Yamaha RX-797 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade bij blikseminslag te voorkomen, dient u bij
onweer de stekker uit het stopcontact te halen en eventuele
buitenantennes los te koppelen van het toestel.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n
manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, moet u op MASTER ON/
OFF drukken zodat de schakelaar naar buiten komt in de OFF
(uit) stand, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
.....................110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF, of
met MAIN ZONE ON/OFF en ZONE 2 ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
KENMERKEN ....................................................... 2
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 3
Voorpaneel................................................................. 3
Display voorpaneel .................................................... 5
Achterpaneel.............................................................. 6
Afstandsbediening ..................................................... 7
Zone 2 afstandsbediening .......................................... 9
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen... 10
Gebruiken van de afstandsbedieningen ................... 10
AANSLUITINGEN .............................................. 11
Aansluiten van de luidsprekers................................ 11
Aansluiten van audio- en video-apparatuur............. 12
Aansluiten van de AM en FM antennes .................. 13
Aansluiten van het netsnoer..................................... 15
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 16
WEERGAVE EN OPNAME ............................... 17
Weergeven van een signaalbron .............................. 17
Regelen van de toonweergave ................................. 19
Opnemen van een signaalbron................................. 20
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 21
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 22
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO .................. 23
Automatisch afstemmen .......................................... 23
Handmatig afstemmen............................................. 24
Automatisch voorprogrammeren............................. 25
Handmatig afstemmen............................................. 27
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 28
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 28
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN
MODELLEN VOOR EUROPA)..................... 29
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders.......... 29
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie ................................ 29
De PTY SEEK functie............................................. 30
De EON functie ....................................................... 31
GEAVANCEERDE SETUP.................................32
Wijzigen van ADVANCED SETUP menu
parameters ........................................................... 32
Omschakelen van de ID van de
afstandsbediening ................................................ 33
ZONE 2 ..................................................................34
Aansluiten van Zone 2 componenten ...................... 34
Bediening Zone 2..................................................... 35
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................36
Set bedieningstoetsen .............................................. 36
Bedienen van andere componenten ......................... 37
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 38
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................39
TECHNISCHE GEGEVENS...............................42
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
KENMERKEN
2
Ingebouwde 2-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
100 W + 100 W (8 ), 0,019% THV, 20 Hz t/m 20 kHz
Zeer dynamisch vermogen, lage impedantie
aandrijfmogelijkheden
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Uitwisselen van voorkeuzezenders
Radio Data Systeem ontvangst (Radio Data System)
(Alleen modellen voor Europa)
Overige kenmerken
PURE DIRECT toets voor onveranderde
geluidsweergave van de signaalbron
CD DIRECT AMP toets voor onveranderde
geluidsweergave van CD’s
REC OUT keuzemogelijkheid onafhankelijk van de
geselecteerde signaalbron
Continu variabele loudnessregeling
Slaaptimer
Mogelijkheid tot afstandsbediening
Zone 2 Meegeleverde afstandsbediening
Zone 2 aangepaste installatiemogelijkheid
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Als de toetsen op de afstandsbediening en die op de Zone 2 afstandsbediening bepaalde functies gemeen hebben, worden in deze
handleiding de afbeeldingen van deze afstandsbediening gebruikt ter illustratie.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Ontwerp en specificaties kunnen gewijzigd worden als gevolg van
verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
KENMERKEN
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
CD PHONO
ZONE 2
TUNER
MD/TAPE VCR DTV/CBL
DVD
POWER
STANDBY
+
u
d
REC
DISC
p
DIR BDIR A
A/B
A/B/C/D/E
MUTE
PRESET
VOLUME
TAPECDID2ID1
w
e
f
b
s
a
DISPLAY
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
AVTV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
Afstandsbediening
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
FM binnenantenne
(Alleen modellen voor
de V.S., Canada en
algemene modellen)
AM ringantenne
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa
en Australië)
Zone 2 afstandsbediening Stroomkabel
(Twee bij modellen voor Azië)
Batterijen (x2)
(AAA, R03, UM-4)
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
3
INLEIDING
Nederlands
1 MASTER ON/OFF
Druk naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten. Druk nog eens om de knop naar buiten te laten
komen in de OFF stand om het toestel uit te zetten.
Zie bladzijde 16 voor details.
Ook wanneer het toestel uit staat, verbruikt het een klein beetje
stroom om het geheugen in stand te houden.
2 MAIN ZONE ON/OFF
Hiermee zet u de Main Zone van het toestel aan of uit
(standby).
Zie bladzijde
16
voor details.
Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is
ingedrukt in de ON stand.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
3 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit (zie bladzijde 17).
4 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby). Wanneer Zone
2 is ingeschakeld, worden er signalen geproduceerd via de
ZONE 2 OUT aansluitingen.
Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is
ingedrukt in de ON stand.
5 ZONE CONTROL
Druk hierop om de signaalbron voor Zone 2 in te stellen.
Deze toets werkt alleen wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
Wanneer u op deze toets drukt, zal de ZONE 2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het
voorpaneel. Selecteer de signaalbron voor Zone 2 terwijl de
indicator nog aan het knipperen is.
U kunt een voorkeuzezender selecteren wanneer TUNER is
geselecteerd als signaalbron voor Zone 2.
6 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Schakel de afstandsbedienings- ID heen en weer tussen ID1 en
ID2 wanneer u verschillende YAMAHA receivers of versterkers
gebruikt (zie de bladzijden 9, 32 en 33).
7 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
DISPLAY
6312 5498AB7DC0
HGFIJKLMN
E
(Algemene modellen)
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen
gegevens verloren gaan. Wanneer echter de stekker
langer dan een week uit het stopcontact gelaten wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Opmerkingen
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
4
8 EDIT
Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer
de TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie
bladzijde 28).
9 FM/AM
Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM
wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 23).
0 TUNING l / h
Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 23).
A TUNING MODE
Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch
(de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de
AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
B MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen
opslaan (zie bladzijde 27).
Zet het toestel in de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 25).
C PURE DIRECT en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal
oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld.
Zie bladzijde 19 voor details.
D CD DIRECT AMP en indicator
Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure
weergave van een CD. De indicator erboven zal oplichten
en het display op het voorpaneel zal uit gaan wanneer deze
functie wordt ingeschakeld.
Zie bladzijde 19 voor details.
E VOLUME
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
F INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt
luisteren of kijken.
G A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 26).
H PHONES aansluiting
Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt
luisteren met een hoofdtelefoon.
Druk op SPEAKERS A/B zodat de SP A/B indicators uit gaan
voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting.
I REC OUT keuzeknop
Selecteert een signaalbron voor opname op een
MD-recorder of cassettedeck onafhankelijk van de
instelling met INPUT, zodat u kunt opnemen van de
geselecteerde signaalbron terwijl u luistert naar een andere
(zie bladzijde 20).
J BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 19).
K TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie
bladzijde 19).
L BALANCE
Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers
ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt
door de opstelling van de luidsprekers of door de
omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 19).
M LOUDNESS
Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om
te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij
lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als
lagere tonen (zie bladzijde 19).
N Voorkeuzetoetsen
(1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 28).
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5
INLEIDING
Nederlands
1 SP (SPEAKERS) A/B indicators
Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is
geselecteerd.
Beide indicators lichten op wanneer beide sets
luidsprekers worden geselecteerd.
2 ZONE 2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
3 Signaalbron indicators
Licht op wanneer het toestel in de corresponderende stand
staat.
4 MEMORY indicator
Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op
MEMORY op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de
MEMORY indicator knippert, kunt u de getoonde zender
in het geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en
één van de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.
5 AUTO indicator
Licht op wanneer het toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
6 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
7 SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
8 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
9 Multifunctioneel display
Toont informatie bij het regelen of wijzigen van
instellingen.
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
Alleen modellen voor Europa
A Radio Data Systeem indicators
De vierkante indicator naast elk van de Radio Data
Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende
Radio Data Systeem functie is geselecteerd.
PTY HOLD indicator
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie
naar zenders wordt gezocht.
EON indicator
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
Display voorpaneel
SP
DVD VCR CD TUNER PHONO
HOLDPTY
DTV/CBL
MD/TAPE
A B
ZONE2 ZONE3 MEMORY AUTO
TUNED STEREO
SLEEP
EON
PS
RT
PTY
CT
MUTE
0A9
12 4 5 6 738
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6
1 Antenne-aansluitingen
Aansluiten van de FM en AM antennes.
Zie 13 voor meer informatie over deze aansluiting.
2 AUDIO/VIDEO aansluitingen
Hierop kunt u audio- en video-apparatuur aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
3 REMOTE aansluitingen
Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/
doorgeven van afstandsbedieningssignalen.
Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting.
4 CONTROL OUT aansluiting
Dit is een aparte uitbreidingsaansluiting. Vraag bij uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met deze aansluiting.
5 AC IN
Hierop dient u het meegeleverde netsnoer aan te sluiten.
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6 AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Hiermee kunt eventueel andere audio/video componenten
van stroom voorzien.
Zie bladzijde 15 voor details.
7 CD aansluitingen
Hierop kunt u een CD-speler aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
8 PHONO aansluitingen en GND aansluiting
Hierop kunt u een draaitafel aansluiten.
Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting.
9 ZONE 2 aansluitingen
Hierop kunt u apparatuur voor Zone 2 aansluiten.
Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting.
0 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Hierop kunt u een subwoofer met ingebouwde versterker
aansluiten.
A COUPLER aansluitingen
Hierop kunt u andere externe apparatuur aansluiten.
Zie 15 voor meer informatie over deze aansluiting.
B SPEAKERS aansluitingen
Sluit hierop uw luidsprekers aan.
Zie bladzijde 11 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie
omschakelen.
Zie bladzijde 15 voor details.
Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen
D VOLTAGE SELECTOR
Zie bladzijde 15 voor details.
Achterpaneel
AC OUTLETS
SWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
SPEAKERS
A
B
AC IN
REMOTE
OUT
IN
DVD
DTV/
CBL
IN
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
OUT
MD/
TAP E
ZONE 2
OUT
ZONE 2
OUT
MONITOR
OUT
VCR
DVD
GND
GND
AM
ANT
FM
ANT
75
UNBAL.
DTV/
CBL
IN
OUT
CD
PHONO
VCR
IN
MAIN
IN
PRE
OUT
SUB
WOOFER
+12V 15mA MAX.
2
1
CONTROL OUT
COUPLER
OUTPUTAUDIOAUDIO
VIDEO
TUNER
A OR B: 4MIN. /SPEAKER
A+B: 8MIN. /SPEAKER
A OR B: 6MIN. /SPEAKER
A+B:12MIN. /SPEAKER
70 CD8AB
123 5
6
4
9
VOLTAGE
SELECTOR
(Algemene modellen)
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7
INLEIDING
Nederlands
In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de
toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening
waarmee u andere apparatuur van YAMAHA of andere
fabrikanten kunt bedienen. De functies van de toetsen
waarmee andere audio en video componenten worden
bediend zijn hetzelfde als die van de corresponderende
toetsen op de componenten in kwestie. Raadpleeg de
handleiding van de component in kwestie voor details. Zie
“KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op
bladzijde 36 voor het bedienen van andere apparatuur met
deze afstandsbediening.
1 Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
2 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron en bepaalt u
welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt (zie
bladzijde 36).
3 Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem
functie.
De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, EON, PTY
SEEK MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing
op modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron. Zie voor details
“Ontvangen van Radio Data Systeem zenders” op bladzijde 29.
4 Cijfertoetsen (1 t/m 8)
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
5 BAND
Schakelt over naar de eerder gebruikte radioband (FM of
AM) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron.
Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst
ontvangen zender.
6 A/B/C/D/E j / i
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 28).
PRESET/CH u / d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de
TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 28).
7 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Met deze toets wordt Zone 2 niet uit (standby) gezet.
8 POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel is ingedrukt in de ON stand.
Met deze toets wordt Zone 2 niet aan gezet.
Afstandsbediening
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
AVTV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
7
8
9
0
A
B
C
D
1
2
3
4
6
5
(Modellen voor Europa)
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8
9
Overschakelen naar een andere set bedieningstoetsen (zie
bladzijde 36).
0 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of
SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of
uit.
A CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 38).
B SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
C VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit
toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien.
D MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 22).
De geluidsweergave in Zone 2 zal niet worden uitgeschakeld.
Opmerkingen
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9
INLEIDING
Nederlands
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2 afstandsbediening beschreven waarmee de Zone 2
functies kunnen worden bediend. U kunt met de Zone 2
afstandsbediening ook YAMAHA CD-spelers en een
YAMAHA cassettedeck bedienen.
1 Infraroodzender
Zendt infrarode signalen uit.
2 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron voor Zone 2.
3 PRESET u / d
Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER
is geselecteerd als signaalbron.
4 A/B/C/D/E
Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is
geselecteerd als signaalbron.
5 CD/TAPE bedieningstoetsen
Hiermee kunt u YAMAHA CD-spelers of een YAMAHA
cassettedeck bedienen.
6 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 33).
7 POWER
Schakelt de Zone 2 functie in.
8 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 uit (standby).
9 VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2.
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
0 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk
uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave
op het oorspronkelijke volume voort te zetten.
A CD/TAPE schakelaar
Hiermee schakelt u de bedieningstoetsen met het
nummer 5 heen en weer tussen het bedienen van
YAMAHA CD-spelers en het bedienen van YAMAHA
cassettedecks.
Zone 2 afstandsbediening
CD PHONO
ZONE 2
TUNER
MD/TAPE VCR DTV/CBL
DVD
POWER
STANDBY
+
u
d
REC
DISC
p
DIR BDIR A
A/B
A/B/C/D/E
MUTE
PRESET
VOLUME
TAPECDID2ID1
w
e
f
b
s
a
DISPLAY
7
8
9
0
A
1
2
3
4
5
6
(Modellen voor Europa)
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10
Opmerkingen over batterijen
Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt.
Gebruik AA, R6, UM-3 batterijen voor de gewone afstandsbediening en AAA, R03, UM-4 batterijen voor de Zone 2 afstandsbediening.
Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de
afstandsbedieningen.
Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbedieningen langere tijd niet zult gebruiken.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende
regelgeving in acht.
Afstandsbediening Zone 2 afstandsbediening
1 Open de klep van het batterijvak.
2 Doe de meegeleverde batterijen in elk van de
afstandsbedieningen met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Doe de klep weer dicht.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel van dit toestel wanneer u dit toestel wilt bedienen, of op de
infraroodontvanger in Zone 2 wanneer dat vereist is.
Omgaan met de afstandsbedieningen
Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het te bedienen toestel (of de
infraroodontvanger in Zone 2).
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbedieningen.
Laat de afstandsbedieningen niet vallen.
Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast
de verwarming of kachel
heel koude plekken
stoffige plekken
Stel de sensor voor de afstandsbediening niet bloot aan sterke
verlichting, in het bijzonder van TL lampen en dergelijke;
anders is het mogelijk dat de afstandsbedieningen niet goed
werken. Indien nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten.
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
1
3
2
1
3
2
Gebruiken van de afstandsbedieningen
VOLUME
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
30 30
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
AVTV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
Ongeveer 6 m
AANSLUITINGEN
11
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
U moet dit toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en
draai de ontblootte draadjes netjes in elkaar
om kortsluiting te voorkomen.
2 Schroef de knop los.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Opmerkingen over het luidsprekersnoer
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad is anders van kleur of vorm dan de
andere, misschien door middel van een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde, geribbelde
enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel
en uw luidspreker. Sluit de gewone draad aan op de “–”
(zwarte) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
Aansluiten van bananenstekkers
(Alleen modellen voor de V.S., Canada,
Australië en algemene modellen)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het uiteinde van de corresponderende
aansluiting.
U kunt één of twee luidsprekersets aansluiten op dit toestel. Als
u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze
met de SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluitingen
verbinden.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met de op het achterpaneel van
dit toestel aangegeven impedantie.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de luidsprekers
LET OP
10 mm
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Opmerkingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
12
AANSLUITINGEN
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt
zijn.
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Raadpleeg tevens de handleidingen
van elk van uw componenten.
Gebruik RCA (tulp) stekkerkabels voor audio/video apparatuur met uitzondering van luidsprekers.
y
De PHONO aansluitingen zijn ontworpen voor draaitafels met een MM of hoogvermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met
een laagvermogen MC cartridge, dient u een in-line versterkermodule of een MC-head versterker te gebruiken wanneer u uw
draaitafel op de PHONO wilt aansluiten.
Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND aansluiting om storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis hoort wanneer u de GND aansluiting niet gebruikt.
Aansluiten van audio- en video-apparatuur
LET OP
DVD
DTV/
CBL
IN
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
OUT
MD/
TAPE
ZONE 2
OUT
VCR
GND
GND
AM
ANT
FM
ANT
75
UNBAL.
CD
PHONO
AUDIOAUDIO
VIDEO
TUNER
R
L
LR LR
L
R
L
R
L
R
LRLR
V
V V
V
V
MONITOR
OUT
DVD
DTV/
CBL
IN
OUT
VCR
ZONE 2
OUT
Draaitafel
DVD-speler
Audio ingang
Videorecorder enz.
