NL
5
Installatie
! Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u uw nieuwe
apparaat in gebruik neemt. Ze bevatten belangrijke informatie
voor veilig gebruik, voor installatie en voor reiniging van het
apparaat.
! Bewaar deze instructies voor toekomstige referentie.
Overhandig ze aan eventuele nieuwe eigenaars van het
apparaat.
Positionering en aansluiting
Positionering
1. Plaats het apparaat op een droge en goed geventileerde
plaats.
2. Dek de ventilatieroosters aan de achterzijde niet af. De
compressor en de condensor geven warmte af en hebben
een goede ventilatie nodig om correct te werken en energie te
besparen.
3. Laat een ruimte van tenminste 10 cm tussen het bovenste
gedeelte van het apparaat en het eventuele meubelstuk
erboven, en tenminste 5 cm tussen de zijkanten ervan en
eventuele meubelwanden/zijwanden.
4. Zorg dat het apparaat niet blootstaat aan hittebronnen (direct
zonlicht, elektrische oven etc.).
5. Plaats de afstandhouders die zijn meegeleverd in de
installatiekit en volg de instructies om te zorgen voor de juiste
afstand tussen het apparaat en de muur erachter.
Nivelleren
1. Installeer het apparaat op een stevig, horizontaal oppervlak.
2. Als de vloer niet perfect horizontaal is, stelt u de koelkast af
door de voorste pootjes vast of los te draaien.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zet na het vervoer het apparaat voorzichtig verticaal en wacht
tenminste 3 uren voordat u het aansluit op het stroomnet.
Controleer het volgende alvorens de stekker in het stopcontact te
steken:
• Het apparaat is geaard en de stekker voldoet aan de wettelijke
voorschriften.
• Het stopcontact is bestand tegen het maximale vermogen van
het apparaat, dat vermeld staat op het gegevensplaatje links
onderaan de koelkast (bijv. 150 W).
• De spanning dient te liggen tussen de waarden vermeld op
het gegevensplaatje links onderaan (bijv. 220-240V).
• Het stopcontact is compatibel met de stekker van het
apparaat. Als het stopcontact niet compatibel is met de
stekker, vraagt u een bevoegd technicus om het te vervangen
(zie Service). Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
! Na de installatie van het apparaat moeten de stroomkabel en
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag geen knik hebben en mag niet samengedrukt
worden.
! De kabel dient regelmatig te worden gecontroleerd en
vervangen door uitsluitend bevoegde technici (zie Service).
! De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af in het geval dat
deze veiligheidsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Start en gebruik
Het apparaat starten
!Volg de installatie-instructies (zie Installatie) voordat u het
apparaat start..
!! Alvorens het apparaat aan te sluiten maakt u de vakken en de
accessoires goed schoon met lauw water en bicarbonaat..
1. Steek de stekker in het stopcontact en controleer of de
binnenverlichting brandt.
2. Draai de knop voor TEMPERATUURINSTELLING naar een
gemiddelde waarde. Na enkele uren kunt u etenswaren in de
koelkast plaatsen.
DE TEMPERATUUR INSTELLEN
De temperatuur in het koelcompartiment wordt automatisch
geregeld, afhankelijk van de positie van de knop voor
TEMPERATUURINSTELLING.
1 = hoogste temperatuur 5 = laagste
temperatuur
We adviseren echter een gemiddelde waarde.
Het koelmechanisme van de koelkast is netjes weggewerkt in de
achterwand van de koelkast, om meer ruimte te creëren. Tijdens
het gebruik is de achterwand bedekt met een laagje ijs of met
waterdruppels, afhankelijk van de werking van de compressor
(actief of gepauzeerd). Dit is normaal.
Als de knop voor TEMPERATUURINSTELLING op een hoge
waarde is ingesteld, er grote hoeveelheden voedsel in de
koelkast aanwezig zijn en de omgevingstemperatuur hoog is,
kan het apparaat continue in werking zijn. Dit kan leiden tot
een excessieve ijsafzetting en hoog energieverbruik: U kunt
ter compensatie de knop op een lagere waarde instellen (de
ijsaanslag wordt automatisch verwijderd). In statische apparaten
circuleert de lucht op natuurlijke wijze: koudere lucht is zwaarder
en beweegt zich naar beneden. Voedsel behoort als volgt te
worden bewaard:
Gerecht Plaats in de koelkast
Vers vlees en verse vis Op de bak voor groenten en fruit
Verse kaas Op de bak voor groenten en fruit
Bereid voedsel Op een willekeurig schap
Salami, broden,
chocolade
Op een willekeurig schap
Fruit en groenten In de bakken voor groenten en fruit
Eieren In het daarvoor bedoelde vak
Boter en margarine In het daarvoor bedoelde vak
Flessen, dranken, melk In het daarvoor bedoelde vak