kiddy Nest de handleiding

Type
de handleiding
NL
Inhoud
1. Geschiktheid....................................................................... 3
2. Algemene veiligheidsinstructies....................................... 4
3. Algemeen gebruik.............................................................. 6
3.1 Functies van de draagbeugel............................................... 6
3.2 Functies van het zonnedak.................................................. 7
3.3 Verwijderen van de overtrek................................................. 8
4. Inbouw in het voertuig....................................................... 8
4.1 Zitplaatsselectie.................................................................... 8
4.2 Inbouwprocedure.................................................................. 9
5. Beveiligen van de baby in de zitschaal............................ 10
5.1 Hoogteregeling van de gordel in de zitschaal...................... 10
5.2 Gebruik van de gordel in de zitschaal.................................. 11
6. Verzorgingsinstructies....................................................... 12
6.1 De zitovertrek....................................................................... 12
6.2 Het gordelsysteem............................................................... 13
6.3 De zitschaal.......................................................................... 13
7. Behandeling na een ongeval ............................................ 13
8. Garantie............................................................................... 14
3
Bedieningshandleiding kiddy nest
1. Geschiktheid
De kiddy nest is volgens de actueelste versie van de goedkeuringsnorm
ECE44-04 gekeurd en goedgekeurd. Hij ontving de productievergunning
voor de klasse „universeel". Dat betekent, dat hij in alle voertuigtypes op alle
plaatsen met 3-puntsgordels is goedgekeurd.
Neem echter ABSOLUUT in acht, dat de
zitschaal NOOIT op voertuigzetels met een
actieve frontairbag mag worden gebruikt.
Daarmee kan de zitschaal op alle voertuigzetels worden gebruikt, die de
volgende kenmerken bezitten:
Er bestaat GEEN actieve frontairbag.
Er staat een 3-puntsgordel, die volgens ECE 16 of vergelijkbare
normen is goedgekeurd, ter beschikking.
Na studies van de Technische Universiteit Berlijn vormen ZIJDELINGSE
AIRBAGS geen duidelijk gevaar voor zitschalen.
Gelieve u echter bij het gebruik in uw voertuig aan de aanbevelingen in het
gebruikershandboek van de voertuigproducent te houden!
De zitschaal kan worden gebruikt voor baby’s tot 13 kg resp. ca. 15
maanden.
NL
2. Algemene veiligheidsinstructies
Gelieve voor de veiligheid van uw kind een paar minuten te investeren voor
het lezen van deze bedieningshandleiding.
Vele verwondingen, die makkelijk vermijdbaar geweest
zouden zijn, worden veroorzaakt door gedachteloosheid.
Lees de gebruiksaanwijzing ZORGVULDIG voor de eerste inbouw.
Een foutief gebruik kan voor uw kind LEVENSGEVAARLIJK zijn.
Voer geen wijzigingen uit aan de zitschaal, het gordelsysteem of
andere componenten van de zitschaal.
Controleer de elementen van de zitschaal, vooral het gordelsysteem
regelmatig op slijtage of andere beschadigingen.
Zorg ervoor, dat geen delen van het kinderzitje of de gordels tussen
deuren of verstelbare zetels worden gekneld. Stel regelbare
rugleuningen zo in, dat deze contact hebben met de draagbeugel van
de zitschaal.
Bescherm de zitschaal tegen directe zonnestraling. Zij zou
onaangenaam kunnen opwarmen.
Let er, vooral bij vans op, dat de zitschaal in het geval van een
redding door derden op een zo makkelijk mogelijk bereikbare plaats
is ingebouwd.
Beveilig uw bagage en andere zware voorwerpen steeds
reglementair in het voertuig. Losse voorwerpen kunnen bij een
ongeval ZWARE letsels bij de passagiers veroorzaken. De
zogenaamde hoedenplank is GEEN transportvlak
4
NL
5
Gebruik de zitschaal NOOIT zonder de originele overtrek.
Maak de zitschaal in het voertuig steeds met de gordel vast, ook
indien de schaal niet wordt gebruikt.
Gebruik de zitschaal NOOIT als inkooptas of als andere
transporthulp.
Laat uw kind NOOIT zonder toezicht in de zitschaal. Vermijd het
neerzetten van de zitschaal op verhoogde en of schuin afhellende
oppervlakken.
Gebruik de zitschaal uitsluitend voor de opgegeven gewichtsklasse
tot maximaal 13 KG (vergelijk 1).
Gebruik de zitschaal NOOIT op een voertuigzetel met actieve
frontairbag (vergelijk 4,1).
Neem bovendien de instructies van het bedrijfshandboek van het
voertuig in acht, waarin de zitschaal dient te worden ingebouwd,
(vergelijk 4.1).
Monteer de zitschaal PRINCIPIEEL tegen de rijrichting (steeds met
de rug naar de rijrichting toe) (vergelijk 4.2).
Zorg ervoor, dat de zitschaal overeenkomstig deze handleiding in het
voertuig werd ingebouwd (vergelijk 4.2).
Gebruik de zitschaal NOOIT zonder het gordelsysteem van het zitje
te hebben gesloten en de gordels vast aangespannen zijn. Dit geldt
ook voor het gebruik buiten het voertuig (vergelijk 5.2).
Gebruik de zitschaal na een zwaar ongeval (ongevalsnel-heid > ca.
10km/h) niet meer (vergelijk 7).
NL
6
3. Algemeen gebruik
3.1 Functies van de draagbeugel
De draagbeugel van de zitschaal kan in 3 stabiele
posities worden geblokkeerd.
Om de beugel te verstellen drukt u a.u.b op de beide
rode ontgrendelingen aan de beugelophangingen.
1 - Draag en bestuurderspositie van de draaghendel
Alle verdere posities van de beugel zijn NIET toegelaten
tijdens het autorijden.
2 - naar achteren geklapt voor de vrijgave van de schommelfunctie
(bijv. om in te slapen)
3 - naar onder geklapt voor een haaksere zitpositie (bijv. om eten te
geven)
Let erop, de zitschaal NOOIT op een helling te plaatsen en
vermijd het neerzetten op verhoogde plaatsen (bijv. tafels).
NL
123
7
3.2 Functies van het zonnedak
Het zonnedak kan voor de bescherming tegen directe zonnestraling in
richting draagbeugel (beugel in draagpositie) worden gesteld.
De montage resp. demontage gebeurt als volgt:
1.) Rijg het frame van het zonnedak door de lus in de stof. De afgeronde
zijde van de beugel dient daarbij telkens in de richting van het
stofgedeelte te wijzen.
2.) Druk de bevestigingsstiften aan het einde van het zonnedak in de
daarvoor in de zitschaal voorziene bevestigingsgaten. Deze bevinden
zich zijdelings aan de zitschaal in de buurt van het draaipunt van de
draagbeugel.
3.) Leg bij het verwijderen van het zonnedak de beugel in de richting van
de voeten van het kind om en druk de bevestigingsstiften aan het einde
van het frame uit de bevestigingsgaten.
Om de bevestigingsgaten aan de zijde beter te kunnen vinden, kan
men de overtrek van de zitschaal losmaken.
Lus
Frame
Afgeronde zijde
Voetendeel
Bevestigingsstift
Bevestigingsgat
NL
8
3.3 Verwijdering van de overtrek
Gebruik de zitschaal NOOIT zonder de originele overtrek. De overtrek is
bestanddeel van het veiligheidsconcept.
De stoffen overtrek kan om te wassen gewoon worden afgenomen. Verwijder
het gordelsysteem, door de gordeluiteinden gewoon door de betreffende
openingen in de bekleding uit te trekken.
De overtrek kan dan van de schaal worden afgenomen.
Wanneer u de overtrek weer monteert, dan gelieve er absoluut op te letten,
dat de gordels bij het inrijgen niet in de overtrek worden verdraaid.
4. Inbouw in het voertuig
4.1 Zitplaatsselectie
Deze zitschaal is niet geschikt voor zitplaatsen, die met een
actieve frontairbag zijn uitgerust.
Sommige voertuigproducenten laten echter de uitschakeling van de
frontairbag IN DE WERKPLAATS toe. Gelieve hiervoor contact op te nemen
met uw voertuigdealer.
De zitschaal is niet geschikt voor zitplaatsen, die slechts met
een 2-punts heupgordel zijn uitgerust. Gelieve de zitschaal
UITSLUITEND op plaatsen te gebruiken, die over een 3-punts
voertuiggordel beschikken.
Wij bevelen het gebruik van de zitschaal aan in personenwagens op
de achterbank en in een voor een eventuele redding het best
toegankelijke plaats.
NL
9
4.2 Inbouwprocedure
Na de consultatie van het bedrijfshandboek van uw voertuig alsook de
selectie van de geschikte zitplaats (vergelijk 4.1) kan de inbouw van de
zitschaal in het voertuig, zoals onderstaand is beschreven, gebeuren.
Afb. 1 - Plaats de zitschaal op de voertuigzetel (gelieve punt 4.1 in acht
te nemen) en plaats dan de draagbeugel in de positie voor
autorijden (vergelijk 3.1).
Afb. 2 - Geleid de heupgordel van het 3-puntsgordelsysteem van het
voertuig door BEIDE heupgordelgeleidingen van de zitschaal en
laat de gordeltong met een hoorbare „klik" in het gordelslot
ineensluiten. Controleer het ineensluiten door aan de gordel te
trekken.
NL
Afb. 1 Afb. 2
Afb. 3 Afb. 4
10
Afb. 3 - Geleid nu de schoudergordel van de 3-puntsgordel van het
voertuig langs de achterzijde van de hoofdpositie van de
zitschaal. Leg de gordel in de aan de zitschaal voorziene
opening voor de gordelgeleiding.
Afb. 4 - Span nu de 3-puntsgordel van het voertuig aan door krachtig te
trekken aan de in afb. 3 en afb. 4 getoonde posities.
Sommige voertuigen beschikken over zogenaamde retractorblokke-
ringen. Daarmee kan de automatische oproller van het gordelsys-
teem van het voertuig gedeactiveerd worden. Daardoor is een
vastere inbouw van de zitschaal mogelijk. Consulteert u hiervoor de
bedieningshandleiding van uw voertuig resp. uw voertuigdealer.
5. Beveiligen van de baby in de zitschaal
5.1 Hoogteregeling van de gordel in de zitschaal
Opdat uw opgroeiende baby steeds optimaal in zijn zitschaal wordt
gehouden, beschikt de zitschaal over 3 hoogteregelingen van de
geïntegreerde schoudergordels. Gelieve deze in te stellen overeenkomstig
de volgende afbeelding:
Foutief, te laag Foutief, te hoog CORRECT
De gordel dient met een lichte hoek langs boven over de schouders van uw
kind te lopen.
NL
11
Om de schoudergordels te regelen, trekt u deze
langs de achterzijde van de zitschaal door de
bekleding en door de zitschaal. Rijg de
schoudergordels weer in op de gewenste
gordelhoogte.
Let er op, dat de gordels nooit verdraaid lopen en dat beide
schoudergordels op dezelfde hoogte in de zitschaal werden
ingeregen.
5.2 Gebruik van de gordel in de zitschaal
Gelieve ervoor te zorgen, dat uw baby in de zitschaal STEEDS is
vastgegordeld. Dat betekent ook buiten het voertuig.
1 2 3
4 5
NL
12
Afb. 1 - Nadat u ervoor gezorgd hebt, dat de schoudergordels in de
correcte hoogte zijn ingesteld (vergelijk 5.1), trekt u de beide
schoudergordels over de schouders van uw baby.
Afb. 2 - Geleid de uiteinden van de schoudergordels samen in het
gordelslot. Het slot is ineengesloten, wanneer een duidelijke „klik"
te horen is. Indien de schoudergordels te kort zouden zijn, handelt
u eerst zoals in afb. 5 is beschreven.
Afb. 3 - Controleer de vaste ineensluiting door gelijktijdig aan de
schoudergordels en aan het gordelslot te trekken.
Afb. 4 - Span het gordelslot aan door aan de centrale gordelregelaar te
trekken. Het gordelsysteem dient zo nauw mogelijk aan het
lichaam van uw baby aan te sluiten, zonder echter in te snijden. Let
vooral bij dikke (winter)kleding op een nauwe aansluiting.
Afb. 5 - Door op de centrale gordelregelaar te drukken (rood gekenmerkt
„press" vlak) en gelijktijdig aan de schoudergordels te trekken
kunnen de schoudergordels weer losser worden gemaakt.
Wanneer u daarbij de schoudergordels naar achter over de rand
van de zitschaal legt, zullen de gordels bij het neerzetten van de
baby in de zitschaal niet de weg versperren.
6. Verzorgingsinstructies
6.1 De zitovertrek
De overtrek kan worden gewassen bij 30 graden in een programma voor fijne
was. Niet centrifugeren en niet in een wasdroger drogen.
NL
13
6.2 Het gordelsysteem
Het gordelsysteem kan met een vochtige doek worden gereinigd. Gelieve
het nooit in de wasmachine te stoppen of met chemische reinigingsmiddelen
te behandelen.
Gelieve er op te letten, dat verontreinigingen aan het gordelslot worden
vermeden, opdat het zijn functionaliteit zou behouden. Indien desondanks
een verontreiniging de functionaliteit belemmert, kunt u het gordelslot in een
zacht zeepsop inweken en daarna met VEEL warm water afspoelen.
Indien u daarna nog steeds aan de functionaliteit van het gordelslot twijfelt,
sturen wij u graag een reserveonderdeel.
6.3 De zitschaal
De kunststofschaal en de draagbeugel kunnen met een vochtige doek
worden gereinigd.
7. Wat te doen na een ongeval
Na een ongeval, waarbij de snelheid hoger is dan 10 km/uur, moet de nest
door de producent op mogelijke beschadiging worden nagekeken en
desnoods worden vervangen.
NL
14
8. Garantie
Op de kiddy nest geven wij een garantie op fabricage- en materiaalfouten
voor de duur van 2 jaar. De garantietijd gaat in op de dag van de aankoop.
Voor reclamaties dient de aankoopbon altijd overlegd te worden.
De garantie geldt voor die kinderzitjes, die vakkundig werden behandeld en
in schone en fatsoenlijke toestand werden teruggestuurd.
De garantie geldt niet voor:
- natuurlijke verschijnselen van slijtage en schade veroorzaakt door
bovenmatig gebruik
- schade door ongeschikt of onpassend gebruik
Stoffen: alle onze stoffen komen tegemoet aan de hoogste eisen met
betrekking tot kleurechtheid en UV straling. Desondanks bleken stoffen uit
als zij blootgesteld worden aan uv- straling. Het gaat hierbij niet om een
materiaalfout, maar om normale verschijnselen van slijtage waarvoor geen
garantie wordt gegeven.
Bij een geval van aanspraak op garantie dient u zich direct tot uw
vakhandelaar te wenden.
NL

Documenttranscriptie

NL Inhoud 1. Geschiktheid....................................................................... 3 3. 3.1 3.2 3.3 Algemeen gebruik.............................................................. Functies van de draagbeugel............................................... Functies van het zonnedak.................................................. Verwijderen van de overtrek................................................. 2. 4. 4.1 4.2 Algemene veiligheidsinstructies....................................... 4 6 6 7 8 Inbouw in het voertuig....................................................... 8 Zitplaatsselectie.................................................................... 8 Inbouwprocedure.................................................................. 9 5. 5.1 5.2 Beveiligen van de baby in de zitschaal............................ 10 Hoogteregeling van de gordel in de zitschaal...................... 10 Gebruik van de gordel in de zitschaal.................................. 11 7. Behandeling na een ongeval ............................................ 13 6. 6.1 6.2 6.3 8. Verzorgingsinstructies....................................................... De zitovertrek....................................................................... Het gordelsysteem............................................................... De zitschaal.......................................................................... 12 12 13 13 Garantie............................................................................... 14 Bedieningshandleiding kiddy nest NL 1. Geschiktheid De kiddy nest is volgens de actueelste versie van de goedkeuringsnorm ECE44-04 gekeurd en goedgekeurd. Hij ontving de productievergunning voor de klasse „universeel". Dat betekent, dat hij in alle voertuigtypes op alle plaatsen met 3-puntsgordels is goedgekeurd. Neem echter ABSOLUUT in acht, dat de zitschaal NOOIT op voertuigzetels met een actieve frontairbag mag worden gebruikt. Daarmee kan de zitschaal op alle voertuigzetels worden gebruikt, die de volgende kenmerken bezitten: Er bestaat GEEN actieve frontairbag. Er staat een 3-puntsgordel, die volgens ECE 16 of vergelijkbare normen is goedgekeurd, ter beschikking. Na studies van de Technische Universiteit Berlijn vormen ZIJDELINGSE AIRBAGS geen duidelijk gevaar voor zitschalen. Gelieve u echter bij het gebruik in uw voertuig aan de aanbevelingen in het gebruikershandboek van de voertuigproducent te houden! De zitschaal kan worden gebruikt voor baby’s tot 13 kg resp. ca. 15 maanden. 3 2. Algemene veiligheidsinstructies NL Gelieve voor de veiligheid van uw kind een paar minuten te investeren voor het lezen van deze bedieningshandleiding. Vele verwondingen, die makkelijk vermijdbaar geweest zouden zijn, worden veroorzaakt door gedachteloosheid. Lees de gebruiksaanwijzing ZORGVULDIG voor de eerste inbouw. Een foutief gebruik kan voor uw kind LEVENSGEVAARLIJK zijn. Voer geen wijzigingen uit aan de zitschaal, het gordelsysteem of andere componenten van de zitschaal. Controleer de elementen van de zitschaal, vooral het gordelsysteem regelmatig op slijtage of andere beschadigingen. Zorg ervoor, dat geen delen van het kinderzitje of de gordels tussen deuren of verstelbare zetels worden gekneld. Stel regelbare rugleuningen zo in, dat deze contact hebben met de draagbeugel van de zitschaal. Bescherm de zitschaal tegen directe zonnestraling. Zij zou onaangenaam kunnen opwarmen. Let er, vooral bij vans op, dat de zitschaal in het geval van een redding door derden op een zo makkelijk mogelijk bereikbare plaats is ingebouwd. Beveilig uw bagage en andere zware voorwerpen steeds reglementair in het voertuig. Losse voorwerpen kunnen bij een ongeval ZWARE letsels bij de passagiers veroorzaken. De zogenaamde hoedenplank is GEEN transportvlak 4 NL Gebruik de zitschaal NOOIT zonder de originele overtrek. Maak de zitschaal in het voertuig steeds met de gordel vast, ook indien de schaal niet wordt gebruikt. Gebruik de zitschaal NOOIT als inkooptas of als andere transporthulp. Laat uw kind NOOIT zonder toezicht in de zitschaal. Vermijd het neerzetten van de zitschaal op verhoogde en of schuin afhellende oppervlakken. Gebruik de zitschaal uitsluitend voor de opgegeven gewichtsklasse tot maximaal 13 KG (vergelijk 1). Gebruik de zitschaal NOOIT op een voertuigzetel met actieve frontairbag (vergelijk 4,1). Neem bovendien de instructies van het bedrijfshandboek van het voertuig in acht, waarin de zitschaal dient te worden ingebouwd, (vergelijk 4.1). Monteer de zitschaal PRINCIPIEEL tegen de rijrichting (steeds met de rug naar de rijrichting toe) (vergelijk 4.2). Zorg ervoor, dat de zitschaal overeenkomstig deze handleiding in het voertuig werd ingebouwd (vergelijk 4.2). Gebruik de zitschaal NOOIT zonder het gordelsysteem van het zitje te hebben gesloten en de gordels vast aangespannen zijn. Dit geldt ook voor het gebruik buiten het voertuig (vergelijk 5.2). Gebruik de zitschaal na een zwaar ongeval (ongevalsnel-heid > ca. 10km/h) niet meer (vergelijk 7). 5 NL 3. Algemeen gebruik 3.1 Functies van de draagbeugel De draagbeugel van de zitschaal kan in 3 stabiele posities worden geblokkeerd. Om de beugel te verstellen drukt u a.u.b op de beide rode ontgrendelingen aan de beugelophangingen. 1 1 - 2 3 - 2 3 Draag en bestuurderspositie van de draaghendel Alle verdere posities van de beugel zijn NIET toegelaten tijdens het autorijden. naar achteren geklapt voor de vrijgave van de schommelfunctie (bijv. om in te slapen) naar onder geklapt voor een haaksere zitpositie (bijv. om eten te geven) Let erop, de zitschaal NOOIT op een helling te plaatsen en vermijd het neerzetten op verhoogde plaatsen (bijv. tafels). 6 NL 3.2 Functies van het zonnedak Het zonnedak kan voor de bescherming tegen directe zonnestraling in richting draagbeugel (beugel in draagpositie) worden gesteld. De montage resp. demontage gebeurt als volgt: Voetendeel Lus Frame Bevestigingsstift Afgeronde zijde Bevestigingsgat 1.) Rijg het frame van het zonnedak door de lus in de stof. De afgeronde zijde van de beugel dient daarbij telkens in de richting van het stofgedeelte te wijzen. 2.) Druk de bevestigingsstiften aan het einde van het zonnedak in de daarvoor in de zitschaal voorziene bevestigingsgaten. Deze bevinden zich zijdelings aan de zitschaal in de buurt van het draaipunt van de draagbeugel. 3.) Leg bij het verwijderen van het zonnedak de beugel in de richting van de voeten van het kind om en druk de bevestigingsstiften aan het einde van het frame uit de bevestigingsgaten. Om de bevestigingsgaten aan de zijde beter te kunnen vinden, kan men de overtrek van de zitschaal losmaken. 7 NL 3.3 Verwijdering van de overtrek Gebruik de zitschaal NOOIT zonder de originele overtrek. De overtrek is bestanddeel van het veiligheidsconcept. De stoffen overtrek kan om te wassen gewoon worden afgenomen. Verwijder het gordelsysteem, door de gordeluiteinden gewoon door de betreffende openingen in de bekleding uit te trekken. De overtrek kan dan van de schaal worden afgenomen. Wanneer u de overtrek weer monteert, dan gelieve er absoluut op te letten, dat de gordels bij het inrijgen niet in de overtrek worden verdraaid. 4. Inbouw in het voertuig 4.1 Zitplaatsselectie Deze zitschaal is niet geschikt voor zitplaatsen, die met een actieve frontairbag zijn uitgerust. Sommige voertuigproducenten laten echter de uitschakeling van de frontairbag IN DE WERKPLAATS toe. Gelieve hiervoor contact op te nemen met uw voertuigdealer. De zitschaal is niet geschikt voor zitplaatsen, die slechts met een 2-punts heupgordel zijn uitgerust. Gelieve de zitschaal UITSLUITEND op plaatsen te gebruiken, die over een 3-punts voertuiggordel beschikken. Wij bevelen het gebruik van de zitschaal aan in personenwagens op de achterbank en in een voor een eventuele redding het best toegankelijke plaats. 8 NL 4.2 Inbouwprocedure Na de consultatie van het bedrijfshandboek van uw voertuig alsook de selectie van de geschikte zitplaats (vergelijk 4.1) kan de inbouw van de zitschaal in het voertuig, zoals onderstaand is beschreven, gebeuren. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 Afb. 1 - Plaats de zitschaal op de voertuigzetel (gelieve punt 4.1 in acht te nemen) en plaats dan de draagbeugel in de positie voor autorijden (vergelijk 3.1). Afb. 2 - Geleid de heupgordel van het 3-puntsgordelsysteem van het voertuig door BEIDE heupgordelgeleidingen van de zitschaal en laat de gordeltong met een hoorbare „klik" in het gordelslot ineensluiten. Controleer het ineensluiten door aan de gordel te trekken. 9 NL Afb. 3 - Geleid nu de schoudergordel van de 3-puntsgordel van het voertuig langs de achterzijde van de hoofdpositie van de zitschaal. Leg de gordel in de aan de zitschaal voorziene opening voor de gordelgeleiding. Afb. 4 - Span nu de 3-puntsgordel van het voertuig aan door krachtig te trekken aan de in afb. 3 en afb. 4 getoonde posities. Sommige voertuigen beschikken over zogenaamde retractorblokkeringen. Daarmee kan de automatische oproller van het gordelsysteem van het voertuig gedeactiveerd worden. Daardoor is een vastere inbouw van de zitschaal mogelijk. Consulteert u hiervoor de bedieningshandleiding van uw voertuig resp. uw voertuigdealer. 5. Beveiligen van de baby in de zitschaal 5.1 Hoogteregeling van de gordel in de zitschaal Opdat uw opgroeiende baby steeds optimaal in zijn zitschaal wordt gehouden, beschikt de zitschaal over 3 hoogteregelingen van de geïntegreerde schoudergordels. Gelieve deze in te stellen overeenkomstig de volgende afbeelding: Foutief, te laag Foutief, te hoog CORRECT De gordel dient met een lichte hoek langs boven over de schouders van uw kind te lopen. 10 NL Om de schoudergordels te regelen, trekt u deze langs de achterzijde van de zitschaal door de bekleding en door de zitschaal. Rijg de schoudergordels weer in op de gewenste gordelhoogte. Let er op, dat de gordels nooit verdraaid lopen en dat beide schoudergordels op dezelfde hoogte in de zitschaal werden ingeregen. 5.2 Gebruik van de gordel in de zitschaal Gelieve ervoor te zorgen, dat uw baby in de zitschaal STEEDS is vastgegordeld. Dat betekent ook buiten het voertuig. 1 2 4 3 5 11 NL Afb. 1 - Nadat u ervoor gezorgd hebt, dat de schoudergordels in de correcte hoogte zijn ingesteld (vergelijk 5.1), trekt u de beide schoudergordels over de schouders van uw baby. Afb. 2 - Geleid de uiteinden van de schoudergordels samen in het gordelslot. Het slot is ineengesloten, wanneer een duidelijke „klik" te horen is. Indien de schoudergordels te kort zouden zijn, handelt u eerst zoals in afb. 5 is beschreven. Afb. 3 - Controleer de vaste ineensluiting door gelijktijdig aan de schoudergordels en aan het gordelslot te trekken. Afb. 4 - Span het gordelslot aan door aan de centrale gordelregelaar te trekken. Het gordelsysteem dient zo nauw mogelijk aan het lichaam van uw baby aan te sluiten, zonder echter in te snijden. Let vooral bij dikke (winter)kleding op een nauwe aansluiting. Afb. 5 - Door op de centrale gordelregelaar te drukken (rood gekenmerkt „press" vlak) en gelijktijdig aan de schoudergordels te trekken kunnen de schoudergordels weer losser worden gemaakt. Wanneer u daarbij de schoudergordels naar achter over de rand van de zitschaal legt, zullen de gordels bij het neerzetten van de baby in de zitschaal niet de weg versperren. 6. Verzorgingsinstructies 6.1 De zitovertrek De overtrek kan worden gewassen bij 30 graden in een programma voor fijne was. Niet centrifugeren en niet in een wasdroger drogen. 12 NL 6.2 Het gordelsysteem Het gordelsysteem kan met een vochtige doek worden gereinigd. Gelieve het nooit in de wasmachine te stoppen of met chemische reinigingsmiddelen te behandelen. Gelieve er op te letten, dat verontreinigingen aan het gordelslot worden vermeden, opdat het zijn functionaliteit zou behouden. Indien desondanks een verontreiniging de functionaliteit belemmert, kunt u het gordelslot in een zacht zeepsop inweken en daarna met VEEL warm water afspoelen. Indien u daarna nog steeds aan de functionaliteit van het gordelslot twijfelt, sturen wij u graag een reserveonderdeel. 6.3 De zitschaal De kunststofschaal en de draagbeugel kunnen met een vochtige doek worden gereinigd. 7. Wat te doen na een ongeval Na een ongeval, waarbij de snelheid hoger is dan 10 km/uur, moet de nest door de producent op mogelijke beschadiging worden nagekeken en desnoods worden vervangen. 13 NL 8. Garantie Op de kiddy nest geven wij een garantie op fabricage- en materiaalfouten voor de duur van 2 jaar. De garantietijd gaat in op de dag van de aankoop. Voor reclamaties dient de aankoopbon altijd overlegd te worden. De garantie geldt voor die kinderzitjes, die vakkundig werden behandeld en in schone en fatsoenlijke toestand werden teruggestuurd. De garantie geldt niet voor: - natuurlijke verschijnselen van slijtage en schade veroorzaakt door bovenmatig gebruik - schade door ongeschikt of onpassend gebruik Stoffen: alle onze stoffen komen tegemoet aan de hoogste eisen met betrekking tot kleurechtheid en UV straling. Desondanks bleken stoffen uit als zij blootgesteld worden aan uv- straling. Het gaat hierbij niet om een materiaalfout, maar om normale verschijnselen van slijtage waarvoor geen garantie wordt gegeven. Bij een geval van aanspraak op garantie dient u zich direct tot uw vakhandelaar te wenden. 14
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106

kiddy Nest de handleiding

Type
de handleiding