WOLF-Garten A 530 A V HW IS Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Original operating instructions)
Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Notice d'instructions d'origine)
Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originalbetriebsanleitung)
Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originele gebruiksaanwijzing)
Italiano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Istruzioni per l'uso originali)
Español . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Instrucciones de funcionamiento originales)
Svenska . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originalbruksanvisning)
Dansk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originale driftsvejledning)
Norsk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originale driftsanvisningen)
Suomi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Alkuperäinen käyttöohjekirja)
Português . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Instruções de serviço originais)
Ελληνικά . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Αυθεντικές οδηγίες χειρισμού)
Magyar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Eredeti üzemeltetési útmutató)
Polski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Oryginalna instrukcja obsługi)
Česky . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originální návod k obsluze)
Slovensky . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originálny návod na obsluhu)
Româneşte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Instrucţiuni de funcţionare originale)
Slovensko . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Izvirno navodilo za obratovanje)
Hrvatski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originalna uputa za rad)
Srpski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originalno uputstvo za rad)
Bosanski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originalna uputa za rad)
Македонски . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Оригинално упатство за користење)
Türkçe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Orijinal işletme kılavuzu)
Русский . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Оригинальная инструкция по эксплуатации)
Українська . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Оригіналний посібник з експлуатації)
Български . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Оригинално упътване за експлоатация)
Eesti . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originaalkasutusjuhend)
Lietuviškai . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Originali naudojimo instrukcija)
Latviešu valodā . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
(Lietošanas pamācības oriģināls)
4
13
24
33
43
53
63
72
81
90
99
109
120
129
140
149
159
169
178
187
196
205
216
226
238
249
260
269
278
Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Nederlands
33
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . 33
Monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Tips voor het verzorgen
van het gazon . . . . . . . . . . . . . 39
Transporteren . . . . . . . . . . . . . 39
Reiniging/Onderhoud . . . . . . . . 39
Buiten bedrijf stellen . . . . . . . . . 40
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Informatie over de motor . . . . . 41
Storingen herkennen
en oplossen . . . . . . . . . . . . . . . 41
Gegevens op het typeplaatje
Deze gegevens zijn belangrijk om
vast te stellen welk type zitmaaier
u hebt bij het bestellen van
vervangingsonderdelen en voor
de klantenservice. U vindt het
typeplaatje in de buurt van de
motor. Vul alle gegevens van het
typeplaatje van uw machine in het
onderstaande vakje in.
Deze en andere gegevens over het
apparaat vindt u in de aparte CE-
conformiteitsverklaring die deel
uitmaakt van deze gebruiks-
aanwijzing.
Afbeeldingen
Vouw de pagina's met afbeel-
dingen aan het begin van de
gebruiksaanwijzing open.
In deze gebruiksaanwijzing
worden verschillende modellen
beschreven. Details van afbeel-
dingen kunnen verschillen van
de door u gekochte machine.
Voor uw veiligheid
Juist gebruik van
de machine
Deze machine is uitsluitend
bestemd
voor gebruik overeenkomstig
de beschrijvingen en veiligheids-
voorschriften in deze gebruiks-
aanwijzing;
voor het maaien van gazons in
particuliere tuinen.
Elk ander gebruik is geen gebruik
volgens de voorschriften.
Het gebruik anders dan volgens de
voorschriften heeft het vervallen van
de garantie en afwijzing van elke
verantwoordelijkheid van de zijde
van de fabrikant tot gevolg.
De gebruiker is aansprakelijk voor
alle schade van derden en van hun
eigendom.
Bij eigenmachtige veranderingen
van de machine bestaat geen
aansprakelijkheid van de fabrikant
voor daaruit voortkomende
schade.
Neem de veiligheids- en
bedieningsvoorschriften in
acht
Lees als gebruiker van deze
machine de gebruiksaanwijzing
voor het eerste gebruik zorgvuldig
door. Handel volgens de voor-
schriften en bewaar de gebruiks-
aanwijzing voor later gebruik.
Geef kinderen of andere personen
die deze gebruiksaanwijzing niet
kennen nooit toestemming om
deze machine te gebruiken.
Geef de gebruiksaanwijzing met
de machine mee aan een nieuwe
eigenaar.
Algemene veiligheids-
voorschriften
In dit hoofdstuk vindt u algemene
veiligheidsvoorschriften.
Waarschuwingen die betrekking
hebben op bepaalde onderdelen
van de machine, op functies of
op handelingen, vindt u op de
desbetreffende plaats in deze
gebruiksaanwijzing.
Veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen voor motor, accu en
accuoplaadapparaat vindt u in het
meegeleverde motorhandboek.
Voordat u de machine
in gebruik neemt
Personen die deze machine
gebruiken, mogen niet onder
invloed zijn van alcohol, drugs
of medicijnen.
Personen jonger dan 16 jaar
mogen het apparaat niet bedienen
en mogen geen overige werkzaam-
heden zoals onderhouds-,
reinigings- of instelwerkzaam-
heden aan het apparaat uitvoeren.
Plaatselijke bepalingen kunnen de
minimumleeftijd van de gebruikers
vastleggen.
Deze machine is niet bestemd om
te worden gebruikt door personen
(inclusief kinderen) met beperkt
fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens, met gebrekkige
ervaring en/of gebrekkige kennis,
tenzij onder toezicht van een voor
hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of voorzien van aanwij-
zingen van deze persoon ten
aanzien van het gebruik van de
machine.
Er dient op te worden toegezien dat
kinderen niet met deze machine
spelen.
Maak uzelf voor het begin van de
werkzaamheden vertrouwd met
alle voorzieningen en bedienings-
elementen en hun functies.
Bewaar brandstof alleen in
daarvoor goedgekeurde tanks
en nooit in de buurt van een
verwarmingsbron (bijvoorbeeld
een oven of warm-waterboiler).
Vul de tank uitsluitend buitenshuis.
Vul de tank nooit met benzine als
de motor loopt of heet is.
Vervang een beschadigde uitlaat,
tank of tankdeksel.
Controleer voor gebruik,
of de grasvanger werkt en de
uitwerpklep goed sluit. Vervang
versleten of ontbrekende delen
onmiddellijk.
Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
34
of maaigereedschappen,
bevestigingsbouten en de hele
maai-eenheid versleten of
beschadigd zijn. Laat versleten
of beschadigde onderdelen door
een gespecialiseerd bedrijf altijd
alleen per set vervangen om
onbalans uit te sluiten.
Het meegeleverde oplaadapparaat
is uitsluitend bestemd voor het
opladen van de in de machine
gebruikte accu. De accu mag
alleen door dit oplaadapparaat
worden opgeladen.
Vervangingsonderdelen en
toebehoren moeten voldoen aan
de door de fabrikant vastgelegde
eisen.
Gebruik daarom alleen originele
vervangingsonderdelen en
origineel toebehoren of de door
de fabrikant toegelaten ver-
vangingsonderdelen en
toebehoren.
Laat reparaties uitsluitend
uitvoeren door een gespecialiseerd
bedrijf.
Tijdens de werkzaamheden
met de machine
Tijdens werkzaamheden met of
aan de machine moet u passende
werkkleding dragen, zoals:
stevige schoenen,
lange broek,
nauwsluitende kleding,
gehoorbescherming,
veiligheidsbril.
Alle veiligheidsvoorzieningen
moeten altijd volledig en zonder
gebreken op de machine zijn
aangebracht.
Verander de veiligheidsvoor-
zieningen niet.
Gebruik de machine alleen in de
door de fabrikant voorgeschreven
en geleverde technische toestand.
Verander nooit de in de fabriek
ingestelde instellingen van de
motor.
Voorkom open vuur en
vonkvorming en rook niet.
Altijd voor werkzaamheden
aan deze machine
Ter bescherming tegen
verwondingen altijd voor
werkzaamheden (bijvoorbeeld
onderhouds- en instelwerkzaam-
heden) aan deze machine en het
verplaatsen (bijvoorbeeld optillen
of dragen) van de machine
de motor uitschakelen,
trek de sleutel (indienaanwezig)
uit het contactslot,
wacht tot alle bewegende
delen volledig tot stilstand zijn
gekomen en de motor is
afgekoeld,
trek de bougiestekker van de
motor los op onbedoeld starten
van de motor te voorkomen,
de startaccu van de motor
verwijderen,
neem de aanvullende
veiligheidsvoorschriften in
het motorhandboek in acht.
Na gebruik van de machine
Verlaat de machine nooit zonder
de motor uit te zetten en (indien
aanwezig) de sleutel uit het
contactslot te trekken.
Veiligheidsvoorzieningen
Afbeelding 1
Gevaar
Gebruik nooit een machine met
beschadigde veiligheidsvoor-
zieningen of zonder dat deze zijn
gemonteerd.
Veiligheidsbeugel (1)
De veiligheidsbeugel dient voor uw
veiligheid om motor en messen in
een noodgeval te stoppen.
Er mag niet worden geprobeerd
om deze functie uit te schakelen.
Uitwerpklep (2) of
botsbeveiliging (3)
De uitwerpklep of botsbeveiliging
beschermt u tegen verwondingen
door het maaimechanisme en naar
buiten geslingerde voorwerpen.
De machine mag alleen worden
gebruikt met de uitwerpklep of
botsbeveiliging.
Symbolen op de machine
Op de machine vindt u diverse
stickers met symbolen. Deze
hebben de volgende betekenis:
Let op! Lees de
gebruiksaanwijzing
vóór de ingebruik-
neming.
Houd derden uit
de buurt van het
gevaarlijke gebied.
Schakel de motor uit
en trek de sleutel uit
het contact vóór alle
werkzaamheden aan
de machine en
voordat u de machine
verlaat.
Neem de aan-
vullende aanwij-
zingen in het
hoofdstuk „Voor uw
veiligheid” in acht.
Trek voor werkzaam-
heden aan de maai-
gereedschappen de
bougiestekker los.
Houd vingers en
voeten uit de buurt
van de maaigereed-
schappen. Schakel
de machine uit en trek
de bougietrekker los
voordat u de machine
instelt, schoonmaakt
of controleert.
Verwondingsgevaar – werk alleen
met een gemonteerde bots-
beveiliging.
!
!
Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Nederlands
35
Verwondingsgevaar – werk alleen
met een gemonteerde achter-
beugel.
Verwondingsgevaar – werk alleen
met een gemonteerde uitwer-
popening.
Zorg ervoor dat de symbolen op de
machine altijd goed leesbaar zijn.
Symbolen in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing worden
symbolen gebruikt die op gevaren
of op belangrijke aanwijzingen
wijzen. Deze symbolen hebben
de volgende betekenis:
Gevaar
U wordt gewezen op gevaren die
samenhangen met de beschreven
handeling. Er bestaat verwon-
dingsgevaar voor personen.
Let op
U wordt gewezen op gevaren die
samenhangen met de beschreven
handeling en waarbij schade aan
de machine kan ontstaan.
Aanwijzing
Geeft belangrijke informatie
en gebruikstips aan.
Monteren
De montage van de machine wordt
getoond op een apart bijgevoegd
blad met afbeeldingen.
Afvoeren
Verpakkingsresten, oude appa-
raten, enz. moeten volgens de
geldende voorschriften worden
afgevoerd.
Bediening
Raadpleeg ook de aanwijzingen
in het handboek bij de motor.
Gevaar
Ongeval
Personen, kinderen of dieren
mogen zich bij het maaien nooit
in de buurt van de machine
bevinden. Verwondingsgevaar
door naar buiten geslingerde
stenen of andere voorwerpen.
Val
Gebruik de machine alleen
stapvoets.
Wees bijzonder voorzichtig
als u achteruit maait en u de
machine naar u toe trekt.
Bij het maaien op steile hellingen
kan de machine kantelen en
u kunt gewond raken. Maai altijd
dwars op een helling, nooit
omhoog of omlaag. Maai niet op
hellingen met een stijging van
meer dan 20 procent.
Wees bijzonder voorzichtig
wanneer u van rijrichting
verandert en let altijd op dat
u stevig staat.
Er bestaat verwondingsgevaar
bij het maaien aan de grens van
een gazon. Maaien in de buurt
van randen, heggen of steile
hellingen is gevaarlijk. Houd bij
het maaien de veiligheidsafstand
aan.
Bij het maaien van nat gras kan
de machine wegglijden door
verminderde grip op de grond en
u kunt vallen. Maai alleen als het
gras droog is.
Werk alleen bij daglicht of bij
voldoende kunstlicht.
Verwonding
De door de stuurstang gegeven
veiligheidsafstand tot het rond-
lopende gereedschap moet altijd
in acht worden genomen.
Het werkbereik van de bediener
bevindt zich tijdens gebruik
achter de stuurstang.
Houd nooit uw handen of voeten
onder draaiende delen.
Gebruik de machine niet bij
slechte weersomstandigheden
of bij kans op regen of onweer.
Stop de motor en wacht tot het
maaigereedschap tot stilstand
is gekomen:
– voordat u de machine kantelt,
– voor het verplaatsen van de
machine over een ander
oppervlak dan gras.
Zet de motor uit. Om onbedoeld
starten van de motor te voor-
komen: contactsleutel (indien
aanwezig) uit het contact
trekken, motor laten afkoelen
en bougie lostrekken,
– voordat u verstoppingen en
blokkeringen uit de uitwer-
popening verwijdert,
– voordat u de gazonmaaier
controleert, reinigt of instelt en
voordat u werkzaamheden aan
de machine uitvoert,
– als een voorwerp is geraakt.
Controleer de gazonmaaier op
schade en breng de maaier in
het geval van schade naar een
reparatiebedrijf.
– als de machine ongewoon te
trillen begint. Controleer de
machine onmiddellijk.
Til of draag nooit een machine
met lopende motor.
Controleer het gebied waar wordt
gewerkt en verwijder alle voor-
werpen die meegenomen en
weggeslingerd kunnen worden.
Als het maaigereedschap een
voorwerp (bijvoorbeeld een
steen) raakt of als de machine
ongewoon begint te trillen: Zet de
motor uit. Machine vóór verder
gebruik door een
gespecialiseerde werkplaats op
schade laten onderzoeken.
Ga bij een sikkelmaaier nooit
voor de grasuitwerpopening
staan.
!
!
Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
36
Machines met grasvanger:
Bij het verwijderen van de
grasvanger kunt uzelf of kunnen
anderen door naar buiten
geslingerd maaigoed of door een
voorwerp gewond raken. Maak de
grasvanger nooit leeg terwijl de
motor loopt. Schakel de machine
uit.
Verstikkingsgevaar door
koolmonoxyde!
Laat de verbrandingsmotor alleen
buitenshuis lopen.
Explosie- en brandgevaar
Benzinedampen zijn explosief
en benzine is zeer brandbaar.
Voeg brandstof toe voordat
u de motor start. Houd de tank
gesloten wanneer de motor loopt
of nog heet is.
Tank alleen met brandstof vullen
als de motor is uitgeschakeld en
afgekoeld. Voorkom open vuur
en vonkvorming en rook niet. Vul
de tank uitsluitend buitenshuis.
Als brandstof is gemorst, mag
u de motor niet starten. Verwijder
de machine van de plaats waar
de brandstof is gemorst en wacht
tot de brandstofdampen ver-
vluchtigd zijn.
Ter voorkoming van brand-
gevaar dient u de volgende delen
vrij van gras en naar buiten
komende olie te houden:
– Motor
– Uitlaat
– Batterijen/accu's
– Benzinetank.
Gevaar voor struikelen
Gebruik de machine alleen
stapvoets.
Let op
Schade aan de machine
Stenen, rondslingerende takken
en andere voorwerpen kunnen
leiden tot schade aan de
machine en aan de werking
daarvan. Verwijder vaste
voorwerpen uit het gebied
waar wordt gewerkt.
Gebruik de machine uitsluitend
als deze geheel in orde is.
Controleer de machine optisch
voor ieder gebruik. Controleer in
het bijzonder of veiligheids-
voorzieningen, bedienings-
elementen en schroefverbin-
dingen niet beschadigd zijn en
goed vastzitten. Vervang
beschadigde delen voor het
gebruik.
Nooit een accu gebruiken
die vervormd, gevallen of
beschadigd is.
Accu en oplaadapparaat niet
blootstellen aan regen of vocht.
Gebruikstijden
Neem de geldende voorschriften
met betrekking tot gebruikstijden
in acht (vraag eventueel na bij uw
gemeente).
Positieaanduidingen
Bij het aangeven van posities op de
machine (links, rechts, enz.) gaan
wij altijd uit van de geleidingsstang
gezien in de werkrichting van de
machine.
Voor de eerste
ingebruikneming
Vullen met motorolie
Let op
De machine wordt in verband met
het transport zonder motorolie
geleverd.
Voeg daarom voor de eerste
ingebruikneming motorolie toe.
Zie daarvoor het motor-
handboek.
Accu opladen
(machines met elektrische start)
Alle aanwijzingen en informatie
betrekking tot accu en oplaad-
apparaat uit het motorhandboek
in acht nemen en opvolgen.
Gevaar voor brandwonden
en vergiftiging
Er moet rekening mee worden
gehouden dat In uitzonderlijke
gevallen vloeistoffen of gassen
naar buiten komen.
Gevaar voor stroomschok
Controleer het oplaadapparaat
voor elk gebruik op beschadigingen
aan de buitenkant. Gebruik nooit
een oplaadapparaat dat
beschadigd of gevallen is.
Let op
Het oplaadapparaat moet
overeenkomstig de gegevens
op het typeplaatje worden
aangesloten op een stroomnet
van 220–230 V en 50 Hz.
Accu en oplaadapparaat
beschermen tegen vocht,
regen, sneeuw en vorst.
Accu alleen in een goed
geventileerde en droge
ruimte opladen.
Verbinding van het oplaad-
apparaat met het stroomnet
verbreken nadat u de accu
heeft verwijderd.
Nooit voorwerpen in de
contacten van de accu steken.
Verbreek de verbinding met het
stroomnet voordat u werkzaam-
heden aan het oplaadapparaat
uitvoert.
Accu en oplaadapparaat niet
openen. Alle werkzaamheden
aan accu en oplaadapparaat
laten uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
Afbeelding 2
Voor het eerste gebruik van het
gereedschap de accu ca. 1 uur
opladen. Gebruik alleen het
meegeleverde oplaadapparaat.
Aanwijzing
Uitgebreide informatie met
betrekking tot opladen en
accutoestandsindicatie vindt
u in het motorhandboek.
Weggooien van het
oplaadapparaat
Voor het oplaadapparaat gelden de
voorschriften voor het weggooien
van elektrische apparaten. Neem
de plaatselijke voorschriften in
acht.
!
!
Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Nederlands
37
Instelwerkzaamheden
voor elk gebruik
Verwondingsgevaar
Altijd voor werkzaamheden
aan deze machine
Zet de motor uit.
Trek de sleutel (indien aanwezig)
uit het contactslot.
Wacht tot alle bewegende delen
volledig tot stilstand gekomen
zijn.
De motor moet afgekoeld zijn.
Zet de motor uit om onbedoeld
starten van de motor te
voorkomen.
Startaccu van de motor
verwijderen.
Grasvanger bevestigen
(alleen bij machines met
grasvanger)
Afbeelding 11
Uitwerpklep optillen en de
grasvanger bevestigen.
Maaihoogte instellen
Let op
Maaihoogte bij oneffen terrein
zodanig kiezen dat het maaimes
nooit met de bodem in aanraking
komt.
Afbeelding 3
Stel de maaihoogte van het gras
naar wens in.
Instelmogelijkheid (afhankelijk van
het model) van ca. 3 tot maximaal
9cm.
Aanwijzing
Stel bij machines met wiel-
verstelling alle wielen op dezelfde
hoogte in.
Model A
Bevestig de wielen in de
gewenste positie.
Modell B
Trek aan de stip en laat deze in
de gewenste stand vastklikken.
Model C
Duw de hendel van de centrale
hoogteverstelling vooruit of
achteruit en laat deze in de
gewenste stand vastklikken.
Voorwielen vergrendelen
(alleen machines met
vergrendelbare voorwielen)
Afbeelding 4
Wielen vergrendelen om rechtdoor
te rijden – Wielen naar voren en
beugel in het grote gat.
Wielen vrij beweegbaar Beugel in
het kleine gat.
Tanken en oliepeil controleren
Benzine, loodvrij tanken
(zie motorhandboek 20).
Vul de brandstoftank maximaal
tot 2 cm onder de rand van de
vulopening.
Sluit de brandstoftank stevig af.
Controleer het oliepeil. Voeg
indien nodig olie toe (zie het
handboek van de motor).
Batterijvak op motor reinigen
Vreemde voorwerpen en vuil op
het batterijvak met een doek en
borstel verwijderen.
Motor starten
Afbeelding 5
Gevaar
Ter bescherming tegen
verwondingen,
start de motor niet als u voor de
uitwerpopening staat;
houd handen en voeten uit de
buurt van het maaimechanisme;
breng nooit handen of voeten of
andere lichaamsdelen in de buurt
van draaiende delen. Houd
u altijd uit de buurt van de
uitwerpopening.
Voordat u de motor start, koppelt
u alle maaigereedschappen en
aandrijvingen los.
Kan de machine niet bij het starten.
Plaats de machine op een egaal
oppervlak met bij voorkeur kort of
weinig gras.
Aanwijzingen betreffende
de motor
Neem de informatie in de
gebruiksaanwijzing van de motor
in acht.
Enkele modellen hebben geen
gashendel, het toerental wordt
automatisch ingesteld. De motor
loopt altijd moet optimaal
toerental.
Startaccu in het batterijvak van
de motor plaatsen tot deze
vastklikt – afbeelding 5A.
Open de benzinekraan
(indien aanwezig).
Zet de gashendel (indien
aanwezig) op /max
afbeelding 5B.
Ga achter de machine staan,
druk de veiligheidsbeugel in en
houd deze vast – afbeelding 5C.
Contactsleutel op stuurstang
bedienen tot de motor aanspringt
(startpoging max. 5 seconden,
tot de volgende poging minstens
1 minuut wachten) – afbeelding
5C.
Als de motor loopt:
Zet na het starten van de motor
de gashendel (indien aanwezig)
tussen /max en /min om
de motor kort te laten warm-
lopen.
Zet voor het maaien van het
gazon de gashendel (indien
aanwezig) op volgas.
Aanwijzing
Zie het motorhandboek voor meer
informatie over de bediening van
de motor.
Motor stoppen
Afbeelding 7
Zet de gashendel (indien
aanwezig) in stand /min.
Laat de veiligheidsbeugel los.
De motor en de messen stoppen
na korte tijd.
Met de machine werken
Wielaandrijving in- en
uitschakelen
(alleen bij machines met aange-
dreven wielen)
Afbeelding 6A, B, C
Wielaandrijving inschakelen
/:
Aan hendel/beugel trekken
en deze vasthouden.
!
!
Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
38
Wielaandrijving uitschakelen
/:
Hendel/beugel loslaten.
Aanwijzing voor machines
overeenkomstig afbeelding 6C
Voor het in- en uitschakelen
kunnen de linker- of de rechter-
hendel resp. beide hendels samen
gebruikt worden.
Aanwijzing
Vanwege de constructie kan het
voorkomen dat bij het terugtrekken
van het gereedschap de achter-
wielen een verhoogde weerstand
bezitten. Dit is geen fout van de
machine, maar een technisch
noodzakelijk verschijnsel.
Oplossing (afhankelijk van het
model).: Machine zonder aange-
trokken aandrijfbeugel eerst een
beetje naar voren duwen en
vervolgens naar achteren.
Aandrijfsnelheid van de
wielaandrijving veranderen
(afhankelijk van uitvoering)
Let op
Schade aan de machine
Voer de instelling alleen uit als de
motor loopt.
Afbeelding 6D, E
Kies met de kleine hendel tussen
verschillende snelheidsstanden
(1/min/ en 4/max/ ).
Afbeelding 6F, G
Kies met de hendel tussen de
snelheidsstanden (1/min/
und 4/max/ ).
Aanwijzing
Door een technische oorzaak kan
het voorkomen dat de snelheid
slechts moeilijk veranderd kan
worden terwijl de machine stilstaat.
Oplossing: Aandrijfbeugel
aantrekken en snelheidsstand
kiezen.
Grasvanger verwijderen en
leegmaken
(bij machines met grasvanger)
Afbeelding 11
Als er maaigoed op de grond blijft
liggen of de vulpeilindicatie
(optioneel, afbeelding 12) aangeeft
dat de mand vol is:
Laat de veiligheidsbeugel los
en wacht tot de motor stilstaat.
Uitwerpklep optillen en de
grasvanger verwijderen.
Grasvanger leegmaken.
Werken zonder grasvanger
Indien u de grasvanger verwijdert,
klapt de uitwerpklep naar beneden.
Bij werkzaamheden zonder gras-
vanger wordt het maaigoed
rechtstreeks naar beneden
uitgeworpen.
Ombouwen voor mulchen
(bij machines met optioneel
mulchtoebehoren)
Machines met achterwaartse
uitworp:
Afbeelding 8A
Til de uitwerpklep omhoog.
Grasvanger verwijderen.
Zet de mulchspie in
(afhankelijk van het model).
Laat de uitwerpklep omlaag.
Aanwijzing
Modellen met geïntegreerde
mulchfunctie hebben geen aparte
mulchspie nodig. Deze functie
wordt overgenomen door een
speciaal gevormde achterklep
(afbeelding 8B).
Machines met zijwaartse uitworp:
Afbeelding 9
Monteer de botsbescherming/
mulchsluiting in plaats van de
zijwaartse uitworp (afbeelding
9A).
of
Verwijder de zijwaartse uitworp.
De botsbescherming/mulch-
sluiting sluit automatisch
(afbeelding 9B).
Machines ombouwen voor
zijwaartse uitworp
(afhankelijk van uitvoering)
Indien aanwezig:
Grasvanger verwijderen en klep
van achterwaartse uitworp
omlaag zetten.
Botsbescherming/mulchsluiting
omhoog zetten en zijwaartse
uitworp monteren (afbeelding
9C).
Na beëindiging van de
werkzaamheden
Trek de sleutel (indien aanwezig)
uit het contactslot.
Wacht tot alle bewegende
delen volledig tot stilstand
zijn gekomen en de motor is
afgekoeld.
Sluit de benzinekraan (in dien
aanwezig, zie de gebruiks-
aanwijzing van de motor).
Trek de bougiestekker van de
motor los.
Grasvanger leegmaken.
Startaccu van de motor
verwijderen – afbeelding 16.
Accu indien nodig opladen.
Afbeelding 17
Druk op de toets (1) van de accu
om de accuoplaadtoestand te
controleren. De LED (2) geeft
ongeveer de oplaadtoestand
aan.
Als de LED knippert, de accu
onmiddellijk opladen.
Aanwijzing
Zet de machines alleen met een
afgekoelde motor in een gesloten
ruimte.
Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Nederlands
39
Tips voor het verzorgen
van het gazon
Enkele tips om uw gazon gezond
en gelijkmatig te laten groeien.
Maaien
Gazon bestaat uit verschillende
soorten gras. Als u vaak maait,
bevordert dit de groei van gras met
stevige wortels. Als u zelden maait,
ontwikkelen zich lange grassoorten
en ander onkruid (zoals klaver en
madeliefjes).
De normale hoogte van een gazon
bedraagt 4 tot 5 cm. Maai slechts
een derde van de totale hoogte.
Dus bij 7–8 cm op normale hoogte
maaien.
Het gazon niet korter maaien dan
4 cm omdat het anders bij droog
weer beschadigd raakt.
Lang gras (bijvoorbeeld na de
vakantie) in verschillende beurten
tot normale lengte maaien.
Bij het maaien de maaibanen altijd
iets laten overlappen.
Mulchen (met toebehoren)
Het gras wordt bij het maaien in
kleine stukjes van ca. 1 cm
gesneden en blijft liggen.
Het gazon krijgt zo de beschikking
over veel voedingsstoffen.
Voor een optimaal resultaat moet
het gazon altijd kort worden
gehouden. Zie ook het gedeelte
„Maaien”. Neem de volgende
aanwijzingen in acht bij het
mulchen:
Maai geen nat gras.
Maai nooit meer dan 2 cm van de
totale lengte van het gras.
Rijd langzaam.
Gebruik het maximale toerental.
Reinig het maaimechanisme
regelmatig.
Transporteren
Korte stukken handmatig
Gevaar
Voorwerpen kunnen door het
draaiende maaiwerk worden
meegenomen en weggeslingerd
en daardoor schade veroorzaken.
Als u de machine wilt verplaatsen
over andere oppervlakken dan
gras, dient u eerst de motor te
stoppen.
Met een voertuig
Gevaar
Altijd vóór het transport motor
stoppen en laten afkoelen.
De bougiestekker lostrekken.
Vervoer de machine niet in een
gekantelde positie.
Zorg ervoor dat de machine bij
transport op of in een voertuig niet
kan gaan schuiven.
Vervoer de machine alleen met een
lege brandstoftank. Tankdop moet
stevig afgesloten zijn.
Machines met uitklapbare stang:
Afbeelding 10
Door de stuurstang samen te
klappen, kunt u de machine
makkelijker opbergen.
Reiniging/Onderhoud
Gevaar
Ter voorkoming van verwondingen,
voor alle werkzaamheden aan de
machine
de motor uitschakelen,
trek de sleutel (indien aanwezig)
uit het contactslot,
wacht tot alle bewegende delen
volledig tot stilstand zijn
gekomen en de motor is
afgekoeld,
trek de bougiestekker van de
motor los op onbedoeld starten
van de motor te voorkomen.
Startaccu van de motor
verwijderen,
neem de aanvullende veilig-
heidsvoorschriften in het
motorhandboek in acht.
Gevaar
Laat ter bescherming tegen
verwondingen door het maai-
mechanisme alle werkzaamheden
zoals het vervangen of slijpen van
het maaimes alleen uitvoeren door
een gespecialiseerd reparatie-
bedrijf (speciaal gereedschap
vereist).
Aandraaimoment van de
messenschroef:
51–68 Nm (gazonmaaier met
stalen huis)
36–44 Nm (gazonmaaier met
kunststof huis)
Let op
Kantel de machine altijd zo dat de
bougie omhoog wijst, zodat er door
brandstof of olie geen schade aan
de motor ontstaat.
Onderhoud
Let op
Neem de onderhoudsvoorschriften
in het motorhandboek in acht. Laat
de machine aan het einde van het
seizoen nazien en onderhouden
door een onderhoudsbedrijf.
Alle reparaties alleen door een
gespecialiseerd bedrijf laten
uitvoeren.
Let op
Gevaar voor het milieu door
motorolie.
Geef na het olieverversen de oude
olie af bij een inzamelplaats voor
oude olie of een afvalverwerkings-
bedrijf.
Milieugevaar door batterijen
en accu's.
Lege batterijen en accu's horen
niet bij het huisvuil. Geef lege
batterijen en accu's af bij uw
leverancier of een verwerkings-
bedrijf. Verwijder de batterijen of
accu's voordat het apparaat naar
de sloop gaat.
Aanwijzing
Neem de controle- en onderhouds-
intervallen in de gebruiks-
aanwijzing van de motor in acht.
Sommige modellen zijn voorzien
van een elektronische onder-
houdsindicatie (afbeelding 13).
Neem naast de onderhouds-
aanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzing ook de onderhouds-
indicaties in acht. Zie voor
bediening en overige informatie de
aparte gebruiksaanwijzing van de
onderhoudsindicatie.
!
!
!
!
Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
40
Voor elk gebruik
Oliepeil controleren.
Indien nodig olie bijvullen.
Schroefverbindingen op stevig
vastzitten controleren.
Indien nodig vastdraaien.
Veiligheidsvoorzieningen
controleren.
Vreemde voorwerpen en vuil van
het batterijvak op de motor met
een doek en borstel verwijderen.
Controleer het ingrijppunt van de
koppeling:
(alleen bij machines met
aangedreven wielen)
Als de motor draait en de
wielaandrijving uitgeschakeld is,
mag de machine niet vooruit
bewegen.
Als de motor draait en de
wielaandrijving ingeschakeld is,
moet de machine vooruit rijden.
Afbeelding 15
Indien nodig ingrijppunt met
kartelwiel/stelmoer op
wielaandrijfhendel (afhankelijk
van uitvoering aan onderzijde
van de schakelconsole) of
bowdenkabel instellen.
Aanwijzing
Bij enkele modellen is geen
instelmogelijkheid aanwezig.
Na de eerste 2–5 bedrijfsuren
Vervang de olie. Zie het
meegeleverde motorhandboek.
Elke keer na het maaien
of indien nodig
Accu opladen.
Eenmaal per seizoen
Ververs de olie. Zie het
meegeleverde motorhandboek.
Smeer de scharnierpunten en de
draaiveer van de uitwerpklep.
Laat de machine aan het einde
van het seizoen nazien en
onderhouden door een onder-
houdsbedrijf.
Laat accu en oplaadapparaat
regelmatig (minstens 1x per jaar)
door een gespecialiseerd bedrijf
controleren.
Reiniging
Let op
Reinig de machine na elk gebruik.
Een niet-gereinigde machine
veroorzaakt materiaalschade en
functiestoringen.
Gebruik voor het reinigen geen
hogedrukreiniger.
Grasvanger reinigen
(alleen bij machines met
grasvanger)
Het eenvoudigst is de reiniging
meteen na het maaien.
De grasvanger verwijderen
en leegmaken.
De grasvanger kan worden
gereinigd met een krachtige
waterstraal uit de tuinslang.
De grasvanger voor het volgende
gebruik grondig laten drogen.
Gazonmaaier reinigen
Gevaar
Werkzaamheden aan de messen
kunnen verwondingen veroor-
zaken. Draag ter bescherming
werkhandschoenen.
Let op
Kantel de machine altijd zo dat de
bougie omhoog wijst, zodat er door
brandstof of olie geen schade aan
de motor ontstaat.
De machine niet met water
afspuiten. Anders kunnen
elektrische delen beschadigd
raken.
Accu en oplaadapparaat tegen
vocht beschermen.
Reinig de machine indien mogelijk
altijd meteen na het maaien.
Batterijvak op motor reinigen
Vreemde voorwerpen en vuil van
het batterijvak op de motor met
een doek en borstel verwijderen.
Machines zonder dekwassysteem:
Reinig de maairuimte en de
uitwerpklep met een borstel,
handveger of lap.
Zet de machine op de wielen en
verwijder alle zichtbare gras- en
vuilresten.
Machines met dekwassysteem:
Afbeelding 14
Gazonmaaiers met dekwassysteem
zijn uitgevoerd met een water-
aansluiting. Daarmee kunnen
grasresten van de onderzijde van
het maaidek worden afgespoeld
en kan aanslag van corroderende
chemicaliën worden voorkomen.
Na het maaien als volgt te werk
gaan:
Machine op een egaal oppervlak
zonder grind, stenen enz.
neerzetten.
Aanwijzing
Uitwerpschacht mag niet naar
huizen, garages en dergelijke
gericht zijn.
Een in de handel verkrijgbare
slangadapter (optioneel
meegeleverd) aan een
waterslang monteren en aan de
wateraansluiting van het maaidek
aansluiten.
Waterkraan opendraaien.
Motor starten en enkele minuten
laten lopen.
Motor stoppen en waterslang van
machine losmaken.
Na het reinigen:
Motor starten en enkele minuten
laten lopen om de onderzijde van
het maaidek te drogen.
Motor stoppen.
Buiten bedrijf stellen
Gevaar
Explosie- en brandgevaar.
Bewaar de machine met brandstof
(benzine) in de tank nooit in
ruimten waarin brandstofdampen
met open vuur of vonken in
aanraking kunnen komen.
Let op
Schade aan de machine.
Zet de machine weg met een
afgekoelde motor en alleen in
een schone en droge ruimte.
Bescherm de machine tegen
roest wanneer deze langdurig
wordt opgeborgen, bijvoorbeeld
tijdens de winter.
!
!
Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Nederlands
41
Accu en oplaadapparaat op een
koele en droge plaats bewaren.
Accu en oplaadapparaat
beschermen tegen vocht,
regen, sneeuw en vorst.
Na het seizoen of indien de
machine langer dan een maand
niet wordt gebruikt:
Laat de brandstof in een
geschikte bak lopen en behandel
de motor zoals beschreven in het
motorhandboek,
Let op
Tap de brandstof alleen
buitenshuis af.
Machine en grasvanger reinigen.
Alle metalen onderdelen ter
bescherming tegen roest
afvegen met een lap met olie
(zonder hars) of met oliespray
inspuiten.
Accu opladen.
Garantie
In elk land gelden de garantie-
bepalingen die door onze
maatschappij of importeur worden
uitgegeven. Storingen aan uw
apparaat verhelpen wij kosteloos in
het kader van de garantie, indien
een materiaal- of produktiefout
hiervan de oorzaak is. Neem
voor een reparatie binnen de
garantietermijn contact op met uw
leverancier of de dichtstbijzijnde
vestiging.
Informatie over de motor
De fabrikant van de motor is
aansprakelijk voor alle problemen
met de motor ten aanzien van
vermogen, vermogensmeting,
technische gegevens, garantie en
service. Meer informatie vindt u in
de apart meegeleverde gebruiks-
aanwijzing van de motor.
Storingen herkennen
en oplossen
Storingen bij het gebruik van
de gazonmaaier hebben vaak
eenvoudige oorzaken die u dient
te kennen en die u deels zelf kunt
verhelpen. In geval van twijfel is uw
leverancier of een onderhouds-
bedrijf graag bereid u te helpen.
.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor start niet. Gashendel staat niet goed. Zet de gashendel op de stand
of CHOKE (bij koude motor).
Zet de gashendel op stand /max.
of START (bij warme motor).
Maaier staat in hoog gras. Zet de maaier op een oppervlak
met laag gras.
Geen brandstof in de tank. Vul de tank met schone,
verse brandstof.
Bougiestekker niet vastgestoken. Steek de bougiestekker vast.
Brandstof oud of vuil. Vervang de brandstof door verse
brandstof.
Luchtfilter vuil. Reinig het luchtfilter.
Accu niet juist ingezet. Accu juist in het batterijvak op de motor
plaatsen en laten vastklikken.
Accu leeg. Laad de accu op met het meegeleverde
oplaadapparaat.
Kabel beschadigd. Controleer of de elektrische kabel
in orde is.
Accu defect. Accu door een gespecialiseerd bedrijf
laten controleren.
Ongewone geluiden
(gerammel, geratel, geklepper).
Schroeven, moeren of andere
bevestigingsonderdelen zijn
losgeraakt.
Maak de onderdelen vast. Als de
geluiden blijven: Ga naar een
gespecialiseerd bedrijf.
Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor
42
Schokken, trillingen. Mes los. Laat de mesbevestigingsschroef door
een reparatiebedrijf vastdraaien.
Mes beschadigd. Laat het mes door een reparatiebedrijf
vervangen.
Mes niet goed uitgebalanceerd. Laat het mes door een reparatiebedrijf
vervangen of uitbalanceren.
Motorbevestiging losgeraakt. Motor laten vastzetten door een
reparatiebedrijf.
Onregelmatig maaien
of toerental neemt af.
Gras te hoog. Stel een grotere maaihoogte in of maai
eventueel een tweede keer.
Gras blijft liggen of grasbak raakt
niet vol.
Gras te vochtig. Laat het gazon drogen.
Uitwerpopening verstopt. Zet de motor uit en maak de verstopping
ongedaan.
Mes bot. Laat het mes door een reparatiebedrijf
vervangen of slijpen.
Onvoldoende motorvermogen. Maai vaker of kies een grotere
maaihoogte.
Grasvanger vol. Zet de maaier uit en maak de grasbak
leeg.
Grasvanger vuil. Zet de maaier uit en reinig de openingen
van de grasvanger.
Wielaandrijving werkt niet. V-riem gescheurd of overbrenging
defect.
Laat beschadigde delen door een
reparatiebedrijf vervangen.
Trekkoord of bowdenkabel defect. Laat beschadigde delen door een
reparatiebedrijf vervangen.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing

Documenttranscriptie

English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Italiano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Español . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Svenska . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Dansk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Norsk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 Suomi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Português . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Ελληνικά . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Magyar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Polski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129 Česky . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140 Slovensky . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149 Româneşte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Slovensko . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169 Hrvatski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178 Srpski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 Bosanski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196 Македонски . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205 Türkçe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 Русский . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 Українська . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238 Български . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249 Eesti . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260 Lietuviškai . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269 Latviešu valodā . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278 (Original operating instructions) (Notice d'instructions d'origine) (Originalbetriebsanleitung) (Originele gebruiksaanwijzing) (Istruzioni per l'uso originali) (Instrucciones de funcionamiento originales) (Originalbruksanvisning) (Originale driftsvejledning) (Originale driftsanvisningen) (Alkuperäinen käyttöohjekirja) (Instruções de serviço originais) (Αυθεντικές οδηγίες χειρισμού) (Eredeti üzemeltetési útmutató) (Oryginalna instrukcja obsługi) (Originální návod k obsluze) (Originálny návod na obsluhu) (Instrucţiuni de funcţionare originale) (Izvirno navodilo za obratovanje) (Originalna uputa za rad) (Originalno uputstvo za rad) (Originalna uputa za rad) (Оригинално упатство за користење) (Orijinal işletme kılavuzu) (Оригинальная инструкция по эксплуатации) (Оригіналний посібник з експлуатації) (Оригинално упътване за експлоатация) (Originaalkasutusjuhend) (Originali naudojimo instrukcija) (Lietošanas pamācības oriģināls) Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Inhoudsopgave Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . 33 Monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Tips voor het verzorgen van het gazon . . . . . . . . . . . . . 39 Transporteren . . . . . . . . . . . . . 39 Reiniging/Onderhoud . . . . . . . . 39 Buiten bedrijf stellen . . . . . . . . . 40 Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Informatie over de motor . . . . . 41 Storingen herkennen en oplossen . . . . . . . . . . . . . . . 41 Gegevens op het typeplaatje Deze gegevens zijn belangrijk om vast te stellen welk type zitmaaier u hebt bij het bestellen van vervangingsonderdelen en voor de klantenservice. U vindt het typeplaatje in de buurt van de motor. Vul alle gegevens van het typeplaatje van uw machine in het onderstaande vakje in. Deze en andere gegevens over het apparaat vindt u in de aparte CEconformiteitsverklaring die deel uitmaakt van deze gebruiksaanwijzing. Afbeeldingen Vouw de pagina's met afbeeldingen aan het begin van de gebruiksaanwijzing open. In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen beschreven. Details van afbeeldingen kunnen verschillen van de door u gekochte machine. Voor uw veiligheid Juist gebruik van de machine Deze machine is uitsluitend bestemd – voor gebruik overeenkomstig de beschrijvingen en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing; – voor het maaien van gazons in particuliere tuinen. Elk ander gebruik is geen gebruik volgens de voorschriften. Het gebruik anders dan volgens de voorschriften heeft het vervallen van de garantie en afwijzing van elke verantwoordelijkheid van de zijde van de fabrikant tot gevolg. De gebruiker is aansprakelijk voor alle schade van derden en van hun eigendom. Bij eigenmachtige veranderingen van de machine bestaat geen aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit voortkomende schade. Neem de veiligheids- en bedieningsvoorschriften in acht Lees als gebruiker van deze machine de gebruiksaanwijzing voor het eerste gebruik zorgvuldig door. Handel volgens de voorschriften en bewaar de gebruiksaanwijzing voor later gebruik. Geef kinderen of andere personen die deze gebruiksaanwijzing niet kennen nooit toestemming om deze machine te gebruiken. Geef de gebruiksaanwijzing met de machine mee aan een nieuwe eigenaar. Algemene veiligheidsvoorschriften In dit hoofdstuk vindt u algemene veiligheidsvoorschriften. Waarschuwingen die betrekking hebben op bepaalde onderdelen van de machine, op functies of op handelingen, vindt u op de desbetreffende plaats in deze gebruiksaanwijzing. Nederlands Veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor motor, accu en accuoplaadapparaat vindt u in het meegeleverde motorhandboek. Voordat u de machine in gebruik neemt Personen die deze machine gebruiken, mogen niet onder invloed zijn van alcohol, drugs of medicijnen. Personen jonger dan 16 jaar mogen het apparaat niet bedienen en mogen geen overige werkzaamheden zoals onderhouds-, reinigings- of instelwerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Plaatselijke bepalingen kunnen de minimumleeftijd van de gebruikers vastleggen. Deze machine is niet bestemd om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met beperkt fysieke, sensorische of geestelijke vermogens, met gebrekkige ervaring en/of gebrekkige kennis, tenzij onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of voorzien van aanwijzingen van deze persoon ten aanzien van het gebruik van de machine. Er dient op te worden toegezien dat kinderen niet met deze machine spelen. Maak uzelf voor het begin van de werkzaamheden vertrouwd met alle voorzieningen en bedieningselementen en hun functies. Bewaar brandstof alleen in daarvoor goedgekeurde tanks en nooit in de buurt van een verwarmingsbron (bijvoorbeeld een oven of warm-waterboiler). Vul de tank uitsluitend buitenshuis. Vul de tank nooit met benzine als de motor loopt of heet is. Vervang een beschadigde uitlaat, tank of tankdeksel. Controleer voor gebruik, – of de grasvanger werkt en de uitwerpklep goed sluit. Vervang versleten of ontbrekende delen onmiddellijk. 33 Nederlands – of maaigereedschappen, bevestigingsbouten en de hele maai-eenheid versleten of beschadigd zijn. Laat versleten of beschadigde onderdelen door een gespecialiseerd bedrijf altijd alleen per set vervangen om onbalans uit te sluiten. Het meegeleverde oplaadapparaat is uitsluitend bestemd voor het opladen van de in de machine gebruikte accu. De accu mag alleen door dit oplaadapparaat worden opgeladen. Vervangingsonderdelen en toebehoren moeten voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde eisen. Gebruik daarom alleen originele vervangingsonderdelen en origineel toebehoren of de door de fabrikant toegelaten vervangingsonderdelen en toebehoren. Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf. Tijdens de werkzaamheden met de machine Tijdens werkzaamheden met of aan de machine moet u passende werkkleding dragen, zoals: – stevige schoenen, – lange broek, – nauwsluitende kleding, – gehoorbescherming, – veiligheidsbril. Alle veiligheidsvoorzieningen moeten altijd volledig en zonder gebreken op de machine zijn aangebracht. Verander de veiligheidsvoorzieningen niet. Gebruik de machine alleen in de door de fabrikant voorgeschreven en geleverde technische toestand. Verander nooit de in de fabriek ingestelde instellingen van de motor. Voorkom open vuur en vonkvorming en rook niet. 34 Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Altijd voor werkzaamheden aan deze machine Ter bescherming tegen verwondingen altijd voor werkzaamheden (bijvoorbeeld onderhouds- en instelwerkzaamheden) aan deze machine en het verplaatsen (bijvoorbeeld optillen of dragen) van de machine – de motor uitschakelen, – trek de sleutel (indienaanwezig) uit het contactslot, – wacht tot alle bewegende delen volledig tot stilstand zijn gekomen en de motor is afgekoeld, – trek de bougiestekker van de motor los op onbedoeld starten van de motor te voorkomen, – de startaccu van de motor verwijderen, – neem de aanvullende veiligheidsvoorschriften in het motorhandboek in acht. Na gebruik van de machine Verlaat de machine nooit zonder de motor uit te zetten en (indien aanwezig) de sleutel uit het contactslot te trekken. Veiligheidsvoorzieningen Afbeelding 1 ! Gevaar Gebruik nooit een machine met beschadigde veiligheidsvoorzieningen of zonder dat deze zijn gemonteerd. Veiligheidsbeugel (1) De veiligheidsbeugel dient voor uw veiligheid om motor en messen in een noodgeval te stoppen. Er mag niet worden geprobeerd om deze functie uit te schakelen. Symbolen op de machine Op de machine vindt u diverse stickers met symbolen. Deze hebben de volgende betekenis: Let op! Lees de gebruiksaanwijzing vóór de ingebruikneming. ! Houd derden uit de buurt van het gevaarlijke gebied. Schakel de motor uit en trek de sleutel uit het contact vóór alle werkzaamheden aan de machine en voordat u de machine verlaat. Neem de aanvullende aanwijzingen in het hoofdstuk „Voor uw veiligheid” in acht. Trek voor werkzaamheden aan de maaigereedschappen de bougiestekker los. Houd vingers en voeten uit de buurt van de maaigereedschappen. Schakel de machine uit en trek de bougietrekker los voordat u de machine instelt, schoonmaakt of controleert. Uitwerpklep (2) of botsbeveiliging (3) De uitwerpklep of botsbeveiliging beschermt u tegen verwondingen door het maaimechanisme en naar buiten geslingerde voorwerpen. De machine mag alleen worden gebruikt met de uitwerpklep of botsbeveiliging. Verwondingsgevaar – werk alleen met een gemonteerde botsbeveiliging. Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Verwondingsgevaar – werk alleen met een gemonteerde achterbeugel. Afvoeren Verpakkingsresten, oude apparaten, enz. moeten volgens de geldende voorschriften worden afgevoerd. Bediening Raadpleeg ook de aanwijzingen in het handboek bij de motor. ! Gevaar Verwondingsgevaar – werk alleen met een gemonteerde uitwerpopening. Zorg ervoor dat de symbolen op de machine altijd goed leesbaar zijn. Symbolen in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing worden symbolen gebruikt die op gevaren of op belangrijke aanwijzingen wijzen. Deze symbolen hebben de volgende betekenis: ! Gevaar U wordt gewezen op gevaren die samenhangen met de beschreven handeling. Er bestaat verwondingsgevaar voor personen. Let op U wordt gewezen op gevaren die samenhangen met de beschreven handeling en waarbij schade aan de machine kan ontstaan. Aanwijzing Geeft belangrijke informatie en gebruikstips aan. Monteren De montage van de machine wordt getoond op een apart bijgevoegd blad met afbeeldingen. Ongeval – Personen, kinderen of dieren mogen zich bij het maaien nooit in de buurt van de machine bevinden. Verwondingsgevaar door naar buiten geslingerde stenen of andere voorwerpen. Val – Gebruik de machine alleen stapvoets. – Wees bijzonder voorzichtig als u achteruit maait en u de machine naar u toe trekt. – Bij het maaien op steile hellingen kan de machine kantelen en u kunt gewond raken. Maai altijd dwars op een helling, nooit omhoog of omlaag. Maai niet op hellingen met een stijging van meer dan 20 procent. – Wees bijzonder voorzichtig wanneer u van rijrichting verandert en let altijd op dat u stevig staat. – Er bestaat verwondingsgevaar bij het maaien aan de grens van een gazon. Maaien in de buurt van randen, heggen of steile hellingen is gevaarlijk. Houd bij het maaien de veiligheidsafstand aan. – Bij het maaien van nat gras kan de machine wegglijden door verminderde grip op de grond en u kunt vallen. Maai alleen als het gras droog is. – Werk alleen bij daglicht of bij voldoende kunstlicht. Verwonding – De door de stuurstang gegeven veiligheidsafstand tot het rondlopende gereedschap moet altijd in acht worden genomen. Nederlands – Het werkbereik van de bediener bevindt zich tijdens gebruik achter de stuurstang. – Houd nooit uw handen of voeten onder draaiende delen. – Gebruik de machine niet bij slechte weersomstandigheden of bij kans op regen of onweer. – Stop de motor en wacht tot het maaigereedschap tot stilstand is gekomen: – voordat u de machine kantelt, – voor het verplaatsen van de machine over een ander oppervlak dan gras. – Zet de motor uit. Om onbedoeld starten van de motor te voorkomen: contactsleutel (indien aanwezig) uit het contact trekken, motor laten afkoelen en bougie lostrekken, – voordat u verstoppingen en blokkeringen uit de uitwerpopening verwijdert, – voordat u de gazonmaaier controleert, reinigt of instelt en voordat u werkzaamheden aan de machine uitvoert, – als een voorwerp is geraakt. Controleer de gazonmaaier op schade en breng de maaier in het geval van schade naar een reparatiebedrijf. – als de machine ongewoon te trillen begint. Controleer de machine onmiddellijk. – Til of draag nooit een machine met lopende motor. – Controleer het gebied waar wordt gewerkt en verwijder alle voorwerpen die meegenomen en weggeslingerd kunnen worden. – Als het maaigereedschap een voorwerp (bijvoorbeeld een steen) raakt of als de machine ongewoon begint te trillen: Zet de motor uit. Machine vóór verder gebruik door een gespecialiseerde werkplaats op schade laten onderzoeken. – Ga bij een sikkelmaaier nooit voor de grasuitwerpopening staan. 35 Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Machines met grasvanger: – Bij het verwijderen van de grasvanger kunt uzelf of kunnen anderen door naar buiten geslingerd maaigoed of door een voorwerp gewond raken. Maak de grasvanger nooit leeg terwijl de motor loopt. Schakel de machine uit. Verstikkingsgevaar door koolmonoxyde! Laat de verbrandingsmotor alleen buitenshuis lopen. Explosie- en brandgevaar – Benzinedampen zijn explosief en benzine is zeer brandbaar. – Voeg brandstof toe voordat u de motor start. Houd de tank gesloten wanneer de motor loopt of nog heet is. – Tank alleen met brandstof vullen als de motor is uitgeschakeld en afgekoeld. Voorkom open vuur en vonkvorming en rook niet. Vul de tank uitsluitend buitenshuis. – Als brandstof is gemorst, mag u de motor niet starten. Verwijder de machine van de plaats waar de brandstof is gemorst en wacht tot de brandstofdampen vervluchtigd zijn. – Ter voorkoming van brandgevaar dient u de volgende delen vrij van gras en naar buiten komende olie te houden: – Motor – Uitlaat – Batterijen/accu's – Benzinetank. Gevaar voor struikelen – Gebruik de machine alleen stapvoets. – Gebruik de machine uitsluitend als deze geheel in orde is. Controleer de machine optisch voor ieder gebruik. Controleer in het bijzonder of veiligheidsvoorzieningen, bedieningselementen en schroefverbindingen niet beschadigd zijn en goed vastzitten. Vervang beschadigde delen voor het gebruik. – Nooit een accu gebruiken die vervormd, gevallen of beschadigd is. – Accu en oplaadapparaat niet blootstellen aan regen of vocht. Let op Schade aan de machine – Stenen, rondslingerende takken en andere voorwerpen kunnen leiden tot schade aan de machine en aan de werking daarvan. Verwijder vaste voorwerpen uit het gebied waar wordt gewerkt. Alle aanwijzingen en informatie betrekking tot accu en oplaadapparaat uit het motorhandboek in acht nemen en opvolgen. ! Gevaar voor brandwonden en vergiftiging Er moet rekening mee worden gehouden dat In uitzonderlijke gevallen vloeistoffen of gassen naar buiten komen. 36 Gebruikstijden Neem de geldende voorschriften met betrekking tot gebruikstijden in acht (vraag eventueel na bij uw gemeente). Positieaanduidingen Bij het aangeven van posities op de machine (links, rechts, enz.) gaan wij altijd uit van de geleidingsstang gezien in de werkrichting van de machine. Voor de eerste ingebruikneming Vullen met motorolie Let op De machine wordt in verband met het transport zonder motorolie geleverd.  Voeg daarom voor de eerste ingebruikneming motorolie toe. Zie daarvoor het motorhandboek. Accu opladen (machines met elektrische start) ! Gevaar voor stroomschok Controleer het oplaadapparaat voor elk gebruik op beschadigingen aan de buitenkant. Gebruik nooit een oplaadapparaat dat beschadigd of gevallen is. Let op – Het oplaadapparaat moet overeenkomstig de gegevens op het typeplaatje worden aangesloten op een stroomnet van 220–230 V en 50 Hz. – Accu en oplaadapparaat beschermen tegen vocht, regen, sneeuw en vorst. – Accu alleen in een goed geventileerde en droge ruimte opladen. – Verbinding van het oplaadapparaat met het stroomnet verbreken nadat u de accu heeft verwijderd. – Nooit voorwerpen in de contacten van de accu steken. – Verbreek de verbinding met het stroomnet voordat u werkzaamheden aan het oplaadapparaat uitvoert. – Accu en oplaadapparaat niet openen. Alle werkzaamheden aan accu en oplaadapparaat laten uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf. Afbeelding 2  Voor het eerste gebruik van het gereedschap de accu ca. 1 uur opladen. Gebruik alleen het meegeleverde oplaadapparaat. Aanwijzing Uitgebreide informatie met betrekking tot opladen en accutoestandsindicatie vindt u in het motorhandboek. Weggooien van het oplaadapparaat Voor het oplaadapparaat gelden de voorschriften voor het weggooien van elektrische apparaten. Neem de plaatselijke voorschriften in acht. Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Instelwerkzaamheden voor elk gebruik ! Verwondingsgevaar Altijd voor werkzaamheden aan deze machine – Zet de motor uit. – Trek de sleutel (indien aanwezig) uit het contactslot. – Wacht tot alle bewegende delen volledig tot stilstand gekomen zijn. – De motor moet afgekoeld zijn. Zet de motor uit om onbedoeld starten van de motor te voorkomen. – Startaccu van de motor verwijderen. Grasvanger bevestigen (alleen bij machines met grasvanger) Afbeelding 11  Uitwerpklep optillen en de grasvanger bevestigen. Maaihoogte instellen Let op Maaihoogte bij oneffen terrein zodanig kiezen dat het maaimes nooit met de bodem in aanraking komt. Afbeelding 3 Stel de maaihoogte van het gras naar wens in. Instelmogelijkheid (afhankelijk van het model) van ca. 3 tot maximaal 9 cm. Aanwijzing Stel bij machines met wielverstelling alle wielen op dezelfde hoogte in. Model A  Bevestig de wielen in de gewenste positie. Modell B  Trek aan de stip en laat deze in de gewenste stand vastklikken. Model C  Duw de hendel van de centrale hoogteverstelling vooruit of achteruit en laat deze in de gewenste stand vastklikken. Voorwielen vergrendelen (alleen machines met vergrendelbare voorwielen) Afbeelding 4 Wielen vergrendelen om rechtdoor te rijden – Wielen naar voren en beugel in het grote gat. Wielen vrij beweegbaar – Beugel in het kleine gat. Tanken en oliepeil controleren     Benzine, loodvrij tanken (zie motorhandboek 20). Vul de brandstoftank maximaal tot 2 cm onder de rand van de vulopening. Sluit de brandstoftank stevig af. Controleer het oliepeil. Voeg indien nodig olie toe (zie het handboek van de motor). Batterijvak op motor reinigen  Vreemde voorwerpen en vuil op het batterijvak met een doek en borstel verwijderen. Motor starten Afbeelding 5 ! Gevaar Ter bescherming tegen verwondingen, – start de motor niet als u voor de uitwerpopening staat; – houd handen en voeten uit de buurt van het maaimechanisme; – breng nooit handen of voeten of andere lichaamsdelen in de buurt van draaiende delen. Houd u altijd uit de buurt van de uitwerpopening. Voordat u de motor start, koppelt u alle maaigereedschappen en aandrijvingen los. Kan de machine niet bij het starten. Plaats de machine op een egaal oppervlak met bij voorkeur kort of weinig gras. Aanwijzingen betreffende de motor – Neem de informatie in de gebruiksaanwijzing van de motor in acht. Nederlands – Enkele modellen hebben geen gashendel, het toerental wordt automatisch ingesteld. De motor loopt altijd moet optimaal toerental. Startaccu in het batterijvak van de motor plaatsen tot deze vastklikt – afbeelding 5A.  Open de benzinekraan (indien aanwezig).  Zet de gashendel (indien aanwezig) op /max – afbeelding 5B.  Ga achter de machine staan, druk de veiligheidsbeugel in en houd deze vast – afbeelding 5C.  Contactsleutel op stuurstang bedienen tot de motor aanspringt (startpoging max. 5 seconden, tot de volgende poging minstens 1 minuut wachten) – afbeelding 5C. Als de motor loopt:  Zet na het starten van de motor de gashendel (indien aanwezig) tussen /max en /min om de motor kort te laten warmlopen.  Zet voor het maaien van het gazon de gashendel (indien aanwezig) op volgas.  Aanwijzing Zie het motorhandboek voor meer informatie over de bediening van de motor. Motor stoppen Afbeelding 7  Zet de gashendel (indien aanwezig) in stand /min.  Laat de veiligheidsbeugel los. De motor en de messen stoppen na korte tijd. Met de machine werken Wielaandrijving in- en uitschakelen (alleen bij machines met aangedreven wielen) Afbeelding 6A, B, C Wielaandrijving inschakelen / :  Aan hendel/beugel trekken en deze vasthouden. 37 Nederlands Wielaandrijving uitschakelen / :  Hendel/beugel loslaten. Aanwijzing voor machines overeenkomstig afbeelding 6C Voor het in- en uitschakelen kunnen de linker- of de rechterhendel resp. beide hendels samen gebruikt worden. Aanwijzing Vanwege de constructie kan het voorkomen dat bij het terugtrekken van het gereedschap de achterwielen een verhoogde weerstand bezitten. Dit is geen fout van de machine, maar een technisch noodzakelijk verschijnsel. Oplossing (afhankelijk van het model).: Machine zonder aangetrokken aandrijfbeugel eerst een beetje naar voren duwen en vervolgens naar achteren. Aandrijfsnelheid van de wielaandrijving veranderen (afhankelijk van uitvoering) Let op Schade aan de machine Voer de instelling alleen uit als de motor loopt. Afbeelding 6D, E  Kies met de kleine hendel tussen verschillende snelheidsstanden (1/min/ en 4/max/ ). Afbeelding 6F, G  Kies met de hendel tussen de snelheidsstanden (1/min/ und 4/max/ ). Aanwijzing Door een technische oorzaak kan het voorkomen dat de snelheid slechts moeilijk veranderd kan worden terwijl de machine stilstaat. Oplossing: Aandrijfbeugel aantrekken en snelheidsstand kiezen. 38 Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Grasvanger verwijderen en leegmaken (bij machines met grasvanger) Afbeelding 11 Als er maaigoed op de grond blijft liggen of de vulpeilindicatie (optioneel, afbeelding 12) aangeeft dat de mand vol is:  Laat de veiligheidsbeugel los en wacht tot de motor stilstaat.  Uitwerpklep optillen en de grasvanger verwijderen.  Grasvanger leegmaken. Werken zonder grasvanger Indien u de grasvanger verwijdert, klapt de uitwerpklep naar beneden. Bij werkzaamheden zonder grasvanger wordt het maaigoed rechtstreeks naar beneden uitgeworpen. Ombouwen voor mulchen (bij machines met optioneel mulchtoebehoren) Machines met achterwaartse uitworp: Afbeelding 8A  Til de uitwerpklep omhoog.  Grasvanger verwijderen.  Zet de mulchspie in (afhankelijk van het model).  Laat de uitwerpklep omlaag. Aanwijzing Modellen met geïntegreerde mulchfunctie hebben geen aparte mulchspie nodig. Deze functie wordt overgenomen door een speciaal gevormde achterklep (afbeelding 8B). Machines met zijwaartse uitworp: Afbeelding 9  Monteer de botsbescherming/ mulchsluiting in plaats van de zijwaartse uitworp (afbeelding 9A). of  Verwijder de zijwaartse uitworp. De botsbescherming/mulchsluiting sluit automatisch (afbeelding 9B). Machines ombouwen voor zijwaartse uitworp (afhankelijk van uitvoering)  Indien aanwezig: Grasvanger verwijderen en klep van achterwaartse uitworp omlaag zetten.  Botsbescherming/mulchsluiting omhoog zetten en zijwaartse uitworp monteren (afbeelding 9C). Na beëindiging van de werkzaamheden        Trek de sleutel (indien aanwezig) uit het contactslot. Wacht tot alle bewegende delen volledig tot stilstand zijn gekomen en de motor is afgekoeld. Sluit de benzinekraan (in dien aanwezig, zie de gebruiksaanwijzing van de motor). Trek de bougiestekker van de motor los. Grasvanger leegmaken. Startaccu van de motor verwijderen – afbeelding 16. Accu indien nodig opladen. Afbeelding 17 Druk op de toets (1) van de accu om de accuoplaadtoestand te controleren. De LED (2) geeft ongeveer de oplaadtoestand aan. Als de LED knippert, de accu onmiddellijk opladen. Aanwijzing Zet de machines alleen met een afgekoelde motor in een gesloten ruimte. Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Tips voor het verzorgen van het gazon Enkele tips om uw gazon gezond en gelijkmatig te laten groeien. Maaien Gazon bestaat uit verschillende soorten gras. Als u vaak maait, bevordert dit de groei van gras met stevige wortels. Als u zelden maait, ontwikkelen zich lange grassoorten en ander onkruid (zoals klaver en madeliefjes). De normale hoogte van een gazon bedraagt 4 tot 5 cm. Maai slechts een derde van de totale hoogte. Dus bij 7–8 cm op normale hoogte maaien. Het gazon niet korter maaien dan 4 cm omdat het anders bij droog weer beschadigd raakt. Lang gras (bijvoorbeeld na de vakantie) in verschillende beurten tot normale lengte maaien. Bij het maaien de maaibanen altijd iets laten overlappen. Mulchen (met toebehoren) Het gras wordt bij het maaien in kleine stukjes van ca. 1 cm gesneden en blijft liggen. Het gazon krijgt zo de beschikking over veel voedingsstoffen. Voor een optimaal resultaat moet het gazon altijd kort worden gehouden. Zie ook het gedeelte „Maaien”. Neem de volgende aanwijzingen in acht bij het mulchen: – Maai geen nat gras. – Maai nooit meer dan 2 cm van de totale lengte van het gras. – Rijd langzaam. – Gebruik het maximale toerental. – Reinig het maaimechanisme regelmatig. Transporteren Korte stukken handmatig ! Gevaar Voorwerpen kunnen door het draaiende maaiwerk worden meegenomen en weggeslingerd en daardoor schade veroorzaken. Als u de machine wilt verplaatsen over andere oppervlakken dan gras, dient u eerst de motor te stoppen. Met een voertuig ! Gevaar Altijd vóór het transport motor stoppen en laten afkoelen. De bougiestekker lostrekken. Vervoer de machine niet in een gekantelde positie. Zorg ervoor dat de machine bij transport op of in een voertuig niet kan gaan schuiven. Vervoer de machine alleen met een lege brandstoftank. Tankdop moet stevig afgesloten zijn. Machines met uitklapbare stang: Afbeelding 10  Door de stuurstang samen te klappen, kunt u de machine makkelijker opbergen. Reiniging/Onderhoud ! Gevaar Ter voorkoming van verwondingen, voor alle werkzaamheden aan de machine – de motor uitschakelen, – trek de sleutel (indien aanwezig) uit het contactslot, – wacht tot alle bewegende delen volledig tot stilstand zijn gekomen en de motor is afgekoeld, – trek de bougiestekker van de motor los op onbedoeld starten van de motor te voorkomen. – Startaccu van de motor verwijderen, – neem de aanvullende veiligheidsvoorschriften in het motorhandboek in acht. ! Gevaar Laat ter bescherming tegen verwondingen door het maaimechanisme alle werkzaamheden zoals het vervangen of slijpen van het maaimes alleen uitvoeren door een gespecialiseerd reparatiebedrijf (speciaal gereedschap vereist). Nederlands Aandraaimoment van de messenschroef: – 51–68 Nm (gazonmaaier met stalen huis) – 36–44 Nm (gazonmaaier met kunststof huis) Let op Kantel de machine altijd zo dat de bougie omhoog wijst, zodat er door brandstof of olie geen schade aan de motor ontstaat. Onderhoud Let op Neem de onderhoudsvoorschriften in het motorhandboek in acht. Laat de machine aan het einde van het seizoen nazien en onderhouden door een onderhoudsbedrijf. Alle reparaties alleen door een gespecialiseerd bedrijf laten uitvoeren. Let op Gevaar voor het milieu door motorolie. Geef na het olieverversen de oude olie af bij een inzamelplaats voor oude olie of een afvalverwerkingsbedrijf. Milieugevaar door batterijen en accu's. Lege batterijen en accu's horen niet bij het huisvuil. Geef lege batterijen en accu's af bij uw leverancier of een verwerkingsbedrijf. Verwijder de batterijen of accu's voordat het apparaat naar de sloop gaat. Aanwijzing Neem de controle- en onderhoudsintervallen in de gebruiksaanwijzing van de motor in acht. Sommige modellen zijn voorzien van een elektronische onderhoudsindicatie (afbeelding 13). Neem naast de onderhoudsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing ook de onderhoudsindicaties in acht. Zie voor bediening en overige informatie de aparte gebruiksaanwijzing van de onderhoudsindicatie. 39 Nederlands Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Voor elk gebruik Reiniging  Let op Reinig de machine na elk gebruik. Een niet-gereinigde machine veroorzaakt materiaalschade en functiestoringen. Gebruik voor het reinigen geen hogedrukreiniger. Grasvanger reinigen    Oliepeil controleren. Indien nodig olie bijvullen. Schroefverbindingen op stevig vastzitten controleren. Indien nodig vastdraaien. Veiligheidsvoorzieningen controleren. Vreemde voorwerpen en vuil van het batterijvak op de motor met een doek en borstel verwijderen. Controleer het ingrijppunt van de koppeling: (alleen bij machines met aangedreven wielen) – Als de motor draait en de wielaandrijving uitgeschakeld is, mag de machine niet vooruit bewegen. – Als de motor draait en de wielaandrijving ingeschakeld is, moet de machine vooruit rijden. Afbeelding 15  Indien nodig ingrijppunt met kartelwiel/stelmoer op wielaandrijfhendel (afhankelijk van uitvoering aan onderzijde van de schakelconsole) of bowdenkabel instellen. Aanwijzing Bij enkele modellen is geen instelmogelijkheid aanwezig. Na de eerste 2–5 bedrijfsuren  Vervang de olie. Zie het meegeleverde motorhandboek. Elke keer na het maaien of indien nodig  Accu opladen. Eenmaal per seizoen     Ververs de olie. Zie het meegeleverde motorhandboek. Smeer de scharnierpunten en de draaiveer van de uitwerpklep. Laat de machine aan het einde van het seizoen nazien en onderhouden door een onderhoudsbedrijf. Laat accu en oplaadapparaat regelmatig (minstens 1x per jaar) door een gespecialiseerd bedrijf controleren. 40 (alleen bij machines met grasvanger) Het eenvoudigst is de reiniging meteen na het maaien.  De grasvanger verwijderen en leegmaken.  De grasvanger kan worden gereinigd met een krachtige waterstraal uit de tuinslang.  De grasvanger voor het volgende gebruik grondig laten drogen. Gazonmaaier reinigen ! Gevaar Werkzaamheden aan de messen kunnen verwondingen veroorzaken. Draag ter bescherming werkhandschoenen. Let op Kantel de machine altijd zo dat de bougie omhoog wijst, zodat er door brandstof of olie geen schade aan de motor ontstaat. De machine niet met water afspuiten. Anders kunnen elektrische delen beschadigd raken. Accu en oplaadapparaat tegen vocht beschermen. Reinig de machine indien mogelijk altijd meteen na het maaien. Batterijvak op motor reinigen  Vreemde voorwerpen en vuil van het batterijvak op de motor met een doek en borstel verwijderen. Machines zonder dekwassysteem:  Reinig de maairuimte en de uitwerpklep met een borstel, handveger of lap.  Zet de machine op de wielen en verwijder alle zichtbare gras- en vuilresten. Machines met dekwassysteem: Afbeelding 14 Gazonmaaiers met dekwassysteem zijn uitgevoerd met een wateraansluiting. Daarmee kunnen grasresten van de onderzijde van het maaidek worden afgespoeld en kan aanslag van corroderende chemicaliën worden voorkomen. Na het maaien als volgt te werk gaan:  Machine op een egaal oppervlak zonder grind, stenen enz. neerzetten. Aanwijzing Uitwerpschacht mag niet naar huizen, garages en dergelijke gericht zijn.  Een in de handel verkrijgbare slangadapter (optioneel meegeleverd) aan een waterslang monteren en aan de wateraansluiting van het maaidek aansluiten.  Waterkraan opendraaien.  Motor starten en enkele minuten laten lopen.  Motor stoppen en waterslang van machine losmaken. Na het reinigen:  Motor starten en enkele minuten laten lopen om de onderzijde van het maaidek te drogen.  Motor stoppen. Buiten bedrijf stellen ! Gevaar Explosie- en brandgevaar. Bewaar de machine met brandstof (benzine) in de tank nooit in ruimten waarin brandstofdampen met open vuur of vonken in aanraking kunnen komen. Let op Schade aan de machine. – Zet de machine weg met een afgekoelde motor en alleen in een schone en droge ruimte. – Bescherm de machine tegen roest wanneer deze langdurig wordt opgeborgen, bijvoorbeeld tijdens de winter. Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor – Accu en oplaadapparaat op een koele en droge plaats bewaren. – Accu en oplaadapparaat beschermen tegen vocht, regen, sneeuw en vorst. Na het seizoen of indien de machine langer dan een maand niet wordt gebruikt:  Laat de brandstof in een geschikte bak lopen en behandel de motor zoals beschreven in het motorhandboek, Let op Tap de brandstof alleen buitenshuis af.    Machine en grasvanger reinigen. Alle metalen onderdelen ter bescherming tegen roest afvegen met een lap met olie (zonder hars) of met oliespray inspuiten. Accu opladen. Nederlands Garantie In elk land gelden de garantiebepalingen die door onze maatschappij of importeur worden uitgegeven. Storingen aan uw apparaat verhelpen wij kosteloos in het kader van de garantie, indien een materiaal- of produktiefout hiervan de oorzaak is. Neem voor een reparatie binnen de garantietermijn contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde vestiging. Storingen herkennen en oplossen Storingen bij het gebruik van de gazonmaaier hebben vaak eenvoudige oorzaken die u dient te kennen en die u deels zelf kunt verhelpen. In geval van twijfel is uw leverancier of een onderhoudsbedrijf graag bereid u te helpen. Informatie over de motor De fabrikant van de motor is aansprakelijk voor alle problemen met de motor ten aanzien van vermogen, vermogensmeting, technische gegevens, garantie en service. Meer informatie vindt u in de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing van de motor. . Probleem Motor start niet. Mogelijke oorzaak Gashendel staat niet goed. Maaier staat in hoog gras. Geen brandstof in de tank. Bougiestekker niet vastgestoken. Brandstof oud of vuil. Luchtfilter vuil. Accu niet juist ingezet. Accu leeg. Kabel beschadigd. Accu defect. Ongewone geluiden (gerammel, geratel, geklepper). Schroeven, moeren of andere bevestigingsonderdelen zijn losgeraakt. Oplossing Zet de gashendel op de stand of CHOKE (bij koude motor). Zet de gashendel op stand /max. of START (bij warme motor). Zet de maaier op een oppervlak met laag gras. Vul de tank met schone, verse brandstof. Steek de bougiestekker vast. Vervang de brandstof door verse brandstof. Reinig het luchtfilter. Accu juist in het batterijvak op de motor plaatsen en laten vastklikken. Laad de accu op met het meegeleverde oplaadapparaat. Controleer of de elektrische kabel in orde is. Accu door een gespecialiseerd bedrijf laten controleren. Maak de onderdelen vast. Als de geluiden blijven: Ga naar een gespecialiseerd bedrijf. 41 Nederlands Probleem Schokken, trillingen. Gebruiksaanwijzing – Gazonmaaier met verbrandingsmotor Oplossing Laat de mesbevestigingsschroef door een reparatiebedrijf vastdraaien. Mes beschadigd. Laat het mes door een reparatiebedrijf vervangen. Mes niet goed uitgebalanceerd. Laat het mes door een reparatiebedrijf vervangen of uitbalanceren. Motorbevestiging losgeraakt. Motor laten vastzetten door een reparatiebedrijf. Onregelmatig maaien Gras te hoog. Stel een grotere maaihoogte in of maai of toerental neemt af. eventueel een tweede keer. Gras blijft liggen of grasbak raakt Gras te vochtig. Laat het gazon drogen. niet vol. Uitwerpopening verstopt. Zet de motor uit en maak de verstopping ongedaan. Mes bot. Laat het mes door een reparatiebedrijf vervangen of slijpen. Onvoldoende motorvermogen. Maai vaker of kies een grotere maaihoogte. Grasvanger vol. Zet de maaier uit en maak de grasbak leeg. Grasvanger vuil. Zet de maaier uit en reinig de openingen van de grasvanger. Wielaandrijving werkt niet. V-riem gescheurd of overbrenging Laat beschadigde delen door een defect. reparatiebedrijf vervangen. Trekkoord of bowdenkabel defect. Laat beschadigde delen door een reparatiebedrijf vervangen. 42 Mogelijke oorzaak Mes los.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291

WOLF-Garten A 530 A V HW IS Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding