Fagor FET-3126D de handleiding

Type
de handleiding
INSTRUCTIONS FOR USE
BEDIENUNGSANLEITUNG
GEBRUIKSAANWIJZING
25
NL
1 / PRESENTATIE VAN HET APPARAAT
•INHOUD
Bladzijde
Demonteren van de transportbeugels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Verplaatsen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Toevoer koud water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Afvoer afvalwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Elektrische voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Plaatsen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Laden met wasgoed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Vullen wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Bladzijde
Details programma’s en opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Wijziging van een wasprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Automatische veiligheidsinrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Legen van het reservoir voor vloeibaar wasmiddel . . . . . . . . . . . . . .33
Schoonmaken van de filterpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Onderhoud van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Mogelijke storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Bijzondere meldingen die op de display verschijnen . . . . . . . . . . . .35
Bedieningspaneel
Hendel om het deksel te openen (is vergrendeld tijdens het
verloop van de cyclus)
Laadklepje van het wasmiddelreservoir
Wasmiddelreservoir (alleen vloeibaar wasmiddel)
Hendel om de zwenkwieltjes uit te zetten
Afvoerslang
Beugeldwarsstuk
Toevoerslang water (niet aangesloten)
Netsnoer
Loosdop van het wasmiddelreservoir
A
•BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
D 1 D 2
A
•VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Belangrijk:
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik in de
huiselijke kring, het is ontworpen om in de machine wasbare
textielwaren te wassen, te spoelen en te centrifugeren.
U moet de hierna volgende voorschriften strikt in acht nemen. Wij
wijzen iedere aansprakelijkheid van de hand en de garantie vervalt
in geval van niet inachtneming van de instructies met als gevolg
materiële schade of lichamelijk letsel.
Dit apparaat is niet ontworpen om te worden gebruikt door personen (kinderen
inbegrepen) met verminderd lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen of
personen zonder ervaring of kennis behalve indien zij onder toezicht staan of
middels iemand die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, vooraf instructies
hebben ontvangen wat betreft het gebruik van het apparaat.
— Het apparaat moet worden gebruikt overeenkomstig de gebruiksaanwijzing
om beschadiging van het wasgoed en de machine te voorkomen. Gebruik
uitsluitend erkende wasmiddelen en onderhoudsproducten bestemd voor
gebruik in huishoudelijke wasmachines.
— Indien u, voor het opstarten van een wascyclus, het wasgoed behandeld
met een ontvlekkingsmiddel, een oplosmiddel en in het algemeen met een
ontvlambaar product of met een product dat een hoge ontploffingskracht
heeft, mag u het wasgoed niet meteen in de wasmachine doen.
Wij raden u eveneens ten sterkste aan geen oplosmiddelen of sprays te
gebruiken in de nabijheid van de wasmachine en in het algemeen in de
nabijheid van elektrische apparaten indien deze staan in een niet goed
geventileerde ruimte (gevaar voor brand en ontploffing).
— Indien er storingen optreden die u niet zelf kunt verhelpen aan de hand
van de door ons gegeven oplossingen (zie hoofdstuk “MOGELIJK
STORINGEN”), moet u de hulp van een vakman inroepen.
— Indien u de machine tijdens een wascyclus moet openen (om er
wasgoed bij te doen of eruit te halen bijvoorbeeld), moet u voorzichtig
zijn want naar gelang de fase waarin het programma zich bevindt op dat
moment (hoofdzakelijk tijdens de wasfase) kan de temperatuur in de
trommel heel hoog zijn (gevaar voor ernstige brandwonden).
— Als de machine opnieuw moet worden geïnstalleerd, moet zij op de
waterleiding worden aangesloten met een nieuwe slang, de oude slang
mag niet opnieuw worden gebruikt.
— Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat kunnen spelen en houd
huisdieren uit de buurt.
— Oude apparaten moet onmiddellijk ongeschikt voor gebruik gemaakt
worden. Het netsnoer uit de contactdoos halen en afsnijden net achter
het apparaat. De watertoevoer dicht doen en de slang verwijderen.
Het slot van het laadvenster onbruikbaar maken.
— Bij vorstgevaar, de waterslang loshalen en op een lager gelegen
punt in een teiltje of emmer leeg laten lopen.
•ENERGIEBESPARING
— Stel alleen een voorwasprogramma in als dit absoluut nodig is, bijvoorbeeld
voor het wassen van bijzonder vuile sport- of werkkleding enz…
— Als het wasgoed praktisch niet of slechts een beetje vuil is, volstaat een
programma met lage temperatuur voor het verkrijgen van een uitstekend
resultaat.
— Kies voor wasgoed dat niet erg vuil is een korte wascyclus.
— Doseer het wasmiddel naar gelang de hardheidsgraad van het water, de
graad van vervuiling van het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed en neem
de tips gegeven op de verpakking van het wasmiddel in acht.
•MILIEUBESCHERMING
Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is recyclebaar. Doe mee aan
de recycling en draag bij aan de bescherming van het milieu door dit
materiaal in de hiervoor bestemde gemeentecontainers te deponeren.
Uw apparaat bevat tevens vele recyclebare materialen. Daarom
is het voorzien van dit logo wat aangeeft dat de gebruikte
apparaten van ander afval dienen te worden gescheiden. De
recycling van de apparaten die door uw fabrikant wordt
georganiseerd wordt op deze manier onder de beste omstandigheden
uitgevoerd, overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/CE betreffende
elektrisch en elektronisch afval. Informeer bij uw gemeente of bij uw
verkoper naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude apparaten.
Wij danken u voor uw bijdrage aan de bescherming van het milieu.
26
NL 2 /
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
•VERWIJDEREN VAN DE TRANSPORTBEUGELS
Belangrijk:
Voor het gebruik moet u absoluut eerst de hierna beschreven
handelingen uitvoeren.
Deze handelingen bestaan uit het verwijderen van alle onderdelen die ertoe
dienen om de kuip van uw apparaat tijdens het transport vast te zetten.
Deze handelingen, het “aftuigen” genaamd, zijn nodig voor de goede werking
van uw apparaat en de naleving van de geldende veiligheidsnormen.
Indien deze handelingen niet in hun geheel zouden worden uitgevoerd,
kan er ernstige schade aan uw apparaat worden veroorzaakt wanneer dit
aanstaat
— Haal de wasmachine van zijn onderstel (controleer dat stut die zorgt
voor het vastzetten van de motor niet onder de machine is vast blijven
zitten)
(Fig. D3)
— Verwijder de 4 schroeven met behulp van een schroevendraaier
(Fig. D4)
— Haal de knevel eraf door de twee schroeven
(Fig. D5)
los te halen
met een sleutel van 10 of 13 mm (afhankelijk van model).
(Verzeker u ervan dat de twee plastic afstandhouders op de knevel er
tegelijkertijd met de knevel zijn afgehaald).
— Zet de schroeven weer terug op hun oorspronkelijke plaats.
Let op:
Sluit alle openingen aan de achterkant van de machine af met
behulp van de dopjes en die hiervoor bedoeld zijn (zitten in het
zakje accessoires)
(Fig. D6)
Verwijder de stut die het geheel trommel / kuip onbeweegbaar vastzet
(Fig. D7)
.
Doe dit zo:
-
Til het deksel van de machine op
-
Verwijder stut
- Verwijder stut
-
Maak de deurtjes van de trommel, die naar beneden toe zijn geblokkeerd,
los door tegelijkertijd op de twee klepjes te drukken.
Let op:
Verwijder de slangbeugels en vergeet absoluut niet de gaten
te dichten m.b.v. de stoppen (zitten in het zakje accessoires)
(Fig. D8)
Tip:
Wij raden u aan om alle onderdelen voor het vastzetten te
bewaren, aangezien het noodzakelijk is ze te monteren wanneer u in
de toekomst uw machine wilt vervoeren.
Inlichting:
Uw machine is zeer nauwkeurig gecontroleerd voor hij de
fabriek heeft verlaten ; het is dus mogelijk dat u constateert dat er een
beetje water in de kuip of in de wasmiddelbakken zit.
•VERPLAATSEN VAN HET APPARAAT
•Het op wieltjes zetten
Indien uw machine is uitgerust met kantelbare wieltjes, kunt u hem
gemakkelijk verplaatsen.
Om hem op wieltjes te zetten, kantelt u de hefboom aan de onderkant van
het apparaat vanaf de rechtkants totaan het linker uiteinde
(Fig. D9)
.
Belangrijk:
Als de machine werkt, moet hij niet op de “voorwieltjes”
rusten: vergeet niet om de hefboom weer in uitgangspositie terug te
zetten.
•TOEVOER KOUD WATER
Sluit de toevoerslang aan
(Fig. D10)
:
— enerzijds op het aansluitstuk aan de achterkant van de machine.
— anderzijds op een kraan met schroefdraad ³ 20x27 (3/4 BSP).
Indien u een zelfborende kraan heeft, moet de gebruikte opening een
doorsnede hebben van minimaal 6 mm.
Watertoevoer:
- Minimale waterdruk: 0,1 Mpa of 1 bar
- Maximale waterdruk: 1 Mpa of 10 bar
•Vervanging van de watertoevoerslang
Controleer bij de vervanging dat de slang goed zit vastgedraaid en de
afdichting er aan beide uiteinden op zit.
•AFVOER AFVALWATER
Sluit de afvoerslang aan,
(Fig. D11)
:
— dan wel, provisorisch, om een gootsteen of badkuip.
— dan wel, permanent, op een beluchte sifon.
Indien uw installatie niet is uitgerust met een beluchte sifon, moet u er
op letten dat de aansluiting niet ondoorlatend is. Het wordt namelijk
sterk aanbevolen om de lucht tussen de afvoerslang van de machine en
de afvoerleiding vrij te laten circuleren om teruglopen van afvalwater
in de machine te voorkomen.
In alle gevallen moet de gebogen beugel op een hoogte tussen de 90 en
65 cm ten opzichte van de onderkant van de machine worden geplaatst.
Belangrijk:
Let er goed op dat de afvoerslang goed met een band wordt
vastgehouden om te voorkomen dat het gebogen beugel losraakt
bij het lozen en zo een overstroming veroorzaakt.
Voor een juiste afvoer van afvalwater mag de afvoerslang niet te
gekronkeld zijn. Meerdere hoeken verminderen de doeltreffendheid
van de afvoerpomp.
Het is mogelijk het afvalwater bij de grond te lozen, op voorwaarde dat
de afvoerslang langs een punt komt dat op een hoogte tussen 90 en
65 cm ten opzichte van de onderkant van de machine ligt
(Fig. D12).
A
D 10 D 11 D 12
10 mm
3/4
D 3
F
1
1
2
2
1
2
13
a
b
a
b
1
2
1
2
A
D 4
D 7 D 8 D 9
D 5
D 6
27
NL3 / VOORBEREIDEN VAN HET WASGOED EN HET APPARAAT
•ELEKTRISCHE VOEDING
Belangrijk:
Voor uw eigen veiligheid moet u u absoluut houden aan de
hieronder gegeven aanwijzingen.
— Voordat u uw apparaat aansluit, is het verplicht te controleren dat de
elektrische kenmerken overeenstemmen met die van uw installatie
(zie de aanwijzingen die op het typenplaatje op de achterkant van het
apparaat staan).
De elektrische installatie moet conform de geldende normen en de
voorschriften van de Autoriteiten voor Elektriciteit van het desbetreffende
land zijn, in het bijzonder wat betreft de aardaansluiting en de plaatsing in
een badkamer.
Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor incidenten
veroorzaakt door een onjuiste elektrische installatie.
Tip:
Adviezen voor de elektrische installatie van uw apparaat.
— Gebruik geen verlengsnoer, adapter of meervoudige contactdoos.
— Verwijder de aardaansluiting nooit.
— Het stopcontact moet makkelijk toegankelijk zijn, maar buiten bereik
van kinderen.
Neem bij twijfel contact op met uw installateur.
Belangrijk:
Uw apparaat stemt overeen met de Europese richtlijnen 2006/95/CE
(laagspanningsrichtlijn) en 2004/108/CE (elektromagnetische compatibiliteit).
PLAATSEN VAN HET APPARAAT
Belangrijk:
Indien u uw machine naast een ander apparaat of meubelstuk
neerzet, raden wij u aan om er altijd ruimte tussen te laten om de
lucht beter te laten circuleren.
Tip:
Verder raden wij u sterk af om:
— Uw apparaat in een vochtige en slecht geventileerde ruimte te installeren
— Uw apparaat op een plek te installeren waar er waterspetters op zouden
kunnen komen.
— Uw apparaat op een tapijtvloer te installeren.
Indien u niet anders kan, moet u alle nodige maatregelen nemen om
de luchtcirculatie aan de onderkant niet te hinderen, zodat de elementen
binnenin goed kunnen worden geventileerd.
•Waterpas zetten:
Controleer m.b.v. een waterpas dat de grond horizontaal is: hij mag max.
2 ° schuin staan, zijnde een afwijking van ong. 1 cm gemeten in de
breedte en 1,5 cm in de diepte van de machine.
•Verstelbare poten
Sommige machines hebben twee instelbare pootjes aan de voorzijde om
een ongelijke vloer te compenseren. Om de horizontale stand en de
stabiliteit van de machine tot stand te brengen, als volgt te werk gaan:
— zet de machine op de wieltjes (haar iets naar achteren hellen als zij
geen wieltjes heeft)
— naar gelang de configuratie van de vloer, de pootjes uit- of inschroeven
of ze in hoogte afstellen (
Fig. D13)
— De machine terugzetten op de pootjes en de stabiliteit controleren.
•ONDERHOUDSCODE TEXTIELWAREN
Wassen
: nooit de aangegeven temperaturen overschrijden
Toevoegen bleekwater koud verdund mogelijk
:
Strijken
: zacht middelmatig warm
Stomen
: benzine
perchloorethyleen Alle oplosmiddelen
Opmerking:
als er een streep door het symbool staat, wil dit zeggen
dat het verboden is
•LADEN VAN HET WASGOED
Voor de handelingen uit in onderstaande volgorde:
•Opendoen van de machine
— Controleren of de programmakiezer wel op “O” staat.
— Hef het openingshandvat aan de voorzijde van de machine op.
Het deksel gaat open.
— Doe de trommel open door op de drukknop te drukken die op het
deurtje voor zit
•De was erin doen
Voor optimale wasprestaties, doet u de van tevoren uitgezochte en
uitgevouwen was in de trommel, waarbij u deze gelijkelijk verdeelt zonder
hem aan te drukken. Meng grote en kleine stukken om optimaal te
centrifugeren zonder dat gebrek aan evenwicht ontstaat.
•Sluiten van de trommel
Controleer dat de trommel goed dicht zit.
Belangrijk:
Controleer dat de drie haakjes en de rand van de drukknop
goed zichtbaar zijn.
•WASMIDDELEN
Inlichting:
Uw wasmachine is uitgerust met een reservoir, waarin vloeibaar
wasmiddel wordt opgeslagen dat automatisch wordt verstrekt.
Het automatisch verstrekken van vloeibaar wasmiddel werkt met alle
programma's (behalve het centrifugeren), ook als u heeft gekozen voor
de optie voorwas en/of een uitgesteld inschakelen heeft geprogrammeerd.
Als u echter een 2in1 wasmiddel gebruikt, een wasverzachter of af en toe
een speciaal wasmiddel (voor wol of donkere stoffen,…) of een
poederwasmiddel, moet u het klassieke bakje voor wasmiddel gebruiken.
Belangrijk:
In dit geval raden wij u aan om de automatische wasmiddeldispenser
uit te schakelen om een overdadig gebruik te voorkomen.
Om de automatische verstrekking van vloeibaar wasmiddel uit te schakelen
doet u het volgende:
— Tijdens het programmeren, nadat u uw programma gekozen hebt, drukt
u kort op de toets “ ”.
De lichtjes van deze toets en van de toets
“”
gaan uit en het
scherm toont de tijdsduur van het gekozen programma.
Nu kunt u het klassieke wasmiddelbakje gebruiken, zonder dat u bang hoeft
te zijn om te veel wasmiddel te gebruiken.
U kunt de automatische dispenser voor vloeibaar wasmiddel weer inschakelen
door opnieuw op de toets “ ” te drukken.
Inlichting:
De automatische wasmiddeldispenser wordt in elk geval vanzelf
weer ingeschakeld wanneer u de programmaselectie op “O” terugzet.
•GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE
WASMIDDELDISPENSER
De hoeveelheid wasmiddel die door het systeem wordt gebruikt is afhankelijk
van de hardheid van het water, de concentratie van het wasmiddel, de mate
van vervuildheid van uw was en de hoeveelheid was.
Bij het inschakelen moet u het volgende instellen:
— de hardheid van het water
Opmerking:
deze instelling hoeft u maar één keer te doen, behalve als u
verhuist naar een andere streek.
— de concentratie van het wasmiddel dat u gebruikt.
Opmerking:
deze instelling is ook maar één keer nodig als u altijd hetzelfde
soort wasmiddel gebruikt. U moet deze echter wijzigen als u kiest voor een
meer of minder geconcentreerd wasmiddel.
cl
D 13
28
NL 3 / VOORBEREIDEN VAN HET WASGOED EN HET APPARAAT
➀➁
Bakje voorwassen (poeder)
Bakje wassen (poeder of vloeistof)
Wasverzachter
: POEDER WASMIDDEL
:VLOEIBAAR WASMIDDEL
Instellen van de hardheid van het water (Fig. 14)
— Nadat u de stekker in het stopcontact hebt gedaan, schakelt u de
machine in.
Hiertoe zet u de programmakeuzeknop op elke positie behalve “O”.
— Druk lang op de toets “
(Fig. 14)
.
Het lichtje bij deze knop gaat knipperen.
De machine toont nu de hardheid van het water door middel van twee
horizontale lijnen, die aangeven dat het water een gemiddelde hardheid heeft.
Door te drukken op de toets “ ” (uitgesteld inschakelen) naast het scherm
kunt u de hardheid kiezen die overeenkomt met de hardheid in uw streek.
— Vervolgens bevestigt u uw keuze door te drukken op de toets
(Start/pauze).
•Instellen van de concentratie van het wasmiddel
Informatie:
de concentratie van het wasmiddel wordt gegeven in ml., bijv.
komt overeen met 35 ml vloeibaar wasmiddel.
De waarde die u moet weergeven is de waarde die op de verpakking van
uw wasmiddel staat, deze komt overeen met de hoeveelheid die door de
fabrikant wordt aangegeven voor het wassen van gemiddeld vuile was
in gemiddeld hard water.
Nota: deze aanbevelingen komen misschien niet precies overeen met de waarden
die door de machine worden voorgesteld, in dat geval kunt u de waarde weergeven
die het meest deze waarde benadert.
— Terwijl uw machine is ingeschakeld drukt u lang op de toets “
(Fig. 15)
.
Het lichtje van deze toets gaan knipperen en de machine stelt u een dosering
voor een 'zeer hoge concentratie' voor (35 ml), maar u kunt ook kiezen (volgens
het door u gebruikte wasmiddel) voor 'hoge concentratie' (75 ml) of 'standaard
concentratie' (120 ml) door te drukken op de toets 'Uitgesteld inschakelen'.
— Vervolgens bevestigt u uw keuze door te drukken op de toets .
Belangrijk:
De instellingen voor de hardheid en de concentratie van het wasmiddel
zijn niet beschikbaar tijdens een wasprogramma.
Instellen van de mate van vervuildheid
Dit moet bij elke programmering worden gedaan (zie het hoofdstuk
“PROGRAMMERING - programmeren van een wasprogramma”).
•Het wasmiddelreservoir vullen
— Open het klepje voor op uw machine.
— Giet het wasmiddel door deze opening
(Fig. D16)
.
— Sluit het klepje.
Belangrijk:
Als u het reservoir geheel wilt vullen, pas dan op dat u niet
het maximale niveau overschrijdt (Fig. D16).
De maxima en minima zijn aangeven door de ronde openingen boven en
onder aan het reservoir.
Wanneer het wasmiddel het minimale niveau bereikt (onderste opening),
denk er dan aan om het opnieuw te vullen.
Opmerking:
het niveau daalt niet regelmatig (het daalt sneller in het begin).
•GEBRUIK VAN HET KLASSIEKE PRODUCTVAKJE
Belangrijk:
(Fig. D17)
In het bakje “WASSEN” kunnen poeder en vloeistoffen worden
gedaan, gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor programma’s MET
voorwas en/of MET “uitgestelde start” (afhankelijk van model).
Geconcentreerde wasverzachter moet met warme water worden verdund.
Zet voor om de wasmiddelbakken goed te vullen het deksel helemaal
open.
Ga nooit voorbij het MAX niveau.
Dosering van het wasmiddel
De hoeveelheid te gebruiken wasmiddel hangt af van de hardheid van het water,
de graad van vervuiling van uw was en de hoeveelheid te wassen wasgoed.
Kijk altijd naar de doseringsvoorschriften die op de verpakking van uw
wasmiddelen staan..
Let op: de voorschriften van de wasmiddelfabrikanten zijn meestal voor
een maximaal gevulde trommel. Pas uw dosering goed aan aan het
gewicht van het wasgoed dat in de machine is gedaan.
Deze voorschriften voorkomen dat u te veel doseert, was verantwoordelijk
is voor de vorming van schuim. Een te grote schuimproductie kan de
prestaties van uw machine verkleinen, de duur van de wasbeurt verlengen
en de waterconsumptie vergroten.
•Wasbeurten voor wol en fijne textiel
Voor het wassen van deze textiel wordt het aanbevolen om een passend
wasmiddel te gebruiken (voorkom dat dit direct op de trommel komt,
aangezien sommige van deze producten agressief zijn voor het metaal).
•Voor de eerste wasbeurt
We raden u aan om, voordat u uw eerste was doet, een cyclus “KATOEN
90° zonder voorwas” te draaien zonder was en met een 1/2 dosis van
uw gebruikelijke wasmiddel. Dit is om resten van de fabricage die mogelijk
nog in de machine zitten te verwijderen.
gemiddeld
hard water
MAX
D 14 D 15
D 17
D 16
hard water
zacht water
zeer hoge
concentratie
hoge
concentratie
standaard
concentratie
29
NL4 / PROGRAMMEREN VAN HET APPARAAT
Bij , weergave van mate van
vervuildheid + de lichtjes van de toetsen
””
en “ ” aan
A
•BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
•BEVESTIGEN, ANNULEREN, PAUZE
•Bevestigen van uw keuzes:
Om het programma dat u hebt gekozen te bevestigen, drukt u op .
Nota: nadat u een programma heeft ingesteld met uitgesteld inschakelen, is het niet nuttig om op “ ” te drukken. De keuze zal na een paar seconden
worden opgeslagen.
•Annuleren:
u kunt uw keuze op elk moment annuleren door de keuzeknop op “O” te zetten.
Dit kunt u doen tijdens het programmeren, tijdens het wachten voor een uitgesteld inschakelen of tijdens een wasprogramma.
•Pauze:
u kunt een programma ook tijdelijk onderbreken door kort te drukken op de toets .
Belangrijk:
Dit kunt u niet doen tijdens het centrifugeren.
7
1
7
— De keuzeschakelaar draaien om het programma en de wastemperatuur te kiezen die het beste
overeenkomen met het wasgoed.
Opmerking: Door de keuzeschakelaar op ongeacht welke andere stand dan “
O
te zetten, zet u de
machine onder spanning.
— Kies, met behulp van de keuzeschakelaar
- ofwel de centrifugeersnelheid die overeenkomt met de aard van het wasgoed.
De centrifugeersnelheid wordt automatisch beperkt in het programma “Gemengd”en “fijne
was/wolwiegen” .
- ofwel een uitdruipcyclus. De cyclus loopt af met een zachte centrifugering op 100 t/mn.
- ofwel “stoppen volle kuip”
De machine komt tot stilstand met een volle kuip voor het uiteindelijke centrifugeren.
Als u het klassieke wasmiddelvakje wilt gebruiken, moet u de automatische wasmiddeldispenser
voor vloeibaar wasmiddel uitschakelen door te drukken op de toets “ ”.
Belangrijk:
In dit geval is de instelling voor de mate van vervuildheid ook uitgeschakeld.
Als u daarentegen de automatische wasmiddeldispenser gebruikt, moet u de mate van vervuildheid van
uw was instellen.
Deze instelling is van invloed op de hoeveelheid wasmiddel die in de machine wordt gebruikt door het
automatische systeem en op de tijdsduur van het programma.
U kunt de mate van vervuildheid wijzigen door te drukken op de toets “ :
- voor was die één dag gedragen is, kiest u
1
.
Opmerking: dit komt overeen met de meeste gevallen en wij raden u aan om deze instelling zo
vaak mogelijk te gebruiken.
- voor normaal vervuilde was, gebruikt u “2
- voor zeer vervuilde was, gebruikt u “
3
Opmerking: voor de bovenstaande instellingen geeft de machine u slechts toegang tot de instellingen
die overeen komen met het gekozen programma.
5
2
1
•Programmeren van een wascyclus:
•PROGRAMMEREN
Display en stand van de keuzeschakelaars
Keuzeschakelaar op
- stand “800” bijvoorbeeld
-
stand “100”
-
stand “”
lichtjes van de toetsen
” en “ ” uit
+ weergave van de tijdsduur van het
gekozen programma op
A
2
Optie Spoelen
+
Instellen van de mate van
vervuildheid
Instellen uitgesteld opstarten
Start/Pauze
Display
Uitschakeling van de automatische
wasmiddeldispenser
Aard van het wasgoed en
temperatuur
Instellen centrifugeersnelheid
7
A
2
654
1 3
Informatie:
Alle toetsen hebben een microslag
en blijven niet ingedrukt staan. De toets
(Start/Pause) kan niet gebruikt
worden om een programma te
annuleren.
Belangrijk:
Alvorens de machine aan te
zetten, moet u controleren of de steker
van het netsnoer in de contactdoos is
gestoken en of de kraan open staat.
Controleer eveneens of het
laadvenster van de trommel en het
deksel goed gesloten zijn.
In de fase 'einde programma', wanneer “- 0 -”
wordt weergegeven, kunt u door elke actie
op één van de bedieningsknoppen
(keuzeknop of toetsen) terug gaan naar de
modus “
programmering
”.
Veiligheidshalve is het aangeraden als
de cyclus klaar is, de steker uit de
contactdoos te halen en de kraan dicht
te doen.
1
2
3
30
NL 4 / PROGRAMMEREN VAN HET APPARAAT
Kies wel of niet voor de optie “ ” (Spoelen
+
) met behulp van de toets .
— Onmiddellijk opstarten kiezen door te drukken op “ ...
... of kies een uitgestelde start met 1 tot 19 uur door te drukken op de toets (zie op welke manier
in het hoofdstuk “DETAILS VAN DE OPTIES • Uitgesteld opstarten”)
.
3
7
6
•Programmeren van een wascyclus (vervolg):
•PROGRAMMEREN
Display en stand van de keuzeschakelaars
Op verschijnt het symbool en
wordt de resterende tijd afgeteld voor de
werkelijke opstart van de cyclus.
Een bewegend beeld (vier kleine
segmenten die draaien) zijn te zien
tijdens de volledige wachttijd voor het
opstarten van de cyclus
A
Lichtje van de toets aan
— Druk op de “ om de cyclus te onderbreken.
— Doe het wasgoed erin of haal het eruit .
De ontgrendelingstijd van het deksel hangt af van de binnentemperatuur van de machine en kan
omwille van veiligheidsredenen verschillende minuten duren in het geval van een wasonderbreking
bij een hogere temperatuur dan 40°.
— Druk op de “ om de cyclus weer te starten.
Opmerking: indien u een uitgestelde opstart hebt geprogrammeerd, kunt u op ieder willekeurig moment
bij de trommel komen tijdens de fase die voorafgaat aan het opstarten van de wascyclus zonder de cyclus
te onderbreken en opnieuw te moeten opstarten.
7
7
•Er tijdens de cyclus een stuk was indoen of uithalen (onmogelijk tijdens het centrifugeren):
•Annuleren tijdens het programmeren, wassen of een pauze:
De keuzeschakelaar op de stand “
O
” zetten.
Deze handeling kan elk moment worden uitgevoerd, tijdens de cyclus of het programmeren of zelfs
tijdens een pauze.
Opmerking:
- In ieder geval moet u, als u de cyclus hebt geannuleerd, vervolgens alles opnieuw instellen vanaf
het begin.
- Indien u de cyclus tijdens het wassen hebt geannuleerd, niet vergeten zonodig het water uit de machine
te legen.
1
keuzeschakelaar op
O
alle controlelampjes en de display zijn uit
1
•Einde van de cyclus:
Opmerking: Na het centrifugeren zetten sommige modellen de trommel automatisch in de stand met de
opening naar boven toe gericht om makkelijker bij het wasgoed te kunnen komen. Deze handeling
neemt maximaal 3 minuten in beslag.
— Vervolgens geeft het display - 0 -” aan, hetgeen het eind van de cyclus aangeeft.
De keuzeschakelaar op de stand “
O
” zetten.
U kunt nu het deksel openen en het wasgoed uit de machine halen.
1
A
Aftellen van de resterende tijdsduur tot
aan de afloop van de cyclus op
(
de twee punten knipperen tijdens de
volledige cyclus
)
A
aftellen van de tijd op
als de cyclus even is
gestopt
(de weergegeven tijd knippert)
het aftellen gaat verder
op
(alleen de twee punten knipperen)
A
A
Zie voor meer details met betrekking tot de verschillende functies de hoofdstukken « DETAILS VAN DE PROGRAMMA’S » en « DETAILS VAN DE OPTIES ».
Ter informatie:
Na een stroomonderbreking zal, als de stroom terugkomt, de wascyclus automatisch verder daar waar hij was gestopt.
•Instandhouding van het prestatievermogen van uw wasmachine (Onderhoud van de filterpomp):
U moet de filter van de aftappomp regelmatig schoonmaken (zie op welke manier in het hoofdstuk “SCHOONMAKEN VAN DE FILTERPOMP”)
Belangrijk:
Als u de filter van de pomp niet regelmatig schoonmaakt, zal het prestatievermogen van uw machine achteruit gaan.
31
NL4 / PROGRAMMEREN VAN HET APPARAAT
:
Deze functies kunnen alleen of samen worden gebruikt – onlogische combinaties zijn onmogelijk.
Om het programma te kiezen dat het best bij uw wassoort past, moet u u houden aan de aanwijzingen op de labels die op het merendeel der
textielen zijn bevestigd.
•VOORBEELDEN VAN PROGRAMMA’S
•DETAILS VAN DE PROGRAMMA’S
De voornaamste programma’s die door deze machine worden geboden zijn:
KATOEN
Voor een lading wasgoed samengesteld uit wit KATOEN bestand tegen
hoge temperaturen of gekleurd katoen.
Belangrijk:
Indien u bontwas wast, moet u de temperatuur van maximaal
60°C niet overschrijden.
Opmerking:
In de eerste minuten van dit programma schat uw wasmachine
automatisch de lading van het wasgoed dat erin is gedaan. Hij past het
waterverbruik en de duur van het programma hierop aan voor een perfecte
was.
KATOEN 40° met voorwassen
Speciaal ontworpen voor vuile was (modder, bloed,…)
Een eerste specifieke menging met koud water gaat vooraf aan een
verwarming tot 40°C.
Dit koude mengen zorgt voor de verwijdering, voor verwarming, van
de vuildeeltjes in de was.
Het voorwassen wordt gevolgd door een wasprogramma op 40°C.
Belangrijk:
Het systeem voor vloeibaar wasmiddel verstrekt automatisch de
hoeveelheid wasmiddel die nodig is voor het voorwassen.
Als u daarentegen het klassieke wasmiddelvakje gebruikt, moet u ook
wasmiddel doen in het bakje “
hiervan.
GEMENGD
Voor een lading wasgoed samengesteld uit GEKLEURDE FIJNE,
STEVIGE SYNTHETISCHE of GEMENGDE VEZELS.
FIJN WAS
/WOLWIEGEN
Voor een lading met VITRAGE, KWETSBARE STOFFEN en KLEDING
en “WOL GESCHIKT VOOR DE MACHINE"
Opmerking: Programma met een draai- en centrifugeerritme dat is
aangepast aan de aard van uw wasgoed.
Met dit programma kan ook kleding gewassen worden waarop staat dat
ze met de hand gewassen moet worden. Hiervoor kiest u de positie “
.
Spoelen
Spoelfase, naar keuze gevolgd door:
— dan wel centrifugeren met waterafvoer
dan wel alleen waterafvoer (optie “uitdruipen”)
dan wel stoppen met de kuip vol water.
Belangrijk:
Als u wilt spoelen gevolgd door centrifugeren, moet u de juiste
snelheid kiezen voor de was die u in de machine doet.
•Snel 30 min.
30 min
Met dit programma kunt u een lading wasgoed van 2,5 kg KATOEN,
WOL, KOOKBESTENDIGE BONT- OF SYNTHETISCHE was die maar
weinig vies is weer opfrissen.
De duur is beperkt tot 30 minuten.
In dit programma is de wastemperatuur automatisch op 40°C
geprogrammeerd.
Belangrijk:
Voor dit programma gebruikt u het klassieke
wasmiddelvakje, de dosis moet met de helft verminderd worden.
•OptiA 45MIN
Dit programma op 40° maakt het mogelijk in 45 minuten “chrono” een
normale cyclus van katoen en gemengd wasgoed van 3 kg te wassen
met een optimaal wasresultaat en een maximale energiebesparing.
(1) : Kort programma katoen 40°C voor controle-instituten
PROGRAMMA VOOR VERGELIJKENDE EN GENORMALISEERDE TESTS
Katoen 60°C - 6 kg - zonder opties
- zonder automatische wasmiddelverstrekking -
max. centrifugering - duur 170 min.
Voor de aankondiging op het energie-etiket, zijn de tests uitgevoerd volgens de Europese richtlijn 95/12/EEG.
Programmatabel
Textielsoort
Maximaal
laadvermogen
droog
wasgoed (kg)
Uitdruppen
Stoppen
met
volle kuip
KATOEN
6,0 kg
●●
●●
●●
6,0 kg
2,5 kg
KATOEN met voorwassen
GEMENGD
Temperatuur
(°C)
40°
- 90°
- 60°
●●
40°
3,0 kg
●●
40°
2.5 kg
Snel 30 min.
●●
1,5 kg
FIJN WAS
/WOLWIEGEN
- 30°
Extra
spoelen
Speciale programma’s
Extra programma’s
SPOELEN
●●
-
100
OptiA 45MIN
(1)
32
NL 4 / PROGRAMMEREN VAN HET APPARAAT
•DETAILS VAN DE OPTIES
•Extra spoelen
“Speciaal voor de gevoelige en allergische huid”: voegt een extra
spoelbeurt tot aan de wascyclus.
•Uitdruipen (100)
Deze functie, voor zeer delicaat wasgoed, maakt het mogelijk het wringen
over te slaan en direct over te gaan naar het leegmaken van de
wasmachine.
•Stoppen volle kuip
Deze functie maakt het mogelijk het wasgoed uit de machine te halen
voor de centrifugeerfase of deze fase uit te stellen zodat het wasgoed
in water blijft staan en niet zal kreukelen.
Opmerking: Als de machine met volle
kuip tot stilstand wordt gebracht,
verschijnt er beurtelings op de
display :
Vervolgens:
— indien u de machine wilt legen met een centrifugeercyclus, moet u met
de keuzeschakelaar een centrifugeersnelheid kiezen die overeenkomt
met de aard van het wasgoed.
Het programma stopt automatisch.
— indien u alleen maar de machine wilt legen, moet u met de
keuzeschakelaar de functie “uitdruipen” (stand “
100”) kiezen.
•Uitgesteld opstarten
U kunt het starten van uw programma tussen 1 en 19 uur vertragen, om
te profiteren van het goedkope elektriciteitstarief of te vermijden dan de
was te lang in de trommel blijft zitten na het wasprogramma.
Hiertoe achter elkaar op drukken op de tijdspanne voor het opstarten
van de cyclus te kiezen (instelling in uren)
.
Opmerking:
- Als u gekozen heeft voor uitgesteld inschakelen, hoeft u niet meer te
drukken op de toets ” , na enkele seconden is uw keuze opgeslagen.
-
De resterende tijd voor het opstarten van de cyclus wordt in uren
afgeteld, tussen 19 en 1 uur en vervolgens in minuten, te weten 59 minuten
en 1 minuut.
- Tijdens de wachtperiode, verschijnt het symbool van uitgestelde start
op de display met vier segmenten die achter elkaar gaan branden.
- Bij afloop van de wachtperiode, gaat het programma van start en
verschijnt op de display de tijdsduur van de gekozen cyclus.
•WIJZIGING VAN EEN WASPROGRAMMA
•Tijdens het programmeren:
Voordat u op de toets “ drukt, zijn alle wijzigingen nog mogelijk.
•Na het opstarten van de cyclus:
U kunt het type textiel wijzigen (bijvoorbeeld van “KATOEN” naar
“GEMENGD” enz..). In dit geval moet u wel controleren of de eerder
ingestelde opties nog steeds zijn geprogrammeerd.
U moet de nieuwe keuze bevestigen door te drukken op de toets “ .
De machine kan dan eventueel een deel van het water afvoeren.
•Tijdens ongeacht welke cyclus:
Naar gelang het model zijn de volgende wijzigingen mogelijk zonder
te drukken op de toets “ .
— U kunt de temperatuur wijzigen bij hetzelfde type textiel.
Opmerking: Als de temperatuur bereikt door de wascyclus hoger is dan
die van uw nieuwe keuze, gaat het waterverwarmingssysteem onmiddellijk
uit en gaat de cyclus door.
— U kunt de centrifugeersnelheid tijdens ongeacht welke cyclus wijzigen.
— U kunt een “uitdruipen” (
100) en een “stoppen met volle kuip”
selecteren tijdens de wascyclus.
— U kunt de optie “Extra spoelen” aanzetten tot aan het begin van de
spoelcyclus.
•Tijdens de periode voorafgaand aan het inschakelen van
het wasprogramma
(als u gekozen heeft voor uitgesteld
inschakelen):
— Alle programmawijzigingen worden doorgevoerd tijdens de
wachtperiode van een uitgesteld opstarten.
— U kunt de tijdsduur van het “uitgesteld opstarten” wijzigen tijdens
de wachtperiode die voorafgaat aan het opstarten van de cyclus.
Opmerking:
- Tijdens deze periode annuleert u, als u een nieuw tijdstip instelt, de
vorige selectie. De nieuwe gekozen tijdsduur wordt doorgevoerd vanaf
de laatste selectie.
- Indien u tijdens deze periode de “uitgestelde start” helemaal wenst
te annuleren met behulp van de toets , moet u “
19h
op de display
brengen. Dan opnieuw op deze toets drukken en vervolgens even drukken
op de toest “Start/pause” .
De cyclus zal dan onmiddellijk van start gaan.
- Indien u de tijdspanne tot aan de “opstelde start” wenst terug te brengen,
moet u op dezelfde manier te werk gaan maar zonder te drukken op
de toest “Start/Pause”.
De machine is nu gereed voor een nieuwe programmering.
•Bij afloop van de cyclus:
Als het woorde “- 0 -” op de display verschijnt, kunt u opnieuw een
cyclus programmeren zonder de keuzeschakelaar op de stand “O”
te zetten.
Hiertoe hoeft u alleen maar één van de keuzeschakelaars te draaien of
te drukken op één van de toetsen.
Op het scherm verschijnt de tijdsduur van het programma dat u daarvoor
had geselecteerd.
De machine is dan klaar voor een nieuwe programmering.
•AUTOMATISCHE VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
•Beveiliging voor openen van het deksel:
Zodra de wascyclus is begonnen, vergrendelt het deksel van uw apparaat
zich.
Zodra de cyclus is afgelopen of wanneer de machine met de kuip vol
water wordt gestopt, ontgrendelt het deksel zich.
Wanneer u een “uitgestelde start” heeft geprogrammeerd, is het deksel
niet vergrendeld tijdens de wachtperiode die voorafgaat aan de start
van de cyclus.
Indien u het deksel tijdens de cyclus wilt openen, druk dan kort op toets
en wacht minstens 1 à 2 minuten zodat de beveiliging van het deksel
ontgrendelt.
Belangrijk:
Afhankelijk van het moment waarop u het deksel wenst te
openen kan de wachttijd langer zijn, aangezien er een
afkoelingsperiode moet worden bijgeteld.
Tijdens de cyclus namelijk mag voor de ontgrendeling van de
beveiliging van het deksel, de temperatuur in de machine een
bepaalde drempel niet overschrijden, zodat u geen ernstige
brandwonden kunt oplopen.
•Beveiliging van het water:
Een permanente controle van het waterpeil terwijl de machine draait,
voorkomt elke eventuele overstroming.
•Beveiliging bij het centrifugeren:
Uw wasmachine is uitgerust met een beveiliging die het centrifugeren
kan beperken wanneer er is opgemerkt dat de lading slecht is verdeeld.
In dit geval kan uw wasgoed onvoldoende zijn gecentrifugeerd. Verdeel
dan uw wasgoed opnieuw gelijkelijk in de trommel en programmeer een
nieuwe centrifugeerbeurt.
•Antischuim beveiliging:
Uw wasmachine kan een te sterke schuimproductie bij het centrifugeren
detecteren.
Op dit moment stopt het centrifugeren en wordt de machine geleegd.
Vervolgens gaat de cyclus weer verder, waarbij de centrifugeersnelheden
worden aangepast en eventueel een extra spoelbeurt wordt toegevoegd.
1
A
7
3
7
7
7
A
7
3
2
2
A
33
NL5 /
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
•LEGEN VAN HET WASMIDDELRESERVOIR
Het kan zijn dat u het reservoir voor vloeibaar wasmiddel wilt legen.
Twee situaties kunnen zich voordoen:
— U wilt een kleine hoeveelheid product verwijderen, u verandert bijvoorbeeld
van wasmiddel en wilt het oude niet vermengen met het nieuwe (zelfs als het peil
in het reservoir onder het minimum staat blijft er altijd wat wasmiddel in de
leidingen zitten)
In dit geval kunt u een lozing programmeren.
Let op:
In dit geval wordt het product door de lozingslang afgevoerd
naar de afvoer.
— U wilt het hele reservoir of het grootste gedeelte van het reservoir legen
maar het product opvangen.
In dit geval kunt u het product handmatig opvangen.
•Geprogrammeerde lozing (Fig. D18)
Terwijl uw machine is ingeschakeld drukt u lang op de toets “ ".
Het lichtje van deze toets gaat knipperen en de tijdsduur van de lozing wordt
weergegeven.
Bevestig door op de toets “
te drukken.
De lozing start meteen.
Opmerking:
als u na deze lozing constateert dat er nog product in het reservoir
achterblijft, programmeert u opnieuw een lozing, zo vaak als nodig.
•Handmatige lozing (Fig. D19)
Belangrijk:
Voor alles moet u een grote maar ondiepe teil bij de hand houden
(het wasmiddelreservoir kan ongeveer 4 liter product bevatten).
— Til de machine licht op en zet deze vast zodat u de teil er onder kunt
schuiven.
— Schroef de dop los onder aan de rechterkant van de machine, met behulp
van een muntstukje of een schroevendraaier.
— Laat het product weglopen.
Let op:
Het product begint weg te lopen voordat de dop geheel
losgeschroefd is.
— Als het product weggelopen is, schroeft u de dop weer stevig vast.
Informatie:
Als u uw reservoir goed wilt schoonmaken doet u er water in wanneer
het geheel leeg is en voert een lozing uit (geprogrammeerd of handmatig).
D 19D 18
•SCHOONMAKEN VAN DE FILTERPOMP
In de filter komen de kleine voorwerpen terecht die u per ongeluk in
de kleren hebt laten zitten, de filter zorgt ervoor dat de pomp ongestoord
kan blijven doorwerken.
Om hem schoon te maken, als volgt te werk gaan:
— doe het laadvenster van de trommel open. Aan de andere kant van
de trommel (onderkant) ziet u dan een plastic plaatje
(Fig. D20)
— ontgrendel dit plaatje
(Fig. D21)
Hiertoe:
- een penachtig voorwerp (een potlood of een schroevedraaier
bijvoorbeeld) in het gaatje dat in het plaatje is aangebracht steken
- verticaal aandrukken met behulp van deze pen, het plaatje naar
rechts toe duwen totdat het uit zijn vakje schiet
— het plaatje verwijderen
— de trommel iets draaien, met het laadvenster open, naar de voorkant
van de machine toe
(Fig. D22)
Via de opening ontstaan doordat het plaatje is verwijderd, kunt u
nu bij de filter van de pomp komen
— haal de filter uit zijn vakje
(Fig. D22)
— verwijder alle voorwerpen die er zich hebben opeengehoopt
— spoel hem af onder de kraan
(Fig. D23)
— breng hem weer terug op zijn plaats door hem stevig in zijn vakje te
drukken na te hebben gecontroleerd of dat ook schoon is
— breng het plaatje weer terug op zijn plaats, erop letten dat het naar
behoren op zijn plaats valt in de openingen op de bodem van de trommel
en door het naar links te drukken totdat het stevig vastgeclipt zit
(Fig.
D24).
•SCHOONMAKEN VAN HET APPARAAT
Belangrijk:
De behuizing, het bedieningspaneel en in het algemeen alle
plastic onderdelen alleen schoonmaken met een spons of een
vochtige doek en vloeibare zeep.
In alle gevallen is verboden:
— Schuurpoeder
— Metaal –of plastic sponzen
— Producten op alcoholbasis (alcohol, verdunner enz.).
•ONDERHOUD VAN DE INTERNE ONDERDELEN
Voor een betere hygiëne raden we u aan:
— het deksel na de wasbeurt enige tijd open te laten.
— ongeveer een keer per maand de plastic en rubber gedeelten van de
toegang tot de kuip te reinigen met behulp van een licht chloorhoudend
product. Spoel na om alle resten van dit product te verwijderen.
— minimaal een keer per maand een wasbeurt uit op 90 °uit te voeren.
•SCHOONMAKEN VAN HET WASMIDDELBAKJE
Reinig de wasmiddelbak regelmatig. Doe dit zo:
— tegelijkertijd drukken op de uitsteeksels die zich aan beide zijden
van het bakje bevinden, het bakje schiet dan uit zijn vakje
(Fig. D25)
— haal de hevels achterop de bak eruit en haal de bak los van de
bekleding
(Fig. D26)
— spoel alles af onder de kraan (zorg ervoor dat het overschot aan water
dat nog in de bak zou kunnen zitten goed wordt verwijderd)
— monteer alle onderdelen van de bak weer en let er hierbij op dat het
gedeelte waar daadwerkelijk het product in zit goed in het
bekledingsgedeelte vast klikt, zet daarna het geheel weer op zijn plaats
onder het deksel van de machine.
•PERIODIEKE CONTROLES
Om waterschade te voorkomen, raden wij u aan regelmatig de staat van
de slangen van de watertoevoer en de waterafvoer te verifiëren. Indien
u ziet dat zij gescheurd zijn, zelfs maar een haarscheurtje, moet u ze
vervangen door identieke slangen, deze zijn beschikbaar bij de fabrikant
of zijn Servicedienst. Zie wat betreft de vervanging van de
watertoevoerslang het hoofdstuk “TOEVOER KOUD WATER”
•VERVANGEN VAN HET NETSNOER
Let op:
Veiligheidshalve moet het netsnoer of, naar gelang het model,
het geheel samengesteld uit de elektrische kast met zijn snoer,
vervangen worden door de Servicedienst van de fabrikant of een
vakman.
A
A
A
A
CLANG
D 20 D 25
D 26
D 22 D 23
D 24
1
2
1
2
A
CLAC
D 21
5 /
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
NL
34
6 / INCIDENTEN EN BIJZONDERE MELDINGEN DIE OP DE DISPLAY VERSCHIJNEN NL
35
•BIJZONDERE MELDINGEN DIE OP DE DISPLAY
VERSCHIJNEN
•Aangegeven incidenten die u zelf kunt oplossen
In dit hoofdstuk leggen wij u uit hoe uzelf moeiteloos bepaalde storingen
kunt verhelpen.
Het apparaat spoort zelf bepaalde storingen in de werking op en geeft
u dit aan via bijzondere meldingen die op het scherm verschijnen.
•MOGELIJKE INCIDENTEN
•De cyclus start niet
— U heeft vergeten om op de “ ” toets te drukken.
— Het apparaat krijgt geen elektriciteit:
- Controleer dat de stekker goed in het stopcontact zit.
- Controleer de aardlek en de zekeringen.
— De watertoevoerkraan is gesloten.
— Het deksel van het apparaat zit slecht dicht.
•Er vormt zich een plas water rond de machine
Let op:
Haal allereerst de stekker uit het stopcontact of haal de
bijbehorende zekering los en doe de watertoevoerkraan dicht.
Wanneer het apparaat aanstaat, voorkomt de voortdurende controle
van het peil dat het water overstroomt. Indien het water desondanks uit
de machine komt, is het mogelijk dat:
— De gebogen beugel voor het legen slecht in de afvoerleiding zit.
— De aansluitingen van de watertoevoerslang op de machine en op de
kraan niet waterdicht zijn:
- Controleer dat er afdichtingen opzitten en de aansluitingen goed zijn
aangedraaid.
•Sterke trillingen tijdens het centrifugeren
— Uw apparaat is niet goed afgetuigd:
- Controleer dat alle stutten die dienden voor het transport wel
zijn verwijderd (zie hoofdstuk “VERWIJDEREN VAN DE
TRANSPORTBEUGELS”)
— De vloer is niet horizontaal.
— Uw apparaat rust op zijn twee “voorwielen” (afhankelijk van model).
- Zet het apparaat terug op zijn poten door de hefboom waarmee hij
op wieltjes wordt gezet naar rechts terug te duwen.
• De was is niet of onvoldoende gecentrifugeerd
— U heeft een programma zonder centrifugeren geselecteerd, bijv.
“Uitdruppen”.
— De centrifugeerbeveiliging heeft gedetecteerd dat het wasgoed slecht
over de trommel is verdeeld:
- Haal het wasgoed uit elkaar en programmeer een nieuwe
centrifugeerbeurt.
• Het water wordt niet uit de machine afgevoerd
— U heeft een “Stop met volle kuip” geprogrammeerd.
— Het filter van de afvoerpomp zit verstopt:
- Maak het schoon (zie in hoofdstuk “SCHOONMAKEN VAN DE
FILTERPOMP” hoe u te werk moet gaan).
— De afvoerslang is gevouwen of platgedrukt.
• Het deksel gaat niet open
— Het programma is nog niet afgelopen.
Het deksel blijft tijdens de hele duur van het programma vergrendeld.
• De deurtjes van de trommel gaan te langzaam open
(voor de machines die zijn uitgerust met deurtjes die zacht open gaan)
— Uw machine heeft al lang niet gedraaid.
— Hij staat in een te koude ruimte.
— Wasmiddelresten (poeder) blokkeren de scharnieren.
- In alle gevallen komt alles na een eerste keer openen weer in orde.
Belangrijk:
In het algemeen en wat het vastgestelde probleem ook is,
is het ‘t beste om de machine te stoppen, de stroomkabel los te halen
en de watertoevoerkraan te sluiten.
•OPMERKING OVER DE WERKING, DIT IS GEEN
INCIDENT:
•De duur van het programma wordt tijdens het
programma bekort of verlengd.
Het betreft hier geen incident. De duur die aan het begin van het
programma wordt aangegeven wordt aangepast afhankelijk van het
gewicht van het wasgoed in de trommel (automatisch gewogen). Hierdoor
krijgt u een perfect wasresultaat en wordt het water- en energieverbruik
aan het gewicht aangepast. Dit is normaal. Het beveiligingssysteem
voor centrifuge en antischuim kan de oorspronkelijk aangegeven duur
verlengen.
• SERVICEDIENST:
De eventuele interventies in de machine moeten worden uitgevoerd:
of door uw vakhandelaar,
of door een andere professioneel van dit merk.
Tijdens het telefoneren, dient u de complete referentie op te geven van uw
machine (model, type, serienummer). Deze informatie staat op het typeplaatje
aan de achterkant van de machine.
Melding
Oorzaak / Oplossing
Trommel geblokkeerd. Kijk of een klein stukje textiel
(zakdoek, sok bijvoorbeeld) niet is geschoten tussen
de kuip en de trommel en de draaibeweging van de
trommel blokkeert. Om op de bodem van de kuip te
kunnen komen, zie het hoofdstuk “SCHOONMAKEN
VAN DE FILTERPOMP”
De filter van de pomp is verstopt. Maak de filter van de
pomp schoon (zie hoe in het hoofdstuk “SCHOONMAKEN
VAN DE FILTERPOMP”), druk dan opnieuw op de toets
om de cyclus weer op te starten.
Controleer eveneens of de afvoerslang naar behoren is
gepositioneerd in de afvoerbuis, de aansluiting mag niet
hermetisch zijn (zie hoofdstuk “AFVOER
AFVALWATER”)
De afvoerslang is niet goed aangebracht. Controleer
of de afvoerslang naar behoren is gepositioneerd in de
afvoerbuis: de aansluiting mag niet hermetisch zijn (zie
hoofdstuk “AFVOER AFVALWATER”)
Watertoevoerkraan is dicht. Controleer of de
watertoevoerkraan open staat en druk dan opnieuw op
de toets “
om de cyclus weer op te starten. Deze
storing kan ook worden veroorzaakt door een onjuiste
aansluiting van de afvoerslang (zie hoofdstuk “AFVOER
AFVALWATER”).
Deksel niet goed gesloten. Controleer of het deksel
naar behoren is gesloten, druk dan opnieuw op de toets
om de cyclus opnieuw op te starten
Opmerking:
Wanneer zich een incident voordoet dat niet op bovenstaande lijst
voorkomt, raden wij aan eerst het volgende te proberen voordat u
een reparateur raadpleegt:
- zet de programmakeuzeschakelaar op de stand “O
en haal de steker
op zijn minst 10 seconden uit de contactdoos steek de steker weer
in de contactdoos en start een nieuwe wascyclus op
- Steek de steker weer in de contactdoos en start een nieuwe wascyclus
op.
Als het probleem niet is opgelost, een reparateur bellen.
Belangrijk:
Geen wascyclus opstarten als de trommel vastzit of er water
onder en/of om de machine staat of als u een brandlucht ruikt.
TW2G00114-00 03/10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Fagor FET-3126D de handleiding

Type
de handleiding