CD-speler
MD-recorder,
cassettedeck, enz.
Audio uitgang
Audio uitgang
GND
Audio uitgang
Audio uitgang
Audio ingang
Audio
uitgang
Digitale tv,
kabel-tv
Video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Video ingang
Video
monitor
Video ingang
13
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor
een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel.
Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo ver mogelijk bij druk
verkeer vandaan te plaatsen.
Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op.
De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden.
Aansluiten van de AM en FM antennes
Opmerkingen
GND
GND
AM
ANT
FM
ANT
75
UNBAL.
CD
TUNER
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
geïsoleerd draad en leid dit via
een raam of zo naar buiten.
FM buitenantenne
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een
goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die
in vochtige grond gedreven is.
14
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne voor gebruik
gereed.
2 Houd het lipje ingedrukt.
3 Doe de ene draad van de AM ringantenne in
de AM ANT aansluiting.
4 Laat het lipje weer los.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en steek de
andere draad van de AM ringantenne in de
GND aansluiting.
6 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een
buitenantenne. Wij bevelen u aan een 5 tot 10 meter lange
geïsoleerde draad aan te sluiten op de AM ANT aansluiting en
deze via een raam of zo naar buiten te leiden. Vraag bij uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum
naar de mogelijkheden met buitenantennes.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Opmerkingen
15
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Doe het ene uiteinde van het netsnoer in AC IN op het achterpaneel
van dit toestel en steek vervolgens de stekker aan het andere uiteinde
in het stopcontact wanneer alle andere aansluitingen gemaakt zijn.
COUPLER aansluitingen
Als u de jumpers van de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen afhaalt,
kan dit toestel apart worden gebruikt als een aansturende versterker of
als eindversterker. Deze aansluitingen kunnen worden gebruikt om een
signaalverwerkend systeem op aan te sluiten, bijvoorbeeld een
grafische equalizer of een aparte surround processor. Als dergelijke
externe apparatuur wordt aangesloten op dit toestel, kunt u met de
VOLUME regeling van dit toestel het algemene geluidsniveau regelen.
Om externe apparatuur aan te kunnen sluiten, moet u eerst de
jumper (korstsluitpen of -plaatje) verwijderen van de
PRE OUT/MAIN IN aansluitingen en dient u vervolgens de
ingangsaansluitingen van de externe apparatuur te verbinden met
de PRE OUT aansluitingen, of de uitgangsaansluitingen daarvan
met de MAIN IN aansluitingen. Voor details dient u tevens de
handleiding van de externe apparatuur in kwestie te raadplegen.
Wanneer u de COUPLER aansluitingen niet gebruikt, mag u in
geen geval de jumpers verwijderen. Als deze verwijderd zijn,
zal dit toestel namelijk geen geluid meer produceren.
Wanneer u dit toestel gebruikt met externe apparatuur aangesloten via de
COUPLER aansluitingen, moet u ervoor zorgen dat de CD DIRECT AMP
toets en de PURE DIRECT toets op het voorpaneel beide uitgeschakeld zijn.
Wanneer u dit toestel als eindversterker gebruikt, dient u de
uitgangsaansluitingen van een externe aansturende versterker enz.
te verbinden met de MAIN IN aansluitingen van dit toestel. In dit
geval zullen de bedieningsorganen van dit toestel niet functioneren,
met uitzondering van de PHONES aansluiting en de SPEAKERS
A/B toetsen. Gebruik in plaats daarvan de bedieningsorganen op de
aansturende versterker voor het regelen van het volume enz.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. Deze
aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten
componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat.
Voor informatie over het maximale vermogen (totale
stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE
GEGEVENS” op bladzijde 42.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse
gangbare netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact doet.
De mogelijke voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
U mag de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in geen geval
omzetten terwijl dit toestel aan staat, want hierdoor zal het toestel
kapot gaan.
Kies de stand van de schakelaar (links of rechts) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken
van twee aparte luidsprekersets (A en B) wanneer de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op de 6
stand staat.
Als dit toestel niet aan gaat, is het mogelijk dat de
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet helemaal in de
gewenste stand staat. In een dergelijk geval dient u de
schakelaar helemaal in de juiste stand te zetten wanneer de
stroomvoorziening van dit toestel volledig is afgesloten.
Aansluiten van het netsnoer
Opmerkingen
AC OUTLETS
SWITCHED
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
AC IN
A OR B: 4MIN. /SPEAKER
A+B: 8MIN. /SPEAKER
A OR B: 6MIN. /SPEAKER
A+B:12MIN. /SPEAKER
VOLTAGE
SELECTOR
(Algemene modellen)
IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar
Stroomkabel
VOLTAGE SELECTOR
AC OUTLET(S)
Stand van
de
schakelaar
Impedantieniveau
Rechts
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 6
of
hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 12
of hoger zijn.
Links
Als u één set (A of B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 4
of
hoger zijn.
Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de
impedantie van elk van de luidsprekers 8
of
hoger zijn.
Opmerkingen
LET OP
16
AANSLUITINGEN
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
1 Druk MASTER ON/OFF naar binnen in de ON
stand om dit toestel aan te zetten.
Main Zone voor dit toestel zal worden ingeschakeld.
U kunt de Main Zone voor dit toestel uit (standby)
zetten door op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel of op STANDBY op de afstandsbediening
te drukken.
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel
(of op POWER op de afstandsbediening) om de Main
Zone voor dit toestel weer aan te zetten.
Druk nog eens op MASTER ON/OFF op het
voorpaneel om de knop naar buiten te laten komen in
de OFF stand om het toestel uit te zetten.
y
Terwijl MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen
gedrukt in de ON stand staat, kunt u Zone 2 naar believen
inschakelen of uit (standby) zetten (zie bladzijde 35).
Aan en uit zetten van dit toestel
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
1
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
MASTER
ON OFF
WEERGAVE EN OPNAME
17
BASISBEDIENING
Nederlands
Wees zeer voorzichtig wanneer u CD’s en dergelijke afspeelt die zijn gecodeerd met DTS.
Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt met een CD-speler die niet geschikt is voor DTS, zult u alleen maar een zeer storend geruis
horen die uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het
uitgangsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
1 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of gebruik
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron waar
u naar wilt luisteren te selecteren.
2 Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het voorpaneel of de afstandsbediening om
de luidsprekersets A en/of B te selecteren.
Zowel SPEAKERS A als B kan worden geselecteerd.
Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar correct
is ingesteld (zie bladzijde 15).
3 Laat de signaalbron weergeven.
4 Druk op VOLUME op het voorpaneel (of op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het uitgangsniveau van de geluidsweergave
in te stellen.
WEERGAVE EN OPNAME
LET OP
Weergeven van een signaalbron
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
1
6
5
4
2 5
5
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
AVTV
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
2
4
1
6
INPUT
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
POWER POWER
AVTV
VCR
DTV/CBL
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Opmerkingen
SPEAKERS
BA
A
B
SPEAKERS
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
VOLUME
VOLUME
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
18
WEERGAVE EN OPNAME
5 Regel de toonweergave met BASS, TREBLE,
BALANCE en LOUDNESS, of met CD DIRECT
AMP en de PURE DIRECT toetsen op het
voorpaneel.
6 Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of op STANDBY op de
afstandsbediening) wanneer u klaar bent en
het toestel uit (standby) wilt zetten.
BASS
55
1
0
1
44
22
3
3
+
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
PURE DIRECT
CD DIRECT AMP
ON/OFF
MAIN ZONE
STANDBY
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
19
WEERGAVE EN OPNAME
BASISBEDIENING
Nederlands
Regelen van de BALANCE
Regelt de balans tussen het volume van de linker en
rechter luidsprekers ter compensatie van afwijkingen die
worden veroorzaakt door de opstelling van de luidsprekers
of door de omstandigheden in de luisterruimte.
Gebruiken van de CD DIRECT AMP toets
Hiermee worden signalen van uw CD-speler direct naar de
speciale ingebouwde versterker voor de CD-speler geleid.
Deze signalen passeren ongewijzigd de INPUT en BASS,
TREBLE, BALANCE en LOUDNESS schakelingen en
gaan rechtstreeks naar de eindversterker zodat de
CD-signalen niet gewijzigd worden en de meest
natuurgetrouwe weergave verkregen wordt. De CD
DIRECT AMP indicator licht op en na een paar seconden
gaat het display op het voorpaneel uit.
Gebruiken van de PURE DIRECT toets
Signalen van uw audiobronnen zullen zo worden geleid
dat deze de BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
schakelingen passeren, zodat de audiosignalen niet
gewijzigd worden en de meest natuurgetrouwe weergave
verkregen wordt.
Als zowel de CD DIRECT AMP als PURE DIRECT toetsen zijn
ingeschakeld, zal alleen de CD DIRECT AMP toets in werking
zijn.
Regelen van de BASS en TREBLE
Hiermee kunt u de weergave van de hoge en lage tonen
regelen.
BASS
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage
tonen.
TREBLE
Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de
hoge tonen.
Regelen van de LOUDNESS
Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om
te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij
lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als
lagere tonen.
Als CD DIRECT AMP of PURE DIRECT is ingeschakeld met
LOUDNESS ingesteld op een bepaald niveau, zullen de
ingangssignalen de LOUDNESS schakeling passeren, waardoor
het uitgangsniveau plotseling zal toenemen. Om te voorkomen
dat uw gehoor of uw luidsprekers beschadigd raken, moet u
daarom op CD DIRECT AMP of PURE DIRECT drukken nadat
u het geluidsniveau verlaagd heeft of nadat u gecontroleerd of
LOUDNESS correct is ingesteld.
1 Zet de LOUDNESS regeling op het
voorpaneel op de FLAT stand.
2 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of
gebruik VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het uitgangsniveau
van de geluidsweergave in te stellen op het
hardste niveau waar u naar zou willen
luisteren.
3 Verdraai LOUDNESS tot u het gewenste
volume heeft ingesteld.
Regelen van de toonweergave
Opmerking
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
CD DIRECT AMP
PURE DIRECT
BASS
55
1
0
1
44
22
3
3
+
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
LET OP
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
0
12
2
8
4
20
60
26
40
16
-dB
VOLUME
VOLUME
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
20
WEERGAVE EN OPNAME
De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS
regelaars en de CD DIRECT AMP en PURE DIRECT toetsen
hebben geen effect op het signaal van de bron waarvan wordt
opgenomen.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in
het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van
platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal
rustende rechten.
1 Verdraai REC OUT op het voorpaneel en
selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
Om op te nemen van de signaalbron waar u op dit
moment naar kijkt of luistert, dient u REC OUT op
SOURCE te zetten.
Om op te nemen van een andere signaalbron dan die
waar u op dit moment naar kijkt of luistert, dient u
REC OUT op de signaalbron te zetten waarvan u wilt
opnemen.
2 Laat de signaalbron waarvan u wilt opnemen
vervolgens afspelen.
3 Verdraai INPUT op het voorpaneel eventueel
om de signaalbron waarvan u wilt opnemen
te controleren.
4 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het uitgangsniveau van de geselecteerde
signaalbron waarvan u wilt opnemen in te
stellen.
5 Begin de opname op de op dit toestel
aangesloten MD-recorder, cassettedeck of
videorecorder.
Als u REC OUT instelt op een signaalbron anders dan die waar u
op dit moment naar luistert of kijkt, zal de opname geen invloed
ondergaan wanneer u vervolgens tijdens de opname een andere
signaalbron kiest met INPUT op het voorpaneel (of met de
corresponderende ingangskeuzetoets op de afstandsbediening).
y
U kunt het geluid en/of beeld dat wordt opgenomen volgen door
INPUT op het voorpaneel te verdraaien (of op MD/TAPE of VCR
op de afstandsbediening te drukken) en de MD-recorder, het
cassettedeck of de videorecorder waarmee wordt opgenomen te
selecteren.
Opnemen van een signaalbron
Opmerkingen
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
3
41
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
INPUT
Opmerking
0
12
2
8
4
20
60
26
40
16
-dB
VOLUME
VOLUME
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
21
WEERGAVE EN OPNAME
BASISBEDIENING
Nederlands
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is.
De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de
AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten
externe apparatuur uit.
De slaaptimer kan alleen worden ingesteld via de
afstandsbediening.
De slaaptimer schakelt automatisch Zone 2 uit. De stroom voor
de Zone 2 componenten wordt echter niet uitgeschakeld.
1 Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Begin de weergave op de geselecteerde
signaalbron.
3 Druk net zo vaak op SLEEP tot u de
gewenste tijd heeft ingesteld voor dit toestel
zichzelf zal uitschakelen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent.
4 Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF
op het display op het voorpaneel verschijnt.
Na een paar seconden zal SLEEP OFF verdwijnen
van het display en de SLEEP indicator uit gaan.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF of MASTER ON/
OFF op het voorpaneel) het toestel uit (standby) te zetten.
Gebruiken van de slaaptimer
Opmerkingen
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
AVTV
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
3
1
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
POWER POWER
AVTV
VCR
DTV/CBL
SLEEP
SLEEP 120 min SLEEP 90 min
SLEEP 60 minSLEEP 30 minSLEEP OFF
SLEEP
SLEEP
22
WEERGAVE EN OPNAME
1 Druk op MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
De MUTE indicator zal gaan knipperen en MUTE
ON zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
Na een paar seconden zal MUTE ON verdwijnen van
het display op het voorpaneel.
2 Druk op MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave te hervatten.
De MUTE indicator zal verdwijnen van het display
op het voorpaneel.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
MUTE
MUTE
MUTE
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
23
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender: automatisch of met de hand. Kies welke methode u wilt gebruiken
aan de hand van uw persoonlijke voorkeur en de sterkte van de te ontvangen zenders.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de
afstandsbediening) om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
2 Druk op FM/AM op het voorpaneel om de
radioband te kiezen (FM of AM (MG)).
FM of AM zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE op het voorpaneel
zodat de AUTO indicator op het display
oplicht.
4 Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch afstemmen te laten beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Om af te stemmen op een andere zender dient u nog eens op
TUNING l / h te drukken.
Als het automatisch afstemmen niet stopt bij de gewenste
zender omdat de signalen daarvan te zwak zijn, kunt u proberen
er met de hand op af te stemmen.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Automatisch afstemmen
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
2 4 3
1
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
INPUT
TUNER
of
Voorpaneel Afstandsbediening
FM/AM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
AUTO
Licht op
Opmerkingen
l
TUNING
h
24
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Handmatig afstemmen is nuttig wanneer u wilt afstemmen
op zwakke zenders.
1 Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de
afstandsbediening) om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
2 Druk op FM/AM op het voorpaneel om de
radioband te kiezen (FM of AM (MG)).
FM of AM zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE op het voorpaneel
zodat de AUTO indicator van het display
verdwijnt.
4 Druk op TUNING l / h om met de hand af te
stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Als u afstemt op een FM zender, zal deze automatisch in mono
worden ontvangen om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Handmatig afstemmen
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
2 4 3
1
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
INPUT
TUNER
of
Voorpaneel Afstandsbediening
FM/AM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
AUTO
Verdwijnt
Opmerkingen
l
TUNING
h
25
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
BASISBEDIENING
Nederlands
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders automatisch laten voorprogrammeren. Met deze
functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM
zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde,
opslaan tot een maximum van 40 stuks (8 zenders in
5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via
de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden
worden.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als de
zender die u wilt voorprogrammeren te zwak is, kunt u deze met
de hand voorprogrammeren.
1 Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de
afstandsbediening) om de TUNER te
selecteren.
2 Druk op FM/AM op het voorpaneel en kies FM
als radioband.
FM zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
3 Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste
3 seconden ingedrukt.
De voorkeuzegroep en de MEMORY en AUTO
indicators zullen gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
4 Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch voorprogrammeren te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Als er niet op TUNING l / h binnen ongeveer 5 seconden
terwijl de MEMORY en AUTO indicators nog aan het
knipperen zijn, zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de getoonde frequentie naar hogere frequenties
toe.
Zenders worden voorgeprogrammeerd op de volgorde waarin
ze gevonden worden, tot een maximum van 8 in elk van de
voorkeuzegroepen. Als er al 8 zenders in een voorkeuzegroep
staan, wordt er automatisch overgeschakeld naar de volgende
voorkeuzegroep met 8 plaatsen.
Automatisch voorprogrammeren
Opmerkingen
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
2
1
3
4
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
INPUT
TUNER
of
Voorpaneel Afstandsbediening
Opmerkingen
FM/AM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
l
TUNING
h
26
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Aangepast automatisch
voorprogrammeren
U kunt een bepaalde groep en een bepaald nummer
opgeven waar het automatisch voorprogrammeren van FM
zenders moet beginnen.
1 Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste
3 seconden ingedrukt.
2 Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op één van
de voorkeuzenummers op het voorpaneel om
de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
te selecteren waaronder de eerst gevonden
zender moet worden opgeslagen.
Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerste zender
die wordt gevonden worden geprogrammeerd onder
C5, en de volgende zenders onder C6, C7 enz.
3 Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch voorprogrammeren te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
A/B/C/D/E
12345678
Opmerking
l
TUNING
h
27
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders
in 5 groepen; A1 t/m E8) voorprogrammeren. U kunt
vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Herhaal de stappen 1 t/m 4 bij “Automatisch
afstemmen” of bij “Handmatig afstemmen”
en stem af op de gewenste zender.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de
frequentie waarop is afgestemd worden getoond op
het display.
2 Druk op MEMORY op het voorpaneel.
De MEMORY indicator gaat ongeveer 5 seconden
lang knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel om de voorkeuzegroep te
selecteren (A t/m E).
De geselecteerde zendergroep zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
4 Druk op het gewenste voorkeuzenummer op
het voorpaneel om het voorkeuzenummer
(1 t/m 8) te selecteren waaronder u de zender
wilt opslaan.
Deze handeling moet worden verricht binnen 5 seconden, terwijl
de MEMORY indicator nog knippert op het display. Anders zal
het handmatig voorprogrammeren automatisch worden
geannuleerd.
5 Druk op MEMORY op het voorpaneel om de
zender in het geheugen op te slaan.
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Handmatig afstemmen
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
3
4
2
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
A/B/C/D/E
Opmerking
Opmerkingen
12345678
28
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel (of op A/B/C/D/E j / i op de
afstandsbediening) en selecteer een
zendergroep (voorkeuzegroep) (A t/m E).
De geselecteerde zendergroep zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
2 Druk op het gewenste voorkeuzenummer op
het voorpaneel (of op PRESET/CH u / d op
de afstandsbediening) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren
waaronder u de zender wilt opslaan.
Het voorkeuzenummer verschijnt op het display op
het voorpaneel, samen met de radioband en de
frequentie.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
De volgende procedure geeft een voorbeeld waarin
voorkeuzezender E1 wordt omgewisseld met
voorkeuzezender A5.
1 Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Selecteren
van voorkeuzezenders” en selecteer
voorkeuzezender E1.
2 Druk op EDIT op het voorpaneel.
De E1 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Selecteren
van voorkeuzezenders” en selecteer
voorkeuzezender A5.
De A5 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
4 Druk nog eens op EDIT op het voorpaneel.
E1-A5 zal verschijnen op het display op het
voorpaneel ten teken dat de beide voorkeuzezenders
van plaats hebben gewisseld.
Selecteren van voorkeuzezenders
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
1
2
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
12345678
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
Omwisselen van voorkeuzezenders
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
2,4
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
EDIT
MEMORY
Knippert
MEMORY
Knippert
EDIT
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
29
BASISBEDIENING
Nederlands
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door
FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data
Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY
(Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
PS (Programma Service naam) functie:
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
PTY (Programmatype) functie:
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen
15 soorten programma’s.
RT (Radio Tekst) functie:
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de
artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft
kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het
display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de
RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een streepje (
_
).
CT (Klok Tijd) functie:
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen.
EON (Enhanced Other Networks;
Verbeterde service andere netwerken):
Zie “De EON functie” op bladzijde 31.
Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem
gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of
CT indicators die corresponderen met de Radio Data
Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om
dit toestel in de tunerfunctie (radio) te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens te bekijken die worden
verzorgd door de huidige zender.
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Theater
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Pop
ROCK M Rock
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie
TUNER
FREQ/TEXT
b
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
Afstandsbediening
30
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante
Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender.
U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren
die niet worden verzorgd door de zender in kwestie.
Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel
naar behoren functioneren.
Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal
geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in
een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt.
Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt
overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data
Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de
Radio Data Systeem functie.
Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
1 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de
PTY SEEK zoekfunctie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display op het voorpaneel.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
Opmerkingen
De PTY SEEK functie
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
AVTV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
3
2
1
MODE PTY SEEK
Afstandsbediening
Knippert
31
RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
BASISBEDIENING
Nederlands
2 Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
3 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om te zoeken onder alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender
gezocht wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken
te annuleren.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden
uitgezonden door het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u
een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS
of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van
het gewenste soort programma begint.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1 Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te
stemmen op een andere Radio Data Systeem zender
waarbij de EON indicator wel gaat branden.
2
Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening
om het gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT) te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator knippert.)
Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display op het voorpaneel staat.
POP M
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
STARTPTY SEEK
PTY HOLD
Afstandsbediening
Licht op
De EON functie
Opmerking
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
TV MUTE TV INPUT
AVTV
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
2
EON
Afstandsbediening
GEAVANCEERDE SETUP
32
ADVANCED SETUP menu parameters
Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt
aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw
voorkeuren.
Fabrieksinstellingen PRESET
Via deze functie kunt u alle parameters terugzetten op de
fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
Selecteer CANCEL als u niet wilt dat de parameters
van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het
terugzet op de fabrieksinstellingen.
Selecteer RESET als u wilt dat alle parameters van dit
toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het terugzet
op de fabrieksinstellingen.
Deze instelling heeft geen invloed op de parameters in het
ADVANCED SETUP menu.
Het resetten gebeurt de volgende keer dat u dit toestel aan zet.
Afstandsbediening REMOTE
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID van dit toestel
omschakelen.
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer ID1 om dit toestel met een alternatieve code
te bedienen.
Selecteer ID2 om dit toestel met de standaardcode te
bedienen.
U moet de afstandsbediening zelf ook instellen (zie bladzijde 33),
evenals de Zone 2 afstandsbediening (zie bladzijde 9).
Tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Stel de frequentiestap in op de waarde die geldt voor het
gebied waar u het toestel gaat gebruiken.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Noord, Midden en Zuid Amerika: AM10/FM100 (kHz)
Overige gebieden: AM9/FM50 (kHz)
Het ADVANCED SETUP menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
y
Tijdens de ADVANCED SETUP zal er geen geluid worden
weergegeven.
Tijdens de ADVANCED SETUP, kunnen alleen de MASTER
ON/OFF, A/B/C/D/E en voorkeuzetoetsen (1 en 2) op het
voorpaneel worden gebruikt.
1 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand.
2 Houd A/B/C/D/E op het voorpaneel ingedrukt
en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar
binnen in de ON stand.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het ADVANCED
SETUP menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
GEAVANCEERDE SETUP
Opmerkingen
Opmerking
Wijzigen van ADVANCED SETUP
menu parameters
ON/OFF
INPUT
MAIN ZONE
PHONES
BASS
MASTER SPEAKERS
ON OFF
CD DIRECT AMPPURE DIRECT
55
1
0
1
44
22
3
3
+
VOLUME
l
TUNING
h
ZONE 2 ON/OFF
ZONE CONTROL
FM/AM
EDIT
A/B/C/D/E
12345678
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
BA
TREBLE
55
1
0
1
44
22
3
3
+
BALANCE
55
1
0
1
44
22
3
3
R
L
LOUDNESS
57
1
FLAT
6
48
210
30dB
3
9
REC OUT
MD/TAPE
SOURCE
CD
DVD
VCR TUNER
DTV/CBL
PHONO
2,4 3
1,2,5
0
12
12
2
8
4
20
20
60
60
26
26
40
40
16
16
-dB
-dB
MASTER
ON OFF
Houd ingedrukt
en druk op
A/B/C/D/E
MASTER
ON OFF
33
GEAVANCEERDE SETUP
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
3 Gebruik de voorkeuzetoetsen (1 en 2) op het
voorpaneel om door het menu te bladeren en
de parameter waarvoor u de instelling wilt
wijzigen te selecteren.
Zie bladzijde 32 voor een complete lijst van
mogelijke parameters.
4 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel om heen en weer te schakelen
tussen de beschikbare parameters.
5 Druk nog eens op MASTER ON/OFF om de
knop naar buiten te laten komen in de OFF
stand om uw instelling te bevestigen.
De gewijzigde instellingen treden de volgende keer dat u dit
toestel aan zet in werking.
U kunt het toestel dat u wilt bedienen met de
afstandsbediening zelf instellen door de
afstandsbedienings-ID te wijzigen.
1 Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en druk vervolgens op TUNER op
de afstandsbediening.
2 Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en voer met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening de code van drie cijfers in
zoals gegeven in de tabel hieronder.
*
Wanneer u de ID van de afstandsbediening verandert,
moet u de ID op dit toestel ook veranderen (zie
bladzijde 32).
Wanneer u verschillende YAMAHA receivers of
versterkers met dezelfde standaardinstelling voor de
afstandsbedieningscode heeft, is het mogelijk dat u
onbedoeld verschillende toestellen tegelijk bedient.
In dit geval kunt u een alternatieve code instellen
zodat u dit toestel apart kunt bedienen.
Wijzig ook de ID voor de Zone 2 afstandsbediening (zie
bladzijde 9).
Opmerking
1 2
A/B/C/D/E
MASTER
ON OFF
Omschakelen van de ID van de
afstandsbediening
Afstandsbedienings-
ID*
(instelling van dit
toestel)
Functie Code
ID1
Om dit toestel
met een
alternatieve code
te bedienen.
801
ID2
(standaardinstelling)
Om dit toestel
met de
standaardcode te
bedienen.
802
Opmerking
MENU
CODE SET
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
POWER POWER
AVTV
VCR
DTV/CBL
MENU
CODE SET
MENUTITLE
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
ENTER
ZONE 2
34
Dit toestel stelt u in staat een audio- en videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 functie geeft u
de mogelijkheid dit toestel tegelijkertijd verschillende signaalbronnen te laten weergeven in twee verschillende ruimten,
bijvoorbeeld in uw woonkamer en in Zone 2 (uw werkkamer bijv.). U kunt het toestel ook bedienen vanuit de tweede
ruimte met behulp van de Zone 2 afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden voor weergave in een andere ruimte, heeft u naast dit toestel de
volgende apparatuur nodig:
Een infraroodontvanger voor de tweede ruimte.
Een infraroodzender voor de eerste ruimte. Deze zender geeft de infraroodsignalen van de Zone 2 afstandsbediening
uit Zone 2 door aan de apparatuur in de eerste ruimte.
Een versterker en luidsprekers voor de tweede ruimte.
Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de REMOTE OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft u wellicht geen infraroodzender nodig. Er kunnen maximaal zes YAMAHA
componenten worden aangesloten zoals hieronder staat aangegeven.
Configuratie en aansluitingen bij meerdere ruimten
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van de configuratie en de vereiste aansluitingen voor gebruik van het
systeem in meerdere ruimten.
y
Omdat er zoveel mogelijkheden zijn voor de aansluitingen en de manieren waarop u dit toestel in twee verschillende ruimten kunt
gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 configuratie
en aansluitingen die het best tegemoetkomen aan uw eisen.
Als u het volume voor Zone 2 wilt regelen met de versterker in de tweede ruimte, raden we u aan het Zone 2 volumeniveau op of in de
buurt van –16 dB in te stellen.
ZONE 2
Aansluiten van Zone 2 componenten
Opmerking
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Infraroodontvanger
REMOTE OUT
VIDEO IN
MONITOR OUT
SPEAKERS
REMOTE IN
ZONE 2 AUDIO OUT
MAIN
ZONE 2
AUDIO IN
ZONE 2 VIDEO OUT
Infraroodzender
DVD-speler
(of andere componenten)
Versterker
Zone 2
afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimte
(Zone 2)
Eerste ruimte
(Main Zone)
Dit toestel
Beeldscherm
35
ZONE 2
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Gebruik de meegeleverde Zone 2 afstandsbediening om de
signaalbron te kiezen of het uitgangsniveau (volume) voor
Zone 2 te regelen zonder dat dit invloed heeft op de
weergave in de eerste ruimte.
1 Druk op POWER op de Zone 2
afstandsbediening (of op ZONE 2 ON/OFF op
het voorpaneel) om Zone 2 in te schakelen.
2 Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op
de ZONE 2 afstandsbediening om de
gewenste signaalbron voor Zone 2 te
selecteren.
y
U kunt de signaalbron ook instellen met de bedieningsorganen op
het voorpaneel.
Druk op ZONE CONTROL op het voorpaneel en en verdraai
vervolgens INPUT op het voorpaneel om de gewenste
signaalbron voor Zone 2 te selecteren.
3 Druk op VOLUME +/– op de Zone 2
afstandsbediening om het volume voor Zone
2 te regelen.
y
U kunt de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uitschakelen door
op MUTE op de ZONE 2 afstandsbediening te drukken. Druk nog
eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke
volume voort te zetten.
Bediening Zone 2
POWER
ZONE 2 ON/OFF
of
Zone 2
afstandsbediening
Voorpaneel
CD PHONO
ZONE 2
TUNER
MD/TAPE VCR DTV/CBL
DVD
POWER
STANDBY
+
VOLUME
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
36
Bedienen van dit toestel
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om dit toestel te bedienen.
Bedienen van andere componenten
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen
worden gebruikt om andere audio- en video-
apparatuur zowel van YAMAHA als van andere
fabrikanten te bedienen. De functies van de toetsen
hangen mede af van de geselecteerde componenten.
Selecteer de component die u wilt bedienen met een
ingangskeuzetoets. De naam van de geselecteerde
component zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
y
U kunt via de toets andere componenten bedienen,
ongeacht of deze zijn aangesloten op dit toestel.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Set bedieningstoetsen
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
AVTV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
De toetsen binnen de
stippellijnen bedienen
dit toestel in elke
bedieningsfunctie.
(POWER, STANDBY,
SLEEP, de
ingangskeuzetoetsen,
VOLUME +/– en
MUTE).
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
AVTV
ENTER
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
REC
CODE SET
MENUTITLE
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
ENTER
TV VOL
TV CH
Component
Set bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscodes in
te stellen kunt u tot
maximaal 7 verschillende
componenten bedienen (zie
bladzijde 38).
Met de
ingangskeuzetoetsen
kunt u, zoals hieronder
aangegeven, een andere
set bedieningstoetsen
kiezen.
37
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Naast dit toestel kan de meegeleverde afstandsbediening
ook andere audio en video componenten van YAMAHA
en van andere fabrikanten aansturen. Om andere
componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste
afstandsbedieningscodes instellen.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen werken alleen voor modellen voor Europa.
Bedienen van andere componenten
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
SLEEP
A
B
POWER POWER
REC
CODE SET
MUTE
VOLUME
DISC SKIP
EON
FREQ/TEXT
START
MODE PTY SEEK
TV MUTE TV INPUT
AVTV
VCR
DTV/CBL
SPEAKERS
TV VOL
TV CH
MUTE
MENUTITLE
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
ENTER
1
6
7
8
9
0
A
B
C
D
2
3
4
5
DVD-speler Videorecorder
Digitale tv/
Kabel-tv
TV CD-speler Cassettedeck MD-recorder Tuner
1 AV P OW ER
Aan/uit *
1
Aan/uit *
1
Aan/uit *
1
Videorecorder
aan/uit
Aan/uit *
1
Aan/uit *
1
Aan/uit *
1
Aan/uit *
1
2 TV POWER
TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit
Aan/uit *
1
TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit
3 ll
Terug zoeken Terug zoeken
Videorecorder
zoeken terug
Videorecorder
zoeken terug
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
PTY SEEK
MODE *
2
hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken
Videorecorder
zoeken vooruit
Videorecorder
zoeken vooruit
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
PTY SEEK
START *
2
b Terug springen Terug springen Richting A Terug springen
FREQ/TEXT *
2
a Vooruit springen Vooruit springen Richting B Vooruit springen
EON *
2
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan Opname
Videorecorder
opname
Videorecorder
opname
Disc overslaan Opname Opname
s Stop Stop
Videorecorder
stop
Videorecorder
stop
Stop Stop Stop
e Pauze Pauze
Videorecorder
pauze
Videorecorder
pauze
Pauze Deck A/B Pauze
h Weergave Weergave
Videorecorder
weergave
Videorecorder
weergave
Weergave Weergave Weergave
4 TV VOL +
Tv volume + Tv volume + Tv volume + Volume + Tv volume + Tv volume + Tv volume + Tv volume +
TV VOL – Tv volume – Tv volume – Tv volume – Volume Tv volume – Tv volume – Tv volume – Tv volume –
5 TV CH +
Tv kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Tv kanaal + Tv kanaal + Tv kanaal + Tv kanaal +
TV CH – Tv kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Tv kanaal – Tv kanaal – Tv kanaal – Tv kanaal –
6 TV MUTE
TV geluid uit TV geluid uit TV geluid uit Geluid uit TV geluid uit TV geluid uit TV geluid uit TV geluid uit
7 TITLE
Titel Titel Titel Titel Band
8 ENTER
Menu enter Menu selecteren Menu selecteren
PRESET/CH
u
Menu hoger Menu hoger Menu hoger
Voorkeuzezender
hoger (1 t/m 8)
PRESET/CH
d
Menu lager Menu lager Menu lager
Voorkeuzezender
lager (1 t/m 8)
A/B/C/D/E j Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzezender
lager (A t/m E)
A/B/C/D/E i Menu rechts Menu rechts Menu rechts
Voorkeuzezender
hoger (A t/m E)
9 RETURN
Terug Terug Terug Terug
0 TV INPUT
TV ingang TV ingang TV ingang Ingang TV ingang TV ingang TV ingang TV ingang
A 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
B ENT.
Enter Enter/oproepen
Enter/
Cijfertoetsen
Index
C MENU
Menu Menu Menu
D DISPLAY
Display Display Display Display Display
38
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke signaalbron kan een code worden ingevoerd.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
De volgende tabel geeft de standaard ingestelde
componentencategorie (archief) en
afstandsbedieningscode aan voor elk van de
signaalbronnen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
*
U kunt alleen maar tv afstandsbedieningscodes instellen onder
de DTV/CBL toets. U kunt echter andere
afstandsbedieningscodes instellen voor elk van de andere
ingangskeuzetoetsen behalve DTV/CBL.
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode.
1 Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen om de signaalbron die
u wilt instellen te selecteren.
Gedurende deze hele procedure moet u CODE SET
ingedrukt blijven houden.
2 Houd CODE SET op de afstandsbediening
ingedrukt en voer met de cijfertoetsen op de
afstandsbediening de driecijferige
afstandsbedieningscode voor de
geselecteerde signaalbron in.
Wanneer de instelling gelukt is, zal “PRESET OK”
verschijnen; wanneer het niet gelukt is, zal “PRESET
NG” op het display op het voorpaneel verschijnen.
Om de code terug te zetten, kunt u gewoon de
standaardcode invoeren voor elk van de in de tabel
getoonde signaalbronnen.
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
U kunt slechts één enkele afstandsbedieningscode
toewijzen aan één ingangskeuzetoets.
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Signaalbron
Standaard
componenten-
categorie
(archief)
Fabrikant
Standaard
YAMAHA
code
CD CD YAMAHA 199
MD/TAPE TAPE YAMAHA 499
DVD DVD YAMAHA 699
DTV/CBL* ——
VCR ——
PHONO ——
——
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
MENU
CODE SET
STANDBY
POWER
CD
MD/TAPE
TUNER
PHONODVD
POWER POWER
AVTV
VCR
DTV/CBL
MENU
CODE SET
MENUTITLE
BAND
A/B/C/D/E A/B/C/D/E
PRESET/CH
4321
8
10
7
09
65
ENT.
DISPLAYRETURN
ENTER
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
39
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
15
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
11
De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
op het achterpaneel staat niet helemaal in
de juiste stand.
Zet de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
helemaal in de juiste stand terwijl de
stroomvoorziening van het toestel is uitgeschakeld.
15
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
12
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
17
De SPEAKERS A/B schakelaars staan
niet in de juiste stand.
Schakel de corresponderende SPEAKERS A of
SPEAKERS B set in.
17
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
11
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR correct
is ingesteld.
15
Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet
raakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
11
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
11, 12
De BALANCE regeling is niet correct
ingesteld.
Zet BALANCE in de juiste stand.
19
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is sfeerloos.
De + en – draden zijn verkeerdom
aangesloten op de versterker of de
luidsprekers.
Sluit de luidsprekerdraden correct aan op de + en –
aansluitingen.
11
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekkers stevig en op de juiste manier
aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het
mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
12
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Maak de GND verbinding tussen de aarding van de
draaitafel en dit toestel.
12
Het volume is te laag bij
weergave van een plaat.
De plaat wordt afgespeeld op ene
draaitafel met een MC cartridge.
De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten
via een MC kopversterker.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de MD/TAPE OUT aansluitingen
van dit toestel aangesloten component
staat uit.
Zet de betreffende component aan.
40
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Tuner
Het geluid klinkt
slecht wanneer u
luistert via een
hoofdtelefoon die is
aangesloten op een
CD-speler of
cassettedeck
verbonden met dit
toestel.
De stroom voor dit toestel is
uitgeschakeld of het toestel staat uit
(standby).
Zet het toestel aan.
16
Het volume is te laag. De LOUDNESS functie is ingeschakeld. Zet LOUDNESS op de FLAT stand.
19
De signaalbron kan
niet worden gewijzigd
ook al draait u aan
INPUT.
De CD DIRECT AMP toets is
ingeschakeld.
Zet de CD DIRECT AMP toets uit.
19
De BASS, TREBLE,
BALANCE en
LOUDNESS
regelingen hebben
geen effect op de
toonweergave.
De CD DIRECT AMP of PURE DIRECT
toets is ingeschakeld.
De CD DIRECT AMP of PURE DIRECT toets moet
worden uitgeschakeld voor u deze regelingen kunt
gebruiken.
19
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de
FM stereo-
ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM stereo-
uitzendingen wanneer de zender te ver
weg is of het ontvangstsignaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM
antenne.
13
Stem met de hand af.
24
Er is
vervorming en
ook een betere
FM antenne
zorgt niet voor
een betere
ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat u van
deze zg. multi-pad interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
de gewenste
zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM
antenne.
13
Stem met de hand af.
24
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
25
AM
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
de gewenste
zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne
en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
24
U hoort
doorlopend
gekraak en
gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van
bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede aarding.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft
moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
U hoort
gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de tv vandaan.
41
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Afstandsbediening
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
10
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
10
De ID van de afstandsbediening en de ID
van dit toestel komen niet overeen.
Schakel de ID van de afstandsbediening of de ID van
dit toestel om.
9,32,33
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Probeer een andere code voor dezelfde fabrikant met
behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” achterin deze
handleiding.
38
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Gebruik de met de componenten in kwestie
meegeleverde afstandsbedieningen.
TECHNISCHE GEGEVENS
42
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen
(8 , 20 Hz t/m 20 kHz, 0,019% THV) ............. 100 W + 100 W
(6 , 20 Hz t/m 20 kHz, 0,03% THV) ............... 120 W + 120 W
Dynamisch vermogen (IHF)
(8/6/4/2 ) ..................................................... 140/170/220/290 W
Maximum uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa]
(1 kHz, 0,7% THV, 4 ) .................................................... 160 W
IEC uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa]
(1 kHz, 0,019% THV, 8 ) ................................................. 115 W
Vermogensbandbreedte
(0,03% THV, 50 W, 8 ) ....................................10 Hz t/m 50 kHz
Dempingsfactor (SPEAKERS A)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 .................................................240 of meer
Maximum uitgangsvermogen (EIAJ)
[Alleen modellen voor Azië en algemene modellen]
(1 kHz, 10% THV, 8/6 ) ........................................... 145/170 W
Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,019% THV) ............................ 70 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,019% THV) .............................. 2,2 V of meer
Frequentierespons
CD, enz. (20 Hz t/m 20 kHz) ....................................... 0 ± 0,5 dB
CD DIRECT AMP ON (10 Hz t/m 100 kHz) .............. 0 ± 1,0 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO ........................................................................... ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO naar OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 3 V) ................................. 0,008% of minder
CD, enz. naar SP OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 ) ....................... 0,012% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV ingang kortgesloten) ...................... 87 dB of meer
CD DIRECT AMP (200 mV ingang kortgesloten) .....110 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
CD DIRECT AMP ON ....................................................... 30 µV
PURE DIRECT ON .......................................................... 110 µV
Gain Tracking Error (0 t/m –60 dB) ......................... 2 dB of minder
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,0 mV/47 k
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MAIN IN ....................................................................... 1 V/30 k
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
OUT (REC) ......................................... 200 mV/1,2 k of minder
PRE OUT .................................................................... 1 V/1,2 k
SUB WOOFER OUTPUT .......................................... 4 V/1,2 k
ZONE 2 OUT .............................................................. 1 V/1,2 k
Hoofdtelefoon uitgang/impedantie
(Ingang 1 kHz, 200 mV, 8 , 0,015% THV)
CD, enz. ................................................................... 0,47 V/470
Kanaalscheiding
CD, enz. (5,1 k
ingang kortgesloten, 1/10 kHz).... 65/50 dB of meer
Karakteristieken toonregeling
BASS
Versterking/verzwakking (20 Hz) .................................. ±10 dB
Turnover frequentie ......................................................... 350 Hz
TREBLE
Versterking/verzwakking (20 kHz) ................................ ±10 dB
Turnover frequentie ........................................................ 3,5 kHz
Continue Loudness regeling
Demping (1 kHz) ............................................................... –30 dB
VIDEO GEDEELTE
Videosignaaltype
[Alleen modellen voor de V.S., Canada en algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Overige modellen] ................................................................. PAL
Signaal-ruis verhouding ............................................. 50 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet............................................... 5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 107,9/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz) ......................................................... 45 dB
Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5/ –2 dB
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]..... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa] ...................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 260 W/360 VA
[Overige modellen] ............................................................. 260 W
Stroomverbruik uit (standby)................................................... 0,1 W
Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen]
(6 , 1 kHz, 10% THV) .................................................... 650 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor Australië] ................. 1 (Totaal 100 W maximum)
[Algemene modellen] ......................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Overige modellen] ........................... 2 (Totaal 100 W maximum)
Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 151 x 389 mm
Gewicht ................................................................................. 10,9 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
TECHNISCHE GEGEVENS

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade bij blikseminslag te voorkomen, dient u bij onweer de stekker uit het stopcontact te halen en eventuele buitenantennes los te koppelen van het toestel. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt. 17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, moet u op MASTER ON/ OFF drukken zodat de schakelaar naar buiten komt in de OFF (uit) stand, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Algemene modellen ..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Modellen voor Azië ................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF, of met MAIN ZONE ON/OFF en ZONE 2 ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. INHOUD KENMERKEN ....................................................... 2 MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 2 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 3 VOORBEREIDINGEN GEAVANCEERDE SETUP.................................32 Wijzigen van ADVANCED SETUP menu parameters ........................................................... 32 Omschakelen van de ID van de afstandsbediening ................................................ 33 ZONE 2 ..................................................................34 Aansluiten van Zone 2 componenten ...................... 34 Bediening Zone 2..................................................... 35 VOORBEREIDINGEN Voorpaneel................................................................. 3 Display voorpaneel .................................................... 5 Achterpaneel .............................................................. 6 Afstandsbediening ..................................................... 7 Zone 2 afstandsbediening .......................................... 9 Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ... 10 Gebruiken van de afstandsbedieningen ................... 10 GEAVANCEERDE BEDIENING INLEIDING INLEIDING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING.................................36 Set bedieningstoetsen .............................................. 36 Bedienen van andere componenten ......................... 37 Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 38 AANSLUITINGEN .............................................. 11 AANVULLENDE INFORMATIE BASISBEDIENING Aansluiten van de luidsprekers................................ 11 Aansluiten van audio- en video-apparatuur............. 12 Aansluiten van de AM en FM antennes .................. 13 Aansluiten van het netsnoer..................................... 15 Aan en uit zetten van dit toestel............................... 16 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................39 TECHNISCHE GEGEVENS...............................42 BASISBEDIENING WEERGAVE EN OPNAME ............................... 17 GEAVANCEERDE BEDIENING Weergeven van een signaalbron .............................. 17 Regelen van de toonweergave ................................. 19 Opnemen van een signaalbron................................. 20 Gebruiken van de slaaptimer ................................... 21 Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 22 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO .................. 23 AANVULLENDE INFORMATIE Automatisch afstemmen .......................................... 23 Handmatig afstemmen ............................................. 24 Automatisch voorprogrammeren ............................. 25 Handmatig afstemmen ............................................. 27 Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 28 Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 28 RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)..................... 29 Ontvangen van Radio Data Systeem zenders .......... 29 Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie ................................ 29 De PTY SEEK functie ............................................. 30 De EON functie ....................................................... 31 Nederlands 1 KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 2-kanaals eindversterker ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen 100 W + 100 W (8 Ω), 0,019% THV, 20 Hz t/m 20 kHz ◆ Zeer dynamisch vermogen, lage impedantie aandrijfmogelijkheden Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Willekeurig toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Uitwisselen van voorkeuzezenders ◆ Radio Data Systeem ontvangst (Radio Data System) (Alleen modellen voor Europa) Overige kenmerken ◆ PURE DIRECT toets voor onveranderde geluidsweergave van de signaalbron ◆ CD DIRECT AMP toets voor onveranderde geluidsweergave van CD’s ◆ REC OUT keuzemogelijkheid onafhankelijk van de geselecteerde signaalbron ◆ Continu variabele loudnessregeling ◆ Slaaptimer ◆ Mogelijkheid tot afstandsbediening ◆ Zone 2 Meegeleverde afstandsbediening ◆ Zone 2 aangepaste installatiemogelijkheid • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Als de toetsen op de afstandsbediening en die op de Zone 2 afstandsbediening bepaalde functies gemeen hebben, worden in deze handleiding de afbeeldingen van deze afstandsbediening gebruikt ter illustratie. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Ontwerp en specificaties kunnen gewijzigd worden als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. MEEGELEVERDE ACCESSOIRES Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening POWER POWER TV AV STANDBY Zone 2 afstandsbediening Stroomkabel (Twee bij modellen voor Azië) AM ringantenne POWER POWER ZONE 2 CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR PHONO CODE SET SPEAKERS CD PHONO TUNER MD/TAPE VCR DTV/CBL STANDBY DVD REC A DISC SKIP u + PRESET VOLUME B EON FREQ/TEXT MODE PTY SEEK TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT SLEEP – d START A/B/C/D/E MUTE VOLUME A/B w MUTE b 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 10 ID1 TITLE e DIR A s f DISPLAY DIR B REC a DISC ID2 CD p TAPE FM binnenantenne (Alleen modellen voor de V.S., Canada en algemene modellen) FM binnenantenne (Modellen voor Europa en Australië) ENT. MENU BAND ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH Batterijen (x2) (AA, R6, UM-3) 2 Batterijen (x2) (AAA, R03, UM-4) BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 1 2 3 4 5 6 7 89 0 ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT A B C D PURE DIRECT CD DIRECT AMP INLEIDING Voorpaneel E l TUNING h MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 16 MASTER SPEAKERS A A/B/C/D/E B 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 ON 8 OFF INPUT REC OUT BASS TREBLE BALANCE SOURCE 0 0 0 MAIN ZONE PHONES MD/TAPE 1 CD VCR PHONO DVD 1 2 TUNER DTV/CBL ON/OFF 1 2 3 4 4 – 5 1 2 3 5 + 1 2 3 4 4 – 5 5 + 1 2 3 DISPLAY 1 2 3 4 L 5 5 R 4 40 FLAT –30dB 10 2 3 4 LOUDNESS 9 3 4 60 8 5 6 2 ∞ 7 0 -dB (Algemene modellen) F G H I J 1 MASTER ON/OFF Druk naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. Druk nog eens om de knop naar buiten te laten komen in de OFF stand om het toestel uit te zetten. Zie bladzijde 16 voor details. Opmerking Ook wanneer het toestel uit staat, verbruikt het een klein beetje stroom om het geheugen in stand te houden. Geheugen back-up De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen gegevens verloren gaan. Wanneer echter de stekker langer dan een week uit het stopcontact gelaten wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. 2 MAIN ZONE ON/OFF Hiermee zet u de Main Zone van het toestel aan of uit (standby). Zie bladzijde 16 voor details. Opmerkingen • Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is ingedrukt in de ON stand. • Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. L M N 4 ZONE 2 ON/OFF Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby). Wanneer Zone 2 is ingeschakeld, worden er signalen geproduceerd via de ZONE 2 OUT aansluitingen. Opmerking Deze schakelaar werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF is ingedrukt in de ON stand. 5 ZONE CONTROL Druk hierop om de signaalbron voor Zone 2 in te stellen. Opmerkingen • Deze toets werkt alleen wanneer Zone 2 is ingeschakeld. • Wanneer u op deze toets drukt, zal de ZONE 2 indicator ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel. Selecteer de signaalbron voor Zone 2 terwijl de indicator nog aan het knipperen is. • U kunt een voorkeuzezender selecteren wanneer TUNER is geselecteerd als signaalbron voor Zone 2. 6 Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Opmerking Schakel de afstandsbedienings- ID heen en weer tussen ID1 en ID2 wanneer u verschillende YAMAHA receivers of versterkers gebruikt (zie de bladzijden 9, 32 en 33). 7 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt. 3 Nederlands 3 SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit (zie bladzijde 17). K BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 8 EDIT Laat twee voorkeuzezenders met elkaar wisselen wanneer de TUNER is geselecteerd als de signaalbron (zie bladzijde 28). 9 FM/AM Schakelt de radioband heen en weer tussen AM en FM wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 23). 0 TUNING l / h Kiest de frequentie waarop is afgestemd wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 23). A TUNING MODE Schakelt het afstemmen heen en weer tussen automatisch (de AUTO indicator zal verschijnen) en handmatig (de AUTO indicator zal verdwijnen) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron. B MEMORY Hiermee kunt u een zender in het systeemgeheugen opslaan (zie bladzijde 27). Zet het toestel in de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 25). C PURE DIRECT en indicator Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure weergave van een signaalbron. De indicator erboven zal oplichten wanneer deze functie is ingeschakeld. Zie bladzijde 19 voor details. D CD DIRECT AMP en indicator Stelt u in staat om te luisteren naar de onveranderde, pure weergave van een CD. De indicator erboven zal oplichten en het display op het voorpaneel zal uit gaan wanneer deze functie wordt ingeschakeld. Zie bladzijde 19 voor details. E VOLUME Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. Opmerking Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau. F INPUT keuzeknop Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt luisteren of kijken. G A/B/C/D/E Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 26). H PHONES aansluiting Produceert geluidssignalen waar u ongestoord naar kunt luisteren met een hoofdtelefoon. Opmerking Druk op SPEAKERS A/B zodat de SP A/B indicators uit gaan voor u de hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting. I REC OUT keuzeknop Selecteert een signaalbron voor opname op een MD-recorder of cassettedeck onafhankelijk van de instelling met INPUT, zodat u kunt opnemen van de geselecteerde signaalbron terwijl u luistert naar een andere (zie bladzijde 20). J BASS Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie bladzijde 19). K TREBLE Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de hoge tonen. De 0 stand geeft een neutrale weergave (zie bladzijde 19). L BALANCE Regelt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt door de opstelling van de luidsprekers of door de omstandigheden in de luisterruimte (zie bladzijde 19). M LOUDNESS Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als lagere tonen (zie bladzijde 19). N Voorkeuzetoetsen (1 t/m 8) Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 28). 4 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 2 DVD DTV/CBL 4 VCR MD/TAPE ZONE2 ZONE3 5 CD 6 TUNER 7 8 INLEIDING SP A B 3 PHONO MEMORY AUTO TUNED STEREO SLEEP MUTE PTY HOLD EON PS RT 9 1 SP (SPEAKERS) A/B indicators Lichten op om aan te geven welke set luidsprekers is geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer beide sets luidsprekers worden geselecteerd. 2 ZONE 2 indicator Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld. 3 Signaalbron indicators Licht op wanneer het toestel in de corresponderende stand staat. 4 MEMORY indicator Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op MEMORY op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de MEMORY indicator knippert, kunt u de getoonde zender in het geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en één van de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel. 0 PTY CT A 7 SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld. 8 MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld. 9 Multifunctioneel display Toont informatie bij het regelen of wijzigen van instellingen. 0 TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender. ■ Alleen modellen voor Europa A Radio Data Systeem indicators De vierkante indicator naast elk van de Radio Data Systeem functies zal oplichten wanneer de bijbehorende Radio Data Systeem functie is geselecteerd. 5 AUTO indicator Licht op wanneer het toestel in de automatische afstemfunctie staat. PTY HOLD indicator Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht. 6 STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt. EON indicator Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. Nederlands 5 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 2 3 5 4 6 (Algemene modellen) REMOTE TUNER DVD AC IN DVD IN 1 GND DTV/ CBL DTV/ CBL IN IN VCR VCR OUT OUT MONITOR OUT IN AM ANT 75Ω UNBAL. IN AC OUTLETS 2 +12V 15mA MAX. VOLTAGE SELECTOR SPEAKERS SET BEFORE POWER ON MAIN IN GND A (PLAY) PRE OUT MD/ TAPE ZONE 2 OUT A OR B: 4ΩMIN. /SPEAKER A+B: 8ΩMIN. /SPEAKER OUT (REC) SUB WOOFER PHONO 8 AUDIO 9 A OR B: 6ΩMIN. /SPEAKER A+B:12ΩMIN. /SPEAKER B ZONE 2 OUT VIDEO AUDIO SWITCHED IMPEDANCE SELECTOR COUPLER FM ANT CD 7 OUT CONTROL OUT OUTPUT 0 A B C D 1 Antenne-aansluitingen Aansluiten van de FM en AM antennes. Zie 13 voor meer informatie over deze aansluiting. 8 PHONO aansluitingen en GND aansluiting Hierop kunt u een draaitafel aansluiten. Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting. 2 AUDIO/VIDEO aansluitingen Hierop kunt u audio- en video-apparatuur aansluiten. Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting. 9 ZONE 2 aansluitingen Hierop kunt u apparatuur voor Zone 2 aansluiten. Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting. 3 REMOTE aansluitingen Deze aansluitingen worden gebruikt voor het ontvangen/ doorgeven van afstandsbedieningssignalen. Zie 34 voor meer informatie over deze aansluiting. 0 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting Hierop kunt u een subwoofer met ingebouwde versterker aansluiten. 4 CONTROL OUT aansluiting Dit is een aparte uitbreidingsaansluiting. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met deze aansluiting. 5 AC IN Hierop dient u het meegeleverde netsnoer aan te sluiten. Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen. 6 AC OUTLET(S) (SWITCHED) Hiermee kunt eventueel andere audio/video componenten van stroom voorzien. Zie bladzijde 15 voor details. 7 CD aansluitingen Hierop kunt u een CD-speler aansluiten. Zie 12 voor meer informatie over deze aansluiting. 6 A COUPLER aansluitingen Hierop kunt u andere externe apparatuur aansluiten. Zie 15 voor meer informatie over deze aansluiting. B SPEAKERS aansluitingen Sluit hierop uw luidsprekers aan. Zie bladzijde 11 voor meer informatie over deze aansluitingen. C IMPEDANCE SELECTOR schakelaar Hiermee kunt u de instelling voor de impedantie omschakelen. Zie bladzijde 15 voor details. ■ Alleen modellen voor Azië en algemene modellen D VOLTAGE SELECTOR Zie bladzijde 15 voor details. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening 1 7 2 STANDBY POWER POWER POWER TV AV CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR PHONO CODE SET SPEAKERS 8 REC 9 3 4 5 EON FREQ/TEXT 0 B A B MODE PTY SEEK TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT SLEEP START VOLUME C MUTE D 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 10 TITLE MENU ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN Opmerking De Radio Data Systeem functies (FREQ/TEXT, EON, PTY SEEK MODE en PTY SEEK START) zijn alleen van toepassing op modellen voor Europa en functioneren alleen wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron. Zie voor details “Ontvangen van Radio Data Systeem zenders” op bladzijde 29. 4 Cijfertoetsen (1 t/m 8) Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron. 5 BAND Schakelt over naar de eerder gebruikte radioband (FM of AM) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron. Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst ontvangen zender. 6 A/B/C/D/E j / i Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 28). PRESET/CH u / d Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 28). ENT. BAND 6 Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie. Opmerking A DISC SKIP 3 Toetsen voor Radio Data Systeem radioontvangst INLEIDING In dit hoofdstuk worden de functies beschreven van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening waarmee u andere apparatuur van YAMAHA of andere fabrikanten kunt bedienen. De functies van de toetsen waarmee andere audio en video componenten worden bediend zijn hetzelfde als die van de corresponderende toetsen op de componenten in kwestie. Raadpleeg de handleiding van de component in kwestie voor details. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 36 voor het bedienen van andere apparatuur met deze afstandsbediening. DISPLAY PRESET/CH (Modellen voor Europa) 1 Infraroodzender Zendt infrarode signalen uit. 2 Ingangskeuzetoetsen Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt (zie bladzijde 36). 7 STANDBY Hiermee zet u het toestel uit (standby). Opmerkingen • Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel is ingedrukt in de ON stand. • Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. • Met deze toets wordt Zone 2 niet uit (standby) gezet. 8 POWER Hiermee zet u het toestel aan. Opmerkingen • Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel is ingedrukt in de ON stand. • Met deze toets wordt Zone 2 niet aan gezet. Nederlands 7 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 9 Overschakelen naar een andere set bedieningstoetsen (zie bladzijde 36). 0 SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of SPEAKERS B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit. A CODE SET Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 38). B SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen. C VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. Opmerkingen • Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau. • Wanneer u op VOLUME +/– drukt om het volume van dit toestel te regelen, zal VOLUME op het voorpaneel meedraaien. D MUTE Hiermee schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 22). Opmerking De geluidsweergave in Zone 2 zal niet worden uitgeschakeld. 8 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Zone 2 afstandsbediening 1 POWER 7 ZONE 2 2 CD PHONO TUNER MD/TAPE VCR DTV/CBL STANDBY 8 DVD 3 5 u + PRESET VOLUME d – MUTE 5 CD/TAPE bedieningstoetsen Hiermee kunt u YAMAHA CD-spelers of een YAMAHA cassettedeck bedienen. 6 ID1/ID2 schakelaar Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 33). 9 8 STANDBY Hiermee zet u Zone 2 uit (standby). 0 9 VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2. A/B w e f DIR A b 6 4 A/B/C/D/E Kiest de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron. 7 POWER Schakelt de Zone 2 functie in. A/B/C/D/E 4 3 PRESET u / d Kiest het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER is geselecteerd als signaalbron. INLEIDING In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de Zone 2 afstandsbediening beschreven waarmee de Zone 2 functies kunnen worden bediend. U kunt met de Zone 2 afstandsbediening ook YAMAHA CD-spelers en een YAMAHA cassettedeck bedienen. ID1 s DISPLAY DIR B REC a DISC ID2 CD TAPE p (Modellen voor Europa) 1 Infraroodzender Zendt infrarode signalen uit. Opmerking Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau. A 0 MUTE Hiermee schakelt u de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. A CD/TAPE schakelaar Hiermee schakelt u de bedieningstoetsen met het nummer 5 heen en weer tussen het bedienen van YAMAHA CD-spelers en het bedienen van YAMAHA cassettedecks. 2 Ingangskeuzetoetsen Selecteer de signaalbron voor Zone 2. Nederlands 9 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ■ Opmerkingen over batterijen • Vervang alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt. • Gebruik AA, R6, UM-3 batterijen voor de gewone afstandsbediening en AAA, R03, UM-4 batterijen voor de Zone 2 afstandsbediening. • Zorg ervoor dat de polen de goede kant op zitten. Bekijk daarvoor de afbeelding binnenin het batterijvak van elk van de afstandsbedieningen. • Haal de batterijen eruit wanneer u de afstandsbedieningen langere tijd niet zult gebruiken. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. Afstandsbediening Zone 2 afstandsbediening 1 3 2 1 2 3 1 Open de klep van het batterijvak. 2 Doe de meegeleverde batterijen in elk van de afstandsbedieningen met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Doe de klep weer dicht. Gebruiken van de afstandsbedieningen De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbediening op de sensor op het voorpaneel van dit toestel wanneer u dit toestel wilt bedienen, of op de infraroodontvanger in Zone 2 wanneer dat vereist is. ■ Omgaan met de afstandsbedieningen ZONE 2 ON/OFF FM/AM l TUNING h PURE DIRECT ZONE CONTROL EDIT MEMORY AUTO/MAN'L SPEAKERS A B A/B/C/D/E 1 2 3 4 5 6 7 VOLUME 8 OFF INPUT BASS REC OUT MAIN ZONE SOURCE PHONES MD/TAPE CD VCR 1 TUNER DTV/CBL ON/OFF PHONO DVD 0 TREBLE 1 1 2 2 4 4 30 5 + 0 POWER TV STANDBY POWER AV CD MD/TAPE DVD DTV/CBL TUNER VCR PHONO CODE SET REC SPEAKERS A DISC SKIP B EON FREQ/TEXT MODE PTY SEEK TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT SLEEP START VOLUME MUTE 1 2 5 6 9 0 3 7 10 TITLE 4 8 ENT. MENU BAND ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH 1 2 4 4 – 5 5 + 0 LOUDNESS 1 2 3 3 30 POWER BALANCE 1 2 3 3 – 5 10 CD DIRECT AMP TUNING MODE MAN'L/AUTO FM MASTER ON 1 2 4 4 L 5 5 R FLAT –30dB 10 2 3 3 3 9 4 8 5 6 7 Ongeveer 6 m • Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en het te bedienen toestel (of de infraroodontvanger in Zone 2). • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbedieningen. • Laat de afstandsbedieningen niet vallen. • Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel – heel koude plekken – stoffige plekken • Stel de sensor voor de afstandsbediening niet bloot aan sterke verlichting, in het bijzonder van TL lampen en dergelijke; anders is het mogelijk dat de afstandsbedieningen niet goed werken. Indien nodig dient u dit toestel uit direct licht te zetten. AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN Aansluiten van de luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. 1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerkabels en draai de ontblootte draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 4 Draai de draad vervolgens met de knop weer vast. VOORBEREIDINGEN LET OP • U moet dit toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten. • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 10 mm ■ Opmerkingen over het luidsprekersnoer 2 Schroef de knop los. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De ene draad is anders van kleur of vorm dan de andere, misschien door middel van een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde, geribbelde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Sluit de gewone draad aan op de “–” (zwarte) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. ■ Aansluiten van bananenstekkers 3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) (Alleen modellen voor de V.S., Canada, Australië en algemene modellen) Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het uiteinde van de corresponderende aansluiting. Bananenstekker Opmerkingen 11 Nederlands • U kunt één of twee luidsprekersets aansluiten op dit toestel. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de SPEAKERS A of SPEAKERS B aansluitingen verbinden. • Gebruik uitsluitend luidsprekers met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie. AANSLUITINGEN Aansluiten van audio- en video-apparatuur LET OP • Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. • Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Raadpleeg tevens de handleidingen van elk van uw componenten. • Gebruik RCA (tulp) stekkerkabels voor audio/video apparatuur met uitzondering van luidsprekers. y • De PHONO aansluitingen zijn ontworpen voor draaitafels met een MM of hoogvermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met een laagvermogen MC cartridge, dient u een in-line versterkermodule of een MC-head versterker te gebruiken wanneer u uw draaitafel op de PHONO wilt aansluiten. • Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND aansluiting om storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis hoort wanneer u de GND aansluiting niet gebruikt. Digitale tv, kabel-tv R L R L R L R L V TUNER V Video ingang GND DVD DVD DTV/ CBL DTV/ CBL AM ANT CD-speler Audio uitgang 75Ω UNBAL. IN IN VCR VCR OUT OUT MONITOR OUT (PLAY) FM ANT L GND IN R MD/ TAPE CD ZONE 2 OUT Draaitafel OUT (REC) PHONO Audio uitgang ZONE 2 OUT VIDEO R L AUDIO AUDIO GND Audio ingang Audio uitgang MD-recorder, cassettedeck, enz. 12 Video ingang V Audio ingang L Audio uitgang R Video uitgang V Videorecorder enz. Audio uitgang L Video uitgang R Audio uitgang Video uitgang Video monitor V DVD-speler AANSLUITINGEN Aansluiten van de AM en FM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. AM buitenantenne FM binnenantenne (meegeleverd) Gebruik 5 tot 10 meter geïsoleerd draad en leid dit via een raam of zo naar buiten. FM buitenantenne AM ringantenne (meegeleverd) VOORBEREIDINGEN TUNER GND AM ANT 75Ω UNBAL. FM ANT GND CD Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. Opmerkingen • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. • Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel. • Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo ver mogelijk bij druk verkeer vandaan te plaatsen. • Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op. • De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden. Nederlands 13 AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en steek de andere draad van de AM ringantenne in de GND aansluiting. 6 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. Maak de AM ringantenne voor gebruik gereed. Opmerkingen 2 Houd het lipje ingedrukt. 3 Doe de ene draad van de AM ringantenne in de AM ANT aansluiting. 4 Laat het lipje weer los. 14 • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Wij bevelen u aan een 5 tot 10 meter lange geïsoleerde draad aan te sluiten op de AM ANT aansluiting en deze via een raam of zo naar buiten te leiden. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer Doe het ene uiteinde van het netsnoer in AC IN op het achterpaneel van dit toestel en steek vervolgens de stekker aan het andere uiteinde in het stopcontact wanneer alle andere aansluitingen gemaakt zijn. Stroomkabel VOLTAGE SELECTOR Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting Overige modellen ...................... 2 Netstroomaansluitingen Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere componenten in uw systeem van stroom voorzien. Deze aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat. Voor informatie over het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 42. AC OUTLETS SWITCHED VOLTAGE SELECTOR IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON A OR B: 6ΩMIN. /SPEAKER A+B:12ΩMIN. /SPEAKER De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse gangbare netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact doet. De mogelijke voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië ............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ............... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom VOORBEREIDINGEN ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) AC IN A OR B: 4ΩMIN. /SPEAKER A+B: 8ΩMIN. /SPEAKER ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) ■ IMPEDANCE SELECTOR schakelaar (Algemene modellen) IMPEDANCE SELECTOR schakelaar LET OP AC OUTLET(S) ■ COUPLER aansluitingen Als u de jumpers van de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen afhaalt, kan dit toestel apart worden gebruikt als een aansturende versterker of als eindversterker. Deze aansluitingen kunnen worden gebruikt om een signaalverwerkend systeem op aan te sluiten, bijvoorbeeld een grafische equalizer of een aparte surround processor. Als dergelijke externe apparatuur wordt aangesloten op dit toestel, kunt u met de VOLUME regeling van dit toestel het algemene geluidsniveau regelen. Om externe apparatuur aan te kunnen sluiten, moet u eerst de jumper (korstsluitpen of -plaatje) verwijderen van de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen en dient u vervolgens de ingangsaansluitingen van de externe apparatuur te verbinden met de PRE OUT aansluitingen, of de uitgangsaansluitingen daarvan met de MAIN IN aansluitingen. Voor details dient u tevens de handleiding van de externe apparatuur in kwestie te raadplegen. Opmerkingen Kies de stand van de schakelaar (links of rechts) aan de hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem. Stand van de schakelaar Rechts Links Impedantieniveau Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 6 Ω of hoger zijn. Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 12 Ω of hoger zijn. Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4 Ω of hoger zijn. Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn. Opmerkingen • Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken van twee aparte luidsprekersets (A en B) wanneer de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op de 6 Ω stand staat. • Als dit toestel niet aan gaat, is het mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar niet helemaal in de gewenste stand staat. In een dergelijk geval dient u de schakelaar helemaal in de juiste stand te zetten wanneer de stroomvoorziening van dit toestel volledig is afgesloten. 15 Nederlands • Wanneer u de COUPLER aansluitingen niet gebruikt, mag u in geen geval de jumpers verwijderen. Als deze verwijderd zijn, zal dit toestel namelijk geen geluid meer produceren. • Wanneer u dit toestel gebruikt met externe apparatuur aangesloten via de COUPLER aansluitingen, moet u ervoor zorgen dat de CD DIRECT AMP toets en de PURE DIRECT toets op het voorpaneel beide uitgeschakeld zijn. • Wanneer u dit toestel als eindversterker gebruikt, dient u de uitgangsaansluitingen van een externe aansturende versterker enz. te verbinden met de MAIN IN aansluitingen van dit toestel. In dit geval zullen de bedieningsorganen van dit toestel niet functioneren, met uitzondering van de PHONES aansluiting en de SPEAKERS A/B toetsen. Gebruik in plaats daarvan de bedieningsorganen op de aansturende versterker voor het regelen van het volume enz. U mag de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in geen geval omzetten terwijl dit toestel aan staat, want hierdoor zal het toestel kapot gaan. AANSLUITINGEN Aan en uit zetten van dit toestel 1 Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. Druk MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. Main Zone voor dit toestel zal worden ingeschakeld. MASTER 1 ON ZONE 2 ON/OFF FM/AM PURE DIRECT ZONE CONTROL EDIT MEMORY ON AUTO/MAN'L 16 SPEAKERS A B CD DIRECT AMP TUNING MODE MAN'L/AUTO FM MASTER A/B/C/D/E 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 8 60 2 OFF INPUT REC OUT MAIN ZONE MD/TAPE VCR ON/OFF DTV/CBL DVD TREBLE BASS SOURCE PHONES CD 1 TUNER PHONO 0 1 1 2 2 4 4 3 3 – 5 5 + 0 BALANCE 1 1 2 2 4 4 3 3 – 5 5 + 0 LOUDNESS 1 1 2 2 4 4 L 5 5 R 40 4 –30dB 10 2 3 3 FLAT 3 9 4 8 5 6 7 ∞ OFF U kunt de Main Zone voor dit toestel uit (standby) zetten door op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel of op STANDBY op de afstandsbediening te drukken. Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening) om de Main Zone voor dit toestel weer aan te zetten. Druk nog eens op MASTER ON/OFF op het voorpaneel om de knop naar buiten te laten komen in de OFF stand om het toestel uit te zetten. l TUNING h 0 -dB y Terwijl MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen gedrukt in de ON stand staat, kunt u Zone 2 naar believen inschakelen of uit (standby) zetten (zie bladzijde 35). 16 WEERGAVE EN OPNAME WEERGAVE EN OPNAME LET OP Wees zeer voorzichtig wanneer u CD’s en dergelijke afspeelt die zijn gecodeerd met DTS. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt met een CD-speler die niet geschikt is voor DTS, zult u alleen maar een zeer storend geruis horen die uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het uitgangsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. Weergeven van een signaalbron 2 2 5 5 Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het voorpaneel of de afstandsbediening om de luidsprekersets A en/of B te selecteren. SPEAKERS SPEAKERS A ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT A B of l TUNING h PURE DIRECT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L CD DIRECT AMP B 16 MASTER SPEAKERS A 20 A/B/C/D/E B 1 2 3 4 5 6 7 12 VOLUME 8 26 ON 8 OFF INPUT BASS REC OUT MAIN ZONE SOURCE PHONES MD/TAPE VCR DTV/CBL ON/OFF DVD CD 0 1 TUNER PHONO TREBLE 1 1 2 2 4 1 2 4 5 + LOUDNESS 1 1 2 4 5 + 4 L 5 5 R 40 FLAT 4 –30dB 10 2 3 3 4 – 5 0 2 3 3 4 – 5 BALANCE 1 2 3 3 0 3 9 4 60 6 7 Voorpaneel 2 ∞ 8 5 Afstandsbediening 0 -dB 6 1 5 POWER 6 1 POWER TV AV CD MD/TAPE DVD DTV/CBL REC STANDBY 4 POWER TUNER VCR PHONO CODE SET SPEAKERS A DISC SKIP B EON FREQ/TEXT 1 MODE PTY SEEK TV VOL TV CH • Zowel SPEAKERS A als B kan worden geselecteerd. • Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar correct is ingesteld (zie bladzijde 15). 2 SLEEP START VOLUME 4 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of gebruik de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de signaalbron waar u naar wilt luisteren te selecteren. 3 Laat de signaalbron weergeven. 4 Druk op VOLUME op het voorpaneel (of op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het uitgangsniveau van de geluidsweergave in te stellen. 16 20 8 26 4 40 POWER POWER TV AV STANDBY CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR POWER of VOLUME 2 ∞ of Voorpaneel 12 VOLUME 60 INPUT BASISBEDIENING Opmerkingen 0 -dB Voorpaneel Afstandsbediening PHONO Afstandsbediening Nederlands 17 WEERGAVE EN OPNAME 5 Regel de toonweergave met BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS, of met CD DIRECT AMP en de PURE DIRECT toetsen op het voorpaneel. BASS 1 0 TREBLE 1 2 1 2 3 3 4 BALANCE 1 1 2 4 5 + 1 3 4 L 5 FLAT –30dB 10 2 2 4 5 + 9 3 4 5 R 8 5 6 7 CD DIRECT AMP PURE DIRECT 6 LOUDNESS 1 3 4 – 5 0 2 3 3 4 – 5 0 2 Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op STANDBY op de afstandsbediening) wanneer u klaar bent en het toestel uit (standby) wilt zetten. MAIN ZONE STANDBY ON/OFF Voorpaneel 18 of Afstandsbediening WEERGAVE EN OPNAME Regelen van de toonweergave ■ Regelen van de BALANCE Regelt de balans tussen het volume van de linker en rechter luidsprekers ter compensatie van afwijkingen die worden veroorzaakt door de opstelling van de luidsprekers of door de omstandigheden in de luisterruimte. BALANCE 1 0 1 2 2 3 3 4 4 L 5 5 R ■ Gebruiken van de CD DIRECT AMP toets Bewaart een volledig toonbereik bij elk volumeniveau om te compenseren voor het feit dat het menselijk gehoor bij lage volumes minder gevoelig is voor zowel hogere als lagere tonen. LET OP Als CD DIRECT AMP of PURE DIRECT is ingeschakeld met LOUDNESS ingesteld op een bepaald niveau, zullen de ingangssignalen de LOUDNESS schakeling passeren, waardoor het uitgangsniveau plotseling zal toenemen. Om te voorkomen dat uw gehoor of uw luidsprekers beschadigd raken, moet u daarom op CD DIRECT AMP of PURE DIRECT drukken nadat u het geluidsniveau verlaagd heeft of nadat u gecontroleerd of LOUDNESS correct is ingesteld. 1 LOUDNESS 1 FLAT –30dB 10 2 9 3 4 8 5 2 CD DIRECT AMP Zet de LOUDNESS regeling op het voorpaneel op de FLAT stand. ■ Gebruiken van de PURE DIRECT toets Signalen van uw audiobronnen zullen zo worden geleid dat deze de BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS schakelingen passeren, zodat de audiosignalen niet gewijzigd worden en de meest natuurgetrouwe weergave verkregen wordt. 7 6 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of gebruik VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het uitgangsniveau van de geluidsweergave in te stellen op het hardste niveau waar u naar zou willen luisteren. BASISBEDIENING Hiermee worden signalen van uw CD-speler direct naar de speciale ingebouwde versterker voor de CD-speler geleid. Deze signalen passeren ongewijzigd de INPUT en BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS schakelingen en gaan rechtstreeks naar de eindversterker zodat de CD-signalen niet gewijzigd worden en de meest natuurgetrouwe weergave verkregen wordt. De CD DIRECT AMP indicator licht op en na een paar seconden gaat het display op het voorpaneel uit. ■ Regelen van de LOUDNESS 16 20 12 VOLUME 8 26 PURE DIRECT of 4 40 60 VOLUME 2 ∞ 0 -dB Afstandsbediening Voorpaneel Opmerking Als zowel de CD DIRECT AMP als PURE DIRECT toetsen zijn ingeschakeld, zal alleen de CD DIRECT AMP toets in werking zijn. 3 Verdraai LOUDNESS tot u het gewenste volume heeft ingesteld. ■ Regelen van de BASS en TREBLE Hiermee kunt u de weergave van de hoge en lage tonen regelen. LOUDNESS 1 FLAT –30dB 10 2 9 3 4 BASS Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de lage tonen. 8 5 6 7 TREBLE BASS 1 0 1 1 2 2 3 3 4 4 – 5 Nederlands TREBLE Hiermee verhoogt of verlaagt u de versterking van de hoge tonen. 5 + 0 1 2 2 4 4 3 3 – 5 5 + 19 WEERGAVE EN OPNAME Opnemen van een signaalbron 4 Opmerkingen • De VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS regelaars en de CD DIRECT AMP en PURE DIRECT toetsen hebben geen effect op het signaal van de bron waarvan wordt opgenomen. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het uitgangsniveau van de geselecteerde signaalbron waarvan u wilt opnemen in te stellen. 16 20 12 VOLUME 8 26 4 40 60 FM/AM ZONE CONTROL EDIT ∞ 0 -dB MASTER MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L B CD DIRECT AMP 5 16 SPEAKERS A A/B/C/D/E 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 ON 8 OFF INPUT PHONES REC OUT BASS TREBLE BALANCE LOUDNESS SOURCE 0 0 0 FLAT MD/TAPE CD VCR 1 TUNER DTV/CBL ON/OFF 1 2 PHONO DVD 1 2 4 1 2 4 5 + 4 – 5 1 2 3 3 4 – 5 1 2 3 3 5 + 1 2 4 4 L 5 5 R 40 4 –30dB 10 2 3 3 Afstandsbediening l TUNING h PURE DIRECT MAIN ZONE VOLUME 2 Voorpaneel ZONE 2 ON/OFF of 3 9 4 8 5 6 7 60 2 ∞ 0 -dB Begin de opname op de op dit toestel aangesloten MD-recorder, cassettedeck of videorecorder. Opmerking 3 1 1 4 Verdraai REC OUT op het voorpaneel en selecteer de signaalbron waarvan u wilt opnemen. REC OUT SOURCE MD/TAPE VCR CD TUNER PHONO DTV/CBL DVD Om op te nemen van de signaalbron waar u op dit moment naar kijkt of luistert, dient u REC OUT op SOURCE te zetten. Om op te nemen van een andere signaalbron dan die waar u op dit moment naar kijkt of luistert, dient u REC OUT op de signaalbron te zetten waarvan u wilt opnemen. 2 Laat de signaalbron waarvan u wilt opnemen vervolgens afspelen. 3 Verdraai INPUT op het voorpaneel eventueel om de signaalbron waarvan u wilt opnemen te controleren. INPUT 20 Als u REC OUT instelt op een signaalbron anders dan die waar u op dit moment naar luistert of kijkt, zal de opname geen invloed ondergaan wanneer u vervolgens tijdens de opname een andere signaalbron kiest met INPUT op het voorpaneel (of met de corresponderende ingangskeuzetoets op de afstandsbediening). y U kunt het geluid en/of beeld dat wordt opgenomen volgen door INPUT op het voorpaneel te verdraaien (of op MD/TAPE of VCR op de afstandsbediening te drukken) en de MD-recorder, het cassettedeck of de videorecorder waarmee wordt opgenomen te selecteren. WEERGAVE EN OPNAME Gebruiken van de slaaptimer 4 Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit. Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF op het display op het voorpaneel verschijnt. SLEEP Na een paar seconden zal SLEEP OFF verdwijnen van het display en de SLEEP indicator uit gaan. y 1 POWER POWER TV AV CD MD/TAPE DVD DTV/CBL REC STANDBY POWER U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF of MASTER ON/ OFF op het voorpaneel) het toestel uit (standby) te zetten. TUNER VCR PHONO CODE SET SPEAKERS A DISC SKIP B EON FREQ/TEXT MODE PTY SEEK TV VOL TV CH SLEEP START 3 VOLUME Opmerkingen BASISBEDIENING • De slaaptimer kan alleen worden ingesteld via de afstandsbediening. • De slaaptimer schakelt automatisch Zone 2 uit. De stroom voor de Zone 2 componenten wordt echter niet uitgeschakeld. 1 Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste signaalbron te selecteren. POWER POWER STANDBY TV AV CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR POWER PHONO 2 Begin de weergave op de geselecteerde signaalbron. 3 Druk net zo vaak op SLEEP tot u de gewenste tijd heeft ingesteld voor dit toestel zichzelf zal uitschakelen. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. SLEEP SLEEP 120 min SLEEP OFF SLEEP 90 min SLEEP 30 min SLEEP 60 min De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. Nederlands SLEEP 21 WEERGAVE EN OPNAME Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave 1 Druk op MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. De MUTE indicator zal gaan knipperen en MUTE ON zal verschijnen op het display op het voorpaneel. MUTE MUTE Na een paar seconden zal MUTE ON verdwijnen van het display op het voorpaneel. 2 Druk op MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. De MUTE indicator zal verdwijnen van het display op het voorpaneel. MUTE 22 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender: automatisch of met de hand. Kies welke methode u wilt gebruiken aan de hand van uw persoonlijke voorkeur en de sterkte van de te ontvangen zenders. Automatisch afstemmen 4 Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. 2 4 3 Druk één keer op TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. l TUNING h ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT l TUNING h PURE DIRECT MEMORY CD DIRECT AMP TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 16 MASTER SPEAKERS A ON B A/B/C/D/E 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 8 60 2 OFF INPUT BASS REC OUT MAIN ZONE SOURCE PHONES MD/TAPE CD VCR DTV/CBL ON/OFF DVD 1 TUNER PHONO 0 TREBLE 1 2 1 2 4 4 – 5 5 + BALANCE 1 2 3 3 0 1 2 4 4 – 5 5 + LOUDNESS 1 2 3 3 0 1 3 4 4 L 5 5 R 4 –30dB 10 2 2 3 40 FLAT 3 9 4 8 5 6 7 ∞ Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de afstandsbediening) om de TUNER als signaalbron te selecteren. • Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • Om af te stemmen op een andere zender dient u nog eens op TUNING l / h te drukken. • Als het automatisch afstemmen niet stopt bij de gewenste zender omdat de signalen daarvan te zwak zijn, kunt u proberen er met de hand op af te stemmen. BASISBEDIENING 1 1 Opmerkingen 0 -dB INPUT TUNER of Voorpaneel 2 Afstandsbediening Druk op FM/AM op het voorpaneel om de radioband te kiezen (FM of AM (MG)). FM of AM zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM 3 Druk op TUNING MODE op het voorpaneel zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE AUTO/MAN'L AUTO Licht op Nederlands 23 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Handmatig afstemmen 4 Handmatig afstemmen is nuttig wanneer u wilt afstemmen op zwakke zenders. Druk op TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. 2 4 3 ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT l TUNING h l TUNING h PURE DIRECT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L CD DIRECT AMP Opmerkingen 16 MASTER SPEAKERS A A/B/C/D/E B 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 ON 8 OFF INPUT REC OUT MAIN ZONE MD/TAPE CD VCR DTV/CBL ON/OFF DVD TREBLE BASS SOURCE PHONES 1 TUNER PHONO 0 1 2 1 2 3 3 4 4 – 5 5 + 0 BALANCE 1 2 1 2 3 3 4 4 – 5 0 5 + LOUDNESS 1 2 1 2 3 3 4 4 L 5 5 R 40 FLAT 4 –30dB 10 2 3 9 4 8 5 6 7 60 2 ∞ 0 -dB 1 1 Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de afstandsbediening) om de TUNER als signaalbron te selecteren. INPUT TUNER of Voorpaneel 2 Afstandsbediening Druk op FM/AM op het voorpaneel om de radioband te kiezen (FM of AM (MG)). FM of AM zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM 3 Druk op TUNING MODE op het voorpaneel zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. TUNING MODE AUTO/MAN'L 24 AUTO Verdwijnt • Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • Als u afstemt op een FM zender, zal deze automatisch in mono worden ontvangen om de geluidskwaliteit te verbeteren. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Automatisch voorprogrammeren 2 Met de automatische voorprogrammering kunt u FM zenders automatisch laten voorprogrammeren. Met deze functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een maximum van 40 stuks (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. FM/AM 3 Opmerkingen 3 4 2 ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT l TUNING h PURE DIRECT MASTER TUNING MODE AUTO/MAN'L CD DIRECT AMP 16 SPEAKERS A ON MEMORY MAN'L/AUTO FM A/B/C/D/E B 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 8 60 2 OFF INPUT BASS REC OUT MAIN ZONE SOURCE PHONES MD/TAPE VCR DTV/CBL ON/OFF DVD CD 1 TUNER PHONO 0 TREBLE 1 2 1 2 3 3 4 4 – 5 5 + 0 BALANCE 1 2 1 2 3 3 4 4 – 5 5 + 0 LOUDNESS 1 2 1 3 3 4 4 L 5 5 R FLAT 40 4 –30dB 10 2 2 3 9 4 8 5 6 7 ∞ MEMORY MAN'L/AUTO FM 4 Druk één keer op TUNING l / h om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op l om af te stemmen op een hogere frequentie. Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. 0 -dB 1 1 Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste 3 seconden ingedrukt. De voorkeuzegroep en de MEMORY en AUTO indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. BASISBEDIENING • Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden worden. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als de zender die u wilt voorprogrammeren te zwak is, kunt u deze met de hand voorprogrammeren. Druk op FM/AM op het voorpaneel en kies FM als radioband. FM zal op het display op het voorpaneel verschijnen. l TUNING h Opmerkingen Verdraai INPUT (of druk op TUNER op de afstandsbediening) om de TUNER te selecteren. INPUT TUNER of Voorpaneel • Als er niet op TUNING l / h binnen ongeveer 5 seconden terwijl de MEMORY en AUTO indicators nog aan het knipperen zijn, zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de getoonde frequentie naar hogere frequenties toe. • Zenders worden voorgeprogrammeerd op de volgorde waarin ze gevonden worden, tot een maximum van 8 in elk van de voorkeuzegroepen. Als er al 8 zenders in een voorkeuzegroep staan, wordt er automatisch overgeschakeld naar de volgende voorkeuzegroep met 8 plaatsen. Afstandsbediening Nederlands 25 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ■ Aangepast automatisch voorprogrammeren 3 U kunt een bepaalde groep en een bepaald nummer opgeven waar het automatisch voorprogrammeren van FM zenders moet beginnen. 1 Houd MEMORY op het voorpaneel tenminste 3 seconden ingedrukt. MEMORY MAN'L/AUTO FM 2 Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op één van de voorkeuzenummers op het voorpaneel om de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerst gevonden zender moet worden opgeslagen. Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerste zender die wordt gevonden worden geprogrammeerd onder C5, en de volgende zenders onder C6, C7 enz. A/B/C/D/E 1 26 2 3 4 5 6 7 8 Druk één keer op TUNING l / h om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. l TUNING h Opmerking Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer voorkeuzenummer E8 bereikt is. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Handmatig afstemmen 4 U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders in 5 groepen; A1 t/m E8) voorprogrammeren. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. Druk op het gewenste voorkeuzenummer op het voorpaneel om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren waaronder u de zender wilt opslaan. 1 2 3 4 5 6 7 8 2 ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT Opmerking l TUNING h PURE DIRECT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L CD DIRECT AMP 16 MASTER SPEAKERS A 20 A/B/C/D/E B 1 2 3 4 5 6 7 12 VOLUME 8 26 ON INPUT BASS REC OUT SOURCE PHONES MD/TAPE VCR DTV/CBL ON/OFF DVD CD 1 TUNER PHONO 0 TREBLE 1 1 2 2 4 4 5 + 0 4 LOUDNESS 1 1 2 4 5 + 4 L 5 5 R 40 FLAT 4 –30dB 10 2 3 3 4 – 5 0 2 3 3 3 9 4 8 5 6 7 60 2 ∞ 0 -dB 4 Druk op MEMORY op het voorpaneel. De MEMORY indicator gaat ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het voorpaneel. Deze handeling moet worden verricht binnen 5 seconden, terwijl de MEMORY indicator nog knippert op het display. Anders zal het handmatig voorprogrammeren automatisch worden geannuleerd. 5 Druk op MEMORY op het voorpaneel om de zender in het geheugen op te slaan. 6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere zenders op te slaan. Opmerkingen • Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. BASISBEDIENING Herhaal de stappen 1 t/m 4 bij “Automatisch afstemmen” of bij “Handmatig afstemmen” en stem af op de gewenste zender. Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. MEMORY Knippert MEMORY MAN'L/AUTO FM 3 1 2 3 2 BALANCE 1 2 3 3 – 5 1 8 OFF MAIN ZONE Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het voorpaneel om de voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E). De geselecteerde zendergroep zal verschijnen op het display op het voorpaneel. A/B/C/D/E Nederlands 27 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Selecteren van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. De volgende procedure geeft een voorbeeld waarin voorkeuzezender E1 wordt omgewisseld met voorkeuzezender A5. U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT Omwisselen van voorkeuzezenders l TUNING h PURE DIRECT MEMORY 2,4 CD DIRECT AMP TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 16 MASTER SPEAKERS A A/B/C/D/E B 1 2 3 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 26 ON 8 OFF INPUT REC OUT MAIN ZONE MD/TAPE CD VCR 1 TUNER DTV/CBL PHONO DVD TREBLE BASS SOURCE PHONES ON/OFF 0 1 1 2 2 4 4 – 5 5 + 0 BALANCE 1 2 3 3 1 2 4 LOUDNESS 1 1 40 5 R 4 –30dB 10 9 4 4 L 5 FLAT 3 3 4 5 + 2 2 3 4 – 5 0 2 3 3 60 8 5 6 ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT l TUNING h 2 ∞ 7 PURE DIRECT MEMORY CD DIRECT AMP TUNING MODE 0 -dB MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 16 MASTER SPEAKERS A B 20 A/B/C/D/E 1 2 3 4 5 6 7 12 VOLUME 8 26 ON INPUT SOURCE MD/TAPE VCR DTV/CBL ON/OFF 1 BASS REC OUT PHONES 2 1 DVD CD 1 TUNER PHONO 0 TREBLE 1 1 2 2 4 0 BALANCE 1 2 3 3 1 2 5 + 4 4 – 5 0 LOUDNESS 1 2 3 3 4 – 5 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of op A/B/C/D/E j / i op de afstandsbediening) en selecteer een zendergroep (voorkeuzegroep) (A t/m E). De geselecteerde zendergroep zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 8 OFF MAIN ZONE 1 2 4 4 L 5 5 R 4 –30dB 10 2 3 3 5 + 40 FLAT 3 9 4 8 5 6 7 60 2 ∞ 0 -dB 1 Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Selecteren van voorkeuzezenders” en selecteer voorkeuzezender E1. 2 Druk op EDIT op het voorpaneel. De E1 en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. A/B/C/D/E of ENTER A/B/C/D/E MEMORY Knippert EDIT A/B/C/D/E PRESET/CH Voorpaneel 2 Afstandsbediening Druk op het gewenste voorkeuzenummer op het voorpaneel (of op PRESET/CH u / d op de afstandsbediening) om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren waaronder u de zender wilt opslaan. Het voorkeuzenummer verschijnt op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. 1 2 3 4 5 6 Voorpaneel ENTER A/B/C/D/E PRESET/CH Afstandsbediening 28 8 Herhaal de stappen 1 en 2 onder “Selecteren van voorkeuzezenders” en selecteer voorkeuzezender A5. De A5 en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. MEMORY Knippert 4 Druk nog eens op EDIT op het voorpaneel. E1-A5 zal verschijnen op het display op het voorpaneel ten teken dat de beide voorkeuzezenders van plaats hebben gewisseld. EDIT of A/B/C/D/E 7 3 RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) Ontvangen van Radio Data Systeem zenders Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. ■ PS (Programma Service naam) functie: Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om dit toestel in de tunerfunctie (radio) te zetten. De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is afgestemd zal worden getoond. TUNER ■ PTY (Programmatype) functie: NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Pop ROCK M Rock M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek 2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de diverse Radio Data Systeem gegevens te bekijken die worden verzorgd door de huidige zender. b FREQ/TEXT Afstandsbediening PS BASISBEDIENING Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15 soorten programma’s. PTY RT CT Frequentiedisplay ■ RT (Radio Tekst) functie: Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een streepje (_). ■ CT (Klok Tijd) functie: Nederlands De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt. In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen. ■ EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken): Zie “De EON functie” op bladzijde 31. 29 RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) Opmerkingen • Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender. • U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren die niet worden verzorgd door de zender in kwestie. • Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel naar behoren functioneren. • Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie. • Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op het display op het voorpaneel verschijnt. De PTY SEEK functie U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een zender die een programma van dat type aan het uitzenden is. POWER AV MD/TAPE DVD DTV/CBL REC STANDBY POWER TUNER VCR PHONO CODE SET SPEAKERS A DISC SKIP B 1 EON FREQ/TEXT MODE PTY SEEK SLEEP 3 START VOLUME TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT 1 2 3 5 6 7 9 0 10 MUTE TITLE 4 8 ENT. MENU BAND ENTER A/B/C/D/E 2 A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de tunerfunctie te zetten. 1 Druk op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK zoekfunctie te zetten. Het type van het programma dat op dit moment wordt ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het display op het voorpaneel. Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog een keer op PTY SEEK MODE te drukken. MODE PTY SEEK Afstandsbediening 30 POWER TV CD Knippert RADIO DATA SYSTEM (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) 2 Druk op PRESET/CH u / d op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display op het voorpaneel. POP M ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E De EON functie Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden uitgezonden door het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van het gewenste soort programma begint. PRESET/CH 3 POWER PTY HOLD PTY SEEK START Licht op Afstandsbediening • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden is die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die het gewenste programmatype uitzendt. AV MD/TAPE DVD DTV/CBL REC STANDBY POWER TUNER VCR PHONO CODE SET SPEAKERS A DISC SKIP B EON FREQ/TEXT MODE PTY SEEK TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT SLEEP START 2 VOLUME MUTE y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de tunerfunctie te zetten. Opmerking Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten. 1 Controleer of de EON indicator inderdaad verschijnt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te stemmen op een andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON indicator wel gaat branden. 2 Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening om het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT) te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display op het voorpaneel. BASISBEDIENING Druk op PTY SEEK START op de afstandsbediening om te zoeken onder alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht wordt. Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken te annuleren. POWER TV CD EON Afstandsbediening ■ Annuleren van deze functie Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype meer op het display op het voorpaneel staat. 31 Nederlands • Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender begint met de uitzending van een programma van het gewenste type, zal het toestel automatisch van het huidige programma daarnaar overschakelen. (De EON indicator knippert.) • Wanneer de uitzending van het programma van het geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een ander programma op dezelfde zender). GEAVANCEERDE SETUP GEAVANCEERDE SETUP ■ ADVANCED SETUP menu parameters Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Fabrieksinstellingen PRESET Via deze functie kunt u alle parameters terugzetten op de fabrieksinstellingen. Keuzes: CANCEL, RESET • Selecteer CANCEL als u niet wilt dat de parameters van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het terugzet op de fabrieksinstellingen. • Selecteer RESET als u wilt dat alle parameters van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het terugzet op de fabrieksinstellingen. Wijzigen van ADVANCED SETUP menu parameters Het ADVANCED SETUP menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. y • Tijdens de ADVANCED SETUP zal er geen geluid worden weergegeven. • Tijdens de ADVANCED SETUP, kunnen alleen de MASTER ON/OFF, A/B/C/D/E en voorkeuzetoetsen (1 en 2) op het voorpaneel worden gebruikt. 1,2,5 Opmerkingen ZONE 2 ON/OFF FM/AM ZONE CONTROL EDIT l TUNING h PURE DIRECT MEMORY • Deze instelling heeft geen invloed op de parameters in het ADVANCED SETUP menu. • Het resetten gebeurt de volgende keer dat u dit toestel aan zet. MASTER B 16 A/B/C/D/E 1 2 Tuner TU (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) Stel de frequentiestap in op de waarde die geldt voor het gebied waar u het toestel gaat gebruiken. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Noord, Midden en Zuid Amerika: AM10/FM100 (kHz) • Overige gebieden: AM9/FM50 (kHz) 32 4 5 6 7 20 VOLUME 8 12 8 OFF INPUT BASS REC OUT SOURCE PHONES MD/TAPE VCR DTV/CBL ON/OFF DVD CD 1 TUNER PHONO 0 TREBLE 1 2 1 2 4 4 5 + BALANCE 1 2 3 3 0 1 2 4 4 – 5 5 + LOUDNESS 1 2 3 3 0 1 2 4 4 L 5 40 5 R 4 –30dB 10 2 3 3 FLAT 3 9 4 60 8 5 6 2 ∞ 7 0 -dB 2,4 3 1 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel zodat deze naar buiten komt in de OFF stand. MASTER ON Opmerking U moet de afstandsbediening zelf ook instellen (zie bladzijde 33), evenals de Zone 2 afstandsbediening (zie bladzijde 9). 3 26 ON MAIN ZONE – 5 Afstandsbediening REMOTE Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID van dit toestel omschakelen. Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer ID1 om dit toestel met een alternatieve code te bedienen. • Selecteer ID2 om dit toestel met de standaardcode te bedienen. AUTO/MAN'L SPEAKERS A CD DIRECT AMP TUNING MODE MAN'L/AUTO FM 2 OFF Houd A/B/C/D/E op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand. Dit toestel wordt ingeschakeld en het ADVANCED SETUP menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. A/B/C/D/E Houd ingedrukt en druk op MASTER ON OFF GEAVANCEERDE SETUP 3 Gebruik de voorkeuzetoetsen (1 en 2) op het voorpaneel om door het menu te bladeren en de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen te selecteren. Zie bladzijde 32 voor een complete lijst van mogelijke parameters. 1 4 2 Omschakelen van de ID van de afstandsbediening U kunt het toestel dat u wilt bedienen met de afstandsbediening zelf instellen door de afstandsbedienings-ID te wijzigen. 1 Houd CODE SET op de afstandsbediening ingedrukt en druk vervolgens op TUNER op de afstandsbediening. Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het voorpaneel om heen en weer te schakelen tussen de beschikbare parameters. CODE SET POWER MENU POWER STANDBY TV AV CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR POWER A/B/C/D/E 5 Druk nog eens op MASTER ON/OFF om de knop naar buiten te laten komen in de OFF stand om uw instelling te bevestigen. 2 PHONO Houd CODE SET op de afstandsbediening ingedrukt en voer met de cijfertoetsen op de afstandsbediening de code van drie cijfers in zoals gegeven in de tabel hieronder. MASTER ON OFF CODE SET 1 2 3 5 6 7 9 0 10 TITLE 4 8 ENT. MENU BAND MENU ENTER A/B/C/D/E Opmerking A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH * AfstandsbedieningsID* (instelling van dit toestel) Functie Code ID1 Om dit toestel met een alternatieve code te bedienen. 801 ID2 (standaardinstelling) Om dit toestel met de standaardcode te bedienen. 802 GEAVANCEERDE BEDIENING De gewijzigde instellingen treden de volgende keer dat u dit toestel aan zet in werking. Wanneer u de ID van de afstandsbediening verandert, moet u de ID op dit toestel ook veranderen (zie bladzijde 32). Opmerking Wijzig ook de ID voor de Zone 2 afstandsbediening (zie bladzijde 9). 33 Nederlands Wanneer u verschillende YAMAHA receivers of versterkers met dezelfde standaardinstelling voor de afstandsbedieningscode heeft, is het mogelijk dat u onbedoeld verschillende toestellen tegelijk bedient. In dit geval kunt u een alternatieve code instellen zodat u dit toestel apart kunt bedienen. ZONE 2 ZONE 2 Aansluiten van Zone 2 componenten Dit toestel stelt u in staat een audio- en videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 functie geeft u de mogelijkheid dit toestel tegelijkertijd verschillende signaalbronnen te laten weergeven in twee verschillende ruimten, bijvoorbeeld in uw woonkamer en in Zone 2 (uw werkkamer bijv.). U kunt het toestel ook bedienen vanuit de tweede ruimte met behulp van de Zone 2 afstandsbediening. Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden voor weergave in een andere ruimte, heeft u naast dit toestel de volgende apparatuur nodig: • Een infraroodontvanger voor de tweede ruimte. • Een infraroodzender voor de eerste ruimte. Deze zender geeft de infraroodsignalen van de Zone 2 afstandsbediening uit Zone 2 door aan de apparatuur in de eerste ruimte. • Een versterker en luidsprekers voor de tweede ruimte. • Een beeldscherm voor de tweede ruimte. y Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de REMOTE OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft u wellicht geen infraroodzender nodig. Er kunnen maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten zoals hieronder staat aangegeven. REMOTE REMOTE IN Infraroodontvanger OUT REMOTE IN OUT REMOTE IN OUT YAMAHA component YAMAHA component Dit toestel ■ Configuratie en aansluitingen bij meerdere ruimten De volgende afbeelding toont een voorbeeld van de configuratie en de vereiste aansluitingen voor gebruik van het systeem in meerdere ruimten. ZONE 2 VIDEO OUT ZONE 2 AUDIO OUT SPEAKERS Versterker MONITOR OUT DVD-speler (of andere componenten) Beeldscherm Dit toestel AUDIO IN VIDEO IN MAIN ZONE 2 Zone 2 afstandsbediening Infraroodontvanger Infraroodzender Eerste ruimte (Main Zone) REMOTE OUT Tweede ruimte (Zone 2) REMOTE IN y Omdat er zoveel mogelijkheden zijn voor de aansluitingen en de manieren waarop u dit toestel in twee verschillende ruimten kunt gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 configuratie en aansluitingen die het best tegemoetkomen aan uw eisen. Opmerking Als u het volume voor Zone 2 wilt regelen met de versterker in de tweede ruimte, raden we u aan het Zone 2 volumeniveau op of in de buurt van –16 dB in te stellen. 34 ZONE 2 Bediening Zone 2 Gebruik de meegeleverde Zone 2 afstandsbediening om de signaalbron te kiezen of het uitgangsniveau (volume) voor Zone 2 te regelen zonder dat dit invloed heeft op de weergave in de eerste ruimte. 1 Druk op POWER op de Zone 2 afstandsbediening (of op ZONE 2 ON/OFF op het voorpaneel) om Zone 2 in te schakelen. POWER ZONE 2 ON/OFF of Zone 2 afstandsbediening 2 Voorpaneel Gebruik één van de ingangskeuzetoetsen op de ZONE 2 afstandsbediening om de gewenste signaalbron voor Zone 2 te selecteren. POWER ZONE 2 CD PHONO TUNER MD/TAPE VCR DTV/CBL STANDBY DVD GEAVANCEERDE BEDIENING y U kunt de signaalbron ook instellen met de bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk op ZONE CONTROL op het voorpaneel en en verdraai vervolgens INPUT op het voorpaneel om de gewenste signaalbron voor Zone 2 te selecteren. 3 Druk op VOLUME +/– op de Zone 2 afstandsbediening om het volume voor Zone 2 te regelen. + VOLUME – y U kunt de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uitschakelen door op MUTE op de ZONE 2 afstandsbediening te drukken. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. Nederlands 35 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Set bedieningstoetsen ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van andere componenten De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden gebruikt om dit toestel te bedienen. POWER POWER TV AV CD MD/TAPE DVD DTV/CBL REC STANDBY POWER TUNER VCR PHONO CODE SET SPEAKERS A DISC SKIP B EON FREQ/TEXT MODE PTY SEEK TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT SLEEP START VOLUME MUTE 1 5 9 2 3 6 7 0 10 De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden gebruikt om andere audio- en videoapparatuur zowel van YAMAHA als van andere fabrikanten te bedienen. De functies van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen met een ingangskeuzetoets. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 4 8 ENT. De toetsen binnen de stippellijnen bedienen dit toestel in elke bedieningsfunctie. (POWER, STANDBY, SLEEP, de ingangskeuzetoetsen, VOLUME +/– en MUTE). Met de ingangskeuzetoetsen kunt u, zoals hieronder aangegeven, een andere set bedieningstoetsen kiezen. POWER POWER TV AV CD MD/TAPE DVD DTV/CBL VCR MENU MODE A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH SPEAKERS CODE SET Component Set bedieningstoetsen Door de juiste afstandsbedieningscodes in te stellen kunt u tot maximaal 7 verschillende componenten bedienen (zie bladzijde 38). EON START PTY SEEK START VOLUME TV CH TV VOL TV MUTE SLEEP EON FREQ/TEXT PTY SEEK MODE TV VOL A B DISC SKIP BAND ENTER PHONO REC FREQ/TEXT TITLE POWER TUNER CODE SET REC DISC SKIP STANDBY TV CH TV INPUT MUTE TV MUTE TV INPUT 1 2 3 4 5 1 6 2 7 3 8 5 0 6 10 7 9 9 0 10 TITLE 4 8 ENT. ENT. MENU BAND TITLE BAND MENU ENTER A/B/C/D/E RETURN A/B/C/D/E PRESET/CH RETURN A/B/C/D/E ENTER DISPLAY A/B/C/D/E DISPLAY PRESET/CH y U kunt via de toets andere componenten bedienen, ongeacht of deze zijn aangesloten op dit toestel. 36 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Bedienen van andere componenten Naast dit toestel kan de meegeleverde afstandsbediening ook andere audio en video componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen. 1 2 6 POWER POWER STANDBY TV AV CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR PHONO CODE SET REC SPEAKERS A 3 DISC SKIP B MODE 4 5 1 AV POWER DVD-speler Videorecorder Digitale tv/ Kabel-tv TV Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Videorecorder aan/uit EON FREQ/TEXT PTY SEEK TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT 7 8 9 0 TV MUTE TV INPUT 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 10 MUTE POWER ENT. TITLE MENU BAND A B C ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH SLEEP D START VOLUME MUTE CD-speler Cassettedeck MD-recorder Tuner Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 TV POWER TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit Aan/uit TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit 3 ll Terug zoeken Terug zoeken Videorecorder zoeken terug Videorecorder zoeken terug Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken PTY SEEK MODE *2 hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken Videorecorder zoeken vooruit Videorecorder zoeken vooruit Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken PTY SEEK START *2 b Terug springen Terug springen Richting A Terug springen FREQ/TEXT *2 a Vooruit springen Vooruit springen Richting B Vooruit springen EON *2 REC/ DISC SKIP Disc overslaan Opname Videorecorder opname Videorecorder opname Disc overslaan Opname Opname s Stop Stop Videorecorder stop Videorecorder stop Stop Stop Stop Pauze Videorecorder pauze Videorecorder pauze Pauze Deck A/B Pauze Videorecorder weergave Weergave Weergave Weergave e 4 5 6 7 8 9 0 A B C D *2 h Weergave Weergave Videorecorder weergave TV VOL + Tv volume + Tv volume + Tv volume + Volume + Tv volume + Tv volume + Tv volume + Tv volume + TV VOL – Tv volume – Tv volume – Tv volume – Volume – Tv volume – Tv volume – Tv volume – Tv volume – TV CH + Tv kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Tv kanaal + Tv kanaal + Tv kanaal + Tv kanaal + TV CH – Tv kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Tv kanaal – Tv kanaal – Tv kanaal – Tv kanaal – TV MUTE TV geluid uit TV geluid uit TV geluid uit Geluid uit TV geluid uit TV geluid uit TV geluid uit TV geluid uit TITLE Titel Titel ENTER Menu enter Titel Titel Menu selecteren Menu selecteren PRESET/CH u Menu hoger Menu hoger Menu hoger Voorkeuzezender hoger (1 t/m 8) PRESET/CH d Menu lager Menu lager Menu lager Voorkeuzezender lager (1 t/m 8) A/B/C/D/E j Menu links Menu links Menu links Voorkeuzezender lager (A t/m E) A/B/C/D/E i Menu rechts Menu rechts Menu rechts Voorkeuzezender hoger (A t/m E) RETURN Terug Terug Terug Terug TV INPUT TV ingang TV ingang TV ingang Ingang 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Enter ENT. Cijfertoetsen Cijfertoetsen Enter/oproepen Enter/ Cijfertoetsen MENU Menu Menu Menu DISPLAY Display Display Display Band TV ingang Cijfertoetsen TV ingang TV ingang TV ingang Cijfertoetsen Voorkeuzezenders (1-8) Index Display Display Nederlands *1 Pauze GEAVANCEERDE BEDIENING 2 *1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Deze toetsen werken alleen voor modellen voor Europa. 37 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellen van afstandsbedieningscodes 1 U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke signaalbron kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. Houd CODE SET op de afstandsbediening ingedrukt en druk op één van de ingangskeuzetoetsen om de signaalbron die u wilt instellen te selecteren. CODE SET POWER MENU POWER STANDBY TV AV CD MD/TAPE TUNER DVD DTV/CBL VCR POWER PHONO Opmerking De volgende tabel geeft de standaard ingestelde componentencategorie (archief) en afstandsbedieningscode aan voor elk van de signaalbronnen. Gedurende deze hele procedure moet u CODE SET ingedrukt blijven houden. Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Signaalbron Standaard componentencategorie (archief) Fabrikant Standaard YAMAHA code CD CD YAMAHA 199 MD/TAPE TAPE YAMAHA 499 DVD DVD YAMAHA 699 DTV/CBL* — — — VCR — — — PHONO — — — — — — 2 Houd CODE SET op de afstandsbediening ingedrukt en voer met de cijfertoetsen op de afstandsbediening de driecijferige afstandsbedieningscode voor de geselecteerde signaalbron in. Wanneer de instelling gelukt is, zal “PRESET OK” verschijnen; wanneer het niet gelukt is, zal “PRESET NG” op het display op het voorpaneel verschijnen. Om de code terug te zetten, kunt u gewoon de standaardcode invoeren voor elk van de in de tabel getoonde signaalbronnen. 1 CODE SET MENU 2 3 5 6 7 9 0 10 TITLE 4 8 ENT. MENU BAND ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN DISPLAY PRESET/CH * U kunt alleen maar tv afstandsbedieningscodes instellen onder de DTV/CBL toets. U kunt echter andere afstandsbedieningscodes instellen voor elk van de andere ingangskeuzetoetsen behalve DTV/CBL. Opmerking Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode. 38 Opmerkingen • Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. • U kunt slechts één enkele afstandsbedieningscode toewijzen aan één ingangskeuzetoets. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan. Geen geluid Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. De instelling voor de impedantie is niet correct. Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 15 De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet raakt en zet vervolgens het toestel weer aan. 11 De IMPEDANCE SELECTOR schakelaar op het achterpaneel staat niet helemaal in de juiste stand. Zet de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar helemaal in de juiste stand terwijl de stroomvoorziening van het toestel is uitgeschakeld. 15 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 12 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). 17 De SPEAKERS A/B schakelaars staan niet in de juiste stand. Schakel de corresponderende SPEAKERS A of SPEAKERS B set in. 17 De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 11 De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR correct is ingesteld. 15 Controleer of de luidsprekerbedrading elkaar niet raakt en zet vervolgens het toestel weer aan. 11 — Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De BALANCE regeling is niet correct ingesteld. Zet BALANCE in de juiste stand. De lage tonen klinken te zwak en de weergave is sfeerloos. De + en – draden zijn verkeerdom aangesloten op de versterker of de luidsprekers. Sluit de luidsprekerdraden correct aan op de + en – aansluitingen. U hoort een zeker “gebrom”. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiostekkers stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 12 De draaitafel is niet verbonden met de GND aansluiting. Maak de GND verbinding tussen de aarding van de draaitafel en dit toestel. 12 Het volume is te laag bij weergave van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op ene draaitafel met een MC cartridge. De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten via een MC kopversterker. — Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de MD/TAPE OUT aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. Alleen de luidspreker aan de ene kant doet het. 11, 12 AANVULLENDE INFORMATIE Het geluid valt plotseling uit. Oorzaak 19 11 Nederlands — 39 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Het geluid klinkt slecht wanneer u luistert via een hoofdtelefoon die is aangesloten op een CD-speler of cassettedeck verbonden met dit toestel. De stroom voor dit toestel is uitgeschakeld of het toestel staat uit (standby). Zet het toestel aan. Het volume is te laag. De LOUDNESS functie is ingeschakeld. Zet LOUDNESS op de FLAT stand. De signaalbron kan niet worden gewijzigd ook al draait u aan INPUT. De CD DIRECT AMP toets is ingeschakeld. Zet de CD DIRECT AMP toets uit. De BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS regelingen hebben geen effect op de toonweergave. De CD DIRECT AMP of PURE DIRECT toets is ingeschakeld. De CD DIRECT AMP of PURE DIRECT toets moet worden uitgeschakeld voor u deze regelingen kunt gebruiken. 16 19 19 19 ■ Tuner Probleem AM 40 Oplossing Zie bladzijde Dit probleem is inherent aan FM stereouitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 13 Stem met de hand af. 24 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze zg. multi-pad interferentie geen last meer hebt. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de tv vandaan. Veel ruis in de FM stereoontvangst. FM Oorzaak — Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 13 Stem met de hand af. 24 Programmeer de zenders opnieuw. 25 Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 24 — — OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 10 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. De ID van de afstandsbediening en de ID van dit toestel komen niet overeen. Schakel de ID van de afstandsbediening of de ID van dit toestel om. 9,32,33 De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. Probeer een andere code voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” achterin deze handleiding. 38 Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Gebruik de met de componenten in kwestie meegeleverde afstandsbedieningen. Oorzaak — 10 — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 41 TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen (8 Ω , 20 Hz t/m 20 kHz, 0,019% THV) ............. 100 W + 100 W (6 Ω , 20 Hz t/m 20 kHz, 0,03% THV) ............... 120 W + 120 W • Dynamisch vermogen (IHF) (8/6/4/2 Ω) ..................................................... 140/170/220/290 W • Maximum uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa] (1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω) .................................................... 160 W • IEC uitgangsvermogen [Alleen modellen voor Europa] (1 kHz, 0,019% THV, 8 Ω) ................................................. 115 W • Vermogensbandbreedte (0,03% THV, 50 W, 8 Ω) ....................................10 Hz t/m 50 kHz • Dempingsfactor (SPEAKERS A) 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ................................................. 240 of meer • Maximum uitgangsvermogen (EIAJ) [Alleen modellen voor Azië en algemene modellen] (1 kHz, 10% THV, 8/6 Ω) ........................................... 145/170 W • Maximum ingangssignaal PHONO (1 kHz, 0,019% THV) ............................ 70 mV of meer CD, enz. (1 kHz, 0,019% THV) .............................. 2,2 V of meer • Continue Loudness regeling Demping (1 kHz) ............................................................... –30 dB VIDEO GEDEELTE • Videosignaaltype [Alleen modellen voor de V.S., Canada en algemene modellen] ........................................................................................... NTSC [Overige modellen] ................................................................. PAL • Signaal-ruis verhouding ............................................. 50 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Composiet............................................... 5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 107,9/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB • Frequentierespons CD, enz. (20 Hz t/m 20 kHz) ....................................... 0 ± 0,5 dB CD DIRECT AMP ON (10 Hz t/m 100 kHz) .............. 0 ± 1,0 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3% • RIAA Equalisatie-deviatie PHONO ........................................................................... ± 0,5 dB • Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5/ –2 dB • Totale harmonische vervorming PHONO naar OUT (REC) (20 Hz t/m 20 kHz, 3 V) ................................. 0,008% of minder CD, enz. naar SP OUT (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω) ....................... 0,012% of minder AM GEDEELTE • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO (5 mV ingang kortgesloten) ...................... 87 dB of meer CD DIRECT AMP (200 mV ingang kortgesloten) .....110 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) CD DIRECT AMP ON ....................................................... 30 µV PURE DIRECT ON .......................................................... 110 µV • Gain Tracking Error (0 t/m –60 dB) ......................... 2 dB of minder • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie PHONO .................................................................. 3,0 mV/47 kΩ CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MAIN IN ....................................................................... 1 V/30 kΩ • Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie OUT (REC) ......................................... 200 mV/1,2 kΩ of minder PRE OUT .................................................................... 1 V/1,2 kΩ SUB WOOFER OUTPUT .......................................... 4 V/1,2 kΩ ZONE 2 OUT .............................................................. 1 V/1,2 kΩ • Hoofdtelefoon uitgang/impedantie (Ingang 1 kHz, 200 mV, 8 Ω , 0,015% THV) CD, enz. ................................................................... 0,47 V/470 Ω • Kanaalscheiding CD, enz. (5,1 kΩ ingang kortgesloten, 1/10 kHz).... 65/50 dB of meer • Karakteristieken toonregeling BASS Versterking/verzwakking (20 Hz) .................................. ±10 dB Turnover frequentie ......................................................... 350 Hz TREBLE Versterking/verzwakking (20 kHz) ................................ ±10 dB Turnover frequentie ........................................................ 3,5 kHz 42 • Stereoscheiding (1 kHz) ......................................................... 45 dB • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] ........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada]..... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Algemene modellen] ....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] ................... 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Europa] ...................... 230 V, 50 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 260 W/360 VA [Overige modellen] ............................................................. 260 W • Stroomverbruik uit (standby)................................................... 0,1 W • Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen] (6 Ω , 1 kHz, 10% THV) .................................................... 650 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor Australië] ................. 1 (Totaal 100 W maximum) [Algemene modellen] ......................... 2 (Totaal 50 W maximum) [Overige modellen] ........................... 2 (Totaal 100 W maximum) • Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 151 x 389 mm • Gewicht ................................................................................. 10,9 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266

Yamaha RX-797 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding