Bauknecht BIVMS 8100 IXL Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL1
Deze instructies vindt u tevens op de volgende website: www.bauknecht.eu
UW EIGEN VEILIGHEID EN DIE VAN ANDEREN IS ZEER BELANGRIJK
Deze handleiding en het apparaat zelf zijn voorzien van belangrijke veiligheidsaanwijzigen, die te allen tijde moeten worden
gelezen en opgevolgd.
Alle veiligheidswaarschuwingen geven specifieke details van het
mogelijke risico dat aanwezig is en geven aan hoe het risico op letsel,
schade en elektrische schokken voortvloeiend uit het onjuiste gebruik
van het apparaat beperkt kan worden. Houd u strikt aan de volgende
instructies:
- Gebruik beschermende handschoenen voor het uitpakken en
installeren.
- Het apparaat moet worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet
voordat u installatiewerkzaamheden uitvoert.
- Installatie en onderhoud moeten worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, volgens de instructies van de fabrikant en
in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat,
behalve als dit expliciet aangegeven wordt in de
gebruikershandleiding.
- Het vervangen van het netsnoer moet door een erkend elektricien
gebeuren Wend u tot erkende servicecentra.
- De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht
- Het netsnoer van het apparaat moet lang genoeg zijn om het
apparaat vanuit de inbouwpositie in het meubel te kunnen
aansluiten op het stopcontact van de netvoeding.
- Om ervoor te zorgen dat de installatie voldoet aan de geldende
veiligheidsvoorschriften, is er een omnipolaire schakelaar met een
afstand van minstens 3 mm.
- Gebruik geen meervoudige contactdozen als de oven is voorzien
van een stekker.
- Gebruik geen verlengkabels.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Dit is het waarschuwingssymbool waarmee mogelijke risico's voor de gebruiker en voor anderen worden aangegeven.
Alle veiligheidswaarschuwingen worden voorafgegaan door het gevarensymbool en door de volgende termen:
GEVAAR
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel zal leiden.
WAARSCHUWING
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel kan leiden.
NL2
- Trek niet aan het netsnoer.
- Als de installatie voltooid is, mogen de elektrische onderdelen niet
meer toegankelijk zijn voor de gebruiker.
- Wanneer het oppervlak is gebarsten, schakel dan het apparaat uit
om het risico op een elektrische schok te voorkomen (uitsluitend
voor modellen met inductiefunctie).
- Raak het apparaat niet aan met vochtige lichaamsdelen en gebruik
het niet op blote voeten.
- Het apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik en
alleen voor het bereiden van voedsel. Elk ander gebruik is verboden
(bijv. het verwarmen van de ruimte). De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade die het gevolg is van
oneigenlijk gebruik of een foute programmering van de
bedieningsknoppen.
- Het apparaat en de toegankelijke onderdelen worden heet tijdens
het gebruik. Voorkom aanraking van hete onderdelen. Heel jonge
(0-3 jaar) en jonge kinderen (3-8 jaar) dienen op afstand gehouden
te worden, tenzij ze onder voortdurend toezicht staan.
- Kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke,
sensorische of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en
kennis, mogen dit apparaat gebruiken indien ze onder toezicht
staan of instructies hebben ontvangen over het gebruik van het
apparaat en de mogelijke gevaren ervan begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd.
- Raak de verwarmingselementen of de binnenkant van de oven
tijdens en na het gebruik niet aan, omdat dit letsel kan
veroorzaken. Vermijd contact met doeken of andere brandbaar
materiaal tot alle onderdelen van het apparaat voldoende zijn
afgekoeld.
NL3
- Open de deur van het apparaat na afloop van de bereiding
voorzichtig, en laat de warme lucht of de damp geleidelijk
ontsnappen voordat u het gerecht uit de oven haalt. Als de deur
van het apparaat gesloten is, komt de warme lucht naar buiten
door de opening boven het bedieningspaneel. Blokkeer de
ventilatieopeningen nooit.
- Gebruik ovenhandschoenen om schalen en accessoires uit de oven
te halen, en let erop dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
- Plaats geen brandbaar materiaal in het apparaat of in de buurt
ervan. Het apparaat kan dan in brand vliegen als het per ongeluk
wordt ingeschakeld.
- Verwarm of bereid geen voedsel in gesloten potten of blikken in
het apparaat. De druk in het blik of de pot kan door de warmte
hoog oplopen, waardoor het explodeert en het apparaat
beschadigt.
- Gebruik geen schalen of houders van synthetisch materiaal.
- Oververhit vet of oververhitte olie vat gemakkelijk vlam. Houd de
bereiding van gerechten met veel vet of olie in de gaten.
- Laat het apparaat nooit onbewaakt achter tijdens het droogproces
van gerechten.
- Als er bij de bereiding alcoholische dranken (bijv. rum, cognac,
wijn) worden gebruikt, bedenk dan dat alcohol op hoge
temperatuur verdampt. De alcoholdamp kan vlam vatten wanneer
deze in contact komt met het elektrische verwarmingselement.
- Gebruik geen stoomreinigers.
- Raak de oven niet aan tijdens de pyrolysecyclus. Houd de kinderen
uit de buurt van de oven tijdens de pyrolysecyclus. Zorg dat
gemorste etenswaar voorafgaand aan de reinigingscyclus uit
de
oven verwijderd wordt (uitsluitend voor ovens met
pyrolysefunctie).
- Houd dieren uit de buurt van het apparaat tijdens en na de
pyrolysecyclus (uitsluitend voor ovens met pyrolysefunctie).
- Gebruik uitsluitend de temperatuursonde die voor deze oven
wordt aanbevolen.
NL4
- Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of scherpe metalen
schrapers voor het reinigen van de ruit van de ovenklep aangezien
het glas daardoor bekrast kan raken, waardoor het kan breken.
- Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat de lamp
wordt vervangen om de kans op een elektrische schok te
voorkomen.
- Gebruik geen aluminium folie om voedsel in de pan af te dekken
(alleen voor ovens met meegeleverde pan).
Afvalverwerking van huishoudelijke apparaten
- Dit product is vervaardigd van recyclebaar of herbruikbaar materiaal. Dank het apparaat af in overeenstemming met
plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking. Snijd de voedingskabel door voordat u het apparaat afdankt.
- Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit apparaat kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke instantie, de vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Controleer na het uitpakken van de oven of het apparaat tijdens het transport geen beschadigingen heeft opgelopen en of de
ovendeur goed sluit. Neem in geval van twijfel contact op met uw leverancier of de klantenservice. Om eventuele schade te
voorkomen wordt geadviseerd om de oven pas voor de installatie van de piepschuim bodem te halen.
Gebruik voor het veilig verplaatsen van de oven de handgreep uit het meegeleverde accessoirespakket.
1. Steek de handgreep stevig in de zijdelingse gaten (Fig. 1).
2. Til de handgreep op zoals aangegeven in Fig. 2
GEREEDMAKING VAN HET MEUBEL VOOR INBOUW VAN DE OVEN
De keukenkastjes naast de oven moeten tegen hitte bestand zijn (min. 90 °C).
Voer eerst alle zaagwerkzaamheden uit voordat u de oven plaatst, en verwijder nauwgezet alle spaanders en zaagresten.
Het onderste gedeelte van de oven mag niet meer toegankelijk zijn na de installatie.
Voor een correcte functionering van het product mag de minimale opening tussen het werkblad en de bovenkant van de
oven niet geblokkeerd worden.
ELEKTRISCHE AANSLUITING (alleen bij bepaalde modellen)
Controleer of de elektrische spanning die aangegeven staat op het typeplaatje van het product overeenkomt met de voedings-
spanning van uw woning. Het typeplaatje bevindt zich op de voorrand van de oven (zichtbaar wanneer de ovendeur openstaat).
Eventuele vervangingen van het netsnoer (type H05 RR-F 3 x 1,5 mm
2
) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
erkend elektricien. Wend u tot erkende servicecentra.
De oven is geprogrammeerd voor gebruik met een vermogensopname van meer dan 2,5 kW (aangeduid met “HIGH” in
de instellingen) hetgeen compatibel is met een netvoeding van meer dan 3
kW. Indien het huishouden een lagere
netvoeding heeft, moet de instelling worden verminderd (“LOW in de instellingen). De onderstaande tabel beschrijft de
aanbevolen vermogensinstellingen voor de verschillende landen.
INSTALLATIE
Fig.1 Fig. 2
Land Instelling
Duitsland Hoog
Spanje Laag
Finland Hoog
Frankrijk Hoog
Ital Laag
Nederland Hoog
Noorwegen Hoog
NL5
ALGEMENE AANBEVELINGEN
Voor het gebruik:
- Verwijder de beschermende stukken karton, de beschermende folie en de stickers van de accessoires, de inductieplaat en
de pan.
- Verwijder de accessoires uit de oven. Plaats de inductieplaat op de derde steunhoogte en sluit deze aan. Plaats de pan op
de inductieplaat en vul deze met 200 gram water. Selecteer de functie Top Finishing en schakel de oven ongeveer één uur
lang in om de geur en de rook van het isolatiemateriaal en het beschermvet te elimineren
Tijdens het gebruik:
- Leg geen zware voorwerpen op de deur, omdat deze de deur kunnen beschadigen.
- Steun niet op de deur en hang geen voorwerpen aan de handgreep.
- Bedenk de binnenkant van de oven niet met aluminiumfolie.
- Giet nooit water in de binnenkant van een hete oven; hierdoor kan de lak beschadigd raken.
- Schuif nooit met pannen of schalen over de bodem van de oven, omdat dit krassen op de lak kan geven.
- Zorg ervoor dat de elektrische kabels van andere apparatuur niet in contact komen met hete onderdelen van de oven en
niet vast komen te zitten tussen de ovendeur.
- Stel de oven niet bloot aan weersinvloeden.
- Giet nooit water op de inductieplaat wanneer deze in de oven is aangebracht of wanneer deze heet is; daardoor kan het
glas of de emaille coating beschadigd raken.
- Ga voorzichtig te werk bij het aanbrengen en verwijderen van de inductieplaat om onbedoelde schade aan het glas en/of
de stekker te voorkomen.
- Alvorens de oven in standaardmodus (zonder inductie) te gebruiken, dient u de inductieplaat volledig uit de oven te
verwijderen. Wanneer u de inductieplaat in de oven laat, kan deze beschadigd worden.
Na het gebruik:
- Laat de inductieplaat afkoelen alvorens deze voor reiniging te verwijderen. Wanneer de inductieplaat uit de oven is
verwijderd, dient u het meegeleverde klepje van het stopcontact te gebruiken om te voorkomen dat vuil in het
stopcontact kan binnendringen (Fig. 1).
Verwerking van de verpakking
Het verpakkingsmateriaal kan volledig gerecycled worden en is voorzien van het recyclingsymbool ( ). De diverse onderdelen
van de verpakking mogen daarom niet met het gewone huisvuil worden weggegooid maar moeten worden ingeleverd bij het
plaatselijke milieustraat.
Afvalverwerking van het product
- Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese Richtlijn 2012/19/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
- Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de gezondheid te voorkomen, die veroorzaakt zouden kunnen worden door onjuiste verwerking van
dit product als afval.
- Het symbool op het product of op de begeleidende documentatie geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk
afval behandeld mag worden, maar dat het ingeleverd moet worden bij een speciaal inzamelingscentrum voor de
recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
Energiebesparing
- Verwarm de oven alleen voor als dit speciaal wordt vermeld in de bereidingstabel of in het recept.
- Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen, omdat deze de warme beter opnemen.
- Schakel de oven 10/15 minuten voor het einde van de geprogrammeerde bereidingstijd uit. Gerechten die lang in de oven
moeten staan, blijven dan nog doorgaren.
Zweden Hoog
Verenigd Koninkrijk Laag
België Hoog
Fig. 1
MILIEUTIPS
NL6
- Dit apparaat is bedoeld om in aanraking te komen met voedingsmiddelen en is in overeenstemming met de richtlijn ( )
n. 1935/2004 en is ontworpen, vervaardigd en op de markt gebracht in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften
van de “Laagspanningsrichtlijn” 2006/95/EG (die 73/23/EEG en daaropvolgende amendementen vervangt), de
beschermingsvoorschriften van de “EMC”-richtlijn 2004/108/EG.
- Dit apparaat voldoet aan de ecodesign-vereisten van Europese richtlijnen n. 65/2014 en n. 66/2014, in overeenstemming
met de Europese norm EN 30-2-1.
De oven werkt niet:
Controleer of het elektriciteitsnet spanning heeft en of de oven is aangesloten.
Zet de oven uit en weer aan, om te controleren of het probleem opgelost is.
De deur is geblokkeerd:
Zet de oven uit en weer aan, om te controleren of het probleem opgelost is.
Belangrijk: tijdens de zelfreinigingscyclus blijft de deur geblokkeerd. Wacht tot de deur automatisch ontgrendeld wordt
(zie de paragraaf “Reinigingscyclus van de oven met de pyrolysefunctie”).
De elektronische programmeerfunctie werkt niet:
Als op het display een ” met een cijfer verschijnt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Klantenservice. Vermeld
in dat geval het nummer dat volgt op de letter “ ”.
De inductieplaat werkt niet:
De inductieplaat mag uitsluitend op de derde steunhoogte worden gebruikt; zorg ervoor dat deze correct geplaatst is en
volledig in het stopcontact aangrijpt.
Schakel de oven uit en vervolgens weer in. Controleer of de storing nog aanwezig is.
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1. Controleer of u het probleem zelf kunt oplossen aan de hand van de punten die beschreven zijn in “Opsporen van storingen.
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te controleren of het probleem is opgelost.
Als na het uitvoeren van deze controles de storing nog steeds aanwezig is, contact opnemen met de dichtstbijzijnde
Klantenservice.
Vermeld altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van de oven;
het servicenummer (dit is het nummer na het woord Service op het typeplaatje), rechts aan de binnenkant van de
ovenruimte (zichtbaar met de deur open). Het servicenummer staat ook in het garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u zekerheid dat originele
vervangingsonderdelen worden gebruikt en de reparatie correct wordt uitgevoerd).
Buitenkant van de oven
BELANGRIJK: gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Reinig deze producten onmiddellijk met een
vochtige microvezeldoek wanneer ze per ongeluk in aanraking komen met de apparatuur.
Reinig de oppervlakken met een vochtige microvezeldoek. Als de buitenkant zeer vuil is, voeg dan een paar druppels
afwasmiddel toe aan het water. Afdrogen met een droge doek.
CONFORMITEITSVERKLARING
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
REINIGING
WAARSCHUWING
- Gebruik nooit stoomreinigers.
- Maak het apparaat schoon als het afgekoeld is.
- Koppel het apparaat los van de netvoeding.
NL7
Binnenkant van de oven
BELANGRIJK: gebruik geen schuursponsjes, sponsjes van staalwol of metalen schrapers. Hierdoor kunnen de gelakte
oppervlakken en het glas van de deur op den duur beschadigd raken.
Laat de oven na elk gebruik afkoelen en reinig het apparaat bij voorkeur als het nog lauw is om aangekoekte etensresten
(bijv. voedsel met een hoog suikergehalte).
Gebruik speciale ovenreinigingsmiddelen en houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Maak het glas van de deur schoon met een geschikt vloeibaar reinigingsmiddel Om de deur gemakkelijker te kunnen
reinigen kunt u deze verwijderen (zie ONDERHOUD).
Het bovenste verwarmingselement van de grill (zie ONDERHOUD) kan omlaag worden gezet (alleen bij bepaalde
modellen) om de bovenkant van de ovenruimte te kunnen reinigen.
OPMERKING: tijdens langduriger bereidingen van gerechten die veel water bevatten (pizza, groenten, enz.) kan zich
condens vormen op de binnenkant van de deur en rond de afdichting. Wanneer de oven koud is, het interne gedeelte
van de deur schoonmaken met een doek of een spons.
Accessoires:
Laat de accessoires na gebruik weken in water met afwasmiddel. Pak ze vast met handschoenen als ze nog heet zijn.
Voedselresten kunnen met een afwasborstel of met een sponsje worden verwijderd.
Inductieplaat:
Wanneer deze afgekoeld is, gebruikt u een spons en een geschikt vloeibaar reinigingsmiddel voor ovens of kookplaten.
Reinig de kookplaat niet in een vaatwasser.
Inwendig stopcontact:
Verwijder het metalen klepje van het stopcontact; gebruik een bevochtigde spons om het klepje te reinigen. Gebruik
geen metalen en/of scherpe gereedschappen.
Pan:
Geschikt voor vaatwasser. Of gebruik een spons en een geschikt vloeibaar reinigingsmiddel.
Reiniging van de achterwand en de katalytische zijpanelen (indien aanwezig).
BELANGRIJK: gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen, ruwe borstels, pannensponsjes of ovensprays
die het katalytische oppervlak zouden kunnen beschadigen, waardoor dit zijn zelfreinigende eigenschappen verliest.
Laat de oven ongeveer een uur leeg werken op een temperatuur van 200 °C, met de geventileerde functie.
Laat het apparaat afkoelen en gebruik een spons om eventuele etensresten te verwijderen.
VERWIJDEREN VAN DE DEUR
De deur verwijderen:
1. Open de deur helemaal.
2. Til de twee vergrendelingen van de scharnieren omhoog en naar voren tot ze niet verder kunnen (Fig. 1).
3. Sluit de deur tot de blokkering (A), til hem op (B) en draai hem (C) tot de deur loshaakt (D) (Fig. 2).
De deur weer terugplaatsen:
1. Plaats de scharnieren in de zittingen.
2. Open de deur helemaal.
3. Breng aan weerszijden de vergrendelingen omlaag.
4. Sluit de deur.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
- Draag beschermende handschoenen.
- Voer de aangegeven werkzaamheden uit als het apparaat afgekoeld is.
- Koppel de oven los van de netvoeding.
Fig. 1 Fig. 2
NL8
DE ZIJROOSTERS VERWIJDEREN
De zijroosters die als steun dienen voor de accessoires zijn voorzien van bevestigingsschroeven (Fig. 3) waardoor de stabiliteit
vergroot wordt.
1. Verwijder de schroeven en de bijbehorende plaatjes rechts en links met behulp van een munt of gereedschap.
2. Verwijder de roosters door ze op te tillen (1) en ze om te draaien (2) zoals getoond in Fig. 5.
OMLAAGBRENGEN VAN HET BOVENSTE VERWARMINGSELEMENT (ALLEEN BIJ
BEPAALDE MODELLEN)
1. Verwijder de zijroosters (Fig. 6).
2. Trek het verwarmingselement voorzichtig naar buiten (Fig. 7) en breng het omlaag (Fig. 8).
3. Om het verwarmingselement terug te plaatsen tilt u het op, trekt u het voorzichtig naar u toe en legt u het op de daarvoor
bestemde zittingen aan de zijkant.
VERVANGEN VAN HET LAMPJE
Vervangen van het lampje aan de achterzijde (indien aanwezig):
1. Koppel de oven los van de netvoeding.
2. Draai het beschermkapje los (Fig. 9), vervang het lampje (zie de opmerking voor het type lampje) en draai het
beschermkapje weer vast.
3. Sluit de oven weer aan op de netvoeding.
Vervangen van het lampje aan de zijkant (indien aanwezig):
1. Koppel de oven los van de netvoeding.
2. Verwijder de zijroosters, indien aanwezig (Fig. 6).
3. Duw het beschermkampje met een platte schroevendraaier naar buiten en verwijder het (Fig. 10).
4. Vervang het lampje (zie de opmerking hieronder voor het type lampje) (Fig. 11).
5. Plaats het beschermkapje terug en duw het tegen de wand om het op de juiste manier te bevestigen (Fig. 12).
6. Monteer de zijroosters weer.
7. Sluit de oven weer aan op de netvoeding.
OPMERKING:
- Gebruik alleen gloeilampen van 25-40 W/230 V type E-14, T300 °C, of halogeenlampen van 20-40 W/230 V type G9,
T300
°C.
- De lamp die in het apparaat wordt gebruikt is specifiek ontworpen voor elektrische apparaten en is niet geschikt voor
ruimteverlichting (EC Richtlijn Nr. 244/2009).
- De lampjes zijn verkrijgbaar bij de Klantenservice.
BELANGRIJK:
- Raak halogeenlampjes niet met blote handen aan om te voorkomen dat ze beschadigd worden door uw
vingerafdrukken.
- Gebruik de oven niet voordat het beschermkapje is teruggeplaatst.
Fig. 3 Fig. 4 Fig. 5
Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8
Fig. 9 Fig. 10 Fig. 11 Afb. 12
NL9
RAADPLEEG VOOR DE ELEKTRISCHE AANSLUITING HET HOOFDSTUK OVER DE
INSTALLATIE
De inductie-oven is uitgerust met een elektrisch stopcontact in de achterwand van de oven voor de
voeding van het verwarmingselement in de inductieplaat wanneer deze ingeplugd is.
De inductieplaat is ontworpen voor gebruik in combinatie met de inductiepan die bij de oven wordt
meegeleverd.
Betere prestaties en lager energieverbruik kunnen worden bereikt door de pan en de inductieplaat te
gebruiken.
1. Bedieningspaneel
2. Bovenste verwarmingselement/grill
3. Koelventilator (niet zichtbaar)
4. Typeplaatje (verwijder dit nooit)
5. Ovenlampjes
6. Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
7. Ventilator
8. Onderste verwarmingselement (niet zichtbaar)
9. Deur
10. Positie van de roosters (de steunhoogte staat aangegeven op de voorkant van de oven)
11. Schot
12. Elektrisch stopcontact (in oven)
13. Inductieplaat
14. Inductieplaatpositie
OPMERKING:
- Tijdens de bereiding kan de koelventilator tijdelijk ingeschakeld worden om het energieverbruik te
verminderen.
- Na afloop van de bereiding, nadat de oven is uitgeschakeld, kan de koelventilator nog een tijdje
blijven werken.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
A. ROOSTER: kan gebruikt worden om voedsel op te grillen of als draagrooster voor pannen, bak- en
cakevormen en ovenvaste schalen.
B. OPVANGBAK: de opvangbak is bedoeld om vet op te vangen wanneer hij onder het rooster wordt
geplaatst, of als bakplaat voor het bereiden van vlees, vis, groenten, focaccia, enz.
C. BAKPLAAT: kan gebruikt worden voor het bereiden van brood of gebak, maar ook voor gegrild vlees,
vis in folie, enz.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
Fig. A Fig. B Fig. C Fig. D Fig. E
NL10
D. PAN: de pan is ontworpen voor gebruik in combinatie met de inductieplaat en moet volgens de
positioneringsmarkeringen op het glas van de plaat worden geplaatst.
E. INDUCTIEPLAAT: mag alleen in de inductiemodus en dan op het derde steunhoogte worden
gebruikt; zorg ervoor dat de elektrische stekker volledig in het elektrisch stopcontact is gestoken
(raadpleeg “Draadroosters en andere accessoires in de oven plaatsen”).
Het aantal accessoires kan verschillen per model.
NIET-BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Bij de Klantenservice kunt u apart andere accessoires aanschaffen.
PLAATSEN VAN DE ROOSTERS EN ANDERE ACCESSOIRES IN DE OVEN
1. Schuif het rooster horizontaal in de oven, met het verhoogde gedeelte “A” omhoog gericht (Fig.1).
2. Het plaatsen van de andere accessoires, zoals de opvangbak en de bakplaat, gebeurt met het
verhoogde gedeelte op vlak “B” omhoog gericht (Fig.2).
INDUCTIEPLAAT:
De inductieplaat moet op de derde steunhoogte worden geplaatst zodat de elektrische stekker in het
stopcontact kan aangrijpen.
1. Gebruik beide handen om de inductieplaat correct op de derde steunhoogte te plaatsen (Fig. 1).
2. Gebruik beide handen om de inductieplaat tegen het stopcontact te drukken (Fig. 2).
3. Zorg dat de stekker stevig in het stopcontact aangrijpt door de inductieplaat stevig aan te drukken
(Fig. 3).
PAN:
Plaats de pan op de inductieplaat, en zorg ervoor dat de bodem van de pan binnen de rechthoekige
merktekens op het glas van de inductieplaat staat.
1. Gebruik beide handen om de pan op de inductieplaat te plaatsen (Fig. 4).
2. Plaats de pan in het midden van de markeringen op het glas (Fig. 5).
Fig.1 Fig.2
Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3
Fig. 4 Fig. 5
NL11
PAN EN INDUCTIEPLAAT VERWIJDEREN
PAN VERWIJDEREN:
BELANGRIJK: De inductiepan kan extreem heet worden. Gebruik altijd ovenwanten bij het aanraken en
verplaatsen van de pan.
1. Pak de greep aan de voorzijde met beide handen beet en verwijder de pan gedeeltelijk (Fig. 1).
2. Gebruik vervolgens de zijdelingse grepen om de pan beter vast te pakken en volledig te verwijderen
(Fig. 2).
DE INDUCTIEPLAAT VERWIJDEREN:
BELANGRIJK: Voor een goede elektrische aansluiting moet de inductieplaat stevig aangedrukt worden en
voor het verwijderen van de plaat moet wat extra kracht worden gebruikt. Verwijder de inductieplaat niet
wanneer de pan of een ander accessoire aanwezig is.
Gebruik altijd ovenwanten wanneer de inductieplaat en/of de oven heet is.
1. Pak de inductieplaat met beide handen beet en verwijder deze. Om de plaat uit het elektrisch
stopcontact los te trekken, kan wat extra kracht nodig zijn (Fig. 3).
2. Verwijder de inductieplaat met beide handen en berg deze op; voorkom dat tegen de plaat gestoten
wordt waardoor het glas of de elektrische stekker beschadigd zou kunnen raken (Fig. 4).
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
ELEKTRONISCHE PROGRAMMEERFUNCTIE
1. FUNCTIEKNOP: Aan/Uit en functiekeuze
2. NAVIGATIEKNOP: voor navigatie door de menu's en regeling van vooraf ingestelde waarden
OPMERKING: De twee knoppen zijn verzonken. Druk op het midden van de knop om ze uit hun
zitting te laten komen.
3. TOETS : om terug te keren naar het vorige scherm of de voorkeursfunctie te bewaren
4. TOETS : om de instellingen te selecteren en te bevestigen
OVERZICHT FUNCTIES
Door de knop “Functies” in willekeurig welke stand te zetten, wordt de oven ingeschakeld. Het display
toont het volgende bericht:
Fig. 1 Fig. 2
Fig. 3 Fig. 4
1 23 4
DISPLAY
Speciale functies: Voor het ontdooien van voedsel
Warmhouden
Bevroren voedsel
Bezig met ontdooien
NL12
Druk op een willekeurige toets om het bericht over te slaan, waarna het display de functies of de
bijbehorende submenu's toont.
OPMERKING: De eerste inductiewaarschuwing kan worden uitgeschakeld/ingeschakeld via het
Instellingenmenu. Indien de inductieplaat reeds stevig in het stopcontact aangrijpt, wanneer de oven is
ingeschakeld, wordt de eerste inductiewaarschuwing niet weergegeven.
De submenu's zijn beschikbaar en kunnen gekozen worden door de knop op de functies INDUCTIE, GRILL,
SPECIALE FUNCTIES, INSTELLINGEN en RECEPTEN te zetten.
A. Pictogram van de gemarkeerde functie
B. Gemarkeerde functie die geselecteerd kan worden door te drukken op
C. Beschrijving van de gemarkeerde functie
D. Andere beschikbare functies
DETAILS FUNCTIE
Nadat u de gewenste functie heeft geselecteerd, geeft het display andere hierbij horende opties en details
weer.
Om tussen de verschillende zones heen en weer te gaan gebruikt u de knop “Navigatie”: de cursor gaat
naar de waarden die kunnen worden gewijzigd door de hierboven beschreven volgorde te volgen. Druk
op om de waarde te selecteren, wijzig de waarde door aan de knop “Navigatie” te draaien en bevestig
hem met de toets .
OPMERKING: In inductiemodus kunnen alleen Zone 4 en Zone 5 worden geregeld.
EERSTE GEBRUIK - SELECTEREN VAN DE TAAL EN INSTELLEN VAN DE TIJD
Voor een correct gebruik van de oven moet u bij de eerste inschakeling de gewenste taal selecteren en de
actuele tijd instellen.
Ga als volgt te werk:
1. Zet de knop “Functies” in willekeurig welke stand: het display geeft een lijst met de eerste drie
beschikbare talen weer.
2. Draai aan de knop “Navigatie” om door het overzicht te bladeren.
3. Als u de gewenste taal gemarkeerd heeft, drukt u op om deze te selecteren.
Nadat u de taal geselecteerd heeft, geeft het display knipperend 12:00 aan.
4. Stel het tijdstip in door aan de knop “Navigatie” te draaien.
5. Bevestig de instelling door te drukken op .
Speciale functies: Voor het ontdooien van voedsel
Warmhouden
Bevroren voedsel
Ontdooien
A
D
C
B
Zone 3 Zone 4
Zone 5
Zone 2
Zone 1Cursor
VOORVERWARMEN
Ja
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Turbo hete lucht
--:--
--:--
Start
NL13
KEUZE VAN DE BEREIDINGSFUNCTIES
1. Draai aan de knop “Functies” wanneer de oven is uitgeschakeld; op het display worden de
bereidingsfuncties of de bij elke functie horende submenu's weergegeven.
OPMERKING: Zie voor de lijst en een beschrijving van de functies de tabel op pagina 18 en
pagina 19.
Indien de inductieplaat reeds correct is aangebracht of telkens wanneer de inductieplaat wordt
aangebracht, zijn alleen Inductiefuncties en Instellingen toegankelijk via het hoofdmenu.
Indien de knop niet op Inductiefuncties is gezet, geeft het display het bericht “Kies de
inductiemodus” weer.
Indien de inductieplaat niet in de oven is aangebracht, is zowel het MENU standaard functies als het
MENU inductiefuncties toegankelijk.
Wanneer de inductieplaat is aangebracht of is verwijderd, wordt een bericht in het display
weergegeven dat correcte aangrijping/loskoppeling aangeeft.
2. Binnen de submenu's kunt u met behulp van de knop “Navigatie” door de verschillende beschikbare
mogelijkheden bladeren: de gekozen functie wordt in het wit aangegeven in het midden van het
display. Om de functie te kiezen, drukt u op de toets .
3. De instellingen voor de bereiding worden in het display weergegeven Als de voorgeselecteerde
waarden goed zijn, draait u aan de knop “Navigatie” tot de cursor ter hoogte van “Start” staat en
drukt u op de toets ; ga in andere gevallen verder zoals hierboven aangegeven om de waarden te
wijzigen.
INSTELLEN VAN DE TEMPERATUUR/GRILLVERMOGEN (uitsluitend Standaard
functies)
Ga als volgt te werk om de temperatuur of het grillvermogen te wijzigen:
1. Controleer of de cursor naast de temperatuurwaarde staat (zone 1); druk op toets om de
parameter te selecteren die u wilt wijzigen: de temperatuurwaarden gaan knipperen.
2. Stel de gewenste waarde in door aan de knop “Navigatie” te draaien en druk op de toets om te
bevestigen.
3. Draai aan de knop “Navigatie” tot de cursor ter hoogte van “Start” staat en druk daarna op toets .
4. Het display geeft aan op welk niveau het gerecht geplaatst moet worden. Voer de bewerking uit en
druk op de toets om met de bereiding te beginnen.
De ingestelde temperatuur kan op dezelfde manier zelfs tijdens de bereiding veranderd worden.
5. Als de bereiding voltooid is, verschijnt het bericht “einde bereiding”. Nu kunt u de oven uitschakelen
door de knop “Functies” op 0 (nul) te draaien, of de bereiding verlengen door de knop “Navigatie
rechtsom te draaien. Bij het uitschakelen verschijnt er een balk op het display die de huidige
temperatuur in de oven aangeeft.
VOORVERWARMEN
ja
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Turbo hete lucht
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
ja
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Turbo hete lucht
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
No
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
200°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
200°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
NL14
DE OVEN VOORVERWARMEN (Uitsluitend Standaard functies)
Om de oven voor te verwarmen alvorens u er voedsel in plaatst, moet de voorkeuze als volgt worden
aangepast:
1. Plaats de cursor door aan de knop “Navigatie” te draaien ter hoogte van voorverwarmen.
2. Druk op toets om de parameter te selecteren: het bericht “Nee” knippert.
3. Wijzig de parameter door aan de knop “Navigatie” te draaien: op het display verschijnt “Ja.
4. Bevestig de keuze door te drukken op de toets .
SNEL VOORVERWARMEN (Uitsluitend Standaard functies)
Om de oven voor te verwarmen, gaat u als volgt te werk:
1. Kies de functie snelle voorverwarming door aan de knop “Functies” te draaien.
2. Bevestig met de toets : de instellingen voor de bereiding worden in het display weergegeven.
3. Als de voorgestelde temperatuur de gewenste is, draait u aan de knop “Navigatie” tot de cursor ter
hoogte van “Start” staat en drukt u op de toets . Om deze te wijzigen gaat u te werk zoals
beschreven in de voorgaande paragrafen. Een geluidssignaal geeft aan dat de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt. Na afloop van de voorverwarmingsfase selecteert de oven automatisch de
statische functie .
Het gerecht kan nu voor de bereiding in de oven worden gezet.
4. Voor het instellen van een andere bereidingsfunctie, draait u aan de knop “Functies” en selecteert u
de gewenste functie.
DE BEREIDINGSDUUR INSTELLEN
Met deze functie kunt u gerechten gedurende een ingestelde tijd bereiden, van minimaal 1 minuut tot de
maximale tijd van de geselecteerde functie, waarna de oven automatisch uitgeschakeld wordt.
1. Stel de functie in door de cursor op “bereidingsduur” te zetten door aan de knop “Navigatie te
draaien.
2. Druk op toets om de parameter te selecteren; “00:00” gaat knipperen op het display.
3. Verander de waarde door aan de knop “Navigatie” te draaien tot de gewenste bereidingsduur
verschijnt.
4. Bevestig de gekozen waarde met de toets .
BRUINING (Uitsluitend Standaard functies)
Na afloop van de bereiding wordt, voor de functies waarbij dat kan, op het display de mogelijkheid
weergegeven om uw gerecht een oppervlakkig bruin korstje te geven. Deze functie kan alleen geactiveerd
worden als u een bereidingstijd hebt ingesteld.
Als de bereidingstijd is afgelopen, verschijnt “^ voor verlengen, OK bruinen” op het display. Door op de
toets te drukken, start de oven een bruiningsfase voor de duur van 5 minuten. Deze functie kan slechts
een maal worden uitgevoerd.
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
200°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
200°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Ja
TEMPERATUUR
200°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Ja
TEMPERATUUR
200°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
TEMPERATUUR
180°C
Druk op +/- voor aanpassen ...
Start
Speciale functies: Voor het ontdooien van voedsel
Warmhouden
Bevroren voedsel
Bezig met ontdooien
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
--:--
--:--
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
180°C
UU:MM
EINDTIJD
Conventioneel
19:01
00:01
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
180°C
UU:MM
EINDTIJD
Conventioneel
19:01
- 00:30
Start
VOORVERWARMEN
Nee
TEMPERATUUR
180°C
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Conventioneel
19:20
- 00:30
Start
Bruinen
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
20:05
- 00:05
Bereiding geëindigd op 20:00
^ voor verlengen, OK bruinen
Bruinen geëindigd om 20:05
NL15
INSTELLEN VAN EINDE BEREIDING / UITGESTELDE START
De gewenste eindtijd van de bereiding kan worden ingesteld, uitstellen van het inschakelen van de oven
kan maximaal 23 uur en 59 minuten worden uitgesteld, gerekend vanaf het huidige tijdstip. Dit is alleen
mogelijk nadat de bereidingsduur is ingesteld. Deze instelling is alleen beschikbaar indien
voorverwarming geen vereiste is voor de gekozen functie.
Na het instellen van de bereidingsduur verschijnt de tijd waarop de bereiding eindigt op het display
(bijvoorbeeld 19:20). Voor het uitstellen van het einde van de bereiding, of het uitstellen van het
inschakelen van de oven gaat u als volgt te werk:
1. Zet de cursor ter hoogte van het tijdstip einde bereiding door aan de knop “Navigatie” te draaien.
2. Druk op toets om de parameter te selecteren: de eindtijd gaat knipperen.
3. Verander het tijdstip voor het einde van de bereiding door aan de knop “Navigatie” te draaien tot de
gewenste waarde bereikt is.
4. Bevestig de gekozen waarde met de toets .
5. Draai aan de knop “Navigatie” tot de cursor ter hoogte van “START” staat en druk daarna op toets
.
6. Het display geeft aan op welk niveau het gerecht geplaatst moet worden. Voer de bewerking uit en
druk op de toets om met de bereiding te beginnen. De oven begint met de bereiding na een
wachttijd die berekend wordt op basis van de ingestelde eindtijd (bijvoorbeeld: als een gerecht een
bereidingsduur van 20 minuten heeft en als eindtijd 20:10 is ingesteld, dan begint de oven om 19:50
met de bereiding).
OPMERKING: Tijdens de wachtfase kunt u de oven ook handmatig starten door aan de knop
“Navigatie” te draaien tot de cursor ter hoogte van “Start” staat en op de toets te drukken.
U kunt de ingestelde waarden (temperatuur, grillniveau, bereidingstijd) op ieder gewenst moment
wijzigen zoals beschreven in de voorgaande paragrafen.
KOOKWEKKER
Deze functie kan alleen gebruikt worden als de oven uitstaat en is bijvoorbeeld handig om de kooktijd van
pasta in te stellen. De maximale tijd die ingesteld kan worden is 1 uur en 30 minuten.
1. Druk op de toets als de oven uitgeschakeld is: “00:00:00” verschijnt op het display.
2. Draai aan de knop “Navigatie” om de gewenste tijd in te stellen.
3. Druk op toets om het aftellen te starten. Als de ingestelde tijd is verstreken, verschijnt “00:00:00”
op het display en klinkt er een geluidssignaal. De tijd kan nu worden verlengd, door zoals hierboven
beschreven te werk te gaan, of de tijdklok kan worden gedeactiveerd door op de toets te
drukken (het huidige tijdstip verschijnt op het display).
Draai +/- om de timer in te stellen n op om te starten
00 : 00 : 00
(UU) (MM) (SS)
Draai +/- om de timer in te stellen n op om te starten
00 : 30 : 00
(UU) (MM) (SS)
Kookwekker
01 : 09 : 00
NL16
RECEPTEN
Dankzij de “Intelligent Sensor Technology” kunt u 30 vooraf ingestelde recepten gebruiken met de ideale
bereidingsfunctie en temperatuur.
Het receptenboek moet worden gevolgd voor ingrediënten en voorbereiding van het gerecht. Volg voor
de rest de volgende instructies:
1. Kies “RECEPTEN” door aan de knop “Functies” te draaien.
2. Kies het gewenste gerecht uit de lijst.
3. Bevestig uw keuze met de toets .
4. Kies het gewenste recept door aan de knop “Navigatie” te draaien.
5. Bevestig met de toets : op het display verschijnt de indicatieve bereidingstijd.
6. Zet het gerecht in de oven en draai aan de knop “Navigatie” tot de cursor ter hoogte van “Start” staat
en druk daarna op toets
.
7. Het display geeft aan op welk niveau het gerecht geplaatst moet worden. Voer de bewerking uit en
druk op de toets om met de bereiding te beginnen. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk om de
bereiding uit te stellen.
OPMERKING: Sommige gerechten moeten halverwege de bereidingstijd omgekeerd of
doorgeroerd worden: een akoestisch signaal klinkt en het display toont het type handeling dat is
vereist.
De bereidingstijd die in het begin wordt getoond is slechts bij benadering: deze kan tijdens de
bereiding automatisch worden verlengd.
Voordat de bereidingstijd afloopt, vraagt de oven om te controleren of het gerecht de door u gewenste
bereidingsgraad heeft. Is dat niet geval, dan kan de bereidingstijd handmatig worden verlengd door aan
de knop “Navigatie” te draaien.
INDUCTIEFUNCTIES
Dankzij de Inductieverwarmingstechnologie biedt de oven verschillende bereidingsfuncties (zie tabel
Functiebeschrijving) die goede prestaties, een bijzonder snel bereidingsproces en laag energieverbruik
garanderen.
Gebruik voor optimale prestaties de inductieplaat in combinatie met de meegeleverde roestvrijstalen pan
(zie Draadroosters en andere accessoires in de oven aanbrengen voor informatie over het aanbrengen
van de inductieplaat en de bijbehorende pan).
Voor het opstarten van de Inductiefuncties enz. zoekt u in het hoofdmenu (raadpleeg Bereidingsfuncties
selecteren of druk op het directe inductie-toegangsicoon).
Voor toegang tot de inductiefuncties op de gebruikersinterface moet de inductieplaat correct in de oven
zijn aangebracht.
Indien een inductiebereidingscyclus gewenst is, maar de inductieplaat of de pan niet is aangebracht,
detecteert het apparaat dat een van beiden niet aanwezig is en geeft het aan dat deze moeten worden
aangebracht alvorens kan worden verdergegaan:
1. Draai de functieknop naar Inductiefuncties.
2. Selecteer de voedselcategorie die moet worden bereid met de zoekknop in de voorgestelde lijst en
bevestig de keuze met OK.
3. Afhankelijk van de voedselcategorie kan een verdere subcategorie en/of voedselgewicht worden
gekozen door aan de zoekknop te draaien en de keuze te bevestigen met OK.
Volautomatische recepten
Traditioneel
Instellingen
Recepten
Volautomatische recepten
Groenten
Vis
Gevogelte
Recepten: Zie kookboek voor de beschrijving
Kippenborst
Gebraden kip
REGELING
Automatisch
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Gebraden kip
19:45
- 00:45
REGELING
Automatisch
BEREIDINGSTIJD
EINDTIJD
Bereiden
19:45
- 00:44
Plaats voedsel op niveau 3
Druk op als u klaar bent
Draai het voedsel a.u.b.
Bereiding bijna voltooid
Controleer het gerecht
Bereiding geëindigd om19:45
Druk op ^ om te verlengen Bereiden
NL17
4. Druk op de toets OK om te bevestigen.
5. Zet het gerecht in de oven en druk op de toets OK.
6th Sense Inductiefuncties
Sommige bereidingsfuncties (gebraden vlees, gebraden kip en vis) worden door 6th Sense ondersteund.
Voor het gewicht aan voedsel dat wordt voorbereid, geeft 6th Sense technologie de bereidingstijd.
De bereidingstijd kan worden aangepast om tegemoet te komen aan persoonlijke voorkeuren en voor
bepaalde vleescategorieën wordt naar rosé verwezen (zie bereidingstabellen Inductie-oven voor meer
details).
INSTELLINGEN
1. Om parameters op het display te wijzigen selecteert u “INSTELLINGEN” in het hoofdmenu door aan
de knop “Functies” te draaien.
2. Bevestig met de toets : het display toont de parameters die kunnen worden gewijzigd
(taal, volume van akoestisch signaal, helderheid van display, tijd, energiebesparing, vermogen,
eerste inductiewaarschuwing).
3. Kies de instelling die veranderd moet worden door aan de knop “Navigatie” te draaien.
4. Druk op de toets om te bevestigen.
5. Volg de aanwijzingen op het display om de parameter te veranderen.
6. Druk op de toets ; een bericht dat de handeling bevestigt, verschijnt op het display.
OPMERKING: Als de oven uitgeschakeld is en de functie ECOMODUS (energiebesparing) geactiveerd is
(ON), dan gaat het display na enkele seconden uit en wordt de klok weergegeven. Om de informatie op het
display weer te geven en het lampje weer in te schakelen, hoeft u slechts op een toets te drukken of aan
een van de knoppen te draaien. Als ECOMODUS wordt geactiveerd tijdens een bereidingsfunctie, zal de
ovenverlichting worden uitgeschakeld zodra 1 minuut van het bereidingsproces is verstreken en gaat deze
weer branden als de gebruiker de oven weer bediend. Als de functie niet geactiveerd is (OFF), dan wordt
na enkele minuten alleen de helderheid van het display verminderd.
TOETSENBLOKKERING
Met deze functie kunt u de toetsen en de knoppen op het bedieningspaneel blokkeren.
Houd de toetsen en minimaal 3 seconden tegelijkertijd ingedrukt om de toetsenblokkering in te
schakelen. Als de blokkering actief is, werken de toetsen niet en verschijnen er een waarschuwingsbericht
en het symbool op het display. Deze functie kan ook tijdens de bereiding geactiveerd worden. Herhaal
de bovenstaande handelingen om de functie weer uit te schakelen. Als de toetsenblokkering actief is, kunt
u de oven uitschakelen door de knop op 0 (nul) te draaien. In dat geval moet de eerder gekozen functie
echter opnieuw worden ingesteld.
NL18
BESCHRIJVING VAN FUNCTIETABEL
FUNCTIEKNOP
OFF Om de bereiding te onderbreken en de oven uit te schakelen.
INDUCTIEFUNCTIES Zie INDUCTIEFUNCTIES.
RECEPTEN
Voor het selecteren van 30 verschillende vooraf ingestelde recepten
(zie het bijgeleverde receptenboek). De oven stelt automatisch de
optimale temperatuur, functie en bereidingsduur in. Het is belangrijk
om de aanwijzingen m.b.t. de bereiding, de te gebruiken accessoires en
steunhoogtes van het gerecht in het kookboek exact op te volgen.
INSTELLINGEN
Voor het instellen van het display (taal, tijd, helderheid, volume van het
geluidssignaal, energiebesparing).
SPECIALE FUNCTIES Zie SPECIALE FUNCTIES.
TURBO HETE LUCHT
Voor het bereiden van vlees en taarten met een vloeibare vulling
(hartig of zoet) op één steunhoogte. Gebruik de derde steunhoogte.
De oven hoeft niet voorverwarmd te worden.
HETE LUCHT
Ook voor het bereiden van verschillende soorten voedsel die dezelfde
bereidingstemperatuur vereisen (bijv. vis, groenten, gebak) op
maximaal drie roosters tegelijkertijd. Dankzij deze functie kan men
voedsel bereiden zonder dat de geuren van het ene type voedsel op
het andere overgaan. Geadviseerd wordt om het tweede niveau te
gebruiken voor bereidingen op één steunhoogte, de eerste en vierde
voor bereidingen op twee steunhoogtes en de derde en vijfde voor
bereidingen op drie steunhoogtes. De oven hoeft niet voorverwarmd
te worden.
GRILL
Voor het grillen van karbonades, spiezen, worstjes, het gratineren van
groente en voor een bruin korstje op het brood. Het is raadzaam
voedsel op de 4e of 5e steunhoogte te plaatsen. Voor het grillen van
vlees wordt geadviseerd de opvangbak te gebruiken om het braadvet
op te vangen. Plaats de opvangbak op de derde of vierde steunhoogte
en giet er ongeveer een halve liter water in. De oven hoeft niet
voorverwarmd te worden. Tijdens de bereiding moet de deur van de
oven dicht blijven.
TURBO GRILL
Voor het grillen van grote stukken vlees (lamsbouten, rosbief, hele kip).
Plaats het voedsel op de middelste steunhoogte. Het is raadzaam de
opvangbak te gebruiken om het braadvet op te vangen. Plaats de
opvangbak op de eerste of tweede steunhoogte en giet er ongeveer
een halve liter water in. De oven hoeft niet voorverwarmd te worden.
Tijdens de bereiding moet de deur van de oven dicht blijven. Met deze
functie kunt u het draaispit (indien aanwezig) gebruiken.
CONVENTIONEEL
Voor het bereiden van gerechten op één steunhoogte. Gebruik de
derde steunhoogte. Gebruik voor het bereiden van pizza's, hartige
taarten en zoete taarten met een vloeibare vulling de eerste of tweede
steunhoogte. De oven hoeft niet voorverwarmd te worden.
SNEL
VOORVERWARMEN
Om de oven snel voor te verwarmen.
LAMPJE Om het lampje in de oven in/uit te schakelen.
NL19
SPECIALE FUNCTIES
ONTDOOIEN
Voor het versnellen van het ontdooien van voedsel. Het is raadzaam
voedsel op de middelste steunhoogte te plaatsen. Het is raadzaam
voedsel in zijn verpakking te laten om te voorkomen dat het aan de
buitenzijde uitdroogt.
WARMHOUDEN
Voor het warm en krokant houden van zojuist bereide gerechten
(bv. vlees, gefrituurde gerechten of ovenschotels). Het is raadzaam
voedsel op de middelste steunhoogte te plaatsen. De functie kan niet
ingeschakeld worden als de temperatuur in de oven hoger dan 65 °C is.
RIJZEN
Voor het optimaal laten rijzen van zoet of hartig deeg. Om de kwaliteit
van het rijzen te behouden kan de functie niet geactiveerd worden als
de temperatuur in de oven hoger dan 40 °C is. Plaats het deeg op de
tweede steunhoogte. De oven hoeft niet voorverwarmd te worden.
PRAKTISCH
Voor het bereiden van kant-en-klare gerechten, die bij
kamertemperatuur of in de koeling bewaard worden (koekjes,
vloeibare taartvullingen, muffins, voorgerechten en broodproducten).
De functie bereidt alle gerechten snel en zorgvuldig; ze kan ook
worden gebruikt om reeds bereid voedsel te verwarmen. Volg de
aanwijzingen op de verpakking. De oven hoeft niet voorverwarmd te
worden.
MAXI COOKING
Voor het bereiden van grote stukken vlees (meer dan 2,5 kg). Gebruik
de eerste of de tweede steunhoogte, afhankelijk van de grootte van
het vlees. De oven hoeft niet voorverwarmd te worden. Aanbevolen
wordt om het vlees tijdens de bereiding om te keren om een
gelijkmatige bruining aan beide kanten te verkrijgen. Het verdient de
voorkeur het vlees zo nu en dan vochtig te maken om te voorkomen
dat dit uitdroogt.
BEVROREN
VOEDSEL
Lasagne
Bij deze functie worden automatisch de beste temperatuur en
bereidingsmodus geselecteerd voor vijf verschillende categorieën
kant-en-klare diepvriesproducten. Gebruik de tweede of derde
steunhoogte. De oven hoeft niet voorverwarmd te worden.
Pizza
Strudel
Frieten
Brood
Aangepast
Naar wens kan een temperatuur tussen de 50 en 250 °C worden
ingesteld voor het bereiden van andere soorten producten.
LANGZAAM
GAREN
Slow
cooking
vlees
Om het vlees (op 90 °C) en de vis (op 85 °C) behoedzaam te bereiden.
Deze functie wordt gebruikt voor langzame bereiding, zodat het
voedsel zachter en sappiger blijft. Dankzij een gematigde temperatuur
wordt het voedsel niet bruin en het resultaat lijkt op een bereiding met
stoom. Bij het braden is het raadzaam om het vlees eerst in de pan te
bruinen om het sap in het vlees te houden. Bereidingstijden variëren
van 2 uur voor vis met een gewicht van 300 gram tot 4-5 uur voor een
vis van 3 kg; voor vlees varieert de tijd van 4 uur voor een stuk van 1 kg
tot 6-7 uur voor stukken van 3 kg. Voor een optimaal resultaat mag u de
ovendeur niet openen tijdens de bereiding om hitteverlies te
voorkomen; gebruik de meegeleverde temperatuursonde (indien
aanwezig) of een standaard oventhermometer.
Slow
cooking vis
ECO HETELUCHT
Voor het bereiden van gevulde braadstukken en vleesstukken op één
steunhoogte. Deze functie maakt gebruik van discontinue, delicate
ventilatorhulp, waardoor overmatig drogen van voedsel wordt
voorkomen. In deze ECO-functie wordt het ovenlampje uitgeschakeld
tijdens de bereiding en kan tijdelijk weer worden ingeschakeld door op
de bevestigingsknop te drukken. Aanbevolen wordt de derde
steunhoogte te gebruiken. De oven hoeft niet voorverwarmd te
worden.
NL20
INDUCTIEFUNCTIES
VOEDSEL-
SOORTEN
Gebraden
vlees
Rosbief
4 stappen:
van 0,6 tot 2 kg
De functie selecteert automatisch de ideale
bereidingstemperatuur en de modus voor
verschillende gewichtscategorieën (zie
ovendisplay). Het is mogelijk elk type vlees te
braden (bijv. rund, kalf, varken, spareribs, lam,
enz.). De functie “top finishing” is optimaal
voor het verkrijgen van een bruin korstje.
Gebraden vlees
3 stappen: van 1 tot 4 kg
filet / vlees aan stuk
Gebraden
gevogelte
Geheel
5 stappen: van 0,6 tot
3 kg
De functie selecteert automatisch de ideale
bereidingstemperatuur en de modus voor
verschillende gewichtscategorieën (zie
ovendisplay). Het is mogelijk elk type
gevogelte te braden (bijv. kip, kalkoen, eend,
enz.). De functie “top finishing” is optimaal
voor het verkrijgen van een bruin korstje.
filet / vlees aan stuk
Vis
Geheel
3 stappen:
van 0,2 tot 1 kg
De functie selecteert automatisch de ideale
bereidingstemperatuur en de modus voor
verschillende gewichtscategorieën (zie
ovendisplay). Het is mogelijk om elk type vis
te braden (bijv. zwaardvis, zeebaars,
zeebrasem, enz.)
filet / vlees aan stuk
Groenten
Gebakken groente
Deze functie is ideaal voor het bereiden van
verschillende soorten groenten met de optie
van het bakken of koken van groenten gevuld
met andere ingrediënten zoals vlees, kaas,
bechamelsaus, enz.
Gevulde groenten
Koekjes/
muffins
Muffins
Deze functie is ideaal voor koekjes en muffins,
van de klassieke koekjes tot kleine taartjes
gevuld met marmelade, chocola of andere
ingrediënten. Kies de functie “Muffins”
wanneer een rijsfase vereist is.
Koekjes
Taarten
Zoete taarten
Deze functie is ideaal voor het bereiden van
zoete of hartige taarten en vlaaien. Van de
klassieke fruittaart tot tal van verschillende
typen hartige taarten incl. Quiche Lorraine.
Hartige taart/vlaai
Pizza
Dunne pizza
Deze functie is ideaal voor het bereiden van
alle typen pizza.
Dikke pizza
Traditioneel brood
Deze functie is ideaal voor het bereiden van
alle typen pizza voor wat betreft smaak, vorm
en kruiden.
Stoofschotel / hoofdgerecht
Deze functie is ideaal voor het bereiden van
verschillende gerechten op basis van pasta,
met saus, room, vlees, groenten (bijv. lasagna).
OVERIGE
Laag vermogen
Deze functie is ideaal voor het bereiden van
gerechten die niet in een specifieke categorie
vallen. Deze functie is verdeeld in drie
vermogensniveaus zodat u kunt kiezen tussen
de lage, gemiddelde en hoge combinatie van
de grill en bakplaat. U kunt tijdens het
bereiden op elk gewenst moment wisselen
tussen laag, gemiddeld en hoog
vermogensniveau.
Gemiddeld vermogen
Hoog vermogen
NL21
OP-
WARMEN
-
Deze functie is ideaal om juist bereide
gerechten heet en knapperig te houden en
voor het met geringe warmte-overdracht
opwarmen van eerder bereide gerechten.
EINDE
BEREIDING
Top
Finishing
Laag grill-niveau
Deze functies zijn ideaal voor het afwerken
van gerechten die een grill- of gratin-
bereidingsmodus vereisen. Met drie
verschillende grill-niveaus kan het vermogen
en de snelheid van deze bereidingsmodus
worden aangepast. Tijdens top finishing
werkt de bakplaat niet.
Gemiddeld grill-niveau
Hoog grill-niveau
Base
Finishing
Laag vermogen
Deze functies zijn ideaal voor het afwerken
van gerechten die uitsluitend onderwarmte
nodig hebben. Met drie verschillende
vermogensniveaus van de inductieplaat kan
het vermogen en de snelheid van base
finishing worden aangepast. Tijdens base
finishing werkt de grill niet.
Gemiddeld vermogen
Hoog vermogen
NL22
BEREIDINGSTABELLEN INDUCTIE-OVEN
Recepten voor
meegeleverde pan
Functie
Voorver-
warmen
Steun-
hoogte
Temp era -
tuur
Tijdsbereik
(min.-max)
LOW*
Tijdsbereik
(min.-max)
HIGH*
Lasagne
Stoofschotel/
hoofdgerecht
Nee 3
Auto-
matisch
30 45 30 45
Pasta pasticciata/
cannelloni
Nee 3
Auto-
matisch
30 45 30 45
Rosbief rood 48°
(0,6 - 0,8 kg)
Rosbief
Nee 3
Auto-
matisch
30 35 25 35
Rosbief rood 48°
(0,9 - 1,2 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
40 55 30 40
Rosbief rood 48°
(1,3 - 1,5 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
40 65 45 55
Rosbief rood 48°
(1,6 - 2 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
65 80 55 70
Gebraden varkensvlees/
kalfsvlees
(1 - 2 kg)
Gebraden vlees –
geheel
Nee 3
Auto-
matisch
60 80 55 70
Gebraden varkensvlees/
kalfsvlees
(2 - 3 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
65 85 60 75
Gebraden varkensvlees/
kalfsvlees
(3 - 4 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
70 90 65 80
Varkensribstuk
Gebraden vlees –
filet/stuk
Nee 3
Auto-
matisch
25 45 25 35
Gebraden kip
(0,6 - 0,8 kg)
Gebraden
gevogelte – geheel
Nee 3
Auto-
matisch
35 45 25 35
Gebraden kip
(0,9 - 1,2 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
65 80 40 50
Gebraden kip
(1,3 - 1,5 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
75 95 55 70
Gebraden kip
(1,6 - 2 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
85 110 65 120
Gebraden kip
(2 - 3 kg)
Nee 3
Auto-
matisch
120 155 105 130
Kippenbouten
Gebraden
gevogelte – filet/
stuk
Nee 3
Auto-
matisch
35 50 30 35
Kippenpootjes met
aardappelen
Nee 3
Auto-
matisch
35 50 30 35
Forel (0,2 - 0,4 kg)
Vis (heel)
Nee 3
Auto-
matisch
35 35 15 25
Forel (0,5 - 0,8 kg) Nee 3
Auto-
matisch
35 45 25 35
Forel (0,8 - 1,0 kg) Nee 3
Auto-
matisch
45 45 35 45
Kabeljauw Visfilet/aan stuk Nee 3
Auto-
matisch
20 35 20 30
NL23
* Aan het begin van der bereidingscyclus wordt een standaardtijd weergegeven. De bereidingstijd kan
aan persoonlijke voorkeuren en voor verschillende soorten vlees/vis worden aangepast. Voor gebraden
vlees – rosbief verwijst de aangegeven tijd naar de tijd die nodig is voor het bereiden van rosé rosbief.
Raadpleeg de tabel voor het kiezen van het juiste tijdsbereik (volgens de vermogensinstelling LAAG/
HOOG). Zie voor meer informatie de paragraaf Elektrisch stopcontact. Indien geen instelling Elektrisch
stopcontact beschikbaar is, kiest u standaard de vermogensinstelling HIGH.
Gebakken aardappelen
Groenten –
gebakken
Nee 3
Auto-
matisch
35 45 25 35
Gemengde groenten Nee 3
Auto-
matisch
35 45 25 35
Gevulde courgette
Groenten – gevuld
Nee 3
Auto-
matisch
20 30 20 30
Gevulde tomaten Nee 3
Auto-
matisch
20 30 20 30
Kleine cakejes Koekjes - muffins Nee 3
Auto-
matisch
25 35 25 35
Koekjes/sablé Koekjes Nee 3
Auto-
matisch
15 25 15 25
Vruchtenvlaai Gebakjes Nee 3
Auto-
matisch
30 40 25 35
Quiche Lorraine Hartige taarten Nee 3
Auto-
matisch
35 45 25 35
Traditioneel brood Brood Nee 3
Auto-
matisch
30 40 30 40
Zelfgemaakte pizza Dikke pizza Nee 3
Auto-
matisch
30 40 25 30
Krokante pizza Dunne pizza Nee 3
Auto-
matisch
20 25 15 20
Land Instelling
Duitsland Hoog
Spanje Laag
Finland Hoog
Frankrijk Hoog
Italië Laag
Nederland Hoog
Noorwegen Hoog
Zweden Hoog
Verenigd Koninkrijk Laag
België Hoog
Recepten voor
meegeleverde pan
Functie
Voorver-
warmen
Steun-
hoogte
Temp era -
tuur
Tijdsbereik
(min.-max)
LOW*
Tijdsbereik
(min.-max)
HIGH*
NL24
BEREIDINGSTABEL
Recept Functie Voorver-
warmen
Steun-
hoogte
(van
onder)
Temp.
(°C)
Berei-
dings-
tijd
(min)
Accessoires en opmerkingen
Luchtig gebak
- 2/3 160-180 30-90 Taartvorm op rooster
- 1-4 160-180 30-90
Niveau 4: taartvorm op rooster
Niveau 1: taartvorm op rooster
Gevulde taarten
(kwarktaart, strudel,
appeltaart)
- 2 160-200 35-90
Opvangbak / bakplaat of
taartvorm op rooster
- 1-4 160-200 40-90
Niveau 4: taartvorm op rooster
Niveau 1: taartvorm op rooster
Koekjes / taartjes
- 3 170-180 20-45 Opvangbak of bakplaat
- 1-4 160-170 20-45
Niveau 4: rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
- 1-3-5 160-170 20-45*
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
Soesjes
- 3 180-200 30-40 Opvangbak of bakplaat
- 1-4 180-190 35-45
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
- 1-3-5 180-190 35-45*
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
Meringues
- 3 90 110-150 Opvangbak of bakplaat
- 1-4 90 140-160
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
- 1-3-5 90 140-160*
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
Brood / pizza /
focaccia
- 1/2 190-250 15-50 Opvangbak of bakplaat
- 1-4 190-250 20-50
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
- 1-3-5 190-250 25-50*
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
Hartige taarten
(groentetaart,
quiche)
- 2 180-190 40-55 Taartvorm op rooster
- 1-4 180-190 45-70
Niveau 4: taartvorm op rooster
Niveau 1: taartvorm op rooster
- 1-3-5 180-190 45-70*
Niveau 5: taartvorm op rooster
Niveau 3: taartvorm op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
+ taartvorm
NL25
Pasteitjes /
bladerdeeghapjes
- 3 190-200 20-30 Opvangbak of bakplaat
- 1-4 180-190 20-40
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
- 1-3-5 180-190 20-40*
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
Lasagne / pasta uit
de oven /
cannelloni /
ovenschotels
- 3 190-200 45-65 Opvangbak of pan op rooster
Lamsvlees /
kalfsvlees /
rundvlees /
varkensvlees 1 kg
- 3 190-200 80-110 Opvangbak of pan op rooster
Kip / konijn /
eend 1 kg
- 3 200-230 50-100 Opvangbak of pan op rooster
Kalkoen / Gans 3 kg - 2 190-200 80-130 Opvangbak of pan op rooster
Vis uit de oven /
in folie (filet, heel)
- 3 180-200 40-60 Opvangbak of pan op rooster
Gevulde groenten
(tomaten,
courgettes,
aubergines)
- 2 180-200 50-60 Pan op rooster
Toas t - 5 Hoog 3-6 Rooster
Visfilet / moten vis - 4
Gemid-
deld
20-30
Niveau 4: rooster (draai het
voedsel halverwege de
bereidingstijd om)
Niveau 3: opvangbak met water
Worstjes / spiezen /
spareribs /
hamburgers
- 5
Gemid-
deld-
Hoog
15-30
Niveau 5: rooster (draai het
voedsel halverwege de
bereidingstijd om)
Niveau 4: opvangbak met water
Gebraden kip
1 - 1,3 kg
- 2
Gemid-
deld
55-70
Niveau 2: rooster (draai het
voedsel om na tweederde van
de bereidingstijd)
Niveau 1: opvangbak met water
- 2 Hoog 80-110
Niveau 2: draaispit (indien
bijgeleverd)
Niveau 1: opvangbak met water
Rosbief rosé 1 kg - 3
Gemid-
deld
35-50
Pan op rooster (draai het voedsel
indien nodig na tweederde van
de bereidingstijd om)
Lamsbout / schenkel - 3
Gemid-
deld
60-90
Opvangbak of pan op rooster
(draai het voedsel indien nodig
na tweederde van de
bereidingstijd om)
Recept Functie Voorver-
warmen
Steun-
hoogte
(van
onder)
Temp.
(°C)
Berei-
dings-
tijd
(min)
Accessoires en opmerkingen
NL26
* De vermelde bereidingstijd is slechts een indicatie. Gerechten kunnen op verschillende tijdstippen
afhankelijk van de persoonlijke voorkeur uit de oven worden verwijderd.
Geb. aardappelen - 3
Gemid-
deld
45-55
Opvangbak of bakplaat (draai
het voedsel indien nodig na
tweederde van de bereidingstijd
om)
Gegratineerde
groenten
- 3 Hoog 10-25 Opvangbak of pan op rooster
Lasagne en vlees - 1-4 200 50-100*
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of pan op
rooster
Vlees en
aardappelen
- 1-4 200 45-100*
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of pan op
rooster
Vis en groente - 1-4 180 30-50*
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of pan op
rooster
Volledige maaltijd:
Vlaai (niveau 5) /
lasagne (niveau 3) /
vlees (niveau 1)
- 1-3-5 190 40-120*
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of pan op
rooster
Diepvriespizza's
- 3 Auto 10-15 Opvangbak / bakplaat of rooster
- 1-4 Auto 15-20
Niveau 4: pan op rooster
Niveau 1: opvangbak of bakplaat
- 1-3-5 Auto 20-30
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 3: opvangbak of bakplaat
Niveau 1: pan op rooster
- 1-3-4-5 Auto 20-30
Niveau 5: pan op rooster
Niveau 4: opvangbak of bakplaat
Niveau 3: opvangbak of bakplaat
Niveau 1: pan op rooster
Gevulde
braadstukken
- 3 200 80-120* Opvangbak of bakplaat
Stukken vlees
(konijn, kip, lam)
- 3 200 50-100* Opvangbak of bakplaat
Recept Functie Voorver-
warmen
Steun-
hoogte
(van
onder)
Temp.
(°C)
Berei-
dings-
tijd
(min)
Accessoires en opmerkingen
NL27
GETESTE RECEPTEN in overeenstemming met de norm IEC 60350-1:2011-12 en DIN 3360-12:07:07
In de bereidingstabel worden de ideale functies en temperaturen gegeven voor de beste resultaten voor
elk type recept. Als u een gerecht wilt bereiden met de geventileerde functie op één steunhoogte, wordt
geadviseerd de tweede steunhoogte te gebruiken en dezelfde temperatuur als voor “HETE LUCHT” op
meerdere steunhoogtes.
Recept Functie Voorver-
warmen
Steun-
hoogte (van
onder)
Temp.
(°C)
Tijd
(min)
Accessoires en
opmerkingen
IEC 60350-1:2011-12 § 7.5.2
Koekjes van
kruimeldeeg
- 3 170 15-30 Opvangbak/bakplaat
- 1-4 160 25-40
Niveau 4: bakplaat
Niveau 1: opvangbak/
bakplaat
IEC 60350-1:2011-12 § 7.5.3
Kleine taartjes
- 3 170 25-35 Opvangbak/bakplaat
- 1-4 160 30-40
Niveau 4: bakplaat
Niveau 1: opvangbak/
bakplaat
IEC 60350-1:2011-12 § 7.6.1
Cake zonder vet
- 2 170 30-40 Taartvorm op rooster
- 1-4 160 35-45
Steunhoogte 4: taartvorm op
rooster
Steunhoogte 1: taartvorm op
rooster
IEC 60350-1:2011-12 § 7.6.2
Twee appeltaarten
- 2/3 185 70-90 Taartvorm op rooster
- 1-4 175 75-95
Niveau 4: taartvorm op
rooster
Niveau 1: taartvorm op
rooster
IEC 60350-1:2011-12 § 9,2
Toast** - 5 Hoog 3-6 Rooster
IEC 60350-1:2011-12 § 9.3
Hamburgers** - 5 Hoog 18-30
Niveau 5: rooster (draai het
voedsel halverwege de
bereidingstijd om)
Niveau 4: opvangbak met
water
DIN 3360-12:07 § 6.5.2.3
Appeltaart,
vruchtenvlaai
- 3 180 35-45 Opvangbak/bakplaat
- 1-4 160 55-65
Niveau 4: bakplaat
Niveau 1: opvangbak/
bakplaat
DIN 3360-12:07 § 6.6
Varkensbraadstuk - 2 170 110-150 Niveau 2: opvangbak
DIN 3360-12:07 annex C
Platte taart
- 3 170 35-45 Opvangbak/bakplaat
- 1-4 160 40-50
Niveau 4: bakplaat
Niveau 1: opvangbak/
bakplaat
NL28
De indicaties in de tabel zijn van toepassing zonder gebruik van de looprails. Voer de tests uit
zonder de looprails.
** Laat bij het grillen van voedsel 3-4 cm van de voorste rand van het rooster vrij om dit na afloop van de
bereiding makkelijker eruit te kunnen halen.
Energiezuinigheidsklasse (volgens de norm EN 60350-1:2013-07).
Gebruik de betreffende tabel om de test uit te voeren.
Energieverbruik en voorverwarmtijd
Selecteer de functie en voer de test alleen uit met de optie “Voorverwarmen” geactiveerd
(“Voorverwarmen ja”).
Nauwkeurigheidstest regeling
Selecteer de functie en voer de test alleen uit met de optie “Voorverwarmen” gedeactiveerd (wanneer
voorverwarmen geactiveerd is, brengt de ovenregeling met opzet een schommeling van het
temperatuurprofiel tot stand).
Lezen van de bereidingstabel
De tabel geeft aan welke functie het best gebruikt kan worden voor een bepaald gerecht, dat op één of
meerdere steunhoogtes tegelijk kan worden bereid. De bereidingstijden gelden vanaf het moment dat het
gerecht in de oven wordt gezet, zonder de voorverwarmingstijd (indien nodig). De bereidings-
temperaturen zijn slechts een richtlijn en zijn afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en het type
accessoire dat wordt gebruikt. Gebruik om te beginnen de laagste aanbevolen waarden en indien het
resultaat niet is zoals gewenst, gebruik dan hogere waarden. Het is raadzaam de meegeleverde accessoires
te gebruiken en bij voorkeur donker gekleurde metalen bakblikken en pannen. Schalen en accessoires van
Pyrex of keramiek kunnen ook worden gebruikt, maar de bereidingstijd is daarmee iets langer. Volg voor
de beste resultaten zorgvuldig de aanwijzingen in de bereidingstabel met betrekking tot de bijgeleverde
schalen en de verschillende steunhoogtes.
Het tegelijkertijd bereiden van verschillende gerechten
Door de functie “HETE LUCHT” te gebruiken, kunnen verschillende producten (bijv. vis en groenten) die
dezelfde temperatuur vereisen gelijktijdig op verschillende roosters worden bereid. Verwijder het product
dat een kortere bereidingstijd vereist uit de oven en laat het product dat een langere bereidingstijd vereist
in de oven staan totdat ook dit gereed is.
Taarten
- Bak fijn gebak met de conventionele functie op één niveau. Gebruik donker gekleurde metalen
taartvormen en plaats deze altijd op het bijgeleverde rooster. Voor bereiding op meerdere
steunhoogtes selecteert u de functie met ventilatie en zet u de taartvormen in zigzagvorm op de
roosters, zodat de lucht goed kan circuleren.
- Om te controleren of de taart gaar is steekt u een satéprikker bovenin de taart. Als de prikker er droog
uitkomt, is de taart gereed.
- Als u taartvormen met anti-aanbaklaag gebruikt, vet dan niet de randen in, omdat de taart dan aan
de zijkanten mogelijk niet goed rijst.
- Als het gebak “inzakt” tijdens het bakken, gebruik dan de volgende keer een lagere temperatuur,
verminder bijvoorbeeld de hoeveelheid vocht of meng het beslag voorzichtiger.
- Bij taarten met een vochtige vulling (kaastaarten of vruchtentaarten) moet de functie “TURBO HETE
LUCHT” worden gebruikt. Als de bodem van de taart te vochtig blijft, zet de taart dan op een lager
niveau en bestrooi de bodem met paneermeel of verkruimelde koekjes voordat u de vulling erin
schenkt.
Vlees
- Gebruik een pan of bakschaal die geschikt is voor de afmetingen van het stuk vlees dat wordt bereid.
Schenk bij gebraden vlees bij voorkeur wat bouillon in de schaal, waardoor het vlees tijdens de
bereiding vochtig kan worden gehouden en meer smaak krijgt. Laat het gebraden vlees na afloop
van de bereiding 10-15 minuten in de oven rusten, of dek het af met aluminiumfolie.
TIPS EN ADVIES
NL29
- Kies voor het grillen van vlees stukken die dezelfde dikte hebben voor een gelijkmatige bereiding.
Zeer dikke stukken vlees hebben een langere bereidingstijd. Zet het rooster op een lagere
steunhoogte, op grotere afstand van de grill, om te voorkomen dat de korst verbrandt. Draai het vlees
om na tweederde van de bereidingstijd.
Geadviseerd wordt om een opvangbak met een halve liter water direct onder het rooster te plaatsen
waarop u het vlees heeft gelegd, om het bakvet op te vangen. Vul indien nodig bij met water tijdens het
grillen.
Pizza
Vet de pizzavorm licht in voor een pizza met knapperige bodem. Verdeel na tweederde van de
bereidingstijd de mozzarella over de pizza.
Rijsfunctie (alleen bij bepaalde modellen)
Het is raadzaam het deeg altijd met een vochtige doek af te dekken voordat u het in de oven legt. Deze
functie verkort de rijstijd met ongeveer eenderde, vergeleken met rijzen op kamertemperatuur (20-25 °C).
De rijstijd voor 1 kg pizzadeeg is ongeveer een uur.
Bereiding in Inductiemodus
- Plaats de pan altijd in het midden van de inductieplaat om een uniforme bereidingstemperatuur te
waarborgen.
- De inductieplaat kan uitgetrokken worden om het gerecht te controleren of om te roeren en de klep
kan tijdens deze handeling open blijven.
- Het is raadzaam bakpapier voor vlees- of visgerechten te gebruiken omdat dit niet alleen een
optimaal bereidingsresultaat garandeert, maar ook een betere en snellere reiniging van de
inductieplaat mogelijk maakt; met name wanneer sauzen worden gebruikt.
- Wanneer de functies Vlees braden of Gehele kip braden worden gebruikt, hoeft het vlees niet
omgekeerd te worden.
- Voor de functie “Rosbief”: aanbevolen wordt het vlees na 15 minuten om te keren om een
gelijkmatige bruining aan beide kanten te verkrijgen. Wanneer het rundvlees naar wens is,
haalt u het uit de oven en laat u het rusten.
- Voor fruitvlaaien en andere delicate gerechten is het raadzaam in het gebakdeeg te prikken alvorens
het te vullen om de vorming van luchtbellen te voorkomen en om het gerecht na het bereiden in de
pan te laten afkoelen.
- Pizzavulling moet worden toegevoegd afhankelijk van de hoogte van de deegbodem en de
hoeveelheid saus die wordt gebruikt.
- Pizza's met zeer dunne bodems en slechts lichte vulling kunnen koud bereid worden; anders is het
raadzaam te overwegen wanneer het meest geschikte moment is om de vulling toe te voegen:
halverwege of aan het einde van de bereidingstijd.
- Voor delicate bereidingen zoals taarten is het raadzaam om de pan te laten afkoelen alvorens deze
met het voedsel te vullen indien de pan kort tevoren nog is gebruikt om een ander gerecht te
bereiden.
- Voor grotere gerechten kunnen achtereenvolgende bereidingen worden toegepast (bijvoorbeeld:
pizza's, gebraad, enz.).
- Voor gebakken groenten of kleine stukken vlees is het raadzaam het voedsel tijdens de bereiding om
te roeren om een gelijkmatige bruining te verkrijgen. Het gewicht dat voor de categorie wordt
aangegeven, verwijst naar één enkel stuk en niet naar het totale gewicht (bijv. verschillende stukken
van 600 gram kunnen gelijktijdig worden bereid in de categorie van 0,6-0,8 kg).
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29

Bauknecht BIVMS 8100 IXL Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor