hebt opgeslagen, kunt u deze een voor een kopiëren naar Contacten op het apparaat. 1. Tik op Start > Contacten. 2. Tik op de contactpersoon die u wilt kopiëren. 3. Tik Menu > Opslaan in Contacten. Omgekeerd kunt u Contacten op het apparaat ook een voor een naar de SIM-kaart kopiëren; u doet dit vanuit het menu Opslaan op SIM. 81 Communicatie v Begin met het invoeren van een naam in het daarvoor bestemde tekstvak totdat de gewenste contactpersoon wordt weergegeven. Als u weer alle Contacten wilt weergeven, tikt u op het tekstvak en wist u de tekst. v Gebruik de alfabetische index die boven aan de lijst met Contacten wordt weergegeven. Wanneer u op de alfabetische index tikt, wordt de selectiemarkering verplaatst naar het eerste item dat met die letter begint. Communicatie 82 v Filter de lijst op categorie. Tik in de lijst met Contacten op Menu > Filter. Tik vervolgens op een categorie waarin u de gewenste contactpersoon hebt ingedeeld. Als u weer alle Contacten wilt weergeven, selecteert u Alle Contacten. v U kunt ook zoeken naar een contactpersoon door te tikken op Start > Programma’s > Zoeken. Multimedia Als u op het pictogram Multimedia tikt, wordt het menu met multimediaitems geopend, zoals de camera, de camcorder, de spraakrecorder, MP3, radio en Java-spelletjes. Opmerking v Als u de standaardnaam van de map wijzigt, werkt deze niet langer naar behoren. Camera Multimedia U kunt de beeldzoeker van de camera als volgt weergeven: 1. Druk op de toets c om de opnamemodus van de camera meteen te activeren. Of, tik op het pictogram Multimedia en selecteer de optie Camera. 2. Richt de camera op het onderwerp dat u wilt vastleggen en druk op e of op de toets OK/Bevestigen. U kunt de interne camera of de externe camera activeren door linksonder te tikken op Camera wisselen. 3. Als u de modus Automatisch opslaan hebt ingeschakeld, wordt de afbeelding automatisch opgeslagen. 4. De foto wordt opgeslagen in de map Mijn afbeeldingen. U kunt de foto vinden door te tikken op Afbeeldingen en video’s. Voordat u een foto neemt, worden de volgende opties weergegeven: v Modus: camera/video, camera/foto inlijsten. v wisselen: intern/extern. 83 Multimedia v Afbeeldingen en video’s: het Multimedia 84 programma Afbeeldingen en video’s activeren. v Resolutie: 320X240, 640X480,1024X768, 1600X1200. v Timer: de gewenste vertraging instellen (Uit, 5 seconden, 10 seconden, 15 seconden). Dan maakt de telefoon na de ingestelde tijd een foto. v Burst-modus: 1, 3, 6, 9. v Licht: de flitser inschakelen wanneer u een foto maakt op een donkere plek (Uit/Altijd Aan/Licht). v Witbalans: Auto, Daglicht, Bewolkt, Verlicht, Binnenshuis. v Filter: Geen/Zwart-wit/Negatief/ Sepia. De cameramodus configureren Tik vanuit het scherm Voorbeeldweergave camera op Menu > Camera opties om de beschikbare opties voor de camera weer te geven. v Bestand opslaan: instellen of de foto na de opname automatisch of handmatig moet worden opgeslagen (Automatisch/ Handmatig). v Type video: het gewenste Filmcamera 1. Selecteer het menu Videocamera. Zodra de instellingen op het scherm worden weergegeven, kunt u deze gebruiken door op de pictogrammen te tikken. Tik op het pictogram van de instellingen die u wilt wijzigen om de waarden weer te geven. Ga naar de gewenste keuze. 2. Druk op c of op OK/Bevestigen om de opname te starten. Zodra de opname begint, wordt er een timer weergegeven. Multimedia videotype selecteren (Normaal/ MMS). Als u MMS kiest, worden video-opnamen automatisch beëindigd wanneer de maximale MMS-grootte is bereikt. v Opslag: opslagruimte selecteren. U kunt kiezen tussen de telefoon en de geheugenkaart (Intern/Extern). Kwaliteit: de camerakwaliteit instellen (Superfijn/Fijn/Standaard). v Sluitergeluid: Je kunt een Bergruimte. Telefoon of Memory Kaart. v Kwaliteit: U kunt de camera Kwaliteit.(Zeer fijn/Fijn/Standaard) v Auto. scherp.: de autofocus instellen (Aan/Uit). 85 Multimedia Gelijk aan camera-instellingen, met uitzondering van Resolutie, Geluid. Zie Multimedia > Camera voor meer informatie. v Resolutie: 128x96, 176x144, 320x240 v Geluid: met/zonder 3. Druk op c of op OK/Bevestigen om de opname te beëindigen en op te slaan. Opname inlijsten U kunt bij het maken van een foto 19 lijsteffecten kiezen. Als u de lijst wilt wijzigen, tikt u links of rechts op de navigatietoets. Multimedia 86 Windows Media Zelfde als camera-instellingen. Zie Multimedia > Camera voor meer informatie. Met Microsoft Windows Media Player 10 Mobile for Pocket PC kunt u digitale audio- en videobestanden afspelen die zich op het apparaat bevinden of op een netwerk, bijvoorbeeld een website. Windows Media Player ondersteunt zowel audio- als videobestanden. De volgende bestandsindelingen worden door deze versie van Windows Media Player ondersteund: .WAV, .WMA, .WMV, .MP3, .MIDI, .SP-MIDI, .SMAF, .AAC, .AMR, .3GP, .MP4, enz. Multimedia 87 Multimedia Pictogram Omschrijving Een bestand afspelen/ pauzeren. Het volumeniveau verhogen. Het volumeniveau verlagen. Meteen naar het begin van het huidige bestand gaan of meteen naar het vorige bestand gaan. Meteen naar het volgende bestand gaan. De voortgang aanpassen van een bestand dat wordt afgespeeld. Het geluid in- of uitschakelen. Multimedia 88 Een video afspelen op het gehele scherm. Een website weergeven waar u muziek en video’s kunt afspelen. Windows Media biedt drie hoofdschermen: Het scherm Afspelen de items in de afspeellijst in willekeurige volgorde of herhaald afspelen. v Volledig scherm: een video afspelen op het volledige scherm. v Opties: diverse opties voor Windows Media Player aanpassen, bijvoorbeeld het netwerk, de skin en knopopties voor de hardware. v Eigenschappen: informatie weergeven over het bestand dat wordt afgespeeld. v Over: informatie over Windows Media, zoals het versienummer. De schermen en menu’s. Multimedia Het standaardscherm met de afspeelknoppen (zoals Afspelen, Onderbreken, Volgende, Vorige en Volume), het venster Albumhoes en het videovenster. U kunt de weergave van dit scherm wijzigen door een andere skin te kiezen. Wanneer het scherm Afspelen wordt weergegeven, zijn de volgende opdrachten beschikbaar in Menu. v Bibliotheek: het scherm Bibliotheek weergeven, waar u een bestand kunt selecteren om af te spelen. v Afspelen/Pauze: het afspelen starten of onderbreken. v Stoppen: het afspelen beëindigen. v Willekeurige volgorde/Herhalen: 89 Multimedia Het scherm Afspeellijst Multimedia 90 Het scherm waarin de afspeellijst wordt weergegeven. In deze lijst ziet u welk bestand wordt afgespeeld en welke bestanden nog volgen. Wanneer het scherm Afspeellijst wordt weergegeven, zijn de volgende opdrachten beschikbaar in Menu. v Bibliotheek: het scherm Bibliotheek weergeven, waar u een bestand kunt selecteren om af te spelen. v Omhoog/Omlaag: het geselecteerde item omhoog of omlaag verplaatsen in de afspeellijst. v Verwijderen uit afspeellijst: het geselecteerde item uit de afspeellijst verwijderen. v Willekeurige volgorde/Herhalen: de items in de afspeellijst in willekeurige volgorde of herhaald afspelen. v Wissen wat nu wordt afgespeeld: alle items uit de afspeellijst verwijderen. v Foutdetails: foutgegevens over het geselecteerde item weergeven (als er foutgegevens beschikbaar zijn, wordt er een uitroepteken voor de naam van het item weergegeven). v Eigenschappen: gegevens over het geselecteerde bestand weergeven. Het scherm Bibliotheek Bibliotheek weergeven, waar u een bestand kunt selecteren om af te spelen. v Bibliotheek bijwerken: nieuwe items toevoegen aan de bibliotheek door te zoeken op het apparaat en op de opslagkaart. v Bestand openen: bestanden zoeken en afspelen die zich op het apparaat of op een opslagkaart bevinden maar niet in de bibliotheek. v URL openen: een bestand afspelen dat zich in een netwerk bevindt, bijvoorbeeld internet. v Eigenschappen: gegevens over het geselecteerde bestand weergeven. Multimedia In dit scherm kunt u uw audiobestanden, videobestanden en afspeellijsten snel terugvinden. Het scherm is verdeeld in categorieën als Mijn muziek, Mijn video, Mijn tv en Mijn afspeellijsten. Wanneer het scherm Bibliotheek wordt weergegeven, zijn de volgende opdrachten beschikbaar in Menu. v Omhoog in wachtrij: het geselecteerde item toevoegen aan het einde van de huidige afspeellijst. v Verwijderen uit bibliotheek: het geselecteerde item uit de bibliotheek verwijderen. v Afspelen: het scherm Afspeellijst weergeven. v Bibliotheek: het scherm 91 Multimedia Onder aan elk scherm bevindt zich een menu met de naam Menu. De opdrachten in dit menu variëren afhankelijk van het scherm dat wordt weergegeven. FM-RADIO U kunt zoeken en luisteren naar radiostations. Opmerking vG  ebruik het snoer van de headset Multimedia 92 als FMantenne om de radioontvangst te verbeteren. vD  e FM-radio kan niet zonder headset worden gebruikt. 1. U kunt het geselecteerde radiokanaal aan een cijfer toewijzen door op de gewenste cijfertoets te tikken. 2. Nadat u radiokanalen hebt ingesteld, kunt u naar alle voorkeuzestations luisteren. 3. Hiermee kunt u de frequentie aanpassen en de radiozender op het gewenste kanaal wijzigen. U kunt de volgende zender zoeken door de toets ten minste twee seconden Opmerking v RDS inschakelen: ontvangen gegevensbericht van een radiostation op het scherm weergeven. Afbeeldingen en video’s Met het programma Afbeeldingen en video’s kunt u afbeeldingen en videoclips op het apparaat verzamelen, ordenen en sorteren in de volgende bestandsindelingen. Bestandstype Bestandsindelingen Afbeelding Video *.bmp, *.jpg *.avi, *.wmv, *.mp4, *.3gp Multimedia ingetikt te houden of door op de toetsen op de zijkant van de telefoon te drukken. 4. Als u op het tabblad Menu tikt, worden de volgende menu’s weergegeven. v Scannen: de radiokanalen automatisch instellen. Als u het huidige kanaal wilt opslaan, tikt u op Stoppen > Menu > Voorkeuzezenders opslaan. v Voorkeuzezenders opslaan: een kanaal opslaan dat u vaak gebruikt. U vindt het kanaal terug in de lijst met opgeslagen voorkeuzezenders. v Opties: hier kunt u RDS en de functie voor AF-omschakeling (Alternatieve Frequentie) inschakelen. Als het Bluetooth handsfree-kanaal is geopend, kunt u via een Bluetooth-headset luisteren naar FM-radio. 93 Multimedia U kunt de afbeeldingen als diavoorstelling weergeven, verzenden via infrarood, verzenden via e-mail, bewerken of instellen als achtergrond op het scherm Vandaag. Een afbeelding of videoclip kopiëren naar het apparaat U kunt afbeeldingen van de pc kopiëren en op het apparaat weergeven. v Kopieer de afbeeldingen van de pc of een opslagkaart naar de map Mijn afbeeldingen op het apparaat. Multimedia 94 Opmerking v U kunt de afbeeldingen ook van de pc naar het apparaat kopiëren via een geheugenkaart. Plaats de geheugenkaart in de daarvoor bestemde sleuf van het apparaat en kopieer de afbeeldingen van de pc naar de map die u op de geheugenkaart hebt gemaakt. Afbeeldingen weergeven 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. De afbeeldingen in de map Mijn afbeeldingen worden standaard als miniaturen weergegeven. 2. Selecteer een afbeelding en tik op Weergeven. Als u een afbeelding zoekt en deze niet vindt in de standaardmap Mijn afbeeldingen, tikt u op de pijl omlaag om naar een andere map te gaan. v In-/uitzoomen: in- of uitzoomen op het gebied binnen het rode vak. Video’s met geluid afspelen Multimedia 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. De videobestanden in de map Mijn afbeeldingen worden standaard weergegeven als miniaturen, die altijd worden vergezeld van een mediapictogram. 95 Multimedia 2. Selecteer een video en tik op het miniatuur om de clip af te spelen in de ingebouwde Windows Media Player. Afbeeldingen en videoclips sorteren Multimedia 96 Als u een groot aantal afbeeldingen of videoclips op het apparaat opslaat, kan het nuttig zijn om deze te sorteren; hierdoor kunt u een bepaalde afbeelding of clip snel terugvinden. U kunt sorteren op naam, datum en grootte. 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. 2. Tik op de sorteerlijst (standaard gesorteerd op datum) en selecteer het item waarop u wilt sorteren. Een afbeelding of videoclip verwijderen Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, gaat u op een van de volgende manieren te werk: v Selecteer een afbeelding of videoclip op het scherm Afbeeldingen en video’s, en tik op Menu > Verwijderen. Tik op Ja om de verwijdering te bevestigen. v Tik op het miniatuur van de afbeelding die u wilt verwijderen, houd deze ingedrukt en tik op Verwijderen. Een afbeelding of videoclip bewerken U kunt afbeeldingen draaien en bijsnijden, en de helderheid en het kleurcontrast aanpassen. 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. 2. Tik op de afbeelding die u wilt bewerken. 3. Tik op Menu > Bewerken en ga op een van de volgende manieren te werk: v Als u een afbeelding 90 graden linksom wilt draaien, tikt u op Draaien. v Als u een afbeelding wilt bijsnijden, tikt u op Menu > Bijsnijden. Tik vervolgens en sleep om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden. Tik buiten het vak als u de bewerking wilt beëindigen. v Als u de helderheid en het kleurcontrast van een afbeelding wilt aanpassen, tikt u op Menu > AutoCorrectie. Opmerking v Als u een bewerking ongedaan Multimedia wilt maken, tikt u op Menu > Ongedaan maken. Wilt u alle bewerkingen die u op een afbeelding hebt aangebracht en nog niet hebt opgeslagen ongedaan maken, dan tikt u op Terug naar Opgeslagen. 97 Multimedia Een afbeelding instellen als achtergrond voor het scherm Vandaag Multimedia 98 U kunt een afbeelding gebruiken als achtergrond voor het scherm Vandaag. 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. 2. Selecteer de afbeelding die u als achtergrond wilt gebruiken. 3. Tik op Menu > Instellen als achtergrond Vandaag. 4. Selecteer bij Doorzichtigheidsniveau een hoger percentage voor meer transparantie of een lager percentage voor een ondoorzichtigere afbeelding. 5. Tik op OK. Afbeeldingen en videoclips verzenden via e-mail U kunt afbeeldingen en videoclips via e-mail verzenden naar andere apparaten. 1. Stel eerst Berichten verzenden in om berichten te kunnen verzenden en ontvangen. 2. Selecteer in het programma het item dat u wilt verzenden. 3. Tik op Menu > Verzenden en selecteer een account (bijvoorbeeld Outlook e-mail of MMS) om het item als bijlage te verzenden. 4. Er wordt een nieuw bericht gemaakt, met het item als bijlage. 5. Voer de geadresseerde en het onderwerp in, en tik op Verzenden. De eerstvolgende keer dat u het apparaat synchroniseert, wordt het bericht verzonden. Opmerking v Afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen voordat ze worden verzonden. Voor het sturen van foto's en videoclips via Bluetooth U kunt foto's en videoclips Op andere apparaten via Bluetooth. Afbeeldingen toewijzen aan Contacten De geavanceerde opties gebruiken 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. 2. Selecteer de afbeelding waarvoor u meer instellingen wilt configureren. 3. Tik op Menu > Opties. Het scherm Opties wordt weergegeven en biedt u de volgende mogelijkheden: Multimedia U kunt een afbeelding aan een contactpersoon toewijzen, zodat deze persoon altijd snel herkenbaar is voor u. 1. Tik op Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s. 2. Selecteer de afbeelding die u aan de persoon wilt toewijzen. 3. Tik op Menu > Opslaan in Contacten. 4. Tik op de contactpersoon of navigeer in de lijst met contacten naar de gewenste persoon en tik op Selecteren. 99 Multimedia v Het formaat van een afbeelding Multimedia 100 aanpassen, zodat u deze sneller via e-mail kunt verzenden. v De weergave-instellingen tijdens diavoorstellingen configureren en opties voor schermbeveiliging activeren. v De camera van het apparaat en instellingen voor de camcorder configureren. v Verzenden: u kunt de geselecteerde afbeelding versturen via Berichten verzenden, e-mail of Bluetooth. Bepaalde bestanden die met DRM (Digital Rights Management) zijn beveiligd, kunnen echter niet worden verzonden. v Opslaan in Contacten: u kunt de afbeelding van de geselecteerde persoon opslaan in uw lijst met Contacten. Wanneer deze persoon u belt, wordt de opgeslagen afbeelding weergegeven. v Verwijderen: u kunt de geselecteerde afbeelding verwijderen. v Bewerken: u kunt de afbeelding bijsnijden en draaien. v Eigenschappen: u kunt de afbeelding behouden. v Diavoorstelling starten: u kunt de afbeeldingen weergeven in de vorm van een diavoorstelling. v Instellen als achtergrond Mobile Java U kunt makkelijk spelletjes en andere toepassingen downloaden. Er zijn standaard twee mappen: Spelletjes en Toepassingen. In elke map staat een ingevoegde koppeling voor het downloaden van spelletjes of toepassingen. Het gebruik van onlineservices kan extra kosten met zich meebrengen. Spelletjes U kunt zich in de map Spelletjes vermaken met bijvoorbeeld Bejeweled en Block Breaker. Tik op het scherm Spelletjes op het gewenste spel en tik nogmaals om het spel te starten. Multimedia Vandaag: u kunt de afbeelding instellen als schermachtergrond. v Opties: u kunt het formaat van afbeeldingen die u per e-mail verzendt aanpassen, zodat de verzending sneller verloopt. Gebruik dit afbeeldingformaat: Groot (640x480)/ Gemiddeld (320x240)/ Klein (160x120). v Verzenden naar je space: u kunt het geselecteerde bestand verzenden naar MySpace. Meld u aan bij Windows Live om toegang te krijgen tot MySpace. v Verzenden via Bluetooth U kunt multimedia-bestand via Bluetooth. 101 Programma's Internet Explorer Internet Explorer Mobile is een complete internetbrowser, die specifiek is bedoeld voor gebruik op uw mobiele apparaat. Voer op de adresbalk het webadres in dat u wilt bezoeken en tik. Als u een eerder gebruikt adres wilt invoeren, tikt u op de adresbalk op de pijl omlaag. v Start: u kunt de webbrowser starten en de Startpagina activeren. v Adresbalk: u kunt handmatig een URL invoeren om de bijbehorende webpagina weer te geven. Programma's 102 v Favorieten...: u kunt uw favoriete of meest bezochte URL's of pagina's opslaan. Verzenden, Nieuwe toevoegen, Bewerken, Markeren/Markering opheffen en Verwijderen zijn bewerkingen die u op bladwijzers kunt uitvoeren. Verschillende vooraf ingestelde URLs zijn opgeslagen als favorieten. v Toevoegen aan Favorieten... 1. Druk op de linkersoftkey [Opties] en selecteer. 2. Nieuwe toevoegen in het menu Opties. 3. Voer de naam en de bijbehorende URL-informatie in. 4. Druk op de knop Toevoegen om op te slaan. v Volgende: naar een URL uit de geschiedenislijst gaan. v Vernieuwen: de huidige pagina -B  ureaublad: automatisch, door de toewijzing van een webpagina die op de pc wordt weergegeven. - Volledig scherm: u kunt de weergave op het volledige scherm gebruiken. - Afbeeldingen weergeven v Bewerken: u kunt de naam en de bijbehorende URL-informatie wijzigen. - Knippen: de tekst knippen. - Kopiëren: de tekst kopiëren. - Plakken: de tekst plakken. - Alle tekst selecteren: alle tekst selecteren. v Extra -K  oppeling verzenden...: de koppeling in een tekstbericht verzenden. - Eigenschappen...: de gegevens over de pagina weergeven. Programma's vernieuwen. v Geschiedenis...: een lijst weergeven met de pagina's die u al hebt bezocht. v Beeld - T ekengrootte: Extra groot/Groter/ Normaal/ Kleiner/Extra klein. - Eén kolom: horizontaal passend maken in de beschikbare schermbreedte of totdat de kleinste breedte voor alle kolommen is bereikt. - Aanpassen aan scherm: het formaat van webpagina's dynamisch aanpassen voor optimale weergave op handheldapparaten. De gebruiker hoeft hierdoor niet te bladeren op de pagina. 103 Programma's Programma's 104 - Opties... Algemeen: u kunt de standaardpagina en het standaardteken instellen. Geheugen: u kunt het opgeslagen aantal pagina's instellen dat in het verleden is bezocht en webinhoud verwijderen die eerder is weergegeven of met het apparaat is gesynchroniseerd. Beveiliging: u kunt in het vak met de beveiligingsinstellingen tikken om waarschuwingen op de pagina weer te geven. Roteren: U kunt roteren webpagina. Word Mobile Word-documenten die op een pc zijn gemaakt, kunnen op het apparaat worden geopend en bewerkt. U kunt ook documenten en sjablonen maken en bewerken in Word Mobile, en deze opslaan in de indelingen .DOC, .RTF, .TXT of .DOT. Er kan slechts één document tegelijkertijd geopend zijn. Wanneer u een tweede document opent, wordt het eerste document automatisch opgeslagen en gesloten. Als u een nieuw document sluit, krijgt dit automatisch een naam die bestaat uit de eerste paar woorden uit het document en wordt het in de documentenlijst in Word Mobile geplaatst. Het is heel eenvoudig om het document een betekenisvolle naam te geven en het naar een andere map of een opslagkaart te verplaatsen. Een bestand maken Programma's 1. Tik in Word Mobile op Nieuw. 2. Afhankelijk van hetgeen u als standaardsjabloon hebt geselecteerd, wordt er een leeg document of een sjabloon weergegeven. 3. Voer de gewenste tekst in. 4. Als u gereed bent, tikt u op OK om het bestand op te slaan. Niet-ondersteunde functies in Word Mobile Word Mobile biedt geen volledige ondersteuning voor een aantal functies van Microsoft Word, zoals revisiemarkeringen en wachtwoordbeveiliging. Wanneer u het document op het apparaat opslaat, gaan bepaalde gegevens en opmaak mogelijk verloren. De volgende functies worden niet ondersteund door Word Mobile. • Achtergronden • Vormen en tekstvakken • Artistieke paginaranden • Infolabels • Metabestanden v Bidirectionele tekst. Documenten met bidirectionele tekst kunnen weliswaar worden geopend in Word Mobile, maar inspringingen en uitlijning worden mogelijk niet correct weergegeven en opgeslagen. v Met een wachtwoord beveiligde bestanden. Documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd, kunnen niet worden geopend in Word Mobile. Als u een dergelijk document op het apparaat wilt weergeven, verwijdert u eerst de wachtwoordbeveiliging in Word op de pc. 105 Programma's v Documentbeveiliging. Bestanden Programma's 106 die in Word op de pc zijn beveiligd, kunnen niet worden weergegeven in Word Mobile. De volgende functies worden gedeeltelijk ondersteund door Word Mobile. v Afbeelding als opsommingsteken. v Revisiemarkeringen: wanneer u een document met revisiemarkeringen opent in Word Mobile, wordt het weergegeven alsof alle revisiemarkeringen zijn geaccepteerd. Als u het document opslaat in Word Mobile, gaan de revisiemarkeringen verloren. v Opmaakprofiel voor tabellen: wanneer u een document opslaat in Word Mobile, gaat de opmaak die in het opmaakprofiel voor tabellen is gedefinieerd geheel of gedeeltelijk verloren. v Onderstrepingstijlen. Onderstrepingstijlen die niet worden ondersteund door Word Mobile, worden omgezet in een van de vier ondersteunde stijlen (standaard, gestippeld, golvend of dik). v Legacy Pocket Word-bestanden. PSW-bestanden kunnen in Word Mobile worden geopend. Als u een bestand echter bewerkt, moet u het opslaan in de indeling .DOC, .RTF, .TXT of .DOT. De volgende functies worden niet ondersteund door het apparaat; het bestand blijft echter intact en wanneer u het weer op de pc opent, werken de functies naar behoren. v Voetnoten, eindnoten, kopteksten, voettekst. v Pagina-einden: pagina-einden Meer informatie over Word Mobile • Tik in Word Mobile op Start > Help. Excel Mobile Excel-werkmappen en -sjablonen die op de pc zijn gemaakt, kunt u zonder problemen openen en bewerken in Excel Mobile. Ook kunt u nieuwe werkmappen en sjablonen maken op het apparaat. Opmerking v Gebruik het volledige scherm om een zo groot mogelijk deel van de werkmap weer te geven. Tik op Beeld > In-/uitzoomen en selecteer een percentage, zodat het werkblad goed leesbaar is. Programma's worden niet weergegeven in Word Mobile. Alle pagina-einden blijven echter behouden in het document, met uitzondering van paginaeinden aan het einde van een document. v Lijsten: wanneer u het document weer op de pc opent, worden lijsten met inspringingen weergegeven in de oorspronkelijke opmaak. v Lettertypen en lettergrootten. Lettertypen die niet door het apparaat worden ondersteund, worden omgezet in het meest gelijkende lettertype dat beschikbaar is. Het oorspronkelijke lettertype wordt echter wel vermeld op het apparaat. 107 Programma's Niet-ondersteunde functies in Excel Mobile Programma's 108 Excel Mobile biedt geen volledige ondersteuning voor een aantal functies, zoals formules en celopmerkingen. Wanneer u de werkmap op het apparaat opslaat, gaan bepaalde gegevens en opmaak mogelijk verloren. Houd rekening met de volgende richtlijnen voor opmaak in Excel Mobile: v Uitlijning. Horizontale uitlijning, verticale uitlijning en terugloop blijven intact, maar verticale tekst wordt horizontaal weergegeven. v Randen. Deze worden weergegeven als één lijn. v Celpatronen. Patronen die op cellen zijn toegepast, worden verwijderd. v Lettertypen en lettergrootten. Lettertypen die niet door het apparaat worden ondersteund, worden omgezet in het meest gelijkende lettertype dat beschikbaar is. Het oorspronkelijke lettertype wordt echter wel vermeld op het apparaat. Wanneer u de werkmap weer in Excel op de pc opent, worden de gegevens in het oorspronkelijke lettertype weergegeven. v Getalnotatie. Getallen die zijn opgemaakt met de functie Voorwaardelijke opmaak van Microsoft Excel 2007 versie 6.1, worden weergegeven in getalnotatie. v Formules en functies. Als een v Beveiligingsinstellingen. De meeste beveiligingsinstellingen voor werkmappen en werkbladen worden uitgeschakeld, maar niet verwijderd. Ondersteuning voor wachtwoordbeveiliging is echter verwijderd. Werkmappen die met een wachtwoord zijn beveiligd of werkmappen waarvan een of meer werkbladen met een wachtwoord zijn beveiligd, kunnen niet worden geopend. Als u een dergelijk bestand op het apparaat wilt openen, verwijdert u de wachtwoordbeveiliging in Excel op de pc en voert u een synchronisatie uit. v Zoominstellingen. Deze worden niet behouden. In Excel kunt u zoominstellingen opgeven per werkblad, terwijl zoominstellingen in Excel Mobile voor de gehele werkmap gelden. Programma's Excel-bestand een functie bevat die niet wordt ondersteund door Excel Mobile, wordt de functie verwijderd en wordt alleen de retourwaarde van de functie weergegeven. Verder worden de volgende formules omgezet in waarden: formules die als matrix zijn opgegeven of die een matrixargument bevatten, bijvoorbeeld =SOM({1;2;3;4}); formules die externe koppelingsverwijzingen of een verwijzing naar een snijpuntbereik bevatten; formules die verwijzingen voorbij rij 16384 bevatten, worden vervangen door #VERW! 109 Programma's v Namen van werkbladen. Namen Programma's 110 van werkbladen die zich in dezelfde werkmap bevinden, worden correct weergegeven; namen die verwijzen naar andere werkmappen, matrices (bijvoorbeeld ={1;2;3;4}), matrixformules of snijpuntbereiken, worden uit de namenlijst verwijderd. Wanneer een naam uit de lijst wordt verwijderd, blijft deze echter intact in formules en functies, waardoor de formules worden weergegeven als '#NAAM?'. Niet alle verborgen namen worden verborgen. v Instellingen voor AutoFilter. Deze worden verwijderd. Met de opdracht AutoFilter in Excel Mobile kunt u echter vergelijkbare acties uitvoeren. Als u AutoFilter hebt toegepast op een werkblad met als gevolg dat er rijen worden verborgen, blijven de rijen verborgen wanneer het bestand wordt geopend in Excel Mobile. Gebruik de opdracht Zichtbaar maken om de verborgen rijen weer te geven. v Diagrammen opmaken. Alle diagrammen worden opgeslagen zoals ze worden weergegeven in Excel Mobile. Diagramtypen die niet worden ondersteund, worden omgezet in een van deze ondersteunde typen: kolomdiagram, staafdiagram, lijndiagram, cirkeldiagram, spreidingsdiagram of vlakdiagram. Achtergrondkleuren, rasterlijnen, gegevenslabels, trendlijnen, schaduwen, 3D-effecten, secundaire assen en logaritmische schalen worden uitgeschakeld. v Werkbladfuncties. De volgende functies worden niet ondersteund door Excel Mobile en worden verwijderd of gewijzigd wanneer een werkmap op het apparaat wordt geopend: verborgen bladen worden niet verborgen; VBA-modules, macrobladen en dialoogbladen worden verwijderd en vervangen door tijdelijke aanduidingen; tekstvakken, tekenobjecten, afbeeldingen, lijsten, voorwaardelijke opmaak en besturingselementen worden verwijderd; draaitabelgegevens worden omgezet in waarden. PowerPoint Mobile Programma's Diavoorstellingen die met PowerPoint '97 en hoger op de pc zijn gemaakt in de indeling .PPT of .PPS, kunnen in PowerPoint Mobile worden geopend. Veel elementen die in de diavoorstellingen zijn ingebouwd, zoals diaovergangen en animaties, worden door het apparaat ondersteund. Als het een getimede voorstelling betreft, worden de dia's automatisch achtereen weergegeven. Koppelingen naar URL's worden eveneens ondersteund. De volgende PowerPoint-functies worden niet door het apparaat ondersteund: v Notities. Notities bij dia's worden niet weergegeven. 111 Programma's v Dia's opnieuw ordenen en bewerken. PowerPoint Mobile doet uitsluitend dienst als viewer. v Bestandsindelingen. Bestanden in een oudere PPT-indeling dan PowerPoint '97 en HTML-bestanden in de indelingen .HTM en .MHT worden niet ondersteund. Een diavoorstelling starten Programma's 112 1. Tik op Start > Programma's > PowerPoint Mobile. 2. Tik in de lijst met voorstellingen op de diavoorstelling die u wilt weergeven. 3. Tik op de huidige dia om naar de volgende dia te gaan. Als het een getimede voorstelling betreft, worden de dia's automatisch achtereen weergegeven. Een diavoorstelling stoppen • Tik in een PowerPoint Mobilevoorstelling op Voorstelling beëindigen. Bladeren door de dia's Als het geen getimede voorstelling betreft, kunt u zelf de volgende dia weergeven, teruggaan naar de vorige dia of een dia buiten de reeks weergeven. 1. Tik op Start > Programma's > PowerPoint Mobile. 2. Open de voorstelling die u wilt weergeven. 3. Tik op > Volgende of Vorige, of tik op Ga naar dia en vervolgens op de dia die u wilt weergeven. Tip v Tik eenvoudig op de huidige dia om de volgende dia weer te geven. Opmerking v Als u op een dia hebt ingezoomd om deze beter te kunnen bekijken, moet u uitzoomen voordat u naar een andere dia kunt gaan. Wanneer u op Volgende of Vorige tikt, krijgt u mogelijk een animatie op de dia te zien in plaats van een andere dia. Verkenner Programma's In de toepassing Verkenner kunt u een venster met een bestandenstructuur openen zoals op een Windows-pc. U kunt in dit venster door de telefoon navigeren en zo naar de gewenste mappen en bestanden gaan. Bestanden en mappen die zich op de telefoon bevinden, kunt u in een oogwenk beheren, verwijderen, kopiëren en bewerken. Ook kunt u nieuwe mappen maken. Als u de bestanden of mappen in de map SafeStore of Opslagkaart wilt zien, tikt u. Als u de bestanden of mappen in het geheugen van de telefoon wilt zien, tikt u. Als u een bestand in een netwerk wilt openen, tikt u. Voer het bestandspad in en tik op OK. 113 Programma's Tik op de mapcategorie (standaard is dit Mijn documenten) en vervolgens op de map die u wilt weergeven. v Expresberichten verzenden en ontvangen. v Zien welke Contacten online of offline zijn. Messenger Programma's 114 U kunt Windows Live Messenger pas gebruiken als u beschikt over een Microsoft Passport™-account, een Hotmail-account of een Microsoft Exchange-e-mailaccount. Hebt u een Hotmail®- of MSN-account, dan is dat tevens uw Passport-account. Als u een Microsoft Passport-account of een Microsoft Exchange-account hebt, kunt u uw account instellen. Met Windows Live Messenger beschikt u op uw mobiele apparaat over de voorzieningen van Windows Live Messenger. Windows Live Messenger biedt de volgende mogelijkheden: v Statusupdates voor geselecteerde Contacten activeren, zodat u kunt zien wanneer ze online gaan. v Contacten blokkeren, zodat deze uw status niet kunnen zien en u geen berichten kunnen sturen. U kunt Windows Live Messenger alleen gebruiken als uw apparaat verbinding heeft met internet. Voor informatie over het configureren van een internetverbinding. Opmerking v U hebt een Microsoft .NET Passport-account of een Hotmailaccount nodig om met Windows Live Messenger te kunnen werken. Als u een e-mailadres bij Hotmail. com of MSN.com hebt, is dit tevens uw Passport-account. Ga voor een Passport-account naar http://www.passport.com. Ga voor een Hotmail- naar http://www. hotmail.com. Windows Live Messenger starten 1. Tik op Start > Programma's > Messenger. Aanmelden en afmelden v Als u zich wilt aanmelden, tikt u op Programma's Aanmelden. Voer het e-mailadres en het wachtwoord van uw Passport- of Hotmail-account in en tik op Volgende. Afhankelijk van uw verbindingssnelheid kan de aanmelding enkele minuten in beslag nemen. v Als u zich wilt afmelden, tikt u op Afmelden. Uw status wordt veranderd in Offline. 115 Programma's Contacten toevoegen en verwijderen Contacten blokkeren en de blokkering opheffen v Als u een contactpersoon wilt v Als u een contactpersoon wilt toevoegen, tikt u op Menu > Nieuwe contactpersoon toevoegen en volgt u de aanwijzingen op het scherm. v Als u een contactpersoon wilt verwijderen, tikt u op de naam van de persoon en vervolgens op Menu > Opties voor Contacten > Contactpersoon verwijderen. Een expresbericht verzenden Programma's 116 1. Tik op de contactpersoon die u een bericht wilt sturen. 2. Geef het bericht op in het tekstinvoergebied onder aan het scherm en tik op Verzenden. blokkeren zodat deze uw status niet kan zien en u geen berichten kan sturen, tikt u op de naam van de persoon en vervolgens op Menu > Opties voor Contacten > Contactpersoon blokkeren. v Als u de blokkering van een contactpersoon wilt opheffen, tikt u op de naam van de persoon en vervolgens op Menu > Blokkering opheffen. Uw Messenger-status weergeven v Tik boven aan de pagina op uw naam. Uw huidige status wordt in de weergegeven lijst aangeduid met een opsommingsteken. Uw weergavenaam wijzigen v Tik boven aan de pagina op uw naam en vervolgens op Vormgeving wijzigen. Voer uw persoonlijk bericht in en tik op Gereed. Meer informatie over Windows Live Messenger v Tik in Windows Live Messenger op Start > Help. Opmerking Via notities kunt u snel gedachten, vragen, herinneringen, takenlijsten en notulen vastleggen. U kunt handgeschreven en getypte notities maken, spraaknotities opnemen, handgeschreven notities omzetten in tekst voor een betere leesbaarheid en notities naar anderen sturen. De informatie in een notitie Programma's Met behulp van het schermtoetsenbord of software voor handschriftherkenning kunt u getypte tekst invoeren. U kunt ook de stylus gebruiken en daarmee rechtstreeks op het scherm schrijven en tekenen. Op apparaten waarmee u opnamen kunt maken, kunt u opzichzelfstaande opnamen maken of een opname aan een notitie toevoegen. 117 Programma's De standaardinvoermethode voor Notities instellen Programma's 118 Als u vaak tekeningen aan notities toevoegt, kunt u Schrijven instellen als de standaardinvoermethode. Geeft u de voorkeur aan getypte tekst, dan selecteert u Typen. 1. Tik op Start > Programma's > Notities. 2. Tik in de lijst met notities op Menu > Opties. 3. Tik in het vak Standaardmodus op een van de volgende opties: v Schrijven als u een tekening of handgeschreven tekst in een notitie wilt invoeren. v Typen als u getypte notities wilt maken. 4. Tik op OK. Een notitie maken 1. Tik op Start > Programma's > Notities. Tik in de lijst met notities op Nieuw. 2. Tik op de menubalk op de pijl Invoermethode kiezen naast het pictogram Invoerpaneel, tik vervolgens op de invoermethode die uw voorkeur heeft en voer de gewenste tekst in. 3. Als de pijl Invoermethode kiezen niet wordt weergegeven, tikt u op het pictogram Invoermethode. 4. Wanneer u gereed bent, tikt u op OK om terug te gaan naar de lijst met notities. Taken Met behulp van de functie Taken kunt u uw activiteiten bijhouden. Een taak kan eenmalig zijn of herhaald voorkomen. U kunt herinneringen instellen voor taken en taken indelen in categorieën. Uw taken worden weergegeven in een takenlijst. Achterstallige taken worden rood weergegeven. Een taak maken v U kunt ook korte taken maken. Tik eenvoudig op Tik hier om een nieuw taakinvoerveld te openen, voer het onderwerp in en druk op ENTER. Als het taakinvoerveld niet wordt weergegeven, tikt u op Menu > Opties en schakelt u het selectievakje Invoerbalk Taken weergeven in. De prioriteit van een taak wijzigen Voordat u taken kunt sorteren op prioriteit, moet u voor elke taak een prioriteit opgeven. Programma's 1. Tik op Start > Programma's > Taken. 2. Tik op Menu > Nieuwe taak. 3. Voer het onderwerp van de taak in en vul gegevens in zoals start- en einddatum, prioriteit, enz. 4. Als u gereed bent, tikt u op OK. Opmerking 119 Programma's 1. Tik op Start > Programma's > Taken. 2. Tik op de taak waarvan u de prioriteit wilt wijzigen. 3. Tik op Bewerken en tik in het vak Prioriteit op de gewenste prioriteit. 4. Tik op OK om terug te gaan naar de takenlijst. 2. Tik op Menu > Opties. 3. Schakel het selectievakje Herinneringen instellen voor nieuwe items in. 4. Tik op OK om terug te gaan naar de takenlijst. Opmerking v De herinnering voor de nieuwe Opmerking vN  ieuwe taken krijgen altijd de prioriteit Standaard. Programma's 120 Een herinnering instellen voor alle nieuwe taken U kunt automatisch een herinnering activeren voor alle nieuwe taken die u maakt. 1. Tik op Start > Programma's > Taken. taken werkt alleen als er een einddatum voor de taken is ingesteld. Start- en einddatums weergeven in de takenlijst 1. Tik op Start > Programma's > Taken. 2. Tik op Menu > Opties. 3. Schakel het selectievakje Begindatum en einddatum weergeven in. 4. Tik op OK. Zoeken naar een taak v Als u uw taken verder wilt filteren, tikt u op Menu > Filter > Actieve taken of Voltooide taken. PSNote PSNote is een multimedia-invoereditor met handschriftherkenning voor Pocket PC. U kunt handgeschreven tekst invoeren (in het Engels, Frans, Duits, Italiaans of Spaans, afhankelijk van de installatie) in diverse stijlen (wordt onmiddellijk omgezet in digitale tekst) of tekeningen, afbeeldingen, video en geluid. Vervolgens kunt u dit allemaal verzenden via e-mail, SMS of MMS. Standaardhulpprogramma's waarmee u één actie kunt uitvoeren. Programma's Als u een lange takenlijst hebt, kunt u een subset van de taken weergeven of de lijst sorteren om een specifieke taak snel te kunnen terugvinden. 1. Tik op Start > Programma's > Taken. 2. Ga in de takenlijst op een van de volgende manieren te werk: v Sorteer de lijst. Tik op Menu > Sorteren op en tik op een sorteeroptie. v Filter de lijst op categorie. Tik op Menu > Filter en vervolgens op de categorie die u wilt weergeven. Opmerking 121 Programma's • De inhoud van de werkbalk varieert afhankelijk van het documenttype waaraan u werkt: - tekstdocumenten: menu hulpprogramma's send opslaan pendikte penkleur zoomen stijl invoertype - tekeningen: menu hulpprogramma's send opslaan pendikte penkleur zoomen stijl invoertype - multimedia: Programma's 122 menu hulpprogramma's send opslaan zoomen vervangen afspelen invoertype Nieuw document v Als u een nieuw document wilt maken, tikt u op Menu > Bestand > Nieuw. v Schrijf de notitie en tik op Menu > Bestand > Opslaan of op Bestand > Opslaan als om het document op te slaan. (U kunt opslaan in de indeling .DOC of .RTF.) Tik op Menu > Help voor meer informatie in de vorm van tips. Tekst schrijven Er zijn zes invoermethoden beschikbaar voor verschillende soorten handschriften. v Tik op Menu > Invoegen > Tekst en stel het gewenste invoertype in op de werkbalk. Het lettertype wijzigen Afbeeldingen invoegen v Tik op Menu > Opties > tabblad Tik op Menu > Invoegen > Afbeelding om een afbeelding in te voegen als achtergrond voor een tekening. Geavanceerd. v Als u een ander lettertype wilt gebruiken, opent u de vervolgkeuzelijst en kiest u het gewenste lettertype. v Als u de huidige datum en tijd automatisch in uw document wilt invoegen, tikt u op Menu > Datum/ tijd invoegen. Multimedia invoegen Als u een multimedia-item uit een bestand wilt invoegen, tikt u op Menu > Invoegen > Films en opent u de opties van de invoerfunctie. Opmerking U kunt in het schrijfgebied of op een ingevoegde afbeelding tekenen. v Tik op Menu > Invoegen > Tekening. v Als u een kleur wilt selecteren die in een tekening is gebruikt, tikt u op de werkbalk op het hulpprogramma voor vormen. v U kunt multimedia-items via e- mail of MMS verzenden. Tik op Menu > Invoegen > Audio als u een geluidsbestand wilt invoegen. Programma's Tekeningen maken 123 Programma's Een heel gebied knippen of kopiëren De persoonlijke woordenlijst gebruiken v Als u een gedeelte van een tekst of v Tik op Menu > Opties > tabblad tekening wilt knippen of kopiëren, selecteert u het gewenste gebied (dubbelklik op tekst, sleep in tekeningen). Het zoomniveau wijzigen v Tik op Menu > In-/uitzoomen of op het pictogram van de zoomfunctie. U kunt het zoomniveau instellen op een waarde tussen 25% en 200%. Programma's 124 Woordenlijst. v Geef het gewenste woord op in het tekstvak Woord. Als u het woord wilt typen, opent u de SIP-lijst en kiest u het toetsenbord. Wilt u het woord schrijven, dan opent u de SIP-lijst en kiest u een invoeroptie voor de stylus. v Tik op de knop Toevoegen om het woord in uw persoonlijke woordenlijst op te nemen. Het woord wordt in Woordenlijst weergegeven. Opmerking v Zodra uw handschrift wordt herkend, wordt het invoergebied automatisch gewist. Schrijf duidelijk. Let op de witruimte tussen de letters en op de spaties tussen de woorden; schrijf niet te dicht op elkaar en gebruik niet te veel witruimte tussen de letters. Gedeelde internetverbinding Opmerking v ActiveSync versie 4.5 of hoger is vereist. AutoProfile Programma's Het netwerk profiel voor Internet, MMS, Java, via e-mail automatisch ingesteld volgens de SIM-kaart. 125 Programma's v Sluit de USB-kabel aan op de pc. v Tik op Start > Programma's > Gedeelde internetverbinding. v Stel Pc-verbinding in op USB of Bluetooth PAN. v Stel Netwerkverbinding in op de juiste APN. v Tik op Verbinden en op de linkersoftkey onderaan. v Wanneer PDP is geactiveerd, wordt de indicator voor de gegevensverbinding (G/ E/ 3G/ H) weergegeven. Opmerking Programma's 126 vH  et besturingssysteem op de pc moet Windows XP SP2 of hoger zijn. Instellingen Telefooninstelling U kunt de algemene instellingen voor het plaatsen en ontvangen van oproepen bewerken. Telefoon Geluiden v Beltoontype: u kunt bepalen hoe instellen die moet worden afgespeeld wanneer u op toetsen drukt (Lange tonen/Korte tonen/ Uit). Security (Beveiliging) Als deze functie is ingeschakeld, moet u telkens uw PIN invoeren als u de telefoon inschakelt. Services U kunt de instellingen voor een service openen door de service in de volgende lijst te selecteren en vervolgens te tikken op Instellingen openen. Instellingen inkomende oproepen worden gemeld. U hebt de keuze tussen [Beltoon], [Belvolume verhogen], [Een keer bellen], [Trillen], [Trillen en beltoon], [Trillen, daarna beltoon] en [Geen]. v Beltoon: u kunt de beltoon voor inkomende spraakoproepen selecteren. v Toetsenblok: u kunt de toetstoon 127 Instellingen Instellingen 128 Oproep blokkeren Nummerweergave U kunt de oproepen beperken: alle uitgaande oproepen/uitgaande internationale oproepen/uitgaande internationale oproepen behalve voor thuisland/alle inkomende oproepen/ inkomende oproepen tijdens het roamen. Als u de instellingen voor het blokkeren van mobiele oproepen wilt bewerken, hebt u een wachtwoord nodig. U krijgt een wachtwoord van uw provider wanneer u zich op deze service abonneert. Oproep blokkeren is van toepassing op alle spraak- en gegevensoproepen, met uitzondering van noodoproepen. Selecteer 'Iedereen' als u wilt dat uw telefoonnummer zichtbaar is voor een ieder die door u wordt gebeld, 'Niemand' als u niet wilt dat uw nummer zichtbaar is of 'Alleen mijn contacten' als uw nummer alleen mag worden gezien door degenen die u belt vanuit Contacten. Oproep doorschakelen U kunt inkomende oproepen doorsturen naar een ander telefoonnummer. Gesprek in wachtstand Als u wilt worden gewaarschuwd wanneer er een oproep binnenkomt terwijl u in gesprek bent, selecteert u Waarschuwen. Voicemail en SMS-berichten Netwerk Wanneer u de SIM-kaart in de telefoon plaatst, worden uw voicemail en SMS-servers standaard automatisch gedetecteerd en ingesteld. U kunt deze instellingen desgewenst bekijken. U kunt ook uw voicemailnummers weergeven door op het scherm Snelkeuze te tikken op Voicemail. U kunt het gewenste netwerktype instellen, de manier waarop een netwerk wordt geselecteerd en aangeven wanneer uw telefoon in een MCN (Micro Cellular Network) wordt gebruikt. Vaste nummers U kunt nummers op mobiele telefoon Nummers. Deze informatie Is opgeslagen op de USIM-kaart. U Moet u uw PIN2-code voor Authenticatie. Huidig netwerk Het huidige netwerk wordt weergegeven in het veld Huidig netwerk. Netwerkselectie Instellingen U kunt aangeven hoe de keuze tussen verschillende beschikbare netwerken moet worden gemaakt, bijvoorbeeld wanneer u op reis bent. v Handmatig: u selecteert zelf een netwerk. Blader naar het gewenste netwerk en tik op OK. 129 Instellingen Tip vH  andmatige selectie kan nuttig zijn wanneer u weet dat het ene netwerk goedkoper of sneller is dan het andere. v Automatisch: er wordt automatisch een netwerk geselecteerd. Favoriet netwerk Instellingen 130 Tik op het tabblad Netwerk > Netwerken instellen (het ophalen van de instellingen kan enkele minuten in beslag nemen). Selecteer een netwerk en pas de volgorde voor het netwerkgebruik aan door te tikken op Omhoog of Omlaag. Band Automatisch, UMTS, GSM 900/1800, GSM 1900. De datum en tijd instellen Als u de tijd wilt instellen, tikt u op Instellingen > tabblad Systeem > Klok en alarmsignalen > tabblad Tijd. Selecteer uw locatie, het huidige uur, de minuten en seconden om de tijdinstelling te wijzigen. Tik op de pijl omlaag in het veld Datum om een kalender weer te geven en selecteer de huidige datum. Wanneer u op reis bent, kunt u de datum en tijd van die locatie instellen bij Op bezoek. Alarmsignalen instellen Als u alarmsignalen wilt instellen, tikt u op Instellingen > tabblad Systeem > Klok en alarmsignalen > tabblad Alarmsignalen. U kunt maximaal drie alarmsignalen instellen. Tik op Beschrijving, voer een beschrijving in en tik op de gewenste dag van de week. U kunt ook het gewenste geluid voor alarmsignalen instellen. Geluiden en meldingen Geluiden en meldingen instellen voor acties Instellingen 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Geluiden en meldingen. 2. Geef op het tabblad Geluiden met de gewenste selectievakjes aan hoe u wilt worden gewaarschuwd. 3. Tik op het tabblad Meldingen in Gebeurtenis op een gebeurtenis en geef met de gewenste selectievakjes aan hoe u wilt worden gewaarschuwd. U hebt diverse keuzes, zoals een speciaal geluid, een bericht of een knipperlicht. 131 Instellingen Vergrendelen Instellingen 132 Het apparaat is voorzien van twee soorten beveiliging. U kunt de telefoon tegen ongewenst gebruik beveiligen door er een bepaald type wachtwoord aan toe te kennen: PIN (Personal Identification Number). Daarnaast kunt u ook met wachtwoordbeveiliging voorkomen dat de telefoon zonder uw toestemming wordt gebruikt. De PIN krijgt u van uw draadlozeserviceprovider; u kunt deze later wijzigen. Wanneer u het apparaat in gebruik neemt, bedenkt u zelf een wachtwoord. De telefoon beveiligen met een PIN 1. Tik op het toetsenblok op Menu > Instellingen > tabblad Vergrendelen. 2. Tik op PIN vereist als telefoon wordt gebruikt. 3. Als u de PIN wilt wijzigen, kunt u op elk gewenst moment tikken op PIN wijzigen. Tip v Noodoproepen kunnen altijd worden geplaatst; er hoeft hiervoor geen PIN te worden ingevoerd. De telefoon beveiligen met een wachtwoord Instellingen U kunt uw gegevens nog beter beveiligen door in te stellen dat er een wachtwoord moet worden ingevoerd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Verbindingen. 2. Schakel het selectievakje 'Bericht indien apparaat niet gebruikt gedurende' in en selecteer rechts in het vak hoe lang het apparaat moet zijn uitgeschakeld voordat het wachtwoord weer moet worden ingevoerd. Selecteer in het vak Type wachtwoord het type wachtwoord dat u wilt gebruiken. Voer het wachtwoord in en bevestig het zo nodig. Als het apparaat is geconfigureerd voor verbinding met een netwerk, gebruikt u ter ondersteuning van de netwerkbeveiliging een sterk wachtwoord. 3. Voer op het tabblad Geheugensteun een zin in waarmee u zich het wachtwoord kunt herinneren. Kies de zin zodanig dat u het anderen niet gemakkelijker maakt het wachtwoord te raden. De geheugensteun verschijnt wanneer viermaal een verkeerd wachtwoord is opgegeven. 4. Tik op OK. De eerstvolgende keer dat het apparaat wordt ingeschakeld, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren. 133 Instellingen Opmerking vE  lke keer dat er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, duurt het langer voordat het apparaat reageert, totdat er uiteindelijk helemaal geen reactie meer komt.. Als u het wachtwoord vergeet, volgt u de aanwijzingen in de gebruikershandleiding om het geheugen te wissen. Pas dan kunt u het apparaat weer gebruiken. Het wachtwoord wijzigen Instellingen 134 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Verbindingen. U wordt gevraagd om het huidige wachtwoord in te voeren. 2. Geef het nieuwe wachtwoord op in het vak Wachtwoord. 3. Voer op het tabblad Geheugensteun een zin in waarmee u zich het nieuwe wachtwoord kunt herinneren. Kies de zin zodanig dat u het anderen niet gemakkelijker maakt het wachtwoord te raden. De geheugensteun verschijnt wanneer viermaal een verkeerd wachtwoord is opgegeven. 4. Tik op OK. Informatie over de eigenaar weergeven op het scherm Vandaag Als uw contactgegevens op het scherm Vandaag worden weergegeven wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, kunt u makkelijk worden opgespoord in geval het apparaat zoek raakt. 1.Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Info over eigenaar. 2. Schakel op het tabblad Opties het selectievakje Identificatiegegevens in. 3. Schakel op het tabblad Opties het selectievakje Notities in als u nog andere tekst wilt weergegeven, bijvoorbeeld: vinder wordt beloond. 4. Voer op het tabblad Notities de gewenste tekst in. Tip v Als u informatie over de eigenaar Instellingen voor het scherm Vandaag Op het scherm Vandaag vindt u uw op handen zijnde afspraken, actieve taken en informatie over emailberichten. Het scherm Vandaag synchroniseren 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag. 2. Selecteer op het tabblad Weergave het gewenste thema voor de achtergrond van het scherm Vandaag. 3. Selecteer op het tabblad Items de items die u op het scherm Vandaag wilt weergeven. Instellingen wilt weergeven op het scherm Vandaag, tikt u op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag. Schakel op het tabblad Items het selectievakje Info over eigenaar in. Vandaag 135 Instellingen Tip vA  ls u de volgorde van de items op het scherm Vandaag wilt wijzigen, tikt u op het gewenste item en vervolgens op Omhoog of Omlaag. Uw eigen achtergrondafbeelding gebruiken Instellingen 136 U kunt een afbeelding uit uw eigen collectie gebruiken als achtergrond voor het scherm Vandaag. 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag. 2. Schakel het selectievakje Deze afbeelding als achtergrond gebruiken in en tik op Bladeren om een lijst met uw afbeeldingsbestanden weer te geven. 3. Tik op de bestandsnaam van de afbeelding die u wilt gebruiken. 4. Tik op OK. Opties instellen voor de weergave van afspraken op het scherm Vandaag Als u veel afspraken hebt, kunt u aangeven welk soort afspraken u op het scherm Vandaag wilt weergeven. 1.Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag. 2. Tik op het tabblad Items. 3. Selecteer Agenda en tik op Opties. v Selecteer Volgende afspraak als u alleen de volgende afspraak wilt weergeven of Eerstvolgende afspraken als u meerdere afspraken wilt weergeven. v Schakel het selectievakje Alle gebeurtenissen van de dag weergeven uit. Opties instellen voor de weergave van taken op het scherm Vandaag Tijd U kunt de tijd, de dag van de week en de datum weergeven. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Klok en alarmsignalen > tabblad Tijd. Instellingen Als u veel taken hebt, kunt u aangeven welk soort taken u op het scherm Vandaag wilt weergeven. 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag. 2. Tik op het tabblad Items. 3. Selecteer Taken en tik op Opties. v Selecteer het soort taken dat u op het scherm Vandaag wilt weergeven. v Geef in de lijst Categorie aan of u alleen taken uit een bepaalde categorie wilt weergeven of alle taken. Alarmen 137 Instellingen Tik op het huidige uur, de minuten en seconden, en vervolgens op de pijl omhoog of omlaag om de tijdinstelling te wijzigen. Tik in het veld Datum op de pijl omlaag om een kalender weer te geven. Tik in de kalender op de huidige datum. Tik op de pijl naar links of de pijl naar rechts boven aan de kalender om achteruit of vooruit te bladeren. Alarmen Instellingen 138 Tik in het venster Klok en alarmsignalen op het tabblad Alarmsignalen. Tik op een selectievakje links op het scherm, en stel de dag van de week en het gewenste tijdstip voor het alarmsignaal in. Tik op <Beschrijving>, voer een beschrijving in voor het alarmsignaal en tik op de gewenste dag(en) van de week. Tik om de opties voor het alarmsignaal in te stellen, zoals Geluid afspelen en Bericht weergeven, en tik in het veld Tijd om het tijdstip voor het alarmsignaal in te stellen. Meer U kunt de klok weergeven op de titelbalk van alle programma's. Geheugen Wanneer een programma onstabiel wordt of het programmageheugen vol raakt, moet u het programma mogelijk afsluiten. Hoofdgeheugen Opslagkaart U kunt zien hoeveel geheugen er beschikbaar is op een opslagkaart die zich in het apparaat bevindt. 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen. 2. Tik op het tabblad Opslagkaart. Tip v Als zich meerdere opslagkaarten in het apparaat bevinden, tikt u op de keuzelijst en vervolgens op de kaart waarvan u de gegevens wilt weergeven. Instellingen U kunt weergeven hoeveel geheugen er beschikbaar is. v Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen. Op het tabblad Hoofdgeheugen kunt u zien hoe groot het geheugen voor bestands- en gegevensopslag is en hoeveel programmageheugen er is. Ook ziet u hier hoeveel geheugen in gebruik is en hoeveel er nog vrij is. 139 Instellingen Actieve programma's Meestal worden programma's automatisch afgesloten om het vereiste geheugen vrij te maken. U kunt programma's echter ook handmatig afsluiten als u hieraan de voorkeur geeft. 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen > tabblad Actieve programma's. 2. Tik in de lijst met actieve programma's op het programma dat u wilt afsluiten en tik op Stoppen. Instellingen 140 Aan/uit Hoofdbatterij Het apparaat bevat een oplaadbare li-ion polymere batterij. Gebruik uitsluitend originele, door de fabrikant aanbevolen batterijen en accessoires. U kunt de batterijsterkte controleren. De batterijsterkte controleren Verlichting gebruiken v Tik op het scherm Vandaag op het U kunt het energieverbruik beperken door de verlichting van het scherm en de knoppen uit te schakelen. Door kort in te drukken, kunt u de slaapstand in- en uitschakelen. In de slaapstand is de verlichting volledig uitgeschakeld. batterijpictogram ( ). v Tik op Start > Instellingen > tabblad Systeem > Aan/uit. U kunt aangeven of de slaapstand moet worden geactiveerd wanneer de telefoon gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt terwijl deze werkt op de hoofdbatterij of op externe voeding. Geavanceerd v Op batterijvoeding: het apparaat v Door de aan-uittoets in de drukken en weer los te laten, kunt u de slaapstand geforceerd in- en uitschakelen. U kunt de duur en de helderheid van de verlichting aanpassen. Instellingen uitschakelen als het gedurende 1, 2, 3, 4, 5 minuten niet wordt gebruikt. v Op netvoeding: het apparaat uitschakelen als het gedurende 1, 2, 5, 10, 15, 30 minuten niet wordt gebruikt. Opmerking 141 Instellingen Instellingen 142 De instellingen voor de verlichting aanpassen: 1. Tik op Start > Instellingen. 2. Tik op tabblad Systeem > Verlichting. Geef op het tabblad Accu aan of de verlichting automatisch moet worden uitgeschakeld wanneer de telefoon na een bepaalde tijd niet is gebruikt terwijl deze door de batterij wordt gevoed. Geef op het tabblad Externe voeding aan of de verlichting automatisch moet worden uitgeschakeld wanneer de telefoon na een bepaalde tijd niet is gebruikt terwijl deze op externe voeding werkt. Selecteer op het tabblad Helderheid het gewenste helderheidsniveau. Geef op het tabblad Toetsen aan of de verlichting van de toetsen automatisch moet worden uitgeschakeld wanneer deze gedurende een bepaalde tijd niet zijn gebruikt. Bluetooth Bluetooth configureren Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth. Met Bluetooth kunnen compatibele mobiele apparaten, randapparatuur en computers die zich in dezelfde buurt bevinden direct met elkaar communiceren (zonder draden). Deze handset ondersteunt ingebouwde Bluetooth-connectiviteit, waardoor u de handset kunt aansluiten op compatibele Bluetooth-headsets, computertoepassingen enzovoort. Opmerking v Als u PCsync via Bluetooth gebruikt, kunt u alleen gegevens binnen het telefoonboek uitwisselen. v Wanneer u gegevens van een ander Bluetooth-apparaat ontvangt, wordt door de telefoon om een bevestiging gevraagd. Nadat u de overdracht hebt bevestigd, wordt het bestand naar uw telefoon gekopieerd. v U kunt de gedeelde map instellen door te tikken op Instellingen voor Bluetooth > Services > Bestandsoverdracht > Geavanceerd. Instellingen 143 Instellingen Algemeen Toegankelijkheid v Huidig profiel: u kunt de v Andere apparaten mogen verschillende Bluetooth-instellingen onder verschillende profielnamen opslaan. v Bluetooth-status: Bluetooth is inof uitgeschakeld. Toegankelijkheid Toegankelijkhein v Naam: de naam die tijdens de Instellingen 144 koppeling op het externe apparaat wordt weergegeven. v Adres: het Bluetooth-adres wordt weergegeven. verbinding maken Alle apparaten/alleen gekoppelde apparaten: u kunt kiezen of u andere apparaten wilt toestaan verbinding te maken met uw apparaat. Wanneer u alle apparaten toestaat, kan het externe apparaat verbinding maken met uw apparaat als de verificatie/ machtiging lukt. Staat u alleen gekoppelde apparaten toe, dan kan het externe apparaat wel identificeren maar krijgt het geen toegang tot service-identificatie. v Ik ben zichtbaar voor andere apparaten schakel deze optie: uit als u niet wilt dat uw apparaat door andere apparaten wordt gedetecteerd. Services U kunt alle Bluetooth-profielen configureren (Bestandsoverdrac ht,Informatie-uitwisseling,Seriële poort,Personal Network Server,PIMsynchronisatie,Externe-toegangsserve r,Telefoonboektoegangs server,Handsfree)). Bluetooth-modi Opmerking v Bluetooth is standaard uitgeschakeld. Als Bluetooth is ingeschakeld op het moment dat u het apparaat uitschakelt, wordt Bluetooth ook uitgeschakeld. Schakelt u het apparaat weer in, dan wordt Bluetooth automatisch ook weer ingeschakeld. Instellingen Bluetooth biedt drie werkstanden op het apparaat: v Aan: Bluetooth is ingeschakeld en u kunt Bluetooth-functies gebruiken. v Uit: Bluetooth is uitgeschakeld. In deze modus kunt u geen gegevens verzenden of ontvangen via Bluetooth. U kunt de radio af en toe uitschakelen om de batterij te sparen of wanneer u op een locatie bent waar het gebruik van de radio niet is toegestaan, zoals in vliegtuigen en in ziekenhuizen. v Identificeerbaar: Bluetooth is ingeschakeld en alle andere Bluetooth-apparaten die zich binnen een straal van 10 meter bevinden, kunnen uw apparaat detecteren. 145 Instellingen Het apparaat zichtbaar maken voor anderen 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth. 2. Schakel de selectievakjes Bluetooth inschakelen en Dit apparaat zichtbaar maken voor andere apparatuur in. 3. Tik op OK. Opmerking vA  ls u het selectievakje Dit apparaat Instellingen 146 zichtbaar maken voor andere apparatuur inschakelt, wordt Bluetooth ook ingeschakeld.. Bluetooth-partnerverbanden Een Bluetooth-partnerverband is een relatie die u tot stand brengt tussen uw apparaat en een ander Bluetooth-apparaat om gegevens te kunnen uitwisselen via een beveiligde verbinding. Bij het instellen van een partnerverband tussen twee apparaten moet op beide apparaten dezelfde PIN (Personal Identification Number) of hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd. Het instellen van een partnerverband is een eenmalige actie. Zodra het partnerverband tot stand is gebracht, wordt dit door de apparaten herkend en kan er gegevensuitwisseling plaatsvinden zonder dat er nog een PIN hoeft te worden ingevoerd. Zorg ervoor dat de twee apparaten maximaal 10 meter van elkaar verwijderd zijn, en dat Bluetooth is ingeschakeld en de apparaten zijn ingesteld op vindbaar. Een Bluetooth-partnerverband instellen 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Bluetooth. 2. Tik op Bluetooth-beheer > Nieuw. 3. Er worden Bluetooth-toepassingen weergegeven en u kunt de gewenste toepassing selecteren. Een Bluetoothpartnerverband accepteren Opmerking v Tik in het venster met Bluetooth- instellingen op Start > Help, voor meer informatie over Bluetoothprofielen. Instellingen 1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en is ingesteld op Identificeerbaar. 2. Tik op Ja wanneer wordt gevraagd of u een partnerverband met het andere apparaat tot stand wilt brengen. 3. Voer het wachtwoord in (hetzelfde wachtwoord dat ook is ingevoerd op het apparaat dat het verzoek om het partnerverband heeft verzonden). Op deze manier wordt een beveiligde verbinding tot stand gebracht. Het wachtwoord moet tussen 1 en 16 tekens bevatten. 4. Tik op Volgende. 5. Tik op Voltooien. U kunt nu gegevens uitwisselen met het andere apparaat. 147 Instellingen USB naar PC U kunt de USB-verbinding naar de pc selecteren. Actieve sync USB of USB-massaopslag. USB-massaopslag gebruiken Instellingen 148 1. Tik op Start > Instellingen > Verbindingen > USB aan pc. 2. Selecteer de USB-massaopslag. 3. Tik op OK. Verbindingen Het apparaat is uitgerust met krachtige netwerkvoorzieningen die u de mogelijkheid bieden verbinding te maken met internet via een HSDPAnetwerk (High Speed Downlink Packet Access), EDGE-netwerk (Enhanced Data rates for Global Evolution), GPRS-netwerk (General Packet Radio Service), een Bluetooth-modem of een WLAN. U kunt verbinding tot stand brengen met internet of met een bedrijfsnetwerk om op internet te surfen en e-mail of expresberichten uit te wisselen. Verbinding maken met internet via vooraf geconfigureerde instellingen. Opmerking v De telefoon is standaard al geconfigureerd om verbinding met internet te maken. 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Verbindingen > tabblad Geavanceerd. 2. Tik op Netwerken selecteren. 3. Selecteer de juiste optie in de lijst Programma's die automatisch verbinding maken met het Internet moeten gebruikmaken van. 4. Tik op OK. 5. To complete the connection wizard, tab OK. Instellingen 149 Instellingen Verbinding maken met internet via uw internetprovider Instellingen 150 1. Obtain the following information from your ISP: v Telefoonnummer van de server v Gebruikersnaam v Wachtwoord v APN (Access Point Name), vereist voor GPRS-verbinding 2. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Verbindingen. 3. Tik op Een nieuwe modemverbinding toevoegen. 4. Voer een naam in voor de verbinding. 5. Selecteer een modem in de lijst. Als u bijvoorbeeld het Packet Servicenetwerk wilt gebruiken, selecteert u Mobiele verbinding (GPRS, 3G, HSDPA). 6. Tik op Volgende. 7. Voltooi de wizard door de vereiste gegevens in te voeren en tik op Voltooien. 8. Tik op het tabblad Geavanceerd > Netwerken selecteren. 9. Selecteer in de lijst Programma's die automatisch verbinding maken met een privénetwerk moeten gebruikmaken van, de optie Mijn internetprovider en tik op OK.. Opmerking v Tik op Help voor meer informatie De instellingen van de netwerkkaart op het apparaat wijzigen 1. Tik op Start > Instellingen > tabblad Verbindingen > Wi- Fi. 2. Tik op het tabblad Netwerkadapters. 3. Selecteer de juiste optie in de lijst Mijn netwerkkaart maakt verbinding met. Instellingen over een scherm. Als u de verbindingsinstellingen wilt wijzigen, tikt u op het scherm Verbindingen op Bestaande verbindingen beheren en voltooit u de wizard. v Als er op het scherm Mijn internetprovider twee of meer verbindingen zijn vermeld, wordt standaard 'Automatisch kiezen' geselecteerd.. Wilt u niet Automatisch kiezen gebruiken maar zelf een verbinding selecteren, dan tikt u op het scherm Mijn internetprovider op Bestaande verbindingen beheren, selecteert u de gewenste verbinding en tikt u op OK. 151 Instellingen v Als u verbinding met internet wilt Instellingen 152 maken via uw internetprovider of een WLAN om webpagina's te bekijken in Internet Explorer, selecteer u Internet. v Als u verbinding wilt maken met een privénetwerk en in Verkenner door de gedeelde map op het netwerk wilt bladeren, selecteert u Werk. 4. Selecteer de juiste adapter in het veld Tik op een adapter om de instellingen te wijzigen. 5. Als u een netwerkkaart hebt geselecteerd en het instellingenscherm wordt weergegeven, moet u de vereiste instellingen opgeven. Selecteer op het tabblad IP-adres de optie Specifiek IP-adres gebruiken en voer de vereiste gegevens in. Vraag uw internetprovider of netwerkbeheerder naar het IPadres, het subnetmasker en de standaardgateway. 6. Configureer de DNS- en WINSinstellingen op het tabblad Naamservers. Servers die een toegewezen IP-adres vereisen, vereisen mogelijk ook een manier computernamen toe te wijzen aan IP-adressen. DNS en WINS zijn de resolutie-instellingen die door het apparaat worden ondersteund. Opmerking v Als u verbinding met internet wilt maken via een WLAN, moet 'Mijn internetprovider' voorkomen in de verbindingsinstellingen. Draadloos beh. Met Draadloos beheer kunt u internetverbinding via Wi-Fi en Bluetooth-verbindingen op het apparaat beheren. Via Draadloos beheer kan de telefoon verbinding maken met lokale draadloze netwerken en draadloze toegang tot internet krijgen. Wi-Fi is sneller en biedt een groter bereik dan draadloze Bluetooth-technologie. v Tik op het scherm Vandaag op Draadloos beheer of op Start > Instellingen > Verbindingen. v Tik in Draadloos beheer op Wi-Fi om Wi-Fi in te schakelen. Instellingen 153 Instellingen Opmerking Instellingen 154 Er wordt een pop-upvenster weergegeven met gescande toegangspunten die geschikt zijn. v Selecteer het toegangspunt dat u mag gebruiken en tik op OK. v Selecteer vervolgens Internet en tik op Verbinden. Als uw Wi-Fi-provider of netwerkbeheerder WEPcodering heeft ingesteld voor de netwerkbeveiliging, kiest u WEPsleutel in het pop-upvenster. Als er geen WEP-codering is ingesteld, wordt het pop-upvenster niet weergegeven. Als u de sleutel niet kent, vraagt u dit aan uw Wi-Fi-provider of netwerkbeheerder. Als de Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van de verbinding (SSID) weergegeven in Draadloos beheer. Als u Wi-Fi wilt inschakelen, tikt u in Draadloos beheer nogmaals op Wi-Fi. Instellingen voor Wi-Fiverbinding configureren Opmerking Vraag uw WLAN-provider of netwerkbeheerder naar de IPinstellingen voordat u begint met het instellen van de WLAN-configuratie. v Tik op Start > Instellingen > Verbindingen > tabblad Wi-Fi > tabblad Netwerkadapters > Samsung 2700S WiFi-adapters. v Als u de IP-instellingen automatisch wilt configureren, tikt u op Door server toegewezen IP-adres gebruiken. Instellingen 155 Instellingen Opmerking Om te voorkomen dat er gegevens uit de telefoon verloren gaan, worden alle draadloze services (zoals telefoon, WLAN en Bluetooth) automatisch afgesloten wanneer de batterijsterkte minder dan 2% bedraagt. v Als u tikt op Specifiek IP-adres Instellingen 156 gebruiken, moet u het IP-adres invoeren dat u van uw WLANprovider of netwerkbeheerder hebt gekregen. v Voer het IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway in. v Tik op Naamservers. v Voer zo nodig DNS en Secundaire DNS, WINS en Secundaire WINS in. Accessories Er zijn verscheidene accessoires voor de mobiele telefoon beschikbaar. U kunt deze opties selecteren al naar gelang uw persoonlijke communicatiebehoeften. Reisadapter Stereo headset Reisadapter Met deze oplader kunt u de batterij opladen als u onderweg bent. v Stereo Batterij headset Opmerking v Gebruik altijd authentieke LGaccessoires. Datakabel/CD Om uw telefoon aan te sluiten op een computer. v Als u dit niet doet, kan uw garantie vervallen. v Accessoires kunnen per gebied Accessories verschillen. Ga naar ons plaatselijke servicebedrijf of agent voor meer informatie. 157 TECHNISCHE GEGEVENS Algemeen Productnaam: KS20 Systeem: GSM900/DCS1800/PCS 1900, WCDMA 2100 Netto gewicht: 92.5g(MET BATTERIJ), 65g(ZONDER BATTERI) Omgevingstemperaturen Max: 55 °C (ontladen) / 45 °C (laden) Min: -10 °C TECHNISCHE GEGEVENS 158
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333

LG KS20 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding

in andere talen