Instellingen aanpassen 16
Inhoudsopgave
8 Instellingen aanpassen
U kunt de instellingen van uw Voice Tracer aanpassen bij de
opnamesituatie en uw persoonlijke voorkeur.
1 Druk voor het openen van het menu op de toets MENU, als de
Voice Tracer in de stopmodus staat.
• Op het scherm wordt MODE weergegeven en de op dat moment
ingestelde opnamemodus knippert.
2 Druk op de toets + of – om in de balk van de
instellingspictogrammen naar boven of naar beneden te gaan.
3 Druk op de toets h of b, om de weergegeven instelling te
wijzigen. De nieuwe instelling wordt automatisch overgenomen
(uitzonderingen: de functies FORMAT en SPLIT moeten worden
bevestigd door eenmaal drukken op de toets f).
4 U kunt nu meer instellingen wijzigen of met een druk op de toets
MENU het menu verlaten.
Symbool /
Display
Optie Beschrijving
SLP
LP
SP
HQ
Maak uw keuze uit de verschillende
opnamemodi: HQ, SP, LP en SLP voor langere
opnametijden. De details hierover vindt u in
Hoofdstuk 11, Technische gegevens op
pagina 20.
MIC
HI
LO
Stel de opnamegevoeligheid in op de
opnameomgeving om achtergrondgeluiden te
voorkomen.
VA
On
Off
De spraakgeactiveerde opname is een
praktische functie voor het opnemen zonder
dat er een toets behoeft te worden
ingedrukt. Als de spraakgeactiveerde opname
is ingeschakeld, begint de opname zodra u
begint te spreken. Als u ophoudt te spreken,
onderbreekt de Voice Tracer de opname
automatisch na drie seconden en begint deze
weer op te nemen zodra u weer begint te
spreken.
CLVOICE
On
Off
Dynamische volumeverhoging van zachte
passages, om zachte stemmen beter
verstaanbaar te maken.
BEEP
Ye s
No
De Voice Tracer geeft een piepgeluid bij
bediening van de toetsen en bij fouten.
Symbool /
Display
Optie Beschrijving