HP Sprout Pro Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sprout by HP
Gebruikershandleiding
© Copyright 2015, 2016 HP Development
Company, L. P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows
zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen. SD,
SDHC en SDXC zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van SD-3C.
De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De van toepassing zijnde garanties voor HP
producten en diensten zijn vastgelegd in de
uitdrukkelijke garantiebepalingen die bij
dergelijke producten en diensten op fysieke
en/of elektronische wijze worden meegeleverd
of gepubliceerd op website(s) van HP. Niets in
dit document mag als een aanvullende
garantie worden opgevat. HP is niet
aansprakelijk voor technische en/of
redactionele fouten c.q. weglatingen in dit
document.
Tweede editie: februari 2016
Eerste editie: augustus 2015
Onderdeelnummer van document:
824575-332
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die voor de meeste producten
beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle
voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Voor systemen is
mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk
aangeschafte hardware, stuurprogramma's,
software en/of een BIOS-update vereist om
volledig te kunnen proteren van de
functionaliteit van Windows. Windows 10
wordt automatisch bijgewerkt, dit is altijd
ingeschakeld. De ISP kan kosten berekenen en
in de loop van de tijd kunnen extra eisen van
toepassing zijn voor updates. Ga naar
http://www.microsoft.com voor meer
informatie.
Voor de meest recente gebruikershandleiding
gaat u naar http://www.hp.com/support en
selecteert u uw land of regio. Selecteer Mijn
product zoeken en volg de instructies op het
scherm.
De projector en bureaulamp zijn bedoeld voor
het projecteren en vastleggen van beelden. Ze
zijn niet bedoeld voor gebruik in andere
situaties.
Veiligheidswaarschuwing
LED van projector - classicatie van
risicogroepen: Risicogroep 1
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP EULA (End User License
Agreement). Indien u niet akkoord gaat met
deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend
aanspraak maken op de mogelijkheid het
gehele, ongebruikte product (hardware en
software) binnen 14 dagen te retourneren,
voor een volledige restitutie op basis van het
restitutiebeleid van de desbetreende
verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Inhoudsopgave
1 Vertrouwd raken met uw Sprout ..................................................................................................................... 1
Informatie over hardware en software zoeken ..................................................................................................... 1
Hardware opzoeken ............................................................................................................................. 1
Software opzoeken .............................................................................................................................. 1
Voorkant ................................................................................................................................................................. 2
Sprout Illuminator .................................................................................................................................................. 3
Bovenkant .............................................................................................................................................................. 4
Rechterkant ............................................................................................................................................................ 5
Linkerkant .............................................................................................................................................................. 6
Achterkant .............................................................................................................................................................. 7
De HP Touch Mat aansluiten .................................................................................................................................. 8
Labels ..................................................................................................................................................................... 9
Labels herkennen ................................................................................................................................ 9
2 Verbinding maken met een netwerk .............................................................................................................. 10
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................................. 10
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken ..................................................... 10
Voorzieningen van het besturingssysteem .................................................................... 10
Verbinding maken met draadloos netwerk (WLAN) ......................................................................... 10
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken ...................................................... 11
Verbinding maken met een bekabeld netwerk—LAN ......................................................................................... 11
Gegevens en schijfeenheden delen en software openen ................................................................................... 12
3 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 13
Waarschuwingen voor een door de gebruiker vervangbare accu ....................................................................... 13
De slaapstand en hibernationstand activeren en beëindigen ............................................................................ 13
De slaapstand handmatig activeren of beëindigen .......................................................................... 13
De hibernationstand handmatig activeren en beëindigen ............................................................... 14
Wachtwoordbeveiliging instellen voor het beëindigen van de slaapstand of hibernationstand .... 14
De Sprout afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................................... 14
4 Onderhoud van de Sprout ............................................................................................................................. 16
Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 16
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 16
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 16
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren ........................................................... 16
iii
De Sprout reinigen ............................................................................................................................. 17
Reinigingsprocedures ..................................................................................................... 17
Beeldscherm reinigen ................................................................................... 17
Zijkanten of deksel reinigen ......................................................................... 17
De touch mat reinigen .................................................................................. 17
Het toetsenbord en de muis reinigen ........................................................... 18
5 Computer en gegevens beveiligen ................................................................................................................. 19
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 19
Windows-wachtwoorden instellen ................................................................................................... 19
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS) ................................................................................ 20
Internetbeveiligingssoftware gebruiken ............................................................................................................. 20
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................ 20
Firewallsoftware gebruiken .............................................................................................................. 20
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 21
Draadloos netwerk beveiligen ............................................................................................................................. 21
Back-up maken van software-applicaties en gegevens ..................................................................................... 21
Optionele beveiligingskabel gebruiken ............................................................................................................... 21
6 Setup Utility (BIOS) gebruiken ...................................................................................................................... 23
Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................................. 23
Setup Utility (BIOS) bijwerken ............................................................................................................................. 23
BIOS-versie vaststellen ..................................................................................................................... 23
BIOS-update downloaden ................................................................................................................. 24
7 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ........................................................................................ 25
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden ......................................................... 25
8 Back-ups maken, herstellen en terugzetten ................................................................................................... 27
Herstelmedia en back-ups maken ....................................................................................................................... 27
HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) ..................................................................... 27
Hulpprogramma's van Windows gebruiken ........................................................................................................ 28
Herstellen ............................................................................................................................................................. 29
Herstellen met HP Recovery Manager .............................................................................................. 29
Wat u moet weten voordat u begint ............................................................................... 29
De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................... 30
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen ................................................................ 31
De opstartvolgorde van de computer wijzigen .............................................................. 31
De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) ................................... 31
iv
9 Problemen oplossen .................................................................................................................................... 33
Problemen met draadloze verbinding ................................................................................................................. 33
Kan geen verbinding maken met een WLAN ..................................................................................... 33
Kan geen verbinding maken met een voorkeursnetwerk ................................................................ 33
Actuele netwerkbeveiligingscodes zijn niet beschikbaar ................................................................. 34
Kan geen verbinding maken met de draadloze router ..................................................................... 34
Netwerkstatuspictogram wordt niet weergegeven ......................................................................... 34
Problemen met inschakelen ................................................................................................................................ 35
De Sprout start niet ........................................................................................................................... 35
Vaste-schijout ................................................................................................................................. 35
De Sprout reageert niet ..................................................................................................................... 35
De Sprout sluit onverwacht af ........................................................................................................... 36
Problemen met het scherm ................................................................................................................................. 36
Het scherm is leeg ............................................................................................................................. 36
Het beeld op het scherm is te groot of te klein of het beeld is niet scherp ...................................... 36
Problemen met toetsenbord en muis ................................................................................................................. 36
Problemen met de touch mat .............................................................................................................................. 37
Problemen met audio .......................................................................................................................................... 38
De externe luidsprekers (afzonderlijk aan te schaen) produceren geen geluid ............................ 38
Softwareproblemen ............................................................................................................................................. 39
10 Specicaties .............................................................................................................................................. 40
Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 40
Bedieningsspecicaties ....................................................................................................................................... 40
11 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 41
12 Aanvullende informatie van HP ................................................................................................................... 42
13 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 44
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) .................................................. 44
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 44
Bijlage A Veiligheidsinformatie over scannen ................................................................................................... 45
Index ............................................................................................................................................................. 46
v
vi
1 Vertrouwd raken met uw Sprout
Deze Sprout-computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw werkprestaties en entertainmentervaring
kunt verbeteren. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over aanbevolen procedures nadat u de computer
hebt gecongureerd en voor informatie over waar u aanvullende HP informatie kunt vinden.
Informatie over hardware en software zoeken
Hardware opzoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke hardware op uw Sprout is geïnstalleerd:
Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer.
U ziet een lijst met alle apparaten die op de Sprout zijn geïnstalleerd.
Software opzoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke software op de Sprout is geïnstalleerd:
Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens Alle apps.
Informatie over hardware en software zoeken 1
Voorkant
Onderdeel Beschrijving
(1) WLAN-antennes (2)* Hiermee worden draadloze signalen verzonden en ontvangen.
(2) Webcamlampje Aan: de webcam staat aan.
(3) Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken.
Ga als volgt te werk om de webcam te gebruiken:
Typ camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Camera.
(4) Luidsprekers (3) Deze produceren geluid.
(5) Knop/lampje voor toetsenbord Hiermee wordt het toetsenbord op de touch mat geprojecteerd.
(6) Knop/lampje voor startmenu Hiermee wordt de Sprout Workspace weergegeven.
(7) Knop/lampje voor projector/
touch mat
Tik op de knop om de aanraakfuncties van de mat uit te schakelen.
Tik en houd ingedrukt om de projector uit te schakelen.
Wanneer de projector is uitgeschakeld, tikt u op de knop om zowel de projector
als de touch mat in te schakelen.
2 Hoofdstuk 1 Vertrouwd raken met uw Sprout
Onderdeel Beschrijving
(8) HP Touch Mat Een aanraakgevoelige mat waarop u de Sprout Workspace kunt projecteren om een
horizontaal aanraakscherm te creëren.
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Houd de gebieden rondom de antennes vrij voor een optimale
signaaloverdracht. Voor meer informatie over de regelgeving voor draadloze communicatie, gaat u naar het artikel Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu en raadpleegt u de sectie die van toepassing is op uw land of regio.
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
Sprout Illuminator
VOORZICHTIG: Voorkom schade aan uw ogen en kijk niet direct in de lampjes van de Sprout Illuminator.
Onderdeel Beschrijving
(1) Aanraaksensor voor bureaulamp Hiermee kunt u de bureaulamp in- en uitschakelen en dimmen.
(2) Lampje voor high-resolution camera Aan: de high-resolution camera is ingeschakeld.
(3) Bureaulamp (2) Hiermee verlicht u de touch mat.
(4) 3D-camera (3) Hiermee kunt u driedimensionale beelden vastleggen.
(5) Lampje voor 3D-camera Aan: de 3D-camera is ingeschakeld.
(6) High-resolution camera Hiermee kunt u high-resolution beelden van de touch mat
vastleggen.
(7) Projectorspiegel Hiermee wordt de Sprout Workspace geprojecteerd op de touch
mat.
Sprout Illuminator 3
Bovenkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Aan-uitknop
Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan-uitknop
om de computer in te schakelen.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen.
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort
op de aan-uitknop om de hibernationstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van
Microsoft® Windows® geen eect hebben, houdt u de aan-
uitknop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te
schakelen.
Als u meer wilt weten over de instellingen voor energiebeheer,
typt u energie in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens Energiebeheer.
(2) Omgevingslichtsensor Hiermee wordt de helderheid van het beeldscherm automatisch
aangepast aan het licht in uw omgeving.
4 Hoofdstuk 1 Vertrouwd raken met uw Sprout
Rechterkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Interne magneet Hieraan kunt u de stylus bevestigen.
(2) Volumeknop Hiermee verhoogt of verlaagt u het geluidsvolume.
(3) USB 3.0-poort Deze poort is geschikt voor USB 1.0-, USB 2.0- of USB 3.0-
apparaten en zorgt voor hogere voedingsprestaties voor USB
3.0-apparaten.
(4) USB 3.0-oplaadpoort Hierop kunt u een optioneel USB 1.0-, USB 2.0- of USB 3.0-
apparaat aansluiten. Via USB-oplaadpoorten worden de
aangesloten USB-apparaten opgeladen. Via standaard-USB-
poorten worden niet alle USB-apparaten opgeladen of ze
worden opgeladen met een lage bedrijfsstroom. Sommige USB-
apparaten moeten worden gevoed en vereisen het gebruik van
een poort met eigen voeding.
OPMERKING: Via de USB-oplaadpoorten kunnen ook bepaalde
typen mobiele telefoons en MP3-spelers worden opgeladen,
zelfs wanneer de computer uit staat.
(5) Lampje voor schijfactiviteit Knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de harde
schijf.
Rechterkant 5
Linkerkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Geheugenkaartlezer Hiermee worden optionele geheugenkaarten (SD, SDHC en
SDXC) gelezen die informatie opslaan, beheren, delen of
openen.
Steek de kaart in het kaartslot door de kaart met het etiket naar
boven en de aansluitingen richting het slot te houden. Druk de
kaart vervolgens naar binnen tot deze stevig vastzit.
Als u de kaart wilt verwijderen, trekt u deze uit het kaartslot.
(2) Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang
(microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met
uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en
selecteer vervolgens de app HP Support Assistant om deze
handleiding te openen.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
6 Hoofdstuk 1 Vertrouwd raken met uw Sprout
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector met
vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-
in (microfoon) ondersteunt.
Achterkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
(2) Netvoedingslampje Aan: het snoer voor de netvoeding is aangesloten.
(3) Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hier kunt u een optionele beveiligingskabel bevestigen op de
computer.
OPMERKING: De beveiligingskabel kan niet voorkomen dat de
computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
(4) USB 2.0-poorten (2) Hierop kunt u optionele USB 2.0-apparaten aansluiten.
(5) Netvoedingsconnector Hierop sluit u het netsnoer aan.
Achterkant 7
Onderdeel Beschrijving
(6) RJ-45-(netwerk)connector Hierop sluit u een netwerkkabel aan.
(7) HDMI-uitvoerpoort Hiermee kunt u het computerscherm projecteren naar een
externe monitor.
OPMERKING: De HDMI-uitvoerpoort kan niet worden gebruikt
als ingang voor een tv, een spelconsole of een settopbox.
(8) Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met
uitsluitend een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
(9) Interne microfoons (2) Hiermee kunt u audio opnemen. Geluiden om u heen worden
automatisch weggelterd.
De HP Touch Mat aansluiten
Leg de Sprout op een recht en vlak oppervlak.
8 Hoofdstuk 1 Vertrouwd raken met uw Sprout
VOORZICHTIG: Denk om het volgende om beschadiging van de touch mat te voorkomen:
Knip of prik niet in de touch mat.
Buig of vouw de touch mat niet.
Leg geen magnetische onderdelen op de touch mat.
Gebruik geen metalen voorwerpen op of onder de touch mat.
Wanneer u een stylus gebruikt op de touch mat, mag u uw hand of handpalm niet op de touch mat
leggen. Uw hand of handpalm zou dan namelijk kunnen worden gezien als een contactpunt.
Om de touch mat aan te sluiten, legt u deze op een vlak oppervlak voor de monitor en schuift u de mat naar
de monitor. De magneten in de Sprout Connector zorgen ervoor dat de touch mat automatisch wordt
aangesloten op de monitor.
OPMERKING: Als u de touch mat verwijdert, wordt de projector uitgeschakeld.
Om de touch mat te beschermen tegen vuil of beschadiging wanneer deze niet wordt gebruikt, gebruikt u de
optionele HP Touch Mat Cover (afzonderlijk aan te schaen).
Labels
Labels herkennen
De labels op de computer bieden informatie die u nodig kunt hebben bij het oplossen van problemen met het
systeem. De labels bevinden zich aan de onderkant van de computer.
Servicelabel—Biedt belangrijke informatie voor het identiceren van uw computer. Wanneer u contact
opneemt met Ondersteuning, moet u waarschijnlijk het serie-, product- en modelnummer opgeven.
Zoek deze nummers op voordat u contact opneemt met Ondersteuning.
Label(s) met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreende het gebruik van de computer.
Label(s) met keurmerken voor apparatuur voor draadloze communicatie: Deze labels bevatten
informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/
regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
Labels 9
2 Verbinding maken met een netwerk
Met uw computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding kunt u de wereld verkennen en toegang
krijgen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in
verbinding kunt stellen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Uw computer beschikt mogelijk over een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat: via dit apparaat maakt u verbinding met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Fi-
netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimtes, bij u thuis en in openbare ruimtes, zoals
vliegvelden, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. In een draadloos netwerk communiceert de
computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
Bluetooth
©
-apparaat: een apparaat waarmee u een PAN (personal area network) tot stand kunt
brengen, zodat u verbinding kunt maken met andere apparaten die draadloze communicatie via
Bluetooth ondersteunen, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's.
Binnen een PAN communiceert elk apparaat direct met andere apparaten en moeten apparaten zich op
relatief korte afstand (doorgaans 10 meter) van elkaar bevinden.
Zie de informatie en de koppelingen naar websites in Help en ondersteuning voor meer informatie over de
technologie voor draadloze communicatie, internet en netwerken.
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken
U kunt de draadloze apparaten in uw computer beheren met behulp van de bedieningselementen van het
besturingssysteem:
Voorzieningen van het besturingssysteem
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een
netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt:
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Netwerk en internet en vervolgens Netwerkcentrum.
Raadpleeg de informatie in Help en ondersteuning voor meer informatie.
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
Verbinding maken met draadloos netwerk (WLAN)
OPMERKING: Om thuis internet te gebruiken, opent u een account bij een internetprovider. Neem contact op
met een lokale internetprovider voor het aanschaen van een internetservice en een modem. De
internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de
draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
10 Hoofdstuk 2 Verbinding maken met een netwerk
Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Netwerk en internet.
3. Selecteer uw WLAN in de lijst.
4. Selecteer Verbinden.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te
voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, bevindt u zich mogelijk buiten het bereik van
een draadloze router of toegangspunt.
OPMERKING: Als u het WLAN waarmee u verbinding wilt maken niet ziet, klikt u met de
rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram en selecteert u Netwerkcentrum openen. Selecteer
Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Er verschijnt een lijst met opties om handmatig
te zoeken naar een netwerk en hier verbinding mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding te
maken.
5. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, plaatst u de muisaanwijzer op het netwerkstatuspictogram aan de
rechterkant van de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het eectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de
WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste
obstakels zoals wanden en vloeren.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten, zoals de volgende, vroeger werden aangesloten:
computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
Weergaveapparaten (printer, camera)
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
Muis
extern toetsenblok
Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN van Bluetooth-
apparaten kunt instellen. Raadpleeg de helpfunctie van de Bluetooth-software voor informatie over de
conguratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk—LAN
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct op een router in uw huis (in plaats van draadloos
werken), of als u de computer op een bestaand netwerk in uw kantoor wilt aansluiten.
De aansluiting op een LAN vereist een 8-pins RJ-45-(netwerk)kabel en een netwerkaansluiting op de
computer.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk—LAN 11
U sluit als volgt de netwerkkabel aan:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een
router.
OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de
ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het
uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
Gegevens en schijfeenheden delen en software openen
Wanneer uw computer deel uitmaakt van een netwerk, kunt u ook informatie op andere computers
raadplegen. Computers die zijn aangesloten op het netwerk kunnen software en gegevens met elkaar
uitwisselen.
Zie de informatie in Help en ondersteuning voor meer informatie over het delen van bestanden, mappen of
stations.
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
OPMERKING: Wanneer een schijf zoals een dvd-lm of -spel beveiligd is tegen kopiëren, kan deze niet
worden gedeeld.
12 Hoofdstuk 2 Verbinding maken met een netwerk
3 Energiebeheer
Waarschuwingen voor een door de gebruiker vervangbare accu
WAARSCHUWING! Er is explosiegevaar als de accu wordt vervangen door een accu van een onjuist type.
Voer afgedankte accu's af volgens de geldende voorschriften.
WAARSCHUWING! Verklein de kans op brand of brandwonden: probeer de accu niet uit elkaar te halen, te
pletten of te doorboren. Veroorzaak geen kortsluiting tussen de externe contactpunten. Laat de accu niet in
aanraking komen met water of vuur.
WAARSCHUWING! Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde door de gebruiker
vervangbare accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is
aangeschaft bij HP.
De slaapstand en hibernationstand activeren en beëindigen
Windows kent twee energiebesparende standen, de slaapstand en de hibernationstand.
Slaapstand: de slaapstand wordt automatisch geactiveerd na een periode van inactiviteit. Uw werk
wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig
activeren. Zie De slaapstand handmatig activeren of beëindigen op pagina 13 voor meer informatie.
Hibernationstand: de hibernationstand wordt automatisch geactiveerd als de Sprout voor een langere
periode in de slaapstand blijft. In de hibernationstand worden alle geopende documenten en
programma's op de harde schijf geplaatst en wordt de Sprout vervolgens uitgeschakeld.
OPMERKING: U kunt de hibernationstand ook handmatig activeren. Raadpleeg De slaapstand
handmatig activeren of beëindigen op pagina 13 en De hibernationstand handmatig activeren en
beëindigen op pagina 14.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een externe
mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of
video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
OPMERKING: Wanneer de Sprout in de slaapstand of hibernationstand staat, is het niet mogelijk om een
netwerkverbinding tot stand te brengen of de computer te gebruiken.
De slaapstand handmatig activeren of beëindigen
Als u de slaapstand wilt activeren, typt u energie in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens
Energie- en slaapstandinstellingen.
U beëindigt de slaapstand als volgt:
Druk kort op de aan-uitknop.
Druk op een toets op het toetsenbord.
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaat het aan-uitlampje op de Sprout branden en wordt het scherm
weer weergegeven.
Waarschuwingen voor een door de gebruiker vervangbare accu 13
OPMERKING: Als u hebt ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, voert u uw
Windows-wachtwoord in voordat uw werk weer op het scherm wordt weergegeven.
De hibernationstand handmatig activeren en beëindigen
U kunt de door de gebruiker geactiveerde hibernationstand activeren en andere instellingen voor
energiebeheer en time-outs wijzigen via Energiebeheer in het Conguratiescherm.
1. Typ energie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Energie-opties.
2. Selecteer Het gedrag van de aan-uitknop bepalen in het linkerdeelvenster.
3. Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en selecteer vervolgens
Sluimerstand in het veld Als ik op de aan-uitknop druk.
– of –
Selecteer onder Instellingen voor afsluiten het vak Sluimerstand om de optie Sluimerstand weer te
geven in het menu Energie.
4. Selecteer Wijzigingen opslaan.
Om u de hibernationstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
Wanneer de hibernationstand wordt beëindigd, gaat het aan-uitlampje op de Sprout branden en wordt het
scherm weer weergegeven. Als u hebt ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te
beëindigen, voert u uw Windows-wachtwoord in voordat uw werk weer op het scherm wordt weergegeven.
Wachtwoordbeveiliging instellen voor het beëindigen van de slaapstand of
hibernationstand
Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de
slaapstand of hibernationstand:
1. Typ energie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Energie-opties.
2. Selecteer in het linkerdeelvenster Een wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen.
3. Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Selecteer Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).
OPMERKING: Als u een wachtwoord voor uw gebruikersaccount wilt maken of het bestaande
wachtwoord wilt wijzigen, selecteert u Het wachtwoord voor uw gebruikersaccount instellen of
wijzigen en volgt u de instructies op het scherm. Als u geen gebruikerswachtwoord hoeft te maken of te
wijzigen, gaat u naar stap 5.
5. Selecteer Wijzigingen opslaan.
De Sprout afsluiten (uitschakelen)
VOORZICHTIG: Wanneer u de Sprout uitschakelt, gaan alle niet-opgeslagen gegevens verloren. Zorg ervoor
dat uw werk is opgeslagen voordat u de Sprout afsluit.
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en
wordt de Sprout vervolgens uitgeschakeld.
Sluit de Sprout af in de volgende gevallen:
14 Hoofdstuk 3 Energiebeheer
Wanneer u toegang wilt tot onderdelen in de Sprout
Wanneer u externe hardware aansluit op een andere poort dan een USB- of videopoort.
Wanneer de Sprout langere tijd niet wordt gebruikt en de externe voedingsbron wordt losgekoppeld
Hoewel u de Sprout kunt uitschakelen met de aan-uitknop, wordt het aangeraden de opdracht Afsluiten te
gebruiken:
OPMERKING: Als de Sprout in de slaapstand of hibernationstand staat, moet u deze stand eerst beëindigen
voordat u de computer kunt uitschakelen.
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Energie en daarna Uitschakelen.
Als de Sprout niet reageert en u de hierboven beschreven afsluitprocedures niet kunt gebruiken, probeert u
de volgende noodprocedures in de aangegeven volgorde:
Druk op ctrl+alt+delete. Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Energie en daarna
Uitschakelen.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze minimaal 5 seconden ingedrukt.
Koppel de Sprout los van de externe voedingsbron.
De Sprout afsluiten (uitschakelen) 15
4 Onderhoud van de Sprout
Het is zeer belangrijk om de Sprout regelmatig te onderhouden, zodat de computer optimaal blijft
functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en
Schijfopruiming gebruikt. Het hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van de programma's en
stuurprogramma's en de stappen voor het reinigen van de Sprout.
Prestaties verbeteren
Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en
Schijfopruiming kunt u de prestaties van de computer aanzienlijk verbeteren.
Schijfdefragmentatie gebruiken
HP raadt u aan om uw harde schijf ten minste één keer per maand te defragmenteren met
Schijfdefragmentatie.
Ga als volgt te werk om een schijfdefragmentatie uit te voeren:
1. Typ schijfdefragmentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens De stations
defragmenteren en optimaliseren
.
2. Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg voor meer informatie de Help bij de Schijfdefragmentatie-software.
Schijfopruiming gebruiken
Gebruik Schijfopruiming om op de harde schijf naar overbodige bestanden te zoeken die u veilig kunt
verwijderen. Maak schijfruimte vrij zodat de Sprout eiciënter werkt.
Ga als volgt te werk om een schijfopruiming uit te voeren:
1. Typ schijf in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Schijfruimte vrijmaken door
onnodige bestanden te verwijderen of Apps verwijderen om schijfruimte vrij te maken.
2. Volg de instructies op het scherm.
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
HP raadt u aan regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken. Met updates worden
problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties op de Sprout geïnstalleerd. Het is bijvoorbeeld
mogelijk dat oude grasche onderdelen niet meer correct werken met de nieuwste spelsoftware. Zonder het
nieuwste stuurprogramma zou u niet het beste halen uit uw apparatuur.
Ga naar http://www.hp.com/support om de meest recente versie van programma's en stuurprogramma's van
HP te downloaden. U kunt zich ook registreren als u automatische berichten wilt ontvangen wanneer er
nieuwe updates beschikbaar zijn.
16 Hoofdstuk 4 Onderhoud van de Sprout
Volg deze instructies om uw programma's en stuurprogramma's bij te werken:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
2. Selecteer Updates and tune-ups, en selecteer daarna Controleer nu op HP updates.
3. Volg de instructies op het scherm.
De Sprout reinigen
Met de volgende producten kunt u de Sprout veilig schoonmaken:
Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie)
Antistatische veegdoekjes
VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan de Sprout kunnen
veroorzaken. U kunt een bepaald schoonmaakmiddel pas gebruiken als u zeker weet dat het geen alcohol,
aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoen bevat.
Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kan krassen achterlaten op de Sprout. In de loop van de tijd
kunnen er vuildeeltjes en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
Reinigingsprocedures
Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van de Sprout.
WAARSCHUWING! Verklein het risico van elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de Sprout
niet schoon terwijl deze is ingeschakeld.
Schakel de Sprout uit.
Koppel de externe voedingsbron los.
Koppel alle externe apparaten los.
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of
vloeistoen direct op het oppervlak van de Sprout spuiten. Als er vloeistoen op het oppervlak terecht
komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
Beeldscherm reinigen
VOORZICHTIG: Spuit het schoonmaakmiddel niet direct op het scherm, de projector of andere glazen
oppervlakken.
Veeg de zijkanten en het oppervlak van het scherm, de projector en de camera's voorzichtig schoon met een
zachte, pluisvrije doek die bevochtigd is met een alcoholvrij glasreinigingsmiddel.
Zijkanten of deksel reinigen
Gebruik voor het reinigen van de zijkanten of het deksel een zachte microvezeldoek of een zeemlap die
bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen, of gebruik een veilig wegwerpdoekje.
OPMERKING: Wanneer u het deksel van de Sprout reinigt, maakt u ronddraaiende bewegingen om het vuil
te verwijderen.
De touch mat reinigen
VOORZICHTIG: Spuit het schoonmaakmiddel niet direct op de touch mat.
Prestaties verbeteren 17
Veeg het oppervlak van de touch mat voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije doek die bevochtigd
is met een alcoholvrij glasreinigingsmiddel.
Voorkom schade aan de touch mat en gebruik geen sterke chemicaliën.
Het toetsenbord en de muis reinigen
WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een
elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het
oppervlak van het toetsenbord achterlaten.
VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er geen
vloeistof tussen de toetsen komt.
Gebruik voor het reinigen van het toetsenbord of de muis een zachte microvezeldoek of een zeemlap die
bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen. U kunt ook een hiervoor geschikt
wegwerpdoekje gebruiken.
Om te voorkomen dat de toetsen vast komen te zitten en om vuil, pluizen en vuildeeltjes te verwijderen,
gebruikt u een spuitbus met perslucht en een rietje.
18 Hoofdstuk 4 Onderhoud van de Sprout
5 Computer en gegevens beveiligen
Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te
waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het besturingssysteem Windows,
applicaties van HP, Setup Utility (BIOS), dat geen deel uitmaakt van Windows, en andere software van derden
kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen,
wormen en andere types schadelijke code.
BELANGRIJK: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen beschikbaar op
uw computer.
Wachtwoorden gebruiken
Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens en online transacties te beveiligen.
Er kunnen verschillende soorten wachtwoorden worden ingesteld. Toen u de computer bijvoorbeeld voor de
eerste keer inrichtte, werd u gevraagd om een gebruikerswachtwoord te maken voor het beveiligen van de
computer. In Windows of in Setup Utility (BIOS) van HP dat vooraf is geïnstalleerd op de computer, kunnen
aanvullende wachtwoorden worden ingesteld.
Het is misschien handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility (BIOS)
en een beveiligingsvoorziening van Windows.
Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
Om zoveel mogelijk te voorkomen dat u niet meer toegang kunt verkrijgen tot bepaalde voorzieningen
van de computer, moet u elk wachtwoord vastleggen en op een veilige plaats uit de buurt van de
computer bewaren. Sla wachtwoorden niet in een bestand op de computer op.
Volg tijdens het maken van wachtwoorden de door het programma ingestelde vereisten.
Wijzig uw wachtwoorden ten minste een keer per kwartaal.
Een ideaal wachtwoord is lang en bevat letters, interpunctie, symbolen en cijfers.
Voordat u uw computer verzendt voor reparatie, moet u back-ups maken van uw bestanden, alle
vertrouwelijke bestanden verwijderen en vervolgens alle wachtwoordinstellingen verwijderen.
Ga als volgt te werk voor extra informatie over Windows-wachtwoorden, zoals wachtwoorden voor de
schermbeveiliging:
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
Windows-wachtwoorden instellen
Wachtwoord
Functie
Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
Beheerderswachtwoord Beveiligt toegang op beheerdersniveau van computergegevens.
OPMERKING: Met dit wachtwoord kan geen toegang worden
verkregen tot de inhoud van Setup Utility (BIOS).
Wachtwoorden gebruiken 19
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS)
Wachtwoord Functie
Setup-wachtwoord
Dit wachtwoord moet elke keer worden ingevoerd wanneer u
Setup Utility (BIOS) wilt openen.
Als u uw setup-wachtwoord bent vergeten, kunt u Setup
Utility (BIOS) niet openen.
Opstartwachtwoord
Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u
de computer inschakelt of opnieuw opstart.
Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer
niet meer inschakelen of opnieuw opstarten.
Ga als volgt te werk om een setup- of opstartwachtwoord in Setup Utility (BIOS) in te stellen, te wijzigen of te
verwijderen:
1. Start als volgt Setup Utility (BIOS):
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10.
2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) en volg de instructies op het scherm.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Internetbeveiligingssoftware gebruiken
Wanneer u de computer gebruikt om toegang te krijgen tot e-mail, een netwerk of internet, kunt u deze
mogelijk blootstellen aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te
beveiligen, is er mogelijk internetbeveiligingssoftware met antivirus- en rewallvoorzieningen, een
proefversie, op de computer geïnstalleerd. Het is noodzakelijk om beveiligingssoftware regelmatig bij te
werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen en andere beveiligingsrisico’s. Het
wordt ten zeerste aanbevolen dat u de evaluatieversie van de beveiligingssoftware omzet in een reguliere
versie of dat u een programma naar keuze aanschaft om uw computer volledig te beschermen.
Antivirussoftware gebruiken
Computervirussen kunnen het besturingssysteem, programma's en hulpprogramma's uitschakelen, of de
werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en
vernietigd. In de meeste gevallen kan ook eventuele schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen
pas ontdekte virussen.
Er is op uw computer mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd. Wij raden u aan de door u
gewenste antivirussoftware te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.
Voor meer informatie over computervirussen typt u support in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens de app
HP Support Assistant.
Firewallsoftware gebruiken
Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een rewall kan
een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die
zowel uit hardware als software bestaat.
20 Hoofdstuk 5 Computer en gegevens beveiligen
Er zijn twee soorten rewalls waaruit u kunt kiezen:
Hostgebaseerde rewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd;
Netwerkgebaseerde rewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden
geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
Wanneer een rewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem
worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedenieerde
beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.
Software-updates installeren
U moet regelmatig de software van HP, Windows en externe software updaten om problemen met de
beveiliging op te lossen en de prestaties van de software te verbeteren. Zie Updates van programma's en
stuurprogramma's uitvoeren op pagina 16 voor meer informatie.
VOORZICHTIG: Microsoft stuurt meldingen over Windows-updates. Deze updates kunnen ook
beveiligingsupdates bevatten. Installeer alle updates van Microsoft zodra u een melding ontvangt. Zo
beschermt u de computer tegen beveiligingslekken en computervirussen.
U kunt deze updates automatisch installeren.
Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen:
1. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Bijwerken en beveiliging.
2. Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm.
3. Als u een tijdstip wilt opgeven voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en
volgt u de instructies op het scherm.
Draadloos netwerk beveiligen
Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd
beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in
openbare gelegenheden (hotspots), zoals cafés en luchthavens bieden mogelijk geen extra beveiliging.
Back-up maken van software-applicaties en gegevens
Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen
permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring. Zie Back-ups maken,
herstellen en terugzetten op pagina 27 voor meer informatie.
Optionele beveiligingskabel gebruiken
Van de beveiligingskabel, die u apart moet aanschaen, moet in de eerste plaats een ontmoedigingseect
uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt
gestolen. Sloten voor beveiligingskabels vormen slechts één onderdeel van een volledige
beveiligingsoplossing die u moet implementeren om de kans op diefstal te minimaliseren.
Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de
afbeelding in dit gedeelte. Zie Vertrouwd raken met uw Sprout op pagina 1 voor de plaats van het
bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op uw computer.
Software-updates installeren 21
1. Plaats de beveiligingskabel rond een beveiligd object.
2. Steek de sleutel (1) in het beveiligingskabelslot (2).
3. Steek het beveiligingskabelslot in het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer (3) en
vergrendel het kabelslot met de sleutel.
4. Haal de sleutel uit het slot en bewaar deze op een veilige plaats.
22 Hoofdstuk 5 Computer en gegevens beveiligen
6 Setup Utility (BIOS) gebruiken
Setup Utility ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle
invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals de schijfeenheden, het scherm, het toetsenbord, de muis
en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de
opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Setup Utility (BIOS) starten
VOORZICHTIG: Wees zeer voorzichtig wanneer u wijzigingen aanbrengt in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10.
Setup Utility (BIOS) bijwerken
Bijgewerkte versies van het Setup Utility (BIOS) zijn beschikbaar via de website van HP.
De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's
worden genoemd.
Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie
over de installatie en het oplossen van problemen.
BIOS-versie vaststellen
Om te bepalen of u Setup Utility (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op de Sprout is
geïnstalleerd.
U kunt de BIOS-versiegegevens (ook wel ROM-datum en Systeem-BIOS genoemd) weergeven in het zoekvak
van de taakbalk support te typen. Selecteer vervolgens de app HP Support Assistant en selecteer Mijn
computer. U kunt ook gebruikmaken van Setup Utility (BIOS).
1. Start Setup Utility (BIOS) (zie Setup Utility (BIOS) starten op pagina 23).
2. Gebruik de pijltoetsen om File (Bestand) en System Information (Systeemgegevens) te selecteren en
noteer de huidige BIOS-versie.
Setup Utility (BIOS) afsluiten:
1. Gebruik de pijltoetsen om Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) te selecteren en
druk vervolgens op enter.
2. Selecteer Yes (Ja).
Setup Utility (BIOS) starten 23
BIOS-update downloaden
VOORZICHTIG: Om het risico van schade aan de Sprout of een mislukte installatie te beperken, downloadt
en installeert u een BIOS-update alleen wanneer de Sprout met het netsnoer is aangesloten op een
betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op
accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een
optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en installeren:
Schakel de stroomvoorziening van de Sprout niet uit door de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te halen.
Sluit de Sprout niet af en activeer de slaapstand niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.
OPMERKING: Als de Sprout verbonden is met een netwerk, neemt u contact op met de netwerkbeheerder
voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-BIOS.
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
2. Selecteer Updates and tune-ups, en selecteer daarna Controleer nu op HP updates.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit:
a. Zoek de meest recente BIOS-update en vergelijk deze met de BIOS-versie die momenteel op de
Sprout is geïnstalleerd. Als de update recenter is dan het BIOS, noteert u de datum, naam of een
ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de update
terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload.
b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de vaste schijf.
Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload. U
hebt dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Voer de instructies die op het scherm
verschijnen, pas uit nadat de download is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te
werk:
1. Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens Bestandsverkenner.
2. Selecteer de aanduiding voor de harde schijf. De aanduiding voor de harde schijf is doorgaans Lokale
schijf (C:).
3. Maak gebruik van het eerder genoteerde pad en open de map op de vaste schijf die de update bevat.
4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).
De installatie van het BIOS begint.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: Nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade
bestand van de vaste schijf verwijderen.
24 Hoofdstuk 6 Setup Utility (BIOS) gebruiken
7 Het gebruik van HP PC Hardware
Diagnostics (UEFI)
HP PC Hardware Diagnostics is een Unied Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische
tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten
het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden
veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Deze id-code kan vervolgens aan ondersteuning worden
gegeven om te kunnen bepalen hoe het probleem verholpen moet worden.
OPMERKING: Als u diagnostiek wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de
notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is.
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te starten:
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk snel op esc.
2. Druk op f2.
Het BIOS zoekt op drie plaatsen en in de onderstaande volgorde naar diagnoseprogramma's:
a. Aangesloten USB-station
OPMERKING: Zie HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden
op pagina 25 om het hulpprogramma van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-
station te downloaden.
b. Vaste schijf
c. BIOS
3. Wanneer het diagnoseprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt
uitvoeren en volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, drukt u op esc.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat
downloaden
OPMERKING: Instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen
beschikbaar in het Engels en u moet een Windows-computer gebruiken voor het downloaden en maken van
de HP UEFI-ondersteuningsomgeving omdat alleen .exe-bestanden worden aangeboden.
Er zijn twee opties voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden 25
Download de nieuwste UEFI-versie
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer de koppeling Downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer
vervolgens Uitvoeren.
Download een bepaalde versie van UEFI voor een speciek product
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers downloaden.
3. Voer de productnaam of het nummer in.
– of –
Selecteer Nu herkennen zodat HP uw product automatisch kan detecteren.
4. Selecteer uw computermodel en het besturingssysteem.
5. Volg in het gedeelte Diagnosehulpmiddelen de instructies op het scherm om de gewenste UEFI-versie
te selecteren en te downloaden.
26 Hoofdstuk 7 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
8 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende processen. Voor de meeste producten zijn dit
standaardprocedures.
Herstelmedia en back-ups maken
Het systeem herstellen
Raadpleeg de app HP Support Assistant voor meer informatie.
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
BELANGRIJK: Als u herstelprocedures uitvoert op een tablet, moet de accu van de tablet ten minste 70%
zijn opgeladen voordat u het herstelproces start.
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het
toetsenborddock voordat u begint met het uitvoeren van een herstelproces.
Herstelmedia en back-ups maken
De volgende methoden voor het maken van herstelmedia en back-ups zijn alleen op bepaalde producten
beschikbaar. Kies de beschikbare methode, afhankelijk van uw computermodel.
Gebruik HP Recovery Manager om HP Herstelmedia te maken nadat u de computer hebt gecongureerd.
Met deze stap wordt een back-up gemaakt van de HP Herstelpartitie op de computer. De back-up kan
gebruikt worden om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de vaste
schijf beschadigd of vervangen is. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten)
op pagina 27 voor informatie over het maken van herstelmedia. Zie Hulpprogramma's van Windows
gebruiken op pagina 28 voor informatie over de herstelopties die beschikbaar zijn met de
herstelmedia.
Gebruik de hulpprogramma's van Windows voor het maken van systeemherstelpunten en back-ups van
persoonlijke gegevens.
Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 29 voor meer informatie.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten)
Controleer indien mogelijk of de herstelpartitie en de Windows-partitie aanwezig zijn. Selecteer in het menu
Start de optie Verkenner en selecteer vervolgens Deze computer.
Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, neemt u contact op met de
ondersteuning van HP om herstelmedia aan te vragen. Raadpleeg het boekje Telefoonnummers voor
wereldwijde ondersteuning dat bij de computer is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de
website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies
op het scherm.
Herstelmedia en back-ups maken 27
U kunt de hulpprogramma's van Windows gebruiken voor het maken van systeemherstelpunten en back-
ups van persoonlijke gegevens. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 28.
Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, gebruikt u HP Recovery Manager om
herstelmedia te maken nadat u de computer hebt gecongureerd. Met HP Herstelmedia kunt u een
systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt. Wanneer u systeemherstel
uitvoert, worden het oorspronkelijke besturingssysteem en de programma's die standaard zijn
geïnstalleerd opnieuw geïnstalleerd en worden de instellingen voor de programma's gecongureerd. HP
Herstelmedia kunnen ook gebruikt worden om het systeem aan te passen of voor het herstellen van de
fabrieksimage wanneer u een vaste schijf vervangt.
U kunt slechts één set herstelmedia maken. Wees voorzichtig met deze herstelmiddelen en bewaar
ze op een veilige plaats.
HP Recovery Manager onderzoekt de computer en bepaalt de benodigde opslagcapaciteit voor de
vereiste media.
Om herstelschijven te maken, moet uw computer beschikken over een vaste schijf met de
mogelijkheid dvd's te schrijven, en dient u uitsluitend lege dvd-r, dvd+r, dvd-r dl of dvd+r dl-
schijven te gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd±rw
en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven). Deze schijven zijn namelijk niet compatibel met de
software van HP Recovery Manager. U kunt ook een leeg USB-ashstation van hoge kwaliteit
gebruiken.
Als uw computer geen geïntegreerde optischeschijfeenheid heeft die dvd's kan schrijven, maar u
toch dvd-herstelmedia wilt maken, kunt u een optionele externe optischeschijfeenheid
(afzonderlijk aan te schaen) gebruiken om herstelschijven te maken. Als u een externe
optischeschijfeenheid gebruikt, moet deze direct worden aangesloten op een USB-poort op de
computer. De schijf kan niet worden aangesloten op een USB-poort op een extern apparaat, zoals
een USB-hub. Als u zelf geen dvd-media kunt maken, kunt u herstelschijven voor uw computer
aanvragen bij HP. Raadpleeg het boekje Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning dat bij
de computer is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar
http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.
Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia
maakt.
Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet.
U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van herstel-dvd's.
Het branden van de huidige dvd wordt dan voltooid door HP Recovery Manager. De volgende keer
dat u HP Recovery Manager start, wordt u gevraagd om door te gaan met het proces.
HP Herstelmedia maken:
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het
toetsenborddock voordat u deze stappen uitvoert.
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Recovery Manager.
2. Selecteer Herstelmedia maken en volg de instructies op het scherm.
Als u het systeem ooit moet herstellen, raadpleegt u Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 29.
Hulpprogramma's van Windows gebruiken
Met hulpprogramma's van Windows kunt u herstelmedia, systeemherstelpunten en back-ups maken van
persoonlijke gegevens.
28 Hoofdstuk 8 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
Voor meer informatie en stappen raadpleegt u de app Aan de slag.
Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.
Herstellen
Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en
expertiseniveau:
BELANGRIJK: Sommige methoden zijn niet op alle producten beschikbaar.
Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up, het vernieuwen van de
computer en het herstellen van de computer naar de oorspronkelijke staat. Voor meer informatie
raadpleegt u de app Aan de slag.
Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.
Als u een probleem met een vooraf geïnstalleerd(e) applicatie of stuurprogramma wilt oplossen,
gebruikt u de optie Installeer stuurprogramma’s en/of toepassingen opnieuw in HP Recovery Manager
(alleen op bepaalde producten) om de specieke applicatie of het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer HP Recovery Manager, selecteer
Installeer stuurprogramma’s en/of toepassingen opnieuw en volg de instructies op het scherm.
Als u de Windows-partitie wilt herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinhoud, kunt u kiezen voor de
optie Systeemherstel op de HP Herstelpartitie (alleen op bepaalde producten) of gebruikt u de HP
Herstelmedia. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 29 voor meer informatie. Zie HP
Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 27 als u nog geen herstelmedia hebt
gemaakt.
Als u op bepaalde producten de oorspronkelijke fabriekspartitie en -inhoud van de computer wilt
herstellen, of als u de vaste schijf hebt vervangen, gebruikt u de optie Fabrieksinstellingen herstellen
van HP Herstelmedia. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 29 voor meer informatie.
Als u op bepaalde producten de herstelpartitie wilt verwijderen om ruimte op de vaste schijf terug te
winnen, biedt HP Recovery Manager de optie Herstelpartitie verwijderen.
Zie De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) op pagina 31 voor meer informatie.
Herstellen met HP Recovery Manager
Met de software van HP Recovery Manager kunt u de computer herstellen naar de oorspronkelijke staat door
gebruik te maken van de eerder gemaakte of bij HP aangevraagde HP Herstelmedia of de HP Herstelpartitie
(alleen op bepaalde producten). Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 27 als u
nog geen herstelmedia hebt gemaakt.
Wat u moet weten voordat u begint
Met HP Recovery Manager wordt alleen software hersteld die standaard is geïnstalleerd. Voor software
die niet bij deze computer is meegeleverd, moet de software worden gedownload van de website van de
fabrikant of moet de software opnieuw worden geïnstalleerd vanaf het installatiemedium dat door de
fabrikant is geleverd.
Herstellen 29
BELANGRIJK: Gebruik HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel voor het oplossen van
problemen met uw computer.
Gebruik HP Herstelmedia als de vaste schijf van de computer vastloopt. Zie HP Herstelmedia maken
(alleen bepaalde producten) op pagina 27 als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.
Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen (alleen op bepaalde producten) moet u HP Herstelmedia
gebruiken. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 27 als u nog geen
herstelmedia hebt gemaakt.
Als u met uw computer geen HP Herstelmedia kunt maken of als de HP Herstelmedia niet werken, kunt u
herstelmedia voor de computer aanvragen bij de ondersteuning van HP. Raadpleeg het boekje
Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning dat bij de computer is geleverd. U kunt ook
contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land
of regio en volg de instructies op het scherm.
BELANGRIJK: Met HP Recovery Manager worden niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens
gemaakt. Maak een back-up van alle persoonlijke gegevens die u wilt behouden voordat u deze software
gebruikt.
Met de HP Herstelmedia kunt u uit de volgende herstelopties kiezen:
OPMERKING: Wanneer u het herstelproces start, ziet u alleen de opties die beschikbaar zijn voor de
computer.
Systeemherstel: hiermee wordt het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw geïnstalleerd en
worden de instellingen van de standaard geïnstalleerde programma's gecongureerd.
Fabrieksinstellingen herstellen: hiermee wordt de computer hersteld naar de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen doordat alle gegevens van de vaste schijf worden verwijderd en de vaste schijf
opnieuw wordt gepartitioneerd. Vervolgens worden het besturingssysteem en de standaard
geïnstalleerde software opnieuw geïnstalleerd.
Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u alleen een systeemherstelbewerking uitvoeren.
De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u het systeem herstellen zonder dat u
herstelschijven of een USB-ashdrive nodig hebt. Dit type herstel kan alleen worden gebruikt als de vaste
schijf nog werkt.
Ga als volgt te werk om HP Recovery Manager te starten vanaf de HP Herstelpartitie:
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het
toetsenborddock voordat u deze stappen uitvoert (alleen bepaalde producten).
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Recovery Manager en selecteer vervolgens
HP-herstelomgeving.
- of -
Druk op een computer of tablet met een aangesloten toetsenbord op f11 terwijl de computer wordt
opgestart, of druk op f11 en houd deze knop ingedrukt terwijl u op aan/uit-knop drukt.
Voor tablets zonder toetsenbord:
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f11.
– of –
30 Hoofdstuk 8 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt.
Selecteer vervolgens f11.
2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties.
3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm.
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen
U kunt HP Recovery-media gebruiken om het originele systeem te herstellen. Deze methode kan gebruikt
worden als uw systeem geen HP Recovery-partitie heeft of als de harde schijf niet goed werkt.
1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.
2. Plaats de HP Herstelmedia en start de computer opnieuw op.
OPMERKING: als de computer niet automatisch opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u de
opstartvolgorde van de computer. Zie De opstartvolgorde van de computer wijzigen op pagina 31.
3. Volg de instructies op het scherm.
De opstartvolgorde van de computer wijzigen
Als de computer niet opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u de opstartvolgorde van de computer.
Dit is de volgorde van de apparaten in het BIOS, waar de computer naar opstartinformatie zoekt. U kunt de
selectie wijzigen naar een optischeschijfeenheid of een USB-ashdrive.
Voor het wijzigen van de opstartvolgorde:
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het
toetsenborddock voordat u deze stappen uitvoert.
1. Plaats de HP Herstelmedia.
2. Het BIOS openen:
Voor computers of tablets met een aangesloten toetsenbord:
Zet de computer of tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de
opstartopties weer te geven.
Voor tablets zonder toetsenbord:
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f9.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop
ingedrukt. Selecteer vervolgens f9.
3. Selecteer de optische schijf of de USB-ashdrive vanaf waar u wilt opstarten.
4. Volg de instructies op het scherm.
De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten)
Met de software van HP Recovery Manager kunt u de HP Herstelpartitie verwijderen om schijfruimte vrij te
maken.
Herstellen 31
BELANGRIJK: Nadat u de HP Herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP
Herstelmedia maken vanaf de HP Herstelpartitie. Maak daarom HP Herstelmedia voordat u de herstelpartitie
verwijdert. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 27.
OPMERKING: De optie Herstelpartitie verwijderen is alleen beschikbaar op producten die deze functie
ondersteunen.
Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen:
1. Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Recovery Manager.
2. Selecteer Herstelpartitie verwijderen en volg de instructies op het scherm.
32 Hoofdstuk 8 Back-ups maken, herstellen en terugzetten
9 Problemen oplossen
Problemen met draadloze verbinding
Enkele mogelijke oorzaken van problemen met draadloze verbindingen zijn:
Het apparaat voor draadloze communicatie is niet ingeschakeld.
Een apparaat voor draadloze communicatie is niet correct geïnstalleerd of is uitgeschakeld.
Signalen van het apparaat voor draadloze communicatie worden verstoord door andere apparaten.
Er is een storing opgetreden in een apparaat voor draadloze communicatie of een router.
Kan geen verbinding maken met een WLAN
Als het niet lukt verbinding te maken met een WLAN, controleert u of het geïntegreerde WLAN-apparaat is
ingeschakeld en correct is geïnstalleerd op de Sprout.
1. Controleer of het apparaat voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
2. Probeer vervolgens om opnieuw verbinding te maken met het WLAN.
Volg onderstaande stappen als u nog steeds geen verbinding met het WLAN kunt maken.
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Systeem en beveiliging, selecteer Systeem en selecteer vervolgens Apparaatbeheer.
3. Selecteer de pijl naast Netwerkadapters om de lijst uit te vouwen en alle adapters weer te geven.
4. Zoek het WLAN-apparaat op in de lijst Netwerkadapters. De vermelding van een WLAN-apparaat bevat
de term draadloos, wireless, draadloos LAN, WLAN of 802.11.
Als er geen WLAN-apparaat wordt weergegeven, is de Sprout niet voorzien van een geïntegreerd WLAN-
apparaat of is het stuurprogramma voor het WLAN niet correct geïnstalleerd.
Raadpleeg de koppelingen naar websites in Help en ondersteuning voor meer informatie over het oplossen
van problemen met WLAN's.
Kan geen verbinding maken met een voorkeursnetwerk
Mogelijk kunt u geen verbinding maken met een voorkeursnetwerk omdat het een beveiligd WLAN betreft. U
moet over de beveiligingscode beschikken om verbinding te kunnen maken met dit type WLAN. Zie het
volgende gedeelte voor meer informatie.
Als het invoeren van een beveiligingscode niet het probleem is, heeft u wellicht te maken met een verstoorde
WLAN-verbinding. Vaak kan Windows een verstoorde WLAN-verbinding automatisch herstellen.
Als u aan de rechterkant van de taakbalk een netwerkstatuspictogram ziet, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Problemen oplossen.
Windows reset het netwerkapparaat en probeert opnieuw verbinding te maken met een van de
voorkeursnetwerken.
Als u aan de rechterkant van de taakbalk geen netwerkstatuspictogram ziet, doet u het volgende:
Problemen met draadloze verbinding 33
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum.
3. Selecteer Problemen oplossen en selecteer het netwerk dat u wilt herstellen.
Actuele netwerkbeveiligingscodes zijn niet beschikbaar
Als er wordt gevraagd om een beveiligingscode (of netwerksleutel) of een naam (SSID) wanneer u verbinding
maakt met een draadloos netwerk, is het netwerk beveiligd. De SSID en de beveiligingscode zijn
alfanumerieke codes die u op de Sprout invoert zodat deze door het netwerk wordt herkend. Om verbinding te
kunnen maken met een beveiligd netwerk, moet u over de juiste codes beschikken.
Voor een netwerk dat is verbonden met uw persoonlijke draadloze router, raadpleegt u de
gebruikershandleiding bij de router voor instructies aangaande het instellen van dezelfde codes op de
router en het WLAN-apparaat.
Voor een particulier netwerk, zoals een netwerk in een kantoor of in een openbare internet-chatruimte,
neemt u contact op met de netwerkbeheerder voor de juiste codes, en voert u de codes in wanneer
hierom wordt gevraagd.
Sommige netwerken wijzigen de SSID of netwerksleutels voor hun routers of toegangspunten periodiek
om de veiligheid te verbeteren. Als dat het geval is, wijzigt u de corresponderende codes
dienovereenkomstig in de Sprout.
Als u een nieuwe sleutel en SSID hebt ontvangen voor een netwerk en u eerder verbonden was met dat
netwerk, gaat u als volgt te werk om opnieuw verbinding te maken met het netwerk:
1. Klik met de rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram aan de rechterkant van de taakbalk.
Er verschijnt een lijst met de beschikbare draadloze netwerken. Als u zich op een hotspot bevindt met
meerdere actieve draadloze netwerken, krijgt u meerdere netwerken te zien.
2. Klik met de rechtermuisknop op het netwerk en selecteer Eigenschappen.
OPMERKING: Als het gewenste netwerk niet wordt weergegeven, raadpleegt u de netwerkbeheerder
om te controleren of de router of het toegangspunt wel actief is.
3. Selecteer het tabblad Beveiliging en geef de juiste coderingsgegevens voor draadloze communicatie op
in het vak Netwerkbeveiligingssleutel.
4. Selecteer OK om deze instellingen op te slaan.
Kan geen verbinding maken met de draadloze router
Als u tevergeefs verbinding probeert te maken met de draadloze router, reset u de draadloze router door de
router gedurende 10 tot 15 seconden uit te zetten.
Als de Sprout nog steeds geen verbinding kan maken met het draadloze netwerk, start u de draadloze router
opnieuw op. Raadpleeg de instructies van de routerfabrikant voor meer informatie.
Netwerkstatuspictogram wordt niet weergegeven
Als het netwerkstatuspictogram niet wordt weergegeven aan de rechterkant van de taakbalk nadat u het
WLAN hebt gecongureerd, betekent dit dat het softwarestuurprogramma ontbreekt of beschadigd is.
Mogelijk wordt ook een Windows-foutbericht weergegeven dat een apparaat niet is gevonden.
U lost dit probleem op door de nieuwste versie van de software en stuurprogramma's voor het WLAN-
apparaat te downloaden van http://www.hp.com.
34 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
1. Open de internetbrowser.
2. Voor ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/support.
3. Selecteer de optie voor het downloaden van software en stuurprogramma's en typ het nummer van uw
computermodel in het zoekvak.
4. Druk op enter en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: als u het door u gebruikte WLAN-apparaat afzonderlijk heeft aangeschaft, raadpleegt u de
website van de fabrikant voor de nieuwste software.
Problemen met inschakelen
De Sprout start niet
1. Test het stopcontact door er een ander elektrisch apparaat op aan te sluiten.
2. Sluit de kabels van de computer opnieuw aan. Controleer hierbij ook de aansluiting op de computer en
het stopcontact.
3. Schakel de Sprout in.
Als het aan-uitlampje aan gaat, is het netsnoer in orde.
Als het netsnoer op de juiste wijze is aangesloten maar het aan-uitlampje toch uit blijft, is er iets
mis met het netsnoer en moet dit worden vervangen.
Neem contact op met de klantenondersteuning voor informatie over het verkrijgen van een nieuw
netsnoer.
Vaste-schijout
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen ctrl+alt+delete.
2. Selecteer het pictogram Energie rechtsonder op het scherm en selecteer vervolgens Opnieuw
opstarten.
Of houd de aan-uitknop op de Sprout minimaal vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen
en druk vervolgens op de aan-uitknop om de Sprout weer in te schakelen.
3. Wanneer Windows wordt geopend, maakt u direct een back-up van alle belangrijke gegevens op een
externe vaste schijf.
4. Ongeacht het feit of Windows wel of niet opstart, moet u altijd contact opnemen met de
klantenondersteuning. Mogelijk moet de vaste schijf of de systeemkaart worden vervangen.
De Sprout reageert niet
Gebruik Windows Taakbeheer om alle programma's te sluiten die niet reageren.
1. Druk op de toetsen ctrl+alt+delete.
2. Selecteer Taakbeheer.
3. Selecteer een programma dat niet reageert en selecteer vervolgens Proces beëindigen.
Als het sluiten van programma's niet werkt, start u de Sprout opnieuw op.
Problemen met inschakelen 35
1. Druk op de toetsen ctrl+alt+delete.
2. Selecteer het pictogram Energie en selecteer vervolgens Opnieuw opstarten.
– of –
Houd de aan-uitknop op de Sprout minimaal vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen,
en druk vervolgens op de aan-uitknop om de Sprout weer in te schakelen.
De Sprout sluit onverwacht af
De Sprout wordt mogelijk in een zeer warme omgeving gebruikt. Schakel de Sprout uit en laat de
computer afkoelen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van de Sprout niet worden geblokkeerd en controleer of de
interne ventilator werkt. Zie Vertrouwd raken met uw Sprout op pagina 1 voor de locatie van de
ventilatieopeningen op de computer.
Problemen met het scherm
Het scherm is leeg
Beëindig de slaapstand zodat u beeld ziet op het scherm.
Druk kort op de aan-uitknop.
Druk op een toets op het toetsenbord.
Druk op de spatiebalk.
Druk op de esc-toets.
Druk op de aan-uitknop om de Sprout in te schakelen.
Het beeld op het scherm is te groot of te klein of het beeld is niet scherp
Pas de resolutie-instellingen aan.
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen.
3. Selecteer onder Beeldscherm de optie Beeldschermresolutie aanpassen.
4. Pas de resolutie aan en selecteer vervolgens Toepassen.
Problemen met toetsenbord en muis
Zorg ervoor dat u het toetsenbord of de muis binnen het bereik van de ontvanger gebruikt.
Zorg ervoor dat de muis niet in de slaapstand staat. Deze stand wordt geactiveerd na 20 minuten
inactiviteit. Klik op de linkermuisknop om de muis opnieuw te activeren.
Vervang de batterijen van het toetsenbord en de muis.
Koppel het toetsenbord en de muis opnieuw met de ontvanger.
OPMERKING: De onderstaande afbeeldingen kunnen er iets anders uitzien dan uw toetsenbord en
muis.
36 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
BELANGRIJK: Plaats tijdens het uitvoeren van deze stappen het toetsenbord en de muis op hetzelfde
niveau als de ontvanger.
Het opnieuw koppelen van het toetsenbord en de muis doet u als volgt:
1. Zorg ervoor dat de muis is ingeschakeld (1) en houd vervolgens de Connect-knop (2) vijf tot tien
seconden ingedrukt. Om de verbinding te bevestigen, beweegt u de muis en controleert u of de
muisaanwijzer op het scherm een reactie geeft.
2. Nadat de verbinding van de muis is hersteld, voltooit u de volgende stappen om het toetsenbord
opnieuw te koppelen.
3. Houd op het toetsenbord de Connect-knop (3) vijf tot tien seconden ingedrukt.
Problemen met de touch mat
De projectie blijft staan wanneer de touch mat wordt verwijderd.
1. Start HPPCSERVICE opnieuw op:
a. Druk op ctrl+alt+delete.
b. Selecteer Taakbeheer en selecteer vervolgens het tabblad Services.
c. Selecteer in de kolom Naam HPPCSERVICE.
d. Klik met de rechtermuisknop op HPPCSERVICE en selecteer Stoppen.
e. Klik met de rechtermuisknop op HPPCSERVICE en selecteer Starten.
2. Selecteer het pictogram Energie en selecteer vervolgens Opnieuw opstarten.
– of –
Houd de aan-uitknop op de Sprout minimaal vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen en
druk vervolgens op de aan-uitknop om de Sprout weer in te schakelen.
De projectie verschijnt niet opnieuw wanneer de touch mat weer wordt aangesloten.
1. Als het Workspace-pictogram voor de touch mat oranje is, tikt u op dit pictogram om de projector in te
schakelen. Als de projector is ingeschakeld, is het pictogram wit.
2. Verwijder de touch mat en verwijder eventueel vuil van de touch mat of de connector waardoor de
verbinding wordt gestoord.
– of –
Reinig de touch mat en connector met een doek.
3. Selecteer het pictogram Energie en klik vervolgens op Opnieuw opstarten.
– of –
Houd de aan-uitknop op de Sprout minimaal vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen en
druk vervolgens op de aan-uitknop om de Sprout weer in te schakelen.
Problemen met de touch mat 37
De touch mat registreert geen aanrakingen.
1. Als het Workspace-pictogram voor de touch mat oranje is, tikt u op dit pictogram om de projector in te
schakelen. Als de projector is ingeschakeld, is het pictogram wit.
2. Verwijder de touch mat en verwijder eventueel vuil van de touch mat of de connector waardoor de
verbinding wordt gestoord.
– of –
Reinig de touch mat en connector met een doek.
3. Selecteer het pictogram Energie en selecteer vervolgens Opnieuw opstarten.
– of –
Houd de aan-uitknop op de Sprout minimaal vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen en
druk vervolgens op de aan-uitknop om de Sprout weer in te schakelen.
4. Verwijder eventuele metalen voorwerpen van de touch mat.
Problemen met audio
De externe luidsprekers (afzonderlijk aan te schaen) produceren geen geluid
Zorg ervoor dat u luidsprekers met een eigen voeding aansluit en controleer of ze zijn ingeschakeld.
Pas het volume aan via de luidsprekers zelf of via het besturingssysteem van de computer.
Schakel de Sprout uit, koppel de luidsprekers los en sluit ze opnieuw aan. Controleer of de luidsprekers
juist zijn aangesloten.
Koppel een eventuele hoofdtelefoon los die is aangesloten op de Sprout (of het luidsprekersysteem).
Als de Sprout in de slaapstand staat, beëindigt u deze stand door kort op de aan-uitknop te drukken.
Controleer de audiofuncties.
U controleert de audiofuncties van de Sprout als volgt:
1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens
Conguratiescherm.
2. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid.
3. Wanneer het venster Geluid verschijnt, selecteert u het tabblad Geluiden. Selecteer onder
Programmagebeurtenissen de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en
selecteer daarna Testen.
Als het goed is, hoort u het geluid door de luidsprekers of de aangesloten hoofdtelefoon.
U controleert de opnamefuncties van de Sprout als volgt:
1. Typ geluid in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Geluidsrecorder.
2. Selecteer Opname starten en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het Windows-bureaublad op.
3. Open een multimediaprogramma en speel het geluid af.
OPMERKING: Voor het bevestigen of wijzigen van de audio-instellingen op de Sprout typt u
configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u Conguratiescherm. Selecteer
Hardware en geluiden en selecteer Geluid.
38 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Softwareproblemen
Schakel de Sprout uit en vervolgens weer in.
Werk de stuurprogramma's bij of installeer ze opnieuw. Zie Updates van programma's en
stuurprogramma's uitvoeren op pagina 16.
Vernieuw of herstel de Sprout. Zie Back-ups maken, herstellen en terugzetten op pagina 27.
Softwareproblemen 39
10 Specicaties
Ingangsvermogen
Ingangsvermogen Capaciteit
Netspanning in bedrijf en werkstroom 100–240 V gelijkstroom bij 4,5–2,25 A, 50/60Hz
Bedieningsspecicaties
OPMERKING: Raadpleeg voor de exacte elektrische voedingswaarden het voedingslabel van uw computer
op de buitenkant van de computer.
Factor Metrisch VS
Bedrijfstemperatuur 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F
Opslagtemperatuur -30°C tot 65°C -22°F tot 149°F
Vochtigheid tijdens bedrijf 15% tot 80% bij 26°C 15% tot 80% bij 78°F
Toegestane hoogte voor bedrijf 0 m tot 2000 m 0 ft tot 6561 ft
Toegestane hoogte voor opslag 0 m tot 4572 m 0 ft tot 15.000 ft
40 Hoofdstuk 10 Specicaties
11 Elektrostatische ontlading
Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in
aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen
deurklink aanraakt.
Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf
vingers of andere elektrostatische geleiders.
Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of
verlies van gegevens te beperken:
Als in de instructies voor het verwijderen of installeren van onderdelen wordt aangegeven dat u de
computer moet loskoppelen, controleer dan eerst of de computer goed is geaard.
Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.
Raak pinnen, aansluitingen en circuits niet aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo min mogelijk
hoeft aan te raken.
Gebruik niet-magnetisch gereedschap.
Raak voordat u de onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak aan, zodat u niet statisch
geladen bent.
Als u een onderdeel verwijdert, doet u het in een antistatische verpakking.
41
12 Aanvullende informatie van HP
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Bron Inhoudsopgave
Sprout website
http://sprout.hp.com
Actuele informatie over gebruik, inspiratie en het oplossen van
problemen.
Help en support
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot Help en
ondersteuning
Typ help in het zoekvak van de taakbalk en
selecteer vervolgens Help en ondersteuning.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de
taakbalk.
Een breed aanbod van informatie over procedures en tips voor het
oplossen van problemen
Ondersteuning voor HP
Voor ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/
support.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Locaties HP Servicecentrum
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en
selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
2. Selecteer achtereenvolgens Deze computer en
Gebruikershandleidingen.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en
selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de
taakbalk.
2. Selecteer achtereenvolgens Deze computer en
Gebruikershandleidingen.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's
Garantie*
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en
selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Specieke garantiegegevens voor deze computer
42 Hoofdstuk 12 Aanvullende informatie van HP
Bron Inhoudsopgave
Klik op het pictogram met het vraagteken op de
taakbalk.
2. Selecteer achtereenvolgens Deze computer en
Garantie en diensten.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd of dvd die is meegeleverd in de doos. In
sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de
garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor
producten gekocht in Azië en Oceanië kunt u HP aanschrijven op het volgende adres: Hewlett Packard, POD, PO Box 161, Kitchener
Road Post Oice, Singapore 912006. Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
43
13 Toegankelijkheid
HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen gebruikt kunnen worden,
waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van
de juiste assistieve apparaten.
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor
gehandicapten)
HP-producten ondersteunen een breed scala aan assistieve technologieën in het besturingssysteem en
kunnen worden gecongureerd voor het gebruik met aanvullende assistieve technologieën. Gebruik de
zoekfunctie op uw apparaat voor meer informatie over de assistieve functies.
OPMERKING: Voor aanvullende informatie over een bepaald product voor gehandicapten, kunt u contact
opnemen met de klantenondersteuning voor dat product.
Contact opnemen met ondersteuning
Wij zijn voortdurend bezig met het verbeteren van de toegankelijkheid van onze producten en services en
ontvangen graag feedback van gebruikers. Als u problemen ondervindt met een product of als u ons wilt
vertellen over toegankelijkheidsfuncties die u hebben geholpen, neemt u contact met ons op door te bellen
naar +1 (888) 259-5707, van maandag tot vrijdag tussen 6:00 en 21:00 North American Mountain Time. Als u
doof of slechthorend bent en TRS/VRS/WebCapTel gebruikt, neemt u contact met ons op als u technische
ondersteuning nodig hebt of vragen hebt over toegankelijkheid door te bellen naar +1 (877) 656-7058, van
maandag tot vrijdag tussen 06:00 en 21:00 North American Mountain Time.
OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.
44 Hoofdstuk 13 Toegankelijkheid
A Veiligheidsinformatie over scannen
Lees de onderstaande veiligheidsvoorschriften zorgvuldig voordat u Sprout-functies als 2D- en 3D-kalibratie
en het vastleggen van 3D-scans gebruikt.
WAARSCHUWING! Lichtgevoelige epileptische aanvallen: het kan voorkomen dat gebruikers een aanval
krijgen of andere complicaties ervaren bij blootstelling aan bepaalde beelden, zoals knipperende lichten of
patronen die kunnen worden weergegeven tijdens het gebruik van Sprout-functies, zoals 2D- en 3D-kalibratie
en het vastleggen van 3D-scans. Als u, of een andere gebruiker, vaker een (epileptische) aanval hebt gehad,
raadpleegt u een arts voordat u de kalibratiefuncties of 3D-scanfunctie van de Sprout gebruikt. Ook mensen
zonder een persoonlijke familiegeschiedenis van epilepsie kunnen een niet-gediagnostiseerde aandoening
hebben die epileptische aanvallen onder invloed van licht kan veroorzaken.
Als u een of meer van de volgende symptomen waarneemt, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de
Sprout-kalibratiefuncties of 3D-scanfunctie en raadpleeg een arts:
Verminderd gezichtsvermogen
Licht gevoel in het hoofd
Duizeligheid
Onwillekeurige oog- of spiertrillingen
Misselijkheid
Stuiptrekkingen
Verlies van bewustzijn
Verward gevoel
Kramp
Desoriëntatie
Hervat het gebruik van de Sprout alleen na goedkeuring van uw arts.
Ouders moeten hun kinderen in de gaten houden en ze vragen of ze een of meer van de bovenstaande
symptomen hebben. Bij kinderen en tieners is de kans dat ze deze symptomen hebben groter dan bij
volwassenen.
Het gezichtsvermogen van jonge kinderen (met name kinderen jonger dan 6 jaar) ontwikkelt zich nog. Neem
contact op met een arts (bijvoorbeeld een kinderarts of oogarts) voordat u jonge kinderen toestemming geeft
om de Sprout-kalibratiefuncties of 3D-scanfunctie te gebruiken.
U kunt als volgt negatieve lichamelijke reacties helpen voorkomen:
Gebruik de Sprout in een goed verlichte ruimte en kijk niet direct in de lichtpatronen die tijdens het
kalibreren of het maken van een 3D-scan worden gegenereerd.
Vermijd langdurig gebruik van de 3D-scanfunctie.
Neem om het uur een pauze van 15 minuten. De duur en frequentie van de benodigde pauzes kan per
persoon verschillen. Neem pauzes die lang genoeg zijn om vermoeidheid en andere ongemakken te
voorkomen. Raadpleeg een arts indien de symptomen aanhouden.
Gebruik de Sprout-kalibratiefuncties of 3D-scanfunctie niet als u moe bent of slaap hebt.
45
Index
Symbolen en getallen
3D-camera, herkennen 3
A
aan-uitknop, herkennen 4
accu
vervangbaar door gebruiker 13
afsluiten 14
antivirussoftware, gebruiken 20
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-
ingang (microfoon)
6
audio-uitgang
(hoofdtelefoonuitgang),
herkennen 8
B
Back-up maken, van software en
gegevens 21
back-ups 27
bedieningsspecicaties 40
bedrijfs-WLAN, verbinding maken
10
beveiligingskabel, sleuf herkennen
7
beveiligingskabel installeren 21
BIOS
starten, Setup Utility 23
update downloaden 24
update uitvoeren 23
versie vaststellen 23
Bluetooth, label 9
Bluetooth-apparaat 10, 11
bureaulamp, herkennen 3
bureaulampsensor, herkennen 3
C
computer reageert niet 14
Connector, netvoeding 7
D
de Sprout onderhouden 17
de Sprout reinigen 17
draadloos netwerk (WLAN)
bedrijfs-WLAN, verbinding
maken 10
functioneel bereik 11
openbare WLAN, verbinding
maken 10
verbinding maken 10
draadloos netwerk beveiligen 21
Draadloze communicatie,
bedieningselementen
Besturingssysteem 10
E
Elektrische voedingswaarden 40
Elektrostatische ontlading 41
F
rewallsoftware 20
G
geheugenkaart, herkennen 6
geheugenkaartlezer herkennen 6
geminimaliseerde image maken 29
geminimaliseerde image
terugzetten 30
H
HDMI-poort, herkennen 8
herstel
media 31
met HP herstelmedia 28
schijven 31
USB-ashdrive 31
herstellen
HP Recovery Manager 29
Ondersteunde schijven 28
opties 29
schijven 28
starten 30
systeem 29
herstelmedia
maken 27
maken met HP Recovery
Manager 28
herstelpartitie
verwijderen 31
Hibernationstand
activeren 14
beëindigen 14
High-resolution camera, herkennen
3
HP herstelmedia
herstel 31
HP Herstelmedia
maken 27
HP Herstelpartitie
herstellen 30
verwijderen 31
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
gebruiken 25
HP Recovery Manager
opstartproblemen oplossen 31
starten 30
HP Touch Mat
aansluiten 8
HP Touch Mat, herkennen 3
I
In-/uitgangen
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
audio-ingang (microfoon) 6
Ingangsvermogen 40
interne magneet, herkennen 5
Internetbeveiligingssoftware,
gebruiken 20
K
kennisgevingen
label met kennisgevingen 9
labels met keurmerk voor
draadloze communicatie 9
knop/lampje voor projector/touch
mat, herkennen 2
knop/lampje voor startmenu,
herkennen 2
knop geluid, herkennen 5
knoppen
aan-uit 4
geluidsvolume 5
projector/touch mat 2
46 Index
knop voor toetsenbord, herkennen
2
L
label met keurmerk voor draadloze
communicatie 9
labels
Bluetooth 9
kennisgevingen 9
keurmerk voor draadloze
communicatie
9
Serienummer 9
WLAN 9
lampjes
netvoeding 7
vaste schijf 5
lampje van de vaste schijf 5
lampje voor 3D-camera, herkennen
3
lampje voor high-resolution camera,
herkennen 3
luidsprekers herkennen 2
M
microfoons, herkennen 8
N
netvoedingsconnector herkennen 7
netvoedingslampje, herkennen 7
O
Omgevingslichtsensor, herkennen 4
onderdelen
achterkant 7
linkerkant 6
rechterkant 5
terug 4
voorkant 2
onderhoud, Schijfdefragmentatie
16
Onderkant 9
ondersteunde schijven, herstel 28
oorspronkelijk systeem, herstellen
29
openbare WLAN, verbinding maken
10
opnieuw koppelen, draadloos
toetsenbord en draadloze muis 36
Opstartvolgorde
wijzigen 31
P
plaatsen
optionele beveiligingskabel 21
poorten
USB 3.0 5
USB 3.0 (met voeding) opladen
5
Problemen oplossen 33
Audiofuncties 38
computer start niet op 35
De Sprout reageert niet 35
De Sprout sluit onverwacht af
36
draadloos toetsenbord en
draadloze muis opnieuw
koppelen 36
Draadloze verbinding 33
muis 36
problemen met het beeld 36
scherm is leeg 36
softwareproblemen 39
toetsenbord 36
touch mat 37
vaste-schijout 35
productnaam en productnummer, van
computer 9
programma's, bijwerken 16
projectorspiegel, herkennen 3
R
RJ-45-(connector, herkennen 8
S
scannen en veiligheid 45
Schijfopruiming 16
Serienummer 9
Serienummer, van computer 9
Setup Utility (BIOS) wachtwoorden
20
Slaapstand
activeren 13
beëindigen 13
sleuven
geheugenkaartlezer 6
software
Schijfdefragmentatie 16
Software Schijfdefragmentatie 16
software-updates, installeren 21
Specicaties 40
Sprout Illuminator 3
Sprout uitschakelen 14
stuurprogramma's, bijwerken 16
systeemherstel 29
systeemherstelpunt
maken 28
systeemherstelpunt, maken 27
T
toegankelijkheid 44
U
USB 3.0-oplaadpoort, herkennen 5
USB 3.0-poort, herkennen 5
USB-poorten herkennen 7
V
veiligheid 45
Ventilatieopening, herkennen 7
verbinding maken met draadloos
netwerk (WLAN) 10
W
Wachtwoordbeveiliging instellen voor
beëindigen slaapstand 14
wachtwoorden
Setup Utility (BIOS) 20
Windows 19
wachtwoorden gebruiken 19
webcam
herkennen 2
webcamlampje herkennen 2
Windows
systeemherstelpunt 27, 28
Windows-hulpprogramma's
gebruiken 28
Windows-wachtwoorden 19
WLAN-apparaat 9
WLAN label 9
Index 47
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53

HP Sprout Pro Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor