Smeg 500B FIAT 500 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
59
NL
1 Waarschuwingen 60
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 60
1.2 Aansprakelijkheid van de constructeur 61
1.3 Beoogd gebruik 61
1.4 Verwerking 61
1.5 Identificatieplaatje 62
1.6 Deze gebruiksaanwijzing 62
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 62
2 Beschrijving 63
2.1 Algemene beschrijving 63
2.2 Andere onderdelen 64
2.3 Beschikbare accessoires 64
3 Gebruik 65
3.1 Waarschuwingen 65
3.2 Voorbereiding 65
3.3 Eerste gebruik 65
3.4 Toegang tot de koelcel 65
3.5 Gebruik van de accessoires 66
3.6 Gebruik van de koelcel 67
3.7 Bewaartips 67
3.8 Lawaai tijdens de werking 68
3.9 Probleemoplossing 68
4 Reiniging en onderhoud 69
4.1 Waarschuwingen 69
4.2 Reiniging van het toestel 69
4.3 Ontdooiing 69
5 Installatie 70
5.1 Elektrische aansluiting 70
5.2 Plaatsing 70
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het toestel te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
Waarschuwingen
60
1Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
Raak geen verwarmde delen aan
tijdens gebruik van het toestel.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar die
niet onder toezicht staan verwijderd
van het toestel.
Laat kinderen niet spelen met het
toestel.
Let erop dat kinderen niet in het
toestel stappen en opgesloten raken.
Werkzaamheden voor schoonmaak
en onderhoud van het toestel mogen
niet worden uitgevoerd door
kinderen die niet onder toezicht
staan.
Bewaar geen producten die
ontvlambare of explosieve gassen
bevatten.
Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten van
het toestel.
Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
Voer geen wijzigingen uit op het
toestel.
Probeer nooit om zelf het toestel te
repareren, zonder tussenkomst van
een gekwalificeerde technicus.
Als de stroomkabel beschadigd is,
moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de kabel
zal zorgen.
Beschadiging van het toestel
Leg tijdens het gebruik geen scherpe
metalen voorwerpen op het toestel,
zoals messen, vorken, lepels en
deksels.
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
Ga niet op het toestel zitten.
Gebruik geen stoomstraal om het
toestel te reinigen.
Zorg er voor dat de openingen en
de spleten voor de ventilatie en de
warmte-afvoer niet verstopt raken.
Gebruik het toestel in geen enkel
geval om de ruimte af te koelen.
Koppel het toestel steeds los van het
elektriciteitsnet in geval van defecten,
onderhoud of tijdens de reiniging.
Het apparaat bevat een kleine
hoeveelheid isobutaan (R600a). Pas
tijdens het transport, de montage of
de reiniging op dat het koelcircuit
niet beschadigd raakt.
Indien het koelcircuit wordt
beschadigd, geen open vuur
gebruiken en de ruimte goed luchten.
Waarschuwingen
61
NL
1.2 Aansprakelijkheid van de
constructeur
De constructeur kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan personen
en voorwerpen ten gevolge:
ander gebruik dan waarvoor het toestel
is bestemd;
het niet in acht nemen van de
voorschriften van de gebruiksaanwijzing;
het forceren van ook slechts één deel
van het toestel;
gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
Dit toestel is bestemd voor de koeling
van voedingsmiddelen in een huiselijke
omgeving. Elk ander gebruik is
oneigenlijk.
Gebruik van dit toestel door kinderen
vanaf 8 jaar, personen met beperkte
fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of met een gebrek aan
ervaring of kennis is alleen toegestaan
onder toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk zijn
voor hun veiligheid.
Het toestel is niet ontworpen om te
functioneren met externe timers of
systemen voor afstandsbediening.
1.4 Verwerking
Het toestel moet aan het einde van
zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden
(richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
richtlijnen.
Verwerking van het toestel:
Verwijder de elektrische kabel en de
stekker.
De gebruiker moet de apparatuur dus
op het einde van de gebruiksduur
toevertrouwen aan geschikte centra voor
gescheiden inzameling van elektrisch en
elektronisch afval, of overhandigen aan
de verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig toestel wordt gekocht.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de stroomtoevoer uit.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Waarschuwingen
62
Het toestel zit verpakt in milieuvriendelijke
en recycleerbare materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
1.5 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de merking.
Dit plaatje mag in geen geval worden
verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal
onderdeel van het toestel en moet
gedurende de volledige levensduur ervan
intact en binnen handbereik worden
bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
vóór installatie.
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
Enkele gebruiksaanwijzing.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het toestel en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
toestel en de accessoires.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
toestel.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
63
NL
2Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Geel controlelampje
Dit lampje brandt wanneer de
lichtschakelaar in de stand ON staat om
aan te geven dat de buitenverlichting
volledig is ingeschakeld.
2 Lichtschakelaar (ON/OFF)
Gebruik deze schakelaar om de
buitenverlichting van het toestel volledig in
te schakelen. Wanneer deze schakelaar in
de stand ON staat, gaat het gele
controlelampje branden.
3 Thermostaatknop
Om de temperatuur in de koelcel te
verlagen, moet de thermostaatknop van de
stand MIN naar de stand MAX worden
gedraaid. De binnentemperatuur van de
koelcel kan met deze draaiknop als volgt
worden geregeld:
°C: De draaiknop staat in deze stand
wanneer het toestel is
UITGESCHAKELD.
MIN: De draaiknop staat in deze stand
wanneer het toestel in de MINIMUM
stand staat.
De draaiknop staat in deze
stand om de aanbevolen optimale
temperatuurregeling van het toestel
aan te geven.
MAX: De draaiknop staat in deze stand
wanneer het toestel in de MAXIMUM
stand staat.
4 Thermometer
Geeft de huidige binnentemperatuur van
het toestel aan.
5 Groen controlelampje
Dit lampje brandt wanneer de
stroomschakelaar in de stand ON staat om
aan te geven dat het toestel onder spanning
staat en ingeschakeld kan worden.
6 Stroomschakelaar (ON/OFF)
Gebruik deze schakelaar om de
stroomtoevoer van het toestel in te
schakelen.
Wanneer deze schakelaar in de stand
ON staat, gaat het groene
controlelampje branden.
Wanneer deze schakelaar in de stand
OFF staat, gaat het rode
controlelampje branden.
7 Rood controlelampje
Dit lampje brandt wanneer de
stroomschakelaar in de stand OFF staat
om aan te geven dat het toestel niet onder
spanning staat en dus niet ingeschakeld kan
worden.
Om onnodige verspilling van
elektrische energie en invriezing
van de voedingsmiddelen te
voorkomen, is het raadzaam de
thermostaatknop niet voor lange
duur op de MAX stand te houden.
Beschrijving
64
2.2 Andere onderdelen
Kap
Heeft een louter esthetische functie, maar
kan worden opgetild voor verplaatsing van
de drank in de koelcel.
Kapstang
Om de kap van het toestel omhoog te
houden.
Schuifdeurtjes
Om de drank koel en zo optimaal mogelijk
te bewaren.
2.3 Beschikbare accessoires
Bierhouder
Voor het bewaren van bier en plastic flesjes.
Flessenrek
Voor het bewaren van glazen flessen.
Houder voor drankkartons
Voor het bewaren van fruitsap- en
melkpakken alsook blikjes.
Gebruik
65
NL
3Gebruik
3.1 Waarschuwingen
3.2 Voorbereiding
1. Verwijder eventueel aanwezige
beschermende folie aan de binnen- en
buitenzijde van het toestel en de
accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten
(uitgezonderd het plaatje met technische
gegevens) van de accessoires en de
leggers.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het toestel.
3.3 Eerste gebruik
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Zet de stroomschakelaar (ON/OFF) in
de stand ON.
3. Draai de thermostaatknop van de stand
MIN naar de stand MAX om de
gewenste temperatuur in te stellen.
3.4 Toegang tot de koelcel
Til de kap van het toestel op om toegang te
krijgen tot de koelcel. Rechts in de koelcel is
een stang voorzien waarmee de kap
omhoog kan worden gehouden bij
verplaatsing van de dranken in de koelcel.
1. Til de kap op en blokkeer hem door het
stanguiteinde in de uitsparing te
plaatsen.
2. Verplaats de stang ietwat naar links om
de top van de uitsparing vrij te maken.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het toestel
Verwijder het ijs of de rijp niet met
behulp van scherpe voorwerpen, om
schade aan de wanden van het toestel
te vermijden.
Ga niet op de deur en eventuele
geopende laden hangen, en ga er niet
op zitten.
Raak de verwarmingselementen aan de
buitenkant van het toestel niet aan.
Bewaar geen ontvlambare, explosieve
of verdampende stoffen.
Organische en zure stoffen, en
etherische oliën, kunnen de plastic delen
en de pakkingen aantasten in geval van
langdurige aanraking.
Flessen die een hoog percentage
alcohol bevatten, moeten goed
gesloten zijn en in verticale positie
bewaard worden.
Naarmate de stand wordt
verhoogd, neemt de
binnentemperatuur van de
koelkast af.
Gebruik
66
3. Houd de kap opgetild, draai de stang
omlaag en laat het uiteinde ervan op het
metalen slotplaatje rechts van de
schuifdeurtjes rusten.
4. Verplaats het stanguiteinde naar rechts in
de inkeping van het slotplaatje.
5. Breng het stanguiteinde tot aan de
aanslag in de inkeping van het
slotplaatje.
3.5 Gebruik van de accessoires
Opstelling accessoires
De accessoires kunnen op de daarvoor
bestemde geleiders in de koelcel worden
geplaatst.
Montage bierhouder
1. Plaats de glazen legger op de
onderzijde van de bierhouder.
2. Plaat de 2 tussenschotten op de
bovenzijde van de bierhouder.
OPMERKING: De kap niet
kantelen en er geen andere
voorwerpen op aanbrengen om
schade aan het oppervlak van het
apparaat te vermijden.
Een oneigenlijk gebruik kan schade
aan het apparaat veroorzaken.
Gebruik
67
NL
Praktische voorbeelden
Bierhouder
Flessenrek
Houder voor drankkartons
3.6 Gebruik van de koelcel
Schikking van de drank
Bewaar drank hermetisch afgesloten.
Op deze manier:
worden het aroma en de versheid van
de drank behouden;
wordt vermeden dat de drank andere
geuren of smaken krijgt;
wordt een overmatige ophoping van
vochtigheid in het compartiment
vermeden, wat bij bepaalde
werkingsomstandigheden (verhoging
van de temperatuur en vochtigheid van
de omgeving, verhoging van de
frequentie van het openen van de deur)
condensvorming op de leggers kan
veroorzaken.
3.7 Bewaartips
Controleer altijd de vervaldatum op de
verpakking van het voedsel.
Indien u langdurig afwezig zult zijn, moet
u gemakkelijk bederfbaar voedsel uit het
toestel halen.
De wijziging van de
weersomstandigheden (temperatuur en
vochtigheid) en de frequentie van de
opening van de schuifdeuren kunnen de
werkingstemperatuur van de koelkast
beïnvloeden.
Beperk de tijd en het aantal keren dat de
deuren geopend worden om een
overmatige opwarming in de koelcel te
voorkomen.
Laat warme dranken steeds
afkoelen voordat ze in de koelcel
worden geplaatst.
Gebruik
68
3.8 Lawaai tijdens de werking
Een compressiesysteem zorgt voor de
koeling van de koelcel. Om de
geselecteerde temperatuur in de koelcel te
behouden, wordt de compressor in werking
gesteld die, indien noodzakelijk, continu in
werking kan blijven afhankelijk van de
ingestelde temperatuur. Wanneer de
compressor in werking wordt gesteld, wordt
een gezoem geproduceerd dat na enkele
minuten langzaam aan afneemt.
Een ander lawaai dat normaal is tijdens de
werking van het toestel is het geklater van
koelmiddel dat in de leidingen van het
circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en
duidt niet op een slechte werking van het
toestel. Als het lawaai te luid is, kan dit te
wijten zijn aan andere oorzaken.
Controleer in dat geval het volgende:
of de koelkast correct genivelleerd is op
de vloer, en niet trilt tijdens de werking
van de compressor: voer een correcte
regeling van de bijgeleverde voetjes uit;
of flessen en bakjes stabiel op de
leggers zijn geplaatst en niet in
aanraking met elkaar komen: trillingen
als gevolg van de werking van de
compressor kunnen lawaaierigheid
veroorzaken;
Plaats de koelkast niet tegen meubels of
andere huishoudtoestellen.
3.9 Probleemoplossing
Het toestel functioneert niet:
Controleer of het toestel op het
elektriciteitsnet is aangesloten en of de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking
gesteld of werkt ononderbroken:
De buitentemperatuur is te hoog.
De schuifdeuren worden te vaak of te
lang geopend.
De schuifdeuren zijn niet hermetisch
gesloten.
Controleer of het achterste deel van de
koelkast voldoende wordt verlucht en of
de condensator niet overmatig vuil is.
In de koelcel wordt te veel ijs of condens
gevormd:
De schuifdeuren worden te vaak of te
lang geopend.
Er werd warme drank in de koelcel
geplaatst.
De thermostaat is ingesteld op een te
lage temperatuur.
Onvoldoende koeling van de koelcel:
De thermostaat is ingesteld op een te
hoge temperatuur.
De schuifdeuren worden te vaak of te
lang geopend.
De schuifdeuren zijn niet hermetisch
gesloten.
De buitentemperatuur is te hoog.
Reiniging en onderhoud
69
NL
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
4.2 Reiniging van het toestel
Een speciale bacteriënwerende
bescherming in de bovenlaag van de
wanden van het toestel belet de
reproductie van bacteriën en houdt het
toestel schoon. Dit neemt niet weg dat de
oppervlakken regelmatig dienen te worden
gereinigd.
Reiniging van de buitenkant
Het toestel moet gereinigd worden met
water of met een vloeibaar
reinigingsmiddel op alcoholbasis (bijv.
reinigingsmiddel voor ruiten...).
Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen of schuursponsjes
zodat de oppervlakken niet worden
beschadigd.
Reiniging van de binnenkant
Reinig de binnenkant van het toestel met
verdund vloeibaar reinigingsmiddel en
met lauw water en een beetje azijn.
Verwijder eventuele laagjes ijs die dikker
dan 3-5 mm zijn. Gebruik geen scherpe
voorwerpen of spray oplossingen.
4.3 Ontdooiing
De koelcel ontdooien
De koelcel hoeft niet ontdooid te worden,
vermits het ijs dat zich op de koelplaat
vormt automatisch wordt ontdooid bij
stilstand van de compressor.
Indien een ijslaag van 3-5 mm dik wordt
gevormd op de binnenwanden van de
koelcel, moet het toestel uitgeschakeld
worden en handmatig ontdooid worden.
Incorrect gebruik
Beschadiging van de
oppervlakken
Gebruik geen stoomstraal om het toestel
te reinigen.
Gebruik geen producten die chloor,
ammoniak of bleekmiddel bevatten op
de stalen delen of onderdelen met
oppervlaktebehandeling van metaal
(bijv. anodisering, verchroming,
vernikkeling).
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Voordat de reiniging wordt uitgevoerd,
moet het toestel uitgeschakeld worden
en moet de stekker uit het stopcontact
gehaald worden.
Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Installatie
70
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje. Het
identificatieplaatje met de technische
gegevens, het serienummer en de
merking is zichtbaar op het toestel
aangebracht. Dit plaatje mag nooit
verwijderd worden.
Controleer of de stekker en het
stopcontact van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters
of aftakkingen, omdat ze oververhitting
of brand kunnen veroorzaken.
Het stopcontact moet steeds bereikbaar
zijn na de installatie van het toestel.
Het vervangen van de stroomkabel mag
uitsluitend worden uitgevoerd door
een bevoegde technicus van de
Technische Hulpdienst.
5.2 Plaatsing
Afstandsstukken
Voor een correcte koeling van de
condensator mag het toestel achteraan niet
te dicht tegen een muur geplaatst worden.
Om dit te voorkomen is het product
uitgerust met twee kunststof afstandsstukken
op de metalen beschermplaat achter het
toestel.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
•Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Zwaar toestel
Pletgevaar
Plaats het toestel samen met een tweede
persoon.
Verplaats het toestel steeds met
neergeklapte kap.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het toestel
Het toestel mag niet blootgesteld
worden aan zonnestralen.
Plaats het toestel niet buiten.
Installatie
71
NL
Verplaatsing van het toestel
Het toestel is voorzien van vier wieltjes
waardoor een makkelijke verplaatsing en
correcte plaatsing mogelijk is. Het blijft
echter aanbevolen om goed op te letten
tijdens de verplaatsing, zodat de
bevloering niet wordt beschadigd bij het
verschuiven (bijvoorbeeld als het toestel op
parket geplaatst is).
De voorwieltjes zijn voorzien van een rem
waarmee het toestel in de gewenste stand
kan worden geblokkeerd:
1. Verdraai de voorwieltjes 90° met de
remhendels naar het midden van het
toestel gericht.
2. Druk de remmen van de voorwieltjes
omlaag tot ze hoorbaar vastklikken.
3. Indien het toestel moet worden opgetild,
moeten met beide handen en met behulp
van een tweede persoon de
wielgeleiders worden vastgegrepen.
Installatie
72
Plaatsing
Positioneer het toestel op een stabiele en
genivelleerde bodem. Het is aanbevolen
om goed op te letten tijdens de
verplaatsing, zodat de bevloering niet
wordt beschadigd bij het verschuiven
(bijvoorbeeld als het toestel op parket
geplaatst is).
Keuze van de plek
Het toestel moet op een droge plek
geplaatst worden waar een goede
luchtverversing wordt gegarandeerd. Het
toestel kan gebruikt worden bij
verschillende omgevingstemperaturen al
naargelang de klimaatklasse ervan (die is
aangegeven op het gegevensplaatje in de
koelcel).
Positioneer het toestel op minstens 3 cm
afstand van elektrische fornuizen of
gasfornuizen, en op minstens 30 cm
afstand van verwarmingssystemen of
radiatoren.
Het toestel mag niet nabij
warmtebronnen gepositioneerd worden.
Indien dit toch noodzakelijk is, moet een
geschikt isolatiepaneel voorzien worden
.
Klasse Omgevingstemperatuur
SN (Subnormaal) van + 10°C tot + 32°C
N (Normaal) van + 16°C tot + 32°C
ST (Subtropisch) van + 18°C tot + 38°C
T (Tropisch) van + 18°C tot + 43°C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Smeg 500B FIAT 500 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding