Nordland NDD9230 Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
Koel/Vrieskast
NDD 9230
H/No/5. (08.)200382276
2
NL
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat
installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid,
praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat
volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van
het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektron-
ische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product
op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband
met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwi-
jdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
3
NL
Inhoudsopgave
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid .............................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ................................................5
Veiligheid van kinderen............................................................................5
Vóór het in gebruik nemen .......................................................................5
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan.......................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker.................................................................6
Algemene informatie ...............................................................................6
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen ...............................6
Bedienen van het apparaat ......................................................................7
In gebruik nemen ..............................................................................7
Temperatuur instellen .........................................................................7
Gebruik van de koelruimte ..................................................................7
Bewaren in de koelruimte....................................................................7
Gebruik van de vriezer ............................................................................8
Invriezen ..........................................................................................8
Bewaren in de vriesruimte ...................................................................8
IJsblokjes maken...............................................................................9
Praktische informatie...............................................................................9
Tips......................................................................................................9
Energie besparen ..............................................................................9
Het apparaat en het milieu ..................................................................9
Onderhoud..........................................................................................10
Ontdooien ......................................................................................10
Reiniging en onderhoud ....................................................................11
Als de koelkast niet in gebruik is.........................................................11
Problemen oplossen .............................................................................12
Lamp vervangen ..............................................................................12
Als iets niet werkt..................................................................................12
Aanwijzingen voor de installateur.............................................................14
Technische gegevens............................................................................14
Installeren van het apparaat ....................................................................14
Vervoer, uitpakken ...........................................................................14
Reiniging ........................................................................................14
Opstelling .......................................................................................14
Deurdraairichting omzetten ................................................................15
Elektrische aansluiting ......................................................................16
Bewaartijdentabel (1)..............................................................................17
Bewaartijdentabel (2) .............................................................................18
Garantievoorwaarden..............................................................................19
Reparatievoorwaarden ............................................................................21
4
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t.
de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed
en geef hem door aan een evt. vol-
gende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor
gebruik in het huishouden, voor het
bewaren van levensmiddelen en dient
volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook
vervangen van het aansluitsnoer,
mogen alleen door ELECTROLUX
SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele DISTRIPARTS-
onderdelen gebruikt worden.
Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker
leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als
de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Voordat u het apparaat gaat
reinigen, dient u het altijd spanningloos
te maken. Trek de stekker nooit aan het
snoer, maar aan de stekker zelf uit het
stopcontact. Als het stopcontact moeil-
ijk bereikbaar is, schakel dan de zeker-
ing in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd
worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet
wordt platgedrukt of beschadigd
door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan
oververhit raken en brand veroorzak-
en.
Plaats geen zware voorwerpen of
het koel/vriesapparaat zelf op het
aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluit-
ing en brand.
Trek de stekker niet uit het stop-
contact door aan het snoer te
trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt
getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluit-
ing, brand en/of een elektrische
schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is,
moet het worden vervangen door
onze service-afdeling of door een
erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de
stekker er dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elek-
trische schok of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de
afdekking van de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ont-
dooien of het uitnemen van
diepvriesproducten of het ijsblokjesbak-
je geen scherpe of puntige voorwer-
pen. Die kunnen het apparaat
beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij
de temperatuurregelaar en de verlicht-
ing komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct
uit de vriesruimte in de mond stoppen.
IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en
verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen
mogen niet opnieuw ingevroren wor-
den, maar moeten zo snel mogelijk
geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant
van deze producten bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te ver-
snellen m.b.v. elektrische verwarm-
ingstoestellen of chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete
voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar
gas of vloeistof in het apparaat
bewaren. Explosiegevaar!
5
NL
Rond het apparaat moet voldoende
luchtcirculatie zijn. Gebrek aan lucht-
circulatie kan tot oververhitting leiden.
Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de
installatie.
Zie hoofdstuk "Plaatsing".
Veiligheidsmaatregelen voor
isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is
isobutaan (R 600a) dat in hoge mate
brandbaar en explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het appa-
raat of in het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten
of andere middelen om het ont-
dooiproces te bespoedigen, die niet
door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten
binnenin het apparaat, tenzij ze door
de fabrikant worden geadviseerd.
Geen koolzuurhoudende dranken,
flessen en blikjes in de diepvriesruimte
bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig
controleren en schoonmaken - een
sticker binnenin het apparaat herinnert
u daaraan. Bij verstopping van het afvo-
ergootje kan het verzamelde dooiwater
storingen veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van
kinderen. Kunststof folie kan ver-
stikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik
door volwassenen. Laat kinderen niet
met het apparaat of de bedieningsele-
menten spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de
stekker uit het stopcontact, snijd het
aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij
het apparaat) en haal de deur eruit. U
verhindert daardoor, dat spelende
kinderen een elektrische schok krijgen
of elkaar of zichzelf in het apparaat
opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor
gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke
of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij
er toezicht is ingesteld door de per-
soon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of tenzij zij van deze persoon
instructies hebben gekregen over het
gebruik.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te
voorkomen dat u zich verbrandt aan
warmte afgevende onderdelen (com-
pressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stop-
contact voordat u het apparaat gaat
verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Als u zich niet aan deze aanwi-
jzingen houdt, kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld
voor eventuele schade.
6
NL
Aanwijzingen voor de gebruiker
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koel/vri-
escombinatie met één compressor. De
vriesruimte bovenin heeft een eigen deur
en is geheel afgesloten van de koel-
ruimte.
Het is geschikt voor het koelen van lev-
ensmiddelen, het bewaren van
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
diepvriesproducten, het invriezen van lev-
ensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in
een bepaalde klimaatklasse (bepaalde
omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaat-
je.
A - vriesruimte
B - koelruimte
1. bovenblad
2. ijsblokjesbakje
3. rooster in de vriesruimte
4. verlichting
5. glasplaat
6. dooiwaterlekbak
7. glasplaat
8. groentela
9. typeplaatje
10. stelvoeten
11. botervakje
12. eierrekje
13. deurvak
14. deurrubber
15. flessenvak
16. condensor
17. dooiwaterafvoergootje
18. afstandshouder
19. condensbakje
20. compressor
7
NL
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en
steek de stekker in het stopcontact.
Draai de temperatuurregelaar aan de
rechterkant van de koelruimte vanuit „0”
rechtsom (zie afb.). Op stand „0” is het
apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwi-
jzingen m.b.t. de instelling.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor
dat de ingestelde temperatuur wordt
aangehouden en schakelt regelmatig het
apparaat kortere of langere tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temper-
atuurregelaar draait, hoe intensiever er
gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur
van -18 °C of kouder bereikt, als u de
temperatuurregelaar op „3” draait. In dit
geval wordt de temperatuur in de koel-
ruimte automatisch +5 °C of kouder.
Stand „3” is geschikt voor normaal
gebruik.
De temperatuur in het apparaat is niet
alleen afhankelijk van de instelling van de
temperatuurregelaar, maar ook van de
omgevingstemperatuur, vaak openen van
de deur, de hoeveelheid levensmiddelen
enz.
Op stand „6”, de hoogste stand,
(bijv. tijdens een hittegolf) werkt
de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het func-
tioneren van het apparaat.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcircu-
latie in het apparaat nodig. Bedek
daarom de roosters niet geheel met papi-
er, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen
in de koelruimte. Laat ze eerst
tot kamertemperatuur afkoelen. Op
deze manier voorkomt u onnodige
rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurt-
jes van elkaar overnemen.
Bewaar levensmiddelen daarom in
gesloten schaaltjes, aluminiumfolie,
vetvrij papier of vershoudfolie. Op
deze manier behouden de levensmid-
delen hun vochtigheid en bijv. groen-
ten drogen niet uit.
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals
aangegeven in de afbeelding:
1. boter, kaas
2. eieren
3. tubes, blikjes, zure room, kleine
flessen
4. grote flessen, frisdrank
5. fruit, groenten
6. vers vlees, vleeswaren, worst enz.
7. melk, zuivelproducten
8. kant-en-klare producten, gebak, lev-
ensmiddelen in afgedekte schaaltjes,
open blikjes enz.
8
NL
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijz-
ing informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden
aangegeven, omdat hij afhankelijk is van
de versheid en de behandeling van de
levensmiddelen. De bewaartijden zijn
daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet
direct wilt consumeren, kunnen ze
ongeveer 1 dag (tot ze gaan ontdooien) in
de koelkast bewaard worden.
Gebruik van de vriezer
Invriezen
Het invriezen van verse levensmiddelen
dient altijd goed voorbereid te worden.
Zet voordat u gaat invriezen de temper-
atuurregelaar op stand „3”. Zet de lev-
ensmiddelen direct op de verdamper-
plaat. Het invriezen duurt ongeveer 24
uur. Zet daarna de temperatuurregelaar
op de gewenste stand of laat hem op
stand „3” staan, deze stand is geschikt
voor normaal gebruik. Ingevroren pro-
ducten kunt u het beste op het
draadrooster in de vriesruimte bewaren.
Open tijdens het invriezen de deur
van de vriesruimte liever niet.
Zet de temperatuurregelaar niet op
een hogere stand (bijv. „6”). De
invriestijd zou hierdoor wel korter worden,
maar de temperatuur in de koelruimte zou
constant onder 0 °C komen, waardoor
opgeslagen dranken en levensmiddelen
zouden bevriezen.
Vries nooit grotere hoeveelhe-
den tegelijk in dan in
Technische gegevens” staat
aangegeven. De levensmiddelen
bevriezen anders niet tot in de kern en
kunnen dan na het ontdooien bijv.
smaak en geur verliezen.
Maak tijdens het invriezen liever
geen ijsblokjes, dat vermindert de
invriescapaciteit.
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriespro-
ducten het beste naar het draadrooster in
de vriesruimte verplaatsen, zodat u weer
ruimte hebt in de invriesruimte.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige
invloed op reeds ingevroren producten.
Let goed op de bewaartijd die staat
aangegeven op diepvriespro-
ducten die u koopt. Bewaartijden voor
zelf ingevroren producten vindt u op de
binnenkant van de deur van de vries-
ruimte. De symbolen staan voor verschil-
lende levensmiddelen, de cijfers staan
voor de maximale bewaartijd in maanden.
Diepvriesproducten kunnen alleen
veilig bewaard worden, als ze niet
ontdooid zijn voordat ze in de vriesruimte
worden geplaatst. Als de diepvriespro-
ducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet
opnieuw invriezen, maar dienen ze zo
snel mogelijk geconsumeerd te worden.
9
NL
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet
het in de vriesruimte. Als u de bodem van
het ijsblokjesbakje nat maakt en de tem-
peratuurregelaar op de maximale stand
zet, gaat het invriezen sneller. Vergeet
niet, de temperatuurregelaar na het
invriezen weer op de normale stand te
draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmak-
en door het ijsblokjesbakje onder
stromend water te houden en het dan iets
te verdraaien. Mocht het ijsblokjesbakje
vastgevroren zijn, gebruik dan geen
scherpe voorwerpen om het los te
maken. Daarmee kunt u beschadigingen
veroorzaken.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de
koelruimte aan uw eisen aanpassen. U
kunt de platen ook verplaatsen als de
deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van
de vriesruimte ontstaat in het apparaat
een vacuüm. Na sluiten van de deur
duurt het 2-3 minuten voordat u de
deur weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de
binnentemperatuur nooit warmer dan -
18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen
bederven de diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het appa-
raat goed functioneert. Zo constateert
u evt. storingen tijdig.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om
het apparaat zo energiezuinig mogelijk te
gebruiken. U vindt hier ook informatie
m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of
naast een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie
hebben. Bedek de ventilatie-openin-
gen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten
schaaltje of in vershoudfolie om onn-
odige rijpvorming te voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat
hem niet langer open staan dan nodig
is.
Doe levensmiddelen altijd in een
afgesloten schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en
vloeistoffen altijd eerst tot kamertem-
peratuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcir-
cuit als in het isolatiemateriaal, geen
gassen die de ozonlaag kunnen aantas-
ten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten wegge-
gooid worden. Uit het oogpunt van
milieubescherming moeten afgedankte
koel- en vriestoestellen volgens de plaat-
selijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw
woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcir-
cuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „
zijn geschikt voor recycling.
10
NL
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte
wordt tijdens het gebruik in de vorm van
ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isol-
erend effect. Het koelvermogen wordt
minder, de temperatuur stijgt en er is
meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ont-
dooien van de koelruimte automatisch,
zonder dat u daaraan iets hoeft te doen.
De thermostaat onderbreekt regelmatig
de werking van de compressor. Het koe-
len wordt dan onderbroken, de temper-
atuur van de verdamperplaat stijgt boven
0 °C en het ontdooien begint. Als de ver-
damperplaat een temperatuur van +3 tot
+4 °C heeft bereikt, start de thermostaat
het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwater-
afvoergootje in het condensbakje
bovenop de compressor en verdampt
door de warmte.
Controleer regelmatig of het
dooiwaterafvoergootje niet
verstopt is. Een sticker in het appa-
raat herinnert u daaraan. Als het afvo-
ergootje verstopt is, kan het dooiwa-
ter schade veroorzaken aan de iso-
latie van het apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het
meegeleverde krabbertje (zie afb.). Het
krabbertje kunt u weer in het gootje
opbergen.
Meestal raakt het afvoergootje verstopt
door in papier verpakte levensmiddelen.
Het papier komt in aanraking met de
achterzijde van de koelruimte en vriest
daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit
de koelruimte haalt, scheurt het papier en
dat kan tot verstopping van het afvoer-
gootje leiden.
Doe dus voorzichtig met in papier verpak-
te levensmiddelen.
Als erg veel koelvermogen nodig is,
bijv. tijdens een hittegolf, werkt de
koelkast soms continu. Er wordt dan niet
automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ont-
dooien kleine restjes ijs en rijp op de
achterkant van de koelruimte achterbli-
jven.
De vriesruimte kan niet automatisch wor-
den ontdooid omdat de diepvriespro-
ducten geen hogere temperaturen kun-
nen verdragen.
De laag ijs kan afgeschraapt en verwi-
jderd worden met een plastic schraper,
mits de laag niet te dik is.
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de
kunststof schraper verwijderd kan wor-
den, moet de vriesruimte ontdooid wor-
den (in het algemeen 2 tot 3 keer per
jaar).
Neem de levensmiddelen uit het apparaat
en wikkel ze in enkele lagen krantenpapi-
er of dekens. Bewaar ze op een zo koel
mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat
de deuren van vries- en koelruimte open.
Reinig de koelruimte zoals beschreven en
hoofdstuk „Reiniging en onderhoud”.
Reinig de vriesruimte als volgt:
Veeg het dooiwater met een zachte doek
of spons van de verdamperplaat weg. Het
weggeveegde dooiwater verzamelt zich
onderin het apparaat. In de afbeelding
11
NL
ziet u, hoe u het water kunt verwijderen.
Trek de kunststof stop uit de dooiwa-
teropening in de vriesruimte. Zet een
hoog genoeg bakje onder het gootje in de
koelruimte, waarin het dooiwater kan
lopen.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met
het apparaat meegeleverd!
Na het ontdooien de binnenzijde van het
apparaat droog wrijven en de kunststof
stop weer op z'n plek zetten.
Steek de stekker weer in het stopcontact
en leg de levensmiddelen weer in het
apparaat.
Zet na het ontdooien de temperatuurrege-
laar op de hoogste stand, zodat het appa-
raat zo snel mogelijk weer de geschikte
bewaartemperatuur kan bereiken.
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de
koelruimte elke 3 tot 4 weken schoon te
maken (u kunt het beste tegelijkertijd de
vriesruimte ontdooien).
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De
binnenzijde van het apparaat met hand-
warm water schoonmaken en droog
wrijven. Reinig het deurrubber met
schoon water. Steek na het reinigen de
stekker weer in het stopcontact.
Stof en vuil die zich op de achterkant van
de koelkast en de condensor hebben
afgezet, dient u één of twee maal per jaar
te verwijderen. Maak dan ook het con-
densbakje bovenop de compressor
schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik
is, gaat u als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hier-
voor beschreven.
De deur open laten om geurvorming te
voorkomen.
12
NL
Problemen oplossen
Lamp vervangen
Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt
vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Schroef de afdekking los en trek hem in
de richting van de pijl. Nu kunt u de lamp
vervangen. (Type gloeilamp: Mignon
322, 230 V, 15 W, fitting E 14)
Zet daarna de afdekking weer terug,
draai de schroef vast en steek de stekker
in het stopcontact.
Als de lamp defect is, heeft dat geen
nadelige invloed op de werking van de
koelruimte.
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden,
die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt
u informatie m.b.t. het opheffen van zulke
kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat
geluid te horen (compressor, circulatie).
Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen
dat het apparaat met onderbrekin-
gen werkt. Als de compressor
stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de
stekker uit het stopcontact trekken, voor-
dat u elektrische onderdelen aanraakt.
13
NL
Probleem
Het is te warm in de koel-
ruimte.
Het is te warm in de vries-
ruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de koel-
ruimte.
Er loopt water in de koel-
ruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt con-
tinu.
Het apparaat werkt hele-
maal niet. Het koelt niet en
de binnenverlichting
brandt niet. Ook de lamp-
jes branden niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of
staan op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk
invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te
dicht op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische
ontdooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt
zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak
blokkeren zodat er geen water in kan
stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condens-
bak boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet
goed gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed
ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet
goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk
invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het appa-
raat gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is uit-
geschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
(Probeer er een ander apparaat op aan te
sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of
het deurrubber onbeschadigd en schoon
is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of
het deurrubber onbeschadigd en schoon
is.
Een paar uur wachten en de temperatuur
nog eens controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat
de koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze
de achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condens-
bak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kun-
nen en of de deurrubbers onbeschadigd en
schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere
stand instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere
stand instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kun-
nen en of de deurrubbers onbeschadigd en
schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur
nog eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemper-
atuur afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verla-
gen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de aan-
wijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installa-
teur.
Controleren of het apparaat stabiel staat
(alle vier voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
14
NL
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Model
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
Neutrale stroomsterkte (A)
gewicht (kg)
aantal compressoren
NDD 9230
vriesruimte: 44
koelruimte: 190
vriesruimte: 44
koelruimte: 186
545
1404
604
0,62
227
A+
3
19
0,8
51
1
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rech-
top in de originele verpakking ver-
voeren. Zie ook de aanwijzingen op de
verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na
ca. 2 uur ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van
transportschade contact op met de lever-
ancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de
onderdelen in het apparaat vastgezet
zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat
met handwarm water en wat mild reinig-
ingsmiddel af. Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het appa-
raat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed
op het stroomverbruik. Daarom moet het
apparaat op een plaats staan waarvan de
omgevingstemperatuur overeenkomt met
de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd
is, zie onderstaande tabel. De klimaat-
klasse vindt u op het typeplaatje.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is,
kan de temperatuur in de koelruimte te
hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is,
moet de compressor langer werken, de
automatische ontdooiing werkt niet meer,
de temperatuur in de koelruimte stijgt en
er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan.
Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de
voorzijde verstellen. De afstandsringen
15
NL
(2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als
het apparaat waterpas moet worden
gezet, kunnen deze afstandsringen wor-
den verwijderd.
In het onderdelenzakje bevinden zich
twee afstandhouders die in de boven-
ste hoeken aan de achterzijde
geplaatst dienen te worden. Steek de
afstandhouders in de gaten en let
erop dat de pijl (A) staat zoals in de
figuur; draai de afstandhouders dan
45° (pijl staat verticaal) zodat ze vast
komen te zitten in Fig..
Zet het apparaat niet direct in de zon of
dicht bij een verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te
vermijden, dan moeten de volgende mini-
male afstanden worden aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3
cm. Als de afstand kleiner is, plaats
dan een warmte-isolerende plaat van
0,5 tot 1 cm dik tussen de twee appa-
raten.
PR60
A
45°
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur
staan.
Houd de minimale afstanden aan
(zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u
de deurdraairichting van rechts naar links
omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig
achterover en zorg ervoor dat de com-
pressor de vloer niet raakt. U kunt dit
het beste met twee personen doen.
Verwijder voorzichtig (bijv. m.b.v. een
mes) de afdekkapjes van de
schroeven die het onderste
afdekrooster vasthouden. Dan kan het
afdekrooster worden verwijderd door
de plaatschroeven (2 stuks) los te
draaien.
Maak het onderste deurscharnier van
de koelruimte los door de schroeven
(2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te
verwijderen.
Neem de deur van de koelruimte los
door hem voorzichtig naar beneden te
trekken.
16
NL
Maak het dubbele deurscharnier los
door de schroeven (2 stuks) en de
vulplaatjes (2 stuks) te verwijderen.
Neem de deur van de vriesruimte los
door hem voorzichtig naar beneden te
trekken.
Schroef de stift van het bovenste
deurscharnier van de vriesruimte los
en schroef hem dan op de andere
kant.
Verwijder de afdekkapjes van het
dubbele deurscharnier aan de linker
kant en plaats ze dan op de andere
kant.
Zet de deur van de vriesruimte op de
stift van het bovenste deurscharnier.
Zet het dubbele deurscharnier aan de
linker kant m.b.v. de schroeven (2
stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let
erop dat de rand van de deur van de
vriesruimte parallel loopt met de rand
van de kast.
Zet de deur van de koelruimte op de
stift van het dubbele deurscharnier.
Zet het onderste deurscharnier aan de
linker kant m.b.v. de schroeven (2
stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let
erop dat de rand van de deur van de
koelruimte parallel loopt met de rand
van de kast.
Trek het gedeelte van het afdekrooster
in de richting van de pijl (1) en plaats
het op de andere kant (2).
Zet het afdekrooster terug en bevestig
het met de plaatschroeven (2 stuks).
Bevestig dan de afdekkapjes weer.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het
waterpas en steek de stekker in het
stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met ELEC-
TROLUX SERVICE. Een servicetechnicus
kan tegen betaling het deurscharnier
overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V
AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aanges-
loten aan een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met ran-
daarde. Als zo'n stopcontact niet aan-
wezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de vol-
gende EU-richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspan-
ningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn
energie-efficiëntie) en latere aanvullin-
gen
17
NL
Bewaartijdentabel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXXXXXoriginele verpakking
boter geopend XXx x x x x originele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXXx x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie
kwark XXXXx x x vershoudfolie
eieren XXXXXXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie
tomaten XXXXXXXvershoudfolie
kool XXXXXx x vershoudfolie
snel rottend fruit (aardbei, framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXXx x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
18
NL
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2 – +7 °C -18°C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Bewaartijdentabel (2)
Diepvriesproducten bewaren
Klanteservice
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan onze service-
afdeling.
Vermeld de volgende gegevens van het
apparaat:
Modelnaam
Productnummer (PNC)
Productienummer (S-No.)
Deze gegevens vindt u op het garantiebe-
wijs of ophet typeplaatje dat zich linkson-
der aan debinnenzijde van het apparaat
bevindt.
Aanbevolen wordt deze gegevens hier in
te vullenom ze snel bij de hand te hebben.
19
NL
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst
mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd.
Desondanks kan het voorkomen dat er
een defect optreedt. Onze servicedienst
zal dit op verzoek herstellen, zowel bin-
nen als buiten de garantietermijn. De lev-
ensduur van het product wordt daardoor
niet negatief beďnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn
gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG
en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende
rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de
verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie vol-
gens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inacht-
neming van de voorwaarden 2 tot en
met 16 gebreken aan het product die
zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de
eindgebruiker. In geval van profes-
sioneel of daarmee gelijk te stellen
gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands pro-
ducten geldt eveneens een termijn
van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het
product kosteloos wordt terugge-
bracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of ver-
vangen. Kosteloos vervangen
onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld
worden om mogelijke verdere schade
te voorkomen. De garantieaanspraak
vervalt indien het gebrek niet binnen
twee maanden na vaststelling is
gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient
het aankoopbewijs met aankoop-
en/of leveringsdatum te worden over-
legd. Bij ontbreken daarvan dient
ander overtuigend bewijs te worden
overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op
schade aan kwetsbare onderdelen,
zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof,
rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op
kleine afwijkingen van de gestelde
kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het product
onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor
schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische
inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandighe-
den in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op
gebreken door transportschade die
buiten onze verantwoordelijkheid is
ontstaan, niet-vakkundige installatie
of montage, verkeerd gebruik,
gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of mon-
tageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer
het defect werd veroorzaakt door her-
stelling of ingrepen door derden die
niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het product voorzien werd
van toebehoren of onderdelen die
niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
Nederland
20
10. Producten die gemakkelijk kunnen
worden vervoerd dienen te worden
overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter
plaatse kan slechts worden gevraagd
voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is inge-
bouwd, ondergebouwd, opgehangen
of geplaatst dat de benodigde tijd
voor het in- en uitbouwen samen
meer dan 30 minuten bedraagt, wor-
den de hierdoor ontstane extra
kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten
laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de
herstelling van hetzelfde defect her-
haaldelijk mislukt of de her-
stellingkosten disproportioneel zijn
wordt in overleg met de gebruiker
een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om
een vergoeding te rekenen naar rato
van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen
verlenging van de garantietermijn
noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een
garantie van 12 maanden, uitsluitend
op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het
bijzonder vergoeding van schade
ontstaan buiten het product, zijn uit-
gesloten voor zover een aansprake-
lijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een
vergoeding de aankoopwaarde van
het product niet overtreffen, tenzij
wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in
Nederland gekochte en/of in gebruik
zijnde producten. Indien een product naar
het buitenland wordt gebracht dient de
gebruiker na te gaan of het product vol-
doet aan de technische voorwaarden (
o.a. spanning, frequentie, instal-
latievoorschriften, gassoort, klimaatom-
standigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte pro-
ducten dient de gebruiker zich te
vergewissen van de bepalingen in
Nederland. Noodzakelijke of gewenste
aanpassingen vallen niet onder de
garantie, en kunnen niet altijd worden
aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn
staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
www.nordlandservice.nl
NL
21
Onze reparatievoorwaarden zijn con-
form de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1. Aan de consument zal na een
melding van een storing zo
mogelijk direct, doch uiterlijk bin-
nen één werkdag worden
medegedeeld op welke dag het
bezoek van de technicus zal
plaatsvinden. De reparatie zal als
regel binnen zeven werkdagen na
de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2. a) Alvorens de reparatie wordt ver-
richt zal de technicus een onder-
zoek uitvoeren naar de ver-
moedelijke oorzaak van de
gemelde storing. Aan de hand
hiervan zal hij een zo nauwkeurig
mogelijke, gespecificeerde
begroting maken van de totale
reparatiekosten inclusief voor-
rijkosten en diagnosekosten.
Desgevraagd zal deze begroting
door de technicus schriftelijk wor-
den vastgelegd.
b) Indien de consument met het
begrote bedrag niet akkoord gaat,
zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in
de staat waarin het aan de techni-
cus werd aangeboden. Nadat dit is
geschied, zullen alleen de kosten
van voorrijden en arbeidsloon in
rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede
tijd, danwel van een vooraf vast-
gesteld tarief.
Art. 3. Indien tijdens het uitvoeren van de
reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie
door redelijkerwijs niet te
voorziene omstandigheden niet
tegen het begrote bedrag kan wor-
den uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting
voorziene reparaties noodzakelijk
zijn, zal overleg met de consument
plaatsvinden en een herziene
kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee
alsnog niet akkoord gaat, geldt
eveneens het in artikel 2b
bepaalde.
Art. 4. De reparatie zal zoveel mogelijk tij-
dens het eerste bezoek worden
uitgevoerd. Indien om het toestel
in werkende staat te brengen een
tweede bezoek noodzakelijk is,
zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één
werkdag door de betreffende serv-
ice-organisatie of door de techni-
cus met de consument de datum
voor een tweede bezoek worden
afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als
regel binnen tien werkdagen na de
melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvol-
gend bezoek zal geen voorrijd-
tarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een her-
halingsbezoek aan de consument
is toe te schrijven.
Art. 5. De consument ontvangt een
gespecificeerde rekening met ver-
melding van type en serienummer
van het apparaat, omschrijving van
de diagnose, toegepaste tarieven,
gebruikte onderdelen en materi-
alen en een korte omschrijving van
de verrichte werkzaamheden. De
betaling van de rekening dient
tegen afgifte van een reparatienota
direct contant of door middel van
een gegarandeerd betaalmiddel
plaats te vinden.Art.
NL
Reparatievoorwaarden
22
Art. 6. Op elke uitgevoerde en betaalde
reparatie zal bij normaal
huishoudelijk gebruik een volledi-
ge garantie van minimaal 3 maan-
den worden gegeven. Deze
garantie omvat het kosteloos uitvo-
eren van een hernieuwde
reparatie. Op de uitgewisselde en
betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden.
Bij een beroep op garantie op de
reparatie dient de consument op
verzoek de gespecificeerde reken-
ing van de voorgaande reparatie
aan de technicus te overleggen.
Art. 7.Indien na driemaal uitvoeren van
eenzelfde reparatie hetzelfde
defect bij normaal huishoudelijk
gebruik opnieuw optreedt binnen
de onder art. 6 bedoelde garanti-
etermijn en redelijkerwijs een
afdoend resultaat bij het opnieuw
uitvoeren van de reparatie niet
verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar
of soortgelijk toestel van hetzelfde
merk worden aangeboden tegen
bijbetaling op basis van een per
product te bepalen jaarlijks afschri-
jvingspercentage.
Art. 8. Vervangen onderdelen stelt de
technicus weer ter beschikking
van de consument, met uitzonder-
ing van de onder garantie of tegen
een gereduceerde prijs vervangen
onderdelen.
Art. 9. Een reparatie dient op zodanige
wijze te worden uitgevoerd, dat
een toestel daarna weer volledig
voldoet aan de veilighei-
dsvoorschriften, die op grond van
een van fabriekswege aange-
bracht veiligheidskeurmerk
gelden, danwel bij het ontbreken
daarvan, aan de wettelijke vereis-
ten terzake. Dit houdt ondermeer
in, dat reparaties moeten worden
uitgevoerd met originele en door
de fabrikant ook terzake van vei-
ligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde
onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van
Huishoudelijke Apparaten in Nederland
Adres service-afdeling
Nederland:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen:
www.nordlandservice.nl
of op werkdagen tijdens kantooruren:
Tel. (0172) 46 83 00
Fax (0172) 46 83 66
NL
H/NO/5. (08.) 200382276
23
Service
In de paragraaf “Wat te doen als...?” zijn
sommige storingen opgesomd die uzelf
kunt oplossen. Lees deze paragraaf door
in het geval van een storing. Als u het
probleem (storing) niet kunt oplossen,
neem dan contact op met het servicecen-
trum middels de website www.nordland-
service.nl waar u direct een afspraak met
een monteur kunt maken. Ook is het
mogelijk de storing te melden in de winkel
waar u het apparaat gekocht heeft.
Leg uw probleem zo duidelijk mogelijk uit
om het oplossen van uw probleem te
vergemakkelijken: de servicemonteur
bepaalt dan of het noodzakelijk is een
monteur te sturen.
Schrijf het serienummer (Ser. nr.) en het
productnummer op (Prod. nr.) die op het
plaatje staan.
Ser. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Prod. nr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Probeer bovendien zo nauwkeurig
mogelijk:
- De symptomen van de storing aan te
geven
- Wanneer de storing optreedt
- Welke foutcode er wordt
weergegeven
© Copyright by Nordland/ELECTROLUX
Wijzigingen voorbehouden
NL
2008. 09. 02.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Nordland NDD9230 Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren