Stalling
1. Vuil en kaf van de koelribben van de cilinder en
ventilatorhuis verwijderen. Eveneens gemaaid
gras, vuil en vet van alle uitwendige delen van
machine verwijderen, speciaal van de motor,
beplating en bovenkant van maaier.
BELANGRIJK: Men kan de machine met een
mild vatenwasmiddel en water wassen. Machine
niet met water onder druk wassen. Overmatig
gebruik van water vermijden, speciaal in nabij-
heid van instrumentenbord, koplampen en
accu.
2. Zwaar aangekoekt gras en vuil van onderkant van
maaier afschrapen. Dan maaier met een tuinslang
wassen.
3. Toestand van mes(sen) controleren; zie Maaimes.
4. Toestand van mesdrijfsnaar controleren
5. Rem controleren, zie Rem.
6. Luchtfilter reinigen, zie Luchtfilter.
7. Chassis doorsmeren; zie Smering.
8. Olie in carter verversen; zie Motorolie.
9. Bougie verwijderen en zijn toestand controleren;
zie Bougie. Met de bougie uit de motor verwi-
jderd, twee eetlepels motorolie in de bougie-open-
ing gieten. Nu de motor met de electrische starter
starten om de olie binnen de cilinder te verdelen.
Bougie terugzetten en aantrekken tot 15 ft-lb (20,4
Nm). Kabel niet op bougie aansluiten.
10. Accu uit chassis verwijderen, zuurpeil controleren
en volledig laden; zie Accu. Tijdens stallen accuka-
bels niet op accupolen aansluiten.
BELANGRIJK: De accu moet volledig geladen
zijn om bevriezing en beschadiging door tem-
peraturen onder 0˚C te voorkomen. Bij temper-
aturen onder 4˚C houdt een volledig geladen
accu zijn lading voor ongeveer 50 dagen. Als de
temperatuur hoger dan 4˚C is, elke 30 dagen
het zuurpeil in de accu controleren en de accu
opladen.
11. Bandenspanning controleren, zie Bandenspanning.
12. Bij langdurige stalling, ofwel de benzine uit de
tank aftappen (stap A) of een brandstofadditief aan
een tank vol benzine toevoegen (stap B).
A. Benzine uit de brandstoftank aftappen; zie
Brandstoftank. Nadat de brandstof afgetapt is,
motor starten en stationair laten lopen tot alle
benzine verbruikt is en de motor afslaat. Dit
voorkomt gumvorming in het brandstofsys-
teem dat starten bemoeilijkt. Proberen de
motor nog tweemaal opnieuw te starten om te
verzekeren dat er geen benzine in het brand-
stofsysteem achtergebleven is.
B. De correcte hoeveelheid Toro Stabilizer/
Conditioner aan een volle tank benzine toevoe-
gen. Laat de motor vijf minuten lang draaien
om ervoor te zorgen dat het stabiliseringsmid-
del door het gehele brandstofsysteem verspreid
wordt.
Opm: Stabilizer/conditioners conserveren ben-
zine gewoonlijk voor een periode van zes
tot acht maanden.
13. Alle bouten, moeren en schroeven controleren en
aantrekken. Eventuele beschadigde of defecte
onderdelen repareren of vervangen.
14. Alle gekraste of blanke metalen oppervlakken
lakken. Lak kan door uw erkende servicedealer
geleverd worden.
15. Machine in een schone, droge garage of opslag-
ruimte stallen. Sleutel uit contactslot nemen en op
een veilige plaats bewaren. Machine afdekken om
hem te beschermen en schoon te houden.
42
Onderhoud