Hotpoint Ariston H 89 V.1 IX /HA Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

H 89 V.1/HA
H 89 V.1 IX/HA
NL
OVEN
Inhoud
Het installeren, 2-4
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Technische gegevens
Beschrijving van het apparaat, 5
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Display
Starten en gebruik, 6
De klok instellen
De timer instellen
De oven starten
Programmas, 7-9
Kookprogrammas
De bereiding programmeren
Praktische kooktips
Kooktabel
Kookplaat, 10
Type kookplaat
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Praktische tips voor het gebruik van de
glaskeramische kookplaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 11
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubehoud
Onderhoud en verzorging, 12
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
De ovendeur reinigen
Vervangen van het lampje
Service, 13
Gebruiksaanwijzingen
Deutsch, 14
DE
Nederlands, 1
NL
ÅëëçíéêÜ, 27
GR
Ðóññêèé, 40
RS
2
NL
Ventilatie
Om een goede ventilatie te kunnen garanderen is het
noodzakelijk de achterkant van het meubel te verwijderen.
Het is aan te raden de oven op twee houten balken te
plaatsen of eventueel op een enkele plank die een opening
heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen).
Centreren en bevestigen
Regel de 4 stelvoetjes aan de zijkant van de oven in
overeenkomst met de 4 gaten in de lijst, afhankelijk
van de dikte van de zijkant van het meubel:
als de dikte 20 mm is:
verwijder het regelbare
gedeelte van het stelvoetje
(zie afbeelding);
als de dikte 18 mm is: gebruik
de eerste gleuf zoals door de
fabriek is voorzien
(zie afbeelding);
als de dikte 16 mm is: gebruik
de tweede gleuf
(zie afbeelding).
Om het apparaat aan het keukenkastje te
bevestigen: open de ovendeur en schroef de 4
houtschroeven in de 4 gaten in de zijrand.
!!
!!
! Alle beschermende onderdelen moeten zodanig
worden bevestigd dat ze niet kunnen worden
verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
!!
!!
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u
dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle
nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Plaatsing
!!
!!
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen en dient daarom te worden verwijderd volgens
de geldende normen voor gescheiden afvalinzameling
(zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
!!
!!
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het
keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
de zijkanten van de kastjes die aan de oven
grenzen moeten hittebestendig zijn;
in het bijzonder moet, in geval van meubels met fineer,
de lijm bestand zijn tegen temperaturen van 100°C;
voor het inbouwen van de oven, zowel onder het
aanrecht (zie figuur) als in stapelbouw, dient het
meubel de volgende afmetingen te hebben:
!!
!!
! Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen
contact meer mogelijk zijn met de elektrische
onderdelen.
Het energieverbruik dat staat aangegeven op het
typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie.
Installatie
560 mm.
45 mm.
595
558
min
45
min
575-585
min
560
+4 -0
480
+4 -0
555
580
500
39
15
595
23
572
543545
3
NL
Elektrische aansluiting
De keuken moet aan het elektrische net worden
aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom,
de spanning en de frequentie die aangegeven staan
op het typeplaatje (zie volgende pagina).
De kookplaat wordt aan het fornuis verbonden met een
speciale aansluiting.
INBOUWPLAAT
INBOUWFORNUIS
WIT ROOD GEELBLAUW GROEN
Slechts op
enkele modellen
aanwezig
Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de
metalen bescherming weer op zijn plaats te doen.
Als de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode
dop, die oorspronkelijk op de rode connector zat,
weer op zijn plaats doen.
Monteren voedingskabel
1. Licht de lipjes aan de
zijkant van het deksel
van het klemmenbord op
met een
schroevendraaier: trek het
deksel van het
klemmenbord open (zie
afb.).
2. Draai de schroef van
de kabelklem los en
verwijder hem met behulp
van een schroevendraaier
(zie afbeelding).
3. Verwijder de schroeven
van de contacten L-N-
en bevestig de draden
onder de koppen van de
schroeven met
inachtneming van de
kleuren: Blauw (N) Bruin
(L) Geel-Groen (
).
Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding
op 400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder).
400V 3N~H05RR-F
5x2.5 CEI-UNEL 35363
Als de elektrische installatie andere eigenschappen
heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de
elektrische verbinding tot stand te brengen door
middel van de verbindings-U-bouten in doos P.
230V 1N~H07RN-F 3x4
CEI-UNEL 35364
400V 2N~H05RR-F
4x2.5 CEI-UNEL 35363
3. Maak de voedingskabel vast aan de speciale
kabelklem.
4. Maak het deksel van het klemmenbord dicht.
NL3L1L2
1
3
2
4
5
N
L2
L3
L1
P
NL
1
3
2
4
5
NL2L1
1
3
2
4
5
4
NL
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje(zie hiernaast). Wanneer het apparaat
rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet u
tussen het apparaat en het net een meerpolige
schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de
contacten van minstens 3 mm, aangepast aan het
elektrische vermogen en voldoend aan de geldende
normen (de aarding mag niet worden onderbroken door
de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig
worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur
bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur.
!!
!!
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
de contactdoos in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te verdragen, zoals
aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de
contactdoos te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
!!
!!
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
!!
!!
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden.
!!
!!
! De kabel moet van tijd tot tijd worden
gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs
worden vervangen (zie Service).
!!
!!
!
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteldDe fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteldDe fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
wanneer deze normen niet worden nageleefd.wanneer deze normen niet worden nageleefd.
wanneer deze normen niet worden nageleefd.wanneer deze normen niet worden nageleefd.
wanneer deze normen niet worden nageleefd.
TYPEPLAATJE
Afmetingen
breedte 43,5 cm
hoogte 32 cm
diepte 41,5 cm
Inhoud
liter 58
Elektrische
aansluitingen
spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz
of maximaal opgenomen vermogen
10800W
ENERGY
LABEL
Richtlijn 2002/40/EG op het etiket
van elektrische ovens. Norm EN
50304
Energieverbruik convectie Natuurlijk
- verwarmingsfunctie:
Traditioneel;
Energieverbruikverklaring Klasse
geforceerde convectie -
verwarmingsfunctie: Gebak
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EU voorschriften:
73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en daaropvolgende
wijzigingen - 89/336/EEG van
03/05/89 (Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen - 93/68/EEG van
22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen. 2002/96/EG
5
NL
Bedieningspaneel
Rooster GRILL
Rooster LEKPLAAT
GLEUVEN om
roosters in te
schuiven
positie 5
positie 4
positie 3
positie 2
positie 1
Beschrijving van
het apparaat
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Display
Knop
PROGRAMMA'S
Knop
KOOKPLATEN
Knop
KOOKPLATEN DUBBELE DIAMETER
THERMOSTAATKNOP
DISPLAY
Toets
INSTELLEN TIJDEN
Knop
KOOKPLATEN
Knop
KOOKPLATEN DUBBELE DIAMETER
Ovenverlichting
Knop
INSTELLEN TIJDEN
Controlelampje
KOOKPLATEN
Cijfers TEMPERATUREN
en TIJDEN
Symbool
EINDE BEREIDING
Symbool
KLOK
Symbool
DUUR
Symbool
TIMER
Aanwijzer van de
Voorverwarming
6
NL
! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat
u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur
en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door
het verdampen van de middelen die worden
gebruikt om de oven te beschermen.
De klok instellen
U kunt de klok zowel instellen als de oven uit is als
wanneer hij aan is, maar alleen als u geen
uitgestelde bereiding heeft ingesteld.
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
symbool
en de twee cijfers op het DISPLAY
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de uren in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
4. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
5. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
De timer instellen
Deze functie onderbreekt de bereiding niet en is
onafhankelijk van het gebruik van de oven. Hij dient
er uitsluitend voor een geluidssignaal te laten horen
als de ingestelde minuten zijn verstreken.
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
symbool
en de drie cijfers op het DISPLAY
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
Nu verschijnt het terugtellen, aan het einde waarvan
u een geluidssignaal zult horen.
De oven starten
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de knop PROGRAMMAS te draaien.
2. De oven begint voor te verwarmen, de aanwijzers
van de voorverwarming gaan aan.
De temperatuur kan veranderd worden door te
draaien aan de knop THERMOSTAAT.
3. Als de aanwijzer van de voorverwarming
uitgaat en u een geluidssignaal hoort, is de
voorverwarming compleet: zet de etenswaren in de oven.
4. Tijdens het koken kunt u nog altijd:
- het kookprogramma veranderen met behulp van de
knop PROGRAMMAS;
- de temperatuur veranderen met behulp van de
knop THERMOSTAAT;
- de duur en het einde van de kooktijd
programmeren
(zie kookprogrammas);
- het koken onderbreken door de knop
PROGRAMMAS weer op stand 0 te zetten.
5. Na twee uur gaat de oven automatisch uit: dit is
om veiligheidsredenen voor iedere kookfunctie van
te voren ingesteld.
U kunt de duur van de bereiding te veranderen
(zie kookprogrammas).
6. Wanneer de stroom uitvalt en de oventemperatuur
niet te laag is geworden, gaat de oven automatisch
terug naar het punt waar het programma is
onderbroken. De geprogrammeerde functies worden
echter niet onthouden. U dient ze daarom bij het
terugkeren van de stroom opnieuw in te stellen.
!!
!!
! Bij de programmas FAST COOKING en
BARBECUE is geen voorverwarming voorzien.
!!
!!
! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
!!
!!
! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters.
Ventilator
Om de oven van buiten niet te heet te laten worden,
brengt een verkoelingsventilator een luchtstroom
teweeg die tussen het bedieningspaneel en de
ovendeur naar buiten komt. Bij het programma FAST
COOKING gaat de ventilator automatisch na tien
minuten aan. Bij het programma GEBAK gaat de
ventilator aan als de oven warm is.
!!
!!
! Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator
draaien totdat de oven voldoende is afgekoeld.
Ovenverlichting
Als de oven uit is, kan het ovenlicht op ieder
willekeurig moment aan worden gedaan door op de
toets te drukken
.
Starten en gebruik
7
NL
Kookprogrammas
! Alle programmas hebben een vooringestelde
kooktemperatuur. Deze kan handmatig worden
aangepast,en naar wens worden ingesteld tussen de
40°C en de 250°C.
In het programma BARBECUE is de ingestelde
temperatuur in % uitgedrukt. Dit kan ook handmatig
worden gewijzigd.
Programma TRADITIONELE OVEN
Met deze traditionele kookwijze is het beter een
enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters
riskeert u een slechte temperatuursverspreiding.
Programma MULTIKOKEN
Aangezien de warmte in de hele oven constant is,
zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige
wijze gekookt en gebakken worden. Hier is het
mogelijkmaximaal twee roosters tegelijk te gebruiken.
Programma BARBECUE
Als u aan de knop THERMOSTAAT draait, geeft het
display niveaus van stroomsterkte weer die gaan
van een minimum van 50% tot een maximum van
100%. Het koken onder de grill is vooral aan te
raden voor gerechten die een hoge en directe
temperatuur aan de buitenkant nodig hebben. Kook
met de ovendeur dicht.
Programma GRATINEREN
Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de
grill gecombineerd met de circulatie van de lucht in
de oven.
Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo
vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar
de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht.
Programma PIZZA OVEN
Met deze combinatie wordt de oven snel warm dankzij
het aanzienlijke vermogen dat voornamelijk van
onderaf komt. Indien u meerdere roosters tegelijk
gebruikt moet u de gerechten halverwege de kooktijd
omwisselen.
Programma GEBAK OVEN
Deze functie is aanbevolen voor het bakken van fijne
gerechten (bijvoorbeeld taarten die moeten rijzen) en
kleine gerechten die u op 3 roosters tegelijkertijd wilt
koken.
Programma FAST COOKING
Bij dit programma wordt de oven niet voorverwarmd.
Dit programma is vooral geschikt voor het snel koken
van kant en klare gerechten (diepvriesproducten en
voorgekookte gerechten). De beste resultaten
verkrijgt u als u een enkel rooster gebruikt.
Programma RIJZEN
De oven bereikt en behoudt een temperatuur van
40°C onafhankelijk van de stand van de knop
THERMOSTAAT. Dit programma is ideaal voor het
rijzen van beslag dat bakkersgist bevat.
Draaispit (slechts op enkele modellen aanwezig)
Voor het activeren van het
draaispit ( zie afbeelding)
gaat u als volgt te werk:
1. plaats de lekplaat in stand 1;
2. zet de steun van het draaispit op de 3e stand en
steek de vleespen in de speciale opening achterin
de oven;
3. activeer het draaispit met de knop
PROGRAMMAS op de stand
of ;
! Bij het programma
zal het draaispit stoppen
met draaien wanneer u de ovendeur opent.
Programmas
8
NL
De bereiding programmeren
De programmering is alleen mogelijk wanneer een
kookprogramma is geselecteerd.
Het programmeren van de kookduur
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
symbool
en de drie cijfers op het DISPLAY
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de gewenste duur in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen;
4. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de
bereiding en klinkt een geluidssignaal.
B.v.: het is 9:00 uur en u programmeert een duur
van 1 uur en 15 minuten. Het programma stopt
automatisch om 10:15.
Het einde van een bereiding programmeren
Het programmeren van het einde van een bereiding
is alleen mogelijk nadat u een kookduur heeft
geselecteerd.
1. Volg de procedure van de duur van punt 1 t/m 3;
2. druk daarna op de toets
otdat het symbool
en de twee cijfers op het DISPLAY beginnen te
knipperen;
3. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de uren in te stellen;
4. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
5. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
+ en de - om de minuten in te stellen;
6. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen;
7. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de
bereiding en klinkt een geluidssignaal.
De symbolen
en gaan aan om aan te geven
dat een programmering is uitgevoerd. Op het DISPLAY
verschijnen om de beurt de eindtijd en de duur van
de bereiding.
Om een programmering te annuleren draait u de
knop PROGRAMMAS op stand 0.
Praktische kooktips
! Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit
de standen 1 en 5: in deze standen zou de hete
lucht de fijne gerechten kunnen verbranden.
! Bij de functies BARBECUE of GRATINEREN, in het
bijzonder wanneer u het draaispit gebruikt, raden wij
u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel
vet of jus op te vangen.
MULTIKOKEN
Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de
gerechten die meer warmte nodig hebben op
stand 2.
Plaats de lekplaat op de onderste stand en het
rooster op de hoogste.
BARBECUE
Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de
gerechten op het midden van de grill.
We raden u aan het energieniveau op de hoogste
stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste
verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn
werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA OVEN
Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet
hem op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de lekplaat is de bereidingstijd
langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante
pizza.
Bij zeer gevulde pizzas raden wij aan de
mozzarella of andere kaas pas halverwege de
kooktijd toe te voegen.
9
NL
Kooktabel
Roosterstanden Programma's Gerechten Gewicht
(kg)
standaard
geleiders
verschuifbar
e geleiders
Voorverwarmen Aanbevolen
temperatuur
(°C)
Duur
bereiding
(minuten)
Traditionele
oven
Eend
Kip
Gebraden kalfs- of rundvlees
Gebraden varkensvlees
Koekjes (kruimeldeeg)
Taarten
1,5
1,5
1
1
-
1
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
ja
ja
ja
ja
ja
ja
200-210
200-210
200
200-210
180
180
70-80
60-70
70-75
70-80
15-20
30-35
Multikoken
Pizza op 2 roosters
(Vruchten)taarten op 2 roosters
Cake op 2 roosters (op lekplaat)
Gebraden kip + aardappels
Lamsvlees
Makreel
Lasagne
Soesjes op 2 roosters
Koekjes op 2 roosters
Kaaskoekjes op 2 roosters
Hartige taarten
1+1
1
1
1
2 en 4
2 en 4
2 en 4
1 en 2/3
2
1 of 2
2
2 en 4
2 en 4
2 en 4
1 en 3
1 en 3
1 en 3
1 en 3
1 en 3
1
1
1
1 en 3
1 en 3
1 en 3
1 en 3
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
220-230
180
170
200-210
190-200
180
190-200
190
190
210
200
20-25
30-35
20-25
65-75
45-50
30-35
35-40
20-25
10-20
20-25
20-30
Barbecue
Makreel
Tong en inktvis
Calamari- en garnalenspiesjes
Kabeljauwfilet
Gegrilde groenten
Kalfsbiefstuk
Saucijzen
Hamburgers
Tosti (of geroosterd brood)
Kip aan het spit (indien draaispit aanwezig)
Lam aan het spit (indien draaispit aanwezig)
1
0,7
0,7
0,7
0,5
0,8
0,7
n° 4 of 5
n° 4 of 6
1
1
4
4
4
4
3 of 4
4
4
4
4
-
-
3
3
3
3
2 of 3
3
3
3
3
-
-
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
15-20
10-15
8-10
10-15
15-20
15-20
15-20
10-12
3-5
70-80
70-80
Gratineren
Gegrilde kip
Inktvis
Kip aan het spit (indien draaispit aanwezig)
Eend aan het spit (indien draaispit aanwezig)
Gebraden kalfs- of rundvlees
Gebraden varkensvlees
Lamsvlees
1,5
1
1,5
1,5
1
1
1
2
2
-
-
2
2
2
2
2
-
-
2
2
2
nee
nee
nee
nee
nee
nee
nee
210
200
210
210
210
210
210
55-60
30-35
70-80
60-70
60-75
70-80
40-45
Pizza oven
Pizza
Focaccia-brood
0,5
0,5
2
2
1
1
ja
ja
220
200
15-20
20-25
Gebak oven
Taarten
Vruchtentaart
Cakejes
Kleine cakejes op 2 roosters
Cake
Soesjes op 3 roosters
Koekjes op 3 roosters
Gevulde flensjes
Meringue op 3 roosters
Kaaskoekjes
0,5
1
0,7
0,7
0,6
0,7
0,7
0,8
0,5
0,5
2 of 3
2 of 3
2 of 3
2 en 4
2 of 3
1 en 3 en 5
1 en 3 en 5
2
1 en 3 en 5
2
1 of 2
1 of 2
1 of 2
1 en 3
1 of 2
1 en 2 en 4
1 en 2 en 4
1
1 en 2 en 4
1
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
180
180
170-180
180-190
160-170
180-190
180
200
90
210
25-35
40-50
45-55
20-25
30-40
20-25
20-25
30-35
180
20-25
Diepvriesproducten
Pizza
Courgettes en garnalen in beslag
Spinaziequiche
Panzerotti (grote gefrituurde ravioli)
Lasagne
Gebakken broodjes
Kip-snacks
0.3
0.4
0.5
0.3
0.5
0.4
0.4
2
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
-
-
-
-
-
-
-
250
200
220
200
200
180
220
12
20
30-35
25
35
25-30
15-20
Voorgekookte gerechten
Gebakken kippenvleugels
0.4
2
1
-
200
20-25
Fast cooking
Verse etenswaren
Koekjes (kruimeldeeg)
Cakejes
Kaaskoekjes
0.3
0.6
0.2
2
2
2
1
1
1
-
-
-
200
180
210
15-18
45
10-12
Rijzen
Rijzen van deeg met bakkersgist (brioche,
brood, taarten, croissants, enz.)
2 1 40 30-60
! De kooktijden dienen slechts als indicatie en kunnen naar eigen smaak worden aangepast. De voorverwarming van de oven is door de fabriek ingesteld en kan niet handmatig
worden gewijzigd.
10
NL
Kookplaat
Type kookplaten
Bij de oven hoort een kookplaat die
samengesteld kan zijn uit twee
verschillende
verwarmingselementen: elektrische
kookplaten van gietijzer (zie
afbeelding 1) of glaskeramische
kookplaten die zowel traditioneel
kunnen zijn (zie afbeelding 2) als
verlengbaar (zie afbeelding 3).
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Traditioneel kookgedeelte
De traditionele straalelementen (A) zijn gemaakt van
cirkelvormige verwarmingselementen die pas zon
tiental seconden na ontsteking rood worden.
Ieder kookgedeelte heeft zijn eigen bedieningsknop
waarmee u 9 verschillende temperaturen kunt kiezen,
met een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde
van 9.
Verlengbaar kookgedeelte
De verlengbare straalelementen (B) herkent u aan het
dubbele verwarmingsgedeelte. U kunt alleen het
binnenste gedeelte aansteken of beide gedeelten.
Door middel van de bedieningsknop kunt u kiezen
tussen twee stroomsterktes; deze gaan beide van een
minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9:
door de knop met de klok mee te draaien van 1 naar 9
stelt u een lagere stroomsterkte in.
door de knop te draaien tot aan het einde
(
))
))
)), te
herkennen aan een lichte klik, stelt u de maximum
stroomsterkte in, die geregeld kan worden tussen 9
en 1 door de knop tegen de klok in te draaien. Om de
minimum stroomsterkte weer in te stellen, moet u de
knop weer op stand 0 terugbrengen.
In het geval van dubbele kookgedeeltes, zal het eerste
deel van de draaiing het kleinere (binnenste)
kookgedeelte activeren. Om zowel het binnenste als het
buitenste gedeelte te activeren moet u de knop tot aan
het einde doordraaien (
))
))
)) en een stroomsterkte kiezen
tussen 9 en 1.
Controlelampjes resterende warmte (slechts op
enkele modellen aanwezig)
De warmtecontrolelampjes (C) geven aan dat het
betreffende kookgedeelte warmer is dan 60°C, ook
nadat het verwarmingselement is uitgeschakeld.
Aangeraden stroomsterktes voor verschillend gebruik:
Stroomsterkte Straalelement
0Uit
1 Boter of chocolade smelten
2 en 3 Vloeistoffen o
p
warmen
4 Crèmes of sausen bereiden
5Vlees stoven
6 Pasta of ri
j
st koken
7 en 8 Vlees, vis, eieren o
p
hoo
g
vuur koken
9Bakken
)
Beide kook
g
edeeltes aanzetten
Praktische tips voor het gebruik van de
glaskeramische kookplaat
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de kookplaat
gebruikt, raden wij u aan de vlekken te verwijderen met
een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de
eerste uren van gebruik is het mogelijk dat u een
rubbergeur ruikt, die echter snel wegtrekt.
Teneinde optimale resultaten te bereiken van de
kookplaat:
gebruik pannen met een platte bodem die perfect
aansluiten op het verwarmgedeelte;
gebruik pannen die groot genoeg zijn om de
kookplaat geheel te bedekken teneinde alle
beschikbare hitte te benutten;
houdt de bodem van de pannen altijd schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit
verlengt de levensduur van zowel de pannen als het
kookgedeelte.
vermijdt dezelfde pannen te gebruiken die u ook op
een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten;
laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een
pan erop. De verhitting, die snel het maximum niveau
bereikt, zou de verwarmingselementen kunnen
beschadigen.
C
A
A
A
A
C
A
A
B
B
afbeelding 2
afbeelding 3
afbeelding 1
11
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze
aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of als
het onweert.
Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant
van de oven als u het apparaat moet verplaatsen.
Raak de oven niet blootsvoets of met natte handen
of voeten aan.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend worden gebruikt door volwassenen en
alleen volgens de instructies die beschreven staan
in deze handleiding.
Gedurende het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de
ovendeur heet. Raak ze niet aan en houdt
kinderen op afstand.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van de oven
terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Pak het handvat van de ovendeur alleen in het
midden vast: aan de zijkant zou het heet kunnen zijn.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven
te zetten en eruit te halen.
Plaats geen aluminiumfolie op de bodem van de oven.
Plaats geen brandbaar materiaal in de oven: als de
oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit
materiaal vlam kunnen vatten.
Controleer altijd dat de knoppen in de positie l/
¡staan als de oven niet gebruikt wordt.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken.
Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te
voeren. Neem contact op met de Technische Dienst
(zie Service).
Plaats geen zware voorwerpen op de open
ovendeur.
De glaskeramische kookplaat is bestand tegen
mechanische stoten. Hij kan echter worden
beschadigd (of barsten) als hij wordt geraakt door
een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap.
Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk het apparaat
afsluiten van de elektrische stroom en contact
opnemen met de Technische Dienst.
Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is
moet u het apparaat uitschakelen om te voorkomen
dat u een elektrische schok krijgt.
Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat
het wordt uitgeschakeld.
Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand
van de kookplaat, zoals b.v. plastic, aluminium of
suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of
aluminium verpakkingen of folie: als u ze op het nog
warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u een zware
schade aanrichten.
Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels,
deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet
kunnen worden.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging
van Electrische en Electronische Apparatuur
(WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische
apparaten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten
apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te
reduceren. Het symbool op het product van de
afvalcontainer met een kruis erdoor herinnert u aan
uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en milieubesef
Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur
tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw
elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het
spitsuur. De optie waarmee u programmas
voorprogrammeert, in het bijzonder de uitgestelde
kooktijd (zie Programmas) en de verlate
automatische reiniging (zie Onderhoud en
verzorging), kunnen u hierbij helpen.
Houd bij de functies BARBECUE en GRATINEREN
altijd de ovendeur dicht: dit om betere resultaten te
bereiken en voor een grotere energiebesparing
(circa 10%).
Houdt de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen.
12
NL
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met
een spons en een sopje worden afgenomen. Als
de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Na het
reinigen dient u alles goed af te spoelen en te
drogen. Gebruik geen schuurmiddelen of
bijtende producten.
De binnenkant van de oven kunt u het beste
direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw
is. Gebruik warm water en een
schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog
met een zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
De accessoires kunnen gewoon worden
afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De ovendeur reinigen
Reinig het glas van de deur met een spons en niet
schurende producten. Droog met een zachte doek.
Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe
schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen
krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen
barsten. U kunt voor een grondige reiniging
de ovendeur verwijderen:
1. open de deur volledig (zie
afbeelding).
2. til de hendeltjes op die
zich aan de twee scharnieren
bevinden en draai ze (zie
afbeelding);
3. pak de deur aan de
zijkanten beet en sluit hem
langzaam, maar niet helemaal.
Druk op de klemmen
FF
FF
F, trek
dan de deur naar u toe en haal
hem uit zijn voegen (zie
afbeelding).
Zet de deur weer op zijn plaats door deze
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Het controleren van de afdichtingen
Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen
rondom de ovendeur. In het geval de afdichtingen
beschadigd zijn, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Technische Dienst te wenden (zie Service). Gebruik
de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het lampje
Voor het vervangen van het ovenlampje:
1. Schroef het glazen lampenkapje los.
2. Schroef het lampje los en vervang het met
eenzelfde soort lampje: sterkte 25W, fitting E 14.
3. Plaats het deksel er weer op (zie afb.).
F
F
13
NL
Belangrijk:
Het apparaat is voorzien van een diagnostisch systeem dat eventuele storingen opspoort. Deze kunt u op het
display aflezen met berichten zoals: F gevolgd door nummers.
In dit geval moet u de technische dienst inschakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende monteurs.
Dit dient u door te geven:
Het soort storing;
Het model apparaat (Mod.)
Het serienummer (S/N)
Deze laatste informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat
Servicedienst

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzingen OVEN Inhoud NL DE Nederlands, 1 Deutsch, 14 RS Ðóññêèé, 40 GR ÅëëçíéêÜ, 27 Het installeren, 2-4 Plaatsing Elektrische aansluiting Technische gegevens Beschrijving van het apparaat, 5 Aanzichttekening Bedieningspaneel Display Starten en gebruik, 6 De klok instellen De timer instellen De oven starten Programma’s, 7-9 H 89 V.1/HA H 89 V.1 IX/HA Kookprogramma’s De bereiding programmeren Praktische kooktips Kooktabel Kookplaat, 10 Type kookplaat Aanzetten kookplaat glaskeramiek Praktische tips voor het gebruik van de glaskeramische kookplaat Voorzorgsmaatregelen en advies, 11 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubehoud Onderhoud en verzorging, 12 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat De ovendeur reinigen Vervangen van het lampje Service, 13 NL Installatie ! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in de toekomst. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Ventilatie Om een goede ventilatie te kunnen garanderen is het noodzakelijk de achterkant van het meubel te verwijderen. Het is aan te raden de oven op twee houten balken te plaatsen of eventueel op een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen). Plaatsing . 560 mm 45 m m. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen en dient daarom te worden verwijderd volgens de geldende normen voor gescheiden afvalinzameling (zie Voorzorgsmaatregelen en advies). ! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. Inbouw Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben: • de zijkanten van de kastjes die aan de oven grenzen moeten hittebestendig zijn; Centreren en bevestigen Regel de 4 stelvoetjes aan de zijkant van de oven in overeenkomst met de 4 gaten in de lijst, afhankelijk van de dikte van de zijkant van het meubel: als de dikte 20 mm is: verwijder het regelbare gedeelte van het stelvoetje (zie afbeelding); • in het bijzonder moet, in geval van meubels met fineer, de lijm bestand zijn tegen temperaturen van 100°C; • voor het inbouwen van de oven, zowel onder het aanrecht (zie figuur) als in stapelbouw, dient het meubel de volgende afmetingen te hebben: als de dikte 18 mm is: gebruik de eerste gleuf zoals door de fabriek is voorzien (zie afbeelding); 580 39 500 0 +4 -0 560 +4 -0 48 575-585 min 45 572 23 m in 555 15 als de dikte 16 mm is: gebruik de tweede gleuf (zie afbeelding). 595 53 558 min 54 NL 595 ! Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen. Het energieverbruik dat staat aangegeven op het typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie. 2 Om het apparaat aan het keukenkastje te bevestigen: open de ovendeur en schroef de 4 houtschroeven in de 4 gaten in de zijrand. ! Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken. Elektrische aansluiting N NL 400V 3N~H05RR-F 5x2.5 CEI-UNEL 35363 L3 L2 L1 1 3 5 De keuken moet aan het elektrische net worden aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom, de spanning en de frequentie die aangegeven staan op het typeplaatje (zie volgende pagina). De kookplaat wordt aan het fornuis verbonden met een speciale aansluiting. Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding op 400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder). 2 4 INBOUWPLAAT Slechts op enkele modellen aanwezig P N BLAUW WIT ROOD GEEL GROEN INBOUWFORNUIS Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de metalen bescherming weer op zijn plaats te doen. Als de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode dop, die oorspronkelijk op de rode connector zat, weer op zijn plaats doen. L2 230V 1N~H07RN-F 3x4 CEI-UNEL 35364 N L 1 3 2 4 400V 2N~H05RR-F 4x2.5 CEI-UNEL 35363 N L2 L1 1 3 5 2 4 1. Licht de lipjes aan de zijkant van het deksel van het klemmenbord op met een schroevendraaier: trek het deksel van het klemmenbord open (zie afb.). 2. Draai de schroef van de kabelklem los en verwijder hem met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding). 3. Verwijder de schroeven van de contacten L-Nen bevestig de draden onder de koppen van de schroeven met inachtneming van de kleuren: Blauw (N) Bruin (L) Geel-Groen ( ). L1 Als de elektrische installatie andere eigenschappen heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de elektrische verbinding tot stand te brengen door middel van de verbindings-U-bouten in doos P. 5 Monteren voedingskabel L3 3. Maak de voedingskabel vast aan de speciale kabelklem. 4. Maak het deksel van het klemmenbord dicht. 3 NL Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje(zie hiernaast). Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. ! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting en het in acht nemen van de veiligheidsnormen. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; • de contactdoos in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje (zie onder); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje (zie onder); • de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn. TYPEPLAATJE Afmetingen breedte 43,5 cm hoogte 32 cm diepte 41,5 cm Inhoud liter 58 Elektrische aansluitingen spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz of maximaal opgenomen vermogen 10800W Richtlijn 2002/40/EG op het etiket van elektrische ovens. Norm EN 50304 ! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service). ! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. ENERGY LABEL Energieverbruik convectie Natuurlijk - verwarmingsfunctie: Traditioneel; Energieverbruikverklaring Klasse geforceerde convectie verwarmingsfunctie: Gebak Deze apparatuur voldoet aan de volgende EU voorschriften: 73/23/EEG van 19/02/73 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. 2002/96/EG 4 Beschrijving van het apparaat Aanzichttekening NL GLEUVEN om roosters in te schuiven Bedieningspaneel positie 5 positie 4 positie 3 positie 2 positie 1 Rooster GRILL Rooster LEKPLAAT Bedieningspaneel Controlelampje KOOKPLATEN Knop KOOKPLATEN Knop PROGRAMMA'S Knop KOOKPLATEN DUBBELE DIAMETER Ovenverlichting DISPLAY THERMOSTAATKNOP Knop KOOKPLATEN DUBBELE DIAMETER Toets INSTELLEN TIJDEN Knop KOOKPLATEN Knop INSTELLEN TIJDEN Display Aanwijzer van de Voorverwarming Cijfers TEMPERATUREN en TIJDEN Symbool KLOK Symbool EINDE BEREIDING Symbool TIMER Symbool DUUR 5 Starten en gebruik NL ! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven minstens een uur leeg te laten functioneren, op maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen. De klok instellen U kunt de klok zowel instellen als de oven uit is als wanneer hij aan is, maar alleen als u geen uitgestelde bereiding heeft ingesteld. 1. Druk meerdere malen op de toets totdat het en de twee cijfers op het DISPLAY symbool beginnen te knipperen; 2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de uren in te stellen; totdat de andere 3. druk nogmaals op de toets twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 4. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de minuten in te stellen; 5. druk nogmaals op de toets om te bevestigen. voorverwarming compleet: zet de etenswaren in de oven. 4. Tijdens het koken kunt u nog altijd: - het kookprogramma veranderen met behulp van de knop PROGRAMMA’S; - de temperatuur veranderen met behulp van de knop THERMOSTAAT; - de duur en het einde van de kooktijd programmeren (zie kookprogramma’s); - het koken onderbreken door de knop PROGRAMMA’S weer op stand “0” te zetten. 5. Na twee uur gaat de oven automatisch uit: dit is om veiligheidsredenen voor iedere kookfunctie van te voren ingesteld. U kunt de duur van de bereiding te veranderen (zie kookprogramma’s). 6. Wanneer de stroom uitvalt en de oventemperatuur niet te laag is geworden, gaat de oven automatisch terug naar het punt waar het programma is onderbroken. De geprogrammeerde functies worden echter niet onthouden. U dient ze daarom bij het terugkeren van de stroom opnieuw in te stellen. ! Bij de programma’s FAST COOKING en BARBECUE is geen voorverwarming voorzien. ! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen. De timer instellen  Deze functie onderbreekt de bereiding niet en is onafhankelijk van het gebruik van de oven. Hij dient er uitsluitend voor een geluidssignaal te laten horen als de ingestelde minuten zijn verstreken. ! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters. Ventilator symbool en de drie cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de minuten in te stellen; Om de oven van buiten niet te heet te laten worden, brengt een verkoelingsventilator een luchtstroom teweeg die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar buiten komt. Bij het programma FAST COOKING gaat de ventilator automatisch na tien minuten aan. Bij het programma GEBAK gaat de ventilator aan als de oven warm is. 3. druk nogmaals op de toets om te bevestigen. Nu verschijnt het terugtellen, aan het einde waarvan u een geluidssignaal zult horen. ! Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien totdat de oven voldoende is afgekoeld. 1. Druk meerdere malen op de toets totdat het De oven starten 1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan de knop PROGRAMMA’S te draaien. 2. De oven begint voor te verwarmen, de aanwijzers van de voorverwarming gaan aan. De temperatuur kan veranderd worden door te draaien aan de knop THERMOSTAAT. 3. Als de aanwijzer van de voorverwarming uitgaat en u een geluidssignaal hoort, is de 6 Ovenverlichting Als de oven uit is, kan het ovenlicht op ieder willekeurig moment aan worden gedaan door op de toets te drukken . Programma’s Kookprogramma’s ! Alle programma’s hebben een vooringestelde kooktemperatuur. Deze kan handmatig worden aangepast,en naar wens worden ingesteld tussen de 40°C en de 250°C. In het programma BARBECUE is de ingestelde temperatuur in % uitgedrukt. Dit kan ook handmatig worden gewijzigd. Programma TRADITIONELE OVEN Met deze traditionele kookwijze is het beter een enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters riskeert u een slechte temperatuursverspreiding. Programma MULTIKOKEN Programma FAST COOKING NL Bij dit programma wordt de oven niet voorverwarmd. Dit programma is vooral geschikt voor het snel koken van kant en klare gerechten (diepvriesproducten en voorgekookte gerechten). De beste resultaten verkrijgt u als u een enkel rooster gebruikt. Programma RIJZEN De oven bereikt en behoudt een temperatuur van 40°C onafhankelijk van de stand van de knop THERMOSTAAT. Dit programma is ideaal voor het rijzen van beslag dat bakkersgist bevat. Draaispit (slechts op enkele modellen aanwezig) Voor het activeren van het draaispit ( zie afbeelding) gaat u als volgt te werk: Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze gekookt en gebakken worden. Hier is het mogelijkmaximaal twee roosters tegelijk te gebruiken. Programma BARBECUE Als u aan de knop THERMOSTAAT draait, geeft het display niveaus van stroomsterkte weer die gaan van een minimum van 50% tot een maximum van 100%. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge en directe temperatuur aan de buitenkant nodig hebben. Kook met de ovendeur dicht. Programma GRATINEREN Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de grill gecombineerd met de circulatie van de lucht in de oven. Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht. 1. plaats de lekplaat in stand 1; 2. zet de steun van het draaispit op de 3e stand en steek de vleespen in de speciale opening achterin de oven; 3. activeer het draaispit met de knop PROGRAMMA’S op de stand of ; zal het draaispit stoppen ! Bij het programma met draaien wanneer u de ovendeur opent. Programma PIZZA OVEN Met deze combinatie wordt de oven snel warm dankzij het aanzienlijke vermogen dat voornamelijk van onderaf komt. Indien u meerdere roosters tegelijk gebruikt moet u de gerechten halverwege de kooktijd omwisselen. Programma GEBAK OVEN Deze functie is aanbevolen voor het bakken van fijne gerechten (bijvoorbeeld taarten die moeten rijzen) en kleine gerechten die u op 3 roosters tegelijkertijd wilt koken. 7 NL De bereiding programmeren Praktische kooktips  De programmering is alleen mogelijk wanneer een kookprogramma is geselecteerd. ! Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit de standen 1 en 5: in deze standen zou de hete lucht de fijne gerechten kunnen verbranden. Het programmeren van de kookduur 1. Druk meerdere malen op de toets totdat het symbool en de drie cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de gewenste duur in te stellen; 3. druk nogmaals op de toets om te bevestigen; 4. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de bereiding en klinkt een geluidssignaal. • B.v.: het is 9:00 uur en u programmeert een duur van 1 uur en 15 minuten. Het programma stopt automatisch om 10:15. ! Bij de functies BARBECUE of GRATINEREN, in het bijzonder wanneer u het draaispit gebruikt, raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen. MULTIKOKEN • Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten die meer warmte nodig hebben op stand 2. • Plaats de lekplaat op de onderste stand en het rooster op de hoogste. Het einde van een bereiding programmeren  Het programmeren van het einde van een bereiding is alleen mogelijk nadat u een kookduur heeft geselecteerd. BARBECUE 1. Volg de procedure van de duur van punt 1 t/m 3; • We raden u aan het energieniveau op de hoogste stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat. 2. druk daarna op de toets otdat het symbool en de twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 3. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de uren in te stellen; 4. druk nogmaals op de toets totdat de andere twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 5. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de minuten in te stellen; 6. druk nogmaals op de toets om te bevestigen; 7. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de bereiding en klinkt een geluidssignaal. De symbolen en gaan aan om aan te geven dat een programmering is uitgevoerd. Op het DISPLAY verschijnen om de beurt de eindtijd en de duur van de bereiding. Om een programmering te annuleren draait u de knop PROGRAMMA’S op stand “0”. 8 • Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill. PIZZA OVEN • Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem op het bijgeleverde ovenrooster. Bij gebruik van de lekplaat is de bereidingstijd langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza. • Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te voegen. Kooktabel Programma's Traditionele oven Multikoken Barbecue Gratineren Pizza oven Gebak oven NL Gerechten Eend Kip Gebraden kalfs- of rundvlees Gebraden varkensvlees Koekjes (kruimeldeeg) Taarten Pizza op 2 roosters (Vruchten)taarten op 2 roosters Cake op 2 roosters (op lekplaat) Gebraden kip + aardappels Lamsvlees Makreel Lasagne Soesjes op 2 roosters Koekjes op 2 roosters Kaaskoekjes op 2 roosters Hartige taarten Makreel Tong en inktvis Calamari- en garnalenspiesjes Kabeljauwfilet Gegrilde groenten Kalfsbiefstuk Saucijzen Hamburgers Tosti (of geroosterd brood) Kip aan het spit (indien draaispit aanwezig) Lam aan het spit (indien draaispit aanwezig) Gegrilde kip Inktvis Kip aan het spit (indien draaispit aanwezig) Eend aan het spit (indien draaispit aanwezig) Gebraden kalfs- of rundvlees Gebraden varkensvlees Lamsvlees Pizza Focaccia-brood Taarten Vruchtentaart Cakejes Kleine cakejes op 2 roosters Cake Soesjes op 3 roosters Koekjes op 3 roosters Gevulde flensjes Meringue op 3 roosters Kaaskoekjes Gewicht (kg) 1,5 1,5 1 1 1 1+1 1 1 1 1 0,7 0,7 0,7 0,5 0,8 0,7 n° 4 of 5 n° 4 of 6 1 1 1,5 1 1,5 1,5 1 1 1 0,5 0,5 0,5 1 0,7 0,7 0,6 0,7 0,7 0,8 0,5 0,5 Roosterstanden standaard verschuifbar geleiders e geleiders 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 en 4 1 en 3 2 en 4 1 en 3 2 en 4 1 en 3 1 en 2/3 1 en 3 2 1 1 of 2 1 2 1 2 en 4 1 en 3 2 en 4 1 en 3 2 en 4 1 en 3 1 en 3 1 en 3 4 3 4 3 4 3 4 3 3 of 4 2 of 3 4 3 4 3 4 3 4 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 2 of 3 1 of 2 2 of 3 1 of 2 2 of 3 1 of 2 2 en 4 1 en 3 2 of 3 1 of 2 1 en 3 en 5 1 en 2 en 4 1 en 3 en 5 1 en 2 en 4 2 1 1 en 3 en 5 1 en 2 en 4 2 1 Voorverwarmen Aanbevolen temperatuur (°C) Duur bereiding (minuten) ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja 200-210 200-210 200 200-210 180 180 220-230 180 170 200-210 190-200 180 190-200 190 190 210 200 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 210 200 210 210 210 210 210 220 200 180 180 170-180 180-190 160-170 180-190 180 200 90 210 70-80 60-70 70-75 70-80 15-20 30-35 20-25 30-35 20-25 65-75 45-50 30-35 35-40 20-25 10-20 20-25 20-30 15-20 10-15 8-10 10-15 15-20 15-20 15-20 10-12 3-5 70-80 70-80 55-60 30-35 70-80 60-70 60-75 70-80 40-45 15-20 20-25 25-35 40-50 45-55 20-25 30-40 20-25 20-25 30-35 180 20-25 Fast cooking Diepvriesproducten 0.3 2 1 250 12 Pizza 0.4 2 1 200 20 Courgettes en garnalen in beslag 0.5 2 1 220 30-35 Spinaziequiche 0.3 2 1 200 25 Panzerotti (grote gefrituurde ravioli) 0.5 2 1 200 35 Lasagne 0.4 2 1 180 25-30 Gebakken broodjes 0.4 2 1 220 15-20 Kip-snacks Voorgekookte gerechten 0.4 2 1 200 20-25 Gebakken kippenvleugels Verse etenswaren 0.3 2 1 200 15-18 Koekjes (kruimeldeeg) 0.6 2 1 180 45 Cakejes 0.2 2 1 210 10-12 Kaaskoekjes Rijzen van deeg met bakkersgist (brioche, 2 1 40 30-60 Rijzen brood, taarten, croissants, enz.) ! De kooktijden dienen slechts als indicatie en kunnen naar eigen smaak worden aangepast. De voorverwarming van de oven is door de fabriek ingesteld en kan niet handmatig worden gewijzigd. 9 Kookplaat NL Type kookplaten Aangeraden stroomsterktes voor verschillend gebruik: Bij de oven hoort een kookplaat die samengesteld kan zijn uit twee verschillende verwarmingselementen: elektrische kookplaten van gietijzer (zie afbeelding 1) of glaskeramische kookplaten die zowel traditioneel kunnen zijn (zie afbeelding 2) als verlengbaar (zie afbeelding 3). afbeelding 1 Stroomsterkte Straalelement 0 Uit 1 Boter of chocolade smelten 2 en 3 4 Crèmes of sausen bereiden 5 Vlees stoven 6 Pasta of rijst koken 7 en 8 A A A C B afbeelding 3 afbeelding 2 A A B A C Aanzetten kookplaat glaskeramiek Traditioneel kookgedeelte De traditionele straalelementen (A) zijn gemaakt van cirkelvormige verwarmingselementen die pas zo’n tiental seconden na ontsteking rood worden. Ieder kookgedeelte heeft zijn eigen bedieningsknop waarmee u 9 verschillende temperaturen kunt kiezen, met een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9. Vloeistoffen opwarmen Vlees, vis, eieren op hoog vuur koken 9 Bakken ) Beide kookgedeeltes aanzetten Praktische tips voor het gebruik van de glaskeramische kookplaat  De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes achter op het glas. Voordat u de kookplaat gebruikt, raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste uren van gebruik is het mogelijk dat u een rubbergeur ruikt, die echter snel wegtrekt. Teneinde optimale resultaten te bereiken van de kookplaat: • gebruik pannen met een platte bodem die perfect aansluiten op het verwarmgedeelte; Verlengbaar kookgedeelte De verlengbare straalelementen (B) herkent u aan het dubbele verwarmingsgedeelte. U kunt alleen het binnenste gedeelte aansteken of beide gedeelten. Door middel van de bedieningsknop kunt u kiezen tussen twee stroomsterktes; deze gaan beide van een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 9: • door de knop met de klok mee te draaien van 1 naar 9 stelt u een lagere stroomsterkte in. )), te • door de knop te draaien tot aan het einde () herkennen aan een lichte klik, stelt u de maximum stroomsterkte in, die geregeld kan worden tussen 9 en 1 door de knop tegen de klok in te draaien. Om de minimum stroomsterkte weer in te stellen, moet u de knop weer op stand 0 terugbrengen. In het geval van dubbele kookgedeeltes, zal het eerste deel van de draaiing het kleinere (binnenste) kookgedeelte activeren. Om zowel het binnenste als het buitenste gedeelte te activeren moet u de knop tot aan )) en een stroomsterkte kiezen het einde doordraaien () tussen 9 en 1. Controlelampjes resterende warmte (slechts op enkele modellen aanwezig) De warmtecontrolelampjes (C) geven aan dat het betreffende kookgedeelte warmer is dan 60°C, ook nadat het verwarmingselement is uitgeschakeld. 10 • gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te benutten; • houdt de bodem van de pannen altijd schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookgedeelte. • vermijdt dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten; • laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een pan erop. De verhitting, die snel het maximum niveau bereikt, zou de verwarmingselementen kunnen beschadigen. Voorzorgsmaatregelen en advies  Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheidsmaatregelen • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of als het onweert. • Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant van de oven als u het apparaat moet verplaatsen. • Raak de oven niet blootsvoets of met natte handen of voeten aan. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend worden gebruikt door volwassenen en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. • Gedurende het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur heet. Raak ze niet aan en houdt kinderen op afstand. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de oven terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Pak het handvat van de ovendeur alleen in het midden vast: aan de zijkant zou het heet kunnen zijn. • Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen. • Plaats geen aluminiumfolie op de bodem van de oven. • Plaats geen brandbaar materiaal in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen vatten. • Controleer altijd dat de knoppen in de positie “l”/ ”¡” staan als de oven niet gebruikt wordt. • Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken. • Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische Dienst (zie Service). • Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur. • De glaskeramische kookplaat is bestand tegen mechanische stoten. Hij kan echter worden beschadigd (of barsten) als hij wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst. • Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is moet u het apparaat uitschakelen om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt. • Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat het wordt uitgeschakeld. • Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals b.v. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen of folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u een zware schade aanrichten. • Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels, deksels enz.) op de kookplaat aangezien zij heet kunnen worden. Afvalverwijdering • Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Energiebesparing en milieubesef • Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het ‘spitsuur’. De optie waarmee u programma’s voorprogrammeert, in het bijzonder de “uitgestelde kooktijd” (zie Programma’s) en de “verlate automatische reiniging” (zie Onderhoud en verzorging), kunnen u hierbij helpen. • Houd bij de functies BARBECUE en GRATINEREN altijd de ovendeur dicht: dit om betere resultaten te bereiken en voor een grotere energiebesparing (circa 10%). • Houdt de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen. 11 NL Onderhoud en verzorging NL De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat • De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Na het reinigen dient u alles goed af te spoelen en te drogen. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten. • De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. • De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).  Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. F 3. pak de deur aan de zijkanten beet en sluit hem langzaam, maar niet helemaal. Druk op de klemmen F, trek dan de deur naar u toe en haal hem uit zijn voegen (zie afbeelding). Zet de deur weer op zijn plaats door deze handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren. Het controleren van de afdichtingen Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen rondom de ovendeur. In het geval de afdichtingen beschadigd zijn, dient u zich tot de dichtstbijzijnde Technische Dienst te wenden (zie Service). Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd. Vervangen van het lampje Voor het vervangen van het ovenlampje: De ovendeur reinigen Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. U kunt voor een grondige reiniging de ovendeur verwijderen: 1. open de deur volledig (zie afbeelding). F 12 2. til de hendeltjes op die zich aan de twee scharnieren bevinden en draai ze (zie afbeelding); 1. Schroef het glazen lampenkapje los. 2. Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: sterkte 25W, fitting E 14. 3. Plaats het deksel er weer op (zie afb.). Servicedienst Belangrijk: Het apparaat is voorzien van een diagnostisch systeem dat eventuele storingen opspoort. Deze kunt u op het display aflezen met berichten zoals: “F” gevolgd door nummers. In dit geval moet u de technische dienst inschakelen.  Wendt u nooit tot niet erkende monteurs. NL Dit dient u door te geven: • Het soort storing; • Het model apparaat (Mod.) • Het serienummer (S/N) Deze laatste informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Hotpoint Ariston H 89 V.1 IX /HA Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor