Nikon COOLPIX P610 de handleiding

Type
de handleiding
Naslaggids
DIGITALE CAMERA
i
Inleiding
ii
Inhoudsopgave
xiii
Onderdelen van de camera
1
Voorbereiden voor opname
9
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
16
Opnamefuncties
26
Functies die ingesteld kunnen worden met
de d (menu) knop
49
Locatiegegevensfuncties gebruiken
59
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
60
Camera aansluiten op een tv, printer of computer
61
Referentiegedeelte
E1
Technische opmerkingen en index
F1
ii
Inleiding
Inleiding
Om dit Nikon product optimaal te kunnen gebruiken, dient u "Voor uw
veiligheid" (Avi-viii), "<Belangrijk> Opmerkingen over locatiegegevensfuncties
(GPS/GLONASS)" (Ax) en "Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)" (Axi), en alle
overige instructies grondig te lezen en deze informatie te bewaren waar deze
geraadpleegd kan worden door iedereen die de camera gebruikt.
Als u de camera onmiddellijk wilt gebruiken, see "Voorbereiden voor
opname" (A9) en "Basisstappen voor fotograferen en weergeven" (A16).
Overige informatie
Symbolen en conventies
Met "geheugenkaarten" worden in deze handleiding SD-, SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten bedoeld.
Met "standaardinstelling" wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op het scherm verschijnen en de namen
van knoppen of meldingen die op een computermonitor verschijnen,
worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen
weggelaten om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
Lees dit eerst
Symbool Beschrijving
B
Dit pictogram duidt waarschuwingen en informatie aan die vóór
het gebruik van de camera gelezen moeten worden
C
Dit pictogram duidt opmerkingen en informatie aan die vóór
het gebruik van de camera gelezen moeten worden
A/E/F
Deze pictogrammen duiden andere pagina’s met relevante
informatie aan; E: "Referentiegedeelte", F: "Technische
opmerkingen en index".
iii
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar permanente kennisoverdracht via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie
online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en
fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon
vertegenwoordiging. Bezoek de onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk
Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische
normen en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische
accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters
en USB-kabels), die door Nikon speciaal zijn ontwikkeld om binnen de operationele
eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het
oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN
VERVAARDIGD, KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN
VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram
kan de werking van de camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in
oververhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterijen.
Neem voor meer informatie over originele Nikon accessoires contact op met een
door Nikon goedgekeurde leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of
reis), kunt u het beste enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera
goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg
van een defect aan de camera.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dit
apparaat een origineel Nikon product is.
iv
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag
worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in
een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig
middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De afbeeldingen van monitorinhoud en camera kunnen verschillen van het
eigenlijke product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de
specificaties van de hardware en software die in deze handleidingen worden
beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit
product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-
importeur op de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de
overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of
reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd
of gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van
een stempel "Voorbeeld" of "Specimen". Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij
vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren
of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen
(aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of
coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën
voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of
reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, door
overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven vergunningen,
identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken,
zoals boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's,
wordt gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik
dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die
het auteursrecht schenden.
v
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van
opslagmedia, zoals geheugenkaarten, de oorspronkelijke beeldgegevens niet
volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is
het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te
herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot
dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg
te werpen of aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren,
Locatiegegevens opnemen instellen op Uit in Optiesmenu locatiegeg. (E93)
en vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten
(bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van
opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Bij de COOLPIX P610 wordt er op dezelfde manier met de loggegevens op de
geheugenkaart gewerkt als met andere gegevens. Selecteer Log aanmaken Log
beëindigen Log wissen om de loggegevens te wissen die worden verkregen
van maar niet zijn opgeslagen op de geheugenkaart.
Voor het wissen van de Wi-Fi-instellingen selecteert u Standaardw. herstellen in
het menu Wi-Fi-opties (E91).
vi
Inleiding
Om schade aan het Nikon product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen
alvorens dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies
op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk
vermelde veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het
volgende symbool:
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetlaad-adapter
komt, koppel de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de batterij
onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera
blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient
het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of de lichtnetlaadadapter
kan leiden tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici
worden uitgevoerd. Als de camera of de lichtnetlaadadapter door een val of
ander ongeluk openbreekt, haalt u de stekker uit het stopcontact en/of
verwijdert u de batterij en laat u het product nakijken door een door Nikon
erkende servicedienst.
Gebruik de camera of lichtnetlaadadapter niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen,
omdat dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of andere kleine onderdelen niet in
hun mond kunnen stoppen.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen
voordat dit Nikon product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk
letsel wordt voorkomen.
vii
Inleiding
Vermijd langdurig contact met de camera, lichtnetlaadadapter of
lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in
gebruik zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in
direct contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg
hebben.
Gebruik het product niet bij extreem hoge temperaturen zoals
bijvoorbeeld in een afgesloten auto of direct zonlicht
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit beschadiging of
brand veroorzaken.
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken, oververhit raken of ontploffen.
Let op de volgende punten bij het gebruik van de batterij in combinatie met
dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Als u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter gebruikt, haalt u eerst de stekker uit het
stopcontact.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL23 (meegeleverd). Laad de
batterij op door een camera te gebruiken die het opladen van batterijen
ondersteunt. Daartoe gebruikt u de lichtnetlaadadapter EH-71P (meegeleverd)
en USB-kabel UC-E21 (meegeleverd). De batterijlader MH-67P (apart verkrijgbaar)
kan ook worden gebruikt om de batterij zonder camera op te laden.
Probeer de batterij niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te
plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het
omhulsel verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt.
Stop de batterij voor transport ter bescherming in een plastic tas. Vervoer of
bewaar de batterij niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan lekken. Om schade aan het product
te voorkomen, dient u de batterij te verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij wanneer zich een
verandering voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een
beschadigde batterij onmiddellijk af met ruim water.
Neem bij gebruik van de lichtnetlaadadapter de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de batterijlader droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter
tijdens onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit
leiden tot een elektrische schok.
viii
Inleiding
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel
niet met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de
kabel en stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd
raakt en de draden bloot komen te liggen, laat het netsnoer dan door een
door Nikon erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Raak de stekker of de lichtnet-laadadapter niet met natte handen aan. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Niet gebruiken in combinatie met reisstekkers, adapters bedoeld om de ene
spanning om te vormen naar de andere of met DC/AC-omvormers. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat leiden tot schade aan
het product resp. oververhitting of zelfs brand.
Gebruik de geschikte stroombron (batterij, lichtnetlaadadapter,
lichtnetadapter, USB-kabel)
Wanneer u een stroombron gebruikt die niet door Nikon wordt geleverd of
verkocht, kan dit schade of storingen veroorzaken.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij
Nikon verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Raak de bewegende delen van het objectief niet aan
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot letsel.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de
objectiefbescherming of andere bewegende delen.
Als u een flitser dicht bij de ogen van een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser mag niet dichterbij worden gehouden dan 1 meter van het onderwerp.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in
aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, zorg dan dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en dat uw huid, ogen of mond niet in aanraking komen met de
vloeibare kristallen.
Volg de instructies van het luchtvaart- en ziekenhuispersoneel
ix
Inleiding
Mededeling voor Europese klanten
WAARSCHUWINGEN
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR
EEN ONJUIST TYPE.
VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten
via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden
ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi niet
samen met het huishoudelijk afval weg.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die
kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk
moet ingezameld worden.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi niet
samen met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Mededelingen
x
Inleiding
bLocatienaamgegevens van deze camera
Lees voordat u gebruik maakt van de locatiegegevensfuncties eerst de
"GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS"
(F22) en ga akkoord met de voorwaarden.
De informatie betreffende locatienaam (Points of interest: POI) geldt vanaf
april 2014.
De informatie betreffende locatienaam wordt niet bijgewerkt.
Gebruik de informatie betreffende locatienaam alleen als richtlijn.
De informatie betreffende locatienaam (Points of interest: POI) voor China
en Korea worden niet verstrekt voor de COOLPIX P610.
bOpmerkingen over functies Locatiegeg. opnemen en opnemen van
logs
Gebruik informatie gemeten door de camera alleen als richtlijn.
Deze informatie kan niet worden gebruikt voor navigatiedoeleinden in een
vliegtuig of auto, persoonlijke toepassingen of landmetingen.
Als Locatiegegevens opnemen onder Optiesmenu locatiegeg. in het
optiesmenu locatiegegevens is ingesteld op Aan of bij het opnemen van
logs, werken de functies voor het opnemen van locatiegegevens en de
functie voor logopname verder, zelfs nadat de camera wordt uitgeschakeld
(E40).
Personen kunnen herkend worden aan de hand van foto's of films die zijn
opgenomen met locatiegegevens. Wees daarom altijd voorzichtig als u
foto's of films met locatiegegevens of logbestanden naar een derde
verzendt of als u ze wilt uploaden naar een netwerk zoals internet waar
iedereen ze kan bekijken. Zorg ervoor dat u "Wegwerpen van opslagmedia"
(Av) leest.
bDe camera in het buitenland gebruiken
Raadpleeg uw reisbureau of de ambassade van het land waar u naar toegaat
om te controleren of er restricties gelden voor het gebruik van camera's,
voordat u de camera met locatiegegevensfuncties meeneemt naar het
buitenland.
Zo mag u in China bijvoorbeeld geen locatiegegevenslogs vastleggen met
informatie over locaties, zonder toestemming van de Chinese regering.
Zet Locatiegegevens opnemen op Uit.
De locatiegegevensfunctie kan misschien niet correct werken in China en de
grenzen tussen China en aangrenzende landen (vanaf december 2014).
<Belangrijk> Opmerkingen over
locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS)
xi
Inleiding
Dit product wordt geregeld door de voorschriften van het Ministerie van
Export van de Verenigde Staten en u dient toelating te krijgen van de overheid
van de Verenigde Staten als u dit product exporteert of herexporteert naar een
land waarvoor de Verenigde Staten een embargo op goederen hebben
afgekondigd. De volgende landen werden onderworpen aan een embargo:
Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië. Omdat deze lijst met landen kan
wijzigen, dient u voor de recentste informatie contact op te nemen met het
Ministerie van Handel van de Verenigde Staten.
Beperkingen voor draadloze apparaten
De draadloze zender/ontvanger die in dit product is inbegrepen, voldoet aan
de voorschriften voor draadloze toepassingen in het land van aankoop en is
niet bedoeld voor gebruik in andere landen (producten die werden
aangeschaft in de EU of in de EFTA, kunnen gelijk waar in de EU en de EFTA
worden gebruikt). Nikon is niet aansprakelijk voor gebruik in andere landen.
Gebruikers die niet zeker zijn wat het oorspronkelijke land van aankoop is,
dienen contact op te nemen met hun lokaal Nikon-servicecenter of met een
door Nikon erkende servicedienst. Deze beperking geldt alleen voor de
draadloze werking en niet voor enig ander gebruik van het product.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat COOLPIX P610 voldoet aan de
essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op
http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_P610.pdf.
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)
xii
Inleiding
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van radiotransmissies
Merk op dat de radiotransmissie of -ontvangst van gegevens altijd kan worden
onderschept door derden. Nikon is niet verantwoordelijk voor gegevens- of
informatielekken die zich tijdens de gegevensoverdracht kunnen voordoen.
Gebruik van persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die op het product is geregistreerd en geconfigureerd,
zoals de verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke
informatie, kan blootstaan aan veranderingen en verlies ten gevolge van
bedieningsfouten, statische elektriciteit, ongevallen, storingen, reparaties of
andere handelingen. Bewaar altijd een kopie van belangrijke informatie op
een andere plaats. Nikon is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte
schade of winstderving ten gevolge van een verandering of verlies van
informatie waarvoor Nikon niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Voordat dit product wordt weggegooid of aan een andere eigenaar wordt
overgedragen, is het raadzaam dat u Standaardwaarden in het setup-
menu (A57) gebruikt om alle gebruikersgegevens geregistreerd en
geconfigureerd op het product, met inbegrip van verbindingsinstellingen
voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie, te verwijderen.
xiii
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................ ii
Lees dit eerst............................................................................................................................... ii
Overige informatie ...................................................................................................................................... ii
Informatie en voorzorgsmaatregelen ............................................................................................ iii
Voor uw veiligheid .................................................................................................................. vi
WAARSCHUWINGEN ................................................................................................................................. vi
Mededelingen........................................................................................................................... ix
<Belangrijk> Opmerkingen over locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS) ..... x
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)........................................................................................... xi
Onderdelen van de camera ................................................................................... 1
De camerabody ......................................................................................................................... 1
De monitor .................................................................................................................................. 3
Weergave van de monitor wisselen (s knop)................................................................... 3
Voor opname.................................................................................................................................................. 4
Voor weergave............................................................................................................................................... 7
Voorbereiden voor opname.................................................................................. 9
De camerariem en de objectiefdop bevestigen............................................................ 9
De batterij en geheugenkaart plaatsen.......................................................................... 10
De batterij of geheugenkaart verwijderen................................................................................ 10
Batterij opladen....................................................................................................................... 11
De monitor openen en de hoek van de monitor aanpassen.................................. 13
Camera aanzetten en taal, datum en tijd instellen..................................................... 14
Basisstappen voor fotograferen en weergeven........................................... 16
Fotograferen in A (Auto) stand ....................................................................................... 16
De flitser gebruiken.................................................................................................................................. 18
Wisselen tussen de monitor en de zoeker ................................................................................ 19
De zoom gebruiken................................................................................................................................. 20
De ontspanknop........................................................................................................................................ 21
Films opnemen........................................................................................................................ 21
Foto's weergeven ................................................................................................................... 22
Foto's wissen ............................................................................................................................ 23
De opnamestand wijzigen .................................................................................................. 24
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
(voor opname) ......................................................................................................................... 25
xiv
Inhoudsopgave
Opnamefuncties...................................................................................................... 26
A (Auto) stand........................................................................................................................ 26
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen).................................... 27
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname) .............................. 28
Stand j, k, l en m (belichting voor opname instellen) Belichtingsstand..... 30
M (User settings (Gebruikersinstellingen)) .................................................................... 34
Instellingen opslaan in stand M (bewaar user settings) ................................................... 35
Flitsstand.................................................................................................................................... 36
Zelfontspanner ........................................................................................................................ 38
Glimlachtimer (Glimlachende gezichten automatisch fotograferen) ................. 39
Scherpstelstand....................................................................................................................... 40
Handmatige scherpstelling gebruiken........................................................................................ 42
Belichtingscompensatie (helderheidsinstelling)......................................................... 44
Functies die ingesteld kunnen worden met de Fn (functie) knop........................ 45
Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden tijdens
de opname ................................................................................................................................ 46
Functies die ingesteld kunnen worden met de d (menu) knop....... 49
Het opnamemenu .................................................................................................................. 51
Algemene opties....................................................................................................................................... 51
Voor j, k, l, m, M standen ............................................................................................................ 51
Het filmmenu ........................................................................................................................... 54
Het weergavemenu ............................................................................................................... 55
Het fotoselectiescherm ......................................................................................................................... 56
Het setup-menu ...................................................................................................................... 57
Locatiegegevensfuncties gebruiken................................................................ 59
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken ................................................ 60
De software installeren op het smart-toestel ............................................................... 60
Camera aansluiten op een tv, printer of computer..................................... 61
xv
Inhoudsopgave
Referentiegedeelte............................................................................................ E1
HInts en opmerkingen over de onderwerpstand .................................................. E3
Opname met eenvoudig panorama.................................................................................... E10
Weergave met eenvoudig panorama................................................................................. E12
Intervalfilms opnemen.................................................................................................................. E13
Standaardinstellingen (flitser, scherpstelstand, etc.)......................................... E15
Scherpstellen.................................................................................................................... E18
AF met doelopsporing gebruiken......................................................................................... E18
Gezichtsdetectie gebruiken ...................................................................................................... E19
Huid verzachten gebruiken....................................................................................................... E20
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus ................................................. E20
Scherpstelvergrendeling............................................................................................................. E21
Het regelbereik van de sluitertijd (j, k, l, m stand) ...................................... E22
Zoomweergave ............................................................................................................... E23
Miniatuurweergave/Kalenderweergave ................................................................ E24
Met continu-opname gemaakte foto's weergeven en wissen (reeks) ........ E25
Foto's in een reeks weergeven................................................................................................ E25
Foto's in een reeks wissen .......................................................................................................... E26
Foto's bewerken.............................................................................................................. E26
Voor het bewerken van foto's .................................................................................................. E26
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren .......................................... E27
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren .......................................................... E27
Huid verzachten: Voor zachte huidtinten......................................................................... E28
Filtereffecten: Effecten toepassen m.b.v. digitaal filter............................................. E29
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen ........................................................ E30
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken......................................................................... E31
Films opnemen en afspelen........................................................................................ E32
Foto's opslaan tijdens filmopname.......................................................................... E35
Functies tijdens filmweergave ................................................................................... E36
Films bewerken ............................................................................................................... E37
Alleen de gewenste delen van de film kopiëren ......................................................... E37
Een
be
eld uit een film opslaan als foto .............................................................................. E38
Locatiegegevens opnemen op de foto .................................................................. E39
Log van verplaatsingsinformatie opnemen.......................................................... E42
Logopname beëindigen om deze op te slaan op geheugenkaarten ............ E44
Aansluiten op een smart-toestel (Wi-Fi)................................................................. E45
In de camera opgeslagen foto's selecteren voor overdracht naar een
smart-toestel .................................................................................................................... E47
xvi
Inhoudsopgave
De camera aansluiten op een tv (weergave's op een tv) ................................. E48
De camera aansluiten op een printer (Direct Print) ........................................... E49
De camera aansluiten op een printer.................................................................................. E49
Foto's een voor een afdrukken ................................................................................................ E50
Meerdere foto's afdrukken ......................................................................................................... E51
ViewNX 2 gebruiken (foto's naar een computer kopiëren)............................. E53
Installeren van ViewNX 2............................................................................................................. E53
Foto's naar een computer kopiëren..................................................................................... E53
Het opnamemenu (de algemene opties voor opname)................................... E55
Beeldkwaliteit ..................................................................................................................................... E55
Beeldformaat ...................................................................................................................................... E56
Het opnamemenu (stand j, k, l of m)............................................................... E57
Picture Control (COOLPIX Picture Control) ...................................................................... E57
Aangepaste Picture Control (COOLPIX Aangepaste Picture Control)............. E61
Witbalans (kleurinstelling) .......................................................................................................... E62
Lichtmeting ......................................................................................................................................... E65
Continu-opname.............................................................................................................................. E66
ISO-waarde........................................................................................................................................... E70
Belichtingsbracketing.................................................................................................................... E71
AF-veldstand ....................................................................................................................................... E72
Autofocus-stand ............................................................................................................................... E75
Flitsbelichting correctie .............................................................................................................. E75
Filter ruisonderdrukking............................................................................................................... E76
Actieve D-Lighting ......................................................................................................................... E76
Meervoudige belichting .............................................................................................................. E77
Zoomgeheugen ............................................................................................................................... E79
Ops
tar
tzoomstand .......................................................................................................................... E80
M belichtingsvoorbeeld ............................................................................................................. E80
Het filmmenu ................................................................................................................... E81
Filmopties ............................................................................................................................................. E81
Autofocus-stand ............................................................................................................................... E84
Elektronische VR................................................................................................................................ E85
Windruisreductie ............................................................................................................................. E85
Zoommicrofoon ............................................................................................................................... E86
Beeldsnelheid .................................................................................................................................... E86
xvii
Inhoudsopgave
Het weergavemenu ....................................................................................................... E87
Markeren voor Wi-Fi-upload .................................................................................................... E87
Diashow ................................................................................................................................................. E88
Beveiligen.............................................................................................................................................. E89
Beeld draaien ..................................................................................................................................... E89
Reeksweergaveopties ................................................................................................................... E90
Hoofdfoto kiezen ............................................................................................................................ E90
Het menu Wi-Fi-opties .................................................................................................. E91
Toetsenbord tekstinvoer bedienen...................................................................................... E92
Het optiesmenu locatiegegevens............................................................................. E93
Optiesmenu locatiegeg. .............................................................................................................. E93
Het A-GPS-bestand bijwerken ................................................................................................. E94
Points of interest (POI) (locatienaaminformatie opnemen en
weergeven).......................................................................................................................................... E95
Klok instellen via satelliet............................................................................................................. E96
Het setup-menu .............................................................................................................. E97
Tijdzone en datum .......................................................................................................................... E97
Ontspan. bij geen kaart ................................................................................................................ E99
Monitorinstellingen ..................................................................................................................... E100
Elekt. zoeker auto aan/uit (automatisch wisselen van de weergave
naar de zoeker) ............................................................................................................................... E101
Datumstempel................................................................................................................................ E102
Vibratiereductie.............................................................................................................................. E103
AF-hulplicht ..................................................................................................................................... E104
Digitale zoom ................................................................................................................................. E104
Zijzoomknop toewijzen ............................................................................................................ E105
Geluidsinstellingen ..................................................................................................................... E105
Automatisch uit ............................................................................................................................ E106
Geheugenkaart form. ................................................................................................................ E106
Taal ....
.......
............................................................................................................................................. E106
Opladen via computer............................................................................................................... E107
Av/Tv-selectie .................................................................................................................................. E108
Bestandsnummering terugzetten ..................................................................................... E108
Peaking ................................................................................................................................................ E109
Standaardwaarden ...................................................................................................................... E109
Firmware-versie ............................................................................................................................. E109
Foutmeldingen.............................................................................................................. E110
Bestandsnamen............................................................................................................. E114
Optionele accessoires ................................................................................................. E115
Basisfuncties van de bedieningsknoppen........................................................... E116
xviii
Inhoudsopgave
Technische opmerkingen en index .............................................................. F1
Verzorgen van het product............................................................................................. F2
De camera ................................................................................................................................................. F2
De batterij .................................................................................................................................................. F3
De lichtnetlaadadapter...................................................................................................................... F4
Geheugenkaarten................................................................................................................................. F5
Reinigen en opslag............................................................................................................. F6
Reinigen ...................................................................................................................................................... F6
Opslag.......................................................................................................................................................... F6
Problemen oplossen.......................................................................................................... F7
Specificaties ........................................................................................................................ F16
Goedgekeurde geheugenkaarten........................................................................................... F20
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR
LOCATIENAAMGEGEVENS ............................................................................................. F22
Index...................................................................................................................................... F28
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
1 4 1
15 1612
10
11
9
13
7
8
14
3
52
6
Flitser omhoog
1 Oogje voor camerariem.................... 9
2
Hoofdschakelaar/camera-aan-
lampje (laadlampje)...........11, 14, 18
3 w (functie) knop .......... 45, E117
4 Keuzeknop ......................................16, 24
5 Microfoon (stereo).............54, E32
6 Flitser.......................................................... 36
7 m (activering flitser) knop ............. 36
8 USB-microaansluiting...............11, 61
9
HDMI-microaansluiting (type D)
....................................................................... 61
10 Deksel aansluiting.......................11, 61
11 N-Mark (NFC-antenne) ........... E46
12
Deksel voedingsaansluiting
(voor een optionele
lichtnetadapter) ...................... E115
13 Ontspanknop .................... 17, E117
14
Zoomknop ..............................................20
f : groothoekstand ........20, 22
g : telestand........................20, 22
h :miniatuurweergave
.....................................................E24
i : zoomweergave.........E23
15
Zelfontspannerlampje .....................38
Lampje rode-ogenreductie..........37
AF-hulpverlichting .............................57
16 Objectief
2
Onderdelen van de camera
* Wordt in deze handleiding ook wel de "multi-selector" genoemd.
21
12 14
13 17 1815 16
3 65 87 11109
19 20
4
1 p (terugkeerzoom) knop.............21
2
Zijzoomknop.........................................20
f : groothoekstand ................20
g : telestand................................20
3 Luidspreker............................ 57, E36
4 Dioptieregelaar ....................................19
5 Antenne positiebepaling...... E40
6 Elektronische zoeker.........................19
7 Oogsensor...............................................19
8 x (monitor) knop ...........................19
9 s (display) knop.............................3
10
b (e filmopname) knop
....................................................... 21, E32
11
Hoofdinstelschijf
.........................30, 32, E117, E119
12 Monitor................................................4, 13
13 q (Wi-Fi) knop ...................60, E45
14 c (weergave) knop ........................ 22
15
d (menu) knop
........................................49, 51, 54, 55, 57
16 l (wissen) knop ................................. 23
17
k (selectie toepassen) knop
.................................50, E116, E119
18
Draaibare multi-selector
(multi-selector)*
.................................25, E116, E118
19 Statiefaansluiting
20 Deksel batterijvak/kaartsleuf....... 10
3
Onderdelen van de camera
De informatie op de monitor tijdens opnamen en afspelen verandert,
afhankelijk van de instellingen en de status van de camera.
Weergave van de monitor wisselen (s knop)
Druk op de s (weergave) knop om
te schakelen naar informatieweergave
op de monitor tijdens opname en
weergave.
C Histogram en rasterweergaves voor opname
Elke instelling kan worden gebruikt met behulp van Monitorinstellingen in het
setup-menu (A57).
Om een histogram weer te geven in j, k, l of m opnamestand, stelt u
AF-veldstand (A52) in op één van de handmatige opties.
Het histogram kan niet worden weergegen in stand A (auto) of in sommige
onderwerpstanden.
De monitor
Voor opname
Informatie weergeven
Geef de foto en opname-
informatie weer.
Filmbeeld
Geef het filmbereik op
het beeld weer.
Informatie verbergen
Geef alleen de foto
weer.
Voor weergave
Informatie
weergeven
Geef de foto en foto-
informatie weer.
Toonniveau-informatie
(niet voor films)
Geef histogram, toonniveau en
opname-informatie weer (
A
8).
Informatie verbergen
Geef alleen de foto
weer.
1/250
1/ 250
1/250 F5.6
F5 .6
F5.6
25m 0s
25 m 0s
25m 0s
84 0
840
1/250
1/ 250
1/250 F5.6
F5 .6
F5.6
25m 0s
25 m 0s
25m 0s
84 0
840
4/ 13 2
4/132
01 12. J PG
0112. JPG
15 /11/2 015 1 5: 30
15/11/2015 15:30
15/11/2015
15:30:59
0112.JPG
+
1.0
100
F5.6
1/250
4/132
4
Onderdelen van de camera
Voor opname
9999
9999
10
10
m
m
0
0
s
s
+
1.0
+
1.0
+
1.0
+
1.0
F5.6
F5.6
120
120
1/250
1/250
3200
3200
10
10
1000
1000
1000
mm
mm
mm
14
5
2
37
9
10
11
12
13
14
15
2021
6
16
17
18
19
8
1
Opnamestand.......................................24
2
Flitsstand ..................................................36
3
Scherpstelstand ...................................40
4
Zoomaanduiding........................20, 41
5
Scherpstelaanduiding......................17
6
Zoomgeheugen ..................................53
7
Filmopties (films op normale
snelheid)...................................................54
8
Filmopties (HS-films) .........................54
9
Beeldkwaliteit........................................51
10
Beeldformaat .........................................51
11
Eenvoudig panorama......27, E10
12
Filter ruisonderdrukking .................52
13
Windruisreductie.................................54
14
Vibratiereductiepictogram............57
Pictogram elektronische VR .........54
15
Belichtingsaanduiding ....................32
16
Flitsbelichtingcorrectie ...................52
17
Belichtingscompensatiewaarde
........................................................................44
18
Resterende filmopnametijd
...............................................E32, E33
19
Gereed-lampje......................................36
20
Aantal resterende opnamen
(foto's)....................................... 16, E55
21
Pictogram ontspanknop
ontgrendel. (wanneer geen
geheugenkaart is aangebracht)
........................................... 57, E99, F9
5
Onderdelen van de camera
99999999
10 10
mm
0 0
ss
+
1.0
+
1.0
+
1.0
+
1.0
F5.6F5.6
120 120
1/2501/250
32003200
10 10
100010001000
mmmmmm
1.01.0
10 102 2
0.70.7
0.30.3
120 120
6060
2223
24
26
27 252829
32
30
31
33
34
35
36
3738
40
39
43 42
41
22
Diafragmawaarde ...............................30
23
Sluitertijd..................................................30
24
ISO-waarde..............................................52
25
Aanduiding aansluiting
lichtnetlaadadapter
26
Aanduiding batterijniveau ............16
27
Aanduiding "datum niet ingesteld"
........................................................... 57, F8
28
Datumstempel......................................57
29
Pictogram reisbestemming..........57
30
Locatiegegevens ontvangst ........59
31
Logweergave................................E42
32
Wi-Fi communicatie-aanduiding
.......................................................60, E45
33
Witbalans .................................................51
34
COOLPIX Picture Control................51
35
Actieve D-Lighting.............................52
36
Continu-opnamestand .....52, E8
37
Tegenlicht (HDR) ...................27, E7
38
Ruisond. serieopname/
één opname ...................... E4, E5
39
Intervalfilm............................. 27, E13
40
Belichtingsbracketing ..................... 52
41
Uit de hand/statief.......................E3
42
Meervoudige belichting ................53
43
Aanduiding zelfontspanner .........38
Glimlachtimer .......................................39
Dierenportret automatisch
ontspannen.............................. 38, E8
6
Onderdelen van de camera
F5.6F5.6
1/2501/250
12 4356
9999
10
m
0
s
F5.6
1/250
78
9999
9999
10
10
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
9999
9999
10
10
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
1/250
1/250
910
1
Scherpstelveld (AF met
doelopsporing) ...........45, 52, E18
2
Scherpstelveld
(centrum/handmatig)
............................... 27, 28, 45, 52, E21
3
Scherpstelveld (gezichtsdetectie,
huisdierdetectie)
..........................39, 45, 52, E8, E19
4
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
...................................................45, 52, E74
5
Spotmeetveld .......................................52
6
Centrumgericht meetveld ............52
7
Histogrammen weergeven/
verbergen............................... 3, E100
8
Kader (Maan of Vogels bekijken
onderwerpstand, of
terugkeerzoom)..................... 21, E9
9
Raster weergeven/verbergen
....................................................... 3, E100
10
Locatienaaminformatie
(POI-informatie) .................. 59, E41
7
Onderdelen van de camera
Voor weergave
15/11/2015
15/11/2015
15:30
15:30
0112.JPG
0112.JPG
9999/9999
9999/9999
9999/9999
9999/9999
9999/9999
1m 0s
1m 0s
1m 0s
Demostand
20 19 18
22 21
12 13
10
11
14
15
8
9
1234567
23
24
25
16
17
1
Pictogram beveiliging ..................... 55
2
Reeksweergave (als Individuele
foto's is geselecteerd)
.......................................................56, E90
3
Pictogram huid verzachten ......... 55
4
Pictogram filtereffecten.................. 55
5
D-Lighting pictogram ..................... 55
6
Pictogram snel retoucheren........ 55
7
Pictogram Wi-Fi-upload
reservering......................................E87
8
Nummer huidige foto/
totaal aantal foto's
9
Filmduur of verstreken afspeeltijd
10
Aanduiding volume..................E36
11
Pictogram ontspanknop
ontgrendel. (wanneer geen
geheugenkaart is aangebracht)
.......................................................57, E99
12
Beeldkwaliteit ....................................... 51
13
Beeldformaat ........................................ 51
14
Filmopties ............................................... 54
15
Aanduiding eenvoudig panorama
...............................................................E12
16
Pictogram kleine afbeelding....... 55
17
Pictogram uitsnede ..................E23
18
Aanduiding eenvoudig panorama
weergeven ..................E12, E119
Aanduiding weergave reeks
............................................E25, E119
Aanduiding weergave film
...............................................................E32
19
Opnametijdstip ................................... 14
20
Opnamedatum.................................... 14
21
Aanduiding aansluiting
lichtnetlaadadapter
22
Aanduiding batterijniveau ........... 16
23
Bestandsnummer en -type
............................................................E114
24
Aanduiding opgenomen
locatiegegevens .........................E93
25
Locatienaaminformatie
(POI-informatie)...........................E41
8
Onderdelen van de camera
Toonniveau-informatie
U kunt controleren op verlies van contrastdetails in de hoge lichten en de
schaduwpartijen in het histogram dat wordt weergegeven of het knipperende
display voor elk toonniveau. Ze bieden richtlijnen voor het instellen van de
helderheid met functies zoals belichtingscompensatie.
1
Een histogram is een grafiek waarin de verdeling van tinten in het beeld
wordt aangeduid. De horizontale as geeft het helderheidsniveau van de
pixels aan, van links naar rechts oplopend van donker naar licht. De verticale
as geeft aan hoeveel pixels van elk helderheidsniveau er in het beeld
voorkomen.
2
Het toonniveau duidt het helderheidsniveau aan. Als het te controleren
toonniveau geselecteerd wordt met de multi-selector JK of door deze
te draaien, knippert het gedeelte van de foto dat bij het geselecteerde
toonniveau hoort.
15/11/2015
15:30:59
0112.JPG
+
1.0
100
F5.6
1/250
4/132
1
6
2
5
3
4
879
10
12
11
13
14
1
Nummer huidige foto/
totaal aantal foto's
2
Histogram
1
3
Toonniveau
2
4
ISO-waarde............................................. 52
5
COOLPIX Picture Control............... 51
6
Beeldkwaliteit/Beeldformaat ...... 51
7
Witbalans................................................. 51
8
Opnametijdstip ................................... 14
9
Opnamedatum.................................... 14
10
Bestandsnummer en -type
............................................................E114
11
Belichtingscompensatiewaarde
....................................................................... 44
12
Opnamestand ...................................... 24
13
Sluitertijd ................................................. 30
14
Diafragmawaarde .............................. 30
9
Voorbereiden voor opname
Voorbereiden voor opname
Bevestig de Objectiefdop LC-CP29 aan de riem en bevestig de riem vervolgens
aan de camera.
B Objectiefdop
Wanneer u geen foto's maakt, breng dan de objectiefdop op het objectief aan om
dit te beschermen.
Breng alleen de objectiefdop aan op het objectief.
De camerariem en de objectiefdop
bevestigen
Bevestig de camerariem op twee plaatsen.
10
Voorbereiden voor opname
Houd de pluspool en minpool van de batterij in de juiste richting, duw de
oranje batterijvergrendeling (3) opzij en plaats de batterij helemaal in
het batterijvak (4).
Duw de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt (5).
Zorg ervoor dat u de batterij of geheugenkaart niet ondersteboven of
achterstevoren plaatst, want dit zou tot een functiestoring van de camera
kunnen leiden.
B Een geheugenkaart formatteren
Als u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst
in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met
deze camera formatteren. Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op de
d knop en selecteer Geheugenkaart form. in het setup-menu (A57).
De batterij of geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn.
Open vervolgens het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
Duw de batterijvergrendeling opzij om de batterij te verwijderen.
Druk de geheugenkaart voorzichtig in de camera om de geheugenkaart
gedeeltelijk te verwijderen.
De camera, batterij en geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik
van de camera.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Batterijvergrendeling
Geheugenkaartsleuf
11
Voorbereiden voor opname
1 Sluit de camera met geplaatste batterij op een stopcontact
aan.
Als een lader met losse stekkeradapter* is meegeleverd bij uw camera, verbind
de stekkeradapter dan met de lichtnetlaadadapter. Zodra beiden met elkaar zijn
verbonden, probeer dan niet om de stekkeradapter met kracht te verwijderen,
om beschadiging te voorkomen.
* De vorm van de stekkeradapter varieert afhankelijk van het land of regio waar
de camera is gekocht.
Deze stap kan overgeslagen worden als de stekkeradapter permanent aan de
lichtnetlaadadapter bevestigd is.
Het camera-aan-lampje (laadlampje) knippert langzaam groen om aan te
geven dat de batterij wordt opgeladen.
Als het opladen is voltooid, gaat het camera-aan-lampje uit. Een volledig
lege batterij wordt opgeladen in circa 3 uur.
De batterij kan niet worden opgeladen wanneer het camera-aan-lampje snel
groen knippert, mogelijk vanwege een van de onderstaande redenen.
-De omgevingstemperatuur is niet geschikt voor opladen.
- De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten.
- De batterij is beschadigd.
2 Trek de lichtnetlaadadapter uit het stopcontact en trek
vervolgens de USB-kabel los.
Batterij opladen
Camera-aan-lampje (laadlampje)
Stopcontact
USB-kabel (meegeleverd)
Lichtnetlaadadapter
12
Voorbereiden voor opname
B Opmerkingen over de USB-kabel
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de
UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
Zorg ervoor dat de stekkers in de juiste richting worden aangesloten. Zorg dat het
aansluiten of losmaken van de stekkers niet onder een hoek gebeurt.
B Opmerkingen over het opladen van de batteriij
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-71P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-
lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Als u deze waarschuwing
niet in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de batterij ook opladen door de camera op een computer aan te sluiten.
U kunt de batterijlader MH-67P (apart verkrijgbaar) om de batterij op te laden
zonder de camera te gebruiken.
13
Voorbereiden voor opname
Wijzigen van de richting van de monitor is handig bij het maken van opnamen
met de camera in een hoge of lage positie, of bij het maken van zelfportretten.
Voor normale opnamen klapt u de monitor met het scherm naar buiten gericht
tegen de camerabody (3).
Wanneer u de camera niet gebruikt of
enkel draagt, klap de monitor dan met
het scherm naar binnen gericht tegen
de camerabody om krassen en vuil te
voorkomen.
B Opmerkingen over de monitor
Oefen geen overmatige kracht uit bij het verstellen van de monitor en draai deze
langzaam binnen het verstelbare bereik van de monitor, zodat de verbinding niet
beschadigd raakt.
De monitor openen en de hoek van de
monitor aanpassen
14
Voorbereiden voor opname
Als de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld, worden het
taalselectiescherm en het instelscherm voor de datum en de tijd voor
de cameraklok weergegeven.
1 Druk op de
hoofdschakelaar om de
camera aan te zetten.
De monitor wordt aangezet.
U zet de camera uit
door nogmaals op de
hoofdschakelaar te drukken.
2 Gebruik de multi-
selector HI om
de gewenste taal te
selecteren en druk
op de k knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k knop.
4 Selecteer uw eigen
tijdzone en druk op
de k knop.
Druk op H om W boven
de kaart weer te geven en
de zomertijd te activeren.
Druk op I om deze te
deactiveren.
5 Gebruik HI om het datumformaat te selecteren en druk
op de k knop.
Camera aanzetten en taal, datum en tijd
instellen
Annuleren
Taal/Language
Français
Indonesia
Italiano
Magyar
Nederlands
Ελληνικά
London, Casablanca
Terug
15
Voorbereiden voor opname
6 Selecteer de datum en tijd en druk
op de k knop.
Gebruik J K om een veld te selecteren en
gebruik vervolgens HI om de datum en
tijd in te stellen.
Selecteer het instelveld voor de minuten en
druk op de k knop om de instelling te
bevestigen.
7 Wanneer het bevestigingsvenster wordt weergegeven,
gebruikt u HI om Ja te selecteren en drukt op de
k knop.
Wanneer de instellingen voltooid zijn, schuift het objectief uit.
C De taalinstelling of de datum- en tijdinstelling wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen van Taal/Language en
Tijdzone en datum in het z setup-menu (A57).
U kunt de zomertijdfunctie in het z setup-menu activeren of deactiveren door
Tijdzone en datum te selecteren gevolgd door Tijdzone. Door het activeren van
de zomertijdfunctie wordt de klok een uur vooruitgezet en door het deactiveren
van de functie wordt de klok een uur teruggezet.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt gevoed door een ingebouwde back-up batterij.
De back-up batterij wordt opgeladen wanneer de hoofdbatterij in de camera is
geplaatst of wanneer de camera op een optionele lichtnetadapter is aangesloten
en kan na ongeveer 10 uur opladen de klok gedurende enkele dagen laten werken.
Als de back-up batterij van de camera leegraakt, wordt het instelscherm voor de
datum en tijd weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. Stel de
datum en tijd opnieuw in (A14).
15201515 11 10
Bewerk.
muDM J
Datum en tijd
16
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
Basisstappen voor fotograferen
en weergeven
1 Draai de keuzeknop naar A.
De camera wordt ingesteld op A (auto)
stand en algemene opname kan worden
uitgevoerd.
Druk op de s (weergave) knop om te
schakelen naar informatieweergave op de
monitor tijdens opname en weergave.
Aanduiding batterijniveau
b: Het batterijniveau is hoog.
B: Het batterijniveau is laag.
2 Houd de camera goed stil.
Houd vingers en andere voorwerpen uit de buurt van het objectief, de flitser,
de AF-hulpverlichting, de microfoon en de luidspreker.
Fotograferen in A (Auto) stand
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
Aanduiding
batterijniveau
Aantal
resterende
opnamen
17
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
3 Kadreer het beeld.
Beweeg de zoomknop of de zijzoomknop om de positie van het
zoomobjectief te veranderen.
Als het onderwerp verloren is gegaan in de telezoomstand, drukt u op de
p (terugkeerzoom) knop om de beeldhoek tijdelijk te verbreden, zodat
het onderwerp eenvoudiger kan worden gekadreerd.
4 Druk de ontspanknop
half in.
Zodra het onderwerp scherp is,
wordt het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding groen
weergegeven.
Als u digitale zoom gebruikt, stelt
de camera scherp in het midden
van het kader; het scherpstelveld
wordt niet weergegeven.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding knippert,
kan de camera niet scherpstellen.
Pas de compositie aan en probeer
de ontspanknop opnieuw half in
te drukken.
5 Druk de ontspanknop verder in
zonder uw vinger van de knop
te halen.
Uitzoomen
Inzoomen
Inzoomen
Uitzoomen
p knop
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
Scherpstelveld
18
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
B Opmerkingen over foto's opslaan en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende foto's of de aanduiding voor de resterende
opnametijd knippert terwijl er foto's worden opgeslagen of een film wordt
opgenomen. Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet en
verwijder de batterij of geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding knippert.
Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of geheugenkaart
beschadigd raken.
C De functie Automatisch uit
Als de camera ongeveer een minuut niet wordt bediend, gaat de monitor uit, gaat
de camera naar de stand-by-stand en gaat het camera-aan-lampje knipperen. Na
ongeveer drie minuten in de stand-by-stand wordt de camera uitgeschakeld.
Om de camera in de stand-by-stand weer in te schakelen, voert u een bewerking
uit zoals het indrukken van de hoofdschakelaar of de ontspanknop.
C Een statief gebruiken
In de volgende situaties adviseren we een statief te gebruiken om de camera te
stabliseren:
- Bij fotograferen met de flitsstand ingesteld op W (uit)
- Wanneer de zoomstand een telestand is
Wanneer van een statief gebruik wordt gemaakt om de camera tijdens opname te
stabilseren, stelt u de Vibratiereductie in het setup-menu (A57) in op Uit om
eventuele fouten door deze functie te voorkomen.
De flitser gebruiken
In situaties waarin moet worden geflitst,
zoals donkere ruimtes of situaties waarin
het onderwerp in tegenlicht staat, drukt u de
m (activering flitser) knop eerst omlaag om de
flitser op te klappen.
Als u de flitser niet wilt gebruiken, duw deze
dan voorzichtig omlaag totdat deze vastklikt.
19
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
Wisselen tussen de monitor en de zoeker
U kunt de zoeker gebruiken wanneer de
monitor moeilijk te zien is bij fel licht in de
buitenlucht.
Als u uw gezicht dichtbij de zoeker
brengt, reageert de oogsensor hierop en
wordt de zoeker ingeschakeld terwijl de
monitor wordt uitgeschakeld
(standaardinstelling).
U kunt tevens op de x knop drukken
om de weergave tussen de monitor en de
zoeker te wisselen.
Dioptieregelaar van de zoeker
Wanneer het beeld in de zoeker moeilijk
te zien is, pas die dan aan door de
dioptrieregelaar te verdraaien terwijl
u door de zoeker kijkt.
Zorg ervoor dat u niet met uw
vingertoppen of vingernagels in
uw ogen krast.
B Opmerkingen over beeldkleuren controleren en aanpassen
Gebruik de monitor aan de achterzijde van de camera, want deze beschikt over een
betere kleurreproductie dan de zoeker.
Zoeker
x knop
Dioptieregelaar
20
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop bedient, verandert de
positie van het zoomobjectief.
Inzoomen: Verplaatsen richting g
Uitzoomen: Verplaatsen richting f
Door de zoomknop volledig naar links of rechts te
draaien, zal de zoom snel worden ingesteld.
De zoom kan ook worden bediend door de
zijzoomknop richting g of f te bewegen.
De functie van de zijzoomknop kan worden
ingesteld onder Zijzoomknop toewijzen in het
setup-menu (A57).
Wanneer de zoomknop wordt bediend, wordt op
het opnamescherm een zoomaanduiding
weergegeven.
Als de camera is ingezoomd tot de maximale
optische zoom kunt u door de zoomknop naar g
te bewegen en vast te houden de digitale zoom,
waarmee u het onderwerp verder kunt vergroten
tot ongeveer 4× de maximale optische zoomfactor,
activeren.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, en
wordt geel wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door
gebruik te maken van de dynamische fijne zoom.
Zoomaanduiding is geel: In bepaalde gevallen kan een aanzienlijke afname in
beeldkwaliteit optreden.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat
kleiner is.
De zoomaanduiding wordt mogelijk niet blauw bij het gebruik van bepaalde
instellingen voor continu-opname of andere instellingen.
Uitzoomen Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
21
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
De terugkeerzoom gebruiken
Als het onderwerp verloren is gegaan
in de telezoomstand, drukt u op de
p (terugkeerzoom) knop om de beeldhoek
tijdelijk te verbreden, zodat het onderwerp
eenvoudiger kan worden gekadreerd.
Terwijl u op de p knop drukt, kadreert
u het onderwerp in het kader van het
opnamescherm. Om de beeldhoek verder
te vergroten, beweegt u de zoomknop
naar f terwijl u op de p knop drukt.
Laat de p knop los om naar de
oorspronkelijke zoomstand terug te keren.
Terugkeerzoom is niet beschikbaar tijdens
filmopname.
De ontspanknop
Geeft het opnamescherm weer en druk op de
b (e filmopname) knop om de filmopname
te starten. Druk nogmaals op de b (e) knop
om de filmopname te stoppen.
Half indrukken
Om de scherpstelling en belichting (sluitertijd
en diafragmawaarde) in te stellen, drukt u de
ontspanknop iets in totdat u een lichte weerstand
voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen
blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half
ingedrukt houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en een foto te maken.
Gebruik niet te veel kracht bij het indrukken van
de ontspanknop, want dit cameratrillingen en
wazige foto's tot gevolg hebben. Druk de knop
zachtjes in.
Films opnemen
840
840
25
25
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
1/250
1/250
Kader
22
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
1 Druk op de c (weergave)
knop om de weergavestand
in te schakelen.
Als u de c knop ingedrukt houdt
terwijl de camera uitgeschakeld is,
schakelt de camera de
weergavestand in.
2 Gebruik de multi-selector om een
foto voor weergave te selecteren.
Houd HIJK ingedrukt om snel door de
foto's te scrollen.
Foto's kunnen ook geselecteerd worden
door de multi-selector te draaien.
Druk op de s knop om te wisselen
tussen weergeven van de foto-informatie
op de monitor en het verbergen daarvan.
Druk op de k knop om een opgenomen
film af te spelen.
Druk op de c knop of op de ontspanknop
om terug te keren naar de opnamestand.
Beweeg de zoomknop naar
g (i) in de schermvullende
weergave om op een foto in te
zoomen.
Beweeg de zoomknop naar
f (h) in de schermvullende
weergave om over te schakelen
naar miniatuurweergave en
meerdere foto's op het scherm
weer te geven.
Foto's weergeven
4/132
0112. JPG
15 /11/201 5 15:3 0
15/11/2015 15:30
Vorige foto weergeven
Volgende foto weergeven
1/ 132
1/132
23
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
1 Druk op de l (wissen)
knop om de foto te
wissen die op de monitor
wordt weergegeven.
2 Gebruik de multi-selector HI
om de gewenste wismethode te
selecteren en druk op de k knop.
Druk op de d knop om het menu te
verlaten zonder te wissen.
Als Wis gesel. beeld(en) is geselecteerd,
zie "Het fotoselectiescherm" (A56).
3 Selecteer Ja en druk op de
k knop.
Gewiste foto's kunnen niet worden
hersteld.
B Met continu-opname gemaakte foto's wissen (reeks)
Met continu-opname gemaakte foto's worden als
een reeks opgeslagen en alleen de eerste foto van
een reeks (de hoofdfoto) wordt in de weergavestand
getoond (standaardinstelling).
Als u op de l knop drukt terwijl een hoofdfoto van
een reeks foto's wordt weergegeven, worden alle
foto's in de reeks gewist.
Om afzonderlijke foto's in een reeks te wissen, drukt
u op de k knop om de foto's een voor een weer te geven en drukt u vervolgens
op de l knop.
C Gemaakte beelden wissen in opnamestand
Druk in de opnamestand op l om het laatste beeld te wissen dat opgeslagen is.
Foto's wissen
Alle beelden
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Wissen
Nee
Ja
1 beeld wissen?
0004. JPG
15/11/2015 15:30
4/132
0004. JPG
24
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
U kunt de volgende opnamestanden wijzigen door de keuzeknop te draaien.
A (Auto) stand
Gebruikt voor algemene opname.
y, X, s, c (Onderwerp) standen
De instellingen van de camera worden geoptimaliseerd voor het onderwerp
dat u selecteert.
- y: Druk op de d knop en selecteer een onderwerp. Als u Autom.
scènekeuzekn. gebruikt, herkent de camera automatisch de
onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert, waardoor er makkelijker
foto's gemaakt kunnen worden met behulp van instellingen die geschikt
zijn voor het onderwerp.
In de stand intervalfilm kan de camera automatisch foto's met een
gespecificeerd interval maken om intervalfilms van circa 10 seconden
lang te maken.
- X (nachtlandschap): Gebruik deze stand om nachtlandschappen te
fotograferen.
- s (nachtportret): Gebruik deze stand om avond- en nachtportretfoto's
met achtergronden te maken.
- c (landschap): Gebruik deze stand om landschappen te fotograferen.
u (Speciale effecten) stand
Er kunnen effecten op foto's toegepast worden tijdens het fotograferen.
Druk op de d knop en selecteer een effect.
j, k, l, m standen
Selecteer deze standen voor meer instelmogelijkheden voor sluitertijd en
diafragmawaarde.
M (User settings (Gebruikersinstellingen)) stand
Combinaties van de meest gebruikte instellingen voor opname kunnen
worden opgeslagen. De opgeslagen instellingen kunnen direct worden
opgeroepen voor opname door de keuzeknop naar M te draaien.
De opnamestand wijzigen
25
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
Als het opnamescherm wordt weergegeven, kunt u op de multi-selector H (m)
J (n) I (p) K (o) drukken om de hieronder beschreven functies in te
stellen.
m Flitsstand
Als de flitser omhoog staat, kunt u de flitsstand instellen die geschikt is voor
de opname-omstandigheden.
n Zelfontspanner/Glimlachtimer
De zelfontspanner kan worden geselecteerd vanaf 10 seconden of 2 seconden.
Als glimlachtimer geselecteerd is, herkent de camera een lachend gezicht en
ontspant de sluiter automatisch.
p Scherpstelstand
Op basis van de afstand tot het onderwerp kan A (autofocus), D (macro-
close-up) of B (oneindig) worden ingesteld. Als de opnamestand j, k, l,
m of M, u, of Sport, Vuurwerk, Vogels bekijken of Interval film
(nachtlucht, sterrensporen) onderwerpstand is, kan E (handmatige
scherpstelling) worden ingesteld.
o Belichtingscompensatie
U kunt de helderheid van het hele beeld instellen.
De functies die kunnen worden ingesteld, variëren afhankelijk van de
opnamestand.
Functies die ingesteld kunnen worden met
de multi-selector (voor opname)
26
Opnamefuncties
Opnamefuncties
Gebruikt voor algemene opname.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en
stelt hierop scherp (AF met doelopsporing).
Als een gezicht herkend wordt, stelt de
camera automatisch met prioriteit hierop
scherp.
Zie "Scherpstellen" (E18) voor meer
informatie.
Beschikbare functies in A (Auto) stand
Flitsstand (A36)
Zelfontspanner (A38)
Glimlachtimer (A39)
Scherpstelstand (A40)
Belichtingscompensatie (A44)
Opnamemenu (A51)
A (Auto) stand
27
Opnamefuncties
Wanneer een onderwerp geselecteerd wordt, worden de camera-instellingen
automatisch geselecteerd voor het geselecteerde onderwerp.
1
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld. De positie van
het gebied kan niet verplaatst worden.
2
De camera stelt scherp op oneindig.
3
Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken. Stel Vibratiereductie in het
setup-menu (A57) in op Uit wanneer bij fotograferen gebruik wordt gemaakt
van een statief om de camera te stabiliseren.
4
De camera legt automatisch foto's met een gespecificeerd interval vast voor het
maken van intervalfilms van ongeveer 10 seconden lang.
Onderwerpstand (aangepast op
onderwerp fotograferen)
X Nachtlandschap (E3)
1, 2
, s Nachtportret (E3),
c Landschap (E4)
1,
2
Draai de keuzeknop naar X, s of c en maak
foto's.
y (Onderwerp)
Druk op de d knop om het onderwerpmenu weer te geven en een van
de volgende onderwerpen te selecteren met de multi-selector.
xAutom. scènekeuzekn.
(standaardinstelling) (E4)
l Museum (E6)
1
b Portret m Vuurwerk (E6)
3
d Sport (E5)
1
n Zwart-wit-kopie (E6)
1
f Party/binnen (E5)
1
o Tegenlicht (E7)
1
Z Strand
1
p Eenvoudig panorama (E10)
1
z Sneeuw
1
O Dierenportret (E8)
h Zonsondergang
1, 2, 3
g Maan (E9)
1, 2, 3
i Schemering
1, 2, 3
L Vogels bekijken (E9)
1
k Close-up (E5) i Interval film (E13)
3, 4
u Voedsel (E6)
Zonsondergang
Zonsondergang
Sneeuw
Sneeuw
Strand
Strand
Party/binnen
Party/binnen
Sport
Sport
Portret
Portret
Zonsondergang
Sneeuw
Strand
Party/binnen
Sport
Portret
Autom. scènekeuzekn.
28
Opnamefuncties
Er kunnen effecten op foto's toegepast worden tijdens het fotograferen.
Druk op de d (menu) knop om het menu speciale effecten weer te geven en
een effect te selecteren met de multi-selector.
Stand speciale effecten (effecten
toepassen tijdens opname)
Type Beschrijving
Zacht
*
(standaardinstelling)
Verzacht de foto door het beeld iets te vervagen.
Nostalgisch sepia
*
Voegt een sepiatint toe en vermindert het contrast om een
oude foto na te bootsen.
Hoogcontr.
monochr.
Maakt een zwart-wit foto met een duidelijk contrast.
High-key Geeft de hele foto een heldere tint.
Low-key Geeft de hele foto een donkere tint.
Selectieve kleur
Behoudt alleen de geselecteerde kleur en maakt andere
kleuren zwart-wit.
Monochroom
hoge ISO
Maakt monotone (zwart-wit) foto's door met opzet te
fotograferen met een hoge ISO-waarde. Deze instelling is
effectief bij het fotograferen van onderwerpen bij weinig
licht.
De gemaakte foto's kunnen ruis bevatten (willekeurige
heldere pixels, plekken of lijnen).
Speciale eecten
Beeldformaat
Beeldkwaliteit
Monochroom hoge ISOMonochroom hoge ISO
Selectieve kleurSelectieve kleur
Low-keyLow-key
High-keyHigh-key
Hoogcontrast monochr.Hoogcontrast monochr.
Nostalgisch sepiaNostalgisch sepia
Zacht
Speciale eecten
Monochroom hoge ISO
Selectieve kleur
Low-key
High-key
Hoogcontrast monochr.
Nostalgisch sepia
29
Opnamefuncties
* Bepaalde Filmopties (A54) zijn niet beschikbaar.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
De positie van het gebied kan niet verplaatst worden.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-
process wordt geselecteerd, draait u
de instelschijf om de gewenste kleur te
selecteren en drukt u op de k knop om de
kleur toe te passen. Om de kleurselectie te
wijzigen, drukt u nogmaals op de k knop.
Beschikbare functies in stand speciale effecten
Flitsstand (A36)
Zelfontspanner (A38)
Scherpstelstand (A40)
Belichtingscompensatie (A44)
Opnamemenu (A51)
Cross-process
Maakt foto's met een ongebruikelijk kleurinstelling door een
positief kleurbeeld om te zetten in een negatief kleurbeeld
of vice versa.
Type Beschrijving
1/2501/250 F5.6F5.6
Opslaan
30
Opnamefuncties
Foto's kunnen gecontroleerder gemaakt worden
door de opties in het opnamemenu (A51) in te
stellen en de sluitertijd of de diafragmawaarde
handmatig in te stellen op de
opnameomstandigheden en -voorwaarden.
Het scherpstelveld voor autofocus verschilt
afhankelijk va de instelling van de AF-
veldstand (A52).
Indien ingesteld op AF met doelopsporing (standaardinstelling), herkent
de camera het hoofdonderwerp en stelt hierop scherp. Als een gezicht
herkend wordt, stelt de camera automatisch met prioriteit hierop scherp.
Draai de hoofdinstelschijf of multi-selector om de sluitertijd en de
diafragmawaarde in te stellen.
C Meer informatie
Zie "Av/Tv-selectie" (A58) voor meer informatie.
Stand j, k, l en m (belichting voor
opname instellen) Belichtingsstand
Belichtingsstand
Sluitertijd
Diafragmawaarde
j
Programma-
autom. (A32)
Automatisch ingesteld (flexibel programma door
instelschijf).
k
Sluitertijdvoorkeuze
(
A
32)
Ingesteld via de
hoofdinstelschijf.
Automatisch ingesteld.
l
Diafragmavoorkeuze
(
A
32)
Automatisch ingesteld.
Ingesteld via de multi-
selector.
m Handmatig (A32)
Ingesteld via de
hoofdinstelschijf.
Ingesteld via de multi-
selector.
1/250
1/ 250
1/250 F5.6
F5 .6
F5.6
25m 0s
25 m 0s
25m 0s
84 0
840
Multi-
selector
Hoof-
dinstelschijf
Sluitertijd
Diafragma-
waarde
31
Opnamefuncties
Belichting
De procedure voor fotograferen bij de gewenste helderheid (belichting) door
de sluitertijd of de diafragmawaarde in te stellen wordt "belichting bepalen"
genoemd.
Het gevoel van dynamiek en de hoeveelheid onscherpte op de achtergrond op
foto's verschilt, afhankelijk van de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde,
zelfs als de belichting hetzelfde is.
De sluitertijd instellen
De diafragmawaarde instellen
C Het regelbereik van de sluitertijd
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt, afhankelijk van zoomstand, diafragma of
ingestelde ISO-waarde.
C Diafragmawaarde (F-getal) en zoom
Bij een groot diafragma (laag fgetal) valt er meer licht in de camera, terwijl bij een
klein diafragma (hoog f-getal) minder licht binnenkomt.
De diafragmawaarde van deze camera kan gewijzigd worden, afhankelijk van de
zoomstand.
Sneller dan 1/1000 s Langzamer dan 1/30 s
Groter diafragma (laag f-getal)
f/3.3
Kleiner diafragma (groot f-getal)
f/7.6
32
Opnamefuncties
j (Programma-autom.)
Wordt gebruikt voor automatische regeling van
de belichting door de camera.
U kunt verschillende combinaties van
sluitertijd en diafragmawaarde selecteren
zonder de belichting te wijzigen door aan de
instelschijf te draaien ("flexibel programma").
Als het flexibele programma is geactiveerd,
verschijnt er linksboven op de monitor een markering van het flexibel
programma (A) naast de aanduiding van de opnamestand (j).
Draai de instelschijf totdat de markering van het flexibel programma (A)
niet meer wordt getoond om het flexibel programma te annuleren. Door
de opnamestand te wijzigen of de camera uit te zetten, wordt het flexibele
programma eveneens geannuleerd.
k (Sluitertijdvoorkeuze)
Gebruik deze optie voor het fotograferen van
snel bewegende onderwerpen met een korte
sluitertijd of om de beweging van een bewegend
onderwerp te benadrukken met een lange
sluitertijd.
De sluitertijd kan ingesteld worden door de
instelschijf te draaien.
l (Diafragmavoorkeuze)
Gebruik deze stand om onderwerpen, inclusief
voorgrond en achtergrond, scherp vast te leggen
of voor een bewust onscherpe achtergrond.
De diafragmawaarde kan worden ingesteld
door de multi-selector te draaien.
m (Handmatig)
Gebruik deze stand om de belichting in te stellen
op de betreffende situatie.
Tijdens het instellen van de diafragmawaarde
en de sluitertijd wordt de afwijking van uw
belichtingsinstelling ten opzichte van de
belichting die de camera meet, aangegeven
in de belichtingsaanduiding van de monitor.
Hoeveel de belichting afwijkt, wordt
aangegeven in LW (van 2 tot +2 LW in stappen van 1/3 LW).
De sluitertijd kan ingesteld worden door de hoofdinstelschijf te draaien en de
diafragmawaarde kan ingesteld worden door de multi-selector te draaien.
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
840
840
25m 0s
25m 0s
25m 0s
Belichtingsaanduiding
33
Opnamefuncties
B Opmerkingen over fotograferen
Als zoomen wordt uitgevoerd nadat de belichting is ingesteld, kunnen
belichtingscombinatie of diafragmawaarde worden gewijzigd.
Als het onderwerp te donker of te licht is, kan misschien niet de juiste belichting
worden ingesteld. In dit geval knipperen de sluitertijdindicatie of de diafragma-
indicatie als de ontspanknop half ingedrukt wordt (behalve wanneer de m stand
wordt gebruikt). Wijzig de instelling van de sluitertijd of de diafragmawaarde.
B Opmerkingen over ISO-waarde
Als ISO-waarde (A52) is ingesteld op Automatisch (standaardinstelling) of Vast
bereik autom., wordt de ISO-waarde in stand m vastgezet op ISO 100.
Beschikbare functies in stand j, k, l, m
Flitsstand (A36)
Zelfontspanner (A38)
Glimlachtimer (A39)
Scherpstelstand (A40)
Belichtingscompensatie (A44)
Opnamemenu (A51)
Functies die ingesteld kunnen worden met de w (functie) knop (A45)
34
Opnamefuncties
Combinaties van de meest gebruikte instellingen voor opname (User settings
(Gebruikersinstellingen)) kunnen worden opgeslagen in M. Er kunnen opnamen
worden gemaakt in j (programma-automatiek), k (sluitertijdvoorkeuze),
l (diafragmavoorkeuze) of m (handmatig).
Draai de keuzeknop naar M om de instellingen op
te roepen die opgeslagen zijn in Bewaar user
settings.
Kadreer het onderwerp en maak de foto met
deze instellingen of wijzig de instellingen,
indien nodig.
De combinaties van instellingen die worden
opgeroepen als de keuzeknop naar M wordt
gedraaid, kunnen zo vaak u wilt worden
gewijzigd in Bewaar user settings.
De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen.
Algemene instellingen
Opnamemenu
M (User settings (Gebruikersinstellingen))
Opnamestanden j, k, l, m (A30) Scherpstelstand (A40)
Zoomstand (A20) Belichtingscompensatie (A44)
Flitsstand (A36) Fn-knop (A45)
Zelfontspanner (A38)
Beeldkwaliteit (A51) AF-veldstand (A52)
Beeldformaat (A51) Autofocus-stand (A52)
Picture Control (A51) Flitsbelichtingcorrectie (A52)
Aang. Picture Control (A51) Filter ruisonderdrukking (A52)
Witbalans (A51) Actieve D-Lighting (A52)
Lichtmeting (A52) Meervoudige belichting (A53)
Continu (A52) Zoomgeheugen (A53)
ISO-waarde (A52) Opstartzoomstand (A53)
Belichtingsbracketing (A52) M belichtingsvoorbeeld (A53)
35
Opnamefuncties
Instellingen opslaan in stand M (bewaar user
settings)
De vaak gebruikte instellingen voor opnamen kunnen worden gewijzigd en
opgeslagen in M.
1 Draai de keuzeknop naar opnamestand j, k, l of m die u
wilt opslaan in de M stand.
De instellingen kunnen ook opgeslagen worden door de keuzeknop naar
M te draaien (de standaardinstellingen voor de opnamestand j worden bij
aankoop opgeslagen).
2 Schakel over op een vaak gebruikte combinatie van
opname-instellingen.
Zie A34 voor meer informatie over de instellingen.
Het flexibele programma (indien ingesteld op j), de sluitertijd (indien
ingesteld op k of m) en de instellingen voor de diafragmawaarde
(indien ingesteld op l of m) worden ook opgeslagen.
3 Druk op de d (menu) knop om
naar het opnamemenu te gaan.
4 Gebruik de multi-selector HI
om Bewaar user settings te
selecteren en druk op de k knop.
De huidige instellingen worden
opgeslagen.
B De klokbatterij
Als de interne klokbatterij (A15) leegraakt, worden de instellingen opgeslagen onder
M gereset. Geadviseerd wordt om een notitie te maken van belangrijke instellingen.
C Herstellen M (User settings (Gebruikersinstellingen)) stand
Als Herstel user settings is geselecteerd in het opnamemenu, dan worden de
opgeslagen instellingen in de user settings gereset naar de standaardwaarden.
De opnamestand wordt ingesteld op j.
Zoomgeheugen
Herstel user settings
Bewaar user settings
Meervoudige belichting
Actieve D-Lighting
Filter ruisonderdrukking
36
Opnamefuncties
Als de flitser omhoog staat, kunt u de flitsstand instellen die geschikt is voor de
opname-omstandigheden.
1 Druk op de m (activering flitser)
knop om de flitser uit te schuiven.
Wanneer de flitser omlaag is, is de flitser
uitgeschakeld en wordt S weergegeven.
2 Druk op de multi-selector H (m).
3 Selecteer de gewenste flitsstand
(A37) en druk op de k knop.
Als er geen instelling wordt toegepast door
binnen een paar seconden op de k knop te
drukken, wordt de selectie geannuleerd.
B Het gereed-lampje
Als de flitser aan het laden is, knippert q. De camera
kan geen opnamen maken.
Als het laden is voltooid, wordt q weergegeven als u
de ontspanknop half indrukt.
Flitsstand
Automatisch
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
840
840
Gereed-lampje
37
Opnamefuncties
Beschikbare flitsstanden
C De flitsstandinstelling
De beschikbare flitsstanden verschillen afhankelijk van de opnamestand. In
bepaalde opnamestanden is de flitsstandinstelling mogelijk niet beschikbaar.
Als de opnamestand j, k, l, m of M wordt gebruikt, kan Automatisch niet
worden geselecteerd.
Ook na het uitschakelen van de camera blijft de instelling die wordt toegepast in
de volgende gevallen in het geheugen van de camera opgeslagen.
-Als de opnamestand j, k, l of m wordt gebruikt
- Bij selectie van V (automatisch met rode-ogenreductie) in A (automatisch) stand
C Automatisch met rode-ogenreductie/Rode-ogenreductie
Het lampje rode-ogenreductie licht voorafgaand aan de hoofdflits op om rode ogen
in de foto te verminderen. Als de camera daarnaast rode ogen detecteert bij het
opslaan van een foto, dan wordt het betreffende gedeelte bewerkt om rode ogen te
reduceren voordat de foto wordt opgeslagen.
Neem het volgende in acht bij het fotograferen:
Omdat het lampje rode-ogenreductie oplicht, duurt het langer dan normaal
voordat de sluiter ontspannen wordt, nadat u de ontspanknop indrukt.
Er is meer tijd nodig voor het opslaan van foto's dan gebruikelijk.
Rode-ogenreductie zal in bepaalde situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In sommige gevallen kan op gedeeltes van een foto onnodig rode-ogenreductie
worden toegepast. Selecteer in deze gevallen een andere flitsstand en maak de
foto opnieuw.
U
Automatisch
Indien nodig treedt de flitser in werking, zoals bij weinig licht.
De flitsstandaanduiding op het opnamescherm wordt alleen direct na
het instellen weergegeven.
V
Autom. met rode-ogenred./Rode-ogenreductie
Reduceer rode ogen door de flitser in portretten (A37).
Als Rode-ogenreductie geselecteerd is, ontsteekt de flitser altijd
wanneer er een foto wordt gemaakt.
X
Invulflits/Standaardflits
De flitser ontsteekt altijd wanneer er een foto wordt gemaakt.
Y
Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronden. De invulflits
verlicht het hoofdonderwerp. De lange sluitertijd wordt gebruikt om 's
nachts of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
Z
Synchr. op het tweede gordijn
De invulflits gaat af vlak voordat de sluiter dichtgaat. De resulterende
lichtstroom achter bewegende onderwerpen geeft het effect van snelheid.
38
Opnamefuncties
De camera is uitgerust met een zelfontspanner die de sluiter, nadat u
de ontspanknop indrukt, na 10 seconden of 2 seconden ontspant. Stel
Vibratiereductie in het setup-menu (A57) in op Uit wanneer bij fotograferen
gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
1 Druk op de multi-selector J (n).
2 Selecteer de gewenste
zelfontspannerstand en druk
op de k knop.
n10s (10 seconden): Gebruik bij belangrijke
gelegenheden zoals bruiloften.
n2s (2 seconden): Gebruik om
cameratrillingen te voorkomen.
Als er geen instelling wordt toegepast door binnen een paar seconden op de
k
knop te drukken, wordt de selectie geannuleerd.
Als de opnamestand is ingesteld op de onderwerpstand Dierenportret,
wordt Y (dierenportret automatisch ontspannen) weergegeven (E8).
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
3 Kadreer het beeld en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en belichting worden ingesteld.
4 Druk de ontspanknop
helemaal in.
Het aftellen wordt gestart. Het
zelfontspannerlampje knippert
en blijft ongeveer één seconde
branden voordat de sluiter wordt
ontspannen.
Nadat de opname is gemaakt,
wordt de zelfontspanner ingesteld
op OFF.
Om het aftellen te stoppen, drukt u
nogmaals op de ontspanknop.
Zelfontspanner
Zelfontspanner
99
1/2501/2501/250 F5.6F5.6F5.6
39
Opnamefuncties
Wanneer de camera een lachend gezicht herkend, kunt u automatisch een foto
maken zonder de ontspanknop in te drukken.
Deze functie kan worden gebruikt als de opnamestand A (auto), j, k, l,
m of M, of onderwerpstand Portret of Nachtportret is.
1 Druk op de multi-selector J (n).
Wijzig de flitsstand, de belichting of de
instellingen voor de opnamestand voordat
u op J drukt.
2 Selecteer a (glimlachtimer) en
druk op de k knop.
Als er geen instelling wordt toegepast door
binnen een paar seconden op de k knop
te drukken, wordt de selectie geannuleerd.
3 Kadreer de foto en wacht tot de
persoon glimlacht zonder de
ontspanknop in te drukken.
Richt de camera op een gezicht.
Zodra de camera detecteert dat een glimlach
verschijnt op het gezicht van degene die zich in
het kader met dubbele rand bevindt, ontspant
de sluiter automatisch.
Wanneer de camera een lachend gezicht herkend, wordt de sluiter
automatisch ontspannen.
4 Automatisch fotograferen beëindigen.
Om het automatisch fotograferen met de glimlachtimer te beëindigen, gaat
u terug naar stap 1 en selecteert u OFF.
B Opmerkingen over glimlachtimer
Onder bepaalde opname-omstandigheden kan de camera mogelijk geen gezicht of glimlach
herkennen (
E
19). Om te fotograferen, kan ook de ontspanknop gebruikt worden.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Als de glimlachtimer wordt gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de
camera een gezicht herkent en knippert dit snel nadat de sluiter wordt ontspannen.
Glimlachtimer (Glimlachende gezichten
automatisch fotograferen)
Glimlachtimer
25m 0s
25m 0s
25m 0s
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
40
Opnamefuncties
Stel de scherpstelstand in op basis van de afstand tot het onderwerp.
1 Druk op de multi-selector I (p).
2 Selecteer de gewenste
scherpstelstand en druk
op de k knop.
Als er geen instelling wordt toegepast door
binnen een paar seconden op de k knop
te drukken, wordt de selectie geannuleerd.
Scherpstelstand
Autofocus
41
Opnamefuncties
Beschikbare scherpstelstanden
B Opmerkingen over fotograferen met flitser
De flitser kan onderwerpen op minder dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel
uitlichten.
C Instelling van de scherpstelstand
In bepaalde opnamestanden is de instelling mogelijk niet beschikbaar (E15).
Voor opnamestand j, k, l en m, wordt de instelling opgeslagen in het geheugen
van de camera en blijft daarin opgeslagen, ook als de camera wordt uitgeschakeld.
A
Autofocus
De camera past automatisch de scherpstelling aan op basis van de afstand
tot het onderwerp. Gebruik deze stand als het onderwerp zich 50 cm of meer
van het objectief bevindt, resp. 2,0 m of meer in uiterste telezoomstand.
Het pictogram van de scherpstelstand op het opnamescherm wordt
alleen direct na het instellen weergegeven.
D
Macro-close-up
Stel in bij het maken van close-up foto's.
Als de zoomfactor is ingesteld op een stand waarbij F en de zoom-
aanduiding groen worden weergegeven, kan de camera scherpstellen op
onderwerpen tot op een afstand van circa 10 cm tot het objectief. Wanneer
de zoom op een stand staat waarbij G wordt weergegeven, kan de camera
scherpstellen tot op een afstand van circa 1 cm tot het objectief.
B
Oneindig
Gebruik deze stand voor het fotograferen door een ruit heen van
onderwerpen die zich op enige afstand bevinden of voor het fotograferen
van landschappen.
De camera stelt de scherpstelling automatisch op praktisch oneindig in.
Het is mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op objecten die te
dicht in de buurt van de camera staan.
Q
Oneindig
Gebruik deze stand voor het fotograferen van de lucht en het vuurwerk.
E
Handmatige scherpstelling
De scherpstelling kan worden ingesteld op een onderwerp dat zich tussen
1 cm en oneindig (∞) bevindt van het objectief (A42). De kortste afstand
waarop de camera kan scherpstellen, is afhankelijk van de zoomstand.
42
Opnamefuncties
Handmatige scherpstelling gebruiken
Beschikbaar in de opnamestand j, k, l, m of M, stand speciale effecten,
of onderwerpstand Sport, Vuurwerk, Vogels bekijken of Interval film
(nachtlucht, sterrensporen).
1 Druk op de multi-
selector I (p),
selecteer E
(handmatige
scherpstelling) en
druk vervolgens op
de k knop.
2 Gebruik de multi-selector om
de scherpstelling aan te passen
terwijl u de vergrote weergave
controleert.
Er wordt een vergrote weergave van het
midden van het beeld getoond. Druk op J om
de weergave te schakelen tussen 2× en 4×.
Draai de multi-selector rechtsom om scherp
te stellen op onderwerpen dichtbij of linksom
om scherp te stellen op ver verwijderde onderwerpen. De scherpstelling kan
kan met meer detail worden gewijzig door de multi-selector langzaam te
draaien of de instelschijf te draaien.
Als K wordt ingedrukt, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld met autofocus. De handmatige scherpstelling kan
worden bediend nadat de camera met autofocus scherpstelt.
De scherpstelling wordt geassisteerd door de scherpstelvelden waarop is
scherpgesteld wit te markeren (pieken) (A43). Druk op HI om het
piekniveau aan te passen.
Druk de ontspanknop half in om de compositie van het beeld te bevestigen.
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
3 Druk op de k knop.
De ingestelde scherpstelling wordt vergrendeld.
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
Als u de scherpstelling opnieuw wilt instellen,
druk dan op de k knop om naar het scherm
zoals weergegeven onder stap 2 te gaan.
Handmatige scherpstelling
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
0.3
0.3
×
4
×
1AF
Piekniveau
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840
43
Opnamefuncties
C E (handmatige scherpstelling)
De cijfers van de meter aan de rechterkant van de monitor die bij stap 2 worden
getoond, dienen als richtlijn voor de afstand tot een onderwerp dat scherpgesteld
is als de meter dichtbij het midden is.
Het daadwerkelijke bereik waarin op het onderwerp kan worden scherpgesteld, is
afhankelijk van de diafragmawaarde en de zoomstand. Om na te gaan of er op het
onderwerp is scherpgesteld, controleert u de gemaakte foto.
Stel Zijzoomknop toewijzen in het setup-menu (A57) in op Handm.
scherpstelling om scherp te stellen met behulp van de zijzoomknop in plaats van
de multi-selector in stap 2.
C Peaking
Het bereik van het contrastniveau waarop moet worden scherpgesteld, kan
worden gewijzigd door het piekniveau in te stellen. Het is effectief om het
niveau laag in te stellen voor onderwerpen met een hoog contrast en laag
voor onderwerpen met een laag contrast.
Pieken markeert de gedeeltes op de foto met hoog contrast in wit. Afhankelijk van
de opnameomstandigheden, werkt de markering mogelijk niet naar behoren of
worden mogelijk velden gemarkeerd waarop niet is scherpgesteld.
U kunt de piekweergave uitschakelen met behulp van Peaking in het setup-menu
(A57).
44
Opnamefuncties
U kunt de helderheid van het hele beeld instellen.
1 Druk op de multi-selector K (o).
2 Selecteer een compensatiewaarde
en druk op de k knop.
Om het beeld lichter te maken, stelt u een
positieve (+) waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u
een negatieve (–) waarde in.
De compensatiewaarde wordt toegepast,
zelfs zonder de k knop in te drukken.
C Belichtingscompensatiewaarde
Als de instelling wordt toegepast in de j, k of l stand, dan blijft deze
opgeslagen in het geheugen van de camera en blijft daarin opgeslagen, ook als de
camera wordt uitgeschakeld.
Als voor de opnamestand de Vuurwerk onderwerpstand (E6) of m (handmatig)
(A32) geselecteerd is, kan belichtingscompensatie niet worden gebruikt.
Als de belichtingscompensatie wordt ingesteld tijdens gebruik van een flitser,
wordt de compensatie toegepast op de achtergrondbelichting en de flitssterkte.
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek waarin de verdeling van tinten in het beeld wordt
aangeduid. Gebruik als een hulpmiddel wanneer u gebruik maakt van
belichtingscompensatie en fotograferen zonder flitser.
De horizontale as geeft het helderheidsniveau van de pixels aan, van links naar
rechts oplopend van donker naar licht. De verticale as geeft aan hoeveel pixels
van elk helderheidsniveau er in het beeld voorkomen.
Door de belichtingscompensatiewaarde te verhogen, verschuift de toonverdeling
naar rechts en door de belichtingscompensatie te verlagen, verschuift de
toonverdeling naar links.
Belichtingscompensatie
(helderheidsinstelling)
+2.0
-2.0
-0.3
Belichtingscompensatie
Histogram
Aanduiding
45
Opnamefuncties
De volgende functies kunnen ook worden ingesteld door op de w (functie)
knop te drukken in plaats van het betreffende menu weer te geven door op
de d (menu) knop te drukken.
Deze functie kan gebruikt worden wanneer de opnamestand j, k, l, m
of M is.
1 Druk op de w (functie) knop wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven.
Het U Fn-knop functiemenu of de instellingsopties van de functie
(standaardinstelling is Continu) die als laatste aan de w (functie) knop
was toegewezen, kunnen geselecteerd worden.
2 Gebruik de multi-selector om
een menu-item te selecteren.
Om een andere functie toe te wijzen,
selecteert u het U Fn-knop
functiemenu en drukt u op de k knop.
Selecteer vervolgens de gewenste
functie uit het weergegeven menu.
3 Nadat u klaar bent met het toewijzen van de functie, dukt u
op de k knop of w knop.
De camera keert terug naar de opnamestand.
Functies die ingesteld kunnen worden met
de Fn (functie) knop
Beeldkwaliteit (A51) Continu (A52)
Beeldformaat (A51) ISO-waarde (A52)
Picture Control (A51) AF-veldstand (A52)
Witbalans (A51) Vibratiereductie (A57)
Lichtmeting (A52)
Enkelvoudig
Selectie
toepassen
46
Opnamefuncties
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere
menu-instellingen.
Functies die niet tegelijkertijd gebruikt
kunnen worden tijdens de opname
Beperkte functie Instelling Beschrijving
Flitsstand
Scherpstelstand
(A40)
Als B (oneindig) of Q (oneindig) wordt
ingesteld, is de flitser niet beschikbaar.
Continu (A52)
De flitser is niet beschikbaar (behalve voor
Intervalopnamen).
Belichtingsbracketing
(
A
52)
De flitser is niet beschikbaar.
Zelfontspanner/
Glimlachtimer
Scherpstelstand
(A40)
Als een andere stand dan A (autofocus)
wordt geselecteerd, is de glimlachtimer
ingesteld op OFF.
AF-veldstand
(A52)
Als
Onderwerp volgen
geselecteerd is, is de
zelfontspanner/glimlachtimer niet beschikbaar.
Scherpstelstand
Glimlachtimer
(A39)
Wanneer de glimlachtimer is geselecteerd,
wordt de scherpstelstand vast ingesteld op
A (autofocus).
AF-veldstand
(A52)
Als
Onderwerp volgen
wordt ingesteld, is
E
(handmatige scherpstelling) niet beschikbaar.
Beeldkwaliteit Continu (A52)
Als Vooropnamecache geselecteerd is, wordt
Beeldkwaliteit vast ingesteld op Normal.
Beeldformaat Continu (A52)
Beeldformaat is als volgt ingesteld, afhankelijk
van de instelling voor continu-opname:
Vooropnamecache:
A (beeldformaat: 1280 × 960 pixels)
Continu H: 120 bps:
f (beeldformaat: 640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps:
O (beeldformaat: 1920 × 1080 pixels)
•Multi-shot 16:
D (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels)
Picture Control
AF-veldstand
(A52)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd, kan
Monochroom niet ingesteld worden.
Actieve D-Lighting
(A52)
Als Actieve D-Lighting wordt gebruikt, kan
Contrast in de handmatige instelling niet
worden ingesteld.
Witbalans
Picture Control
(A51)
Als Monochroom geselecteerd is, wordt
Witbalans vast ingesteld op Automatisch
(normaal).
Lichtmeting
Actieve D-Lighting
(A52)
Als Actieve D-Lighting wordt ingesteld op
een andere stand dan Uit, dan wordt
Lichtmeting gereset op Matrix.
47
Opnamefuncties
Continu/
Belichtings-
bracketing
Continu (
A
52)/
Belichtingsbracketing
(
A
52)
Continu en Belichtingsbracketing zijn
niet tegelijkertijd beschikbaar.
Zelfontspanner
(A38)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt, wordt
een enkele foto gemaakt, zelfs als
Continu H
,
Continu L
,
Vooropnamecache
of
BSS
is
ingesteld. Als
Intervalopnamen
is ingesteld,
wordt de opname automatisch gestopt nadat
er een foto is gemaakt.
Belichtingsbracketing is niet beschikbaar.
Glimlachtimer
(A39)
Als de camera glimlachende gezichten
herkent en de sluiter wordt ontspannen,
dan wordt slechts één foto gemaakt. Als
Intervalopnamen is ingesteld, wordt de
opname automatisch gestopt nadat er
een foto is gemaakt.
Belichtingsbracketing is niet beschikbaar.
Picture Control
(A51)
Als Monochroom geselecteerd is, dan is
Belichtingsbracketing niet beschikbaar.
Meervoudige
belichting (A53)
Niet tegelijkertijd beschikbaar.
ISO-waarde Continu (A52)
Als Vooropnamecache, Multi-shot 16,
Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps
geselecteerd is, wordt ISO-waarde vast
ingesteld op Automatisch.
AF-veldstand
Glimlachtimer
(A39)
De camera maakt foto's met gezichtdetectie,
ongeacht de geselecteerde
AF-veldstand
optie.
Scherpstelstand
(A40)
Als voor de opname een andere instelling
dan Onderwerp volgen is geselecteerd
en B (oneindig) wordt geselecteerd als
de scherpstelstand, stelt de camera
scherp op oneindig, ongeacht de
geselecteerde AF-veldstand optie.
Als de camera is ingesteld op E
(handmatige scherpstelling), kan de AF-
veldstand niet worden ingesteld.
Picture Control
(A51)
Als Monochroom is geselecteerd, kan
Onderwerp volgen niet ingesteld worden.
Witbalans
(A51)
Als AF met doelopsporing geselecteerd is
en de witbalans is ingesteld op Handm.
voorinstel., Gloeilamplicht, TL-licht of
Kies kleurtemperatuur, of als fijnafstelling
van de witbalans wordt uitgevoerd, stelt de
camera scherp op een gezicht of kiest een of
meer velden uit de 9 scherpstelvelden met
het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt.
Beperkte functie Instelling Beschrijving
48
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is digitale zoom
mogelijk niet beschikbaar (E104).
Als digitale zoom in werking is, worden de te selecteren opties voor de
AF-veldstand of de lichtmetingstand beperkt.
Autofocus-
stand
Glimlachtimer
(A39)
Wanneer de glimlachtimer is geselecteerd,
werkt de autofocus-stand met de
Enkelvoudige AF instelling.
Scherpstelstand
(A40)
Als de scherpstelstand is ingesteld op
B (oneindig), werkt de autofocus-stand
met de Enkelvoudige AF instelling.
Actieve D-
Lighting
ISO-waarde
(A52)
Als ISO-waarde is ingesteld op 1600, 3200
of 6400, dan is Actieve D-Lighting niet
beschikbaar.
Meervoudige
belichting
Continu (A52) Niet tegelijkertijd beschikbaar.
Belichtingsbracketing
(
A
52)
Niet tegelijkertijd beschikbaar.
Monitor-
instellingen
AF-veldstand
(A52)
Als Onderwerp volgen is geselecteerd
en nadat het onderwerp is geregistreerd
(tijdens onderwerp volgen), wordt het
histogram niet weergegeven.
Het histogram wordt niet weergegeven als
AF met doelopsporing is geselecteerd.
Datumstempel Continu (A52)
Als
Vooropnamecache
,
Continu H: 120 bps
of
Continu H: 60 bps
geselecteerd is, kunnen de
foto's niet van datum en tijd worden voorzien.
Digitale zoom
Glimlachtimer
(A39)
Als de glimlachtimer wordt ingesteld, is
digitale zoom niet beschikbaar.
Continu (A52)
Als Multi-shot 16 geselecteerd is, dan is
digitale zoom niet beschikbaar.
AF-veldstand
(A52)
Als Onderwerp volgen geselecteerd is, dan
is digitale zoom niet beschikbaar.
Zoomgeheugen
(A53)
Als Zoomgeheugen is ingesteld op Aan,
dan is digitale zoom niet beschikbaar.
Sluitergeluid
Continu (A52)
Als Continu H, Continu L,
Vooropnamecache, Continu H: 120 bps,
Continu H: 60 bps, BSS of Multi-shot 16
wordt ingesteld, is het sluitergeluid
uitgeschakeld.
Belichtingsbracketing
(
A
52)
Het sluitergeluid is uitgeschakeld.
Beperkte functie Instelling Beschrijving
49
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Functies die ingesteld kunnen
worden met de d (menu) knop
U kunt de onderstaande menu's instellen door op de d (menu) knop te drukken.
A, y, X, s, c, u, j, k, l, m, M Opnamemenu
Beschikbaar door op de d knop te drukken wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven.
Hiermee kunt u de instellingen voor opnemen wijzigen zoals de combinatie
van het beeldformaat en de beeldkwaliteit.
Menupictogrammen en opties die kunnen worden ingesteld variëren
afhankelijk van de opnamestand.
c Weergavemenu
Beschikbaar door op de d knop te drukken als foto's worden bekeken in
de schermvullende weergave of miniatuurweergave.
Hiermee kunt u foto's bewerken, diashows weergeven, etc.
e Filmmenu
Beschikbaar door op de d knop te drukken wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven.
Hiermee kunt u instellingen voor filmopname wijzigen.
q Menu Wi-Fi-opties
Hiermee kunt u Wi-Fi-instellingen voor het verbinden van de camera en een
smart-toestel configureren.
z Optiesmenu locatiegegevens
Hiermee kunt de instellingen voor de locatiegegevensfuncties configureren.
Als Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. is ingesteld
op Aan, ontvangt de camera signalen van de satellieten voor
positiebepaling.
z Setup-menu
Hiermee kunt u basisfuncties van de camera aanpassen, zoals datum en tijd,
taalweergave, etc.
1 Druk op de d (menu)
knop.
Het menu wordt weergegeven.
25m 0s25m 0s
1/2501/250 F5.6
F5 .6
F5.6
84 0
840
50
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
2 Druk op de multi-
selector J.
Het huidige menupictogram
wordt geel weergegeven.
3 Selecteer een
menupictogram en
druk op de k knop.
De menu-opties kunnen
geselecteerd worden.
4 Selecteer een menu-
optie en druk op de
k knop.
Bepaalde menu-opties
kunnen niet worden
ingesteld, afhankelijk van de
huidige opnamestand of de
status van de camera.
Items kunnen ook geselecteerd worden door de multi-selector te draaien.
5 Selecteer een instelling
en druk op de k knop.
De geselecteerde instelling
wordt toegepast.
Als u klaar bent met het
menu, drukt u op d knop.
Als een menu wordt
weergegeven, kunt u naar
de opnamestand schakelen door op de ontspanknop of b (e) knop te
drukken.
Lichtmeting
Witbalans
Aang. Picture Control
Picture Control
Beeldformaat
Beeldkwaliteit
Opnamemenu
Menupictogrammen
Set-up
Vibratiereductie
Datumstempel
Elekt. zoeker auto aan/uit
Monitorinstellingen
Ontspan. bij geen kaart
Tijdzone en datum
Vibratiereductie
Datumstempel
Elekt. zoeker auto aan/uit
Monitorinstellingen
Ontspan. bij geen kaart
Tijdzone en datum
Uit
Datum en tijd
Datum
Datumstempel
51
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Algemene opties
Voor j, k, l, m, M standen
Het opnamemenu
Schakel de opnamestand in M d knop
Optie Beschrijving A
Beeldkwaliteit
Hiermee kunt u de gebruikte beeldkwaliteit
(compressieverhouding) instellen bij het opslaan
van foto's.
Standaardinstelling: Normal
E55
Beeldformaat
Hiermee kunt u het beeldformaat instellen bij het
opslaan van foto's.
Standaardinstelling: i 4608×3456
E56
Optie Beschrijving A
Picture Control
(COOLPIX Picture
Control)
Hiermee kunt u de instellingen voor de opslagtijd
wijzigen volgens de opnamestand of uw eigen
instellingen.
Standaardinstelling: Standaard
E57
Aang. Picture
Control
(COOLPIX
Aangepaste
Picture Control)
Hiermee kunt u de instellingen van COOLPIX Picture
Control aanpassen en registreer ze in Aangepast 1
of Aangepast 2 van Picture Control.
E61
Witbalans
Hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan de
weersomstandigheden of lichtbron om de kleuren
van de foto's overeen te laten komen met datgene
dat u ziet.
Standaardinstelling: Automatisch (normaal)
E62
Lichtmeting
Witbalans
Aang. Picture Control
Picture Control
Beeldformaat
Beeldkwaliteit
52
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Lichtmeting
Hiermee kunt u de methode instellen die de camera
gebruikt om de helderheid van het onderwerp te meten.
Standaardinstelling: Matrix
E65
Continu
Hiermee kunt u enkelvoudige of continu-opname
selecteren.
Standaardinstelling: Enkelvoudig
E66
ISO-waarde
Hiermee kun u de lichtgevoeligheid van de camera
regelen.
Standaardinstelling: Automatisch
Als Automatisch geselecteerd is, wordt er tijdens
het fotograferen E op de monitor weergegeven
wanneer de ISO-waarde toeneemt.
In stand m (handmatig), indien ingesteld op
Automatisch of Vast bereik autom., wordt de
ISO-waarde vastgezet op ISO 100.
E70
Belichtings-
bracketing
De belichting (helderheid) kan tijdens continu-
opname automatisch gewijzigd worden.
Standaardinstelling: Uit
E71
AF-veldstand
Hiermee kunt u de methode instellen waarmee de
camera het scherpstelveld voor de autofocus selecteert.
Standaardinstelling: AF met doelopsporing
E72
Autofocus-stand
Hiermee kunt u Enkelvoudige AF selecteren,
waarmee alleen wordt scherpgesteld wanneer de
ontspanknop hald wordt ingedrukt, of Fulltime-AF,
waarmee het scherpstellen door blijft gaan, zelfs
wanneer de ontspanknop niet half wordt ingedrukt.
Standaardinstelling: Fulltime-AF
E75
Flitsbelichting-
correctie
Hiermee kunt u de flitssterkte aanpassen.
Standaardinstelling: 0,0
E75
Filter
ruisonderdrukking
Hiermee kunt u de sterkte van de
ruisonderdrukkingsfunctie instellen die normaal
wordt uitgevoerd bij het opslaan van foto's.
Standaardinstelling: Normaal
E76
Actieve D-
Lighting
Hiermee kunt u tijdens het fotograferen het verlies
van contrastdetails in lichte delen en schaduwpartijen
voorkomen om de contrasten van de foto's overeen te
laten komen met datgene dat u ziet.
Standaardinstelling: Uit
E76
Optie Beschrijving A
53
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Meervoudige
belichting
Hiermee kunt u instellen of de camera twee tot drie
foto's combineert en deze als één foto opslaat.
Standaardinstelling:
- Stand voor meerv. belichting: Uit
- Automatische versterking: Aan
E77
Bewaar user
settings
Hiermee kunt u de huidige instellingen in M van de
keuzeknop (A34) opslaan.
35
Herstel user
settings
Hiermee kunt u de opgeslagen instellingen in M van
de keuzeknop herstellen.
35
Zoomgeheugen
Als de zoomknop wordt bediend, wordt de
zoomstand (gelijk aan brandpuntsafstand/beeldhoek
in kleinbeeldformaat [135]) omgezet naar de standen
die geselecteerd zijn door het selectievakje in deze
menu-optie op aan in te stellen.
Standaardinstelling: Uit
E79
Opstartzoomstand
Hiermee kunt u de zoomstand (gelijk aan brand-
puntsafstand/beeldhoek in kleinbeeldformaat [135])
instellen voor als de camera wordt ingeschakeld.
Standaardinstelling: 24 mm
E80
M belichtings-
voorbeeld
Hiermee kunt u instellen of de helderheid wel of niet
op het opnamescherm moet worden aangeduid
wanneer de belichting wordt gewijzigd in de stand
m (handmatig).
Standaardinstelling: Uit
E80
Optie Beschrijving A
54
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Het filmmenu
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
k knop
Optie Beschrijving A
Filmopties
Selecteer het filmtype.
Selecteer normale snelheid voor het opnemen van
films op normale snelheid of hoge snelheid (HS)
voor het opnemen van films die vertraagd (slow
motion) of versneld (fast motion) kunnen worden
weergegeven.
Standaardinstelling: e 1080/30p of
p 1080/25p
E81
Autofocus-stand
Selecteer Enkelvoudige AF, waarbij de scherpstelling
wordt vergrendeld wanneer de filmopname begint, of
Fulltime-AF, waarbij de scherpstelling tijdens de
filmopname wordt voortgezet.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
E84
Elektronische VR
Stel in of elektronische VR wel of niet uitgevoerd
moeten worden tijdens de filmopname.
Standaardinstelling: Aan
E85
Windruisreductie
Stel in of windruis wel of niet onderdrukt moeten
worden tijdens de filmopname.
Standaardinstelling: Uit
E85
Zoommicrofoon
In overeenstemming met de beeldhoek neemt
de camera geluiden over een groot bereik in de
groothoekstand en over het beperkte bereik in de
telezoomstand op.
Standaardinstelling: Aan
E86
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid die bij de filmopname
wordt gebruikt.
E86
Beeldsnelheid
Zoommicrofoon
Windruisreductie
Elektronische VR
Autofocus-stand
Filmopties
55
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Het weergavemenu
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop
Optie Beschrijving A
Mark. voor upl. via
Wi-Fi
1
Hiermee kunt u in de camera opgeslagen foto's
selecteren voorafgaand aan de overdracht naar
een smart-toestel.
E87
Snel retoucheren
2
Hiermee kunt u geretoucheerde kopieën maken
waarin contrast en verzadiging zijn verhoogd.
E27
D-Lighting
2
Hiermee kunt u kopieën maken met een verbeterde
helderheid en contrast, waardoor donkere
gedeeltes van een foto lichter worden.
E27
Huid verzachten
2
Herkent gezichten op foto's en stelt u in staat
vervolgens een kopie met zachtere huidtinten
te maken.
E28
Filtereffecten
2
Hiermee kunt u meerdere effecten toepassen m.b.v.
digitale filters.
E29
Diashow
Hiermee kunt u foto's bekijken in een automatische
diashow.
E88
Beveiligen
1
Hiermee kunt u geselecteerde foto's en films tegen
ongewild wissen beveiligen.
E89
Beeld draaien
1
Hiermee kunt u het weergegeven beeld draaien in
de staande (portret) of liggende (landschap) stand.
E89
Kleine
afbeelding
2
Hiermee kunt u van foto's kopieën van een kleiner
formaat maken.
E30
Diashow
Filtereecten
Huid verzachten
D-Lighting
Snel retoucheren
Mark. voor upl. via Wi-Fi
56
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
1
Selecteer een foto in het fotoselectiescherm. Zie "Het fotoselectiescherm" (A56)
voor meer informatie.
2
Bewerkte foto's worden als aparte bestanden opgeslagen. Sommige foto's kunnen
niet bewerkt worden.
Het fotoselectiescherm
Wanneer een fotoselectiescherm zoals het
scherm aan de rechterzijde wordt weergegeven
bij het bedienen van de camera, volgt u de
hieronder beschreven procedures om de foto's
te selecteren.
1 Gebruik de multi-selector JK of
draai deze om de gewenste foto te
selecteren.
Beweeg de zoomknop (
A
1) in de richting van
g
(
i
) om naar schermvullende weergave of
f
(
h
) om naar miniatuurweergave te wisselen.
Er kan slechts een foto geselecteerd worden
voor Beeld draaien en Kies hoofdfoto.
Ga verder met stap 3.
2 Gebruik HI om ON of OFF te
selecteren.
Als ON geselecteerd is, wordt een
pictogram onder de geselecteerde foto
weergegeven. Herhaal stap 1 en 2 als u nog
meer foto's wilt selecteren.
3 Druk op de k knop om de fotoselectie toe te passen.
Volg de bedieningsaanwijzingen op het scherm wanneer een
bevestigingsvenster wordt weergegeven.
Reeksweer-
gaveopties
Hiermee kunt u selecteren of alleen de hoofdfoto van
een reeks continu gemaakte foto's of de reeks als
afzonderlijke beelden weergegeven moet worden.
Als alleen de hoofdfoto van een reeks wordt
weergegeven, drukt u op de k knop om elke
foto in de reeks weer te geven. Druk op de multi-
selector H om naar de weergave van de
hoofdfoto terug te gaan.
E90
Kies hoofdfoto
1
Hiermee kunt u de hoofdfoto van een reeks
gemaakte foto's wijzigen.
E90
Optie Beschrijving A
Terug
Wis gesel. beeld(en)
Terug
Wis gesel. beeld(en)
Terug
Wis gesel. beeld(en)
57
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Het setup-menu
Druk op de d knop M z menupictogram M k knop
Optie Beschrijving A
Tijdzone en datum Hiermee kunt u de cameraklok instellen. E97
Ontspan. bij geen
kaart
Hiermee kunt u de werking van de ontspanknop
instellen wanneer er geen geheugenkaart in de
camera is aangebracht.
E99
Monitorinstellingen
Hiermee kunt u de beeldcontrole na opname, de
helderheid van de monitor en de weergavein-
stellingen voor foto-informatie aanpassen.
E100
Elekt. zoeker auto
aan/uit
Hiermee kunt u instellen of de weergave wel of
niet automatisch naar de zoeker gewisseld moet
worden als u uw gezicht dichtbij de zoeker brengt.
E101
Datumstempel
Hiermee kunt u de datum en tijd van een opname
op foto's weergeven.
E102
Vibratiereductie
Hiermee kunt u de instelling van de
vibratiereductie selecteren die bij de opname
wordt gebruikt.
E103
AF-hulplicht
Hiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of
uitschakelen.
E104
Digitale zoom
Hiermee kunt u instellen of digitale zoom wel of
niet gebruikt moet worden.
E104
Zijzoomknop
toewijzen
Hiermee kunt u functie selecteren die tijdens het
fotograferen moet worden uitgevoerd wanneer
de zijzoomknop wordt bediend.
E105
Geluidsinstellingen Hiermee kunt u de geluidsinstellingen aanpassen.
E105
Vibratiereductie
Datumstempel
Elekt. zoeker auto aan/uit
Monitorinstellingen
Ontspan. bij geen kaart
Tijdzone en datum
58
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d
(menu) knop
Automatisch uit
Hiermee kunt u de lengte van de tijd instellen
voordat de monitor uitschakelt om energie te
besparen.
E106
Geheugenkaart
form.
Hiermee kunt u de geheugenkaart formatteren.
E106
Taal/Language Hiermee kunt u de taal van de camera wijzigen.
E106
Opladen via
computer
Hiermee kunt u instellen of de batterij in de
camera wel of niet wordt opgeladen wanneer de
camera op een computer wordt aangesloten.
E107
Av/Tv-selectie
Hiermee kunt u van methode wisselen voor het
instellen van het flexibele programma, de
sluitertijd of de diafragmawaarde.
E108
Best.nr. terugzetten
Hiermee kunt u de toekenning van volgnummers
resetten als Ja wordt geselecteerd.
E108
Peaking
Hiermee kunt u instellen of, bij het bedienen van
de handmatige scherpstelling, de velden van het
beeld waarop is scherpgesteld op de monitor wel
of niet wit gemarkeerd moeten worden.
E109
Standaardwaarden
Hiermee kunt u de camera-instellingen naar de
standaardwaarden resetten.
E109
Firmware-versie
Weergeven van de huidige firmware-versie van de
camera.
E109
Optie Beschrijving A
59
Locatiegegevensfuncties gebruiken
Locatiegegevensfuncties gebruiken
Als Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. van het
z (locatiegegevensopties) menu (E93) is ingesteld op Aan, ontvangt
de camera signalen van de satellieten voor positiebepaling.
De ontvangst van locatiegegevens kan op
het opnamescherm gecontroleerd worden.
n of o: De signalen worden
ontvangen van vier of meer satellieten of
van drie satellieten en de positiebepaling
wordt uitgevoerd.
z: Er worden signalen ontvangen, maar
positiebepaling is niet mogelijk.
y: Signalen worden niet ontvangen.
Opnamelocatiegegevens opnemen op de foto
Tijdens het maken van foto's terwijl positiebepaling wordt uitgevoerd,
worden de verkregen locatiegegevens (breedtegraad en lengtegraad)
opgenomen op de foto's die gemaakt worden.
De opgenomen locatiegegevens kunnen met ViewNX 2 op een kaart
gecontroleerd worden nadat de foto naar een computer (
E
53) is overgebracht.
Logopname
Als u Log starten in Log aanmaken selecteert in het optiesmenu
locatiegegevens tijdens het uitvoeren van positiebepaling worden de
locatiegegevens van de plaatsen die u bezoekt met de camera opgenomen
met een bepaald interval.
Nadat de opgenomen log is opgeslagen op een geheugenkaart door Log
opslaan te gebruiken in het optiesmenu locatiegegevens kunt u de log met
software bekijken die loggegevens kunnen weergeven.
De loggegevens zijn compatibel met het NMEA-formaat. Weergave met
behulp van software of een camera die compatibel is met het NMEA-
formaat kan echter niet gegarandeerd worden.
POI-informatie weergeven
Als POI inbedden in Points of interest (POI) van het optiemenu locatie-
gegevens is ingesteld op Aan, wordt de informatie van de dichtstbijzijnde
locatienaam voor de huidige positie ook opgenomen op de foto's die
gemaakt worden.
Als POI weergeven van het optiemenu
locatiegegevens is ingesteld op Aan, wordt de
informatie van de dichtstbijzijnde locatienaam
voor de huidige positie weergegeven op het
opnamescherm en wordt de
locatienaaminformatie opgenomen op de foto
weergegeven op het weergavescherm.
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
840
840
25
25
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
1/250
1/250
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
840
840
25
25
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
1/250
1/250
60
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken
U kunt de volgende functies uitvoeren wanneer u de bijbehorende software
"Wireless Mobile Utility" installeert op uw smart-toestel dat draait op Android
OS of iOS en dit aansluit op de camera.
Neem foto’s
U kunt foto's opslaan op een smart-toestel door te drukken op de ontspanknop
van de camera of de camerasluiter op afstand te ontspannen vanaf het smart-
toestel.
Tijdens het gebruik van de afstandsbediening kunnen geen andere
bewerkingen met de camera worden uitgevoerd. De opnamestand wordt
ingesteld op A (auto) stand en het scherpstelveld wordt ingesteld op het
midden van het beeld, ongeacht de instellingen van de camera.
Bekijk foto's
U kunt de op de geheugenkaart van de camera opgeslagen foto's overbrengen
en bekijken op uw smart-toestel. U kunt ook de in de camera opgeslagen foto's
selecteren voor overdracht naar uw smart-toestel.
B Opmerkingen over beveiligingsinstellingen
Bij de aankoop zijn er voor de camera geen beveiligingsinstellingen, zoals
wachtwoorden, geconfigureerd. Daarom wordt ten strengste aangeraden de benodigde
beveiligingsinstellingen uit te voeren alvorens de Wi-Fi-functie te gebruiken. Gebruik
Opties van het menu Wi-Fi-opties (A49) om de beveiligingsinstellingen uit te voeren.
1 Gebruik uw smart-toestel om te verbinden met de Google
Play Store, App Store of andere online apps en te zoeken
naar "Wireless Mobile Utility".
Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor
meer informatie.
2 Controleer de beschrijving en de overige informatie en
installeer de software.
C Gebruikshandleiding voor Wireless Mobile Utility
Download de gebruikshandleiding van de onderstaande website.
Android OS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU/
iOS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU-ios/
De software installeren op het smart-toestel
Om een verbinding met de camera tot stand te brengen, drukt u op de
q
(Wi-Fi)
knop op de camera, zet u de Wi-Fi-functie op het smart-toestel aan en start u
vervolgens de "Wireless Mobile Utility" terwijl
Bezig met onderhandelen… Even
wachten alstublieft.
wordt weergegeven op de camera.
61
Camera aansluiten op een tv, printer of computer
Camera aansluiten op een tv,
printer of computer
U kunt meer plezier hebben van foto's en films door de camera aan te sluiten
op een tv, printer of computer.
Voordat de camera op een extern apparaat wordt aangesloten, moet u
controleren of het batterijniveau voldoende is en moet u de camera
uitzetten. Zorg dat de camera uitgeschakeld is voordat deze van het
apparaat losgekoppeld wordt.
Als de lichtnetadapter EH-67A (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze
camera gevoed worden via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter
van een ander merk of model, want dit kan tot oververhitting of storing van
de camera leiden.
Zie voor informatie over aansluitmethodes en procedures de documentatie
die bij het externe apparaat hoort.
Open het deksel van
de aansluitingen.
HDMI-microaansluiting
(type D)
Steek de stekker recht in het apparaat.
USB-microaansluiting
62
Camera aansluiten op een tv, printer of computer
Foto's op een tv bekijken
Foto's en films die met de camera gemaakt zijn, kunnen op
een tv bekeken worden.
Aansluitmethode: Sluit een apart verkrijgbare HDMI-kabel op
de HDMI-aansluiting van de tv aan.
Foto's afdrukken zonder computer
Als u de camera op een PictBridge-compatibele printer
aansluit, kunt u foto's afdrukken zonder een computer te
gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera direct op de USB-poort van
de computer aan met de bijgeleverde USB-kabel.
Foto's bekijken en beheren op een computer
U kunt foto's naar een computer kopiëren om eenvoudig
foto's te retoucheren en fotogegevens te beheren.
Aansluitmethode: Sluit de camera aan op de USB-poort van de
computer met de USB-kabel.
Installeer eerst ViewNX 2 op de computer voordat u de
camera op een computer aansluit.
Als er USB-apparaten zijn aangesloten die hun voeding
van de computer ontvangen, maak deze dan los van de
computer voordat u de camera hierop aansluit. Het
tegelijkertijd aansluiten van de camera en andere aparaten
die hun voeding via een USB-poort ontvangen op dezelfde
computer, kan een functiestoring van de camera of een
overmatige voeding vanaf de computer veroorzaken,
hetgeen tot schade aan de camera of geheugenkaart
kan leiden.
E1
Het referentiegedeelte bevat gedetailleerde informatie en hints voor het gebruik
van de camera.
Opname
HInts en opmerkingen over de onderwerpstand...................... E3
Standaardinstellingen (flitser, scherpstelstand, etc.)..............E15
Scherpstellen ..........................................................................................E18
Het regelbereik van de sluitertijd (j, k, l, m stand)...........E22
Weergave
Zoomweergave......................................................................................E23
Miniatuurweergave/Kalenderweergave .....................................E24
Met continu-opname gemaakte foto's weergeven
en wissen (reeks) ...................................................................................E25
Foto's bewerken ....................................................................................E26
Film
Films opnemen en afspelen .............................................................E32
Foto's opslaan tijdens filmopname ...............................................E35
Functies tijdens filmweergave.........................................................E36
Films bewerken......................................................................................E37
Locatiegegevensfuncties
Locatiegegevens opnemen op de foto........................................E39
Log van verplaatsingsinformatie opnemen...............................E42
Verbinding
Aansluiten op een smart-toestel (Wi-Fi) ......................................E45
In de camera opgeslagen foto's selecteren voor
overdracht naar een smart-toestel ................................................E47
De camera aansluiten op een tv (weergave's op een tv)......E48
De camera aansluiten op een printer (Direct Print) ................E49
ViewNX 2 gebruiken (foto's naar een computer
kopiëren)...................................................................................................E53
Referentiegedeelte
E2
Menu
Het opnamemenu (de algemene opties voor opname).......E55
Het opnamemenu (stand j, k, l of m)....................................E57
Het filmmenu..........................................................................................E81
Het weergavemenu..............................................................................E87
Het menu Wi-Fi-opties........................................................................E91
Het optiesmenu locatiegegevens ..................................................E93
Het setup-menu.....................................................................................E97
Aanvullende informatie
Foutmeldingen ................................................................................... E110
Bestandsnamen .................................................................................. E114
Optionele accessoires....................................................................... E115
Basisfuncties van de bedieningsknoppen............................... E116
E3
Referentiegedeelte
HInts en opmerkingen over de
onderwerpstand
X Nachtlandschap
Druk op de d knop om u Uit de hand of w Statief in Nachtlandschap te
selecteren.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Druk de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die tot
een enkele foto gecombineerd en opgeslagen worden.
- Wanneer de ontspanknop helemaal is ingedrukt, houdt u de camera stil tot
een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto
heeft gemaakt, maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm
weergeeft.
- De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen
afbeelding zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het
moment van opname.
w Statief:
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt een foto met een
langere sluitertijd gemaakt.
- De vibratiereductie wordt uitgeschakeld, ongeacht de instelling voor
Vibratiereductie in het setup-menu (A57).
s Nachtportret
Druk op de d knop om u Uit de hand of w Statief in Nachtportret te
selecteren.
Er wordt een foto met een langere sluitertijd gemaakt. In vergelijking tot het
gebruik van w Statief, wanneer u Uit de hand is geselecteerd, stelt de
camera een iets snellere kortere sluitertijd in op basis van de opname-
omstandigheden om cameratrillingen te voorkomen.
Wanneer w Statief wordt geselecteerd, wordt de vibratiereductie uitgeschakeld,
ongeacht de instelling voor Vibratiereductie in het setup-menu (A57).
De flitser gaat altijd af. Schuif de flitser uit alvorens te fotograferen.
E4
Referentiegedeelte
c Landschap
Druk op de d knop om Ruisond. serieopname of Eén opname in
Landschap te selecteren.
Ruisond. serieopname: Hiermee kunt u een scherpe landschapsfoto maken
met een minimum aan ruis.
- Druk de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die
tot een enkele foto gecombineerd en opgeslagen worden.
- Wanneer de ontspanknop helemaal is ingedrukt, houdt u de camera stil tot een
foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft
gemaakt, maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
- De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen
afbeelding zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het
moment van opname.
•Eén opname (standaardinstelling): Maakt foto's waarbij contouren en contrast
worden benadrukt.
- Er wordt een foto gemaakt wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt.
y M x Autom. scènekeuzekn.
Wanneer u de camera op het onderwerp richt, herkent de camera automatisch
de optimale onderwerpstand uit de onderstaande lijst en past de opname-
instellingen dienovereenkomstig aan.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk dat de camera niet
altijd de gewenste onderwerpstand kiest. Selecteer in dat geval een andere
opnamestand (A24).
e Portret (voor het maken van close-up portretten van een of twee personen)
b
Portret (voor het maken van portretten van veel mensen of foto's
waarbij de achtergrond een groot deel van het beeld in beslag nemen)
f Landschap
h
Nachtportret (voor het maken van close-up portretten van een of twee
personen)
c
Nachtportret (voor het maken van portretten van veel mensen of foto's
waarbij de achtergrond een groot deel van het beeld in beslag nemen)
g
Nachtlandschap
De camera maakt continu foto's en combineert en bewaart deze als
één beeld, net als wanneer Uit de hand in X (nachtlandschap)
(E3) wordt geselecteerd.
i Close-up
j
Tegenlicht (voor het maken van foto's van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (voor het maken van portretfoto's)
d Andere onderwerpen
E5
Referentiegedeelte
y M d Sport
Als u de ontspanknop helemaal ingedrukt houdt, maakt de camera max. 7 foto's
met een snelheid van ongeveer 7 beelden per seconde (bps) wanneer de
beeldkwaliteit is ingesteld op Normal en het beeldformaat op i 4608×3456.
Het aantal beelden per seconde bij continu-opnamen kan laag zijn, afhankelijk
van de instelling voor beeldkwaliteit en beeldformaat, de gebruikte
geheugenkaart of opnameomstandigheden.
Bij alle foto's uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en kleurinstelling
aangehouden die de camera voor de eerste foto uit de reeks heeft ingesteld.
y M f Party/binnen
Houd de camera goed stil om de effecten van cameratrillingen te voorkomen. Stel
Vibratiereductie in het setup-menu (A57) in op Uit wanneer bij fotograferen
gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
y M k Close-up
Selecteer Ruisond. serieopname of Eén opname in het scherm dat wordt
weergegeven nadat k Close-up geselecteerd is.
Ruisond. serieopname: Hiermee kunt u een scherpe foto maken met een
minimum aan ruis.
- Druk de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die
tot een enkele foto gecombineerd en opgeslagen worden.
- Wanneer de ontspanknop helemaal is ingedrukt, houdt u de camera stil tot
een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto
heeft gemaakt, maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm
weergeeft.
- Als het onderwerp beweegt of bij aanzienlijke trillingen terwijl de camera
continu foto's maakt, kan de foto vervormingen, overlappingen of onscherpte
vertonen.
- De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen
afbeelding zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het
moment van opname.
•Eén opname (standaardinstelling): Maakt foto's waarbij contouren en contrast
worden benadrukt.
- Er wordt een foto gemaakt wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt.
De instelling voor de scherpstelstand (A40) wordt gewijzigd naar D (macro-
close-up) en de camera zoomt automatisch in op de kortste afstand waarop
scherpgesteld kan worden.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k knop, gebruik de multi-
selector HIJK of draai deze om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op
de k knop om de instelling toe te passen.
E6
Referentiegedeelte
y M u Voedsel
De instelling voor de scherpstelstand (A40)
wordt gewijzigd naar D (macro-close-up) en de
camera zoomt automatisch in op de kortste
afstand waarop scherpgesteld kan worden.
U kunt de kleurinstelling aanpassen met de
instelschijf. De kleurinstelling wordt opgeslagen
in het geheugen van de camera en blijven
bewaard, ook als de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de
k knop, gebruik de multi-selector HIJK of draai deze om het scherpstelveld
te verplaatsen en druk op de k knop om de instelling toe te passen.
y M l Museum
De camera maakt een reeks van maximaal tien foto's terwijl de ontspanknop
helemaal ingedrukt wordt gehouden en de scherpste foto uit de reeks wordt
automatisch geselecteerd en opgeslagen (BSS (Best Shot Selector)).
De flitser ontsteekt niet.
y M m Vuurwerk
De sluitertijd is vastgezet op ongeveer 4 seconden.
y M n Zwart-wit-kopie
Gebruik deze samen met de D (macro-close-up) scherpstelstand (A40) bij het
fotograferen van onderwerpen dicht bij de camera.
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
10m 0s
10m 0s
10m 0s
E7
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over HDR
Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken. Stel Vibratiereductie in het
setup-menu (A57) in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om
de camera te stabiliseren.
Wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera continu
foto's en slaat deze de volgende twee beelden op.
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een HDR samengesteld beeld waarin het verlies van detail in hoge lichten of
schaduwpartijen tot een minimum wordt beperkt
Als er slechts genoeg geheugen beschikbaar is voor het opslaan van één beeld,
dan wordt alleen een beeld opgeslagen dat bij de opname via D-Lighting (A55)
is verwerkt, waarbij de donkere delen van het beeld gecorrigeerd zijn.
Wanneer de ontspanknop helemaal is ingedrukt, houdt u de camera stil tot een
foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft
gemaakt, maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen
afbeelding zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het
moment van opname.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen donkere schaduwen rondom
heldere onderwerpen en heldere delen rondom donkere onderwerpen
verschijnen.
y M o Tegenlicht
Selecteer Aan of Uit in het scherm dat wordt weergegeven na het selecteren
van o Tegenlicht om de functie high dynamic range (HDR) in- of uit te
schakelen op basis van het soort foto dat u wilt maken.
•Uit (standaardinstelling): De flitser treedt in werking om te voorkomen dat het
onderwerp in de schaduw blijft. Foto's maken met de flitser uitgeschoven.
•Aan: Gebruik deze stand als er zeer heldere delen en zeer donkere delen in
eenzelfde beeld zijn.
E8
Referentiegedeelte
B Dierenportret automatisch ontspannen
Druk op de multi-selector J (n) om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp.
te wijzigen.
- Y: De camera ontspant de sluiter automatisch wanneer het gezicht van een
hond of kat wordt herkend.
- Uit: De camera ontspant de sluiter niet automatisch, ook al wordt het gezicht
van de hond of kat herkend. Druk de ontspanknop in. De camera herkent tevens
gezichten van mensen wanneer Uit wordt geselecteerd.
•Dierenp. autom. ontsp. wordt ingesteld op Uit nadat er 5 serieopnamen zijn
gemaakt.
Fotograferen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de
instelling voor Dierenp. autom. ontsp..
B Scherpstelveld
Als de camera een gezicht herkent, wordt een
gele rand om het gezicht weergegeven. Wanneer
de camera heeft scherpgesteld op een gezicht
binnen een dubbele rand (scherpstelveld), dan
wordt de dubbele rand groen. Als de camera
geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op
het gebied in het midden van het beeld.
Onder bepaalde opname-omstandigheden
wordt het gezicht van het huisdier mogelijk niet herkend en kunnen andere
onderwerpen binnen een rand worden weergegeven.
y M O Dierenportret
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht
van het huisdier en stelt hierop scherp. Zodra het gezicht van een hond of kat
wordt herkend (dierenportret automatisch ontspannen), ontspant de sluiter
automatisch in de standaardinstelling.
Op het scherm weergegeven wanneer O Dierenportret is geselecteerd,
selecteer U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: Wanneer het gezicht van een hond of kat wordt herkend,
maakt de camera 1 foto.
- V Continu: Wanneer het gezicht van een hond of kat wordt herkend, maakt
de camera 3 foto's continu.
1/250 F5.6
840
25m 0s25m 0s
E9
Referentiegedeelte
y M g Maan
U kunt de kleurinstelling aanpassen met de instelschijf. De kleurinstelling wordt
opgeslagen in het geheugen van de camera en blijven bewaard, ook als de
camera wordt uitgeschakeld.
Stel de helderheid met belichtingscompensatie in (A44) op de
opnameomstandigheden, zoals wassende of afnemende maan, en
opnamevoorwaarden.
In de groothoekzoomstand wordt het kader weergegeven om de beeldhoek
aan te duiden die equivalent is aan die van een 1440 mm objectief
(bij kleinbeeldformaat [135]). Door op de k knop te drukken, wordt
de beeldhoek gelijk aan die van het 1440 mm objectief.
y M L Vogels bekijken
Op het scherm weergegeven wanneer L Vogels bekijken is geselecteerd,
selecteer U Enkelvoudig of V Continu.
U Enkelvoudig: Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één
foto.
V Continu: Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden continu
foto's gemaakt.
- De beeldsnelheid bij continu-opname is ongeveer 7 bps en het maximale
aantal foto's met continu-opname is ongeveer 7 (indien de beeldkwaliteit is
ingesteld op Normal en beeldformaat is ingesteld op i 4608×3456).
In de groothoekzoomstand wordt het kader weergegeven om de beeldhoek
aan te duiden die equivalent is aan die van een 800 mm objectief
(bij kleinbeeldformaat [135]). Door op de k knop te drukken, wordt
de beeldhoek gelijk aan die van het 800 mm objectief.
E10
Referentiegedeelte
Opname met eenvoudig panorama
1 Selecteer het opnamebereik
W Normaal (180°) of X Breed
(360°) en druk op de k knop.
Wanneer de camera gereed wordt
gehouden in de horizontale positie, dan
is het beeldformaat (breedte × hoogte)
als volgt.
- W Normaal (180°):
4800 × 920 wanneer horizontaal wordt bewogen,
1536 × 4800 wanneer verticaal wordt bewogen
- X Breed (360°):
9600 × 920 wanneer horizontaal wordt bewogen,
1536 × 9600 wanneer verticaal wordt bewogen
2 Kadreer de eerste rand van het
panorama en druk vervolgens de
ontspanknop half in om scherp te
stellen.
De zoom is vast ingesteld op de
groothoekstand.
De camera stelt scherp in het midden van
het beeld.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
en haal vervolgens uw vinger van
de ontspanknop.
KLJI worden weergegeven om de
richting van de camerabeweging aan te
duiden.
Draai de keuzeknop naar y M d knop M p Eenvoudig panorama
M k knop
Breed (360°)
Normaal (180°)
Eenvoudig panorama
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
25m 0s
25m 0s
25m 0s
E11
Referentiegedeelte
4 Beweeg de camera in een van de
vier richtingen tot de aanduiding
van de opnamepositie het einde
heeft bereikt.
Zodra de camera detecteert in welke
richting bewogen wordt, begint de
opname.
Het fotograferen wordt beëindigd wanneer
de camera het gespecificeerde
opnamebereik heeft verkregen.
Zowel de scherpstelling als de belichting worden geblokkeerd tot de
opname stopt.
Voorbeeld van camerabeweging
Gebruik uw lichaam als de draaias en
beweeg de camera langzaam in een
boog in de richting van de markering
(KLJI).
De opname wordt gestopt als de
aanduiding niet binnen circa
15 seconden de rand bereikt (wanneer
W Normaal (180°) geselecteerd is)
of binnen circa 30 seconden (wanneer
X Breed (360°) geselecteerd is) vanaf het begin van de opname.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het zichtbare bereik van de opgeslagen afbeelding is kleiner dan dat op de
monitor zichtbaar is op het moment van de opname.
Bij een te snelle camerabeweging, overmatig veel cameratrilling of te weinig
verandering in het onderwerp (zoals een muur of in het donker), wordt de opname
gestopt.
Wanneer de opname wordt gestopt voordat de camera de helft van het
panoramabereik heeft bereikt, dan wordt er geen panoramafoto opgeslagen.
Wanneer meer dan de helft van het panoramabereik wordt vastgelegd, maar de
opname voor de rand van het bereik wordt gestopt, dan wordt het niet
vastgelegde bereik als grijs gebied opgeslagen opgeslagen.
Aanduiding
E12
Referentiegedeelte
Weergave met eenvoudig panorama
Schakel naar de weergavestand (A22), geef de
foto gemaakt met eenvoudig panorama weer in
de schermvullende weergave en druk
vervolgens op de k knop om de foto in de
richting te scrollen die bij de opname werd
gebruikt.
Draai de multi-selector om snel vooruit of
achteruit te scrollen.
Tijdens de weergave worden op de monitor
bedieningsknoppen getoond.
Gebruik de multi-selector JK om een
bedieningsknop te selecteren en druk
vervolgens op de k knop om de onderstaande
functies uit te voeren.
* Deze functies kunnen ook worden uitgevoerd door de multi-selector te draaien.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
De foto's kunnen niet op deze camera worden bewerkt.
Het scrollen of inzoomen van eenvoudig panorama foto's die met een digitale
camera van een ander merk of model zijn gemaakt, is met deze camera wellicht
niet mogelijk.
B Opmerkingen over panoramafoto's afdrukken
Afhankelijk van de printerinstellingen is het mogelijk dat niet de hele foto kan worden
afgedrukt. Bovendien is het mogelijk dat de afdrukfunctie, afhankelijk van de printer,
niet werkt.
Functie
Picto-
gram
Beschrijving
Terug-
spoelen
A Houd de k knop ingedrukt om snel terug te scrollen.*
Vooruit-
spoelen
B Houd de k knop ingedrukt om snel vooruit te scrollen.*
Pauzeren E
Pauzeer de weergave. De onderstaande functies kunnen
worden uitgevoerd terwijl de weergave gepauzeerd is.
C Houd de k knop ingedrukt om terug te spoelen.*
D Houd de k knop ingedrukt om te scrollen.*
F Automatisch scrollen hervatten.
Stoppen G Schakel naar de schermvullende weergave.
4/4/1321324/132
00 04. JPG
0004. JPG
20 14/05/1 5 15:30
15/11/2015 15:30
E13
Referentiegedeelte
Intervalfilms opnemen
De camera kan automatisch foto's met een gespecificeerd interval vastleggen
voor het maken van intervalfilms van ongeveer 10 seconden lang.
Als de Beeldsnelheid in het filmmenu is ingesteld op 30 bps (30p/60p),
dan worden er 300 foto's gemaakt en opgeslagen met e 1080/30p.
Als 25 bps (25p/50p) is ingesteld, dan worden er 250 foto's gemaakt en
opgeslagen met p 1080/25p.
1
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
2
Geschikt voor het opnemen van de beweging van sterren.
3
Door de beeldverwerking wordt de beweging van sterren weergegeven als
lichtstrepen.
1 Gebruik de multi-selector HI om
een type te selecteren en druk op
de k knop.
2 Selecteer of de belichting (helderheid)
al dan niet moet worden vastgesteld
en druk op de k knop (behalve
Nachtlucht en Sterrensporen).
Als AE-L aan is geselecteerd, wordt de
belichting voor de eerste foto voor alle foto's
gebruikt. Als de helderheid aanzienlijk
verandert, bijvoorbeeld bij schermering, wordt AE-L uit aanbevolen.
Draai de keuzeknop naar y M d knop M i Interval film M
k knop
Type (onderwerp/gewenste opnametijd)
Intervaltijd
30 bps (30p/60p)
25 bps (25p/50p)
U Stadsgezicht (10 minuten)
1
(standaardinstelling)
2 sec. 2,4 sec.
V Landschap (25 minuten)
1
5 sec. 6 sec.
Y Zonsondergang (50 min.)
1
10 sec. 12 sec.
X Nachtlucht (150 minuten)
2
30 sec. 36 sec.
W Sterrensporen (150 min.)
3
30 sec. 36 sec.
Sterrensporen (150 min.)
Nachtlucht (150 minuten)
Zonsondergang (50 min.)
Landschap (25 minuten)
Stadsgezicht (10 minuten)
Interval lm
AE-L uit
AE-L aan
Landschap (25 minuten)
E14
Referentiegedeelte
3 Stabiliseer de camera door gebruik te maken van een
hulpmiddel zoals een statief.
4 Druk op de ontspanknop om de
eerste foto te maken.
Stel de belichtingscompensatie (A44) in
voordat de sluiter voor de eerste foto wordt
ontspannen. De belichtingscompensatie
kan niet gewijzigd worden nadat de eerste
foto is gemaakt. De scherpstelling en
kleurtoon worden vast ingesteld wanneer
de eerste foto wordt gemaakt.
De sluiter wordt automatisch ontspannen voor de tweede en volgende
foto's.
De monitor wordt mogelijk uitgeschakeld wanneer de camera geen foto's
maakt.
De opname wordt automatisch beëindigd nadat er 300 of 250 foto's zijn
gemaakt.
Druk op de k knop om de opname te beëindigen voordat de gewenste
opnametijd verstrijkt en maak een intervalfilm.
Geluid en foto's kunnen niet worden opgeslagen.
B Opmerkingen over intervalfilm
Vervang de geheugenkaart niet voordat de opname voltooid is.
Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera
onverwachts wordt uitgeschakeld.
Intervalfilms kunnen niet worden opgenomen door op de b (e) knop te drukken.
Draai de keuzeknop niet naar een andere instelling voordat de opname voltooid is.
De vibratiereductie wordt uitgeschakeld, ongeacht de instelling voor
Vibratiereductie in het setup-menu (A57).
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
840
840
E15
Referentiegedeelte
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder aangeduid.
Standaardinstellingen (flitser,
scherpstelstand, etc.)
Flitsstand
(A36)
Zelfont-
spanner
(A38)
Scherp-
stelstand
(A40)
Belichtings-
compensatie
(A44)
A (auto) U OFF
1
A
2
0.0
u
(speciale effecten)
U
3
OFF A 0.0
j, k, l, m X OFF
1
A 0.0
M (user settings
(gebruikersinstellingen))
X OFF
1
A 0.0
Onderwerp
X (nachtlandschap) W
4
OFF B
4
0.0
s (nachtportret) V
5
OFF
1
A
4
0.0
c (landschap) W
4
OFF B
4
0.0
x (automatische
scènekeuze)
U
6
OFF A
4
0.0
b (portret) V OFF
1
A
4
0.0
d (sport) W
4
OFF
4
A
7
0.0
f (party/binnen) V
8
OFF A
4
0.0
Z (strand) U OFF A
9
0.0
z (sneeuw) U OFF A
9
0.0
h (zonsondergang) W
4
OFF B
4
0.0
i (schemering/
dageraad)
W
4
OFF B
4
0.0
k (close-up) U
10
OFF D
4
0.0
u (voedsel) W
4
OFF D
4
0.0
l (museum) W
4
OFF A
9
0.0
m (vuurwerk) W
4
OFF
4
Q
11
0.0
4
n (zwart-wit kopie) U OFF A
9
0.0
o (tegenlicht) X/W
12
OFF A
4
0.0
E16
Referentiegedeelte
1
De glimlachtimer kan ook geselecteerd worden.
2
E (handmatige scherpstelling) kan niet worden geselecteerd.
3
De flitser is vast ingesteld op W (uit) als Monochroom hoge ISO geselecteerd is.
4
Kan niet gewijzigd worden.
5
Kan niet gewijzigd worden. De flitsstandinstelling is vast ingesteld op
synchronisatie met lange sluitertijd en rode-ogenreductie.
6
Kan niet gewijzigd worden. De camera kiest automatisch de meest geschikte
flitsstand voor het onderwerp dat de camera zelf heeft gekozen.
7
A (autofocus) of E (handmatige scherpstelling) kunnen geselecteerd worden.
8
Schakelt mogelijk over naar synchronisatie met lange sluitertijd met rode-
ogenreductie als flitsstand.
9
A (autofocus) of D (macro-close-up) kunnen geselecteerd worden.
10
De flitser is vast ingesteld op W (uit) als Ruisond. serieopname wordt gebruikt.
11
Q (oneindig) of E (handmatige scherpstelling) kunnen geselecteerd worden.
12
Als HDR is ingesteld op Uit, wordt de flitsstand vast ingesteld op X (invulflits).
Als HDR is ingesteld op Aan, wordt de flitsstand vast ingesteld op W (uit).
13
Dierenportret automatisch ontspannen (E8) kan in- of uitgeschakeld worden.
Zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
14
A (autofocus), B (oneindig) of E (handmatige scherpstelling) kunnen
geselecteerd worden.
15
De scherpstelling is vast ingesteld op A (autofocus) als Stadsgezicht (10 minuten)
of op B (oneindig) als Landschap (25 minuten) of Zonsondergang (50 min.)
wordt gebruikt. Q (oneindig) of E (handmatige scherpstelling) kunnen
geselecteerd worden als Nachtlucht (150 minuten) of Sterrensporen (150 min.)
wordt gebruikt.
Flitsstand
(A36)
Zelfont-
spanner
(A38)
Scherp-
stelstand
(A40)
Belichtings-
compensatie
(A44)
p (eenvoudig
panorama)
W
4
OFF
4
A
4
0.0
O (dierenportret) W
4
Y
13
A
9
0.0
g (maan) W
4
n2s B
4
0.0
L (vogels bekijken) W
4
OFF A
14
0.0
i (intervalfilm) W
4
OFF
A/B/
Q
15
0.0
E17
Referentiegedeelte
C De flitsstandinstelling
De beschikbare flitsstanden verschillen afhankelijk van de opnamestand.
1
De beschikbaarheid hangt af van de instelling. Zie "Standaardinstellingen (flitser,
scherpstelstand, etc.)" (E15) voor meer informatie.
2
De flitser is vast ingesteld op W (uit) als Monochroom hoge ISO geselecteerd is.
Flitsstand A
y, X,
s, c
u
2
j k l m
U Automatisch w
1
w ––––
V
Autom. met rode-
ogenred.
w w
Rode-ogenreductie wwww
X
Invulflits w w
Standaardflits wwww
Y Lange sluitertijd w w w w
Z
Synchr. op het
tweede gordijn
w w wwww
E18
Referentiegedeelte
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
AF met doelopsporing gebruiken
In de A (auto) stand of wanneer AF-veldstand (A52) in j, k, l, m of M
stand is ingesteld op AF met doelopsporing, dan voert de camera de
scherpstelling op de hieronder beschreven manier uit als u de ontspanknop
half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp
en stelt hierop scherp. Zodra het onderwerp
scherp is, wordt het scherpstelveld groen
weergegeven. Als een gezicht herkend
wordt, stelt de camera automatisch met
prioriteit hierop scherp.
Als er geen hoofdonderwerp wordt herkend,
selecteert de camera automatisch een of
meer van de 9 scherpstelvelden waarin zich
het onderwerp het dichtste bij de camera
bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld,
worden de scherpstelvelden waarop is
scherpgesteld groen weergegeven.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Het onderwerp dat de camera als het hoofdonderwerp beschouwt, kan afhankelijk
van de opname-omstandigheden verschillen.
Het hoofdonderwerp wordt mogelijk niet herkend wanneer bepaalde instellingen
voor Witbalans of Picture Control gebruikt worden.
In de volgende situaties herkent de camera het hoofdondwerp mogelijk niet
correct:
- Als het onderwerp zeer donker of licht is
- Als het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Als de opname zodanig gekadreerd is dat het hoofdonderwerp zich bij de rand
van de monitor bevindt
- Als het hoofdonderwerp is samengesteld uit een herhalend patroon
Scherpstellen
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
Scherpstelvelden
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
Scherpstelvelden
E19
Referentiegedeelte
Gezichtsdetectie gebruiken
In de volgende instellingen gebruikt de camera
gezichtsdetectie om automatisch scherp te
stellen op gezichten.
s (nachtportret), Autom. scènekeuzekn.
of Portret onderwerpstand (A27)
a (glimlachtimer) (A39)
Als AF-veldstand (A52) is ingesteld op
Gezichtprioriteit
Als de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven om het gezicht waarop de camera scherpstelt en enkele
randen om de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer er geen gezichten worden
herkend:
Wanneer Autom. scènekeuzekn. geselecteerd wordt, verandert het
scherpstelveld afhankelijk van het onderwerp.
In s (nachtportret) en Portret stelt de camera scherp op het gebied in het
midden van het beeld.
Als a (glimlachtimer) geselecteerd is, wordt scherpgesteld op het
onderwerp in het midden van het beeld.
Als AF-veldstand is ingesteld op Gezichtprioriteit, dan selecteert de
camera het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsdetectie
Of de camera gezichten herkent, hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld de
richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander
voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
C Foto's met gezichtsdetectie bekijken
Tijdens de weergave draait de camera de foto's automatisch op basis van de richting
van de gezichten die bij de opname werden herkend (behalve bij foto's gemaakt
met Continu (A52) of Belichtingsbracketing (A52)).
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840
E20
Referentiegedeelte
Huid verzachten gebruiken
Als de sluiter wordt ontspannen in een van de onderstaande opnamestanden,
dan herkent de camera gezichten en bewerkt de camera de foto om de huid
van de gezichten te verzachten (maximaal 3 gezichten).
s (nachtportret), Autom. scènekeuzekn. of Portret onderwerpstand
(A27)
Huid verzachten kan ook toegepast worden op opgeslagen foto's (A55).
B Opmerkingen over huid verzachten
Er is meer tijd nodig voor het opslaan van foto's na de opname dan gebruikelijk.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen de gewenste resultaten niet bereikt
worden en kan huid verzachten toegepast worden op delen van de foto zonder
gezichten.
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
In de volgende situaties stelt de camera mogelijk niet scherp als verwacht. Het
kan soms voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks
het feit dat het actieve scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen wordt
weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld
wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp zelf daardoor
erg donker wordt)
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld
wanneer de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte
muur staat)
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de
camera (bijvoorbeeld het onderwerp bevindt zich in een kooi)
Onderwerpen met herhalende patronen (zoals zonneschermen, gebouwen
met meerdere rijen ramen van gelijke afmetingen, etc.)
Het onderwerp beweegt snel
Druk in de bovenstaande situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het daadwerkelijke gewenste
onderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling (E21).
De camera kan ook worden scherp gesteld via de handmatige scherpstelling
(A41, 42).
E21
Referentiegedeelte
Scherpstelvergrendeling
Gebruik de scherpstelvergrendeling om creatieve composities vast te leggen,
zelfs als het scherpstelveld is ingesteld op het midden van het beeld.
1 Positioneer het onderwerp
in het midden van het
beeld en druk de
ontspanknop half in.
De camera stelt scherp op het
onderwerp en het scherpstelveld
wordt groen weergegeven.
De belichting wordt ook
vergrendeld.
2 Pas de kadrering aan zonder uw
vinger van de knop te halen.
Zorg dat de afstand tussen de camera en het
onderwerp hetzelfde blijft.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
C Het scherpstelveld naar de gewenste positie verplaatsen
In de opnamestand j, k, l of m kan het scherpstelveld worden verplaatst met de
multi-selector door AF-veldstand in het opnamemenu (A51) in te stellen op een
van de handmatige opties.
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
840
840
1/ 2501/250 F5 .6F5.6
E22
Referentiegedeelte
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt, afhankelijk van zoomstand, diafragma
of ingestelde ISO-waarde. Daarnaast verandert het regelbereik in de volgende
continu-opnamestanden.
1
De instelling van de ISO-waarde wordt beperkt, afhankelijk van de instelling voor
continu-opname (A46).
2
In stand m is de ISO-waarde vast ingesteld op ISO 100.
3
De maximale sluitertijd is 1/4000 second als de diafragmawaarde is ingesteld op
f/7.6 in de uiterste groothoekstand. De sluitertijd wordt langer als de zoomstand
naar de telezoomstand wordt verplaatst en het diafragma is groter. De sluitertijd
is 1/2500 seconde als de diagfragmawaarda is ingesteld op maximaal f/8.2 bij de
maximale telezoomstand.
Het regelbereik van de sluitertijd (j, k, l,
m stand)
Instelling Regelbereik
ISO-waarde (A52)
1
Automatisch
2
,
Vast bereik autom.
2
1/4000
3
–1 s (stand j, k, l)
1/4000
3
–15 s (stand m)
ISO 100
1/4000
3
–8 s (stand j, k, l)
1/4000
3
–15 s (stand m)
ISO 200
1/4000
3
–4 s (stand j, k, l)
1/4000
3
–8 s (stand m)
ISO 400 1/4000
3
–4 s
ISO 800 1/4000
3
–2 s
ISO 1600 1/4000
3
–1 s
ISO 3200, 6400 1/4000
3
–1/2 s
Continu (A52)
Continu H,
Continu L, BSS
1/4000
3
–1/30 s
Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps
1/4000–1/125 s
Continu H: 60 bps 1/4000–1/60 s
Multi-shot 16 1/4000–1/30 s
Intervalopnamen
Hetzelfde als wanneer
Enkelvoudig is ingesteld
E23
Referentiegedeelte
Door de zoomknop naar g (i zoomweergave) te
bewegen in de schermvullende weergave (A22),
wordt op de foto ingezoomd.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i) te
bewegen. De zoom kan ook ingesteld worden door de instelschijf te draaien.
Druk op de multi-selector HIJK om een ander deel van de foto te bekijken.
Als u een foto bekijkt die met gezichtsdetectie of huisdierdetectie is gemaakt, dan
zoomt de camera in op het gezicht dat bij de opname herkend werd (behalve bij
foto's gemaakt met Continu of Belichtingsbracketing). Pas de zoomfactor aan
en druk vervolgens op HIJK om in te zoomen op een gedeelte van de foto
zonder gezichten.
Wanneer een ingezoomde foto wordt weergegeven, drukt u op de k knop om
naar de schermvullende weergave terug te keren.
C Foto's uitsnijden
Wanneer een ingezoomde foto wordt weergegeven, kunt u op d knop drukken
om alleen het weergegeven gedeelte van de foto uit te snijden en op te slaan als een
apart bestand (E31).
Zoomweergave
g (i)
0112. JPG
4/ 132
4/132
15 /11/ 2015 15: 30
15/11/2015 15:30
g
(i)
f
(h)
De foto wordt
ingezoomd.
Schermvullende
weergave
Aanduiding
weergegeven
gebied
E24
Referentiegedeelte
Door de zoomknop naar f (h miniatuurweergave)
te bewegen in de schermvullende weergave (A22),
worden de foto's als miniatuurweergaven
weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniatuurweergaven wijzigen door de
zoomknop richting f (h) of g (i) te bewegen.
Gebruik de multi-selector HIJK of draai deze in de miniatuurweergave
om een foto te selecteren en druk vervolgens op de k knop voor een
schermvullende weergave van de betreffende foto.
Gebruik HIJK of draai deze in de kalenderweergave om een datum te
selecteren en druk vervolgens op de k knop om de foto's weer te geven
die op de betreffende datum zijn gemaakt.
B Opmerkingen over kalenderweergave
Foto's die worden gemaakt terwijl geen cameradatum is ingesteld, worden
gemarkeerd als foto's gemaakt op 1 januari 2015.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
f (h)
1
1
2
2
3
3
10
10
17
17
24
24
25
25
26
26
27
27
28
28
29
29
30
30
18
18
19
19
20
20
21
21
22
22
23
23
11
11
12
12
13
13
14
14
15
15
16
16
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
9
9
2
2015
Sun Sat
Fri
Thu
Wed
Tue
Mon
11
1/ 132
1/132
4/ 13 2
4/132
01 12. JPG
0112. JPG
15 /11/2015 1 5:3 0
15/11/2015 15:30
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
E25
Referentiegedeelte
Foto's in een reeks weergeven
Met continu-opname gemaakte foto's worden als een reeks opgeslagen.
De eerste foto van een reeks wordt als de
hoofdfoto gebruikt om de de reeks aan te duiden
wanneer deze in de schermvullende weergave of
miniatuurweergave (standaardinstelling) wordt.
Druk op de k knop om elke foto in de reeks
afzonderlijk weer te geven.
Na het indrukken van de k knop zijn de
onderstaande functies beschikbaar.
Draai de multi-selector of druk op JK om de
vorige of volgende foto weer te geven.
Om foto's weer te geven die niet in de reeks zijn
opgenomen, drukt u op H om terug te gaan
naar de weergave van de hoofdfoto.
Om de foto's in een reeks in miniatuurweergave
of diashow te bekijken, stelt u Reeksweergaveopties in op Individuele
foto's in het weergavemenu (E90).
B Reeksweergaveopties
Een reeks foto's die met de continu-opname van een andere camera dan deze zijn
gemaakt, kunnen niet als een reeks worden weergegeven.
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij het gebruik van een
reeks
Als foto's in een reeks in de schermvullende weergave worden bekeken, drukt u op
de d knop om functies in het weergavemenu te selecteren (A55).
Als u op de d knop drukt wanneer een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen
de volgende instellingen op alle foto's in de reeks worden toegepast:
- Markeren voor Wi-Fi-upload, Beveiligen
Met continu-opname gemaakte foto's
weergeven en wissen (reeks)
0004. JPG
15/11/2015 15:30
4/132
0004. JPG
1/5
1/5
1/5
0004. JPG
15/11/2015 15:30
15/11/2015 15:30
Terug
E26
Referentiegedeelte
Foto's in een reeks wissen
Welke foto's er gewist worden als bij foto's in een reeks de l (wissen) knop wordt
ingedrukt, verschilt afhankelijk van hoe de reeksen worden weergegeven.
Bij weergave van de hoofdfoto:
- Huidig beeld: Alle foto's in de weergegeven reeks worden
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Als een hoofdfoto op het scherm geselecteerde
foto's wissen (A56) geselecteerd wordt,
worden alle foto's in de betreffende reeks
gewist.
- Alle beelden: Alle foto's op de geheugenkaart worden
gewist.
Bij schermvullende weergave van foto's in een reeks:
- Huidig beeld: De momenteel weergegeven foto wordt
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Foto's die in de reeks geselecteerd zijn, worden
gewist.
- Volledige reeks: Alle foto's in de weergegeven reeks worden
gewist.
Voor het bewerken van foto's
U kunt foto's eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën worden
als aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als
het origineel.
C Beperkingen m.b.t. foto's bewerken
Een foto kan maximaal 10 keer worden bewerkt. Een foto gemaakt met
filmbewerking kan maximaal 9 keer worden bewerkt.
Foto's van een bepaald formaat of met bepaalde bewerkingsfuncties kunnen
mogelijk niet bewerkt worden.
Foto's bewerken
E27
Referentiegedeelte
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging
verbeteren
Gebruik de multi-selector HI om de
gewenste mate van effecttoepassing
te selecteren en druk op de k knop.
De bewerkte versie wordt aan de rechterzijde
weergegeven.
Om het scherm te verlaten zonder de kopie op te
slaan, drukt u op J.
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Gebruik de multi-selector HI om de
gewenste mate van effecttoepassing
te selecteren en druk op de k knop.
De bewerkte versie wordt aan de rechterzijde
weergegeven.
Om het scherm te verlaten zonder de kopie op te
slaan, drukt u op J.
Druk op de c knop (weergavestand) M selecteer een foto M d knop
M Snel retoucheren M k knop
Druk op de c knop (weergavestand) M selecteer een foto M d knop
M D-Lighting M k knop
Waarde
Normaal
Snel retoucheren
Waarde
Normaal
D-Lighting
E28
Referentiegedeelte
Huid verzachten: Voor zachte huidtinten
1 Gebruik de multi-selector HI
om de gewenste mate van
effecttoepassing te selecteren en
druk op de k knop.
Om het scherm te verlaten zonder de kopie
op te slaan, drukt u op J.
2 Bekijk het resultaat en druk op de
k knop.
Het bewerkte gezicht wordt ingezoomd.
Wanneer er meer dan een gezicht bewerkt
is, druk dan op JK om te wisselen tussen
de gezichten die worden weergegeven.
Druk op de d knop en ga terug naar
stap 1 om de mate van effecttoepassing
te wijzigen.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
B Opmerkingen over huid verzachten
Maximaal 12 gezichten, gerekend vanaf de nabijheid tot het midden van het beeld,
kunnen worden verbeterd.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de
gezichten, kan het gebeuren dat de camera gezichten niet nauwkeurig detecteert
of dat de functie huid verzachten niet als verwacht wordt uitgevoerd.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing
weergegeven en keert het scherm terug naar het weergavemenu.
Druk op de c knop (weergavestand) M selecteer een foto M d knop
M Huid verzachten M k knop
Waarde
Normaal
Huid verzachten
Opslaan
Terug
Voorbeeld
E29
Referentiegedeelte
Filtereffecten: Effecten toepassen m.b.v. digitaal
filter
1 Gebruik de multi-selector HI
om het gewenste filtereffect te
selecteren en druk op de k knop.
Als een ander effect dan Selectieve kleur
geselecteerd is, gaat u verder met stap 3.
Druk op de c knop (weergavestand) M selecteer een foto M d knop
M Filtereffecten M k knop
Optie Beschrijving
Zacht portret
Legt de achtergrond van mensen onscherp vast. Als er geen
mensen worden herkend, wordt scherpgesteld op het gebied
in het midden van het beeld en wordt de omgeving onscherp
vastgelegd.
Selectieve kleur
Behoudt alleen de geselecteerde beeldkleur en maakt andere
kleuren zwart-wit.
Ster
Maakt oplichtende lichtstralen die van heldere onderwerpen
zoals zonreflecties en verlichting af straalt. Geschikt voor
nachtlandschappen.
Fisheye
Maakt foto's die uitzien alsof ze zijn gemaakt met een fisheye-
lens. Geschikt voor foto's gemaakt in macro-stand.
Miniatuureffect
Maakt foto's die op close-up foto's van een diorama lijken.
Geschikt voor foto's gemaakt u vanaf een hoge locatie omlaag
met het hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
Schilderij Maakt foto's met de uitstraling van schilderijen.
Vignette Verlaagt de lichtsterkte vanaf het midden naar de randen.
Foto-illustratie
Benadrukt contouren en verlaagt het aantal kleuren om foto's
te creëren met de uitstraling van afbeeldingen.
Portret (kleur +
Z/W)
Maakt de kleuren van de achtergrond van mensen zwart-wit.
Als er geen mensen worden herkend, blijven de kleuren van
het gebied in het midden van het beeld behouden en wordt
de omgeving zwart-wit gemaakt.
Schilderij
Miniatuureect
Fisheye
Ster
Selectieve kleur
Zacht portret
Filtereecten
E30
Referentiegedeelte
2 Gebruik HI om de kleur te
selecteren en druk op de k knop.
3 Bekijk het resultaat en druk op de
k knop.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
Om het scherm te verlaten zonder de kopie
op te slaan, drukt u op J.
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Gebruik de multi-selector HI om
het gewenste kopieformaat te
selecteren en druk op de k knop.
Wanneer de hoogte/breedte-verhouding van
de foto 16:9 is, kan het formaat van de foto
worden verkleind naar 640 × 360. Druk op de
k knop om verder te gaan naar stap 2.
2 Selecteer Ja en druk op
de k knop.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt
(compressieverhouding van circa 1:16).
B Opmerkingen over kleine afbeelding
Wanneer de hoogte/breedte-verhouding van de foto 3:2 of 1:1 is, kan de foto niet
bewerkt worden.
Druk op de c knop (weergavestand) M selecteer een foto M d knop
M Kleine afbeelding M k knop
Selectieve kleur
Opslaan
Terug
Voorbeeld
160×120
320×240
640×480
Kleine afbeelding
Nee
Ja
Kleine kopie maken?
E31
Referentiegedeelte
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Beweeg de zoomknop om de foto te vergroten (E23).
2 Pas de foto zodanig aan dat alleen
dat alleen het gedeelte wordt
weergegeven dat u wilt bewaren.
Druk vervolgens op de
d (menu) knop.
Om de zoomfactor in te stellen, beweegt u
de zoomknop naar g (i) of f (h). Stel
een zoomfactor in waarbij u wordt weergegeven.
Gebruik de multi-selector HIJK om naar het gedeelte van de foto te
scrollen die u wilt weergeven.
3 Controleer de foto en druk op
de k knop.
Voor het wijzigen van het gedeelte dat u
wilt bewaren, drukt u op J om naar stap 2
terug te keren.
Om het scherm te verlaten zonder de
bijgesneden foto op te slaan, drukt u op
de d knop.
4 Selecteer Ja en druk op de k knop.
Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
C Beeldformaat
De hoogte/breedte-verhouding (horizontaal tot vertical) van een uitgesneden
kopie is hetzelfde als die van de originele foto.
Wanneer het beeldformaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of kleiner is, wordt
er in de weergavestand een kleiner beeldformaat weergegeven.
4.0
4.0
4.0
Opslaan
Uitsnijden
Terug
Opslaan
Uitsnijden
Terug
Nee
Ja
getoond?
Dit beeld opslaan als
E32
Referentiegedeelte
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende filmopnametijd.
2 Druk op de b (e filmopname)
knop om de filmopname te
stoppen.
De camera stelt scherp op het onderwerp in
het midden van het beeld.
Druk op de k knop om de opname te
pauzeren en druk nogmaals op de k knop
om de opname te hervatten (behalve als een
filmoptie met hoge snelheid (HS)
geselecteerd is in Filmopties). De opname
wordt automatisch gestopt als deze
ongeveer vijf minuten gepauzeerd blijft.
U kunt een foto maken door tijdens de filmopname op de ontspanknop te
drukken (E35).
3 Druk nogmaals op de b (e filmopname) knop om de
filmopname te stoppen.
4 Selecteer een film in de
schermvullende weergave en
druk op de k knop om de film
af te spelen.
Een foto met een pictogram voor filmopties
is een film.
Films opnemen en afspelen
1/ 2501/250 F5. 6F5.6
840840
25m 0s25m 0s25m 0s
Resterende
filmopnametijd
7m23s
7m23 s
7m23s
00 4. MOV
004. MOV
20 14/ 07/1 6 10:0 3
15/11/2015 15:30
22 m16 s
22m16s
Filmopties
E33
Referentiegedeelte
Vastgelegde veld in films
Het veld dat in een film wordt vastgelegd, varieert afhankelijk van de
instellingen van Filmopties of Elektronische VR in het filmmenu.
Druk op de s knop en geef het filmbeeld (A3) weer om het bereik van
een film in een kader weer te geven voor de filmopname.
Scherpstelling tijdens filmopname
De scherpstelling kan tijdens filmopname op de volgende manier worden
aangepast in overeenstemming met de Autofocus-stand (A54) instelling van
het filmmenu.
- A Enkelvoudige AF (standaardinstelling): De scherpstelling wordt
vergrendeld wanneer de filmopname begint. Om de functie autofocus tijdens
filmopname uit te voeren, drukt u op de multi-selector J.
- B Fulltime-AF: De scherpstelling wordt zelfs tijdens filmopname
herhaaldelijk aangepast.
Als de scherpstelstand (A40) is ingesteld op E (handmatige scherpstelling),
stel dan handmatig scherp. De scherpstelling kan tijdens de filmopname worden
aangepast. Draai de multi-selector linksom om scherp te stellen op ver verwijderde
onderwerpen en rechtsom om scherp te stellen op onderwerpen dichtbij.
Belichtingsvergrendeling
Als de multi-selector K tijdens de filmopname wordt ingedrukt, wordt de
belichting vergrendeld. Om te ontgrendelen, drukt u nogmaals op K.
Maximale filmopnametijd
De afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter dan 4 GB of langer dan
29 minuten zijn, ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart.
De resterende opnametijd voor een enkele film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
Als de cameratemperatuur te hoog wordt, kan de filmopname worden beëindigd
voordat de grenswaarden zijn bereikt.
De daadwerkelijke resterende opnametijd kan variëren afhankelijk van de
filminhoud, beweging van het onderwerp of type geheugenkaart.
Voor het opnemen van films wordt een geheugenkaart aanbevolen met een
SD-snelheidsklasse van 6 of hoger (F20). Als een geheugenkaart met een lagere
snelheidsklasse wordt gebruikt, kan de filmopname plotseling worden onderbroken.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
Het is mogelijk dat de camera heet wordt tijdens het opnemen van films gedurende
een langere tijd resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving.
Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het opnemen van een
film, kan de opname automatisch stoppen. De resterende tijd tot de camera de
opname stopt (B10s) wordt weergegeven.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, wordt de camera automatisch uitgezet.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld.
E34
Referentiegedeelte
Opmerkingen over films opnemen
B Opmerkingen over foto's opslaan en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende foto's of de aanduiding voor de resterende
opnametijd knippert terwijl er foto's worden opgeslagen of een film wordt
opgenomen. Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet en
verwijder de batterij of geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding knippert.
Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of
geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over opgenomen films
De zoomaanduiding wordt tijdens filmopname niet weergegeven.
Er kan enige afname in beeldkwaliteit optreden wanneer de digitale zoom gebruikt
wordt. Wanneer u tijdens een filmopname inzoomt, stopt de zoombeweging
tijdelijk bij de positie waarbij de optische zoom overgaat in de digitale zoom.
Geluiden van de zoomregeling, zoom, autofocus, vibratiereductie of
diafragmaregeling als de helderheid wijzigt, kunnen worden opgenomen.
De volgende zaken kunnen tijdens het opnemen van films op de monitor zichtbaar
zijn. Deze zaken worden in de opgenomen films opgeslagen.
- Er kunnen strepen optreden in opnamen die in de buurt van tl-lampen,
kwikdamplampen of natriumlampen zijn gemaakt.
- Onderwerpen die snel van de ene naar de andere zijde van het beeld bewegen,
zoals een bewegende trein of auto, kunnen vervormd lijken.
- De hele film kan vervormd lijken als de camera bewogen wordt.
- Verlichting of andere heldere delen kunnen restbeelden achterlaten wanneer de
camera bewogen wordt.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de hoeveelheid zoom die wordt
toegepast, kunnen bij onderwerpen met herhalende patronen (stoffen, vensters
met kleine ruiten, etc.) gekleurde strepen verschijnen bij de opname en weergave
van de film.
Dit gebeurt wanneer het patroon in het onderwerp en de layout van de
beeldsensor onderling voor interferentie zorgen; dit is geen storing.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
Het is mogelijk dat autofocus niet werkt zoals verwacht (E20). Indien dit gebeurt,
stel dan scherp via de handmatige scherpstelling (A41, 42) of probeer het
volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling)
voordat de filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt
als het daadwerkelijke gewenste onderwerp, druk op de b (e) knop om de
opname te starten en pas de compositie aan.
E35
Referentiegedeelte
Als de ontspanknop tijdens de filmopname
helemaal wordt ingedrukt, wordt een beeld als
foto opgeslagen. De filmopname gaat verder
terwijl de foto wordt opgeslagen.
Er kan een foto worden opgeslagen als Q op
de monitor wordt weergegeven. Als f wordt
weergegeven, kan geen foto worden
opgeslagen.
Het beeldformaat van de foto's die worden
opgeslagen, wordt bepaald door het type film (beeldformaat) (E81).
B Opmerkingen over foto's opslaan tijdens filmopname
Foto's kunnen niet tijdens de filmopname worden opgeslagen in de volgende
situaties:
- Als de filmopname gepauzeerd is
- Als de resterende filmopnametijd minder dan 5 seconden is
-Als Filmopties (A54) is ingesteld op g 480/30p, s 480/25p of HS-film
Beelden van een film die werden opgenomen terwijl een foto werd gemaakt,
worden mogelijk niet naadloos weergegeven.
Het bedieningsgeluid van de ontspanknop bij het maken van een foto kan te
horen zijn in de opgenomen film.
Als de camera beweegt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, kan de foto
onscherp zijn.
Foto's opslaan tijdens filmopname
7m23s
7m23 s
7m23s
E36
Referentiegedeelte
Om het volume aan te passen, beweegt u de
zoomknop tijdens de filmweergave (
A1).
Draai de multi-selector of de instelschijf om
vooruit of terug te spoelen.
Op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven.
De onderstaande functies kunnen met de multi-
selector JK uitgevoerd worden voor het
selecteren van een bedieningsknop en
vervolgens de k knop in te drukken.
* De film kan ook per beeld vooruit- of teruggespoeld worden door de multi-
selector of instelschijf te draaien.
Functies tijdens filmweergave
Functie
Picto-
gram
Beschrijving
Terug-
spoelen
A Houd de k knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruit-
spoelen
B Houd de k knop ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
Pauzeren E
Pauzeer de weergave. De onderstaande functies kunnen
worden uitgevoerd terwijl de weergave gepauzeerd is.
C
Film één beeld terugspoelen. Houd de k knop
ingedrukt om continu terug te spoelen.*
D
Film één beeld vooruitspoelen. Houd de k knop
ingedrukt om continu vooruit te spoelen.*
F Afspelen hervatten.
I
Kopieer het gewenste deel van een film en sla dit als
een apart bestand op.
H
Een enkel beeld van een film kopiëren en als foto
opslaan.
Stoppen G Terug naar de schermvullende weergave.
7m 42s
Aanduiding volume
7m 42s
Bij
pauzeren
E37
Referentiegedeelte
Gebruik een voldoende opgeladen batterij wanneer u films bewerkt: zo
voorkomt u dat de camera wordt uitgeschakeld tijdens bewerken. Als de
aanduiding batterijniveau B is, is filmbewerking niet mogelijk.
Alleen de gewenste delen van de film kopiëren
Het gewenste deel van een opgenomen film kan als apart bestand worden
opgeslagen.
1 Speel een gewenste film af en stop op het beginpunt van
het gedeelte dat u wilt kopiëren (E36).
2 Gebruik de multi-selector JK
om I te selecteren en druk
vervolgens op de k knop.
3 Gebruik HI om J (kies
beginpunt) te selecteren.
Gebruik JK of draai de instelschijf om het
beginpunt te verplaatsen.
Om de bewerking te annuleren, selecteert
u O (terug) en drukt u op de k knop.
4 Gebruik HI om K (kies
eindpunt) te selecteren.
Gebruik JK of draai de instelschijf om het
eindpunt te verplaatsen.
Om het gespecificeerde deel te bekijken,
gebruikt u HI om F te selecteren en
drukt u vervolgens op de k knop. Druk
nogmaals op de k knop om te stoppen
met kijken.
Films bewerken
7m42s7m42s7m42s
8m 48s
8m 48s
8m 48s
Kies beginpunt
5m 52s
5m 52s
5m 52s
Kies eindpunt
E38
Referentiegedeelte
5 Gebruik HI om m (opslaan) te
selecteren en druk op de k knop.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de
film op te slaan.
B Opmerkingen over delen van een film kopiëren
Een door bewerking gemaakte film kan niet opnieuw bewerkt worden.
Het uitgesneden deel van een film kan iets afwijken van het deel dat met het
begin- en eindpunt geselecteerd is.
Films met een duur van minder dan 2 seconden kunnen niet worden uitgesneden.
Een beeld uit een film opslaan als foto
Het gewenste beeld uit een filmopname kan geselecteerd en als foto
opgeslagen worden.
Pauzeer de film en geef het te selecteren
beeld weer (E36).
Gebruik de multi-selector JK om H te
selecteren en druk op de k knop.
Selecteer Ja als een bevestigingsvenster
wordt weergegeven en druk op de k knop
om de foto op te slaan.
De foto wordt opgeslagen met Normal als
beeldkwaliteit. Het beeldformaat wordt
bepaald door het type film (beeldformaat)
(E81).
B Beperkingen m.b.t. foto's selecteren
Foto's kunnen niet geselecteerd worden uit een film die is opgenomen met
g 480/30p, s 480/25p of een filmoptie met hoge snelheid (HS).
5m 52s5m 52s5m 52s
Opslaan
7m42s7m42s7m42s
7m42s
7m42s
7m42s
kopiëren?
Nee
Ja
Dit beeld als stilstaand beeld
E39
Referentiegedeelte
Stel Tijdzone en datum (E97) correct in voordat de locatiegegevensfuncties
gebruikt worden.
1 Zet Locatiegegevens opnemen
op Aan.
Nadat de instellingen zijn uitgevoerd, drukt
u op de d knop of ontspanknop om het
menu te verlaten.
Bedien de camera in de open lucht om
eenvoudiger signalen te ontvangen.
2 Controleer de
locatiegegevens ontvangst
op het opnamescherm.
n of o: De signalen worden
ontvangen van vier of meer
satellieten of van drie satellieten en
de positiebepaling wordt uitgevoerd.
De locatiegegevens worden op de
foto opgenomen.
z: Er worden signalen ontvangen, maar positiebepaling is niet mogelijk.
Als de locatiegegevens zijn verkregen binnen de laatste minuut worden
deze opgenomen op de foto.
y: Signalen worden niet ontvangen. De locatiegegevens worden niet op de
foto opgenomen.
3 Maak foto's tijdens het positioneren.
De locatiegegevens worden op gemaakte foto's opgenomen.
De opgenomen locatiegegevens kunnen met ViewNX 2 op een kaart
gecontroleerd worden nadat de foto naar een computer (E53) is
overgebracht.
Locatiegegevens opnemen op de foto
Druk op de d knop M z menupictogram M Optiesmenu locatiegeg.
M k knop
Uit
Aan
Locatiegegevens opnemen
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
840
840
25
25
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
1/250
1/250
Locatiegegevens ontvangst
E40
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over locatiegegevensfuncties
Lees "<Belangrijk> Opmerkingen over locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS)"
voordat u de locatiegegevensfuncties (Ax) gebruikt.
Het duurt enkele minuten om de locatiegegevens te verkrijgen wanneer de
positiebepaling voor het eerst wordt uitgevoerd of in een situatie waarbij de
positiebepaling langere tijd niet kan worden uitgevoerd, of net nadat de batterij is
aangebracht.
Door gebruik te maken van het meest recente A-GPS-bestand kan het verkrijgen
van de locatiegegevens (E93) minder tijd in beslag nemen.
De posities van de satellieten voor positiebepaling veranderen voortdurend.
U kunt de positie mogelijk niet vaststellen of dit kan enige tijd duren afhankelijk
van uw locatie en de tijd.
Om gebruik te maken van de locatiegegevensfuncties dient u de camera in de
open lucht met zo min mogelijk obstakels te bedienen.
De signaalontvangst verloopt soepeler als de antenne voor positiebepaling (A2)
omhoog gericht is.
De volgende locaties die signalen blokkeren of weerkaatsen kunnen een mislukte
of onnauwkeurige positiebepaling tot gevolg hebben.
- In gebouwen of ondergrondse locaties
- Tussen hoge gebouwen
-Onder viaducten
- In tunnels
- Bij hoogspanningskabels
- Tussen groepen bomen
Het gebruik van een mobiele telefoon op de 1,5 GHz band in de buurt van de
camera kan de positiebepaling verstoren.
Wanneer u de camera tijdens de positiebepaling bij u draagt, plaats deze dan niet
in een metalen tas. De positiebepaling kan niet worden uitgevoerd als de camera
wordt afgedekt door metalen materialen.
Bij een aanzienlijk verschil in de signalen vanaf de satellieten voor positiebepaling
kan er een afwijking van enkele honderden meters ontstaan.
Let op uw omgeving bij het bepalen van de positie.
De datum en tijd die wordt getoond bij het weergeven van foto's wordt
geregistreerd door de interne klok van de camera op het moment van de opname.
De tijd dat de locatiegegevens worden verkregen, wordt op foto's wordt
opgenomen, maar wordt niet op de camera weergegeven.
De locatiegegevens worden opgenomen op het eerste beeld van foto's die in de
continu-opnamestand zijn gemaakt.
B Leegraken van batterij tijdens opname van locatiegegevens en
logopname
Als Locatiegegevens opnemen is ingesteld op Aan, werken de functies voor het
opnemen van locatiegegevens ongeveer 6 uur met het gespecificeerde interval
verder, zelfs nadat de camera wordt uitgeschakeld. De functies voor het opnemen
van locatiegegevens en logopname werken ook verder tijdens logopname
(E42), zelfs nadat de camera wordt uitgeschakeld.
Als Locatiegegevens opnemen is ingesteld op Aan of tijdens logopname, raakt
de batterij sneller leeg dan normaal.
E41
Referentiegedeelte
C Points of interest (POI)-informatie
POI-informatie is locatienaaminformatie voor
herkenningspunten (faciliteiten) en andere
gegevens.
Als POI weergeven onder Points of interest
(POI) (E95) van het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Aan, wordt de
informatie van de dichtstbijzijnde locatienaam
voor de huidige positie tijdens het fotograferen
weergegeven (alleen wanneer positiebepaling
wordt uitgevoerd).
Als POI inbedden is ingesteld op Aan, kan de
locatienaaminformatie tijdens het fotograferen op de foto worden opgenomen
(alleen wanneer positiebepaling wordt uitgevoerd).
Als de locatienaaminformatie tijdens het fotograferen op de foto werd
opgenomenon, wordt deze informatie tijdens de weergave getoond indien POI
weergeven is ingesteld op Aan.
Afhankelijk van het ingestelde niveau onder Detailleringsniveau van Points of
interest (POI) wordt de locatienaaminformatie mogelijk niet weergegeven.
Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde namen van herkenningspunten niet
geregistreerd worden of dat de naam van het herkenningspunt anders is.
C Foto's met opgenomen locatiegegevens
Het z pictogram wordt weergegeven tijdens de weergave van foto's met
opgenomen locatiegegevens (A7).
Foto's met opgenomen locatiegegevens kunnen met ViewNX 2 op een kaart
gecontroleerd worden nadat de foto naar een computer (E53) is overgebracht.
De daadwerkelijke plaats van opname kan afwijken van de locatiegegevens die op
de afbeeldingsbestanden is opgenomen door de nauwkeurigheid van de
verkregen locatiegegevens en een verschil in het gebruikte geodesiesysteem.
De locatiegegevens en POI-informatie die op foto's zijn opgenomen, kunnen
gewist worden met Locatiegegevens wissen in Optiesmenu locatiegeg.
(E93). De gewiste informatie kan niet meer worden hersteld.
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
840
840
25
25
m
m
0
0
s
s
F5.6
F5.6
1/250
1/250
Locatienaaminformatie
(POI-informatie)
E42
Referentiegedeelte
1 Gebruik de multi-selector HI
om
Loginterval te selecteren en
druk op de
k knop.
2 Selecteer de intervallen van
logopname en druk op de
k knop.
De standaardinstelling is 15 sec..
3 Selecteer Log starten en druk op
de k knop.
4 Selecteer de duur dat de log
wordt opgenomen en druk op
de k knop.
Logopname start. Druk op de d knop
om het menu te verlaten.
Tijdens de logopname wordt D op het
opnamescherm weergegeven (A5).
Wanneer een vooraf ingestelde tijd is
verstreken, wordt de logopname automatisch beëindigd en worden de
loggegevens tijdelijk opgeslagen in de camera.
Wanneer de logopname beëindigd is, slaat u de opname op een
geheugenkaart (E44) op.
Log van verplaatsingsinformatie opnemen
Druk op de d knop M z menupictogram M Log aanmaken M k knop
Log beëindigen
Loginterval
Log starten
Log aanmaken
1 min.
30 sec.
15 sec.
10 sec.
5 sec.
Loginterval
Log beëindigen
Loginterval
Log starten
Log aanmaken
Geg. vr. volg. 24 u loggen
Geg. vr. volg. 12 u loggen
Geg. vr. volg. 6 u loggen
Log starten
E43
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over logopname
Als er geen datum en tijd zijn ingesteld, kan de log niet worden opgenomen.
Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera wordt
uitgeschakeld tijdens logopname. Als de batterij leeg raakt, wordt de logopname
beëindigt.
Zelfs wanneer de camera wordt uitgeschakeld, wordt de logopname continu
voortgezet tot de vooraf ingestelde duur verstreken is als er nog tijd voor
logopname over is.
De logopname wordt beëindigd bij de onderstaande bewerkingen, zelfs als er nog
tijd voor lopgopname over is.
- De batterij wordt verwijderd
- Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. is ingesteld op Uit
- Standaardwaarden in het setup-menu wordt uitgevoerd
- De instelling van de interne klok (tijdzone of datum en tijd) wordt gewijzigd
- Log beëindigen wordt geselecteerd onder Log aanmaken in het optiesmenu
locatiegegevens (E44)
De logopname wordt gepauzeerd tijdens de onderstaande bewerkingen.
- Tijdens continu-opname
- Tijdens een filmopname
- Indien verbonden met een USB-kabel of HDMI-kabel
De logopname wordt hervat wanneer de bovenstaande bewerkingen voltooid zijn.
De loggegevens kunnen niet worden opgenomen wanneer de positiebepaling
niet kan worden uitgevoerd tijdens logopname.
Sla de loggegevens na opname op een geheugenkaart (E44) op. Er kunnen
geen nieuwe logs opgenomen worden als de loggegevens in de camera
opgeslagen blijven.
E44
Referentiegedeelte
Logopname beëindigen om deze op te slaan op
geheugenkaarten
Nadat de verkregen log is opgeslagen op een geheugenkaart door Log
opslaan te gebruiken in het optiesmenu locatiegegevens kunt u de log met
software bekijken die loggegevens kunnen weergeven.
1 Wanneer de logopname voltooid
is, selecteert u Log beëindigen
op het scherm en drukt u op de
k knop.
Beëindigen van de log kan tevens worden
uitgevoerd voordat de vooraf ingestelde
tijd is verstreken.
2 Selecteer Log opslaan en druk op
de k knop.
De loggegevens worden op een
geheugenkaart opgeslagen.
Om te bevestigen dat de loggegevens op
de geheugenkaart worden opgeslagen,
selecteert u Log weergeven van het
optiemenu locatiegegevens.
Zie E114 voor informatie over het doelmedium en de bestandsnaam van
loggegevens.
C Loggegevens wissen
Voor het wissen van loggegevens die tijdelijk in de camera zijn opgeslagen,
selecteert u Log wissen bij stap 2.
Voor het wissen van loggegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen, drukt
u op de knop l in Log weergeven.
- Geselecteerd log: De geselecteerde loggegevens worden gewist.
- Alle logs: Alle op de geheugenkaart opgeslagen loggegevens worden gewist.
C Locatiegegevenslog
De loggegevens zijn compatibel met het NMEA-formaat. Weergave met behulp van
software of een camera die compatibel is met het NMEA-formaat kan echter niet
gegarandeerd worden.
Druk op de d knop M z menupictogram M Log aanmaken M k knop
Log beëindigen
Loginterval
Log starten
Log aanmaken
Log wissen
Log opslaan
Log beëindigen
E45
Referentiegedeelte
1 Druk op de q (Wi-Fi) knop op de
camera.
Het scherm aan de rechterzijde wordt
weergegeven.
Wanneer binnen 3 minuten geen
verbindingsbevestiging is ontvangen van
het smart-toestel, wordt het bericht Geen
toegang. weergegeven en keert de
camera terug naar het scherm Wi-Fi-opties.
U kunt ook Verbind. met smart app. in
het menu Wi-Fi-opties selecteren om het
scherm aan de rechterzijde weer te geven.
2 Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand Aan.
Controleer de bij het smart-toestel geleverde gebruikshandleiding voor
meer informatie.
Selecteer de op de camera weergegeven SSID nadat de netwerknamen
(SSID) worden weergegeven die voor de camera kunnen worden gebruikt.
Als Verificatie/encryptie in het menu Wi-Fi-opties op WPA2-PSK-AES
is ingesteld, wordt het bericht voor invoeren van het wachtwoord weergegeven.
Voer het op de camera weergegeven wachtwoord in.
3 Start de "Wireless Mobile Utility" die is geïnstalleerd op het
smart-toestel, terwijl Bezig met onderhandelen… Even
wachten alstublieft. op de camera wordt weergegeven.
Het scherm voor selecteren van "Neem foto's" of "Bekijk foto's" wordt
weergegeven.
Wanneer het bericht "Kan geen verbinding met de camera maken." wordt
weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
Zie "De software installeren op het smart-toestel" (A60).
B Als Neem foto's is geselecteerd
U kunt foto's maken met behulp van de twee hieronder beschreven methoden.
Ontspan de sluiter op de camera en sla de genomen foto's op een smart-toestel op.
Gebruik een smart-toestel om de camerasluiter op afstand te ontspannen en foto's
op te slaan.
Aansluiten op een smart-toestel (Wi-Fi)
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Annuleren
Wachtwoord:
SSID:
Verbinden met smart apparaat
E46
Referentiegedeelte
C Opmerkingen over fotograferen
Als Wi-Fi is aangesloten, kan Intervalopnamen in Continu niet worden gebruikt.
Tijdens het gebruik van de afstandsbediening kunnen geen andere bewerkingen
met de camera worden uitgevoerd. De opnamestand wordt ingesteld op A (auto)
stand en het scherpstelveld wordt ingesteld op het midden van het beeld,
ongeacht de instellingen van de camera.
C Een NFC-compatibel smart-toestel tegen de camera houden voor
een Wi-Fi-verbinding
Als u gebruik maakt van een smart-toestel dat
compatibel is met near field communication
(NFC)-functies en op Android OS draait, kunt u
een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen en de
"Wireless Mobile Utility" starten door de
NFC-antenne op het smart-toestel tegen
de Z (N-Mark) op de camera te houden.
De Wi-Fi-verbinding verbreken
Voer een van de volgende handelingen uit.
Zet de camera uit.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen in het menu Wi-Fi-opties van de camera
(behalve tijdens het gebruik van de afstandsbediening).
Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-toestel in de stand Uit.
B Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
Wi-Fi-verbindingsprocedures worden in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- Als geen geheugenkaart is geplaatst in de camera
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een tv, printer of computer
-Tijdens filmopname
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een smart-toestel
Bij een laag batterijniveau wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen op locaties waar het gebruik van radiogolven
verboden is.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt Automatisch uit
uitgeschakeld.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, zal de batterij eerder
leegraken dan normaal.
C Beveiligingsinstellingen
Als er geen beveiligingsinstellingen (beveiliging en wachtwoord) zijn geconfigureerd
voor de Wi-Fi-functie van de camera, dan kunnen onbevoegden toegang verkrijgen tot
het netwerk en schade aanrichten.
Daarom wordt ten strengste aangeraden de benodigde beveiligingsinstellingen uit te
voeren alvorens de Wi-Fi-functie te gebruiken.
Gebruik Opties van het menu Wi-Fi-opties (E91) om de beveiligingsinstellingen
uit te voeren.
E47
Referentiegedeelte
U kunt in de camera opgeslagen foto's selecteren voor overdracht naar een
smart-toestel. Films kunnen niet voor overdracht geselecteerd worden.
1 Selecteer foto's voor overdracht.
U kunt de foto's voor overdracht naar een smart-toestel voor overdracht in de
volgende menu's selecteren:
Mark. voor upl. via Wi-Fi in het weergavemenu (E87)
Uploaden vanaf camera in het menu Wi-Fi-opties (E91)
Als Uploaden vanaf camera wordt gebruikt, worden de SSID en het
wachtwoord van de camera weergegeven nadat de foto's zijn geselecteerd.
2 Verbind de camera en het smart-toestel (E45).
Door op "Bekijk foto's" in de "Wireless Mobile Utility" te tikken, wordt het
bevestigingsvenster voor de overdracht van de gespecificeerde foto's naar
het smart-toestel weergegeven.
B Foto's voor overdracht tijdens weergave selecteren
Druk terwijl de camera in de weergavestand staat op de q knop of maak gebruik
van de NFC-functie om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen en selecteer de
foto's voor overdracht.
U kunt één foto per keer in de schermvullende weergave selecteren. Als de
hoofdfoto van de foto's in een reeks wordt weergegeven, kunt u alle foto's in de
reeks selecteren.
U kunt de momenteel geselecteerde foto in de miniatuurweergave selecteren. Als
de hoofdfoto van de foto's in een reeks wordt weergegeven, kunt u alle foto's in de
reeks selecteren.
U kunt alle foto's die op de geselecteerde datum gemaakt zijn in de
kalenderweergave selecteren.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u gebruik maakt van Verbind. met smart
app. in het menu Wi-Fi-opties om de Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
In de camera opgeslagen foto's selecteren
voor overdracht naar een smart-toestel
E48
Referentiegedeelte
1 Zet de camera uit en sluit deze op de tv aan.
Zorg ervoor dat de stekkers in de juiste richting worden aangesloten. Zorg
dat het aansluiten of losmaken van de stekkers niet onder een hoek gebeurt.
2 Stel de ingang van de tv in op externe ingang.
Raadpleeg de documentatie van uw tv voor meer informatie.
3 Houd de c (weergave) knop
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
De foto's worden op de tv weergegeven.
De monitor van de camera wordt niet
aangezet.
De camera aansluiten op een tv
(weergave's op een tv)
HDMI-microaansluiting
(type D)
naar HDMI-aansluiting
E49
Referentiegedeelte
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera
rechtstreeks op de printer aansluiten en foto's afdrukken zonder gebruik
te maken van een computer.
De camera aansluiten op een printer
1 Zet de printer aan.
2 Zet de camera uit en sluit de camera met de USB-kabel op
de printer aan.
Zorg ervoor dat de stekkers in de juiste richting worden aangesloten. Zorg
dat het aansluiten of losmaken van de stekkers niet onder een hoek gebeurt.
3 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Het PictBridge opstartscherm (1) wordt op de monitor van de camera
weergegeven, gevolgd door het Afdrukselectie scherm (2).
B Als het PictBridge opstartscherm niet wordt weergegeven
Indien Automatisch is geselecteerd bij Opladen via computer (E107), dan
kunnen foto's mogelijk niet op bepaalde printers afgedrukt worden via een
directe aansluiting van de camera.
Als het PictBridge opstartscherm niet wordt weergegeven nadat de camera is
aangezet, zet de camera dan uit en trek de USB-kabel los. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera weer op de printer aan.
De camera aansluiten op een printer
(Direct Print)
No. 3215/11/2015 [ 32]
Afdrukselectie
E50
Referentiegedeelte
Foto's een voor een afdrukken
1 Gebruik de multi-selector JK om
de gewenste foto te selecteren en
druk op de k knop.
Beweeg de zoomknop in de richting van
f (h) om naar miniatuurweergave of
g (i) om naar schermvullende weergave
te wisselen.
2 Gebruik HI om Kopieën te
selecteren en druk op de k knop.
Gebruik HI om het gewenste aantal
kopieën (max. 9) te selecteren en druk op
de k knop.
3 Selecteer Papierformaat en druk
op de k knop.
Selecteer het gewenste papierformaat en
druk op de k knop.
Om met de voor de printer geconfigureerde
instelling van het papierformaat af te
drukken, selecteert u Standaard.
De beschikbare papierformaatopties op de
camera verschillen afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukken starten en
druk op de k knop.
Het afdrukken begint.
No. 3215/11/2015 [ 32]
Afdrukselectie
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
1 afdrukken
PictBridge
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
4 afdrukken
PictBridge
Papierformaat
Kopieën
Afdrukken starten
4 afdrukken
PictBridge
E51
Referentiegedeelte
Meerdere foto's afdrukken
1 Als het Afdrukselectie scherm
wordt weergegeven, drukt u op
de d (menu) knop.
2 Gebruik de multi-selector HI
om Papierformaat te selecteren
en druk op de k knop.
Selecteer het gewenste papierformaat en
druk op de k knop.
Om met de voor de printer geconfigureerde
instelling van het papierformaat af te
drukken, selecteert u Standaard.
De beschikbare papierformaatopties op de camera verschillen afhankelijk
van de printer die u gebruikt.
Druk op de d knop om het afdrukmenu te verlaten.
3 Selecteer Afdrukselectie of Druk
alle beelden af en druk op de
k knop.
No. 3215/11/2015 [ 32]
Afdrukselectie
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Afdrukmenu
Papierformaat
Druk alle beelden af
Afdrukselectie
Afdrukmenu
E52
Referentiegedeelte
Afdrukselectie
Selecteer foto's (max. 99) en het aantal
kopieën (max. 9) van elke foto.
Gebruik de multi-selector JK om
foto's te selecteren en gebruik HI
om het aantal te af te drukken
kopieën te specificeren.
Foto's die zijn geselecteerd voor
afdrukken, worden aangeduid door
a en het gewenste aantal kopieën. Om de afdrukselectie te
annuleren, stelt u het aantal kopieën op 0 in.
Beweeg de zoomknop in de richting van g (i) om naar
schermvullende weergave of f (h) om naar miniatuurweergave
te wisselen.
Druk op de k knop wanneer u alle instellingen hebt voltooid.
Wanneer het scherm voor het bevestigen van het aantal
afdrukkopieën wordt weergeven, selecteert u Afdrukken starten
en drukt u op de k knop om het afdrukken te starten.
Druk alle beelden af
Er wordt een kopie afgedrukt van alle foto's die op de geheugenkaart
zijn opgeslagen.
Wanneer het scherm voor het bevestigen van het aantal
afdrukkopieën wordt weergeven, selecteert u Afdrukken starten
en drukt u op de k knop om het afdrukken te starten.
113
Terug
Afdrukselectie
E53
Referentiegedeelte
Installeren van ViewNX 2
ViewNX 2 is gratis software waarmee u foto's en films naar uw computer kunt
kopiëren, zodat u deze kunt bekijken, bewerken of delen. Om ViewNX 2 te
installeren, downloadt u het ViewNX 2 installatieprogramma van de
onderstaande website en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
http://nikonimglib.com/nvnx/
Raadpleeg de Nikon website in uw land voor de systeemvereisten en andere
informatie.
Foto's naar een computer kopiëren
1 Bereid een geheugenkaart met foto's voor.
U kunt een van de onderstaande methodes gebruiken om foto's van de
geheugenkaart naar een computer over te brengen.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de
kaartsleuf van uw computer of de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die
op de computer is aangesloten.
Rechtstreekse USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg dat de
geheugenkaart in de camera zit. Sluit de camera aan op de computer met de
USB-kabel.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
ViewNX 2 gebruiken (foto's naar een
computer kopiëren)
E54
Referentiegedeelte
Als een bericht verschijnt met de vraag om een programma te kiezen, selecteer
dan Nikon Transfer 2.
•Bij gebruik van Windows 7
Als het dialoogvenster
rechts verschijnt, moet u de
onderstaande stappen volgen
om Nikon Transfer 2 te
selecteren.
1Klik op Ander
programma onder
Afbeeldingen en video's importeren. Er verschijnt een
programmakeuze-dialoogvenster; selecteer Bestand importeren met
Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal foto's bevat, kan het even duren
voordat Nikon Transfer 2 wordt opgestart. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B Opmerkingen over USB-kabel aansluiten
De werking kan niet worden gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de
computer is aangesloten.
2 Klik op Overspelen starten nadat Nikon Transfer 2 is gestart.
De overdracht van de foto's begint. Wanneer de overdracht van de foto's
voltooid is, start ViewNX 2 en worden de overgebrachte foto's weergegeven.
Raadpleeg de on-line helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van
ViewNX 2.
3 Verbreek de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, moet u de juiste optie kiezen in
het besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf te
verwijderen die bij de geheugenkaart hoort en vervolgens moet u de
geheugenkaart uit de kaartlezer of kaartsleuf verwijderen.
Als de camera is aangesloten op de computer, moet de camera uitgezet
worden en de USB-kabel losgetrokken worden.
Overspelen
starten
E55
Referentiegedeelte
Zie "M (User settings (Gebruikersinstellingen))" (A34) voor informatie over
Bewaar user settings en Herstel user settings.
Beeldkwaliteit
* De beeldkwaliteit kan in elke opnamestand worden ingesteld. Deze instelling
wordt ook toegepast op andere opnamestanden (behalve de opnamestand M
en de onderwerpstand Eenvoudig panorama).
Stel de gebruikte beeldkwaliteit (compressieverhouding) in bij het opslaan van
foto's.
Bij een lage compressieverhouding krijgt u weliswaar de beste fotokwaliteit,
maar het aantal foto's dat kan worden opgeslagen is lager.
B Opmerkingen over beeldkwaliteit
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
C Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, kan tijdens het fotograferen op de
monitor gecontroleerd worden (A16).
Neem in acht dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan
worden opgeslagen afhankelijk van de beeldinhoud aanzienlijk kan verschillen,
zelfs bij gebruik van geheugenkaarten met dezelfde capaciteit en dezelfde
instellingen voor beeldkwaliteit en beeldformaat. Daarnaast is het aantal beelden
dat kan worden opgeslagen afhankelijk van het merk geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer is, geeft de aanduiding voor het
aantal resterende opnamen "9999" aan.
Het opnamemenu (de algemene opties
voor opname)
Schakel de opnamestand in* M d knop M menupictogram M
Beeldkwaliteit M k knop
Optie
Beschrijving
a Fine
Hogere beeldkwaliteit dan Normal.
Compressieverhouding van circa 1:4
b
Normal
(standaard-
instelling)
Normale beeldkwaliteit, geschikt voor de meeste
toepassingen.
Compressieverhouding van circa 1:8
E56
Referentiegedeelte
Beeldformaat
* Het beeldformaat kan in elke opnamestand worden ingesteld. Deze instelling
wordt ook toegepast op andere opnamestanden (behalve de opnamestand M en
de onderwerpstand Eenvoudig panorama).
Stel het beeldformaat (aantal pixels) voor het opslaan van beelden in.
Hoe groter het beeldformaat, hoe groter het formaat is dat afgedrukt kan
worden, maar er kunnen minder beelden worden opgeslagen.
* De numerieke waarden duiden het aantal pixels aan dat wordt vastgelegd.
Voorbeeld: i 4608×3456 = circa 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
B Opmerkingen over afdrukken van foto's met een hoogte/breedte-
verhouding van 1:1
Stel de printer in op "Rand" als u foto's wilt afdrukken met een hoogte/breedte-
verhouding van 1:1.
Sommige printers kunnen mogelijk geen foto's afdrukken met een hoogte/breedte-
verhouding van 1:1.
B Opmerkingen over beeldformaat
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
Schakel de opnamestand in* M d knop M menupictogram M
Beeldformaat M k knop
Optie*
Hoogte/breedte-verhouding
(horizontaal tot verticaal)
i
4608×3456 (standaardinstelling)
4:3
E
3264×2448
4:3
L
2272×1704
4:3
B
1600×1200
4:3
f
640×480
4:3
j
4608×2592
16:9
O
1920×1080
16:9
I
4608×3072
3:2
H
3456×3456
1:1
E57
Referentiegedeelte
Picture Control (COOLPIX Picture Control)
Wijzig de instellingen voor de opslagtijd volgens de opnamestand of uw eigen
instellingen. Scherpte, contrast en verzadiging kunnen naar wens worden
ingesteld.
* Wordt uitsluitend weergegeven als de instelling aangepast in Aang. Picture
Control (E61) is opgeslagen.
B COOLPIX Picture Control
De COOLPIX Picture Control functie van deze camera kan niet worden gebruikt in
combinatie met andere cameramerken, Picture Control functie van software zoals
Capture NX-D, Picture Control Utility 2, etc.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
Het opnamemenu (stand j, k, l of m)
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Picture Control M k knop
Optie
Beschrijving
b
Standaard
(standaard-
instelling)
Standaardbewerking voor gebalanceerde resultaten.
Aanbevolen voor de meeste situaties.
c Neutraal
Minimale bewerking voor natuurlijke resultaten.
Selecteer deze optie voor foto's die later nog worden
bewerkt of bijgewerkt.
d Levendig
Foto's worden verbeterd om een levendig,
fotoprinteffect te krijgen. Selecteer voor foto's met
primaire kleuren zoals blauw, rood en groen.
e Monochroom Maak monochrome foto's zoals zwart/wit of sepia.
f Aangepast 1
*
Wijzigt de instelling van Aangepast 1 naar COOLPIX
Aangepaste Picture Control.
g Aangepast 2
*
Wijzigt de instelling van Aangepast 2 naar COOLPIX
Aangepaste Picture Control.
E58
Referentiegedeelte
Bestaande COOLPIX Picture Control items aanpassen: Snel
aanpassen en Handmatig afstellen
COOLPIX Picture Control beschikt over Snel aanpassen, waarmee gebalanceerd
afstellen mogelijk is van scherpte, contrast en verzadiging, alsmede andere
beeldbewerkingscomponenten en Handmatig aanpassen, voor extra
nauwkeurig afstellen van de componenten elk afzonderlijk.
1 Gebruik de multi-selector HI om
het gewenste type COOLPIX
Picture Control te selecteren en
druk op de k knop.
Items kunnen ook geselecteerd worden
door de multi-selector te draaien.
2 Gebruik HI om de gewenste
optie te markeren (E59) en
gebruik JK om een waarde te
selecteren.
Druk op k knop om de waarde in te stellen.
Selecteer Herstel en druk op de k knop
om de aangepaste waarden te wijzigen in
de standaardinstelling.
Monochroom
Levendig
Neutraal
Standaard
Picture Control
Terug
Herstel
Verzadiging
Contrast
Verscherping
Snel aanpassen
Standaard
E59
Referentiegedeelte
Types Snel aanpassen en Handmatig afstellen
Optie Beschrijving
Snel aanpassen
1
Stelt de scherpte, het contrast en de verzadigingsniveaus
automatisch in.
Instellen naar de – zijde vermindert het effect van de
geselecteerde COOLPIX Picture Control en instellen naar de +
zijde benadrukt het effect.
Standaardinstelling: 0
Verscherping
Regelt hoe scherp de contouren op de foto moeten worden.
Hoe hoger het niveau, hoe scherper het beeld en hoe lager
het niveau, hoe zachter het beeld.
Selecteer A (auto) voor automatische afstelling.
Standaardinstelling: 3 voor Standaard of Monochroom,
2 voor Neutraal en 4 voor Levendig
Contrast
Past het contrast aan.
Instellen naar de – zijde geeft de foto een zachter uiterllijk en
instellen naar de + zijde geeft de foto een harder uiterlijk.
Selecteer lagere waardes om te voorkomen dat hoge lichten
in portretten worden "uitgebleekt" bij direct zonlicht en
hogere waardes om details te behouden in nevelige
landschappen of onderwerpen met laag contrast.
Selecteer A (auto) voor automatische afstelling.
Standaardinstelling: 0
Verzadiging
2
Bepaalt hoe levendig de kleuren moeten worden.
Instellen naar de – zijde reduceert de levendigheid instellen
naar de + zijde vergroot de levendigheid.
Selecteer A (auto) voor automatische afstelling.
Standaardinstelling: 0
Filtereffecten
3
Simuleert het effect van kleurfilters bij monochrome
fotografie.
•OFF: Filtereffecten worden niet gebruikt.
•Y (geel), O (oranje), R (rood):
Versterkt het contrast. Kan worden gebruikt om de
helderheid van de lucht in landschapsfoto's te verlagen.
Het contrast wordt versterkt in de volgorde Y O R.
•G (groen):
Verzacht huidtinten. Zeer geschikt voor portretten.
Standaardinstelling: OFF
E60
Referentiegedeelte
1
Snel aanpassen is niet beschikbaar in Neutraal, Monochroom, Aangepast 1 en
Aangepast 2. De waarden die handmatig zijn ingesteld, worden gedeactiveerd
zodra Snel aanpassen wordt gebruikt na handmatig instellen.
2
Niet weergegeven voor Monochroom.
3
Alleen weergegeven voor Monochroom.
B Opmerkingen over beeldverscherping
Het effect van Verscherping kunt u tijdens het fotograferen niet bekijken op de
monitor. Controleer het effect hiervan in de weergavestand.
B Contrast, Verzadiging en A (auto)
De resultaten voor contrast en verzadiging hangen af van de belichting, alsmede van
de positie en het formaat van het onderwerp in het kader.
Kleurtoon
3
Regelt de tint uit de monochrome fotografie, variërend B&W
(zwart/wit, standaardinstelling), Sepia en Koelblauw (blauw
getint monochroom).
Door op de multi-selector I te drukken wanneer Sepia of
Koelblauw geselecteerd is, kunt u een verzadigingsniveau
selecteren. Druk op JK om de verzadiging aan te passen.
Standaardinstelling: B&W (zwart/wit)
Optie Beschrijving
E61
Referentiegedeelte
Aangepaste Picture Control (COOLPIX Aangepaste
Picture Control)
Pas de instellingen van COOLPIX Picture Control (E58) aan en registreer ze in
Aangepast 1 of Aangepast 2 van Picture Control.
1 Gebruik de multi-selector HI
om Bewerk en bewaar te
selecteren en druk op de k knop.
Selecteer Verwijderen om een
geregistreerde COOLPIX Aangepaste
Picture Control te wissen.
2 Selecteer de originele COOLPIX Picture Control (E58) die
u wilt bewerken en druk op de k knop.
3 Gebruik HI om de gewenste optie te markeren en
gebruik JK om een waarde te selecteren (E58).
De opties zijn hetzelfde als de opties voor het instellen van de COOLPIX
Picture Control.
Druk op de k knop wanneer u de aanpassing hebt voltooid.
Selecteer Herstel en druk op de k knop om de aangepaste waarden te
wijzigen in de standaardinstelling.
4 Selecteer het registratie-
bestemming en druk op de
k knop.
•Aangepast 1 of Aangepast 2 is nu
selecteerbaar in Picture Control of Aang.
Picture Control.
Selecteer Aangepast 1 of Aangepast 2 in
Picture Control of Aang. Picture Control
om de aangepaste waarden te wijzigen.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Aang. Picture Control M k knop
Verwijderen
Bewerk en bewaar
Aang. Picture Control
Aangepast 2
Aangepast 1
Bewaren als
E62
Referentiegedeelte
Witbalans (kleurinstelling)
Pas de witbalans aan de lichtbron of weersomstandigheden aan om de kleuren
van de foto's overeen te laten komen met datgene dat u ziet.
* Er zijn fijnafstellingen in 7 stappen beschikbaar. Pas positief (+) toe om de blauwe
kleurtoon te verhogen en negatief (–) om de rode kleurtoon te verhogen.
B Opmerkingen over witbalans
Druk de flitser omlaag wanneer de witbalans een andere instelling heeft dan
Automatisch (normaal), Autom. (warm licht) of Flitser (A18).
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Witbalans M k knop
Optie
Beschrijving
a1
Automatisch
(normaal) (stan-
daardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
Als de functie is ingesteld op Autom. (warm licht),
worden de beelden opgeslagen in warme kleuren als
ze gemaakt zijn bij gloeilamplicht. Bij gebruik van de
flitser, wordt de witbalans aangepast op basis van de
flitslichtomstandigheden.
a2
Autom. (warm
licht)
b
Handm.
voorinstel.
Gebruik deze optie als niet het gewenste resultaat
verkregen wordt met Automatisch (normaal),
Autom. (warm licht), Gloeilamplicht, etc. (E64).
c Daglicht
*
Voor opnamen bij direct zonlicht.
d Gloeilamplicht
*
Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht
Voor opnamen bij de meeste soorten tl-licht. Kies
een van de opties 1 (koel wit tl-licht), 2 (daglicht wit
tl-licht) en 3 (daglicht tl-licht).
f Bewolkt
*
Voor opnamen bij een bewolkte hemel.
g Flitser
*
Voor opnamen in flitsstand.
x
Kies kleur-
temperatuur
Voor een rechtstreekse instelling van de
kleurtemperatuur (E63).
E63
Referentiegedeelte
C Kleurtemperatuur
De kleurtemperatuur is een objectieve meting van de kleuren van lichtbronnen, die
worden uitgedrukt in de eenheid van absolute temperatuur (K: Kelvin). Lichtbronnen
met een lagere kleurtemperatuur zien er roder uit, terwijl lichtbronnen met een
hogere kleurtemperatuur blauwer uitzien.
3000 4000 5000 6000 8000 10000
[K]
1
234 890a567
Rood Blauw
1
Natriumlampen: 2700K
2
Gloeilamplicht/Warm wit tl-licht:
3000K
3
Wit tl-licht: 3700K
4
Koel wit tl-licht: 4200K
5
Daglicht wit tl-licht: 5000K
6
Direct zonlicht: 5200K
7
Flitser: 5400K
8
Bewolkt: 6000K
9
Daglicht tl-licht: 6500K
0
Kwikdamplampen: 7200K
a
Schaduw: 8000K
E64
Referentiegedeelte
Handmatig instellen gebruiken
Volg de onderstaande procedure om de witbalanswaarde onder het
opnamelicht te meten.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de
verlichting die voor de foto wordt gebruikt.
2 Gebruik de multi-selector HI om
Handm. voorinstel. te selecteren
en druk op de k knop.
Het objectief schuift uit in de zoomstand
voor de meting.
3 Selecteer Meten.
Om de laatst gemeten waarde toe te
passen, selecteert u Annuleren.
4 Kadreer een wit of grijs
referentievoorwerp in het
meetvenster en druk op de k
knop om de waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting
is voltooid (er wordt geen foto opgeslagen).
B Opmerkingen over handmatig instellen
Er kan geen waarde voor flitsverlichting worden gemeten met Handm. voorinstel..
Bij gebruik van de flitser, stel Witbalans in op Automatisch (normaal), Autom.
(warm licht) of Flitser.
Handm. voorinstel.
Bewolkt
Bewolkt
TL-licht
TL-licht
Gloeilamplicht
Gloeilamplicht
Daglicht
Daglicht
Autom. (warm licht)
Autom. (warm licht)
Automatisch (normaal)
Automatisch (normaal)
Bewolkt
TL-licht
Gloeilamplicht
Daglicht
Autom. (warm licht)
Automatisch (normaal)
Witbalans
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meten
Annuleren
Handm. voorinstelling
Meetvenster
E65
Referentiegedeelte
Lichtmeting
Het proces waarbij de helderheid van het onderwerp wordt gemeten om de
belichting te bepalen, wordt lichtmeting genoemd.
Gebruik deze optie om in te stellen te bepalen hoe de camera de belichting
meet.
* Voor de scherpstelling en belichting van onderwerpen die zich niet in het midden
van het beeld bevinden, verandert u de AF-veldstand naar handmatig, stelt u het
scherpstelveld op het midden van het beeld in en gebruikt u vervolgens de
scherpstelvergrendeling (E21).
B Opmerkingen over lichtmeting
Zodra u de digitale zoom activeert, wordt Centrum-gericht of Spot geselecteerd
afhankelijk van de vergroting van een vergrote foto.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
C Aanduiding op het opnamescherm
Als Centrum-gericht of Spot is geselecteerd, wordt de aanduiding van het
lichtmetingsbereik (A6) weergegeven (behalve wanneer digitale zoom wordt
gebruikt).
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Lichtmeting M k knop
Optie Beschrijving
G
Matrix
(standaardinstelling)
De camera gebruikt een groot deel van het scherm voor
de meting.
Aanbevolen voor fotograferen onder normale
omstandigheden.
q
Centrum-gericht
De camera meet het hele beeld maar houdt vooral
rekening met het onderwerp in het midden van het
beeld. Deze stand is ideaal voor portretten, omdat
de achtergronddetails behouden blijven terwijl de
lichtomstandigheden in het midden van het beeld de
belichting bepalen.*
r
Spot
De camera meet het veld dat wordt aangegeven met
de cirkel in het midden van het beeld. Dit kan worden
gebruikt als het onderwerp lichter of donkerder is dan
de achtergrond. Zorg dat het onderwerp zich binnen
het gebied gemarkeerd met de cirkel bevindt tijdens
het maken van de opname.*
E66
Referentiegedeelte
Continu-opname
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Continu M k knop
Optie Beschrijving
U
Enkelvoudig
(standaard-
instelling)
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera
één foto.
k Continu H
Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden
continu foto's gemaakt.
De beeldsnelheid bij continu-opname is ongeveer
7 bps en het maximale aantal foto's met continu-
opname is ongeveer 7 (indien de beeldkwaliteit is
ingesteld op Normal en beeldformaat is ingesteld op
i 4608×3456).
m Continu L
Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden
continu foto's gemaakt.
De beeldsnelheid bij continu-opname is ongeveer
2 bps en het maximale aantal foto's met continu-
opname is ongeveer 200 (indien de beeldkwaliteit is
ingesteld op Normal en beeldformaat is ingesteld op
i 4608×3456).
q
Vooropnamecache
De opname in het vooropnamecache begint wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Als de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt, slaat de camera de huidige foto
en de foto's die direct voor het indrukken van de knop zijn
vastgelegd op (E68). Het vooropnamecache maakt het
eenvoudig om het perfecte moment vast te leggen.
De beeldsnelheid voor continu-opname is ongeveer
15 bps en het maximale aantal continu-opnamen is
20 (inclusief een maximum van 5 beelden gemaakt in
het vooropnamecache).
De beeldkwaliteit is vast ingesteld op Normal en het
beeldformaat is vast ingesteld op A (1280 × 960 pixels).
n
Continu H:
120 bps
Elke keer dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt,
worden met hoge snelheid foto's gemaakt.
De beeldsnelheid voor continu-opname is ongeveer
120 bps en het maximale aantal continu-opnamen is 60.
Het beeldformaat is vast ingesteld op f 640×480.
E67
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over continu-opname
Bij alle opnamen uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en witbalans
aangehouden die de camera voor de eerste opname uit de reeks heeft ingesteld.
Het opslaan van een foto nadat deze is gemaakt, kan enige tijd in beslag nemen.
Naarmate de ISO-waarde hoger wordt, kan ruis verschijnen in de foto's.
De beeldsnelheid kan afnemen afhankelijk van de beeldkwaliteit, het
beeldformaat, het type geheugenkaart of de opnamecondities.
Als Multi-shot 16, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps wordt gebruikt,
kunnen er strepen of afwijkingen in helderheid of kleurinstelling optreden bij foto's
die zijn gemaakt bij lichtbronnen die met een hoge frequentie knipperen, zoals
tl-lampen, kwikdamplampen of natriumlampen.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
j
Continu H:
60 bps
Elke keer dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt,
worden met hoge snelheid foto's gemaakt.
De beeldsnelheid voor continu-opname is ongeveer
60 bps en het maximale aantal continu-opnamen is 60.
Het beeldformaat is vast ingesteld op O 1920×1080.
D
BSS (Best Shot
Selector)
De camera maakt een reeks van maximaal 10 foto's
terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
gehouden en de scherpste foto wordt automatisch
opgeslagen.
Gebruik deze optie wanneer een stilstaand onderwerp
wordt gefotografeerd op een plek waar geen flitser
gebruikt mag worden en de kans op cameratrillingen
groot is.
W Multi-shot 16
Elke keer dat de ontspanknop
helemaal ingedrukt wordt, maakt
de camera een reeks van 16 foto's
en slaat deze als één foto op.
De beeldsnelheid voor continu-
opname is ongeveer 30 bps.
Het beeldformaat wordt vast ingesteld op
D (2560 × 1920 pixels).
Digitale zoom is niet beschikbaar.
X
Intervalopnamen
De camera maakt automatisch foto's met het
opgegeven interval (E68).
Optie Beschrijving
E68
Referentiegedeelte
C Vooropnamecache
Als de ontspanknop volledig of half wordt ingedrukt, worden de beelden
opgeslagen zoals hieronder beschreven.
Het vooropnamecache-pictogram (Q) op het opnamescherm licht groen op
zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Intervalopnamen
1 Gebruik de multi-selector HI om
X Intervalopnamen te selecteren
en druk vervolgens op de k knop.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Continu M k knop
Half indrukken Helemaal indrukken
Beelden opgeslagen vóór
volledig indrukken
Beelden opgeslagen door
volledig indrukken
Intervalopnamen
Multi-shot 16
BSS
Continu
E69
Referentiegedeelte
2 Stel het gewenste interval tussen
elke opname in.
Gebruik JK om een item te selecteren en
gebruik HI om de duur in te stellen.
Druk op de k knop wanneer u alle
instellingen hebt voltooid.
3 Druk op d (menu) om naar het opnamescherm te gaan.
4 Druk op de ontspanknop om de
eerste foto te maken.
De sluiter wordt automatisch ontspannen
op het aangegeven interval voor het maken
van opeenvolgende foto's.
De monitor wordt uitgeschakeld en het
camera-aan-lampje knippert tijdens de
intervallen tussen de opnamen (wanneer
de batterij gebruikt wordt).
5 Wanneer het gewenste aantal foto's is gemaakt, drukt u op
de ontspanknop.
De opname stopt.
De opname stopt automatisch wanneer de geheugenkaart vol is.
B Opmerkingen over intervalopnamen
Gebruik een volledig opgeladen batterij om te voorkomen dat de camera zichzelf
tijdens de opname onverwacht uitschakelt omdat de batterij leeg is.
Als de lichtnetadapter EH-67A (apart verkrijgbaar; E115) wordt gebruikt, kan
deze camera gevoed worden via een stopcontact. Gebruik nooit een andere
lichtnetadapter dan de EH-67A. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt,
kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
Tijdens intervalopnamen mag u de keuzeknop niet verdraaien naar een andere
instelling.
Als de sluitertijd lang is en de opnametijd van een foto lang duurt in vergelijking
met het gespecificeerde interval, kunnen sommige opnamen bij intervalfotografie
gestopt worden.
00 30
Bewerk.
sm
Intervalopnamen
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
E70
Referentiegedeelte
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunt u donkere onderwerpen fotograferen.
Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen met vergelijkbare helderheid
foto's maken met snellere sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen worden gereduceerd.
Als een hogere ISO-waarde is ingesteld, kunnen de foto's ruis bevatten.
B Opmerkingen over ISO-waarde
In stand m (handmatig), indien ingesteld op Automatisch, ISO 100-400 of
ISO 100-800, wordt de ISO-waarde vastgezet op ISO 100.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
C Aanduiding ISO-waarde op het opnamescherm
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de
ISO-waarde wordt verhoogd.
Als ISO 100-400 of ISO 100-800 is geselecteerd, wordt de maximale
ISO-waarde weergegeven.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M ISO-waarde M k knop
Optie Beschrijving
ISO-waarde
•Automatisch (standaardinstelling):
De ISO-waarde wordt automatisch geselecteerd binnen
een bereik van ISO 100 tot 1600.
Vast bereik autom.:
Voor het bereik waarbinnen de camera de ISO-waarde
automatisch instelt, kan gekozen worden tussen
Y ISO 100-400 of Z ISO 100-800.
•100 tot 6400:
De ISO-waarde wordt vastgezet op de vastgestelde waarde.
Minimale
sluitertijd
Stel de sluitertijd in waarbij de ISO-waarde automatisch wordt
ingesteld wanneer de opnamestand
j of l is. Als de
belichting ontoereikend is bij de hier ingestelde sluitertijd, zal
de ISO-waarde automatisch worden verhoogd om de juiste
belichting te verkrijgen.
De instelling wordt uitgeschakeld wanneer de ISO-waarde
is ingesteld op Automatisch of Vast bereik autom..
Als de belichting nog steeds ontoereikend is zelfs nadat de
ISO-waarde is verhoogd, wordt de sluitertijd verlengd.
Standaardinstelling: Geen
E71
Referentiegedeelte
Belichtingsbracketing
De belichting (helderheid) kan tijdens continu-opname automatisch gewijzigd
worden. Dit is handig als bij het fotograferen de helderheid van een foto
moeilijk in te stellen is.
B Opmerkingen over belichtingsbracketing
Belichtingsbracketing is niet beschikbaar in de stand m (handmatig).
Als belichtingscompensatie (A44) en ±0,3, ±0,7 of ±1,0 in
Belichtingsbracketing tegelijkertijd zijn ingesteld, worden de gecombineerde
belichtingscompensatiewaarden toegepast.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
Draai de keuzeknop naar j, k of l M d knop M j, k of l
menupictogram M Belichtingsbracketing M k knop
Optie Beschrijving
Uit (stan-
daardinstelling)
Belichtingsbracketing wordt niet toegepast.
±0,3
Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, dan maakt de
camera een reeks van 3 foto's met elk een andere belichting
(0, –0,3 en +0,3).
±0,7
Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, dan maakt de
camera een reeks van 3 foto's met elk een andere belichting
(0, –0,7 en +0,7).
±1,0
Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, dan maakt de
camera een reeks van 3 foto's met elk een andere belichting
(0, –1,0 en +1,0).
E72
Referentiegedeelte
AF-veldstand
Stel in hoe de camera tijdens de filmopname het scherpstelveld voor de
autofocus selecteert.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M AF-veldstand M k knop
Optie Beschrijving
a
Gezicht-
prioriteit
Wanneer de camera een
gezicht herkent, wordt
hierop scherpgesteld. Zie
"Gezichtsdetectie gebruiken"
(E19) voor meer informatie.
Bij het kadreren van een
compositie zonder menselijke
onderwerpen of herkende
gezichten, selecteert de
camera automatisch een of
meer van de 9 scherpstelvelden met het onderwerp het
dichtst bij de camera.
y
x
w
Handmatig
(spot)
Handmatig
(normaal)
Handmatig
(breed)
Gebruik de multi-selector
HIJK of draai deze om
het scherpstelveld te
verplaatsen naar de plaats
waarop u wilt scherpstellen.
Om de multi-selector
te gebruiken voor het
configureren van de flitsstand
of andere instellingen, drukt u
op de k knop. Om terug te
keren naar het verplaatsen
van het scherpstelveld, drukt
u nogmaals op de k knop.
25m 0s
25m 0 s
1/250
F5 .6
F5.6
840
840
25m 0s
Scherpstelveld
Scherpstelveld (centrum)
Omvang van
verplaatsbaar
scherpstelveld
Scherpstelveld (verplaatst)
E73
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over AF-veldstand
Als digitale zoom wordt toegepast, stelt de camera scherp op het gebied in het
midden van het beeld, ongeacht de instelling van de AF-veldstand.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
s
Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om
foto's van bewegende
onderwerpen te maken.
Registreer het onderwerp
waarop de camera scherpstelt.
Het scherpstelveld wordt
automatisch verplaatst om het
onderwerp te volgen. Zie
"Gebruiken van onderwerp
volgen" (E74) voor meer informatie.
M
AF met
doelop-
sporing
(stan-
daardin-
stelling)
Als de camera het
hoofdonderwerp detecteert,
stelt deze daarop scherp.
Zie "AF met doelopsporing
gebruiken" (E18).
Optie Beschrijving
1/250
1/250
F5.6
F5.6
25m 0s
840
840
25m 0s
Einde
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
Scherpstelvelden
E74
Referentiegedeelte
Gebruiken van onderwerp volgen
1 Registreer een onderwerp.
Lijn het onderwerp uit dat u wilt volgen
met de rand in het midden van de monitor
en druk op de k knop.
Wanneer het onderwerp geregistreerd is,
wordt een gele rand (scherpstelveld)
rondom het onderwerp weergegeven en
begint de camera het betreffende
onderwerp te volgen.
Als het onderwerp niet geregistreerd kan
worden, licht de rand rood op. Wijzig de
compositie en probeer het onderwerp
opnieuw te registreren.
Om de registratie van het onderwerp te
annuleren, drukt u op de k knop.
Als de camera het geregistreerde
onderwerp niet meer kan volgen, verdwijnt het scherpstelveld. Registreer
het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl
geen scherpstelveld wordt weergegeven,
stelt de camera scherp op het onderwerp in
het midden van het beeld.
B Opmerkingen over onderwerp volgen
Als u bewerkingen zoals inzoomen uitvoert terwijl de camera het onderwerp volgt,
dan wordt de registratie geannuleerd.
Onder bepaalde opname-omstandigheden kan onderwerp volgen mogelijk niet
worden uitgevoerd.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M AF-veldstand M k knop M s Onderwerp volgen
M k knop M d knop
25m 0s
840840
25m 0s
1/2501/250 F5.6F5.6
Start
25m 0s
840
840
25m 0s
1/250
1/250
F5.6
F5.6
Einde
1/ 250
1/250
F5 .6
F5.6
E75
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt bij het maken van foto's.
B Opmerkingen over de autofocus-stand
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand
(E84) in het filmmenu.
Flitsbelichting correctie
Pas de flitssterkte aan.
Gebruik deze optie als de flitssterkte te hoog of te laag is.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Autofocus-stand M k knop
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige
AF
De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
B
Fulltime-AF
(standaard-
instelling)
De camera gaat verder met scherpstellen zelfs als de
ontspanknop niet half ingedrukt is. Het geluid van de
objectiefaandrijving is hoorbaar terwijl de camera
scherpstelt.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Flitsbelichtingcorrectie M k knop
Optie Beschrijving
+0,3 tot +2,0
U kunt de flitssterkte opvoeren van +0,3 tot +2,0 LW in
stappen van 1/3 LW om het hoofdonderwerp sterker te
verlichten.
0,0
(standaardinstelling)
De flitssterkte wordt niet gewijzigd.
-0,3 tot -2,0
De flitssterkte kan worden teruggebracht van –0,3 tot –2,0 LW
in stappen van 1/3 LW om ongewenste hoge lichten of
reflecties te voorkomen.
E76
Referentiegedeelte
Filter ruisonderdrukking
Stel de sterkte van de ruisonderdrukkingsfunctie in die normaal wordt
uitgevoerd bij het opslaan van foto's.
Actieve D-Lighting
Details in de hoge lichten en schaduwpartijen blijven behouden, en het
natuurlijke contrast dat met het blote oog is waargenomen, wordt in de gemaakte
foto gereproduceerd. Dit is vooral handig voor het fotograferen van onderwerpen
met een groot contrast zoals een helder verlicht onderwerp buiten vanuit een
donkere ruimte binnen of onderwerpen in de schaduw op een zonnig strand.
B Opmerkingen over actieve D-Lighting
Na het fotograferen duurt het iets langer om foto’s op te slaan.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
B Actieve D-Lighting versus D-Lighting
De Actieve D-Lighting optie in het opnamemenu reduceert de belichting voordat
de foto wordt gemaakt om het dyamische bereik aan te passen. De D-Lighting
(E27) optie in het weergavemenu past het dynamisch bereik opnieuw aan in foto’s
die zijn gemaakt.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Filter ruisonderdrukking M k knop
Optie Beschrijving
e Hoog
Past de ruisonderdrukking toe op een niveau hoger dan
de standaardsterkte.
M
Normaal
(standaard-
instelling)
Past ruisonderdrukking toe op de standaard sterkte.
l Laag
Past de ruisonderdrukking toe op een niveau lager dan de
standaardsterkte.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Actieve D-Lighting M k knop
Optie Beschrijving
a
b
c
Hoog
Normaal
Laag
Stel de mate van effecttoepassing in.
k
Uit (standaard-
instelling)
Actieve D-Lighting wordt niet toegepast.
E77
Referentiegedeelte
Meervoudige belichting
De camera combineert twee tot drie foto's en slaat deze als één foto op.
B Opmerkingen over meervoudige belichting
Het combineren van foto's kan enige tijd in beslag nemen.
De meervoudige belichting wordt beëindigd als de functie Automatisch uit
(A58) de stand-bystand activeert tijdens de opname. Bij het fotograferen met
een lang opname-interval wordt aangeraden om een langere tijd in te stellen voor
de functie Automatisch uit.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies (A46).
Wanneer foto's met een lange sluitertijd worden gemaakt in de stand meervoduige
belichting hen shooting at a slow shutter speed in multiple exposure mode, kan er
ruis (heldere stippen) in de opgeslagen foto's verschijnen.
Fotograferen met meervoudige belichting
1 Gebruik de multi-selector HI
om Stand vr. meerv. belicht. te
selecteren en druk op de k knop.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Meervoudige belichting M k knop
Optie Beschrijving
Stand vr. meerv.
belicht.
Maakt foto's in de stand meervoudige belichting indien
ingesteld op Aan.
Afzonderlijke foto's worden ook opgeslagen.
Standaardinstelling: Uit
Automatische
versterk.
Stel in of de camera de helderheid van de foto automatisch
aanpast bij het combineren van foto's.
Standaardinstelling: Aan
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Meervoudige belichting M k knop
Automatische versterk.
Stand vr. meerv. belicht.
Meervoudige belichting
E78
Referentiegedeelte
2 Selecteer Aan en druk vervolgens
op de k knop.
3 Druk op de d (menu) knop om naar het opnamescherm
te gaan.
4 Druk op de ontspanknop om de
eerste foto te maken.
5 Druk op de ontspanknop om de
tweede foto te maken.
Kadreeer het beeld terwijl de eerste foto
doorschijnend wordt weergegeven.
Bij het maken van de tweede foto wordt de
gecombineerde foto van de eerste en
tweede foto opgeslagen en doorschijnend
weergegeven.
Om de meervoudige belichting bij de tweede foto te stoppen, stelt u Stand
voor meerv. belichting in op Uit of verdraait u de keuzeknop naar een
andere stand dan j, k, l, m of M.
6 Druk op de ontspanknop om de derde foto te maken.
De gecombineerde foto van de eerste tot en met de derde foto wordt
opgeslagen en de meervoudige belichting wordt beëindigd.
De opname van de derde foto kan enige tijd in beslag nemen.
Uit
Aan
Stand voor meerv. belichting
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
840
840
1/250
1/250
1/250 F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0 s
25m 0s
840
840
E79
Referentiegedeelte
Zoomgeheugen
B Opmerkingen over zoomen
Wanneer meer dan een brandpuntafstand is ingesteld, bedient u de zoomknop
om te wisselen naar de brandpuntsafstand die het dichtst bij die van voor de
bewerking ligt. Om naar een andere brandpuntsafstand te wisselen, laat u de
zoomknop lost en bedient u deze vervolgens weer.
Stel Zoomgeheugen in op Uit bij het gebruik van de digitale zoom.
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Zoomgeheugen M k knop
Optie Beschrijving
Aan
Als de zoomknop wordt bediend, wordt de zoomstand
(gelijk aan brandpuntsafstand/beeldhoek in
kleinbeeldformaat [135]) omgezet naar de standen die
geselecteerd zijn door het selectievakje in deze menu-
optie op aan in te stellen.
Kies de brandpuntsafstand met de multi-selector HI
en druk dan op de k knop om het selectievakje op aan
[w] of uit in te stellen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar: 24 mm,
28 mm, 35 mm, 50 mm, 85 mm, 105 mm, 135 mm,
200 mm, 300 mm, 400 mm, 500 mm, 600 mm,
800 mm, 1000 mm, 1200 mm en 1440 mm.
Standaardinstelling: Aan [w] voor alle selectievakjes
Druk om de instelling te beëindigen op de multi-
selector K.
De zoomstand ingesteld in de Opstartzoomstand
wordt automatisch ingesteld op aan [w].
De zoomgeheugenfunctie kan niet gebruikt worden bij
de zijzoomknop.
Uit
(standaardinstelling)
De zoomstand kan in een andere stand worden gezet
inclusief de standen die met Aan ingesteld kunnen
worden.
E80
Referentiegedeelte
Opstartzoomstand
Stel de zoomstand (gelijk aan brandpuntsafstand/beeldhoek in
kleinbeeldformaat [135]) in voor als de camera wordt ingeschakeld.
De volgende instellingen zijn beschikbaar: 24 mm (standaardinstelling),
28 mm, 35 mm, 50 mm, 85 mm, 105 mm en 135 mm.
M belichtingsvoorbeeld
Stel in of de helderheid wel of niet op het opnamescherm moet worden
aangeduid wanneer de belichting wordt gewijzigd in de stand m (handmatig).
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M Opstartzoomstand M k knop
Draai de keuzeknop naar j, k, l, m of M M d knop M j, k, l, m of
M menupictogram M M belichtingsvoorbeeld M k knop
Optie Beschrijving
Aan
Duidt de helderheid op het opnamescherm aan.
Uit
(standaardinstelling)
Duidt de helderheid niet op het opnamescherm aan.
E81
Referentiegedeelte
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie voor opname. Selecteer een filmoptie met
normale snelheid voor het opnemen van films of een filmoptie met hoge
snelheid (HS) voor het opnemen van films die vertraagd (slow motion) of
versneld (fast motion) kunnen worden weergegeven (E82). De filmopties
die geselecteerd kunnen worden, variëren afhankelijk van de Beeldsnelheid
instelling (E86).
Voor het opnemen van films wordt een geheugenkaart aanbevolen met een
SD-snelheidsklasse van 6 of hoger (F20).
Filmopties met normale snelheid
Het filmmenu
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
Filmopties M k knop
Optie (Beeldformaat/Beeldsnelheid,
Bestandsformaat)
Beeldformaat
Hoogte/breedte-
verhouding
(horizontaal
tot verticaal)
e
p
1080/30p
1080/25p
(standaard-
instelling)
1920 × 1080 16:9
I
H
1080/60p
1080/50p
1920 × 1080 16:9
f
r
720/30p
720/25p
1280 × 720 16:9
i
w
720/60p
720/50p
1280 × 720 16:9
g
s
480/30p
480/25p
640 × 480 4:3
E82
Referentiegedeelte
HS-filmopties
Opgenomen films kunnen in fast of slow motion worden afgespeeld.
Zie "Films afspelen in slow motion en fast motion" (E83).
* De instelling is niet beschikbaar bij het gebruik van bepaalde effecten.
B Opmerkingen over HS-film
Er wordt geen geluid opgenomen.
Zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld wanneer
wordt begonnen met de filmopname.
Optie
Beeldformaat
Hoogte/breedte-
verhouding
(horizontaal
tot verticaal)
Beschrijving
h
u
HS 480/4×*
640 × 480
4:3
Slow motion films op 1/4 van de
snelheid
Max. opnametijd:
7minuten 15seconden
(afspeeltijd: 29 minuten)
i
w
HS 720/2×
1280 × 720
16:9
Slow motion films op 1/2 van de
snelheid
Max. opnametijd:
14 minuten 30 seconden
(afspeeltijd: 29 minuten)
j
x
HS 1080/
0,5×
1920 × 1080
16:9
Fast motion films op 2× de
normale snelheid
Max. opnametijd:
29 minuten (afspeeltijd:
14 minuten 30 seconden)
E83
Referentiegedeelte
C Films afspelen in slow motion en fast motion
Bij opnemen van films op normale snelheid:
Bij opnemen met h HS 480/4× of u HS 480/4×:
Films worden opgenomen met 4× de normale snelheid.
Ze worden 4× langzamer afgespeeld in slow motion.
Bij opnemen met j HS 1080/0,5× of x HS 1080/0,5×:
Films worden opgenomen op 1/2 van de normale snelheid.
Ze worden 2× sneller afgespeeld in fast motion.
Afspeeltijd
Opnametijd
10 sec.
10 sec.
Opnametijd
Afspeeltijd
40 sec.
10 sec.
Afspelen in slow motion
Opnametijd
Afspeeltijd
10 sec.
5 sec.
Afspelen in fast motion
E84
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt bij het opnemen van films.
B Autofocus-stand
Als een filmoptie met hoge snelheid (HS) geselecteerd is in Filmopties, is de
instelling vast ingesteld op Enkelvoudige AF.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor gebruik in combinatie met andere
functies.
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
Autofocus-stand M k knop
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige AF
(standaard-
instelling)
De scherpstelling wordt vergrendeld wanneer de
filmopname begint.
Kies deze optie als de afstand tussen de camera en het
onderwerp nagenoeg gelijk blijft.
B Fulltime-AF
De camera stelt voortdurend scherp.
Kies deze optie als de afstand tussen de camera en het
onderwerp tijdens de opname aanzienlijk verandert.
Het geluid van de scherpstelling kan te horen zijn in de
opgenomen film. Het gebruik van Enkelvoudige AF
wordt aanbevolen om te voorkomen dat het geluid van
de scherpstelling de opname verstoort.
E85
Referentiegedeelte
Elektronische VR
Stel in of elektronische VR wel of niet uitgevoerd moeten worden tijdens de
filmopname.
B Opmerkingen over elektronische VR
Als een filmoptie met hoge snelheid (HS) geselecteerd is in Filmopties, is de
instelling vast ingesteld op Uit.
Windruisreductie
B Opmerkingen over windruisreductie
Als een filmoptie met hoge snelheid (HS) geselecteerd is in Filmopties, is de
instelling vast ingesteld op Uit.
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
Elektronische VR M k knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Voert elektronische VR uit.
De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld)
wordt kleiner.
Wanneer Vibratiereductie is ingesteld op
Normaal of Actief in het setup-menu (A57),
wordt tegelijkertijd optische vibratiereductie
uitgevoerd.
Uit
Voert geen elektronische VR uit.
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
Windruisreductie M k knop
Optie Beschrijving
Aan
Reduceert het geluid dat wordt geproduceerd wanneer
tijdens fimopname wind de microfoon passeert.
Andere geluiden kunnen hierdoor bij de weergave
moeilijk te horen zijn.
Uit
(standaardinstelling)
Windruisreductie is uitgeschakeld.
E86
Referentiegedeelte
Zoommicrofoon
B Opmerkingen over zoommicrofoon
Als een filmoptie met hoge snelheid (HS) geselecteerd is in Filmopties, is de
instelling vast ingesteld op Uit.
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid die bij de filmopname wordt gebruikt. Wanneer de
beeldsnelheid wordt omgeschakeld, veranderen de opties die in Filmopties
(E81) kunnen worden ingesteld.
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
Zoommicrofoon M k knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
In overeenstemming met de beeldhoek neemt
de camera geluiden over een groot bereik in de
groothoekstand en over het beperkte bereik in
de telezoomstand op.
Uit
Zoommicrofoon is uitgeschakeld.
Schakel de opnamestand in M d knop M e menupictogram M
Beeldsnelheid M k knop
Optie Beschrijving
30 bps (30p/60p)
Geschikt om af te spelen op een tv met de NTSC-
standaard.
25 bps (25p/50p)
Geschikt om af te spelen op een tv met de PAL-
standaard.
E87
Referentiegedeelte
Zie "Foto's bewerken" (E26) voor meer informatie over de
beeldbewerkingsfuncties.
Markeren voor Wi-Fi-upload
Selecteer in de camera opgeslagen foto's voorafgaand aan de overdracht naar
een smart-toestel. Films kunnen niet geselecteerd worden.
Selecteer of deselecteer foto's in het fotoselectiescherm (A56) voor de functie
Markeren voor Wi-Fi-upload.
Wanneer u Standaardwaarden (E109) in het setup-menu of Standaardw.
herstellen (E91) in het menu Wi-Fi-opties selecteert, neem dan in acht dat
de gemaakte instellingen voor Markeren voor Wi-Fi-upload geannuleerd
worden.
Het weergavemenu
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M Mark. voor upl. via
Wi-Fi M k knop
E88
Referentiegedeelte
Diashow
Foto's een voor een weergeven in een automatische "diashow". Wanneer
filmbestanden worden weergegeven in de diashow, dan wordt alleen het
eerste beeld van elke film weergegeven.
1 Gebruik de multi-selector HI om
Start te selecteren en druk op de
k knop.
De diashow begint.
Als u de pauze tussen foto's wilt aanpassen,
selecteer Tussenpauze, druk op de
k knop en specificeer de gewenste duur
voordat u Start selecteert.
Om de diashow automatisch te herhalen, selecteert u Herhalen en drukt u
op de k knop alvorens Start te selecteren.
De maximale afspeeltiijd is ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen
ingeschakeld is.
2 Beëindig of herstart de diashow.
Het scherm aan de rechterzijde wordt
weergegeven nadat de diashow beëindigd
of gepauzeerd is. Selecteer G en druk
vervolgens op de k knop om de show te
verlaten. Selecteer F en druk vervolgens
op de k knop om de show te hervatten.
Functies tijdens de weergave
Gebruik de multi-selector JK om de vorige/volgende foto weer te geven.
Houd ingedrukt om terug/vooruit te spoelen.
Druk op de k knop om de diashow te pauzeren of beëindigen.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M Diashow M k knop
Pauzeren
Herhalen
Tussenpauze
Start
Diashow
E89
Referentiegedeelte
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde foto's tegen ongewild wissen.
Selecteer de foto's die u wilt beveiligen of waarvan u de beveiliging ongedaan
wil maken in het fotoselectiescherm (A56).
Let op: Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle
gegevens inclusief beveiligde bestanden permanent gewist (E106).
Beeld draaien
Geef aan in welke richting de opgeslagen foto's bij weergave getoond moeten
worden. Foto's kunnen 90 graden rechtsom of 90 graden linksom gedraaid
worden.
Foto's die in de portretstand (staand) zijn gemaakt, kunnen in beide richtingen
tot 180 graden gedraaid worden.
Selecteer een foto in het fotoselectiescherm (A56). Als het scherm Beeld
draaien wordt weergegeven, gebruikt u de multi-selector JK of draait u deze
om de foto 90 graden te draaien.
Druk op de k knop om de oriëntatie van de weergave definitef te maken en de
informatie samen met de foto op te slaan.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M Beveiligen M
k knop
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M Beeld draaien M
k knop
Draaien
Ter ug
Beeld draaien
Draaien
Terug
Beeld draaien
Draaien
Terug
Beeld draaien
90 graden
linksom draaien
90 graden
rechtsom draaien
E90
Referentiegedeelte
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode die wordt gebruikt om foto's in de reeks weer te geven
(E25).
De instellingen worden op alle reeksen toegepast en de instelling wordt
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgeschakeld
wordt.
Hoofdfoto kiezen
Specificeer een andere foto in de reeks als de hoofdfoto.
Als het selectiescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteert u
een foto (A56).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M
Reeksweergaveopties M k knop
Optie Beschrijving
Individuele foto's
Geeft elke foto in een reeks afzonderlijk weer. Op het
weergavemenu wordt F weergegeven.
Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Geeft alleen de hoofdfoto voor een reeks foto's weer.
Druk op de c knop (weergavestand) M geef een reeks weer waarvan u
de hoofdfoto wilt wijzigen M d knop M Kies hoofdfoto M k knop
E91
Referentiegedeelte
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN) instellingen om de camera en een
smarttoestel te verbinden.
Het menu Wi-Fi-opties
Druk op de d knop M q menupictogram M k knop
Optie Beschrijving
Verbind. met
smart app.
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met
een smart-toestel.
Zie "Aansluiten op een smart-toestel (Wi-Fi)" (E45) voor meer
informatie.
Uploaden vanaf
camera
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met
een smart-toestel.
Zie "In de camera opgeslagen foto's selecteren voor overdracht
naar een smart-toestel" (E47) voor meer informatie.
De foto's voor de overdracht kunnen in het
fotoselectiescherm geselecteerd worden voordat er een
Wi-Fi-verbinding tot stand wordt gebracht (A56, E87).
De SSID en het wachtwoord van de camera worden op het
scherm weergegeven nadat de foto's zijn geselecteerd.
Wi-Fi
uitschakelen
Selecteer dit om de draadloze verbinding tussen de camera en
een smart-toestel te verbreken.
Zie "De Wi-Fi-verbinding verbreken" (E46) voor meer informatie.
Opties
SSID: Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt
weergegeven op het smart-toestel. Stel een alfanumerieke
SSID in van 1-24 karakters.
Verificatie/encryptie: Selecteer of de communicatie tussen
de camera en het verbonden smart-toestel al dan niet moet
worden beveiligd.
De communicatie wordt niet beveiligd als Open
(standaardinstelling) is geselecteerd.
Als WPA2-PSK-AES is ingesteld, wordt het bericht voor
invoeren van het wachtwoord weergegeven wanner de
camera verbonden wordt met het smart-toestel (E45).
Wachtwoord: Stel een alfanumeriek wachtwoord in van
8-16 karakters.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor
draadloze verbindingen.
Subnetmasker: Gebruik de standaardinstelling
(255.255.255.0) onder normale omstandigheden.
DHCP-server IP-adres: Gebruik de standaardinstelling
(192.168.0.10) onder normale omstandigheden.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Standaardw.
herstellen
Herstel de Wi-Fi-instellingen naar de standaardwaarden. De
draadloze verbinding wordt verbroken als deze optie wordt
uitgevoerd bij een actieve Wi-Fi-verbinding.
E92
Referentiegedeelte
Toetsenbord tekstinvoer bedienen
Karakterinvoer voor SSID en wachtwoord
Gebruik de multi-selector HIJK om
alfanumerieke karakters te selecteren. Druk op
de k knop om het geselecteerde karakter in het
tekstveld in te voeren en beweeg de cursor naar
de volgende ruimte.
Selecteer N of O op het toetsenbord en druk op
de k knop om de cursor in het tekstveld te
bewegen.
Druk op de l knop om een karakter te wissen.
Selecteer P op het toetsenbord en druk op de
k knop voor het toepassen van de instelling.
Karakterinvoer voor kanaal, subnetmasker en DHCP-server IP-adres
Gebruik de multi-selector HI om de cijfers in te
stellen. Druk op de K of k knop om naar het
volgende cijfer te gaan. Druk op de J knop om
terug te keren naar het vorige cijfer.
Selecteer het laatste cijfer en druk op de k knop
voor het toepassen van de instelling.
GH I J
KLM STNOP
U V WX Y Z
QR
ABCDEF
0 234567891
Verwijderen
Terug
SSID
GH
05234 6789AB
LIJK MNOPQR
CDEF1
Tekstveld
Toetsenbord
.
.
.
1 9 2 1 6 8 0 1 00 0 0
Bewerk.
DHCP-server IP-adres
E93
Referentiegedeelte
Optiesmenu locatiegeg.
Het optiesmenu locatiegegevens
Druk op de d knop M z menupictogram M Optiesmenu locatiegeg.
M k knop
Optie Beschrijving
Locatiegeg. opnemen
Indien ingesteld op Aan, worden signalen ontvangen
van de satellieten voor positiebepaling en wordt de
positiebepaling gestart (E39).
Standaardinstelling: Uit
A-GPS-best. bijwerken
Er wordt een geheugenkaart gebruikt voor het bijwerken
van het A-GPS-bestand (ondersteuning GPS). Door
gebruik te maken van het meest recente A-GPS-bestand
kan het verkrijgen van de locatiegegevens minder tijd in
beslag nemen.
Zie "Het A-GPS-bestand bijwerken" (E94) voor meer
informatie.
Locatiegegevens
wissen
De op foto's opgenomen locatiegegevens en POI-
informatie worden gewist.
De gewiste locatiegegevens en POI-informatie kunnen
niet meer worden hersteld.
De locatiegegevens van foto's die met een andere
camera zijn gemaakt, kunnen niet gewist worden.
E94
Referentiegedeelte
Het A-GPS-bestand bijwerken
Download het meest recente A-GPS-bestand van de onderstaande website en
gebruik dit om het bestand bij te werken.
http://nikonimglib.com/agps4/
Het A-GPS-bestand voor de COOLPIX P610 is alleen beschikbaar via de
bovenstaande website.
1 Download het meest recente A-GPS-bestand van de
website naar uw computer.
2 Gebruik een kaartlezer of andere apparaat om het
gedownloade bestand naar de map "NCFL" op de
geheugenkaart te kopiëren.
De map "NCFL" bevondt zich direct onder de hoofddirectory van de
geheugenkaart. Als de geheugenkaart niet beschikt over de map "NCFL",
maak dan een nieuwe map aan.
3 Breng de geheugenkaart met het gekopieerde bestand in
de camera aan.
4 Zet de camera aan.
5 Druk op de d (menu) knop om het optiesmenu
locatiegegevens weer te geven en selecteer Optiesmenu
locatiegeg. met de multi-selector.
6 Selecteer A-GPS-best. bijwerken en werk het bestand bij.
Het duurt ongeveer 2 minuten om het A-GPS-bestand bij te werken.
B Opmerkingen over A-GPS-bestand bijwerken
Het A-GPS-bestand is bij de eerste positiebepaling na aanschaf van de camera
uitgeschakeld. Het A-GPS-bestand wordt geactiveerd bij de tweede bewerking
voor het bepalen van een locatie.
De geldigheidsperiode van het A-GPS-bestand kan gecontroleerd worden op
het update-scherm. Als de geldigheidsperiode verstreken is, wordt deze grijs
weergegeven.
Nadat de geldigheidsperiode van het A-GPS verstreken is, wordt het verkrijgen van
de locatiegegevens niet meer sneller. Het wordt aanbevolen het A-GPS-bestand bij
te werken voordat de locatiegegevensfuncties worden gebruikt.
E95
Referentiegedeelte
Points of interest (POI) (locatienaaminformatie
opnemen en weergeven)
Configureer de instellingen voor de POI (points of interest, locatienaaminformatie).
C POI-weergave
Als er geen locatienaaminformatie in het ingestelde weergaveniveau is, wordt er
mogelijk geen locatienaaminformatie getoond.
Druk op de d knop M z menupictogram M Points of interest (POI) M
k knop
Optie Beschrijving
POI inbedden
Stel in of u de locatienaaminformatie wel of niet wilt
opnemen op de foto's die gemaakt worden.
Standaardinstelling: Uit
De locatienaaminformatie kan op zowel foto's als films
worden opgenomen.
POI weergeven
Stel in of de locatienaaminformatie wel of niet op het
opnamescherm of weergavescherm moet worden
weergegeven (A6, 7).
Als POI inbedden bij het maken van een foto op Aan
was ingesteld, wprdt de locatienaaminformatie voor de
foto op het weergavescherm getoond.
Standaardinstelling: Uit
Detailleringsniveau
Stel het weergaveniveau van de locatienaaminformatie in.
Een hoger weergaveniveau toont uitgebreidere regionale
informatie.
Indien ingesteld op niveau 1: landnamen worden
weergegeven.
Indien ingesteld op niveau 2 t/m 5: de getoonde
informatie verschilt afhankelijk van het land.
Indien ingesteld op niveau 6: namen van
herkenningspunten (faciliteiten) worden weergegeven.
POI bewerken
Als in de weergavestand POI bijwerken wordt geselecteerd,
kan de locatienaaminformatie op de foto gewijzigd worden.
Selecteer de foto waarvan u de locatienaaminformatie wilt
wijzigen voordat u op de d knop drukt.
Indien niveau 6 geselecteerd is, drukt u op de multi-
selector JK om de naam van het herkenningspunt te
wijzigen.
Om het niveau van de POI-information te wijzigen,
drukt u op de multi-selector HI.
Als POI verwijderen wordt geselecteerd, wordt de
locatienaaminformatie gewist die op de foto is opgenomen.
E96
Referentiegedeelte
Klok instellen via satelliet
Signalen vanaf de satellieten voor positiebepaling worden gebruikt voor het
instellen van de datum en tijd in de interne klok van de camera. Controleer de
status van de positiebepaling voordat de klok met behulp van deze optie
wordt ingesteld.
B Opmerkingen over klok instellen via satelliet
Om de interne klok van de camera te kunnen instellen, moet de positiebepaling
met succes zijn uitgevoerd (E39).
De aanpassing van de datum/tijd door Klok instellen via satelliet wordt
ingesteld op basis van de tijdzone die is ingesteld in Tijdzone en datum (A57,
E97) van het setup-menu. Controleer de tijdzone voordat Klok instellen via
satelliet wordt ingesteld.
Datum/tijd-synchronisatie via Klok instellen via satelliet is niet zo nauwkeurig
als synchronisatie via radioklokken. Gebruik Tijdzone en datum in het setup-
menu om de tijd in te stellen als deze in Klok instellen via satelliet niet
nauwkeurig is.
Druk op de d knop M z menupictogram M Klok instellen via satelliet
M k knop
E97
Referentiegedeelte
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
De tijdzone instellen
1 Gebruik de multi-selector HI
om Tijdzone te selecteren en druk
op de k knop.
Het setup-menu
Druk op de d knop M z menupictogram M Tijdzone en datum M
k knop
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Veld selecteren: Druk op de
multi-selector JK.
Bewerk de datum en tijd:
Druk op HI. De datum en
tijd kunnen ook worden
gewijzigd door de multi-
selector of de
hoofdinstelschijf te
verdraaien.
Pas de instelling toe: Selecteer het instelveld voor de minuten
en druk op de k knop of K.
Datumnotatie
Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/
jaar.
Tijdzone
Stel tijdzone en zomertijd in.
Als de Reisbestemming (
x wordt ingesteld nadat de eigen
tijdzone is ingesteld (w), dan wordt het tijdsverschil tussen de
reisbestemming en de eigen tijdzone automatisch berekend,
en worden de datum en tijd voor de geselecteerde regio
opgeslagen.
15201515 11 10
Bewerk.
muDM J
Datum en tijd
London, Casablanca
15/11/2015 15:30
Tijdzone
Datumnotatie
Datum en tijd
Tijdzone en datum
E98
Referentiegedeelte
2 Selecteer w Eigen tijdzone of
x Reisbestemming en druk op
de k knop.
De datum en tijd die op de monitor
weergegeven wordt, verandert afhankelijk
van of de eigen tijdzone of de
reisbestemming geselecteerd is.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te
selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie te
activeren en W wordt weergegeven.
Druk op I om de zomertijdfunctie te
deactiveren.
Druk op de k knop om de tijdzone toe te
passen.
Als niet de correcte tijd wordt weergegeven
voor thuis of de reisbestemming, stel de
juiste tijd dan in onder Datum en tijd.
London, Casablanca
15/11/2015 15:30
Reisbestemming
Eigen tijdzone
Tijdzone
London, Casablanca
15/11/2015 15:30
Reisbestemming
Eigen tijdzone
Tijdzone
New York, Toronto, Lima
-5:0010:30
Terug
E99
Referentiegedeelte
Ontspan. bij geen kaart
Stel in of de sluiter wel of niet kan worden ontspannen wanneer er geen
geheugenkaart in de camera is aangebracht.
Druk op de d knop M z menupictogram M Ontspan. bij geen kaart M
k knop
Optie Beschrijving
Ontspankn.
vergrendeld
(standaardinstelling)
De sluiter kan niet worden ontspannen, tenzij er een
geheugenkaart in de camera is aangebracht.
Ontspanknop
ontgrendel.
De sluiter kan worden ontspannen, zelfs als er geen
geheugenkaart in de camera is aangebracht. Er wordt
echter Demostand op de gemaakte foto weergegeven
wanneer er geen geheugenkaart is aangebracht en de foto
kan niet worden afgedrukt of op een geheugenkaart
worden opgeslagen, ondanks dat de foto op de monitor
wordt weergegeven.
E100
Referentiegedeelte
Monitorinstellingen
B Opmerkingen over raster weergeven/verbergen
Als het vergrote midden van het beeld wordt weergegeven in E (handmatige
scherpstelling), het raster wordt niet getoond.
B Opmerkingen over histogrammen weergeven/verbergen
Histogrammen worden niet weergegeven in de volgende gevallen:
A (auto) stand
Als een film wordt opgenomen
Als het vergrote midden van het beeld wordt weergegeven in E (handmatige
scherpstelling)
Bij een opname met eenvoudig panorama
Als het menu flitsstand, zelfontspanner of scherpstelstand wordt weergegeven
Druk op de d knop M z menupictogram M Monitorinstellingen M
k knop
Optie Beschrijving
Beeld
terugspelen
Stel in of de gemaakte foto al dan niet direct na de opname op
de monitor moet worden weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Monitoropties
Pas de helderheid en kleurtoon van de monitor aan.
Gebruik de multi-selector HI om de helderheid aan te
passen, JK om de kleurtoon aan te passen en druk
vervolgens op de k knop.
Standaardinstelling: Helderheid 3
Kleurtoon 0
Kan niet ingesteld worden als de zoeker gebruikt wordt.
Opties voor
elektr. zoeker
Pas de helderheid en kleurtoon van de zoeker aan.
Gebruik de multi-selector HI om de helderheid aan te
passen, JK om de kleurtoon aan te passen en druk
vervolgens op de k knop.
Standaardinstelling: Helderheid 2
Kleurtoon 0
Kan niet ingesteld worden als de monitor gebruikt wordt.
Raster weerg./
verberg.
Stel in of er wel of niet een kader voor het kadreren van het
beeld op het opnamescherm moet worden weergegeven.
Standaardinstelling: Uit
Histogr. weerg./
verberg.
Stel in of er wel of niet een grafiek die de helderheidsverdeling
in de foto (A44) aangeeft op het opnamescherm moet
worden weergegeven.
Standaardinstelling: Uit
E101
Referentiegedeelte
Elekt. zoeker auto aan/uit (automatisch wisselen
van de weergave naar de zoeker)
Druk op de d knop M z menupictogram M Elekt. zoeker auto aan/uit
M k knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Als u uw gezicht dichtbij de zoeker brengt, reageert de
oogsensor hierop en wisselt de weergave automatisch
van de monitor naar de zoeker.
Uit
Zelfs als u uw gezicht dichtbij de zoeker brengt, wordt de
weergave niet naar de zoeker gewisseld.
E102
Referentiegedeelte
Datumstempel
Bij het fotograferen kunnen de opnamedatum en
-tijd op foto's worden weergeven.
B Opmerkingen over datumstempel
Datumstempels die worden opgenomen in een foto maken permanent deel uit
van de fotogegevens en kunnen niet gewist worden. De datum en tijd kunnen niet
op foto's worden opgenomen nadat ze zijn gemaakt.
De datum en tijd kunnen niet worden opgenomen in het fotobestand in de
volgende gevallen:
- Als de onderwerpstand is ingesteld op Nachtlandschap (indien ingesteld op
Uit de hand), Nachtportret (indien ingesteld op Uit de hand), Sport,
Museum, Tegenlicht (indien HDR is ingesteld op Aan), Eenvoudig
panorama, Dierenportret (indien ingesteld op Continu) of Vogels bekijken
(indien ingesteld op Continu)
-Als Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps is
geselecteerd voor Continu (E66)
- Als films worden opgenomen
- Als foto's worden opgeslagen tijdens filmopname
- Als foto's uit een film worden geselecteerd tijdens filmweergave
De opgenomen datum en tijd kunnen moeilijk af te lezen zijn wanneer een klein
beeldformaat wordt gebruikt.
C Opnamedatum op foto's afdrukken zonder datumstempel
U kunt foto's overbrengen naar een computer en de ViewNX 2 software (E53)
gebruiken om de opnamedatum op de foto's weer te geven wanneer ze afgedrukt
worden.
Druk op de d knop M z menupictogram M Datumstempel M k knop
Optie Beschrijving
f Datum
Datum wordt op foto's weergegeven.
S Datum en tijd Datum en tijd worden op foto's weergegeven.
Uit (standaardinstelling) Datum en tijd worden niet op foto's weergegeven.
15.11.2015
15 .11. 2015
15.11.2015
E103
Referentiegedeelte
Vibratiereductie
Selecteer de instelling van de vibratiereductie die bij de opname wordt gebruikt.
Selecteer Uit wanneer bij fotograferen gebruik wordt gemaakt van een statief
om de camera te stabiliseren.
B Opmerkingen over vibratiereductie
Wacht na het aanzetten van de camera of na het overschakelen van de
weergavestand naar de opnamestand tot het opnamescherm helemaal wordt
weergegeven voordat er foto's worden gemaakt.
Foto's die direct na opname op de monitor van de camera worden weergegeven,
kunnen wazig lijken.
In sommige gevallen kan vibratiereductie de effecten van cameratrilling niet
helemaal opheffen.
Druk op de d knop M z menupictogram M Vibratiereductie M k knop
Optie Beschrijving
g
Normaal
(standaard-
instelling)
Compenseert cameratrillingen. Onscherpte komt veel
voor bij het maken van opnamen in de telestand of bij
lange sluitertijd. De camera registreert automatisch de
kantelrichting en compenseert alleen trillingen
veroorzaakt door cameratrillingen.
Bij horizontale bewegingen vermindert
vibratiereductie bijvoorbeeld alleen de verticale
trillingen. Bij verticale bewegingen compenseert
vibratiereductie alleen de horizontale trillingen.
Z Actief
Cameratrillingen worden tijdens de opname
automatisch gecompenseerd als er aanzienlijk veel
cameratrillingen te verwachten zijn bij opnamen
vanuit een auto of onder onstabiele omstandigheden.
Uit
Compensatie wordt niet uitgevoerd.
E104
Referentiegedeelte
AF-hulplicht
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
Digitale zoom kan niet gebruikt worden in de volgende onderwerpstanden.
- Autom. scènekeuzekn., Portret, Nachtportret, Eenvoudig panorama,
Dierenportret
Digitale zoom kan niet in andere opnamestanden gebruikt worden bij het gebruik
van bepaalde instellingen (A48).
Druk op de d knop M z menupictogram M AF-hulplicht M k knop
Optie Beschrijving
Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer
u de ontspanknop indrukt bij weinig licht. De
hulpverlichting heeft een bereik van circa 5,0 m in
de uiterste groothoekstand en van circa 5,0 m in de
uiterste telestand.
Neem in acht dat de AF-hulpverlichting in sommige
onderwerpstanden of scherpstelvelden mogelijk
niet oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting licht niet op.
Druk op de d knop M z menupictogram M Digitale zoom M k knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
E105
Referentiegedeelte
Zijzoomknop toewijzen
Kies de functie die tijdens het fotograferen moet worden uitgevoerd wanneer
de zijzoomknop wordt bediend.
Geluidsinstellingen
Druk op de d knop M z menupictogram M Zijzoomknop toewijzen M
k knop
Optie Beschrijving
Zoomen
(standaardinstelling)
Gebruik bij het fotograferen de zijzoomknop (A20) om
de zoom in te stellen.
Handm. scherpstelling
Als de scherpstelstand is ingesteld op E (handmatige
scherpstelling), gebruik dan de zijzoomknop om de
scherpstelling te regelen (A42).
Beweeg de zoomknop naar g om scherp te stellen op
onderwerpen veraf.
Beweeg de zoomknop naar f om scherp te stellen
op onderwerpen dichtbij.
Druk op de d knop M z menupictogram M Geluidsinstellingen M
k knop
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Als Aan (standaardinstelling) geselecteerd is,
produceert de camera een pieptoon wanneer er
bewerkingen worden uitgevoerd, twee pieptonen
wanneer op het onderwerp is scherpgesteld en
drie pieptonen wanneer een fout optreedt.
De geluiden worden uitgeschakeld in de
onderwerpstand Dierenportret of Vogels
bekijken.
Sluitergeluid
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt
het sluitergeluid geproduceerd wanneer de sluiter
ontspant.
Het sluitergeluid wordt niet geproduceerd bij het
gebruik van de continu-opnamestand, bij het
opnemen van films en bij het gebruik van de
onderwerwerpstand Eenvoudig panorama,
Dierenportret of Vogels bekijken.
E106
Referentiegedeelte
Automatisch uit
Stel de tijdsduur in waarna de camera zichzelf in de stand-bystand (A18).
U kunt 30 sec., 1 min. (standaardinstelling), 5 min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijdsduur waarna de camera zichzelf in de standby-stand zet, is in de volgende
situaties vast ingesteld:
Als een menu wordt weergegeven: 3 minuten (als automatisch uit ingesteld is op
30 sec. of 1 min.)
Als de lichtnetadapter is aangesloten: 30 minuten
Geheugenkaart form.
Gebruik deze optie om een geheugenkaart te formatteren.
Als u de geheugenkaarten formatteert, worden alle gegevens
voorgoed gewist. Gewiste gegevens kunnen niet meer worden
hersteld. Sla daarom belangrijke foto's op een computer op voordat u gaat
formatteren.
Selecteer Formatteren op het scherm dat wordt weergegeven en druk op
de k knop om met formatteren te beginnen.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf
niet tijdens het formatteren.
Taal
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en meldingen.
Druk op de d knop M z menupictogram M Automatisch uit M k knop
Druk op de d knop M z menupictogram M Geheugenkaart form. M
k knop
Druk op de d knop M z menupictogram M Taal/Language M k knop
E107
Referentiegedeelte
Opladen via computer
B Opmerkingen over opladen met een computer
Als de camera op een computer wordt aangesloten, wordt deze ingeschakeld en
wordt de batterij opgeladen. Als de camera uitgeschakeld wordt, stopt het
opladen van de batterij.
Een volledig lege batterij wordt opgeladen in circa 5 uur. De oplaadtijd neemt toe
als er foto's worden overgezet terwijl de batterij opgeladen wordt.
Nadat de batterij opgeladen is, wordt de camera na 30 minuten automatisch
uitgeschakeld indien er geen communicatie plaatsvindt.
B Als het camera-aan-lampje (laadlampje) snel groen knippert
Het opladen kan niet worden uitgevoerd, mogelijk vanwege een van de
onderstaande redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt voor opladen. Laad de batterij binnen
op bij een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 35°C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de batterij is defect. Controleer of de
USB-kabel correct is aangesloten of vervang de batterij indien nodig.
De computer bevindt zich in de slaapstand en levert geen voeding. Haal de
computer uit de slaapstand.
De batterij kan niet opgeladen worden, omdat de computer de camera niet van
voeding kan voorzien vanwege de instellingen of specificaties van de computer.
Druk op de d knop M z menupictogram M Opladen via computer M
k knop
Optie Beschrijving
a
Automatisch
(standaard-
instelling)
Wanener de camera op een ingeschakelde computer wordt
aangesloten (A61), wordt de batterij in de camera
automatisch opgeladen via de voeding vanaf de computer.
Uit
De batterij in de camera wordt niet opgeladen wanneer de
camera op een computer wordt aangesloten.
E108
Referentiegedeelte
Av/Tv-selectie
Verander de methode voor het instellen van het flexibele programma, sluitertijd
of diafragmawaarde als de opnamestand is ingesteld op j, k, l, m of M.
Bestandsnummering terugzetten
Als Ja wordt geselecteerd, wordt de toekenning van volgnummers gereset
(E114). Na een reset wordt een nieuwe map aangemaakt en krijgt de
volgende foto die wordt gemaakt het nummer "0001" toegewezen.
B Opmerkingen over bestandsnummering terugzetten
Best.nr. terugzetten kan niet worden toegepast als het nummer van de map 999
heeft bereikt en zich foto's in de map bevinden. Plaats een nieuwe geheugenkaart of
formatteer de geheugenkaart (E106).
C Mappen voor het opslaan van bestanden
Foto's en films die met deze camera gemaakt of opgenomen zijn, worden in mappen
van de geheugenkaart opgeslagen.
Er worden oplopende volgnummers aan mapnamen toegevoegd, beginnend met "100"
en eindigend met "999" (de mapnamen worden niet op de camera weergegeven).
Er wordt een nieuwe map aangemaakt in de volgende situaties:
- Wanneer het aantal bestanden in een map 200 bereikt
- Wanneer een bestand in een map het nummer "9999" heeft gekregen
-Wanneer Best.nr. terugzetten wordt uitgevoerd
Elke keer dat een reeks foto's wordt gemaakt met intervalopname en de foto's in
die map worden opgeslagen met bestandsnummers beginnend bij "0001", wordt
een nieuwe map aangemaakt.
Druk op de d knop M z menupictogram M Av/Tv-selectie M k knop
Optie Beschrijving
Wijzig selectie niet
(standaardinstelling)
Gebruik de instelschijf om het flexibele programma of
sluitertijd in te stellen, en de multi-selector om de
diafragmawaarde in te stellen.
Selectie wijzigen
Gebruik de multi-selector om het flexibele programma
of sluitertijd in te stellen, en de instelschijf om de
diafragmawaarde in te stellen.
Druk op de d knop M z menupictogram M Best.nr. terugzetten M
k knop
E109
Referentiegedeelte
Peaking
Standaardwaarden
Als Standaard geselecteerd wordt, worden de camera-instellingen gereset
naar de standaardwaarden.
Sommige instellingen, zoals Tijdzone en datum of Taal/Language,
worden niet gereset.
User settings (Gebruikersinstellingen) die in M van de keuzeknop zijn
opgeslagen, worden niet gereset. Om deze instellingen te resetten, gebruikt
u Herstel user settings (A35).
C Bestandnummer resetten
Om het bestandnummer naar "0001" te resetten, wist u alle foto's die op de
geheugenkaart zijn opgeslagen voordat u Standaardwaarden selecteert. Best.nr.
terugzetten kan ook gebruikt worden om naar "0001" te resetten (E108).
Firmware-versie
Weergeven van de huidige firmware-versie van de camera.
Druk op de d knop M z menupictogram M Peaking M k knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Wanneer E (handmatige scherpstelling) wordt bediend,
wordt de scherpstelling ondersteund door de velden van
het beeld waarop is scherpgesteld op de monitor wit te
markeren (A42, 43).
Uit Pieken is uitgeschakeld.
Druk op de d knop M z menupictogram M Standaardwaarden M
k knop
Druk op de d knop M z menupictogram M Firmware-versie M k knop
E110
Referentiegedeelte
Raadpleeg de onderstaande tabel als een foutmelding wordt weergegeven.
Foutmeldingen
Weergave Oorzaak/Oplossing A
De batterijtemperatuur
is te hoog. De camera
wordt uitgeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit. Wacht tot
de batterij is afgekoeld voordat de camera
opnieuw wordt gebruikt.
De camera schakelt
uit om oververhitting
te voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De beveiligingsschakelaar is "vergrendeld".
De beveiligingsschakelaar is "vergrendeld". Schuif
de beveiligingsschakelaar in de "schrijfstand".
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er is een fout opgetreden bij het verkrijgen van
toegang tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
10,
F20
Deze geheugenkaart
kan niet gelezen
worden.
Ongeformatteerde
kaart. Kaart
formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd voor
gebruik in de camera.
Bij formatteren worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Als u kopieën van foto's
wilt bewaren, zorg dan dat u Nee selecteert en
sla de kopieën op een computer of ander
medium op voordat u de geheugenkaart gaat
formatteren. Selecteer Ja en druk op de k knop
om de geheugenkaart te formatteren.
10, F5
Geen geheugen meer. Wis foto's of plaats een nieuwe geheugenkaart. 10, 23
Beeld kan niet
worden opgeslagen.
Er is een fout opgetreden bij het opslaan van de foto.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart.
10,
E106
De camera kan geen nieuwe bestandsnummers
genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart.
10,
E106
Beeld kan niet
worden gewijzigd.
Controleer of de foto's bewerkt kunnen worden.
E26,
F13
Kan film niet
opnemen.
Er is een time-out opgetreden bij het opslaan
van de film op de geheugenkaart.
Selecteer een geheugenkaart met een hogere
schrijfsnelheid.
F20
E111
Referentiegedeelte
Bestandsnummering
kan niet worden
teruggezet.
De bestandsnummering kan niet worden
teruggezet, omdat het volgnummer van een
map de bovengrens bereikt heeft.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer
de geheugenkaart.
10,
E106
Geheugen bevat
geen beelden.
Plaats een geheugenkaart met foto's erop. 10
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand werd niet met deze camera
gemaakt of bewerkt.
Het bestand kan niet op deze camera worden
bekeken.
Bekijk het bestand op een computer of op het
apparaat waarmee dit bestand is gemaakt of
bewerkt.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen foto's beschikbaar voor een
diashow, etc.
Er zijn geen foto's die op het
fotoselectiescherm kunnen worden
weergegeven om gewist te worden.
Dit beeld kan niet
gewist worden.
De foto is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
E89
Klap de flitser
omhoog.
Als de opnamestand Autom. scènekeuzekn.
is, kunt u ook een foto maken wanneer de
flitser ingeklapt is, maar de flitser werkt in dat
geval niet.
E4
Als de onderwerpstand is ingesteld op
Nachtportret of Tegenlicht met HDR
ingesteld op Uit, zet dan de flitser omhoog
om een foto te maken.
E3,
E7
Kan klok niet instellen
op basis van satelliet.
De cameraklok is niet correct ingesteld. Wijzig
de locatie of tijd en bepaal de locatie opnieuw.
Geen A-GPS-bestand
gevonden op de
kaart.
Er is geen A-GPS-bestand op de geheugenkaart
gevonden dat bijgewerkt kan worden.
Controleer het volgende:
Of de geheugenkaart is aangebracht
Of het A-GPS-bestand op de geheugenkaart
is opgeslagen
Of het A-GPS-bestand dat op de geheugenkaart
is opgeslagen recenter is dan het A-GPS-
bestand dat in de camers is opgeslagen
Of het A-GPS-bestand nog geldig is
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E112
Referentiegedeelte
Bijwerken mislukt.
Het A-GPS-bestand kan niet worden bijgewerkt.
Het A-GPS-bestand kan corrupt zijn. Download
het bestand nogmaals van de website.
E94
Kan niet opslaan op
kaart.
Er is geen geheugenkaart aangebracht.
Breng een geheugenkaart aan.
10
Het maximale aantal loggebeurtenissen dat per
dag kan worden opgeslagen is 36.
Log is niet verkregen. E43
Het maximale aantal loggebeurtenissen dat op
een geheugenkaart kan worden opgeslagen,
is 100.
Vervang de geheugenkaart door een nieuwe of
wis loggegevens die niet meer nodig zijn van de
geheugenkaart.
10,
E44
Geen toegang.
De camera kon het communicatiesignaal van
het smart-toestel niet ontvangen. Verbind de
camera en het smart-toestel draadloos.
Druk op de q knop.
Houd een NFC-compatibel smart-toestel
tegen de camera.
Selecteer Verbind. met smart app. in het
menu Wi-Fi-opties.
E45,
E91
Kan geen verbinding
maken.
De camera kon geen verbinding tot stand
brengen tijdens het ontvangen van de
communicatiesignalen van het smart-toestel.
Selecteer een ander kanaal in Kanaal onder
Opties in het menu Wi-Fi-opties en breng de
draadloze verbinding opnieuw tot stand.
E45,
E91
Wi-Fi-verbinding
beëindigd.
De Wi-Fi-verbinding wordt verbroken in de
volgende situaties:
Slechte verbinding.
Het batterijniveau is laag.
Een kabel of geheugenkaart werd
aangebracht of verwijderd.
Gebruik een volledig opgeladen batterij,
ontkoppel de tv, computer of printer en breng
de draadloze verbinding opnieuw tot stand.
E45,
E91
Objectieffout. Zet de
camera uit en weer
aan en probeer het
opnieuw.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact
op met de leverancier of met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
F7
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de
communicatie met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel
opnieuw aan.
E49
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E113
Referentiegedeelte
* Raadpleeg de documentatie van uw printer voor meer instructies en informatie.
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne
schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats
deze weer terug en zet de camera aan. Als de
fout zich blijft voordoen, neemt u contact op
met de leverancier of met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
F7
Printerfout: controleer
printerstatus
Los het probleem op, selecteer Hervatten en
druk op de k knop om het printen te
hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Plaats het gespecificeerde papierformaat,
selecteer Hervatten en druk op de k knop om
het printen te hervatten.*
Printerfout:
papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer
Hervatten en druk op k om het printen te
hervatten.*
Printerfout: geen
papier.
Plaats het gespecificeerde papierformaat,
selecteer Hervatten en druk op de k knop om
het printen te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt.
Er is een probleem met de inkt van de printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk
op de k knop om het printen te hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Controleer de inktcartridge, selecteer Hervatten
en druk op de k knop om het printen te
hervatten.*
Printerfout:
beschadigd bestand.
Er is een probleem met het te printen
beeldbestand.
Selecteer Annuleren en druk op de k knop
om het printen te annuleren.
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E114
Referentiegedeelte
De namen van foto's of films zijn op de volgende manier opgebouwd.
C Op geheugenkaarten opgeslagen loggegevens
De loggegevens worden opgeslagen in de map "NCFL".
De bestandsnamen bestaan uit "N", "datum (laatste twee cijfers van het jaar, en
de maand en datum in het formaat JJMMDD)", "identificatienummer (0 tot 9 of
A tot Z)" en "extensie (.log)".
Voorbeeld: het eerste locatiegegevenslog dat op 15 november 2015 is
opgenomen, is N1511150.log
Er kunnen maximaal 36 bestanden per dag worden opgenomen en maximaal
100 op een geheugenkaart.
Bestandsnamen
(1) Identificatie
NIet weergegeven op het scherm van de camera.
DSCN: Originele foto's, films, foto's gemaakt met de
filmbewerkingsfunctie
SSCN: Kleine kopieën
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Foto's gemaakt met een andere
fotobewerkingsfunctie dan uitsnede en kleine afbeelding,
films gemaakt met de filmbewerkingsfunctie.
(2) Bestands-
nummer
Wordt toegewezen in oplopende volgorde, van "0001" tot
"9999".
Elke keer dat een reeks foto's wordt gemaakt met
intervalopname en de foto's in die map worden
opgeslagen met bestandsnummers beginnend bij "0001",
wordt een nieuwe map aangemaakt.
(3) Extensie
Duidt het bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MOV: Films
Bestandsnaam: DSCN0001.JPG
(1) (2) (3)
E115
Referentiegedeelte
De beschikbaarheid kan per land of regio verschillen.
Zie onze website of brochures voor de meest recente informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
Batterijlader MH-67P
Een volledige lege batterij wordt opgeladen in circa 3 uur
en 20 minuten.
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-67A
(aansluiten als weergegeven)
Voordat het deksel van het batterijvak/de kaartgleuf wordt
gesloten, moet het snoer van de voedingsaansluiting
volledig in de gleuf in het batterijvak worden gestoken. Als
een deel van het snoer niet in de gleuven zit, kunnen het
deksel en/of snoer beschadigd raken als het deksel wordt
gesloten.
Handriem Handriem AH-CP1
E116
Referentiegedeelte
Voor opname
Basisfuncties van de bedieningsknoppen
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
Keuzeknop
De opnamestand wijzigen. 24
Zoomknop
Naar g (i) (telestand) bewegen om dichter
op het onderwerp in te zoomen en naar
f (h) (groothoekstand) bewegen om uit
te zoomen en een groter deel van het beeld
te bekijken.
20
Terugkeerzoomknop
De beeldhoek tijdelijk verbreden. 21
Zijzoomknop
Gebruik de functie die is toegewezen in
Zijzoomknop toewijzen.
Zoom: Naar g (telestand) bewegen om
dichter op het onderwerp in te zoomen en
naar f (groothoekstand) bewegen om uit
te zoomen en een groter deel van het beeld
te bekijken.
Handmatige scherpstelling: Als de scherp-
stelstand is ingesteld op
E
(handmatige
scherpstelling), pas dan de scherpstelling aan.
20, 57
41, 42
Multi-selector
Bij weergave van het opnamescherm:
De volgende instelschermen weergeven
door te drukken op:
- Omhoog (H): m (flitsstand)
-Links (
J
):
n
(zelfontspanner/glimlachtimer)
- Omlaag (I): p (scherpstelstand)
-Rechts (K): o (belichtingscompensatie)
25
In opnamestand l of m:
Draai de multi-selector om de
diafragmawaarde in te stellen.
30, 32
Bij weergave van het instelscherm:
Een optie selecteren met HIJK of door
de multi-selector te verdraaien; de selectie
toepassen door op de k knop te drukken.
50
E117
Referentiegedeelte
Hoofdinstelschijf
In opnamestand
j:
Het flexibele programma instellen.
30, 32
In opnamestand
k of m:
De sluitertijd instellen.
30, 32
d (menu) knop
Het menu weergeven en verbergen.
49, 51,
54, 55,
57
Ontspanknop
Half ingedrukt (d.w.z. stoppen met indrukken
zodra u weerstand voelt): Scherpstelling en
belichting instellen.
Helemaal ingedrukt (d.w.z. de knop volledig
omlaag duwen): Ontspanknop indrukken.
17, 21
b (e filmopname) knop
Filmopname starten en stoppen. E32
w (functie) knop
Als de opnamestand j, k, l, m of M wordt
gebruikt:
Instelmenu's zoals Continu of
Vibratiereductie weergeven of sluiten.
45
x (monitor) knop
Schakelen tussen monitor en zoeker. 19
s (display) knop
De informatie omschakelen die op de
monitor wordt weergegeven.
3
q (Wi-Fi) knop
De Wi-Fi-functie op het smart-toestel
aanzetten en de camera en een smart-toestel
verbinden.
60,
E45
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
E118
Referentiegedeelte
Voor weergave
c (weergave) knop
Foto's weergeven. 22
l (wissen) knop
De laatst opgeslagen foto wissen. 23
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
c (weergave) knop
Als de camera uit staat, moet u deze knop
ingedrukt houden om de camera in de
weergavestand te zetten.
22
Terug naar de opnamestand. 22
Zoomknop
Bewegen naar g (i) om op het beeld in
te zoomen en bewegen naar f (h) om
de foto's als miniaturen of de kalender
weer te geven.
E23,
E24
Het volume voor het afspelen van films
instellen.
E36
Multi-selector
Bij weergave van het weergavescherm:
Weergegeven foto wijzigen door omhoog
(
H), links (J), omlaag (I) of rechts (K) te
drukken, of door de multi-selector te
draaien.
22
Bij weergave van het instelscherm:
Een optie selecteren met HIJK of
door de multi-selector te draaien.
50
Bij weergave van een vergrote foto:
Het weergegeven gebied verplaatsen.
E23
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
E119
Referentiegedeelte
k (selectie toepassen)
knop
Afzonderlijke foto's van een reeks
schermvullend weergeven.
56,
E25
Een foto gemaakt met Eenvoudig
panorama scrollen.
E12
Films afspelen. E32
Overschakelen van miniatuurweergave of
ingezoomde weergave naar
schermvullende weergave.
E23,
E24
Bij weergave van het instelscherm, de
selectie toepassen.
50
Hoofdinstelschijf
De vergroting van een vergrote foto
veranderen.
E23
d (menu) knop
Het menu weergeven en verbergen. 49, 55
l (wissen) knop
Foto's verwijderen. 23
x (monitor) knop
Schakelen tussen monitor en zoeker. 19
s (display) knop
De informatie omschakelen die op de
monitor wordt weergegeven.
3
q (Wi-Fi) knop
De Wi-Fi-functie op het smart-toestel
aanzetten en de camera en een smart-
toestel verbinden.
60,
E45
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
E120
Referentiegedeelte
Ontspanknop
Terug naar de opnamestand.
b (e filmopname) knop
Bedieningsknop Hoofdfunctie A
F1
Verzorgen van het product.............................F2
De camera ...............................................................................................F2
De batterij ...............................................................................................F3
De lichtnetlaadadapter ......................................................................F4
Geheugenkaarten ................................................................................F5
Reinigen en opslag ..........................................F6
Reinigen...................................................................................................F6
Opslag.......................................................................................................F6
Problemen oplossen .......................................F7
Specificaties ...................................................F16
Goedgekeurde geheugenkaarten............................................... F20
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR
LOCATIENAAMGEGEVENS ............................F22
Index...............................................................F28
Technische
opmerkingen
en index
F2
Technische opmerkingen en index
Neem naast de waarschuwingen in "Voor uw veiligheid" (Avi-viii) ook de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u het apparaat gebruikt of
opbergt.
De camera
Stel de camera niet bloot aan sterke schokken
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect
raken. Oefen daarnaast geen kracht uit op het objectief of de objectiefbescherming.
Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan vocht wordt blootgesteld,
raakt deze beschadigd.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een
koude dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de
camera veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in
een plastic tas te doen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen
blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een
sterke elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Gebeurt dit
wel, dan kan dit gegevensverlies of een functiestoring van de camera tot gevolg
hebben.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een
sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke
lichtbron wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Door intens licht kan de
kwaliteit van de beeldsensor afnemen of een witte waas op de foto's ontstaan.
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert, de
lichtnetadapter loskoppelt of de geheugenkaart verwijdert
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
Verzorgen van het product
F3
Technische opmerkingen en index
Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99% van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01%
ontbreekt of is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die
altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit is geen
defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk op de monitor uit, want dit kan beschadiging of een functiestoring
van de camera tot gevolg hebben. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop
te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te voorkomen dat de
vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
De batterij
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Neem in acht dat de batterij na gebruik heet kan zijn.
Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0°C of hoger
dan 40°C, want dit kan beschadiging of een functiestoring tot gevolg hebben.
Wanneer u afwijkingen, zoals overmatige hitte, rook of een ongebruikelijke geur
vanaf de batterij opmerkt, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de batterij
en neem contact op met uw leverancier of met een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Nadat u de batterij uit de camera of optionele batterijlader verwijdert heeft, dient u
de batterij ter bescherming in een plastic tas etc. te doen.
De batterij opladen
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de batterij
zo nodig op.
Laad de batterij voor gebruik binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur
tussen 5°C en 35°C.
Een hoge temperatuur van de batterij kan ertoe leiden dat de batterij niet goed of
niet helemaal wordt opgeladen en de prestaties ervan negatief worden beïnvloed.
Neem in acht dat de batterij na gebruik heet kan zijn; wacht tot de batterij
afgekoeld is voordat deze opgeladen wordt.
Wanneer de batterij die in deze camera is geplaatst wordt geladen met behulp van
de lichtnetlaadadapter of een computer, wordt de batterij niet geladen bij
batterijtemperaturen lager dan 0°C of hoger dan 50°C.
Verwijder de batterij uit de lader zodra ze volledig is opgeladen. Doet u dat niet,
dan is dat nadelig voor de prestaties van de batterij.
De temperatuur van de accu kan tijdens het opladen toenemen. Dit is echter geen
functiestoring.
Reservebatterijen bij de hand houden
Neem waar mogelijk volledig geladen reservebatterijen mee wanneer u foto's wilt
maken van belangrijke gebeurtenissen.
F4
Technische opmerkingen en index
Gebruik van de batterij bij koud weer
Bij koud weer neemt de batterijcapaciteit gewoonlijk af. Als een lege batterij bij lage
temperatuur wordt gebruikt, schakelt de camera niet in. Houd reservebatterijen bij
de hand op een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer
op temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de lading terugkrijgen.
Aansluitingen van de batterij
Vuil op de aansluitingen van de batterij kan voorkomen dat de camera werkt. Als de
aansluitingen van de batterij vuil zijn, veeg deze dan voor gebruik met een schone,
droge schoon.
Een lege batterij opladen
Als u de camera aan- of uitzet terwijl de batterij leeg is, kan dit de gebruiksduur van
de batterij verkorten. Laad de batterij voor gebruik op.
De batterij opbergen
Verwijder altijd de batterij uit de camera of de optionele batterijlader als het
apparaat niet wordt gebruikt. Zelfs als het apparaat niet wordt gebruikt, worden er
geringe hoeveelheden stroom van de batterij verbruikt. Dit kan ertoe leiden dat de
batterij zover leeg raakt dat deze niet meer kan worden gebruikt.
Laad de batterij tenminste eenmaal per zes maanden op en maak de batterij
volledig leeg voordat u deze weer opbergt.
Stop de batterij ter bescherming in een plastic tas en bewaar deze op een
koele plek. De batterij moet worden bewaard op een droge plek met een
omgevingstemperatuur van 15°C tot 25°C. Bewaar de batterij niet op hete of
extreem koude plekken.
Gebruiksduur batterij
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk
afneemt bij gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet worden
vervangen. Koop een nieuwe batterij.
Gebruikte batterijen recyclen
Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte batterijen
bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke
voorschriften voor klein chemisch afval.
De lichtnetlaadadapter
De lichtnetlaadadapter EH-71P is enkel bedoeld voor gebruik met compatibele
toestellen. Gebruik hem niet met een apparaat van een ander merk of model.
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de
UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
F5
Technische opmerkingen en index
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-71P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-
lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Als u deze waarschuwing
niet in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
De EH-71P is compatibel met stopcontacten voor 100 V-240 V AC, 50/60 Hz.
Bij gebruik in andere landen dient u eventueel een stekkeradapter (in de handel
verkrijgbaar) te gebruiken. Neem voor meer informatie over stekkeradapters
contact op met uw reisbureau.
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie "Goedgekeurde
geheugenkaarten" (F20) voor aanbevolen geheugenkaarten.
Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de bij uw
geheugenkaart geleverde documentatie.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een
ander apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren.
Het is aan te bevelen nieuwe geheugenkaarten met deze camera te formatteren
voor u ze met deze camera gebruikt.
Let op: tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle
beelden en andere gegevens op de geheugenkaart permanent
verwijderd. Maak kopieën van foto's die u wilt bewaren voordat u de
geheugenkaart gaat formatteren.
Als het bericht Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld, moet u de geheugenkaart
formatteren. Selecteer Nee als er gegevens zijn die u niet wilt wissen. Kopieer de
gewenste gegevens naar een computer, etc. Selecteer Ja als u de geheugenkaart
wilt formateren. Het bevestigingsvenster wordt weergegeven. Druk op de k knop
om met formatteren te beginnen.
Voer bij het formatteren het volgende niet uit tijdens de overdracht van gegevens
of terwijl er gegevens naar de geheugenkaart worden geschreven of hiervan
worden gewist. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen wordt, kan dit
gegevensverlies of beschadiging van de camera of de geheugenkaart tot gevolg
hebben.
- Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf om de batterij of
geheugenkaart te verwijderen/plaatsen.
-Zet de camera uit.
- Ontkoppel de lichtnetadapter.
F6
Technische opmerkingen en index
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt.
Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te
voorkomen.
Schakel de camera in en druk een aantal malen op de ontspanknop alvorens de
camera weer op te bergen. Bewaar de camera niet op een van de volgende
plaatsen:
Plaatsen die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid hoger is
dan 60%
Waar het warmer wordt dan 50°C of kouder dan –10°C
In de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden
genereren, zoals televisie- of radiotoestellen
Om de batterij op te bergen, houdt u rekening met de voorzorgsmaatregelen
in "De batterij" (F3) in "Verzorgen van het product" (F2).
Reinigen en opslag
Objectief/
zoeker
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of
pluisjes met een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een
spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en
ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd,
kunt u met een zachte doek van het objectief vegen, waarbij u een
ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden van het objectief
naar de randen toe. Als u het objectief op deze manier niet kunt
reinigen, veegt u het objectief schoon met een doek die licht is
bevochtigd met objectiefreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken van de monitor met een zachte,
droge doek, waarbij u erop let dat u geen druk op de monitor
uitoefent.
Camera-
body
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg
de camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na
gebruik van de camera aan het strand of in een andere zanderige of
stoffige omgeving dient u zand, stof of zout te verwijderen met een
droge doek die licht is bevochtigd met water. Droog de camera
daarna grondig af. Let erop dat vuil of stof in de camera schade
kan veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
F7
Technische opmerkingen en index
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst het volgende
overzicht met de meest voorkomende problemen voordat u zich tot de
leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt.
Problemen met voeding, monitor, instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
De camera is
ingeschakeld,
maar reageert
niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de
camera uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de
batterij of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter
dan los en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die
op dat moment worden opgenomen verloren zullen
gaan, gegevens die al werden geregistreerd niet
beïnvloed zullen worden door het verwijderen of
loskoppelen van de stroombron.
De camera kan
niet worden
aangezet.
De batterij is leeg.
10, 11,
F3
De camera gaat
zonder
waarschuwing
uit.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen (functie Automatisch uit).
18
De camera en batterij werken mogelijk niet goed bij
lage temperaturen.
F3
De binnenkant van de camera is te warm geworden.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant
van de camera is afgekoeld en probeer de camera
dan weer in te schakelen.
De monitor of
zoeker geeft
niets weer.
De camera staat uit.
14
De batterij is leeg. 16
De camera wordt automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen (functie Automatisch uit).
18
De monitor en zoeker kunnen niet tegelijkertijd
worden ingeschakeld. Het kan enige tijd duren om te
schakelen tussen de monitor en zoeker.
De camera is aangesloten op een tv of computer.
Intervalopnamen of intervalfilm aan het maken. E13,
E68
De camera en het smart-toestel zijn verbonden via
een Wi-Fi-verbinding en de camera wordt bediend
via de afstandsbediening.
F8
Technische opmerkingen en index
De camera
wordt warm.
Het is mogelijk dat de camera warm wordt bij het
langdurig opnemen van films of bij gebruik van de
camera in een warme omgeving; dit is geen storing.
De geplaatste
batterij kan
niet worden
opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
11
Als de camera op een computer is aangesloten, is het
mogelijk dat de camera niet oplaadt om een van de
onderstaande redenen.
- Uit is ingesteld voor Opladen via computer in het
setup-menu.
49, 58
- Het opladen van de batterij stopt als de camera
wordt uitgeschakeld.
- Het opladen van de batterij is niet mogelijk als de
taal, datum en tijd van de camera niet zijn ingesteld,
of als de datum en tijd zijn gereset door een lege
batterij van de cameraklok. Gebruik de
lichtnetlaadadapter om de batterij op te laden.
14, 15
- Het opladen van de batterij kan stoppen als de
slaapstand van de computer ingeschakeld wordt.
- Afhankelijk van de specificaties, instellingen en
status van de computer kan de batterij mogelijk
niet worden opgeladen.
De monitor is
niet goed af te
lezen.
Het omgevingslicht is te fel. Ga naar een plek die
donkerder is of gebruik de zoeker.
19
Pas de helderheid van de monitor aan. 49, 57
De monitor is vies. Reinig de monitor.
F6
Het beeld in de
zoeker is moeilijk
te zien.
Pas de zoeker aan met de dioptrieregelaar. 19
O knippert op
het scherm.
Als de klok van de camera niet is ingesteld, knippert
O op het opnamescherm en worden foto's en films
die worden opgeslagen voordat de klok wordt
ingesteld respectievelijk van de datum "00/00/0000
00:00" en "01/01/2015 00:00" voorzien. Stel de
correcte tijd en datum voor Tijdzone en datum in
het setup-menu in.
5, 57
Datum en tijd
van de opname
zijn onjuist.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als gebruikelijke
horloges of klokken. Vergelijk de tijd van de
cameraklok regelmatig met die van een
nauwkeuriger uurwerk en pas de tijd zo nodig aan.
Er wordt geen
informatie op
de monitor
weergegeven.
De opname- en foto-informatie kunnen verborgen zijn.
Druk op de s knop tot de informatie wordt
weergegeven.
3
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F9
Technische opmerkingen en index
Opnameproblemen
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum zijn niet ingesteld in het setup-
menu.
49, 57
Datum wordt
niet op foto's
weergegeven,
zelfs wanneer
Datumstempel
ingeschakeld is.
De huidige opnamestand ondersteunt geen
Datumstempel.
49, 57
Er is een functie ingesteld die voor een beperking
van de functie datumstempel zorgt.
46
De datum kan niet op films worden weergegeven.
Het instelscherm
voor de datum
en tijd wordt
weergegeven als
de camera wordt
ingeschakeld.
De klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn
hersteld.
15,
F8
De standaard-
waarden zijn
hersteld.
Best.nr.
terugzetten
kan niet worden
uitgevoerd.
Ondanks dat er een nieuwe map op de geheugenkaart
wordt aangemaakt door het resetten van bestandnummer,
etc., is resetten niet mogelijk als het volgnummer van een
mapnaam (die niet op de camera wordt weergegeven) de
bovengrens bereikt ("999"). Vervang de geheugenkaart of
formatteer de geheugenkaart.
49, 58,
E108
De camera
maakt geluid.
Als de Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-AF
of bij bepaalde opnamestanden kan de camera een
scherpstelgeluid produceren.
24, 49,
52, 54
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Kan niet naar de
opnamestand
schakelen.
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
61
Kan geen foto's
of filmopnames
maken.
Als de camera in de weergavestand staat, drukt u op
de c knop, de ontspanknop of de b (e) knop.
1, 22
Als menu's worden weergegeven, drukt u op
d
knop.
50
Als de onderwerpstand is ingesteld op Nachtportret
of Teg enlic ht met HDR ingesteld op Uit, zet dan de
flitser omhoog.
18,
E3,
E7
q knippert terwijl de flitser geladen wordt. 36
De batterij is leeg.
Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte.
10, 11,
F3
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F10
Technische opmerkingen en index
De camera
kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp is te dicht bij. Probeer te fotograferen
met de onderwerpstand Autom. scènekeuzekn. of
Close-up of de scherpstelstand macro-close-up.
24, 25,
40,
E4,
E5
Incorrecte instelling scherpstelstand. Controleer of
wijzig de instelling.
40, 41
Er kan moeilijk op het onderwerp worden scherpgesteld.
E20
Stel
AF-hulplicht
in het setup-menu in op
Automatisch
.
49, 57
Het onderwerp bevindt zich niet binnen het
scherpstelveld op het moment dat de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
17, 49,
52
De scherpstelstand is ingesteld op E (handmatige
scherpstelling).
40, 42
Zet de camera uit en weer aan.
Gekleurde
strepen
verschijnen op
de monitor bij
het fotograferen.
Gekleurde strepen kunnen verschijnen wanneer
onderwerpen worden gefotografeerd met herhalende
patronen (zoals zonneschermen); dit is geen storing.
De gekleurde strepen zijn niet te zien op gemaakte
foto's of opgenomen films. Echter, bij gebruik van de
standen Continu H: 120 bps of HS 480/ kunnen de
gekleurde strepen wel te zien zijn op de gemaakte foto's
of opgenomen films.
De foto's zijn
wazig.
Gebruik de flitser.
18, 36
Schakel vibratiereductie in. 49, 57
Gebruik D (Best Shot Selector) van Continu. 49, 52,
E6
Gebruik een statief om de camera stevig neer te
zetten (hierbij tegelijkertijd de zelfontspanner
gebruiken is nog effectiever).
38
Foto's die met
flitslicht zijn
gemaakt
bevatten heldere
vlekken.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Duw de flitser omlaag en stel de flitsstand in op W (uit).
36
Flitser treedt niet
in werking.
Er is een opnamestand geselecteerd waarbij de flitser
niet in werking kan treden.
E15
Er is een functie ingesteld die voor een beperking van
de flitser zorgt.
46
De digitale zoom
kan niet gebruikt
worden.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het setup-menu.
49, 57
Digitale zoom kan niet in bepaalde opnamestanden
gebruikt worden of bij het gebruik van bepaalde
instellingen in andere functies.
48, 57
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F11
Technische opmerkingen en index
Beeldformaat
niet beschikbaar.
Er is een functie ingesteld die voor een beperking van
de optie Beeldformaat zorgt.
46
Wanneer de onderwerpstand is ingesteld op
Eenvoudig
panorama
, dan is het beeldformaat vast ingesteld.
E10
Geen geluid
wanneer de
sluiter ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het setup-menu. Bij sommige
opnamestanden en instellingen is geen geluid
hoorbaar, zelfs wanneer Aan geselecteerd is.
46, 49,
57
AF-
hulpverlichting
licht niet op.
Uit is ingesteld voor de optie AF-hulplicht in het
setup-menu. De AF-hulpverlichting licht mogelijk niet
op afhankelijk van het scherpstelveld of de
geselecteerde onderwerpstand, zelfs wanneer
Automatisch geselecteerd is.
49, 57
Er lijken vegen
op de foto's te
zitten.
Het objectief is vies. Reinig het objectief. F6
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of kleurtoon is niet correct afgesteld.
49, 51,
E6
Er verschijnen
willekeurige
heldere pixels
("ruis") in de foto.
Het onderwerp is donker, de sluitertijd is te kort of de ISO-
waarde is te hoog. Ruis kan verminderd worden door:
De flitser te gebruiken 18, 36
Een lagere ISO-waarde in te stellen
49, 52
Er verschijne
heldere stippen
in de foto
Wanneer foto's met een lange sluitertijd worden
gemaakt in de stand meervoduige belichting hen
shooting at a slow shutter speed in multiple exposure
mode, kan er ruis (heldere stippen) in de opgeslagen
foto's verschijnen.
Foto's zijn te
donker
(onderbelicht).
Het flitsvenster is afgedekt.
16
Het onderwerp is buiten het bereik van de flitser. F17
Pas de belichtingscompensatie aan. 44
Verhoog de ISO-waarde. 49, 52
Het onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht.
Activeer de flitser of stel de onderwerpstand in op
Teg enlicht met HDR ingesteld op Uit.
18,
E7
Foto's zijn te licht
(overbelicht).
Pas de belichtingscompensatie aan. 44
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F12
Technische opmerkingen en index
Onverwachte
resultaten als de
flitser is ingesteld
op V
(automatisch
met rode-
ogenreductie).
Gebruik een andere onderwerpstand dan
Nachtportret en verander de flitsstand naar een
andere instelling dan V (automatisch met rode-
ogenreductie/rode-ogenreductie) en probeer opnieuw
een foto te maken.
36,
E15
Huidtinten
worden niet
verzacht.
Onder bepaalde opname-omstandigheden worden
huidtinten van het gezicht mogelijk niet verzacht.
E20
Voor foto's met 4 of meer gezichten, probeer Huid
verzachten in het weergavemenu.
49, 55
Het opslaan van
foto's kost tijd.
Het kan zelfs langer duren om foto's op te slaan onder
de volgende omstandigheden:
Als de geluidsreductiefunctie geactiveerd is
Als de flitsstand is ingesteld op V (automatisch met
rode-ogenreductie/rode-ogenreductie)
37
Als foto's worden gemaakt in de volgende
onderwerpstanden.
- Uit de hand in Nachtlandschap E3
- Ruisond. serieopname in Landschap of
Close-up
E4,
E5
- Tegenlicht (als HDR is ingesteld op Aan) E7
- Eenvoudig panorama E10
•Continu in het opnamemenu is ingesteld op
Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps
49, 52
Als de glimlachtimer wordt gebruikt tijdens de opname 39
Als actieve D-Lighting wordt gebruikt tijdens de opname
49, 52
Als meervoudige belichting wordt gebruikt tijdens de
opname
49, 53
Er verschijnt een
ringvormige
strook of
regenboog-
kleurige streep
op de monitor of
foto's.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer
een opname wordt gemaakt met een extreem heldere
lichtbron (zoals de zon) in beeld, is het mogelijk dat een
ringvormige strook of regenboogkleurige strepen
(beeldschaduwen) in het beeld verschijnen.
Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze
buiten beeld valt en probeer nogmaals om de opname
te maken.
Er kan geen
instelling
geselecteerd
worden/
Geselecteerde
instelling is
uitgeschakeld.
Bepaalde menu-opties zijn niet beschikbaar afhankelijk
van de opnamestand. Menu-opties die niet geselecteerd
kunnen worden, worden grijs weergegeven.
49
Er is een functie ingesteld die voor een beperking van
de geselecteerde functie zorgt.
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F13
Technische opmerkingen en index
Weergaveproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen foto's weergeven
die met een digitale camera van een ander merk of
model zijn gemaakt.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens
weergeven die op een computer bewerkt zijn.
Bestanden kunnen niet worden weergegeven tijdens
intervalopname.
49, 52
Kan niet op
beeld inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op foto's
die met een digitale camera van een ander merk of
model zijn gemaakt.
Als ingezoomd wordt op een klein beeldformaat, kan
de zoomfactor die op het scherm wordt weergegeven
van de daadwerkelijke zoomfactor van het beeld.
Foto kan niet
worden
bewerkt.
Sommige foto's kunnen niet worden bewerkt. Foto's
die reeds bewerkt zijn, kunnen mogelijk niet
opnieuw bewerkt worden.
Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart.
Deze camera kan geen foto's bewerken die met
andere camera's zijn gemaakt.
De bewerkingsfuncties die voor foto's worden
gebruikt, zijn niet beschikbaar voor films.
E12,
E26
Foto kan niet
worden gedraaid.
Deze camera kan geen foto's draaien die met een digitale
camera van een ander merk of model zijn gemaakt.
Foto's worden
niet op tv
weergegeven.
De camera is op een computer of printer aangesloten.
De geheugenkaart bevat geen foto's.
Nikon Transfer 2
wordt niet
gestart wanneer
de camera
wordt
aangesloten op
een computer.
De camera staat uit.
De batterij is leeg. 49, 58,
61
De USB-kabel is niet correct aangesloten. 61,
E53
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet zodanig ingesteld dat Nikon Transfer 2
automatisch wordt gestart. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de help in ViewNX 2.
F14
Technische opmerkingen en index
Locatiegegevensfuncties
Het PictBridge
scherm wordt niet
weergegeven
wanneer de
camera op
een printer
aangesloten is.
Bij sommige PictBridge-compatibele printers wordt het
PictBridge opstartscherm mogelijk niet weergegeven
en kunnen foto's mogelijk niet afgedrukt worden indien
Automatisch is ingesteld als Opladen via computer
in het setup-menu. Stel Opladen via computer in op
Uit en sluit de camera weer op de printer aan.
49, 58
De te printen
foto's worden niet
weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen foto's.
Kan het
papierformaat
niet selecteren
in de camera.
Papierformaat kan niet worden gekozen vanuit de
camera in de volgende gevallen, zelfs niet bij printen
met een PictBridge-compatibele printer. Selecteer het
papierformaat met de printer.
De via de camera gespecificeerde papierformaten
worden niet door de printer ondersteund.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
De locatie kan
niet worden
vastgesteld of
het vaststellen
van de locatie
neemt tijd in
beslag.
Onder sommige omstandigheden kan de camera de
locatie mogelijk niet vaststellen. Om gebruik te maken
van de locatiegegevensfuncties dient u de camera zo
veel mogelijk in de open lucht te bedienen.
Wanneer de positie voor het eerst wordt bepaald of
wanneer de positie ongeveer twee uur niet kon
worden bepaald, kan het enkele minuten duren om
de locatiegegevens te verkrijgen.
E40
E40
Locatiegegevens
kunnen niet op
gemaakte
opgenomen
worden.
Als z of y op het opnamescherm wordt
weergegeven, worden de locatiegegevens niet
opgenomen. Controleer voor het fotograferen de
locatiegegevensontvangst.
59
Verschil tussen
de actuele
opnamelocatie en
de opgenomen
locatiegegevens.
De verkregen locatiegegevens kunnen onder sommige
omstandigheden afwijken. Bij een aanzienlijk verschil in
de signalen vanaf de satellieten voor positiebepaling
kan er een afwijking van enkele honderden meters
ontstaan.
E40
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F15
Technische opmerkingen en index
De opgenomen
locatienaam
verschilt van de
gewenste naam
of wordt niet
weergegeven.
De gewenste naam van het herkenningspunt wordt
mogelijk niet geregistreerd of er wordt mogelijk een
andere herkenningspuntnaam geregistreerd.
Het A-GPS-
bestand kan
niet worden
bijgewerkt.
Controleer het volgende.
- Of de geheugenkaart is aangebracht
- Of het A-GPS-bestand op de geheugenkaart is
opgeslagen
- Of het A-GPS-bestand dat op de geheugenkaart is
opgeslagen recenter is dan het A-GPS-bestand dat
in de camers is opgeslagen
- Of het A-GPS-bestand nog geldig is
Het A-GPS-bestand kan corrupt zijn. Download het
bestand nogmaals van de website.
E94
Log aanmaken
in het
optiesmenu
locatiegegevens
kan niet
geselecteerd
worden.
Klok niet ingesteld.
Wijzig de datum en tijd.
49, 57
Log starten
kan niet
geselecteerd
worden.
Locatiegegevens opnemen in het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Uit.
De camera neemt loggegevens op. Om een nieuw
log op te nemen, selecteert u Log beëindigen en
beëindigt u het log dat momenteel wordt
opgenomen.
E39
49,
E44
Loggegevens
kunnen niet
worden
opgeslagen.
Controleer of er een geheugenkaart in de camera is
aangebracht.
Er kunnen per dag maximaal 36 loggebeurtenissen
worden opgenomen
Log is niet verkregen.
Het totaal aantal loggebeurtenissen die op een
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen is
maximaal 100. Wis loggegevens die niet meer
nodig zijn van de geheugenkaart of vervang de
geheugenkaart door een nieuwe.
E43
49,
E44
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F16
Technische opmerkingen en index
Nikon COOLPIX P610 Digitale camera
Specificaties
Type Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
16,0 miljoen (door beeldverwerking kan het aantal
effectieve pixels afnemen)
Beeldsensor 1/2,3-inch CMOS; circa 16,76 miljoen pixels
Objectief NIKKOR-objectief met 60× optische zoom
Brandpuntsafstand
4,3-258 mm (beeldhoek equivalent aan die van een
24-1440 mm objectief bij kleinbeeldformaat [135])
f/-waarde f/3.3–6.5
Opbouw
16 elementen in 11 groepen (4 ED objectiefelementen
en 1 super ED objectiefelement)
Vergroten met digitale
zoom
Tot 4× (beeldhoek equivalent aan die van een ong.
5760 mm objectief in kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Objectiefverschuiving (foto's)
Combinatie van objectiefverschuiving en elektronische
VR (films)
Autofocus (AF) Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[W]: Circa 50 cm –,
[T]: Circa 2,0 m –
Macro-close-upstand: Circa 1 cm –(groothoekstand)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het
voorste objectiefoppervlak)
Selectie
scherpstelveld
AF met doelopsporing, gezichtprioriteit, handmatig
(spot), handmatig (normaal), handmatig (breed),
onderwerp volgen
Zoeker
Elektronische zoeker, 0,5 cm (0,2-inch)
ca. 921.000 beeldpunten LCD met
dioptrieregelaarfunctie (–3 – +1 m
-1
)
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 100% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 100% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Monitor
7,5 cm (3-inch), circa 921.000 beeldpunten (RGBW),
TFT LCD met grote kijkhoek, anti-reflectiecoating en
helderheidsaanpassing met 6 niveaus, kantelbaar
TFT LCD
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 100% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 100% horizontaal en verticaal (vergeleken met
werkelijke beeld)
F17
Technische opmerkingen en index
Opslag
Media SD/SDHC/SDXC geheugenkaart
Bestandssysteem DCF- en Exif 2.3-compatibel
Bestandsformaten
Foto's: JPEG
Films: MOV (video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: LPCM
stereo)
Beeldformaat (pixels)
ISO-waarde
(standard
uitgangswaarde)
ISO 100–1600
ISO 3200, 6400 (beschikbaar bij gebruik van j, k, l
of m stand)
Hi 1 (equivalent aan ISO 12800) (beschikbaar in stand
Monochroom hoge ISO in stand speciale effecten)
Belichting
Lichtmetingsstand Matrixmeting, centrumgerichte meting, spotmeting
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting met
flexibel programma, sluitertijdvoorkeuze,
diafragmavoorkeuze, handmatig,
belichtingsbracketing, belichtingscompensatie
(–2,0 – +2,0 LW in stappen van 1/3 LW)
Sluiter Mechanische en CMOS elektronische sluiter
Snelheid
1/4000 *–1 s
1/4000 *–15 s (wanneer ISO-waarde vast is ingesteld
op 100 in m stand)
* Wanneer de diafragmawaarde is ingesteld op f/7.6
(groothoekstand)
Diafragma Elektronisch geregeld 6-bladig irisdiafragma
Bereik 8 stappen van 1/3 LW (W) (stand l, m)
Zelfontspanner Er kan worden gekozen tussen 10 s en 2 s
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde: Auto)
[W]: Circa 0,5–7,5 m
[T]: Circa 2,0–4,0 m
Flitserregeling TTL auto flitser met monitorvoorflitsen
Flitsbelichtings-
compensatie
In stappen van 1/3 LW in het bereik tussen2 en +2 LW
16 M 4608×3456
8 M 3264×2448
4 M 2272×1704
2 M 1600×1200
VGA 640×480
16:9 12 M 4608×2592
16:9 2 M 1920×1080
3:2 14 M 4608×3072
1:1 12 M 3456×3456
F18
Technische opmerkingen en index
Interface
USB-aansluiting
USB-microaansluiting (gebruik geen andere USB-kabel
dan de UC-E21), Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
HDMI-
uitgangsaansluiting
HDMI-microaansluiting (type D)
Draadloos LAN
Standaards IEEE 802.11b/g (standaard draadloos LAN protocol)
Bereik (zichtlijn) Circa 10 m
Bedrijfsfrequentie 2412–2462 MHz (1–11 kanalen)
Verificatie Open systeem, WPA2-PSK
Toegangsprotocollen Infrastructuur
Locatiegegevens
•GPS
Ontvangstfrequentie: 1575,42 MHz.
Geodetisch systeem: WGS 84
•GLONASS
Ontvangstfrequentie: 1598,0625 MHz–
1605,3750 MHz
Geodetisch systeem: WGS 84
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd
en Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks,
Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans,
Koreaans, Marathi, Nederlands, Noors, Oekraïens,
Perzisch, Pools, Portugees (Europees en Braziliaans),
Roemeens, Russisch, Servisch, Spaans, Tamil, Telugu,
Thai, Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds
Voedingsbronnen
Een Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL23 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-67A (afzonderlijk verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 3 u (bij gebruik van lichtnetlaadadapter EH-71P
en wanneer de batterij leeg is)
Gebruiksduur batterij
1
Foto's Circa 360 opnamen als EN-EL23 wordt gebruikt
Films opnemen
(werkelijke
gebruiksduur van
de batterij voor
opnemen)
2
Circa 1 u 30 min als EN-EL23 wordt gebruikt
Statiefaansluiting 1/4 (ISO 1222)
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 125,0 × 85,0 × 106,5 mm
(exclusief uitstekende delen)
F19
Technische opmerkingen en index
Tenzij anders wordt vermeld, wordt er bij alle getallen uitgegaan van een
camera met een volledig opgeladen batterij en een omgevingstemperatuur
van 23±3°C, zoals gespecificeerd door de CIPA (Camera and Imaging
Products Association; Vereniging voor camera- en
beeldvormingsproducten).
1
De gebruiksduur van de batterij kan afwijken afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden, zoals het opname-interval of de tijd dat menu's
en beelden worden weergegeven.
2
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter dan 4 GB of langer dan
29 minuten zijn. Als de cameratemperatuur te hoog wordt, kan de
filmopname worden beëindigd voordat de grenswaarden zijn bereikt.
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL23
Lichtnetlaadadapter EH-71P
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze
handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
Gewicht Circa 565 g (met batterij en geheugenkaart)
Bedrijfsomgeving
Temperatuur 0°C–40°C
Vochtigheid 85% of lager (niet-condenserend)
Type Oplaadbare Li-ion batterij
Nominaal vermogen DC 3,8 V, 1850 mAh
Bedrijfstemperatuur 0°C–40°C
Afmetingen (b × h × d) Circa 34,9 × 47 × 10,5 mm
Gewicht Circa 34 g
Invoer AC 100–240 V, 50/60 Hz, MAX 0.2 A
Uitvoer DC 5,0 V, 1,0 A
Bedrijfstemperatuur 0°C–40°C
Afmetingen (b × h × d) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 48 g (exclusief stekkeradapter)
F20
Technische opmerkingen en index
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd
voor gebruik in deze camera.
Voor het opnemen van films wordt een geheugenkaart aanbevolen met een
SD-snelheidsklasse van 6 of hoger. Als een geheugenkaart met een lagere
snelheidsklasse wordt gebruikt, kan de filmopname plotseling worden
onderbroken.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde
kaarten. We kunnen de prestaties van de camera niet garanderen wanneer
geheugenkaarten van andere fabrikanten worden gebruikt.
Als u een kaartlezer gebruikt, controleer dan of deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Informatie over handelsmerken
Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe, het Adobe logo en Reader zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
SDXC, SDHC, en SD logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi logo zijn handelsmerken resp. geregistreerde
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Google, Inc..
De N-Mark is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van NFC
Forum, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie
bij uw Nikon product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart SDXC-geheugenkaart
SanDisk
-
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA
-
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar
-
8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
F21
Technische opmerkingen en index
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het
persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te
coderen in overeenstemming met de AVC-standaard ("AVC-video") en/of (ii)
AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het kader
van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van
een videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te bieden.
Er wordt geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik. Voor
meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType Licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT Licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2015
The HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz).
Alle rechten voorbehouden.
F22
Technische opmerkingen en index
De locatienaamgegevens die op deze digitale camera zijn opgeslagen ("Gegevens")
zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk, intern gebruik en niet voor wederverkoop.
Deze gegevens zijn beschermd door copyright en zijn onderworpen aan de
volgende algemene voorwaarden die door u, enerzijds, en door Nikon Corporation
("Nikon") en haar licentiegevers (met inbegrip van hun licentiegevers en leveranciers)
anderzijds, zijn overeengekomen.
Voorwaarden
Uitsluitend voor persoonlijk gebruik. U komt overeen deze Gegevens in combinatie
met deze digitale camera en de fotogegevens die door deze digitale camera zijn
vastgelegd uitsluitend te gebruiken voor de persoonlijke, niet-commerciële
doeleinden waarvoor u een licentie hebt gekregen en niet voor servicebureau-
activiteiten, gezamenlijke of andere soortgelijke doeleinden.
Dienovereenkomstig, maar onderworpen aan de hiernavolgende bepalingen, komt
u overeen niets van deze Gegevens te verveelvoudigen, te kopiëren, te wijzigen, te
decompileren, te disassembleren of daarop reverse-engineering toe te passen, noch
mag u de Gegevens in enige vorm of voor enig doel, anders dan in zoverre
toegestaan door toepasselijk recht, overdragen of verspreiden.
Beperkingen.
Tenzij u hiertoe uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen door Nikon
en zonder afbreuk te doen aan hetgeen hiervoor is bepaald, mag u deze Gegevens
niet gebruiken (a) met producten, systemen of toepassingen die zijn geïnstalleerd
of anderszins zijn aangesloten op of in verbinding staan met vervoermiddelen met
autonavigatie, positiebepaling, zendmogelijkheden, realtime routebegeleiding,
beheer van wagenparken of soortgelijke toepassingen; of (b) met of wanneer deze
in verbinding staan met apparaten voor positiebepaling of mobiele of draadloze
elektronische of computerapparatuur, met inbegrip van, maar niet beperkt tot
mobiele telefoons, palmtops en handhelds, pagers en PDA’s.
Waarschuwing.
De Gegevens kunnen onnauwkeurige of onvolledige informatie
bevatten als gevolg van het verstrijken van de tijd, veranderende omstandigheden,
bronnen die gebruikt worden en de aard van het verzamelen van uitgebreide
geografische gegevens, die kunnen leiden tot onjuiste resultaten.
Geen garantie.
Deze Gegevens worden aan u verstrekt "zoals ze zijn" en u komt
overeen deze voor eigen risico te gebruiken. Nikon en haar licentiegevers (en hun
licentiegevers en leveranciers) geven geen garanties, verklaringen of waarborgen
van enig soort, uitdrukkelijk of impliciet, op grond van de wet of anderszins, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, de inhoud, kwaliteit, nauwkeurigheid,
volledigheid, doeltreffendheid, betrouwbaarheid, geschiktheid voor een specifiek
doel, bruikbaarheid of toepassing of ten aanzien van de resultaten die op basis van
de Gegevens kunnen worden verkregen of dat de Gegevens of server
ononderbroken of vrij van fouten zal zijn.
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST
VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS
F23
Technische opmerkingen en index
Uitsluiting van garantie: NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN
LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) SLUITEN ALLE GARANTIES UIT, UITDRUKKELIJK
OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN DE KWALITEIT, PRESTATIES, VERHANDELBAARHEID,
GESCHIKTHEID VOOR EEN SPECIFIEK DOEL OF VAN NIET-INBREUK. In sommige staten,
staatsgebieden en landen is uitsluiting van garantie niet toegestaan en indien zulks
het geval is, is bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing.
Uitsluiting van aansprakelijkheid:
NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP
VAN HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET AANSPRAKELIJK JEGENS
U: MET BETREKKING TOT ELKE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, ONGEACHT DE
AARD VAN DE AANLEIDING VAN DE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, VOOR
VERMEENDE VERLIEZEN, LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, DIE KAN
VOORTVLOEIEN UIT HET GEBRUIKEN OF HET BEZITTEN VAN DE INFORMATIE, OF
VOOR VERLIES VAN WINST, INKOMSTEN, CONTRACTEN OF OPBRENGSTEN OF
VOOR ELKE ANDERE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIFIEKE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIKEN VAN OF HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN DEZE INFORMATIE, UIT EEN OMISSIE IN DE INFORMATIE OF HET
SCHENDEN VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN, HETZIJ IN EEN CONTRACTUELE
VORDERING, EEN ONRECHTMATIGE DAAD OF GEBASEERD OP EEN GARANTIE, ZELFS
ALS NIKON OF HAAR LICENTIEGEVERS ZIJN GEWEZEN OP DE MOGELIJKHEID VAN
DERGELIJKE SCHADE. In sommige staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van
aansprakelijkheid niet toegestaan en indien zulks het geval is, is bovengenoemde
uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing.
Exportbeperking.
U komt overeen om vanaf geen enkele locatie niets van de Gegevens
of een rechtstreeks afgeleid product uit te voeren, tenzij in overeenstemming met, en
met alle vereiste licenties en goedkeuringen, onder toepasselijke exportwetten, regels
en voorschriften, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de wetten, regels en
voorschriften die zijn gepubliceerd door de Office of Foreign Assets Control van de
U.S. Department of Commerce en het Bureau of Industry and Security van de U.S.
Department of Commerce. Indien Nikon en de licentiegevers van Nikon op grond
van exportwet- en regelgeving niet kunnen voldoen aan hun verplichtingen, zijn zij
gevrijwaard tegen aansprakelijkheid en houdt het niet-nakomen van hun
verplichtingen, geen schending in van deze Overeenkomst.
Volledige Overeenkomst.
Deze voorwaarden vormen de volledige overeenkomst
tussen Nikon (en haar licentiegevers, met inbegrip van hun licentiegevers en
leveranciers) en u ten aanzien van het onderhavige onderwerp, en vervangen in hun
volledigheid elke en alle schriftelijke of mondelinge overeenkomst(en) tussen ons
met betrekking tot dit onderwerp.
Heersend recht.
Bovengenoemde voorwaarden worden beheerst door Japans recht
en zijn niet (i) strijdig met wettelijke bepalingen of (ii) het Verdrag der Verenigde
Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, dat
uitdrukkelijk wordt uitgesloten; op voorwaarde dat, indien om enige reden Japans
recht niet van toepassing wordt geacht voor deze Overeenkomst in het land waar
u de Gegevens hebt verkregen, deze Overeenkomst zal worden beheerst door het
land waar u de Gegevens hebt verkregen. U verklaart zich te zullen onderwerpen aan
de jurisdictie van Japan voor elk(e) en alle geschillen, claims en rechtsvorderingen
die voortvloeien uit of in verband staan met de Gegevens die ingevolge deze
overeenkomst aan u zijn verstrekt.
F24
Technische opmerkingen en index
Government End Users. If the Data supplied by HERE is being acquired by or on
behalf of the United States government or any other entity seeking or applying rights
similar to those customarily claimed by the United States government, the Data is a
“commercial item” as that term is defined at 48 C.F.R. (“FAR”) 2.101, is licensed in
accordance with the End-User Terms under which this Data was provided, and each
copy of the Data delivered or otherwise furnished shall be marked and embedded as
appropriate with the following “Notice of Use,” and shall be treated in accordance
with such Notice:
If the Contracting Officer, federal government agency, or any federal official refuses
to use the legend provided herein, the Contracting Officer, federal government
agency, or any federal official must notify HERE prior to seeking additional or
alternative rights in the Data.
NOTICE OF USE
CONTRACTOR (MANUFACTURER/ SUPPLIER) NAME:
HERE
CONTRACTOR (MANUFACTURER/ SUPPLIER) ADDRESS:
425 West Randolph Street, Chicago, Illinois 60606
This Data is a commercial item as defined in
FAR 2.101 and is subject to the End-User
Terms under which this Data was provided.
© 2014 HERE - All rights reserved.
F25
Technische opmerkingen en index
Aankondigingen m.b.t. gelicentieerde software copyright-
houders.
Locatienaamgegevens voor Japan
Locatienaamgegevens met uitzondering van Japan
Austria: Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen
Belgium: - Distribution & Copyright CIRB
Croatia/Cyprus/Estonia/Latvia/Lithuania/Moldova/Poland/Slovenia/Ukraine:
EuroGeographics
Denmark: Contains data that is made available by the Danish Geodata Agency (FOT) Retrieved by
HERE 01/2014
Finland: Contains data from the National Land Survey of Finland Topographic Database 06/2012.
(Terms of Use available at
(
http://www.maanmittauslaitos.fi/en/
NLS_open_data_licence_version1_20120501
)
).
Contains data that is made available by Itella in accordance with the terms available at
(
http://
www.itella.fi/liitteet/palvelutjatuotteet/yhteystietopalvelut/
uusi_postal_code_services_service_description_and_terms_of_use.pdf
)
. Retrieved by HERE 09/2013
France: source: IGN 2009 – BD TOPO
Germany: Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung der zuständigen Behörden entnommen
Contains content of „ BayrischeVermessungsverwaltung –
(
www.geodaten.bayern.de
)
“, licensed in
accordance with
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains content of “LGL,
(
www.lgl-bw.de
)
“, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons,.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains content of “Stadt Köln – offenedaten-koeln.de”, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains Content of “Geoportal Berlin / ATKIS Basis-DLM”, licensed in accordance with
(
http://
www.stadtentwicklung.berlin.de/geoinformation/download/nutzIII.pdf
)
Contains Content of “Geoportal Berlin / Karte von Berlin 1:5000 (K5-Farbausgabe)”, licensed in
accordance with
(
http://www.stadtentwicklung.berlin.de/geoinformation/download/nutzIII.pdf
)
Great Britain: Contains Ordnance Survey data Crown copyright and database right 2010
Contains Royal Mail data Royal Mail copyright and database right 2010
Greece: Copyright Geomatics Ltd.
© 2013 ZENRIN CO., LTD. All rights reserved.
Deze service maakt gebruik van POI-data van
ZENRIN CO., LTD.
“ZENRIN” is a registered trademark of ZENRIN CO., LTD.
© 1987-2014 HERE
All rights reserved.
F26
Technische opmerkingen en index
Italy: La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando quale riferimento anche cartografia numerica ed
al tratto prodotta e fornita dalla Regione Toscana.
Contains data from Trasporto Passeggeri Emilia-Romagna- S.p.A.
Includes content of Comune di Bologna licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/
legalcode
)
and updated by licensee July 1, 2013.
Includes content of Comune di Cesena licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/
legalcode
)
and updated by licensee July 1, 2013.
Includes contents of Ministero della Salute, and Regione Sicilia, licensed under
(
http://www.formez.it/
iodl/
)
and updated by licensee September 1, 2013.
Includes contents of Provincia di Enna, Comune di Torino, Comune di Pisa, Comune di Trapani,
Comune di Vicenza, Regione Lombardia, Regione Umbria, licensed under
(
http://www.dati.gov.it/
iodl/2.0/
)
and updated by licensee September 1, 2013.
Includes content of GeoforUs, licensed in accordance with
(
http://creativecommons.org/licenses/by/
3.0/legalcode
)
.
Includes content of Comune di Milano, licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/2.5/
it/legalcode
)
and updated by licensee November 1, 2013.
Includes content of the “Comunità Montana della Carnia”, licensed under
(
http://www.dati.gov.it/iodl/
2.0/
)
and updated by licensee December 1, 2013.
Includes content of “Agenzia per la mobilità” licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/
by/3.0/legalcode
)
and updated by licensee January 1, 2014.
Includes content of Regione Sardegna, licensed under
(
http://www.dati.gov.it/iodl/2.0/
)
and updated
by licensee May 1, 2014.
Includes content of CISIS, licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/2.5/legalcode
)
.
Norway: Copyright 2000; Norwegian Mapping Authority
Includes data under the Norwegian licence for Open Government data (NLOD), available at
(
http://
data.norge.no/nlod/en/1.0
)
Contains information copyrighted by Kartverket, made available in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by/3.0/no/
)
.
Contains data under the Norwegian licence for Open Government data (NLOD) distributed by
Norwegian Public Roads Administration (NPRA)
Portugal: Source: IgeoE – Portugal
Spain: Información geográfica propiedad del CNIG
Contains data that is made available by the Generalitat de Catalunya Government in accordance with
the terms available at
(
http://www.gencat.cat/web/eng/avis_legal.htm
)
. Retrieved by HERE 05/2013.
Contains content of Centro Municipal de Informatica – Malaga, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by /3.0/legalcode
)
.
Contains content of Administración General de la Comunidad Autónoma de Euskadi, licensed in
accordance with
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains data made available by the Ayuntamiento de Santander, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by/3.0/es/legalcode.es
)
Contains data of Ajuntament de Sabadell, licensed per
(
http://creativecommons.org/licences/by/3.0/
legalcode
)
, updated 4/2013
Sweden: Based upon electronic data National Land Survey Sweden.
Contains public data, licensed under Go Open v1.0, available at
(
http://data.goteborg.se/goopen/
Avtal%20GoOpen%201.0.0.pdf
)
Switzerland: Topografische Grundlage: Bundesamt für Landestopographie
United Kingdom: Contains public sector information licensed under the Open Government Licence
v1.0 (see for the license
(
http://www.nationalarchives.gov.uk/doc/open-government-licence/
)
)
Adapted from data from the office for National Statistics licensed under the Open Government
Licence v.1.0
Canada: This data includes information taken with permission from Canadian authorities, including
© Her Majesty, Queen's Printer for Ontario, Canada Post, GeoBase, Department of Natural
Resources Canada. All rights reserved.
Mexico: Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía.)
F27
Technische opmerkingen en index
United States: ©United States Postal Service 2013. Prices are not established, controlled or
approved by the United States Postal Service. The following trademarks and registrations are
owned by the USPS: United States Postal Service, USPS, and ZIP+4.
Includes data available from the U.S. Geological Survey.
Australia: Copyright. Based on data provided under license from PSMA Australia Limited
(www.psma.com.au).
Product incorporates data which is 2013 Telstra Corporation Limited, Intelematics Australia Pty Ltd
and HERE International LLC.
Nepal: Copyright Survey Department, Government of Nepal.
Sri Lanka: This product incorporates original source digital data obtained from the Survey
Department of Sri Lanka
2009 Survey Department of Sri Lanka
The data has been used with the permission of the Survey Department of Sri Lanka
Israel: Survey of Israel data source
Jordan: Royal Jordanian Geographic Centre.
Mozambique: Certain Data for Mozambique provided by Cenacarta 2013 by Cenacarta
Nicaragua: The Pacific Ocean and Caribbean Sea maritime borders have not been entirely defined.
Northern land border defined by the natural course of the Coco River (also known as Segovia River or
Wangki River) corresponds to the source of information available at the moment of its representation.
Réunion: source: IGN 2009 - BD TOPO
Ecuador: INSTITUTO GEOGRAFICO MILITAR DEL ECUADRO
AUTORIZACION N° IGM-2011-01- PCO-01 DEL 25 DE ENERO DE 2011
Guadeloupe: source: IGN 2009 - BD TOPO
Guatemala: Aprobado por el INSTITUTO GEOGRAFICO NACIONAL – Resolución del IGN No 186-2011
French Guiana: source: IGN 2009 - BD TOPO
Martinique: source: IGN 2009 - BD TOPO
F28
Technische opmerkingen en index
Symbolen
A Autostand .............................. 16, 26
y Onderwerpstand .............. 27
l Diafragmavoorkeuze auto-stand
.............................................................. 30, 32
k Sluitertijdvoorkeuze auto-stand
.............................................................. 30, 32
u Stand speciale effecten
......................................................................... 28
c Landschapstand........... 24, E4
j Geprogrammeerd automatisch
.............................................................. 30, 32
m Handmatig ............................. 30, 32
s Nachtportretstand ...... 24, E3
X Nachtlandschapstand
........................................................ 24, E3
M (User settings
(Gebruikersinstellingen)) stand
........................................................................ 34
i Zoomweergave........... 22, E23
f (groothoekstand) ......................... 20
h Miniatuurweergave
..................................................... 22, E24
g (telestand) ........................................... 20
q Wi-Fi-knop
......................... 2, 60, E45, E47
k Knop selectie toepassen
...................................................... 2, E119
c Weergaveknop........ 22, E118
l Wissen-knop ................. 23, E26
b (e filmopname) knop
...................................................... 21, E32
s Displayknop.................................. 3
w Functieknop............. 45, E117
m Activeringsknop flitser ................ 36
d Menuknop
............................. 49, 51, 54, 55, 57
x Monitorknop.................................. 19
n Zelfontspanner/Glimlachtimer
................................................... 25, 38, 39
p Scherpstelstand.................. 25, 40
m Flitsstand.................................... 25, 36
o Belichtingscompensatie
............................................................. 25, 44
Z (
N-M
ark) .................................... E46
A
Aanduiding batterijniveau.............. 16
Aangepaste Picture Control
...................................................... 51, E61
Aantal resterende opnamen
...................................................... 16, E55
Actieve D-Lighting........... 52, E76
AF met doelopsporing
............................................. E18, E73
Afdrukken
......................... E49, E50, E51
AF-hulplicht ...................... 57, E104
AF-veldstand ............ 45, 52, E72
Antenne positiebepaling.................... 2
Autofocus
.......... 41, 52, 54, E20, E75,
E84
Autofocus-stand
...................... 52, 54, E75, E84
Automatisch ........................................... 37
Automatisch met rode-
ogenreductie ......................................... 37
Automatisch uit.... 18, 58, E106
Index
F29
Technische opmerkingen en index
Automatische scènekeuze x
........................................................ 24, E4
Av/Tv-selectie
.................................................. 58, E108
B
Batterij ........................................ 10, F18
Batterijlader......................... 12, E115
Beeld draaien...................... 55, E89
Beeldformaat ............ 45, 51, E56
Beeldkwaliteit........... 45, 51, E55
Beeldsnelheid..................... 54, E86
Beeldverscherping ..................... E59
Belichtingsbracketing..... 52, E71
Belichtingscompensatie...... 25, 44
Belichtingsstand ................................... 30
Best Shot Selector....... E6, E67
Bestandsnaam............................. E114
Bestandsnummering terugzetten
.................................................. 58, E108
Beveiligen ............................. 55, E89
Bewaar user settings .......................... 35
Brandpuntsafstand
.................................... 53, E79, F16
BSS........................................ E6, E67
C
Camera-aan-lampje..................... 1, 18
Close-up k............................. 27, E5
Computer.............................. 62, E53
Continu........................ 45, 52, E66
Contrast............................................. E59
COOLPIX Aangepaste Picture
Control..................................... 51, E61
COOLPIX Picture Control
........................................... 45, 51, E57
Cross-process ......................................... 29
D
Datum en tijd........... 14, 57, E97
Datumstempel................ 57, E102
Deksel aansluiting............... 1, 11, 61
Diafragmavoorkeuze auto-stand
.............................................................. 30, 32
Diafragmawaarde................................ 30
Diashow.................................. 55, E88
Digitale zoom ....... 20, 57, E104
Dioptieregelaar...................................... 19
Direct Print........................... 62, E49
D-Lighting............................. 55, E27
Draadloos LAN ...................................... 60
Draaibare multi-selector
............................. 25, E116, E118
Dynamische fijne zoom................... 20
E
Eenvoudig panorama p
..................................................... 27, E10
Elekt. zoeker auto aan/uit
................................................... 57, E101
Elektronische VR........ 4, 54, E85
Enkelvoudig......................... 52, E66
Enkelvoudige AF
...................... 52, 54, E75, E84
Extensie........................................... E114
F
Fast motion films..... E82, E83
Filmmenu.............................. 54, E81
Filmopties.............................. 54, E81
Films afspelen..................... 22, E32
Films bewerken ............................ E37
Films opnemen................... 21, E32
Filter ruisonderdrukking
..................................................... 52, E76
Filtereffecten .... 55, E29, E59
F30
Technische opmerkingen en index
Firmware-versie.............. 58, E109
Flitsbelichting-correctie................... 52
Flitsbelichtingcorrectie............ E75
Flitser............................................................ 36
Flitsstand ........................................ 25, 36
Fn-knopinstelling ................................ 45
Formatteren ........... 10, 58, E106
Foto's bewerken .......................... E26
Foto's selecteren .............. 56, E38
Fotoselectiescherm ............................ 56
Fulltime-AF
....................... 52, 54, E75, E84
Functies die niet tegelijkertijd
gebruikt kunnen worden............... 46
G
Geheugencapaciteit........ 16, E32
Geheugenkaart...... 10, F5, F20
Geheugenkaarten formatteren
........................................ 10, 58, E106
Geluidsinstellingen ....... 57, E105
Geprogrammeerd automatisch
.............................................................. 30, 32
Gereed-lampje............................... 4, 36
Gezichtprioriteit ........................... E72
Gezichtsdetectie........................... E19
Glimlachtimer.............................. 25, 39
Groothoekstand.................................... 20
H
Half indrukken......... 17, 21, E117
Handmatig .................................... 30, 32
Handmatig instellen.................. E64
Handmatige scherpstelling
.............................................................. 41, 42
HDMI-microaansluiting........... E48
HDR......................................................... E7
Helderheid.......................... 57, E100
Herstel user settings ........................... 35
High-key.................................................... 28
Histogram........ 8, 44, 57, E100
Hoofdfoto kiezen.............. 56, E90
Hoofdinstelschijf
............................. 30, E117, E119
Hoofdschakelaar ............................ 1, 14
Hoogcontrast monochroom........ 28
HS-continu...................................... E66
HS-film............................ E82, E83
Huid verzachten
................................. 55, E20, E28
I
Identificatie................................... E114
Intervalfilm i ............................... E13
Intervalopnamen..... E67, E68
Invulflits ..................................................... 37
ISO-waarde................ 45, 52, E70
K
Kalenderweergave..................... E24
Keuzeknop..................................... 16, 24
Kleine afbeelding.............. 55, E30
Kleurtemperatuur........................ E63
Klok instellen via satelliet....... E96
Knopgeluid................................... E105
L
Laadlampje......................................... 1, 11
Lange sluitertijd.................................... 37
Lichtmeting............... 45, 52, E65
Lichtnetadapter............... 61, E115
Lichtnetlaadadapter .......... 11, F19
Locatiegegevensopties
................................................................ E39
Log aanmaken................... 59, E42
Log weergeven............................ E44
Low-key ..................................................... 28
F31
Technische opmerkingen en index
M
M belichtingsvoorbeeld
..................................................... 53, E80
Maan g.................................... 27, E9
Macro-close-up ..................................... 41
Markeren voor Wi-Fi-upload
.................................. 55, E47, E87
Meervoudige belichting
...................................................... 53, E77
Menu WiFi-opties............. 49, E91
Miniatuurweergave ........ 22, E24
Minimum sluitertijd ................... E70
Monitor................................. 3, 13, F6
Monitorinstellingen ...... 57, E100
Monitoropties............................. E100
Monochroom hoge ISO................... 28
Multi-selector
.............................. 25, E116, E118
Multi-shot 16.................................. E67
Museum l............................. 27, E6
N
N-Mark................................................ E46
Nachtlandschapstand ....... 27, E3
Nachtportretstand............... 27, E3
Nostalgisch sepia ................................. 28
O
Objectief .............................. F6, F16
Objectiefdop.............................................. 9
Onderwerp volgen
............................................ E73, E74
Onderwerpstand.................................. 27
Oneindig.................................................... 41
Ontspan. bij geen kaart
..................................................... 57, E99
Ontspanknop
.................... 17, 21, E117, E120
Oogje voor camerariem...................... 9
Oogsensor......................................... 2, 19
Oplaadbare batterij .............................. 11
Oplaadbare Li-ion batterij
....................................................... 10, F19
Opladen via computer
.................................................. 58, E107
Opname ................................. 24, E32
Opname-informatie............................... 3
Opnamemenu
................................... 51, E55, E57
Opnamestand............................. 24, 54
Opstartzoomstand........... 53, E80
Opties voor elektr. zoeker.... E100
Optiesmenu locatiegeg.
................................. 49, E39, E93
Optionele accessoires............. E115
Optische zoom ..................................... 20
P
Papierformaat ............. E50, E51
Party/binnen f................... 27, E5
Peaking ................................ 58, E109
PictBridge ............................. 62, E49
Picture Control......... 45, 51, E57
Points of interest (POI)
..................................................... 59, E95
Polskoord........................................ E115
Portret van huisdier O.... 27, E8
Printer ...................................... 61, E49
R
Raster weergeven/verbergen
..................................................... 6, E100
Reeks ..................... 23, E23, E25
Reeksweergaveopties
..................................................... 56, E90
Resterende filmopnametijd
............................................. E32, E33
Rode-ogenreductie............................ 37
F32
Technische opmerkingen en index
S
Schermvullende weergave
.......................... 7, 22, E23, E24
Scherpstelaanduiding............... 4, 17
Scherpstelling
.............. 17, E18, E33, E72,
E75, E84
Scherpstelstand ......................... 25, 40
Scherpstelveld
........... 6, 17, E8, E18, E72
Scherpstelvergrendeling......... E21
Selectieve kleur ..................................... 28
Setup-menu ........................ 57, E97
Slow motion films
............................................ E82, E83
Sluitergeluid ................................ E105
Sluitertijd ............................... 30, E22
Sluitertijdvoorkeuze auto-stand
.............................................................. 30, 32
Sneeuw z............................................... 27
Snel aanpassen............................. E59
Snel retoucheren............... 55, E27
Sport d...................................... 27, E5
Stand speciale effecten.................... 28
Stand user settings............................. 34
Standaardflits.......................................... 37
Standaardwaarden....... 58, E109
Synchronisatie op het tweede
gordijn......................................................... 37
T
Taal......................................... 58, E106
Tegenlicht o.......................... 27, E7
Telestand................................................... 20
Terugkeerzoomknop .................. 2, 21
Tijdsverschil .................................... E98
Tijdzone.................................. 14, E97
Tijdzone en datum
.......................................... 14, 57, E97
Toning ............................................... E60
Toonniveau ................................................ 8
Toonniveau-informatie................ 3, 8
Tv ................................................ 61, E48
U
Uitsnede......................... E23, E31
Uploaden vanaf camera
............................................ E47, E91
USB-kabel
....................... 11, 62, E49, E53
USB-microaansluiting
........................ 11, 61, E49, E53
V
Verzadiging ..................................... E59
Vibratiereductie
....................................... 45, 57, E103
ViewNX 2................................ 62, E53
Voedsel u................................. 27, E6
Vogels bekijken L............. 27, E9
Volume............................................... E36
Vooropnamecache
............................................ E66, E68
Vuurwerk m ........................... 27, E6
W
Weergave .............................. 22, E32
Weergavemenu..................................... 55
Weergavestand..................................... 22
WiFi-knop ............. 2, E45, E47
Wi-Fi-opties.......................... 60, E91
Windruisreductie .............. 54, E85
Wissen ..................................... 23, E26
Witbalans.................... 45, 51, E62
F33
Technische opmerkingen en index
Z
Zacht............................................................ 28
Zelfontspanner........................... 25, 38
Zelfontspannerlampje ........... 38, 39
Zijzoomknop...................... 17, E116
Zijzoomknop toewijzen
................................................... 57, E105
Zoeker .......................................... 19, F6
Zomertijd .............................. 14, E98
Zonsondergang h ............................ 27
Zoom........................................................... 20
Zoomgeheugen ............... 53, E79
Zoomknop ......................... 20, E118
Zoommicrofoon ............... 54, E86
Zoomweergave................. 22, E23
Zwart-wit kopie n............. 27, E6
6MN5011F-02
FX5F02(1F)
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
© 2015 Nikon Corporation
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236

Nikon COOLPIX P610 de handleiding

Type
de handleiding