Genius Simple de handleiding

Type
de handleiding
6
NEDERLANDS
6
NEDERLANDS
Lees alvorens het product te gebruiken aandachtig de instructies
door.
Bewaar deze instructies voor toekomstige raadpleging.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Het automatisch systeem SIMPLE garandeert, als het op correcte wijze
is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast
kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken
voorkomen:
Ga niet onder de arm door als hij in beweging is. Wacht tot de arm
helemaal open is alvorens er onderdoor te gaan.
Blijf nooit onder de arm staan.
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers bui-
ten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatisch
systeem per ongeluk in werking kan worden gezet.
Sta niet toe dat kinderen met het automatisch systeem spelen.
Houd niet opzettelijk de beweging van de arm tegen.
Zorg dat takken of struiken de beweging van de arm niet kunnen
hinderen.
Zorg dat de visuele signalen altijd goed werken en goed zichtbaar
zijn.
Probeer de arm niet met de hand te bewegen als hij niet eerst on-
tgrendeld is.
In geval van storing moet de spanning worden losgekoppeld en de
arm worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht
dan op de assistentie van een gekwalificeerd technicus.
Als de handbediende werking is ingesteld, moet alvorens de normale
werking te herstellen worden gecontroleerd of de elektrische voeding
naar de installatie is uitgeschakeld.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het
automatisch systeem.
Laat ieder half jaar controleren of het automatisch systeem goed
werkt.
Doe zelf geen pogingen tot reparaties of andere ingrepen, en wend
u uitsluitend tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel
of een erkend GENIUS servicecentrum.
Controleer of de installerende technicus het bijgevoegde onde-
rhoudsregister invult
BESCHRIJVING
Het automatisch systeem SIMPLE is een onomkeerbare elektromecha-
nische slagboom voor de toegangscontrole van voertuigen.
De werking van het automatisch systeem wordt beheerd door een
besturingseenheid die zich in de motorbehuizing bevindt.
In de ruststand staat de arm horizontaal, zodat de toegang wordt
“gesloten”.
Wanneer een impulsgever, radio-afstandsbediening, startknop of een
andere voorziening wordt geactiveerd, schakelt de besturingseenheid
het automatisch systeem in, waardoor de arm draait tot hij verticaal
staat, en toegang van voertuigen mogelijk is.
Raadpleeg de installateur voor het gedetailleerde beschrijving van de
werking van het automatisch systeem en de verschillende selecteer-
bare bedrijfslogica’s.
Het transmissiesysteem van de motor is van het onomkeerbare type,
dat dus in staat is de arm in elke willekeurige positie te blokkeren en
de handmatige bediening te verhinderen zolang het automatisch
systeem niet is ontgrendeld.
Het lichtsignaal dat deel uitmaakt van de behuizing, geeft aan dat
de arm in beweging is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als de spanning ontbreekt of het automatisch systeem niet goed we-
rkt, kan de slagboom met de hand worden bewogen door als volgt
te handelen:
Steek de gepersonaliseerde sleutel erin en zet hem op STOPdoor
hem tegen de wijzers van de klok in te draaien tot hij niet verder
kan, Fig. 1
De sleutel schakelt een veiligheidsmicroschakelaar in die de
eenheid op STOP zet, en daarmee gevaarlijke situaties tijdens de
ontgrendelingsmanoeuvre of onderhoud van het automatisch
systeem voorkomt.
Met de sleutel op STOP wordt de voeding van het automatisch
systeem niet losgekoppeld.
Open het deksel van het ontgrendelingsmechanisme, Fig. 2.
Trek aan de ontgrendelingshendel tot hij niet verder kan, Fig. 3
ref. 1.
Beweeg de arm met de hand, Fig. 4.
1.
2.
3.
4.
HERVATTING NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat het automatisch systeem tijdens de manoe-
uvre per ongeluk door een impuls in werking wordt gezet, moet
alvorens de normale werking van het systeem te hervatten de
spanning naar de installatie worden uitgeschakeld.
Duw de ontgrendelingshendel omlaag.
Sluit het deksel van het ontgrendelingsmechanisme.
Beweeg de arm met de hand tot hij niet verder met de hand kan
worden bewogen.
Zet de sleutel op “WERKING”, door hem met de wijzers van de klok
mee te draaien tot hij niet verder kan.
Verwijder de sleutel en schakel de spanning naar de installatie
weer in.
Het kan zijn dat na de handbediende manoeuvre de eerste
cyclus zonder de geprogrammeerde vertragingen wordt
uitgevoerd. Voer een aantal cycli uit om te controleren of de
opgeslagen cyclus op correcte wijze wordt hervat.
ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant veili-
gheidsniveau te garanderen, is het beter om minstens ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje
Gebruikersgids” bevat een voorgedrukt formulier om ingrepen te
registeren.
REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot repara-
ties of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden
tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een
erkend GENIUS-servicecentrum.
VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL
Handel als volgt om de lamp van het ingebouwde lichtsignaal te
vervangen:
Controleer of de arm horizontaal staat.
Haal de spanning van de installatie.
Verwijder de bovenkant van de behuizing door de twee bevesti-
gingsschroeven los te draaien.
Vervang het lampje (te gebruiken lampje: E14 24V Max. 15W).
Zet de bovenkant van de behuizing er weer op.
Schakel de spanning naar de installatie weer in.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Fig. 1Fig. 1
Fig. 2Fig. 2
Fig. 3Fig. 3
Fig. 4Fig. 4
instalación incorrecta o un uso impropio del producto puede
causar graves daños a las personas.
Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Nor-
mas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cual-
quier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten,
sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche
Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können
zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtun-
gen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele in-
structie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie
of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk
letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt gea-
dviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige
onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
31
NEDERLANDS
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE
Verklaart dat: De aandrijving mod. SIMPLE 24V met voeding 230Vac
• is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines om een machine
te vormen in de zin van Richtlijn 98/37/EG;
• in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG.
89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG
daarnaast verklaart hij dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of
waar het een onderdeel van zal worden is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 98/73/EG is verklaard.
Grassobbio, 30-06-2007
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni
Opmerkingen voor het lezen van de instructies
Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede
staat te houden.
Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product.
INHOUDSOPGAVE
1. BESCHRIJVING ONDERDELEN pag.32
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN pag.32
3. AFMETINGEN pag.32
4. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN (standaardinstallatie) pag.32
4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM pag.33
4.1. CONTROLES VOORAF pag.33
4.2. INSTALLATIE OP EEN ZUIL pag.33
4.3. INSTALLATIE AAN DE WAND pag.34
4.4. SLUITRICHTING pag.35
4.5. BEVESTIGING VAN DE ARM pag.35
5. INBEDRIJFSTELLING pag.35
6. HANDBEDIENDE WERKING pag.36
7. HERVATTING NORMALE WERKING pag.36
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES pag.36
9. ONDERHOUD pag.36
10. REPARATIES pag.36
10.1. VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL pag.36
32
NEDERLANDS
AUTOMATISCH SYSTEEM SIMPLE
Het automatisch systeem SIMPLE is een elektromechanische sla-
gboom bestudeerd voor de toegang van voertuigen.
Het automatisch systeem bestaat hoofdzakelijk uit drie delen:
Een motordeel met daarin de onomkeerbare laagspanningsmo-
tor, de bedieningselektronica, het lichtsignaal, de balansveer en
het ontgrendelingssysteem.
De arm, die verkrijgbaar is in verschillende uitvoeringen afhanke-
lijk van de installatievereisten.
De bevestigingssteun, beschikbaar voor een installatie aan de
wand of in een zuil.
De ingebouwde besturingscentrale is zodanig geplaatst dat alle
handelingen voor het bekabelen, programmeren en afstellen
worden vereenvoudigd.
Een handig handbediend ontgrendelingssysteem, beschermd
door een gepersonaliseerde sleutel, maakt het mogelijk de arm
met de hand te bewegen in geval van storing of een black-out.
Lees alvorens de slagboom te installeren aandachtig alle
instructies door. Een verkeerde installatie of een verkeerd
gebruik van het automatisch systeem kunnen een bron van
gevaar voor mensen vormen.
Het automatisch systeem is ontworpen en vervaardigd om
uitsluitend de toegang van voertuigen te regelen, vermijd
ieder ander gebruik.
Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is vermeld, is niet
toegestaan.
1. BESCHRIJVING ONDERDELEN
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
MODEL SIMPLE
Voeding 230/115 Vac 50/60Hz
Voeding motor 24 Vdc
Opgenomen vermogen 80 W
Opgenomen stroom 0.35 A
Max. koppel 130 Nm
Openingstijd 3 sec
(1)
Max. lengte arm 4 m
Max. opeenvolgende cycli 100
Gebruikstemperatuur -20 ÷ +55°C
Gewicht motordeel 20 Kg
Beschermingsgraad IP 44
Afmetingen Zie (fig. 2)
(1)
De aangegeven openingstijd betreft een correcte installatie
zonder vertragingen
3. AFMETINGEN
4. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN
(standaardinstallatie)
In de afbeelding van fig. 4 is een op een zuil gemonteerde instal-
latie weergegeven. De elektriciteitsdraden die moeten worden
aangelegd zijn dezelfde als die voor de installatie aan de wand,
voor de plaats van de draden zie paragraaf 4.3.
Gebruik harde of flexibele buizen bij het aanleggen van de
elektriciteitskabels.
Fig. 1Fig. 1
Pos. Beschrijving
a
Motordeel
b
Besturingseenheid
c
Ontgrendelingsmechanisme
d
Armbevestiging
e
Kap
f
Signaallamp
g
Kit voor bevestiging aan wand (niet bijgeleverd)
h
Kit voor zuil (niet bijgeleverd)
Pos. Beschrijving
a
Motordeel
b
Besturingseenheid
c
Ontgrendelingsmechanisme
d
Armbevestiging
e
Kap
f
Signaallamp
g
Kit voor bevestiging aan wand (niet bijgeleverd)
h
Kit voor zuil (niet bijgeleverd)
Fig. 2Fig. 2
Fig. 3Fig. 3
33
NEDERLANDS
Houd de verbindingskabels van accessoires op laagspan-
ning en de bedieningskabels altijd gescheiden van de
voedingskabels. Gebruik gescheiden kabelmantels
4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM
4.1. CONTROLES VOORAF
Controleer, met het oog op de veiligheid van de gebruikers en
een correcte werking van het automatisch systeem, of aan de
volgende vereisten is voldaan:
de slagboom mag tijdens zijn beweging absoluut niet tegen
obstakels of in de lucht hangende spanningskabels komen.
de eigenschappen van de grond (in geval van een zuilmodel) of
van de wand (in geval van een wandmodel) moeten zodanig zijn
dat ze een stabiele en veilige bevestiging van het automatisch
systeem garanderen.
controleer of er een goede aarding is voor de elektriciteitsaan-
sluiting van het automatisch systeem.
controleer of de minimale beweegruimte, weergegeven in Fig.
5, in acht wordt genomen.
Als de waarde “X”, aangegeven in Fig. 5, lager is dan 500
mm, is het VERPLICHT de aangegeven zone te beschermen
met een beschermingsvoorziening conform de norm UNI
EN 12978
4.2. INSTALLATIE OP EEN ZUIL
4.2.1. inmetselen van de funderingsplaat
Assembleer de funderingsplaat zoals aangegeven in Fig. 6.
Maak een plint zoals aangegeven in Fig. 7.
De in de afbeelding aangegeven afmetingen van de plint
zijn de minimale afmetingen om de plaat op correcte wij-
ze te kunnen plaatsen. Deze afmetingen kunnen variëren
afhankelijk van het soort grond waarin de plaat moet wor-
den geplaatst.
1.
2.
Draai de vier bijgeleverde trekbouten, Fig.7 ref. a, in de bij-
behorende gaten met de vastgelaste moeren.
Metsel de funderingsplaat vast, zoals in Fig. 7, en leg daarbij een
of meerdere buizen aan waar de kabels doorheen kunnen
Op de funderingsplaat is een pijl afgebeeld; deze moet aan de
bovenkant zitten, ook zichtbaar zijn na de plaat te hebben
vastgemetseld, en naar het ontgrendelingsmechanisme
zijn gericht.
Controleer met een waterpas of de plaat perfect horizontaal
is.
Wacht tot het cement gehard is.
4.2.2. montage Zuil
Als het cement eenmaal is gehard, kan worden overgegaan tot
de montage van de zuil en van het automatisch systeem, door
de volgende instructies te volgen:
Plaats de steunbuis, Fig. 8 rif.
a, op de funderingsplaat.
Plaats de kunststof behui-
zing erin, Fig. 8 ref. b, en
laat hem op de grond steu-
nen.
De kunststof behuizing
kan niet op een later
moment worden aan-
gebracht.
Plaats de bovenste plaat,
Fig. 8 ref. c, en laat daarbij
de verbindingskabels door
de vierkante armbevesti-
ging lopen, Fig. 8 ref. d, en
laat ze er minstens 600 mm
uitsteken.
Draai de 4 bevestiging-
smoeren vast.
Op de bovenste plaat staat een pijl, net als op de funde-
ringsplaat. Beide platen moeten in dezelfde richting zijn
georiënteerd.
4.2.3. plaatsing van het motordeel
Na de montage van de zuil te hebben voltooid, gaat u over tot
het plaatsen en bevestigen van het motordeel:
Draai de twee bevestigingsschroeven van de bovenkant van
de behuizing los, Fig. 9 ref. a, en verwijder de behuizing, Fig.
9 ref. b.
Draai de drie schroeven los, Fig. 9 ref. c, waarmee het deksel
van de kaart wordt afgesloten, Fig. 9 ref. d.
Monteer de drie bijgeleverde kabelklemmen in de bijbehoren-
de gaten onder het motordeel Fig. 10 ref. a, met inachtneming
van de oriëntatie in Fig. 10.
Steek de kabels die uit de zuil steken in de zojuist gemonteerde
kabelklemmen, en laat ze ongeveer 20 cm uit de centrale
ruimte steken.
Draai de kabelklemmen vast.
1.
2.
1.
2.
1.
2.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
5.
Fig. 4Fig. 4
Fig. 5Fig. 5
Fig. 6Fig. 6
Fig. 7Fig. 7
Fig. 8Fig. 8
Fig. 9Fig. 9 Fig. 10Fig. 10
34
NEDERLANDS
Plaats de kabels in het motordeel en sluit de centrale ruimte.
Plaats het motordeel op de zuil, en steek daarbij de geleiders
van de centrale steun in de twee rechthoekige armbevestigin-
gen die op de onderste plaat van de zuil zitten.
Laat het overtollige deel van de kabels binnenin de zuil.
Open opnieuw de centrale ruimte en draai de twee schroeven
vast, Fig. 11 ref. a.
Zet de twee achterste schroeven vast, Fig. 12 ref. a.
Zet de onderkant van de behuizing Fig. 13 ref. a, op zijn plaats,
en zet hem vast met de vier bijgeleverde schroeven.
4.3. INSTALLATIE AAN DE WAND
Bij het wandmodel kunnen de elektriciteitskabels in de muur wor-
den geplaatst, waarbij ze uit de steun komen (Fig. 14 ref.a), of ze
kunnen op de muur zitten met gebruikmaking van geschikte buizen
of mantels. Zie 4.3.1 om de positie van de kabels te bepalen.
4.3.1. plaatsing steun aan de muur
Volg de volgende aanwijzingen om de steunbeugel aan de muur
op correcte wijze te plaatsen:
Bepaal de plaats van de beugel door rekening te houden met
de waarde van Fig. 14. Het wordt aangeraden het automatisch
systeem zo te installeren dat de arm zich ongeveer een meter
boven de grond bevindt.
Bevestig de motorsteun op de bepaalde positie met behulp
van de vier pluggen met M10-schroeven , met inachtneming
van de oriëntatie in Fig. 15.
Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de steun
perfect horizontaal is.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1.
2.
3.
4.3.2. plaatsing van het motordeel
Na het bevestigen van de motorsteun te hebben voltooid, gaat u
over tot het plaatsen en bevestigen van het motordeel:
Draai de twee bevestigingsschroeven van de bovenkant van
de behuizing los, Fig. 16 ref. a, en verwijder de behuizing,
Fig. 16 ref. b.
Draai de drie schroeven los, Fig. 16 ref. c, waarmee het deksel
van de kaart wordt afgesloten, Fig. 16 ref. d.
Monteer de drie bijgeleverde kabelklemmen in de bijbehoren-
de gaten onder het motordeel Fig. 17 ref. a, met inachtneming
van de oriëntatie in Fig. 17.
Plaats de kabels in het motordeel en sluit de centrale ruimte.
Plaats het motordeel boven de steun, en steek daarbij de
geleiders van de centrale steun in de twee rechthoekige be-
vestigingen die op de steun zitten.
Open opnieuw de centrale ruimte en draai de andere twee
schroeven vast, Fig. 18 ref. a.
Zet het motordeel vast met de twee achterste schroeven,
Fig. 19 rif. a..
Steek de elektriciteitskabels
die uit de zuil steken in de
zojuist gemonteerde kabelk-
lemmen, en laat ze ongeveer
20 cm uit de centrale ruimte
steken.
Draai de gebruikte kabelklem-
men vast.
Monteer de onderkant van
de behuizing met de vier
bijgeleverde schroeven,
Fig. 20.
Op de onderkant van
de behuizing zitten drie
breekplaatjes waar de
eventuele externe buizen door kunnen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Fig. 11Fig. 11 Fig. 12Fig. 12
Fig. 13Fig. 13
Fig. 14Fig. 14 Fig. 15Fig. 15
Fig. 16Fig. 16 Fig. 17Fig. 17
Fig. 18Fig. 18 Fig. 19Fig. 19
Fig. 20Fig. 20
35
NEDERLANDS
4.4. SLUITRICHTING
LHet automatisch systeem SIMPLE is bij de levering zo inge-
steld dat, als u voor het automatisch systeem aan de kant
van het ontgrendelingsmechanisme staat, de slagboom
rechts sluit.
Om de sluitrichting van de slagboom te wijzigen, moet als volgt
worden gehandeld:
Draai de twee schroeven los, Fig. 21 ref. a, die aan de bo-
venkant van de slagboom zitten.
Verwijder het stopplaatje, Fig. 21 ref. b.
Zet het zojuist verwijderde plaatje er weer in na hem 180° te
hebben gedraaid ten opzichte van de oorspronkelijke positie,
Fig.22 ref. a.
Zet alles weer vast met de twee schroeven, Fig. 22 ref. b.
4.5. BEVESTIGING VAN DE ARM
De afbeelding hieronder heeft betrekking op een links slui-
tende installatie. Bij een rechts sluitende installatie moeten
de afbeeldingen van armbevestiging en van de ontgren-
delingsgroep worden omgedraaid.
Het automatisch systeem SIMPLE kan aan drie verschillende soorten
arm worden bevestigd:
Enkele arm L=4 m.
Telescopische arm L=3.15 m.
Enkele arm L=3 m met lichten of rubberen rand.
De wijze van bevestiging is bij alle drie de armen hetzelfde,
alleen moet de bijbehorende houder worden gebruikt.
Volg de volgende instructies om de arm te bevestigen:
Assembleer de plaat van de ar-
mhouder, Fig. 23 ref. a, met de
gekozen bijbehorende houder,
Fig. 23 ref. b met behulp van alleen
de achterste twee schroeven.
Draai de twee schroeven vast.
Steek de gekozen arm tussen de
houder en de plaat.
In het uiteinde van de arm zit een
gat. Het gat moet zo worden ge-
richt dat de veiligheidsschroef
erin kan worden gestoken,
Fig. 24 ref. a, om te voorkomen
dat de arm naar beneden kan
glijden wanneer hij verticaal staat.
Oriënteer de arm goed en steek de veiligheidsschroef erin.
Maak de arm verder vast met de andere twee schroeven,
Fig. 25.
Plaats het geheel op de meenemer, Fig. 26 ref. a, en houd
daarbij rekening met de in de afbeelding aangegeven oriën-
tatie in geval van een linkse sluiting.
De arm moet altijd in de verticale stand worden gemon-
teerd, ongeacht de sluitrichting.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
Controleer of de arm perfect verticaal staat en draai de vier
moeren vast.
5. INBEDRIJFSTELLING
Sluit vervolgens de bekabeling van de besturingseenheid aan
volgens de eigen wensen, door de betreffende instructies te
volgen.
Sluit de voedingskabel aan op de
schroefaansluiting in het motordeel.
Neem bij het aansluiten van
de voedingskabel 230/115 Vac
de aanwijzingen van Fig. 27 in
acht.
Draai de sleutel op de stand WE-
RKING, zie paragraaf 7.
Schakel de voeding naar het systeem
in en controleer of alle aangesloten
accessoires goed werken, en let daarbij met name op de be-
veiligingsvoorzieningen.
Voer de programmeringsprocedure uit door de instructies van
de besturingseenheid te volgen.
Corrigeer, indien nodig, de positie van de arm door aan de be-
vestigingsmoeren van de armhouderplaat van de arm.
Sluit, zodra de programmering van de besturingseenheid is vol-
tooid en na te hebben gecontroleerd of het automatisch systeem
goed werkt, de centrale ruimte met de drie bijgeleverde schroe-
ven, en zet de doppen erop zoals aangegeven in Fig 28.
Zet de onderkant van de behuizing van de armhouderplaat, Fig.
29 ref. a, op zijn plaats door hem in de twee vrije gaten op de
plaat te haken, Fig. 29 ref. b.
Zet de bovenkant van de behuizing er weer op, Fig. 30.
Draai de sleutel op de stand STOP, zie paragraaf 6.
Zet de behuizing van het ontgrendelingsmechanisme op zijn
plaats zoals geïllustreerd in Fig. 31, en bevestig hem met behulp
van de twee bijgeleverde schroeven.
Draai de sleutel weer op de stand WERKING, zie paragraaf 7.
1.
Fig. 21Fig. 21
Fig. 22Fig. 22
Fig. 23Fig. 23
Fig. 24Fig. 24
Fig. 25Fig. 25
Fig. 26Fig. 26
Fig. 27Fig. 27
Fig. 28Fig. 28
Fig. 29Fig. 29
Fig. 30Fig. 30
Fig. 31Fig. 31
36
NEDERLANDS
Zet de achterste dop van de behuizing van het ontgrendeling-
smechanisme op zijn plaats, Fig. 32 ref. a.
Open op de voorste dop het breekplaatje dat overeenkomt met
het type arm dat is gemonteerd, zie Fig. 33, en zet hem vast aan
de behuizing van het ontgrendelingsmechanisme.
Toon de eindgebruiker hoe het automatisch systeemcorrect moet
worden gebruikt en werkt.
Overhandig de gebruiker de “GEBRUIKERSGIDS” en vul het bij-
gevoegde onderhoudsregister in.
6. HANDBEDIENDE WERKING
Als de spanning ontbreekt of het automatisch systeem niet goed
werkt, kan de slagboom met de hand worden bewogen door als
volgt te handelen:
Steek de gepersonaliseerde sleutel erin en zet hem op “STOP
door hem tegen de wijzers van de klok in te draaien tot hij niet
verder kan, Fig. 34.
De sleutel schakelt een veiligheidsmicroschakelaar in die
de eenheid op STOP zet, en daarmee gevaarlijke situaties
tijdens de ontgrendelingsmanoeuvre of onderhoud van het
automatisch systeem voorkomt.
Met de sleutel op STOP wordt de voeding van het automatisch
systeem niet losgekoppeld.
Open het deksel van het ontgrendelingsmechanisme, Fig. 35.
Trek aan de ontgrendelingshendel tot hij niet verder kan, Fig.
36 ref. a.
Beweeg de arm met de hand, Fig. 37.
7. HERVATTING NORMALE WERKING
Om te voorkomen dat het automatisch systeem tijdens de
manoeuvre per ongeluk door een impuls in werking wordt
gezet, moet alvorens de normale werking van het systeem
te hervatten de voeding naar de installatie worden uitge-
schakeld.
Duw de ontgrendelingshendel omlaag.
Sluit het deksel van het ontgrendelingsmechanisme.
Beweeg de arm met de hand tot hij niet verder met de hand
kan worden bewogen.
Zet de sleutel op “WERKING”, door hem met de wijzers van de
klok mee te draaien tot hij net verder kan.
1.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
4.
Verwijder de sleutel en schakel de spanning naar de installatie
weer in.
Het kan zijn dat na de handbediende manoeuvre de eerste
cyclus zonder de geprogrammeerde vertragingen wordt
uitgevoerd. Voer een aantal cycli uit om te controleren of
de opgeslagen cyclus op correcte wijze wordt hervat.
8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
Bij het automatisch systeem SIMPLE zijn de volgende accessoires
verkrijgbaar:
batterijen-Kit
Als de batterijen-kit wordt aangebracht, kunnen een aantal ma-
noeuvres worden uitgevoerd in het geval de voeding ontbreekt.
Het aantal manoeuvres dat kan worden uitgevoerd han-
gt af van de tijd die verstrijkt van af het moment dat de
voeding wegvalt, de staat van de batterijen, het aantal
accessoires dat op de besturingseenheid is aangesloten,
de omgevingstemperatuur, de algemene toestand van het
automatisch systeem.
Volg de volgende instructies om de kit voor de batterijen te
monteren:
Haal de spanning van de installatie.
Open de centrale ruimte.
Plaats de kit voor de batterijen links van de
transformator, zie Fig. 38.
Sluit de kabels van de batterijen-kit aan op
de besturingseenheid, en volg daarbij het
aansluitschema dat in de instructies van de
besturingseenheid is weergegeven.
Sluit de centrale ruimte en schakel de
netvoeding weer in.
balanceer-Kit
Met de balanceer-kit kan de lengte van de arm worden bepe-
rkt.
In de onderstaande tabel zijn de minimale lengtes aangegeven die
kunnen worden gehaald als de balanceer-kit wordt gebruikt:
TYPE ARM STANDAARD L m min L m
Telescopische arm 3.15 2.30
Vaste arm 4 2.80
Arm met lichten 3 2.40
Arm met rubberen rand 3 2.20
Het is niet mogelijk de lengte van de armen verder te verkorten
dan de in de tabel aangegeven waarde.
9. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om minstens ieder
half jaar de installatie helemaal te laten nakijken. Het boekje
“Gebruikersgids” bevat een voorgedrukt formulier om ingrepen
op te registeren.
Als de arm moet worden verwijderd voor onderhoud, volg dan de
instructies voor de montage in de omgekeerde volgorde.
De arm kan alleen worden verwijderd als hij in de verticale
positie staat. Als de arm in de horizontale positie wordt ve-
rwijderd, kunnen hierdoor gevaarlijke situaties ontstaan.
10. REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot
reparaties of andere ingrepen, en dient zich uitslui-
tend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd
GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum.
10.1. VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL
Handel als volgt om de lamp van het ingebouwde lichtsignaal
te vervangen:
Controleer of de arm horizontaal staat.
Haal de spanning van de installatie.
Verwijder de bovenkant van de behuizing door de twee beve-
stigingsschroeven los te draaien.
Vervang het lampje (te gebruiken lampje: E14 24V Max.
15W).
Zet de bovenkant van de behuizing er weer op.
Schakel de spanning van de installatie weer in.
5.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Fig. 32Fig. 32
Fig. 33Fig. 33
Fig. 34Fig. 34
Fig. 35Fig. 35
Fig. 36Fig. 36
Fig. 37Fig. 37
Fig. 38Fig. 38
ATENCION! Es sumamente importante para la seguridad de
las personas seguir atentamente las presentes instrucciones.
Una instalación incorrecta o un uso impropio del producto
puede causar graves daños a las personas.
Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Nor-
mas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cual-
quier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten,
sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine fal-
sche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes
können zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtun-
gen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele in-
structie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie
of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk
letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt gea-
dviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige
onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.

Documenttranscriptie

NEDERLANDS Lees alvorens het product te gebruiken aandachtig de instructies door. Bewaar deze instructies voor toekomstige raadpleging. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Het automatisch systeem SIMPLE garandeert, als het op correcte wijze is geïnstalleerd en gebruikt, een hoge mate van veiligheid. Daarnaast kunnen een aantal simpele gedragsregels accidentele ongemakken voorkomen: • Ga niet onder de arm door als hij in beweging is. Wacht tot de arm helemaal open is alvorens er onderdoor te gaan. • Blijf nooit onder de arm staan. • Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatisch systeem per ongeluk in werking kan worden gezet. • Sta niet toe dat kinderen met het automatisch systeem spelen. • Houd niet opzettelijk de beweging van de arm tegen. • Zorg dat takken of struiken de beweging van de arm niet kunnen hinderen. • Zorg dat de visuele signalen altijd goed werken en goed zichtbaar zijn. • Probeer de arm niet met de hand te bewegen als hij niet eerst ontgrendeld is. • In geval van storing moet de spanning worden losgekoppeld en de arm worden ontgrendeld om toegang mogelijk te maken, en wacht dan op de assistentie van een gekwalificeerd technicus. • Als de handbediende werking is ingesteld, moet alvorens de normale werking te herstellen worden gecontroleerd of de elektrische voeding naar de installatie is uitgeschakeld. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen die deel uitmaken van het automatisch systeem. • Laat ieder half jaar controleren of het automatisch systeem goed werkt. • Doe zelf geen pogingen tot reparaties of andere ingrepen, en wend u uitsluitend tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS servicecentrum. • Controleer of de installerende technicus het bijgevoegde onderhoudsregister invult 1. 2. 3. 4. 5. Fig. 4 Duw de ontgrendelingshendel omlaag. Sluit het deksel van het ontgrendelingsmechanisme. Beweeg de arm met de hand tot hij niet verder met de hand kan worden bewogen. Zet de sleutel op “WERKING”, door hem met de wijzers van de klok mee te draaien tot hij niet verder kan. Verwijder de sleutel en schakel de spanning naar de installatie weer in. Het kan zijn dat na de handbediende manoeuvre de eerste cyclus zonder de geprogrammeerde vertragingen wordt uitgevoerd. Voer een aantal cycli uit om te controleren of de opgeslagen cyclus op correcte wijze wordt hervat. ONDERHOUD Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om minstens ieder half jaar een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje “Gebruikersgids” bevat een voorgedrukt formulier om ingrepen te registeren. REPARATIES De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL Handel als volgt om de lamp van het ingebouwde lichtsignaal te vervangen: 1. Controleer of de arm horizontaal staat. 2. Haal de spanning van de installatie. 3. Verwijder de bovenkant van de behuizing door de twee bevestigingsschroeven los te draaien. 4. Vervang het lampje (te gebruiken lampje: E14 24V Max. 15W). 5. Zet de bovenkant van de behuizing er weer op. 6. Schakel de spanning naar de installatie weer in. HANDBEDIENDE WERKING Als de spanning ontbreekt of het automatisch systeem niet goed werkt, kan de slagboom met de hand worden bewogen door als volgt te handelen: 1. Steek de gepersonaliseerde sleutel erin en zet hem op “STOP” door hem tegen de wijzers van de klok in te draaien tot hij niet verder kan, Fig. 1 NEDERLANDS Fig. 3 Om te voorkomen dat het automatisch systeem tijdens de manoeuvre per ongeluk door een impuls in werking wordt gezet, moet alvorens de normale werking van het systeem te hervatten de spanning naar de installatie worden uitgeschakeld. Het automatisch systeem SIMPLE is een onomkeerbare elektromechanische slagboom voor de toegangscontrole van voertuigen. De werking van het automatisch systeem wordt beheerd door een besturingseenheid die zich in de motorbehuizing bevindt. In de ruststand staat de arm horizontaal, zodat de toegang wordt “gesloten”. Wanneer een impulsgever, radio-afstandsbediening, startknop of een andere voorziening wordt geactiveerd, schakelt de besturingseenheid het automatisch systeem in, waardoor de arm draait tot hij verticaal staat, en toegang van voertuigen mogelijk is. Raadpleeg de installateur voor het gedetailleerde beschrijving van de werking van het automatisch systeem en de verschillende selecteerbare bedrijfslogica’s. Het transmissiesysteem van de motor is van het onomkeerbare type, dat dus in staat is de arm in elke willekeurige positie te blokkeren en de handmatige bediening te verhinderen zolang het automatisch systeem niet is ontgrendeld. Het lichtsignaal dat deel uitmaakt van de behuizing, geeft aan dat de arm in beweging is. De sleutel schakelt een veiligheidsmicroschakelaar in die de eenheid op STOP zet, en daarmee gevaarlijke situaties tijdens de ontgrendelingsmanoeuvre of onderhoud van het automatisch systeem voorkomt. Met de sleutel op STOP wordt de voeding van het automatisch systeem niet losgekoppeld. 4. Fig. 2 HERVATTING NORMALE WERKING BESCHRIJVING 2. 3. Fig. 1 Open het deksel van het ontgrendelingsmechanisme, Fig. 2. Trek aan de ontgrendelingshendel tot hij niet verder kan, Fig. 3 ref. 1. Beweeg de arm met de hand, Fig. 4.  instalación incorrecta o un uso impropio del producto puede causar graves daños a las personas. 1. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. 2. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. 3. Guarden las instrucciones para futuras consultas. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 25. Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. INHOUDSOPGAVE 1. BESCHRIJVING ONDERDELEN 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 3. AFMETINGEN 4. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN (standaardinstallatie) 4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM 4.1. CONTROLES VOORAF 4.2. INSTALLATIE OP EEN ZUIL 4.3. INSTALLATIE AAN DE WAND 4.4. SLUITRICHTING 4.5. BEVESTIGING VAN DE ARM 5. INBEDRIJFSTELLING 6. HANDBEDIENDE WERKING 7. HERVATTING NORMALE WERKING 8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES 9. ONDERHOUD 10. REPARATIES 10.1. VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL pag.32 pag.32 pag.32 pag.32 pag.33 pag.33 pag.33 pag.34 pag.35 pag.35 pag.35 pag.36 pag.36 pag.36 pag.36 pag.36 pag.36 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Fabrikant: GENIUS S.p.A. Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - Bergamo - ITALIE Verklaart dat: De aandrijving mod. SIMPLE 24V met voeding 230Vac • is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 98/37/EG; • in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen: 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG Grassobbio, 30-06-2007 De Algemeen Directeur D. Gianantoni Opmerkingen voor het lezen van de instructies Lees deze installatiehandleiding aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. Het symbool is een aanduiding voor belangrijke opmerkingen voor de veiligheid van personen en om het automatische systeem in goede staat te houden. Het symbool vestigt de aandacht op opmerkingen over de eigenschappen of de werking van het product. 31 NEDERLANDS daarnaast verklaart hij dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 98/73/EG is verklaard. AUTOMATISCH SYSTEEM SIMPLE 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Het automatisch systeem SIMPLE is een elektromechanische slagboom bestudeerd voor de toegang van voertuigen. Het automatisch systeem bestaat hoofdzakelijk uit drie delen: • Een motordeel met daarin de onomkeerbare laagspanningsmotor, de bedieningselektronica, het lichtsignaal, de balansveer en het ontgrendelingssysteem. • De arm, die verkrijgbaar is in verschillende uitvoeringen afhankelijk van de installatievereisten. • De bevestigingssteun, beschikbaar voor een installatie aan de wand of in een zuil. De ingebouwde besturingscentrale is zodanig geplaatst dat alle handelingen voor het bekabelen, programmeren en afstellen worden vereenvoudigd. Een handig handbediend ontgrendelingssysteem, beschermd door een gepersonaliseerde sleutel, maakt het mogelijk de arm met de hand te bewegen in geval van storing of een black-out. MODEL SIMPLE Voeding 230/115 Vac 50/60Hz Voeding motor 24 Vdc Opgenomen vermogen 80 W Opgenomen stroom 0.35 A Max. koppel 130 Nm Openingstijd 3 sec (1) Max. lengte arm 4m Max. opeenvolgende cycli 100 Gebruikstemperatuur -20 ÷ +55°C Gewicht motordeel 20 Kg Beschermingsgraad IP 44 Afmetingen Zie (fig. 2) (1) De aangegeven openingstijd betreft een correcte installatie zonder vertragingen Lees alvorens de slagboom te installeren aandachtig alle instructies door. Een verkeerde installatie of een verkeerd gebruik van het automatisch systeem kunnen een bron van gevaar voor mensen vormen. Het automatisch systeem is ontworpen en vervaardigd om uitsluitend de toegang van voertuigen te regelen, vermijd ieder ander gebruik. 3. AFMETINGEN Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is vermeld, is niet toegestaan. 1. BESCHRIJVING ONDERDELEN Fig. 2 Pos. a b c d e f g h Beschrijving Motordeel Besturingseenheid Ontgrendelingsmechanisme Armbevestiging Kap Signaallamp Kit voor bevestiging aan wand (niet bijgeleverd) Kit voor zuil (niet bijgeleverd) NEDERLANDS Fig. 1 Fig. 3 4. ELEKTRISCHE AANSLUITMOGELIJKHEDEN (standaardinstallatie) In de afbeelding van fig. 4 is een op een zuil gemonteerde installatie weergegeven. De elektriciteitsdraden die moeten worden aangelegd zijn dezelfde als die voor de installatie aan de wand, voor de plaats van de draden zie paragraaf 4.3. Gebruik harde of flexibele buizen bij het aanleggen van de elektriciteitskabels. 32 Houd de verbindingskabels van accessoires op laagspanning en de bedieningskabels altijd gescheiden van de voedingskabels. Gebruik gescheiden kabelmantels 1. Draai de vier bijgeleverde trekbouten, Fig.7 ref. a, in de bijbehorende gaten met de vastgelaste moeren. 2. Metsel de funderingsplaat vast, zoals in Fig. 7, en leg daarbij een of meerdere buizen aan waar de kabels doorheen kunnen Op de funderingsplaat is een pijl afgebeeld; deze moet aan de bovenkant zitten, ook zichtbaar zijn na de plaat te hebben vastgemetseld, en naar het ontgrendelingsmechanisme zijn gericht. 1. Controleer met een waterpas of de plaat perfect horizontaal is. 2. Wacht tot het cement gehard is. Fig. 4 4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM 4.1. CONTROLES VOORAF Controleer, met het oog op de veiligheid van de gebruikers en een correcte werking van het automatisch systeem, of aan de volgende vereisten is voldaan: • de slagboom mag tijdens zijn beweging absoluut niet tegen obstakels of in de lucht hangende spanningskabels komen. • de eigenschappen van de grond (in geval van een zuilmodel) of van de wand (in geval van een wandmodel) moeten zodanig zijn dat ze een stabiele en veilige bevestiging van het automatisch systeem garanderen. • controleer of er een goede aarding is voor de elektriciteitsaansluiting van het automatisch systeem. • controleer of de minimale beweegruimte, weergegeven in Fig. 5, in acht wordt genomen. Als de waarde “X”, aangegeven in Fig. 5, lager is dan 500 mm, is het VERPLICHT de aangegeven zone te beschermen met een beschermingsvoorziening conform de norm UNI EN 12978 Fig. 7 4.2.2. Montage zuil Als het cement eenmaal is gehard, kan worden overgegaan tot de montage van de zuil en van het automatisch systeem, door de volgende instructies te volgen: 1. Plaats de steunbuis, Fig. 8 rif. a, op de funderingsplaat. 2. Plaats de kunststof behuizing erin, Fig. 8 ref. b, en laat hem op de grond steunen. De kunststof behuizing kan niet op een later moment worden aangebracht. 1. Plaats de bovenste plaat, Fig. 8 ref. c, en laat daarbij de verbindingskabels door de vierkante armbevestiging lopen, Fig. 8 ref. d, en laat ze er minstens 600 mm uitsteken. 2. Draai de 4 bevestigingsmoeren vast. Fig. 8 Op de bovenste plaat staat een pijl, net als op de funderingsplaat. Beide platen moeten in dezelfde richting zijn georiënteerd. Fig. 5 4.2.1. Inmetselen van de funderingsplaat 1. Assembleer de funderingsplaat zoals aangegeven in Fig. 6. NEDERLANDS 4.2. INSTALLATIE OP EEN ZUIL 4.2.3. Plaatsing van het motordeel Na de montage van de zuil te hebben voltooid, gaat u over tot het plaatsen en bevestigen van het motordeel: 1. Draai de twee bevestigingsschroeven van de bovenkant van de behuizing los, Fig. 9 ref. a, en verwijder de behuizing, Fig. 9 ref. b. 2. Draai de drie schroeven los, Fig. 9 ref. c, waarmee het deksel van de kaart wordt afgesloten, Fig. 9 ref. d. 3. Monteer de drie bijgeleverde kabelklemmen in de bijbehorende gaten onder het motordeel Fig. 10 ref. a, met inachtneming van de oriëntatie in Fig. 10. 4. Steek de kabels die uit de zuil steken in de zojuist gemonteerde kabelklemmen, en laat ze ongeveer 20 cm uit de centrale ruimte steken. 5. Draai de kabelklemmen vast. Fig. 6 2. Maak een plint zoals aangegeven in Fig. 7. De in de afbeelding aangegeven afmetingen van de plint zijn de minimale afmetingen om de plaat op correcte wijze te kunnen plaatsen. Deze afmetingen kunnen variëren afhankelijk van het soort grond waarin de plaat moet worden geplaatst. Fig. 9 33 Fig. 10 1. Plaats de kabels in het motordeel en sluit de centrale ruimte. 2. Plaats het motordeel op de zuil, en steek daarbij de geleiders van de centrale steun in de twee rechthoekige armbevestigingen die op de onderste plaat van de zuil zitten. 3. Laat het overtollige deel van de kabels binnenin de zuil. 4. Open opnieuw de centrale ruimte en draai de twee schroeven vast, Fig. 11 ref. a. 5. Zet de twee achterste schroeven vast, Fig. 12 ref. a. Fig. 11 4.3.2. Plaatsing van het motordeel Na het bevestigen van de motorsteun te hebben voltooid, gaat u over tot het plaatsen en bevestigen van het motordeel: 1. Draai de twee bevestigingsschroeven van de bovenkant van de behuizing los, Fig. 16 ref. a, en verwijder de behuizing, Fig. 16 ref. b. 2. Draai de drie schroeven los, Fig. 16 ref. c, waarmee het deksel van de kaart wordt afgesloten, Fig. 16 ref. d. 3. Monteer de drie bijgeleverde kabelklemmen in de bijbehorende gaten onder het motordeel Fig. 17 ref. a, met inachtneming van de oriëntatie in Fig. 17. Fig. 12 6. Zet de onderkant van de behuizing Fig. 13 ref. a, op zijn plaats, en zet hem vast met de vier bijgeleverde schroeven. Fig. 16 Fig. 17 4. Plaats de kabels in het motordeel en sluit de centrale ruimte. 5. Plaats het motordeel boven de steun, en steek daarbij de geleiders van de centrale steun in de twee rechthoekige bevestigingen die op de steun zitten. 6. Open opnieuw de centrale ruimte en draai de andere twee schroeven vast, Fig. 18 ref. a. 7. Zet het motordeel vast met de twee achterste schroeven, Fig. 19 rif. a.. Fig. 13 4.3. INSTALLATIE AAN DE WAND Bij het wandmodel kunnen de elektriciteitskabels in de muur worden geplaatst, waarbij ze uit de steun komen (Fig. 14 ref.a), of ze kunnen op de muur zitten met gebruikmaking van geschikte buizen of mantels. Zie 4.3.1 om de positie van de kabels te bepalen. 4.3.1. Plaatsing steun aan de muur NEDERLANDS Volg de volgende aanwijzingen om de steunbeugel aan de muur op correcte wijze te plaatsen: 1. Bepaal de plaats van de beugel door rekening te houden met de waarde van Fig. 14. Het wordt aangeraden het automatisch systeem zo te installeren dat de arm zich ongeveer een meter boven de grond bevindt. 2. Bevestig de motorsteun op de bepaalde positie met behulp van de vier pluggen met M10-schroeven , met inachtneming van de oriëntatie in Fig. 15. 3. Controleer tijdens het bevestigen met een waterpas of de steun perfect horizontaal is. Fig. 14 Fig. 18 Fig. 19 8. Steek de elektriciteitskabels die uit de zuil steken in de zojuist gemonteerde kabelklemmen, en laat ze ongeveer 20 cm uit de centrale ruimte steken. 9. Draai de gebruikte kabelklemmen vast. 10. Monteer de onderkant van de behuizing met de vier b i j g e l e v e rd e s c h ro e v e n, Fig. 20. Op de onderkant van de behuizing zitten drie breekplaatjes waar de eventuele externe buizen door kunnen. Fig. 15 34 Fig. 20 4.4. SLUITRICHTING LHet automatisch systeem SIMPLE is bij de levering zo ingesteld dat, als u voor het automatisch systeem aan de kant van het ontgrendelingsmechanisme staat, de slagboom rechts sluit. Om de sluitrichting van de slagboom te wijzigen, moet als volgt worden gehandeld: 1. Draai de twee schroeven los, Fig. 21 ref. a, die aan de bovenkant van de slagboom zitten. 2. Verwijder het stopplaatje, Fig. 21 ref. b. 3. Zet het zojuist verwijderde plaatje er weer in na hem 180° te hebben gedraaid ten opzichte van de oorspronkelijke positie, Fig.22 ref. a. 4. Zet alles weer vast met de twee schroeven, Fig. 22 ref. b. Fig. 25 Fig. 26 1. Controleer of de arm perfect verticaal staat en draai de vier moeren vast. 5. INBEDRIJFSTELLING • Sluit vervolgens de bekabeling van de besturingseenheid aan volgens de eigen wensen, door de betreffende instructies te volgen. • Sluit de voedingskabel aan op de schroefaansluiting in het motordeel. Fig. 21 Neem bij het aansluiten van de voedingskabel 230/115 Vac de aanwijzingen van Fig. 27 in acht. Fig. 22 • Draai de sleutel op de stand WERKING, zie paragraaf 7. • Schakel de voeding naar het systeem Fig. 27 in en controleer of alle aangesloten accessoires goed werken, en let daarbij met name op de beveiligingsvoorzieningen. • Voer de programmeringsprocedure uit door de instructies van de besturingseenheid te volgen. • Corrigeer, indien nodig, de positie van de arm door aan de bevestigingsmoeren van de armhouderplaat van de arm. • Sluit, zodra de programmering van de besturingseenheid is voltooid en na te hebben gecontroleerd of het automatisch systeem goed werkt, de centrale ruimte met de drie bijgeleverde schroeven, en zet de doppen erop zoals aangegeven in Fig 28. • Zet de onderkant van de behuizing van de armhouderplaat, Fig. 29 ref. a, op zijn plaats door hem in de twee vrije gaten op de plaat te haken, Fig. 29 ref. b. 4.5. BEVESTIGING VAN DE ARM De afbeelding hieronder heeft betrekking op een links sluitende installatie. Bij een rechts sluitende installatie moeten de afbeeldingen van armbevestiging en van de ontgrendelingsgroep worden omgedraaid. Het automatisch systeem SIMPLE kan aan drie verschillende soorten arm worden bevestigd: • Enkele arm L=4 m. • Telescopische arm L=3.15 m. • Enkele arm L=3 m met lichten of rubberen rand. De wijze van bevestiging is bij alle drie de armen hetzelfde, alleen moet de bijbehorende houder worden gebruikt. Volg de volgende instructies om de arm te bevestigen: 1. Assembleer de plaat van de armhouder, Fig. 23 ref. a, met de gekozen bijbehorende houder, Fig. 23 ref. b met behulp van alleen de achterste twee schroeven. 2. Draai de twee schroeven vast. 3. Steek de gekozen arm tussen de houder en de plaat. In het uiteinde van de arm zit een gat. Het gat moet zo worden gericht dat de veiligheidsschroef erin kan worden gestoken, Fig. 24 ref. a, om te voorkomen dat de arm naar beneden kan glijden wanneer hij verticaal staat. Fig. 23 1. Oriënteer de arm goed en steek de veiligheidsschroef erin. Fig. 28 Fig. 29 Fig. 24 2. Maak de arm verder vast met de andere twee schroeven, Fig. 25. 3. Plaats het geheel op de meenemer, Fig. 26 ref. a, en houd daarbij rekening met de in de afbeelding aangegeven oriëntatie in geval van een linkse sluiting. De arm moet altijd in de verticale stand worden gemonteerd, ongeacht de sluitrichting. Fig. 30 Fig. 31 • Draai de sleutel weer op de stand WERKING, zie paragraaf 7. 35 NEDERLANDS • Zet de bovenkant van de behuizing er weer op, Fig. 30. • Draai de sleutel op de stand STOP, zie paragraaf 6. • Zet de behuizing van het ontgrendelingsmechanisme op zijn plaats zoals geïllustreerd in Fig. 31, en bevestig hem met behulp van de twee bijgeleverde schroeven. • Zet de achterste dop van de behuizing van het ontgrendelingsmechanisme op zijn plaats, Fig. 32 ref. a. • Open op de voorste dop het breekplaatje dat overeenkomt met het type arm dat is gemonteerd, zie Fig. 33, en zet hem vast aan de behuizing van het ontgrendelingsmechanisme. 5. Verwijder de sleutel en schakel de spanning naar de installatie weer in. Het kan zijn dat na de handbediende manoeuvre de eerste cyclus zonder de geprogrammeerde vertragingen wordt uitgevoerd. Voer een aantal cycli uit om te controleren of de opgeslagen cyclus op correcte wijze wordt hervat. 8. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES Bij het automatisch systeem SIMPLE zijn de volgende accessoires verkrijgbaar: BATTERIJEN-KIT Als de batterijen-kit wordt aangebracht, kunnen een aantal manoeuvres worden uitgevoerd in het geval de voeding ontbreekt. Fig. 32 Het aantal manoeuvres dat kan worden uitgevoerd hangt af van de tijd die verstrijkt van af het moment dat de voeding wegvalt, de staat van de batterijen, het aantal accessoires dat op de besturingseenheid is aangesloten, de omgevingstemperatuur, de algemene toestand van het automatisch systeem. Fig. 33 • Toon de eindgebruiker hoe het automatisch systeemcorrect moet worden gebruikt en werkt. • Overhandig de gebruiker de “GEBRUIKERSGIDS” en vul het bijgevoegde onderhoudsregister in. Volg de volgende instructies om de kit voor de batterijen te monteren: Haal de spanning van de installatie. 6. HANDBEDIENDE WERKING Als de spanning ontbreekt of het automatisch systeem niet goed werkt, kan de slagboom met de hand worden bewogen door als volgt te handelen: 1. Steek de gepersonaliseerde sleutel erin en zet hem op “STOP” door hem tegen de wijzers van de klok in te draaien tot hij niet verder kan, Fig. 34. De sleutel schakelt een veiligheidsmicroschakelaar in die de eenheid op STOP zet, en daarmee gevaarlijke situaties tijdens de ontgrendelingsmanoeuvre of onderhoud van het automatisch systeem voorkomt. 1. Open de centrale ruimte. 2. Plaats de kit voor de batterijen links van de transformator, zie Fig. 38. 3. Sluit de kabels van de batterijen-kit aan op de besturingseenheid, en volg daarbij het aansluitschema dat in de instructies van de besturingseenheid is weergegeven. 4. Sluit de centrale ruimte en schakel de netvoeding weer in. Fig. 38 BALANCEER-KIT Met de balanceer-kit kan de lengte van de arm worden beperkt. In de onderstaande tabel zijn de minimale lengtes aangegeven die kunnen worden gehaald als de balanceer-kit wordt gebruikt: Met de sleutel op STOP wordt de voeding van het automatisch systeem niet losgekoppeld. 1. Open het deksel van het ontgrendelingsmechanisme, Fig. 35. 2. Trek aan de ontgrendelingshendel tot hij niet verder kan, Fig. 36 ref. a. 3. Beweeg de arm met de hand, Fig. 37. TYPE ARM STANDAARD L m min L m 3.15 2.30 Vaste arm 4 2.80 Arm met lichten 3 2.40 Arm met rubberen rand 3 2.20 Telescopische arm Het is niet mogelijk de lengte van de armen verder te verkorten dan de in de tabel aangegeven waarde. 9. ONDERHOUD Fig. 34 Om een goede werking op de lange termijn en een constant veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om minstens ieder half jaar de installatie helemaal te laten nakijken. Het boekje “Gebruikersgids” bevat een voorgedrukt formulier om ingrepen op te registeren. Als de arm moet worden verwijderd voor onderhoud, volg dan de instructies voor de montage in de omgekeerde volgorde. Fig. 35 De arm kan alleen worden verwijderd als hij in de verticale positie staat. Als de arm in de horizontale positie wordt verwijderd, kunnen hierdoor gevaarlijke situaties ontstaan. 10. REPARATIES Fig. 36 De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd GENIUS-personeel of een erkend GENIUS-servicecentrum. Fig. 37 NEDERLANDS 7. HERVATTING NORMALE WERKING Om te voorkomen dat het automatisch systeem tijdens de manoeuvre per ongeluk door een impuls in werking wordt gezet, moet alvorens de normale werking van het systeem te hervatten de voeding naar de installatie worden uitgeschakeld. 1. Duw de ontgrendelingshendel omlaag. 2. Sluit het deksel van het ontgrendelingsmechanisme. 3. Beweeg de arm met de hand tot hij niet verder met de hand kan worden bewogen. 4. Zet de sleutel op “WERKING”, door hem met de wijzers van de klok mee te draaien tot hij net verder kan. 10.1. VERVANGING LAMP LICHTSIGNAAL Handel als volgt om de lamp van het ingebouwde lichtsignaal te vervangen: 1. Controleer of de arm horizontaal staat. 2. Haal de spanning van de installatie. 3. Verwijder de bovenkant van de behuizing door de twee bevestigingsschroeven los te draaien. 4. Vervang het lampje (te gebruiken lampje: E14 24V Max. 15W). 5. Zet de bovenkant van de behuizing er weer op. 6. Schakel de spanning van de installatie weer in. 36 ATENCION! Es sumamente importante para la seguridad de las personas seguir atentamente las presentes instrucciones. Una instalación incorrecta o un uso impropio del producto puede causar graves daños a las personas. 1. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. 2. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. 3. Guarden las instrucciones para futuras consultas. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö- seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Genius Simple de handleiding

Type
de handleiding