Bedieningshandleiding
GK11TIXFK FullFlex
Inductiekookveld
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste cijfers op het typeplaatje. Deze handlei-
ding geldt voor:
Modelnaam Modelnummer Type
GK11TIXFK FullFlex 31093 GK11TIXFKZ
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2019
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 4
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 4
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 5
1.4 Gebruiksaanwijzingen........................................... 5
2 Eerste inbedrijfstelling 8
3 Beschrijving van het toestel 8
3.1 Kookveld ................................................................. 8
3.2 Bedienings- en display-elementen ..................... 8
3.3 Overzicht vermogensniveaus ............................10
3.4 Restwarmte-indicatie ...........................................10
3.5 Werking van inductiekookvelden......................10
3.6 Flexibel koken ......................................................10
3.7 Kookgerei..............................................................11
4 Bediening 11
4.1 Display bedienen .................................................11
4.2 Toestel inschakelen.............................................12
4.3 Kookgerei in gebruik nemen.............................12
4.4 MemoryFunction ..................................................13
4.5 Teppan Yaki-functie.............................................14
4.6 PowerPlus .............................................................14
4.7 AutoPowerPlus .....................................................15
4.8 ProfessionalMode................................................16
4.9 GourmetGuide......................................................17
4.10 Inschakeltijdsduur................................................18
4.11 Herstelfunctie........................................................19
4.12 Kookpauze ............................................................19
4.13 Veegbescherming ...............................................19
4.14 Timer ......................................................................20
4.15 EcoManagement..................................................21
4.16 Kookplaats uitschakelen ....................................21
4.17 Toestel uitschakelen ...........................................21
5 Persoonlijke instellingen 22
5.1 Overzicht persoonlijke instellingen....................22
5.2 Persoonlijke instellingen aanpassen.................22
5.3 Taal..........................................................................22
5.4 Display ....................................................................22
5.5 Datum .....................................................................23
5.6 Klok .........................................................................23
5.7 Meldingen...............................................................23
5.8 Geluiden .................................................................23
5.9 Hulpfuncties ...........................................................23
5.10 Kinderbeveiliging ..................................................24
5.11 Toestelinformatie...................................................24
5.12 EcoManagement...................................................24
5.13 Fabrieksinstellingen..............................................25
5.14 Servicefuncties ......................................................25
6 Onderhoud 25
7 Storingen verhelpen 27
7.1 Storingsmeldingen................................................27
7.2 Na een stroomonderbreking ..............................28
7.3 Verdere mogelijke problemen............................28
8 Toebehoren 30
9 Technische gegevens 30
9.1 Gegevens van het product .................................30
9.2 EcoStandby............................................................30
9.3 «Open source» licentie-verwijzing .....................30
10 Tips en trucs 31
10.1 Energiebesparend koken....................................31
10.2 Frituren....................................................................31
11 Afvoer 32
12 Trefwoordenlijst 33
13 Service & Support 35
4
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
▸ Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
– Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
▪ Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
▪ Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
▪ Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
▪ Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
▪ Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
klantendienst of een gelijk ge-
kwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaarlijke si-
tuaties te voorkomen.
1 Veiligheidsvoorschriften
5
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
▪ WAARSCHUWING: Er mogen
in geen geval hete (steel)pan-
nen of ketels op het display
worden gezet.
▪ WAARSCHUWING: Is het op-
pervlak gebarsten, met een
beschadiging over de hele-
materiaaldikte, dan moet het
toestel worden uitgeschakeld
en van het stroomnet worden
losgekoppeld om een moge-
lijke elektrische schok te
voorkomen.
▪ WAARSCHUWING: Tijdens
het gebruik worden het toe-
stel en de toegankelijke delen
heet. Wees voorzichtig om
aanraking van verhittingsele-
menten te vermijden.
▪ Gebruik nooit een stoomreini-
ger.
▪ Voorwerpen van metaal, zoals
messen, vorken, lepels, dek-
sels of aluminiumfolie, dienen
niet op het kookveld gelegd
te worden, omdat zij heet
kunnen worden.
▪ Na het gebruik dient de kook-
plaat met de regel- en/of be-
sturingsinrichtingen en niet al-
leen door de panherkenning
te worden uitgeschakeld.
▪ WAARSCHUWING: Koken op
het kookveld met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brand
veroorzaken, wanneer er
geen toezicht op wordt ge-
houden. Probeer NOOIT een
brand met water te blussen,
maar schakel het toestel uit
en dek vervolgens de vlam-
men voorzichtig af, bijvoor-
beeld met een deksel of blus-
deken.
▪ WAARSCHUWING: Leg van-
wege het brandgevaar nooit
voorwerpen op het kookveld.
▪ WAARSCHUWING: Houd het
kookproces voortdurend in
de gaten. Kortere kookpro-
cessen moeten gedurende de
gehele tijd in de gaten wor-
den gehouden.
▪ Het toestel mag niet worden
gebruikt met een externe tijd-
schakelklok of een separaat
op afstand aansturend sys-
teem.
▪ Het display mag niet worden
gekoeld met koude vloeistof
of koud voorwerp.
1.4 Gebruiksaanwijzingen
Vóór de eerste inbedrijfstelling
▪ Het toestel mag uitsluitend volgens de
aparte installatiehandleiding worden ge-
monteerd en op de netstroom worden
aangesloten. Laat de benodigde werk-
zaamheden uitvoeren door een erkende
installateur/elektricien.
1 Veiligheidsvoorschriften
6
Reglementair gebruik
▪ Het toestel is bedoeld voor het berei-
den van gerechten binnen het huishou-
den. Bij onbeoogd gebruik of verkeerde
behandeling kunnen wij niet aansprake-
lijk worden gesteld voor eventuele scha-
de.
▪ Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan spanningvoerende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, de
klantendienst van de fabrikant of een
soortgelijk gekwalificeerde persoon
worden uitgevoerd. Ondeskundige re-
paraties kunnen tot zware ongevallen,
schade aan het toestel en de inrichting
alsook tot bedrijfsstoringen leiden.
Neem bij een storing aan het toestel of
in geval van een reparatieopdracht de
aanwijzingen in het hoofdstuk «Service
& Support». in acht. Neem indien nodig
contact op met onze klantenservice.
▪ Er mogen uitsluitend originele onderde-
len worden gebruikt.
▪ Bewaar de handleiding zorgvuldig, zo-
dat u deze te allen tijde kunt raadple-
gen. Overhandig deze handleiding en
de installatiehandleiding samen met het
toestel, wanneer u het toestel verkoopt
of aan derden overdraagt.
▪ Het toestel voldoet aan de erkende re-
gels van de techniek en aan de gelden-
de veiligheidsvoorschriften. Om schade
en ongelukken te vermijden, is een cor-
recte omgang met het toestel echter
een absolute voorwaarde. Neem daar-
om de aanwijzingen in deze handleiding
in acht.
▪ Het verhitte oppervlak blijft ook na het
uitschakelen nog langere tijd heet en
koelt slechts langzaam tot kamertempe-
ratuur af. Wacht lang genoeg, voordat u
bijvoorbeeld begint met reinigen.
Het gebruik
▪ Tests hebben uitgewezen dat er voor
dragers van pacemakers onder norma-
le omstandigheden geen risico's be-
staan. Wanneer u als drager van een
pacemaker (of een gehoorapparaat of
een ander implantaat) absoluut zeker
wilt zijn dat de omgang met het toestel
voor u geen problemen oplevert, dient
u zich hierover door het daarvoor ver-
antwoordelijke, deskundige medische
consultatiebureau uitvoerig te laten in-
formeren.
Voorzichtig: risico op verbranding
▪ Oververhitte vetten en oliën kunnen ge-
makkelijk vlam vatten. Probeer nooit
brandende olie of brandend vet met wa-
ter te blussen. Explosiegevaar! Smoor
een brand met een brandblusdeken en
houd deuren en ramen gesloten.
Voorzichtig: risico op letsel
▪ Houd huisdieren uit de buurt van het
toestel.
Voorzichtig: levensgevaar
▪ Delen van de verpakking zoals folie en
geëxpandeerd polystyreen kunnen voor
kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsge-
vaar! Houd verpakkingsdelen buiten be-
reik van kinderen.
Schade aan het toestel voorkomen
▪ Het display mag niet worden gekoeld
met koude vloeistof of koud voorwerp.
▪ Bij oververhitting kookplaat uitschakelen
en helemaal laten afkoelen. Leg hier
nooit bestek op! In geen geval met
koud water laten schrikken.
▪ Ga niet op het toestel staan.
▪ Zet geen heet kookgerei op het frame
om de siliconennaden niet te beschadi-
gen.
▪ Vermijd snijd- en voorbereidingswerk-
zaamheden op het oppervlak en laat er
ook geen harde voorwerpen op vallen.
Trek het kookgerei niet over het opper-
vlak.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
▪ Zorg ervoor dat er geen suikerhouden-
de voedingsmiddelen of sap op de hete
kookzones komen. Het oppervlak kan
daardoor beschadigd raken. Als er toch
suikerhoudende voedingsmiddelen of
sap op hete kookzones komen, moeten
deze onmiddellijk met een schraper
voor glaskeramische oppervlakken wor-
den verwijderd (terwijl ze nog heet zijn).
▪ Pannen met een bodem van zuiver ko-
per of aluminium mogen niet worden
gebruikt omdat zij sporen achterlaten
die moeilijk te verwijderen zijn. Worden
de sporen niet direct na het koken met
een geschikt schoonmaakmiddel verwij-
derd, dan kunnen zij blijvend inbranden
en de optische indruk sterk nadelig be-
ïnvloeden.
▪ Als pannen en kookgerei op de glaske-
ramische plaat heen en weer worden
geschoven, ontstaan er krassen. U kunt
dit grotendeels vermijden door de pan-
nen en het kookgerei bij het verplaat-
sen op te heffen.
▪ Het kookveld is een gebruiksvoorwerp:
slijtage zoals krassen of zichtbare schu-
ring door pannen of kookgerei zijn nor-
maal. Bij intensief gebruik is de slijtage
des te sterker. Het toestel blijft goed
werken en het is geen reden voor een
reclamatie. De veiligheid is te allen tijde
gegarandeerd.
▪ Een absoluut krasvast glas bestaat niet,
zelfs bij saffierglas dat bij horloges
wordt gebruikt, kunnen krassen ont-
staan. De gebruikte glaskeramische
plaat voldoet aan de beste in de handel
verkrijgbare kwaliteit.
2 Eerste inbedrijfstelling
Het toestel mag uitsluitend volgens de aparte installatiehandleiding worden ge-
monteerd en op de netstroom worden aangesloten. Laat de benodigde werkzaam-
heden uitvoeren door een erkende installateur/elektricien.
Tijdens de eerste bedrijfsuren van het toestel kunnen er onaangename geuren ont-
staan. Dit is normaal bij fabrieksnieuwe toestellen. Let op een goede ventilatie van
de ruimte.
3 Beschrijving van het toestel
3.1 Kookveld
3
1
2
4
1
Kookveld
2
Kookzone
3
Display
4
AAN/UIT-toets
3.2 Bedienings- en display-elementen
PLQ굛 굧 깋N:K
굴ʲ
4
3
21
1
Display
2
Kookplaats-display
3
Toetsen
4
Statusweergave/instelbereik
Statusweergave Toetsen
V-ZUG-Home * Kookpauze
Demomodus Veegbescherming
Verbruiksweergave Timer
12:34 Tijd Persoonlijke instellingen
Timer Instellingsopties
* modelafhankelijk
8
3 Beschrijving van het toestel
Kookplaats-display
Op het kookplaats-display verschijnen de geselecteerde vermogensniveaus en instel-
lingsopties. Vermogensniveau, kleur en soort rand zijn een indicatie van de activiteit van
de kookplaats.
굴ʲ
4
2
3
1
1 Vermogensniveau «0»: uitge-
schakelde kookplaats
2 Oranje: op het display geselec-
teerd
3 Grijs: op het display niet gese-
lecteerd, kan echter geselec-
teerd worden
4 Grijs, met gearceerde rand: posi-
tie van het kookgerei wordt op-
nieuw berekend
Instelbereik
Afhankelijk van de gewenste instelling verschijnen in het instelbereik de volgende inter-
actiemogelijkheden:
▪ Slider vermogensniveau
Vermogensniveaus 1-9
Actief vermogensniveau
Instellingsopties
▪ Slider GourmetGuide
:DUPKRXGHQ
Uitschakelen
Inschakelen/actieve toestand
Instellingsopties
▪ Instellingsopties
굴
굖
굗
K
PowerPlus
AutoPowerPlus
ProfessionalMode
GourmetGuide
Inschakeltijdsduur
Instelopties sluiten
9
3 Beschrijving van het toestel
3.3 Overzicht vermogensniveaus
Het geselecteerde vermogensniveau verschijnt in het instelbereik en op het betreffende
kookplaats-display. De vermogensniveaus kunnen in halve stappen worden ingesteld.
Vermogensniveau Gaarproces Praktische toepassing
1 Smelten, voorzichtig opwar-
men
Boter, chocolade, gelatine,
sauzen
2
3 Wellen Rijst
4 Doorkoken, inkoken, sto-
ven
Groente, aardappels, sauzen, fruit, vis
5
6 Doorkoken, smoren Deegwaren, soepen, smoorvlees
7 Behoedzaam braden Rösti, omeletten, gepaneerde
gebraden gerechten, braadworsten
8 Braden, frituren Vlees, patates frites
9 Sterk braden Steaks
3.4 Restwarmte-indicatie
Zolang er nog sprake is van kans op brandwonden, staat na het uitschakelen op het dis-
play «Restwarmte».
3.5 Werking van inductiekookvelden
Inductiekookvelden werken op een heel andere manier dan conventionele kookvelden of
kookplaten. De onder de glaskeramische plaat liggende inductiespoel wekt een snel wis-
selend magnetisch veld op, dat de magnetiseerbare bodem van het kookgerei direct ver-
hit. De glaskeramische plaat wordt alleen door het warme kookgerei opgewarmd.
Inductiekookvelden zijn erg snel reagerend, nauwkeurig reguleerbaar, krachtig, energie-
efficiënt en veilig.
3.6 Flexibel koken
Bij het flexibel koken zijn er geen afgetekende kookzones.
Het kookveld herkent kookgerei vanaf ø10cm en geeft de kookplaats ervan op het dis-
play weer. Er kunnen tot wel 5 pannen op het kookveld worden geplaatst.
Panherkenning
In de volgende situaties herkent het kookveld de positie en grootte van het kookgerei:
▪ Het kookgerei wordt op het ingeschakelde kookveld geplaatst.
▪ Het kookgerei wordt op het ingeschakelde kookveld verschoven of nieuw neergezet.
Kookplaats-display
Elke herkende kookplaats wordt op het display als cirkel of rechthoek weergegeven. Op
het display kunnen voor elke herkende kookplaats instellingen worden uitgevoerd.
Positie van de pan wijzigen
Als het kookgerei wordt verschoven of opgetild en nieuw wordt neergezet, herkent het
kookveld de nieuwe positie van het kookgerei en neemt automatisch alle instellingen van
de oude positie over. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk ‚MemoryFunction‘ (zie pa-
gina 13).
10
4 Bediening
3.7 Kookgerei
Geschikt kookgerei
Uitsluitend kookgerei met een over het gehele vlak magnetiseerbare bodem is geschikt
voor het koken op een inductieveld.
Dit kan op de volgende manieren worden gecontroleerd:
▪ Een magneet blijft aan ieder punt van de bodem van het kookgerei vastzitten.
▪ Het kookgerei kan op het display worden geselecteerd, op het kookveld opnieuw wor-
den geplaatst of worden verschoven, zonder dat de melding «Kookgerei niet geschikt
voor inductie» verschijnt.
Verhit geen ongeschikt kookgerei met behulp van hulpmiddelen zoals metalen
schijven e.d. Dit kan het kookveld beschadigen.
Gecoat kookgerei
▪ Gecoat kookgerei mag alleen boven vermogensniveau «7» worden gebruikt, als de
bodem geheel met vloeistof is bedekt.
– De coating kan anders oververhit en beschadigd raken.
▪ Gebruik voor het braden maximaal vermogensniveau «7».
Gebruik gecoate braadpannen nooit met PowerPlus of AutoPowerPlus.
Geluiden tijdens het bedrijf
Het kookgerei kan tijdens het bedrijf geluiden voortbrengen. Dat duidt niet op een sto-
ring. De werking van het toestel wordt op geen enkele wijze nadelig beïnvloed.
De geluiden zijn afhankelijk van het gebruikte kookgerei. Bij sterk lawaai is het wel-
licht beter om van kookgerei te wisselen.
Geluiden bij een uitgeschakelde kookplaats
Het toestel kan bij een uitgeschakelde kookplaats klikkende geluiden genereren. Dat
duidt niet op een storing. De werking van het toestel wordt op geen enkele wijze nadelig
beïnvloed.
4 Bediening
4.1 Display bedienen
Het kiezen van de verschillende vermogensniveaus, functies en instelopties gebeurt door
middel van verschillende bewegingen met de hand.
Aanraken
▸ Druk zachtjes op de toets.
– De functie wordt na het
loslaten van de vinger
geactiveerd.
굖
11
4 Bediening
Glijdende beweging
▸ Beweeg de vinger over een schaalver-
deling van links naar rechts of van
rechts naar links.
▸ Laat de vinger los.
– De gewenste waarde is
ingesteld.
Bladeren
▸ Beweeg de vinger van links naar rechts
of van rechts naar links.
– Er verschijnen verdere mogelijke
waarden of instellingen.
'DWXP
0HOGLQJHQ
+XOSIXQFWLHV
'LVSOD\
.ORN
*HOXLGHQ
.LQGHUEHYHLOLJLQJ
7DDO
굸 굗3HUVRRQOLMNHLQVWHOOLQJHQ
Scrollen
▸ Beweeg de vinger van boven naar be-
neden of van beneden naar boven.
– Er verschijnen verdere mogelijke
waarden.
굸 굗
궔
7LPHUORRSWDIRP
V
PLQ
K
굸 굗
7LPHULQVWHOOHQ
4.2 Toestel inschakelen
▸ Houd de toets zo lang ingedrukt tot op het display de weergaven te zien zijn.
4.3 Kookgerei in gebruik nemen
▸ Indien het toestel is uitgeschakeld: houd eerst de toets zo lang ingedrukt tot op het
display de weergaven te zien zijn.
▸ Plaats het kookgerei zo op het kookveld dat de onderkant van het kookgerei volledig
op het kookveld staat.
– Op het display verschijnt de herkende kookplaats.
▸ Raak de op het display weergegeven kookplaats aan.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Selecteer het gewenste vermogensniveau door de slider aan te raken of deze door
glijdende bewegingen te verplaatsen.
– In de weergegeven kookplaats verschijnt het gekozen vermogensniveau.
▸ Raak indien nodig de toets aan, stel de gewenste instelopties in en bevestig.
De instelopties staan hier beschreven:
12
4 Bediening
▪ PowerPlus (zie pagina 14)
▪ AutoPowerPlus (zie pagina 15)
▪ ProfessionalMode (zie pagina 16)
▪ GourmetGuide (zie pagina 17)
▪ Inschakeltijdsduur (zie pagina 18)
4.4 MemoryFunction
Wordt het kookgerei verschoven of opgetild, dan blijven de instellingen van de oude
kookplaats opgeslagen en worden deze automatisch overgenomen voor de nieuwe
kookplaats.
Instellingen opslaan
Tijdens het verschuiven of optillen van het kookgerei is het kookplaats-display te zien.
Wordt het kookgerei niet binnen de vastgelegde tijdsduur weer op de plek gezet, dan
verdwijnen alle instellingen. De tijdsduur kan in de persoonlijke instelling ‚Hulpfuncties‘
onder ‚MemoryFunction‘ (zie pagina 23) worden aangepast.
Een kookgerei moet altijd eerst worden neergezet en in bedrijf worden genomen,
voordat een nieuw kookgerei kan worden verschoven of opgetild. Het kookveld
slaat alleen de instellingen van een kookgerei op.
Koken voortzetten
Indien de oude en nieuwe positie van de pan elkaar overlappen:
– wordt het kookgerei meteen in bedrijf
genomen.
– worden alle instellingen van de oude
positie van de pan overgenomen.
Indien de oude en nieuwe positie van de pan elkaar niet overlappen:
– wordt de vermogensafgifte aan het
kookgerei kort onderbroken.
– verschijnt er op het display een slider
om het vermogensniveau te verande-
ren.
– worden alle instellingen van de oude
positie van de pan overgenomen.
13
4 Bediening
4.5 Teppan Yaki-functie
Bij het gebruik van de Teppan Yaki-plaat zijn PowerPlus , AutoPowerPlus en Profes-
sionalMode niet beschikbaar. Er kunnen maximaal één Teppan Yaki-platen op het
kookveld worden gebruikt.
▸ Leg de Teppan Yaki-plaat links van het
display goed aansluitend op het kook-
veldbegrenzing.
– Het kookveld herkent de Teppan Yaki-
plaat en deelt het eronder liggende
oppervlak op in twee kookplaatsen.
Kookplaatsen verbinden
▸ Raak op het display een van de twee kookplaatsen aan.
▸ Raak op het kookplaats-display de toets aan.
– Beide kookplaatsen worden tot één kookplaats verbonden.
▸ Bedien het toestel volgens het hoofdstuk ‚Kookgerei in gebruik nemen‘ (zie pagina
12).
Kookplaats delen
▸ Raak op het display de kookplaats aan.
▸ Raak op het kookplaats-display de toets aan.
– De kookplaats wordt opgedeeld in twee kookplaatsen.
▸ Bedien het toestel volgens het hoofdstuk‚ Kookgerei in gebruik nemen‘ (zie pagina
12).
Teppan Yaki-plaat samen met pannen gebruiken
Alle verdere pannen op het kookveld beschikken over alle instelopties en functies en
kunnen onafhankelijk van de Teppan Yaki-plaat worden bediend.
▪ Indien er één Teppan Yaki-plaat wordt gebruikt, kunnen er maximaal 2 verdere pan-
nen worden bediend.
Als de Teppan Yaki-plaat op een andere positie wordt gelegd dan de hiervoor be-
stemde, wordt deze als normaal kookgerei beschouwd.
4.6 PowerPlus
Is PowerPlus erbij geschakeld, dan werkt de geselecteerde kookplaats gedurende
maximaal 15 minuten met een extra hoog vermogen. Daarna wordt de kookplaats met
het aanvankelijk gekozen vermogensniveau verder bediend. Met PowerPlus kan een
grote hoeveelheid water snel worden verwarmd.
PowerPlus inschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Selecteer een vermogensniveau tussen «1» en «9» door de slider aan te raken of de-
ze door glijdende bewegingen te verplaatsen.
– Op het kookplaats-display verschijnt het gekozen vermogensniveau.
▸ Raak de toets aan.
14
4 Bediening
▸ Raak de toets aan.
– Op het kookplaats-display verschijnt .
– Het kookgerei wordt verwarmd.
Na maximaal 15 minuten
– klinkt er een geluidssignaal.
– wordt de kookplaats met het aanvankelijk gekozen vermogensniveau verder be-
diend.
Indien PowerPlus bij vermogensniveau «0» is ingeschakeld, wordt de kookplaats
met vermogensniveau «5» verder gebruikt.
PowerPlus annuleren
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het kookplaats-display dooft , PowerPlus wordt beëindigd.
– De kookplaats wordt met het ingeschakelde vermogensniveau verder gebruikt.
Of:
▸ Raak op het display de kookplaats aan.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Verander het vermogensniveau door de slider aan te raken of deze door glijdende be-
wegingen te verplaatsen.
– Op het kookplaats-display dooft , PowerPlus wordt beëindigd.
– De kookplaats wordt met het ingeschakelde vermogensniveau verder gebruikt.
4.7 AutoPowerPlus
Is AutoPowerPlus ingeschakeld, dan werkt de geselecteerde kookplaats tot kort voor
het kookpunt met een extra hoog vermogen. Met AutoPowerPlus kan water snel wor-
den opgewarmd.
Om een optimale werking te waarborgen, moet het kookgerei voor minstens twee
derde met water zijn gevuld.
AutoPowerPlus inschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Raak de toets aan.
▸ Raak de toets aan.
– Op het kookplaats-display verschijnt .
– Het kookgerei wordt verwarmd, tot kort voor het kookpunt.
Het kookgerei mag niet op het kookveld worden verschoven als de AutoPowerp-
lus-functie is ingeschakeld. Hierdoor zou de nauwkeurigheid van de temperatuur
nadelig kunnen worden beïnvloed.
Zodra de temperatuur bereikt is,
– wordt de kookplaats met de bereikte temperatuur verder gebruikt.
– klinkt er een geluidssignaal.
AutoPowerPlus beëindigen
▸ Raak de toets aan.
▸ Raak de toets aan.
– Op het kookplaats-display dooft , AutoPowerPlus wordt beëindigd.
– De kookplaats wordt op vermogensniveau «0» gezet.
15
4 Bediening
Of:
▸ Raak op het display de kookplaats aan.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Verander het vermogensniveau door de slider aan te raken of deze door glijdende be-
wegingen te verplaatsen.
– Op het kookplaats-display dooft , AutoPowerPlus wordt beëindigd.
– De kookplaats wordt met het ingeschakelde vermogensniveau verder gebruikt.
4.8 ProfessionalMode
De ProfessionalMode verandert het vermogensniveau als het kookgerei naar een nieu-
we positie worden verschoven.
ProfessionalMode inschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het kookplaats-display verschijnt , ProfessionalMode is ingeschakeld.
Vermogensniveau wijzigen
▸ Schuif het kookgerei op het kookveld
naar voren of achteren.
– Het vermogensniveau van de nieuw
geselecteerde positie wordt geacti-
veerd.
PLQ굛 굧 깋N:K
Het vermogensniveau wordt alleen gewijzigd als het kookgerei verticaal of diago-
naal wordt verschoven. Het vermogensniveau blijft gelijk als het kookgerei horizon-
taal wordt verschoven.
In de persoonlijke instelling ‚Hulpfuncties‘ kan onder ‚ProfessionalMode‘ worden in-
gesteld of het hoogste vermogensniveau «9» aan de voorste of achterste rand van
de kookzone gelden moet (zie pagina 24).
ProfessionalMode uitschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Wijzig op het display het vermogensniveau.
– Op het kookplaats-display dooft , ProfessionalMode is uitgeschakeld.
– De kookplaats wordt met het ingeschakelde vermogensniveau verder gebruikt.
Of:
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Raak de toets aan.
▸ Raak de toets aan.
– Op het kookplaats-display dooft , ProfessionalMode is uitgeschakeld.
– De kookplaats wordt met het ingeschakelde vermogensniveau verder gebruikt.
16
4 Bediening
4.9 GourmetGuide
De GourmetGuide bevat meerdere functies die het bereiden van gerechten zo een-
voudig mogelijk maken. De volgende functies kunnen worden opgeroepen:
Smelten Er kan bijv. boter, chocola of honing op ca. 40°C behoedzaam
worden gesmolten.
Sudderen Er kunnen bijv. worsten, knoedels of gevulde deegwaren in heet
water onder het kookpunt gaar sudderen.
Opwarmen Gerechten die al gaar zijn, kunnen op 85°C worden opge-
warmd.
Warmhouden Gaar gemaakte gerechten kunnen op 65°C worden warmge-
houden.
De nauwkeurigheid van de sudderfunctie is sterk afhankelijk van de gebruikte
kookgerei. Zo kan worden voorkomen, dat het water begint te koken. In dit geval
adviseren wij u om de sudderfunctie zonder pandeksel te gebruiken.
Wanneer het toestel wordt gebruikt op meer dan 1500 m boven de zeespiegel, ge-
bruik dan de sudderfunctie zonder pandeksel.
Functie starten
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnen de functies.
▸ Selecteer een functie.
– Op het display verschijnt een aanwijzing betreffende de geselecteerde functie.
▸ Raak aan indien de aanwijzing niet meer moet worden getoond.
▸ Raak aan om de geselecteerde functie te starten.
– Op het kookplaats-display en in de slider verschijnt de gekozen functie.
– De geselecteerde functie start.
Het kookgerei mag niet op het kookveld worden verschoven als de GourmetGuide-
functie is ingeschakeld. Hierdoor zou de nauwkeurigheid van de temperatuur na-
delig kunnen worden beïnvloed.
Functie beëindigen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
– In de slider verschijnt de geselecteerde functie.
▸ Selecteer «Uit» door deze aan te raken of door glijdende bewegingen te verplaatsen.
– Op het kookplaats-display verdwijnt de gekozen functie.
– De gekozen functie wordt beëindigd.
Of:
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt een aanwijzing betreffende de geselecteerde functie.
– Op het display staat: «Druk op de toets om de functie te beëindigen.»
▸ Tip de toets aan.
– Op het kookplaats-display verdwijnt de gekozen functie.
17
4 Bediening
– De gekozen functie wordt beëindigd.
4.10 Inschakeltijdsduur
Houd het gerecht tijdens de inschakeltijdsduur in de gaten. Gevaar voor overko-
ken, aanbranden en ontbranden!
De inschakeltijdsduur maakt het mogelijk dat de kookplaats na een ingestelde tijds-
duur (00h00min00s – 99h59min59s) automatisch wordt uitgeschakeld.
Inschakeltijdsduur instellen en starten
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de weergave van uren, minuten en seconden.
▸ Stel door te scrollen de gewenste inschakeltijdsduur in.
– Op het display verschijnt het einde van de inschakeltijdsduur.
▸ Raak de toets aan om de inschakeltijdsduur te starten.
– De inschakeltijdsduur wordt gestart.
– Op het kookplaats-display verschijnt de aflopende resterende tijdsduur.
Inschakeltijdsduur wijzigen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de aflopende resterende ingeschakelde tijdsduur.
▸ Raak de toets aan om de inschakeltijdsduur te wijzigen.
– Op het display verschijnt de weergave van uren, minuten en seconden.
▸ Reduceer of verleng door te scrollen de inschakeltijdsduur.
– Op het display verschijnt het einde van de inschakeltijdsduur.
▸ Raak de toets aan om de inschakeltijdsduur voort te zetten.
– De inschakeltijdsduur wordt voortgezet.
– Op het kookplaats-display verschijnt de aflopende resterende tijdsduur.
Inschakeltijdsduur afgelopen
Na afloop van de ingestelde inschakeltijdsduur:
– wordt de kookplaats uitgeschakeld.
– klinkt er een geluidssignaal.
– knippert er op het kookplaats-display 0h 00.
Inschakeltijdsduur voortijdig uitschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
▸ Tip de toets aan.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de aflopende resterende ingeschakelde tijdsduur.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de weergave van uren, minuten en seconden.
▸ Raak of aan om de inschakeltijdsduur voortijdig uit te schakelen.
– De inschakeltijdsduur wordt uitgeschakeld.
18
4 Bediening
4.11 Herstelfunctie
Indien het toestel onbedoeld met de toets uitgeschakeld werd, kunnen binnen 6se-
conden de instellingen hersteld worden.
▸ Houd de toets zo lang ingedrukt tot op het display de weergaven te zien zijn.
– De kookplaatsen worden met de voorafgaande instellingen verder gebruikt.
4.12 Kookpauze
Met deze functie kunnen alle ingeschakelde kookplaatsen gedurende maximaal 10 minu-
ten tijdelijk naar vermogensniveau «0» worden omgeschakeld. Het gebruik kan na een
kookpauze met de voorafgaande instellingen worden voortgezet.
Kookpauze inschakelen
▸ Tip de toets aan.
– Alle kookplaatsen worden op vermogensniveau «0» gezet.
– De inschakeltijdsduur van elke kookplaats wordt gestopt.
– Op het display staat: «De kookplaatsen zijn tijdelijk uitgeschakeld. Indien de kook-
pauze niet wordt uitgeschakeld, gaat het kookveld automatisch uit.»
Als de kookpauze niet binnen 10minuten wordt uitgeschakeld, gaat het toestel au-
tomatisch uit.
Kookpauze uitschakelen
▸ Raak in de melding de toets aan.
– Het kookgerei wordt verder gebruikt met de voorafgaande instellingen.
4.13 Veegbescherming
Deze functie blokkeert de invoer via het display zodat het kookveld kan worden schoon-
gemaakt. De vermogensafgifte aan de kookplaatsen wordt hierbij niet onderbroken.
Veegbescherming inschakelen
▸ Tip de toets aan.
– De veegbescherming is gedurende 20 seconden ingeschakeld.
Als de veegbescherming niet binnen 20 seconden wordt uitgeschakeld, gaat deze
automatisch uit.
Veegbescherming voortijdig uitschakelen
▸ Druk gedurende 3 seconden op om de veegbescherming voortijdig uit te schake-
len.
– De veegbescherming wordt uitgeschakeld.
Door de toets gedurende 3 seconden aan te raken, kan het toestel te allen tijde
worden uitgeschakeld.
19
4 Bediening
4.14 Timer
De timer werkt als een eierwekker. Deze kan altijd en onafhankelijk van alle andere func-
ties worden gebruikt.
Timer instellen en starten
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de weergave van uren, minuten en seconden.
▸ Stel door te scrollen de gewenste tijdsduur in.
– Op het display verschijnt het einde van de timer.
▸ Raak aan om de timer te starten.
– De timer wordt gestart.
– In de statusweergave verschijnt de aflopende resterende tijdsduur.
Controleren en wijzigen
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de aflopende resterende tijdsduur.
▸ Raak de toets aan om de tijdsduur te wijzigen.
– Op het display verschijnt de weergave van uren, minuten en seconden.
▸ Reduceer of verleng door te scrollen de tijdsduur.
– Op het display verschijnt het einde van de timer.
▸ Raak de toets aan om de timer voort te zetten.
– De timer wordt voortgezet.
– In de statusweergave verschijnt de aflopende resterende tijdsduur.
Timer afgelopen
Na afloop van de ingestelde tijdsduur:
– klinkt er een geluidssignaal.
– staat er op het display «0h0min0s» en «Timer afgelopen».
▸ Raak aan om de melding te sluiten.
Timer voortijdig uitschakelen
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de aflopende resterende tijdsduur.
▸ Tip de toets aan.
– Op het display verschijnt de weergave van uren, minuten en seconden.
▸ Raak of aan om de timer voortijdig uit te schakelen.
– De timer wordt uitgezet.
20
4 Bediening
4.15 EcoManagement
EcoManagement stelt informatie over het energieverbruik van het toestel ter beschik-
king. De informatie kan vóór, tijdens en na het koken worden getoond en zorgt voor een
duurzame omgang met energie.
Verbruiksweergave tijdens het koken
De verbruiksweergave laat zien hoeveel energie (kWh) het complete kookveld verbruikt
van het moment van inschakelen tot het moment van uitschakelen.
▸ In de persoonlijke instelling «EcoManagement» de functie «Verbruiksweergave» in-
schakelen (zie pagina 24).
– In de statusweergave verschijnt het energieverbruik van het complete kookveld.
Verbruiksinformatie
De verbruiksinformatie laat zien hoeveel energie (kWh) er binnen een bepaalde periode
is verbruikt.
▸ In de persoonlijke instelling «EcoManagement» de functie «Verbruiksinformatie» kie-
zen (zie pagina 24).
– In de statusweergave verschijnt het energieverbruik van de volgende periodes:
▪ Totale verbruik (vanaf datum van de laatste reset)
▪ Gemiddelde verbruik (tijdens de laatste 7 dagen)
▪ Verbruik sinds het inschakelen
De weergegeven verbruikswaarden zijn vrijblijvend en kunnen van opgegeven
evenals gemeten waarden afwijken.
4.16 Kookplaats uitschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Selecteer vermogensniveau «0» door de slider aan te raken of deze door glijdende
bewegingen te verplaatsen.
– De kookplaats wordt uitgeschakeld.
– Op het kookplaats-display wordt het vermogensniveau «0» weergegeven.
▸ Verwijder het kookgerei van het kookveld.
– Het kookplaats-display gaat uit.
4.17 Toestel uitschakelen
Bij een ingeschakelde timer
▸ Houd de toets zo lang ingedrukt tot op het display het volgende staat: «Restwarm-
te» en de aflopende resterende tijdsduur.
– Het toestel koelt nu af.
▸ Raak aan zodra de resterende tijdsduur afgelopen is.
– Na het afkoelen gaat het toestel uit.
Bij een uitgeschakelde timer
▸ Houd de toets zo lang ingedrukt tot op het display het volgende staat: «Restwarm-
te».
– Het toestel koelt nu af.
– Na het afkoelen gaat het toestel uit.
21
5 Persoonlijke instellingen
5 Persoonlijke instellingen
5.1 Overzicht persoonlijke instellingen
▪ Taal ▪ Kinderbeveiliging
▪ Display ▪ V-ZUG-Home *
▪ Datum ▪ Toestelgegevens
▪ Klok ▪ EcoManagement
▪ Meldingen ▪ Fabrieksinstellingen
▪ Geluiden ▪ Servicefuncties
▪ Hulpfuncties
* modelafhankelijk
5.2 Persoonlijke instellingen aanpassen
▸ Indien het toestel is uitgeschakeld: raak eerst aan.
▸ Tip de toets aan.
▸ Selecteer door bladeren of aanraken de gewenste persoonlijke instelling.
▸ Voer de gewenste instelling uit.
– De geselecteerde persoonlijke instellingen worden opgeslagen.
▸ Verschijnt er een aanwijzing, bevestig deze dan met .
▸ Raak aan om een submenu te verlaten en naar het hoofdmenu van de persoonlijke
instellingen te gaan.
▸ Raak aan om de persoonlijke instellingen te sluiten.
5.3 Taal
De taal van het display kan worden gewij-
zigd. U heeft de keuze uit verschillende ta-
len.
▪ Duits
▪ …
5.4 Display
Helderheid
De helderheid van het display kan gewij-
zigd worden. U heeft de keuze uit 5 ver-
schillende niveaus.
▪ Niveau 1: zeer donker
▪ Niveau 3: gemiddeld (fabrieksinstellin-
gen)
▪ Niveau 5: zeer licht
Achtergrondschermen
De weergave van achtergrondschermen
bij het opstarten van het toestel kan wor-
den in- en uitgeschakeld.
▪ Aan (fabrieksinstellingen)
▪ Uit
Uitschakeltijd
Als er geen kookgerei wordt gebruikt,
maar het toestel toch is ingeschakeld,
wordt het na een bepaalde tijdsduur zon-
der handeling van de gebruiker automa-
tisch uitgeschakeld.
▪ 3 minuten (fabrieksinstellingen)
▪ 15 minuten
▪ …
▪ 30 minuten
22
5 Persoonlijke instellingen
5.5 Datum
De datum kan worden opgevraagd en ge-
wijzigd.
5.6 Klok
Tijdstip
Het tijdstip kan in het Europese 24-uurs of
het Amerikaanse 12-uurs-formaat (am/
pm) worden weergegeven.
▪ 12-uurs-formaat
▪ 24-uurs-formaat (fabrieksinstelling)
Zomertijdomschakeling
Indien deze functie is geactiveerd, vindt
de omschakeling tussen zomer- en winter-
tijd automatisch plaats.
▪ Aan (fabrieksinstellingen)
▪ Uit
5.7 Meldingen
Meldingen en aanwijzingen die tijdens het
gebruik verschijnen, kunnen worden uitge-
schakeld resp. onderdrukt.
▪ Aan
▪ Uit (fabrieksinstellingen)
5.8 Geluiden
Geluidssignalen
Het volume van de geluidssignalen kan
worden gewijzigd of uitgeschakeld. U
heeft de keuze uit 3 verschillende volu-
mes.
▪ Uit
▪ Zacht
▪ Gemiddeld (fabrieksinstellingen)
▪ Hard
Het eindsignaal en de alarmsignalen worden nooit uitgeschakeld.
Toetstonen
Het volume van de toetstonen kan worden
gewijzigd of uitgeschakeld. U heeft de
keuze uit 3 verschillende volumes.
▪ Uit (fabrieksinstellingen)
▪ Zacht
▪ Gemiddeld
▪ Hard
5.9 Hulpfuncties
MemoryFunction
Wordt kookgerei verschoven of opgetild,
dan blijven de instellingen gedurende de
ingestelde tijdspanne opgeslagen en wor-
den deze bij het neerzetten automatisch
overgenomen (zie pagina 13). De instellin-
gen kunnen tot 60 seconden worden op-
geslagen.
▪ 0 seconden
▪ …
▪ 20 seconden (fabrieksinstellingen)
▪ …
▪ 60 seconden
23
5 Persoonlijke instellingen
ProfessionalMode
Het vermogensniveau van kookgerei kan
door het verschuiven van het kookgerei
worden veranderd, al naargelang hoever
naar voren of naar achteren het kookgerei
op het kookveld verschoven wordt. Het
hoogste vermogen stemt overeen met
vermogensniveau «9», het laagste vermo-
gen met vermogensniveau «1».
▪ : hoog vermogen vóór/laag vermogen
achter
▪ : laag vermogen vóór/hoog vermogen
achter (fabrieksinstellingen)
Maximaal opgenomen vermogen
Het (maximale) elektrische opgenomen
vermogen van het kookveld kan op een
gewenste waarde worden begrensd. Het
kookveld haalt in een dergelijk geval geen
hoger vermogen uit het stroomnet.
▪ 600 Watt
▪ …
▪ 7400 Watt (fabrieksinstellingen)
5.10 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging zorgt ervoor dat het
toestel niet per ongeluk wordt ingescha-
keld.
Bij ingeschakelde kinderbeveiliging kan
het toestel alleen worden bediend als de
code 3221 in omgekeerde volgorde
wordt ingevoerd. De functies «Timer» en
«Veegbescherming» kunnen ook worden
gebruikt als de kinderbeveiliging is inge-
schakeld.
▪ Aan
▪ Uit (fabrieksinstellingen)
5.11 Toestelinformatie
Onder «Info» vindt u model, artikel- en se-
rienummer (SN) en het servicecontact.
Onder «HW» vindt u informatie over de
hardware en onder «SW» informatie over
de software, terwijl «Lib1» en «Lib2» soft-
warebibliotheken zijn.
▪ Info
▪ HW
▪ SW
▪ Lib1
▪ Lib2
5.12 EcoManagement
Verbruiksweergave
Bij ingeschakelde functie wordt er weer-
gegeven hoeveel energie (kWh) het com-
plete kookveld verbruikt van het moment
van inschakelen tot het moment van uit-
schakelen.
▪ Aan
▪ Uit (fabrieksinstellingen)
24
6 Onderhoud
Verbruiksinformatie
Hier worden de verbruikswaarden van het
totale en gemiddelde verbruik, evenals
het verbruik sinds het inschakelen van het
toestel weergegeven (zie pagina 21). Alle
verbruikswaarden kunnen worden gere-
set. De laatste reset van de verbruiksge-
gevens wordt eveneens weergegeven.
▪ Totale verbruik
▪ Gemiddelde verbruik
▪ Verbruik sinds het inschakelen
▪ Laatste reset
5.13 Fabrieksinstellingen
Gewijzigde persoonlijke instellingen kun-
nen weer worden teruggezet naar fa-
brieksinstellingen. De volgende persoonlij-
ke instellingen kunnen niet worden gere-
set:
▪ Taal
▪ Datum
▪ Tijdstip
▪ Maximaal opgenomen vermogen
▪ Kinderbeveiliging
▪ EcoManagement verbruiksinformatie
5.14 Servicefuncties
De servicefuncties zijn alleen beschikbaar
voor servicemedewerkers van V-ZUG.
6 Onderhoud
Reinig het toestel bij voorkeur pas in koude toestand.
Risico op verbranding!
Reinig het kookveld na elk gebruik, zo wordt het inbranden van voedselresten vermeden.
Ingedroogd c.q. ingebrand vuil is moeilijker te reinigen.
Door een onjuiste behandeling bij de reiniging kunnen het decor of het oppervlak be-
schadigd raken.
Reinig het glaskeramische oppervlak in geen geval met schurende reinigingsmid-
delen, krassende multifunctionele schuursponsjes, staalwol, etc. Het oppervlak kan
daardoor beschadigd raken.
▸ Gebruik uitsluitend een zachte doek of spons, water en een geschikt reinigingsmiddel
voor het reinigen van alledaagse vervuilingen. Neem daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant van het reinigingsmiddel in acht. Het verdient aanbeveling reinigingsmidde-
len met beschermende werking te gebruiken.
▸ Verwijder sterke vuilkorsten bijv. van overgekookte melk in warme toestand met een
reinigingsschaaf voor glaskeramiek. Neem daarbij de aanwijzingen van de fabrikant
van de reinigingsschaaf voor glaskeramiek in acht.
25
6 Onderhoud
▸ Verwijder sterk suikerhoudend voedsel zoals jam in warme toestand met een reini-
gingsschaaf voor glaskeramiek. Anders kan het glaskeramische oppervlak bescha-
digd raken.
▸ Verwijder gesmolten kunststof nog in warme toestand met een reinigingsschaaf voor
glaskeramiek. Anders kan het glaskeramische oppervlak beschadigd raken.
▸ Verwijder kalkvlekken in afgekoelde toestand met kleine hoeveelheden kalkoplossend
middel bijv. met azijn of citroensap. Wrijf vervolgens met een vochtige doek na.
Reiniging
Neem de volgende reinigingsinstructies in acht voor een goed resultaat.
▸ Verwijder voor een grondige reiniging eerst het grove vuil en etensresten met een rei-
nigingsschaaf of een speciale reinigingsspons voor glaskeramiek-kookplaten.
▸ Breng enkele druppels van een geschikte reinigingsvloeistof aan op de afgekoelde
kookplaat en wrijf deze in met een papieren handdoek of schone doek.
▸ Wrijf de kookplaat vervolgens af met een vochtige doek en wis hem na met een scho-
ne doek of de zachte kant van een geschikte reinigingsspons.
Gebruik uitsluitend de reinigingsmiddelen en methodes die wij op onze «Homepa-
ge» adviseren.
26
7 Storingen verhelpen
7 Storingen verhelpen
De volgende storingen kunt u eventueel zelf verhelpen. Lukt dit niet, noteer dan de com-
plete storingsmelding (melding, F- en E-nummer) en bel de service.
7.1 Storingsmeldingen
Bij U- en F-meldingen worden alle ingeschakelde kookplaatsen uitgeschakeld.
Melding Mogelijke oorzaak Oplossing
«U-melding»
zie gebruiksaanwij-
zing
SN XXXXX XXXXXX
▪ Verschillende situaties kun-
nen tot een «U-melding»
leiden.
▸ Laat de huishoudelijke installatie
controleren door een elektricien.
▸ Noteer de complete storingsmel-
ding evenals het SN van het toe-
stel.
▸ Bel de service.
«F-melding»
zie gebruiksaanwij-
zing
SN XXXXX XXXXXX
▪ Verschillende situaties kun-
nen tot een «F-melding»
leiden.
▸ Noteer de complete storingsmel-
ding evenals het SN van het toe-
stel.
▸ Bel de service.
«Veiligheidsuitscha-
keling»
▪ Het kookgerei is meer dan
2 uur zonder onderbreking
of een wijziging van de in-
stellingen in gebruik ge-
weest.
▸ Om kookgerei langer dan 2 uur
zonder onderbreking te kunnen
gebruiken, de inschakeltijdsduur
instellen (zie pagina 18).
«Voorwerp of vloei-
stof op display»
▪ Er is sprake van een voor-
werp of vloeistof op het
display.
▸ Verwijder het voorwerp of de
vloeistof van het display.
– De melding verdwijnt.
« AAN-/UIT-toets
wordt geblokkeerd»
▪ Er is sprake van een voor-
werp of vloeistof op het
display.
▪ De AAN-/UIT-toets is de-
fect.
▸ Controleer of de AAN-/UIT-toets
door een voorwerp of vloeistof
worden bedekt.
▸ Noteer het SN van het toestel.
▸ Bel de service.
«Heet voorwerp op
display»
▪ Er is sprake van een heet
voorwerp of hete vloeistof
op het display.
▸ Verwijder het voorwerp of de
vloeistof van het display.
– De melding verdwijnt.
27
7 Storingen verhelpen
Melding Mogelijke oorzaak Oplossing
«Maximaal vermogen
overschreden»
▪ Het ingestelde vermogens-
niveau en de ingestelde in-
stellingsoptie «AutoPo-
werPlus» hebben meer ver-
mogen nodig dan het
soort aansluiting en/of de
in de persoonlijke instellin-
gen gedefinieerde maxima-
le waarden toelaten.
▸ Instellingsoptie «AutoPowerPlus»
uitschakelen (zie pagina 15).
▪ Indien de melding zich op-
nieuw voordoet:
▸ In de persoonlijke instellingen
onder «Hulpfuncties» en «Maxi-
maal opgenomen vermogen» de
waarde van het opgenomen ver-
mogen verhogen of het maxima-
le vermogen van het kookveld
instellen (zie pagina 23).
▪ Indien de melding zich op-
nieuw voordoet:
▸ Bel de service.
«Kookgerei niet ge-
schikt voor inductie»
▪ Het kookgerei is niet ge-
schikt voor inductie.
▸ Geschikt, magnetiseerbaar
kookgerei gebruiken.
«Kinderbeveiliging
vrijschakelen»
▪ De kinderbeveiliging is ge-
activeerd.
▸ Kinderbeveiliging uitschakelen
(zie pagina 24).
7.2 Na een stroomonderbreking
De persoonlijke instellingen blijven behouden.
Probleem Oplossing
Stroomonderbreking
▸ Houd de toets ingedrukt tot de volgende melding op het dis-
play verschijnt: «Netonderbreking».
▸ Datum en tijdstip indien nodig opnieuw instellen (zie pagina
23).
7.3 Verdere mogelijke problemen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het toestel functio-
neert niet en alle dis-
plays zijn donker.
▪ De zekering of de automa-
tische zekering van de wo-
ning c.q. de huishoudelijke
installatie is defect
▸ Vervang de zekering.
▸ Schakel de automatische zeke-
ring weer in.
▪ De zekering of de automa-
tische zekering wordt
meermaals geactiveerd
▸ Bel de service.
▪ Onderbreking in de
stroomtoevoer
▸ Controleer de stroomtoevoer.
28
7 Storingen verhelpen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het toestel levert niet
meer het volle ver-
mogen.
▪ Het toestel is gedurende
een langere tijd zonder on-
derbreking in bedrijf ge-
weest
▸ Plaats het kookgerei op een
koude plek op het kookveld.
▸ Schakel het toestel uit en wacht
tot het toestel is afgekoeld.
De warmte in het
kookgerei wordt on-
voldoende of niet ge-
lijkmatig genoeg ver-
deeld.
▪ Ongunstige plaatsing van
het kookgerei op het kook-
veld
▸ Verschuif het kookgerei lichtjes
op het kookveld.
▪ Het kookgerei is niet ge-
schikt voor inductie of is
beschadigd
▸ Kookgerei gebruiken (zie pagina
11) dat geschikt is voor inductie
en dat onbeschadigd is.
De MemoryFunction
werkt niet.
▪ De in de hulpfuncties inge-
stelde tijdspanne is te kort
om de positie van het
kookgerei te veranderen.
▸ Voor de tijdspanne minimaal
een waarde van 5 seconden in-
stellen (zie pagina 23).
Het kookgerei wordt
niet herkend.
▪ Het kookgerei is te klein. ▸ Verschuif het kookgerei lichtjes
op het kookveld.
▪ Twee pannen staan te
dicht naast elkaar
▸ Zet de pannen verder uit elkaar.
▸ Til het kookgerei eraf en zet het
opnieuw op het kookveld.
▪ Het kookgerei is niet ge-
schikt voor inductie of is
beschadigd
▸ Kookgerei gebruiken (zie pagina
11) dat geschikt is voor inductie
en dat onbeschadigd is.
▪ Het kookgerei bevond zich
reeds vóór het inschakelen
van het kookveld op het
kookveld.
▸ Til het kookgerei eraf en zet het
opnieuw op het kookveld.
Het display kan niet
meer worden be-
diend.
▪ Het display wordt gestoord
door magnetische velden.
▪ Er is sprake van een voor-
werp of vloeistof op het
display.
▸ Houd de toets 3 seconden in-
gedrukt.
▸ Houd de toets ingedrukt tot
de weergaven op het display
verschijnen.
Op het display over-
lappen kookplaatsen
elkaar.
▪ Het kookveld herkent de
grootte van het kookgerei
niet.
▪ De bodem van het kook-
gerei staat niet volledig op
het kookveld.
▸ Til het kookgerei eraf en zet het
opnieuw op het kookveld.
De kookplek schakelt
tijdens het bedrijf om
naar vermogensni-
veau "0".
▪ Het kookgerei is niet ge-
schikt voor inductie of
heeft een diameter van
≤10 cm.
▸ Gebruik kookgerei (zie pagina
11) dat geschikt is voor inductie
en dat onbeschadigd is met een
diameter van ≥10cm.
29
8 Toebehoren
8 Toebehoren
Premium Teppan Yaki-plaat
9 Technische gegevens
9.1 Gegevens van het product
Conform EU-verordening nr. 66/2014
Modelnummer GK 31093
Typeaanduiding GK GK11TIXFKZ
Aantal kookzones 1
Verwarmingstechnologie Inductie-kookzone
Afmeting van de kookzone cm 45 × 58
Energieverbruik per
kookzone
Wh/kg 192
Energieverbruik van het
gehele kookveld EC
Wh/kg 192
9.2 EcoStandby
Om onnodig energieverbruik te voorkomen, is het toestel uitgerust met de spaarauto-
maat EcoStandby .
De diepste waarde van het stroomverbruik kan worden bereikt als aan de volgen-
de voorwaarden is voldaan:
▪ Persoonlijke instelling «V-ZUG-Home modus » is geselecteerd
▪ De timer is uitgeschakeld
▪ De ventilator is uitgeschakeld
▪ De restwarmte-indicatie is uitgeschakeld
▪ Er is geen foutmelding te zien
▪ Het toestel staat sinds minstens 5 seconden op stand-by
Ondanks de EcoStandby blijven de veiligheidsfuncties actief.
9.3 «Open source» licentie-verwijzing
Uw toestel bevat de open source-software Newlib. Deze valt onder de licentievoorwaar-
den volgens hoofdstuk 4.1 (4.1.1–4.1.8; 4.1.9; 4.1.10; 4.1.14–4.1.16) van het bijgevoeg-
de open-source-software-licentiedocument.
30
10 Tips en trucs
10 Tips en trucs
10.1 Energiebesparend koken
Neem voor een zo efficiënt mogelijke energieopname en gelijkmatige warmteverdeling
het volgende in acht:
▪ De bodem van het kookgerei moet schoon, droog en niet ruw zijn.
▪ De bodem van het kookgerei moet vlak zijn.
▪ Gebruik een goed sluitende deksel.
▪ Pas de diameter van het kookgerei aan het vulgewicht aan.
▪ Gebruik bij gerechten die lang moeten koken geïsoleerde pannen en stoompannen.
▪ Gebruik voor het koken van groente zoals aardappelen een stoominzet.
10.2 Frituren
Door de hitte die tijdens het frituren ontstaat, kan het vermogen van het kookveld/toestel
nadelig worden beïnvloed.
▸ Plaats het kookgerei linksachter of
rechtsachter op het kookveld.
31
11 Afvoer
11 Afvoer
11.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
11.2 Veiligheid
Maak het apparaat onbruikbaar, zodat ongelukken kunnen worden voorkomen door on-
eigenlijk gebruik (bijvoorbeeld door spelende kinderen):
▸ Koppel het apparaat los van het stroomnet. Bij een vast gemonteerd apparaat moet
dit door een erkend elektricien worden uitgevoerd! Snij vervolgens het netsnoer bij het
apparaat los.
11.3 Afvoer
▪ Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
▪ Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
▪ Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
32
12 Trefwoordenlijst
A
AAN/UIT-toets...................................................... 8
Afvoer................................................................. 32
Alarmsignalen................................................... 23
AutoPowerPlus ............................................. 9, 15
B
Braden ............................................................... 10
behoedzaam................................................. 10
sterk ............................................................... 10
D
Datum................................................................. 23
Demomodus ........................................................ 8
Display ........................................................... 8, 11
Achtergrondschermen ................................ 22
Helderheid instellen..................................... 22
Uitschakeltijd ................................................ 22
Doorkoken......................................................... 10
E
EcoManagement....................................... 21, 24
Verbruiksinformatie...................................... 21
Verbruiksweergave..................................8, 21
EcoStandby....................................................... 30
Eerste inbedrijfstelling........................................ 8
Eindsignaal........................................................ 23
Energiebesparend koken ............................... 31
F
Foutmeldingen.................................................. 27
Frituren........................................................ 10, 31
G
Garantieverlenging .......................................... 35
Gebruiksaanwijzingen ........................................ 5
Geldigheidsbereik............................................... 2
Geluiden tijdens het bedrijf ............................ 11
Geluidssignalen................................................ 23
GourmetGuide ..................................................... 9
H
Helderheid instellen......................................... 22
Hulpfuncties ...................................................... 23
I
Inkoken .............................................................. 10
Inschakeltijdsduur........................................ 9, 18
Instellingsopties................................................... 9
K
Kinderbeveiliging ............................................. 24
Kookgerei
Geschikt kookgerei ..................................... 11
Herkennen..................................................... 10
Positie wijzigen...................................... 10, 23
Snel opwarmen (AutoPowerPlus)............. 15
Water verwarmen (PowerPlus).................. 14
Kookplaats
Display ........................................................... 10
Instellingen opslaan .................................... 13
Kookveld............................................................... 8
Kookzone ............................................................. 8
Korte handleiding............................................. 36
M
Meldingen
Fout ................................................................ 27
Uitschakelen ................................................. 23
MemoryFunction........................................ 13, 23
Modelnaam .......................................................... 2
Modelnummer ..................................................... 2
O
Opwarmen.................................................. 10, 17
P
Pauze ............................................................. 8, 19
Persoonlijke instellingen.................................... 8
PowerPlus.......................................................... 14
Problemen......................................................... 27
Productinformatieblad..................................... 30
ProfessionalMode ................................. 9, 16, 24
S
Service & Support............................................ 35
Slider ..................................................................... 9
Smelten....................................................... 10, 17
Statusweergave................................................... 8
Storing
Meldingen...................................................... 27
Stroomonderbreking ................................... 28
Storingen ........................................................... 27
Stoven ................................................................ 10
Stroomonderbreking ....................................... 28
Sudderen ........................................................... 17
Symbolen.............................................................. 4
T
Taal ..................................................................... 22
Technische gegevens ..................................... 30
Technische vragen .......................................... 35
Teppan Yaki-plaat ..................................... 14, 30
Tijd
33
Display ..............................................................8
Tijdstip
Instellen ......................................................... 23
Zomer-/wintertijd.......................................... 23
Timer .............................................................. 8, 20
Toestel afvoeren............................................... 32
Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften
........................................................................ 5
Toetstonen......................................................... 23
Type....................................................................... 2
Typeplaatje........................................................ 35
V
Veegbescherming........................................ 8, 19
Veiligheidsaanwijzingen
Algemene .........................................................4
Verbruiksinformatie.......................................... 21
Terugzetten/resetten ................................... 25
Verbruiksweergave ................................... 21, 24
Vermogensniveaus .......................................... 10
Automatisch wijzigen (ProfessionalMode)
................................................................. 16, 24
Verzorging en onderhoud .............................. 25
Volume............................................................... 23
V-ZUG-Home........................................................ 8
W
Warmhouden .................................................... 17
Wellen ................................................................ 10
Z
Zomer-/wintertijd .............................................. 23
34
13 Service & Support
13 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Waar is het typeplaatje gesitueerd?
1
Typeplaatje met serienummer (SN)
1
Een tweede typeplaatje is bijgesloten en dient in het inbouwmeubel onder het kookveld
geplakt te worden.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
35
Korte handleiding
Lees eerst de veiligheidsaanwijzingen in de bedieningshandleiding!
Toestel inschakelen
▸ Houd de toets zo lang ingedrukt tot op het display de weergaven te zien zijn.
Kookgerei in gebruik nemen
▸ Plaats het kookgerei zo op het kookveld dat de onderkant van het kookgerei volledig
op het kookveld staat.
– Op het display verschijnt de herkende kookplaats.
▸ Raak de op het display weergegeven kookplaats aan.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Selecteer het gewenste vermogensniveau door de slider aan te raken of deze door
glijdende bewegingen te verplaatsen.
– In de weergegeven kookplaats verschijnt het gekozen vermogensniveau.
Kookplaats uitschakelen
▸ Selecteer op het display een kookplaats.
– Op het display verschijnt de slider.
▸ Selecteer vermogensniveau «0» door de slider aan te raken of deze door glijdende
bewegingen te verplaatsen.
– De kookplaats wordt uitgeschakeld.
– Op het kookplaats-display wordt het vermogensniveau «0» weergegeven.
▸ Verwijder het kookgerei van het kookveld.
– Het kookplaats-display gaat uit.
Toestel uitschakelen
▸ Houd de toets zo lang ingedrukt tot op het display het volgende staat: «Restwarm-
te».
– Het toestel koelt nu af.
– Na het afkoelen gaat het toestel uit.
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
1064525-R02
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
-
25
-
26
-
27
-
28
-
29
-
30
-
31
-
32
-
33
-
34
-
35
-
36
