Whirlpool AWT 5108/1 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

INHOUD
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
REINIGEN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN BEHANDELING
INSTALLATIE
3nl10073.fm5 Page 47 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
48
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1.Verwijder de verpakking en controleer
a.
Snijd de krimpfolie open en verwijder hem.
b.
Verwijder het bovenste beschermdeel en de
beschermende hoeken.
c.
Verwijder het beschermdeel aan de onderkant
door de wasmachine schuin te zetten op een van
de achterste hoeken.
2.Verwijder de transportsteun
De wasmachine is voorzien van
transportschroeven en een transportsteun om
schade tijdens het vervoer te voorkomen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt,
moet u de transportsteun verwijderen
(zie
“Installatie/De transportsteun verwijderen”).
Vergeet niet om de vier schroeven op het
achterpaneel waarmee de transportsteun was
bevestigd terug te plaatsen en vast te draaien, om
lawaai en trillen van de wasmachine te vermijden.
3.Installeren van de wasmachine
Plaats de wasmachine op een vlak en stabiel
vloeroppervlak.
Stel de pootjes bij zodat de machine stabiel
en vlak staat (zie “Installatie/De pootjes
afstellen”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie/Aansluiten van de watertoevoerslang”).
Watertoevoer: Uitsluitend koud water
Waterkraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem
met de “U”-bocht aan de rand van een wasbak of
badkuip (zie “Installatie/Aansluiten van de
waterafvoerslang”).
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich
ervan te verzekeren dat dit systeem is uitgerust
met een ventiel, zodat er niet tegelijkertijd
water aan- en afgevoerd kan worden
(sifoneffect).
6.Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
gebracht worden door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en de geldende
standaardveiligheidsvoorschriften.
De technische gegevens (voltage, netvoeding en
zekeringen) zijn vermeld op het typeplaatje aan
de achterkant van de wasmachine.
Het apparaat mag uitsluitend op het elektriciteitsnet
worden aangesloten door middel van een
stopcontact dat overeenkomstig de geldende
voorschriften geaard is. Het is wettelijk verplicht het
apparaat te aarden. De fabrikant aanvaardt geen
enkele aansprakelijkheid voor schade aan
voorwerpen of voor letsel aan personen die/dat
direct of indirect veroorzaakt is door het niet in acht
nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel de Klantenservice
op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice
worden vervangen.
Het apparaat moet op een effectieve
aardingsinstallatie worden aangesloten,
overeenkomstig de geldende voorschriften.
Wasmachines die geïnstalleerd zijn in ruimtes waar
tevens een douche of bad is, moeten in het
bijzonder beschermd worden door een differentiaal
reststroomapparaat van tenminste 30 mA. Aarding
van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen
die/dat direct of indirect veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze voorschriften.
De wasmachine mag alleen gebruikt worden voor
de voorgeschreven huishoudelijke doeleinden.
Afmetingen:
Breedte: 400 mm
Hoogte: 900 mm
Diepte: 600 mm
3nl10073.fm5 Page 48 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
49
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar en
draagt het recyclage-symbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften te
worden nageleefd.
2.Tips voor het besparen van energie
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de
beste manier, door de trommel altijd zo veel
mogelijk te laden.
Overschrijd de op de verpakking door de
fabrikant aangegeven dosering wasmiddel niet.
De ecobal - een speciaal systeem in de afvoer -
voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel
verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in
het milieu te vermijden.
Gebruik de “Voorwas” alleen voor sterk vervuilde
was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en tussen 5
en 15% energieverbruik door “Voorwas” niet te
selecteren voor normaal vervuilde was.
Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel
of laat ingedroogde vlekken weken voor het
wassen, om niet op hoge temperatuur te hoeven
wassen.
Bespaar energie door op 60°C te wassen in
plaats van 90°C, of op 40° C in plaats van 60°C.
Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het
watergehalte in de was wordt teruggebracht,
voordat u een droogprogramma gaat gebruiken
(voor wasmachines met een instelbare
centrifugeersnelheid).
3.De verpakking en oude apparaten als afval
verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt als afval in overeenstemming met de
plaatselijke voorschriften.
Snijd de voedingskabel van het apparaat door
voordat u het afdankt, zodat de wasmachine niet
meer aangesloten kan worden.
Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
apparaat wilt afdanken.
4.Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of
in de machine klimmen.
5.Algemene adviezen
Laat de wasmachine niet aangesloten op de
elektriciteit wanneer u deze niet gebruikt. Draai
de kraan dicht.
Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de
stekker uit het stopcontact of koppel het
apparaat van het elektriciteitsnet voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
vochtige doek om de buitenkant van de
wasmachine schoon te maken.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de afsluitklep niet bij het openen.
Indien nodig kan het netsnoer vervangen
worden door een identiek snoer dat verkrijgbaar
is via de Klantenservice. Het netsnoer mag
alleen worden vervangen door een bevoegd
technicus.
6.EG-verklaring van conformiteit
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van de volgende EG-richtlijnen:
73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn
93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering
De eerste wasbeurt kan het beste met een lege trommel gedaan worden. Zo wordt eventueel overblijvend
water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de kleppen van de trommel.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel .
4.
Kies een kort programma en een lage centrifugeersnelheid (zie de programmatabel).
5.
Zet het apparaat aan.
3nl10073.fm5 Page 49 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
50
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
Het wasgoed sorteren
1.
Het wasgoed sorteren op...
Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/
synthetische weefsels, wol, textiel dat met de
hand gewassen moet worden.
•Kleur
Scheid witte en bonte was. Was nieuw, gekleurd
wasgoed de eerste keer apart.
•Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen
samen voor betere wasresultaten en een
optimale verdeling van de belading in de
trommel.
Fijne was
Was fijne weefsels apart: gebruik een speciaal
programma voor zuivere scheerwol ,
gordijnen en andere fijne weefsels. Haal de
ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met
ringen in een katoenen zak. Gebruik het speciale
programma voor de handwas. Was kleine stukken
zoals kousen, riemen of stukken met haakjes
(bijvoorbeeld. bh's) in speciale katoenen
waszakken of in kussenslopen met ritssluiting.
2.
Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke
kunnen de trommel en de kuip beschadigen.
3.
Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop
de uiteinden van ceintuurs bijeen.
1.
Afsluitklep
2.
Doseerbakje wasmiddel
3.
Kleppen van de trommel
Om de trommel te openen duwt
u tegen de kleine klep en houdt
u de grote klep vast.
4.
Pomp en filter voor vreemde
voorwerpen
5.
Servicesticker (achter het deurtje
van het filter voor vreemde
voorwerpen)
6.
Hendel (afhankelijk van het
model)
De wasmachine verplaatsen:
trek de hendel met de hand een
beetje naar buiten en trek hem
met de voet verder uit tot hij
niet verder kan.
7.
Verstelbare pootjes
1
3
2
4
5
6
7
3nl10073.fm5 Page 50 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
51
Behandeling van vlekken
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere
organische stoffen worden normaal gesproken
tijdens de enzymenfase van het wasprogramma
verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken
enz. een vlekkenmiddel toe in het doseerbakje van
de lade of een chloorbleekmiddel
(afhankelijk van het model).
Hardnekkige vlekken moeten vooraf behandeld
worden.
Verven en bleken
De in de handel verkrijgbare producten bestaan
gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en
zout. Doe de kleurstof, het fixeermiddel en
vervolgens het zout rechtstreeks in de lege
trommel. Laad het wasgoed pas daarna.
Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die worden
aanbevolen voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven en bleken kunnen de plastic en
rubberen onderdelen van de wasmachine
gekleurd en gevlekt zijn.
Stijven
Los het stijfsel (poeder of vloeistof) op of verdun het
in ongeveer één liter water, buiten de wasmachine in
een klein bakje. Vul de wasmachine, sluit de kleppen
van de trommel en giet het opgeloste stijfsel direct
op de trommel. Sluit vervolgens de wasmachine, kies
het programma “Spoelen + centrifugeren” en start de
machine.
Wasgoed in de machine doen
1.
Doe de klep van de machine open.
2.
Open de trommel door tegen de kleine klep te duwen
en de grote vast te houden.
3.
Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel
zonder ze aan te drukken. Volg de aanwijzingen voor
beladingen op de “programmakaart”: Als de trommel
te vol is, wordt het wasgoed minder goed gewassen en
kreukt het meer.
4.Doe de kleppen van de trommel dicht en controleer
of ze goed vergrendeld zijn.
1
2
3
3nl10073.fm5 Page 51 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
52
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Keuze van het juiste wasmiddel en
nabehandelingsproducten
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch,
fijne weefsels, wol).
Opmerking:
gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg
van onoplosbare waterontharders in moderne
fosfaatvrije waspoeders. Als u deze resten ziet,
schud of borstel de stukken dan of gebruik een
vloeibaar wasmiddel.
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten
op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen
componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine,
wasbenzine enz.).
Was geen textiel dat behandeld is met
opslosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen in de
wasmachine.
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking met
betrekking tot:
het soort vuil;
de belading;
-
volledig beladen trommel: volg de
aanwijzingen van de fabrikant op;
-
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor
een volledige belading;
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor
minder goed gewassen.
Als zich te veel schuim heeft gevormd, kan dit
ertoe leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot:
grauw wasgoed, aanslag op de trommel, het
waterreservoir en het verwarmingselement.
Wanneer u een geconcentreerde wasverzachter
gebruikt, voeg dan water toe in het doseerbakje tot aan
het teken “
MAX
”.
Om bij het gebruik van geconcentreerde
waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen
bij de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij
het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en
plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
WATERHARDHEIDSTABEL
WATERHARDHEIDS-
CATEGORIE
KENMERKEN DUITS
°dH
FRANS
°fH
ENGELS
°eH
1
2
3
4
zacht
medium
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
3nl10073.fm5 Page 52 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
53
Vullen met wasmiddelen en nabehandelingsproducten
De lade heeft, afhankelijk van het model, drie of vier bakjes.
Wasmiddel toevoegen:
Waspoeder voor voorwas en hoofdwas
Waspoeder voor hoofdwas zonder voorwas
Wasverzachters en stijfsel,
niet meer dan het merkteken “
MAX
”.
Chloorbleekmiddel, niet meer dan het merkteken “
MAX
”.
(alleen bij het model met vier bakjes)
Vlekkenmiddelen
Waterontharders (waterhardheid 4)
Stijfsel (in water opgelost)
Let er bij het vullen op dat het middel niet boven het merkteken
MAX
” komt.
Gebruik geen vloeibare wasmiddelen voor programma's met voorwas.
Voor programma's zonder voorwas en op temperaturen van koud tot
40° C, wordt geadviseerd om vloeibare wasmiddelen voor de
hoofdwas in vak
II
te gebruiken om witte resten op het wasgoed te
voorkomen.
3nl10073.fm5 Page 53 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
54
REINIGEN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
De wasmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp.
Het filter voor vreemde voorwerpen houdt voorwerpen als
knopen, munten, veiligheidsspelden etc. achter die
achtergebleven zijn in het wasgoed.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Open het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen met een muntstuk.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen langzaam tegen de klok in tot de
handgreep verticaal staat; verwijder het nog niet.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het
filter.
8.
Verzeker u ervan dat de pomprotor (in de behuizing
achter het filter) niet verstopt is.
9. Plaats het filter voor vreemde voorwerpen terug en
schroef het geheel vast met de klok mee, tot de
stop (tot de handgreep horizontaal staat).
10.
Giet een halve liter water in de wasmachine via de
trommel en controleer of dit water niet lekt uit het
filter voor vreemde voorwerpen.
11.
Sluit het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen.
12.
Sluit de wasmachine weer aan op het stopcontact.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen als de
wasmachine niet goed pompt of centrifugeert.
De wasmachine heeft een veiligheidsinrichting die de
wasmachine stilzet voor iedere nieuwe instroom van
water, als het water niet volledig uit de kuip afgevoerd is
in een eerder onderdeel van het wasprogramma.
Controleer het filter regelmatig, twee of drie maal per
jaar, en reinig het indien nodig.
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat het water is afgekoeld
voordat u het filter voor vreemde voorwerpen leegt.
3nl10073.fm5 Page 54 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
55
AFVOEREN VAN HET RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
Wanneer moet het restwater worden afgevoerd
(afvoerprobleem)?
Voordat u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waarin de temperatuur soms onder het nulpunt
zakt. Het is het beste om het restwater in dit geval na elke was
weg te laten lopen.
1.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht, koppel de watertoevoerslang los van de
machine en laat het water in een bak lopen.
3.
Open het filter voor vreemde voorwerpen, laat het water in
een klein ondiep bakje lopen en sluit het filter.
4.
Haal de afvoerslang los en open vervolgens de bevestigingsklem
aan de achterkant van de machine (zie pijl
A
).
5.
Laat het restwater in een ondiepe bak lopen.
6.
Wacht tot al het water eruitgestroomd is.
7.
Bevestig de afvoerslang opnieuw met de klem
A
en bevestig
hem opnieuw in het afvoerputje.
8.
Sluit de watertoevoerslang en de stekker opnieuw aan.
Belangrijk:
Schroef de watertoevoerslang van de machine na het afvoeren
van restwater met de hand aan. Controleer of de kraan en de
aansluitingen van het apparaat niet lekken door de kraan
volledig open te draaien.
Doseerbakje wasmiddel
1.
Duw de knoppen aan beide zijden van het doseerbakje in.
2.
Trek het doseerbakje naar u toe en verwijder het.
Er kan een klein beetje water in het doseerbakje achterblijven.
Het is raadzaam het doseerbakje rechtop te houden.
3.
Was het doseerbakje met stromend water.
U kunt ook de sifondopjes in het doseerbakje verwijderen om
ze te reinigen.
4.
Plaats de dopjes terug in het doseerbakje (als ze verwijderd
waren).
Zorg ervoor dat ze goed op hun plaats zitten.
5.
Plaats het doseerbakje terug door de onderste lipjes in de
gaatjes van de klep te plaatsen en schuif ze tot de beide
bovenste knoppen vergrendeld zijn.
Opmerking: zorg ervoor dat het doseerbakje op de juiste
manier geherinstalleerd is.
A
3nl10073.fm5 Page 55 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
56
Filter van de watertoevoerslang
Controleer en reinig het filter regelmatig (tenminste twee of
drie keer per jaar).
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
4.
Reinig het filter aan het eind van de slang zorgvuldig, zonder
het uit elkaar te halen, bijvoorbeeld met behulp van een
tandenborstel.
Opmerking
: Voor machines die uitgerust zijn met het slangtype
A
”: deze mag niet ondergedompeld worden in water.
5.
Schroef de flexibele slang met de hand terug op de kraan.
Gebruik geen combinatietang (risico van pletten van het
verbindingsstuk).
6.Draai de kraan open en controleer of de verbindingen niet
lekken
(bij de kraan en bij de wasmachine).
7.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Voorwerpen terughalen die tussen de trommel en de
kuip gevallen zijn
Als er per ongeluk een voorwerp tussen de trommel en de kuip
valt, kunt u dit eruithalen dankzij de verwijderbare
trommelbladen:
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Haal het wasgoed uit de trommel.
3.
Sluit de kleppen van de trommel en draai hem een halve
slag.
4.
Druk op het plastic uiteinde met behulp van een
moersleutel, terwijl u het blad van links naar rechts schuift.
5.
Het blad valt in de trommel.
6.
Open de trommel: U kunt het voorwerp door de opening in
de trommel eruithalen.
7.
Plaats het blad terug binnenin de trommel:
plaats het plastic uiteinde boven de opening aan de
rechterkant van de trommel.
8.
Schuif vervolgens het plastic blad van rechts naar links tot
het klemt.
9.
Sluit de trommelkleppen opnieuw, draai de trommel een
halve slag en controleer of alle zes de haken van het blad
goed verankerd zijn in de trommel.
10.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
A
7
4
3
4
3nl10073.fm5 Page 56 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
57
Behuizing en bedieningspaneel
Reinig de behuizing met een normaal
reinigingsmiddel voor huishoudelijk gebruik
(gebruik geen schuurmiddelen of verfverdunners).
Neem af met een zachte doek.
Afsluitklep
Reinig deze af en toe met een vochtige doek.
Watertoevoerslang(en)
Controleer de watertoevoerslang regelmatig op
barsten of scheuren. Vervang hem als dat nodig is.
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
Deze wasmachine is uitgerust met
veiligheidsfuncties, die storingen in een vroeg
stadium herkennen en erop reageren.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen, die snel
opgelost kunnen worden.
De wasmachine start niet en er brandt geen
lampje.
Controleer of:
de stekker in het stopcontact zit;
er een programma is geselecteerd;
u het programma heeft gestart;
de waterkraan is opengedraaid.
De wasmachine stopt tijdens een programma.
Controleer of:
de knop “Spoelstop” ingedrukt is: schakel deze
functie uit;
de waterkraan open is gedraaid;
de pomp/filter voor vreemde voorwerpen is
geblokkeerd (zie “Reinigen van het filter voor
vreemde voorwerpen”).
Er wordt geen of onvoldoende water
toegevoerd.
Controleer of:
de waterkraan helemaal open is en de
watertoevoerdruk hoog genoeg is;
de watertoevoerslang bekneld zit;
de filters verstopt zijn (zie “Onderhoud en
reiniging” / “Filters van de waterslang”);
de watertoevoerslang bevroren is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
schakel het in om het programma te vervolgen
(voeg voor dit programma geen wasmiddel toe).
De wasmachine pompt het water niet weg.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie “Aanwijzingen
voor de installatie”);
de pomp/filter voor vreemde voorwerpen is
geblokkeerd (zie “Reinigen van het filter voor
vreemde voorwerpen”);
BELANGRIJK:
Laat het waswater afkoelen voordat
u het afvoert.
het water in de afvoerslang bevroren is.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
schakel het in om het programma te vervolgen
(voeg voor dit programma geen wasmiddel toe).
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
de klantenservice (zie “Klantenservice”).
de knop “Spoelstop” ingedrukt is: schakel deze
functie uit.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon goed geïnstalleerd en schoon is (zie
“Onderhoud en reiniging”/”Reinigen van het
doseerbakje”);
er genoeg water wordt toegevoerd. de filters
verstopt zijn (zie “Onderhoud en reiniging” /
“Filters van de waterslang”).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier de
pootjes (zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
de transportschroeven en de transportsteun
verwijderd zijn. Voordat u de wasmachine in
gebruik neemt, moeten de transportschroeven
en de transportsteun verwijderd worden (zie
“Aanwijzingen voor de installatie”) en moeten
de vier schroeven teruggeplaatst en
vastgedraaid worden op het achterpaneel.
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd.
Controleer of:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit
balans is (afhankelijk van het model).
Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (badmat, badjas enz.), is het mogelijk dat dit
systeem de centrifugeersnelheid automatisch
verlaagt om het apparaat te beschermen. Dit
systeem kan de centrifugeercyclus zelfs geheel
onderbreken, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft;
als het wasgoed na het centrifugeren te nat is,
voeg dan meer stukken wasgoed toe om de
lading in evenwicht te brengen en herhaal de
centrifugeercyclus;
sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Gebruik minder wasmiddel.
Controleer of:
de pomprotor vastzit (zie “Reinigen van het
filter voor vreemde voorwerpen”);
de afsluitklep is geopend tijdens het wolprogramma
of het programma voor fijne was. Sluit de klep en
selecteer een centrifugeerprogramma.
3nl10073.fm5 Page 57 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
58
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
“Het opsporen van storingen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de Klantenservice.
Vermeld:
de aard van de storing.
het model.
het servicenummer (achter het woord 'SERVICE').
De servicesticker bevindt zich in het
deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen of aan de achterkant van de
machine.
uw volledige adres.
uw telefoonnummer.
Neem bij voorkeur contact op met de
Klantenservice van de leverancier waarbij u de
wasmachine gekocht heeft.
TRANSPORT EN BEHANDELING
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de slangen en de wasmachine
wegstromen (zie “Afvoeren van het restwater”).
Wacht tot het water afgekoeld is om ongelukken te
voorkomen.
5.
Om het verplaatsen van de machine te vergemakkelijken,
trekt u de hendel onder aan de voorkant (optioneel voor
sommige modellen) een beetje met de hand naar buiten
en duwt u hem verder met de voet, tot hij niet verder kan.
Duw de hendel na het verplaatsen terug in de
oorspronkelijke positie.
6.
Vervoer de wasmachine in rechtopstaande positie.
BELANGRIJK:
Gebruik de wasmachine niet wanneer de
hendel uitgetrokken is.
3nl10073.fm5 Page 58 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
59
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportsteun
De wasmachine is voorzien van een transportsteun om
mogelijke schade tijdens het vervoer te voorkomen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, MOET de
transportsteun aan de achterkant verwijderd worden.
1.
Draai de twee schroeven
A
en de vier schroeven
B
los met
een platte schroevendraaier of een moersleutel nr. 8.
2.
Verwijder de transportsteun.
3.
Plaats de vier buitenste schroeven
B
terug in de machine
en draai ze vast.
4.
Verwijder de twee afdichtingen
C
uit de houder van de
slang en klik ze in de openingen
D
in de machine.
Opmerking: vergeet niet de vier buitenste schroeven B
terug te plaatsen en vast te draaien.
2
1
1
4
C
A
B
D
1
4
D
3nl10073.fm5 Page 59 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
60
De pootjes afstellen
Installeer de wasmachine op een vlakke ondergrond,
dichtbij de aansluitingen van electriciteit, water en afvoer.
Als de vloer onregelmatig is, stel dan de pootjes bij (leg
geen stukken hout, karton enz. onder de pootjes):
1.
Draai de tegenmoer los met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
2.
Stel de hoogte van de pootjes met de hand in.
3.
Draai de tegenmoer vast door hem tegen de klok in te
draaien.
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer rusten en
controleer of de wasmachine exact horizontaal en stabiel
staat (gebruik hiervoor een waterpas).
De wasmachine kan geïnstalleerd worden in een ruimte van
40 cm breed en 63 cm diep.
Opmerking:
als u de machine op een dik tapijt installeert,
stel de pootjes dan zodanig bij dat er voldoende ruimte
onder de machine is voor luchtcirculatie.
Sluit de watertoevoerslang aan.
1.
Schroef de watertoevoerslang met de hand zorgvuldig
vast aan de kraan.
2.
Zorg ervoor dat er geen knikken in de slang zitten.
3.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het
apparaat niet lekken door de kraan volledig open te
draaien.
Als de slang te kort is, vervang hem dan door een drukslang
(min. 1000 kPa, conform de norm EN 50065) van de juiste
lengte.
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of
scheuren. Vervang hem als dat nodig is.
De wasmachine kan worden aangesloten zonder een
terugstroomklep.
3nl10073.fm5 Page 60 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
61
Waterstopsysteem tegen overstroming
(afhankelijk van het model)
Schroef de slang aan de watertoevoerkraan. Open de
waterkraan volledig en controleer of het aansluitpunt
waterdicht is.
Het apparaat mag niet worden aangesloten op de
mengkraan van een waterverwarmer die niet onder druk
staat!
De toevoerslang en de plastic doos bevatten elektrische
onderdelen: Snijd de slang niet door en dompel de plastic
doos niet onder in water.
Koppel bij beschadiging van de slang de wasmachine
onmiddellijk los van het elektriciteitsnet en vervang de
slang.
Als de flexibele slang te kort is, vervang hem dan door een
“waterstop”-slang met een lengte van 3 m (verkrijgbaar bij
de klantenservice of bij uw leverancier). Deze handeling
mag uitsluitend door een gekwalificeerd technicus worden
uitgevoerd.
Sluit de watertoevoerslang aan
1.
Haak de afvoerslang los van de linker en rechter
slangaansluitingen, zie pijl A in de illustratie.
Belangrijk:
Maak de aansluiting van de afvoerslang NIET los van de
rechterkant, zie pijl B.
Anders is er gevaar van lekkage en
brandwonden door heet water.
2.
Bevestig de “U”-bocht (
C
) aan het vrije uiteinde van de
afvoerslang.
3.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met de
“U”-bocht aan de rand van een wasbak of badkuip.
Kleine handwasbakken zijn niet geschikt.
De rand van de wasbak mag niet hoger zijn dan 100 cm
vanaf de vloer.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan
een slang van dezelfde maat en zet de aansluitpennen vast
met klemmen.
Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Max. afvoerhoogte (“U”-bocht): 100 cm.
Min. afvoerhoogte: 55 cm.
Belangrijk:
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten en neem
maatregelen om te voorkomen dat de slang valt terwijl het
apparaat werkt.
A
B
C
3nl10073.fm5 Page 61 Thursday, May 16, 2002 4:11 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Whirlpool AWT 5108/1 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor