AEG ATS68F6NW Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5
3. INSTALLATIE........................................................................................................7
4. BEDIENING.......................................................................................................... 9
5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10
6. AANWIJZINGEN EN TIPS..................................................................................11
7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................13
8. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................14
9. GELUIDEN..........................................................................................................16
10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................17
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN....................................................17
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
www.aeg.com2
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het
apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed
zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk
zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
1.2 Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting
van voedsel te voorkomen:
NEDERLANDS 3
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact
kunnen komen met voedsel en toegankelijke
afwateringssystemen;
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische
apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant
worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om
te voorkomen dat er schimmel in het apparaat
ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen
met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
www.aeg.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan
regen.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om
krassen op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
WAARSCHUWING!
Zorg er bij het plaatsen van
het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of
wordt beschadigd.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen
meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor)
niet beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas
met een hoge ecologische compatibiliteit.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat
isobutaan bevat, niet beschadigt.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
NEDERLANDS 5
bevinden. Lucht de ruimte indien dit
gebeurt.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel
alvorens het in het vriesvak te
plaatsen.
2.4 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.5 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten,
lichtbronnen, deurklinken,
deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige
van deze reserveonderdelen alleen
beschikbaar zijn voor professionele
reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10
jaar nadat het model is stopgezet.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
www.aeg.com6
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Afmetingen
H1
H2
W1
D1
W2
D2
W3
D3
Totale afnmetingen ¹
H1 mm 850
W1 mm 595
D1 mm 635
¹ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat zonder de handgreep en de
voeten
Benodigde ruimte in gebruik ²
H2 mm 950
W2 mm 600*
D2 mm 690
² de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht
* verhoogd tot 660 mm als de
kamertemperatuur hoger is dan 38°C
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H2 mm 950
W3 mm 660
D3 mm 1175
³ de hoogte, breedte en diepte van het
apparaat inclusief de handgreep, plus de
ruimte die nodig is voor de vrije circulatie
van de koellucht, plus de ruimte die
nodig is om de deur te openen tot de
minimale hoek waardoor alle interne
apparatuur kan worden verwijderd
3.2 Locatie
Raadpleeg de installatie-
instructies voor de installatie.
NEDERLANDS 7
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
als een ingebouwd apparaat.
In het geval van een andere installatie
dan vrijstaand, met inachtneming van de
ruimte die nodig is voor
gebruiksafmetingen, zal het apparaat
correct functioneren, maar het
energieverbruik kan licht toenemen.
Installeer het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (oven, kachels,
radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op
een plek met direct zonlicht om de beste
functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij
kan circuleren rond de achterkant van de
kast.
Dit apparaat moet in een droge, goed
geventileerde positie binnenshuis
worden geïnstalleerd.
Als het apparaat onder een wandkast
wordt geplaatst, moet de minimale
afstand tussen de bovenkant van de kast
en de wandkast worden gerespecteerd
om optimale prestaties te garanderen.
Voor de beste prestatie kunt u het
apparaat echter beter niet onder een
wandkast zetten. Met de verstelbare
pootjes onderop de kast zorgt u ervoor
dat het apparaat waterpas staat.
LET OP!
Als u het apparaat tegen de
wand plaatst, maak dan
gebruik van de
meegeleverde
afstandhouders of houd
rekening met de minimum
afstand die in de installatie-
instructies wordt aangeduid.
LET OP!
Als u het apparaat met de
zijkant tegen een wand
installeert, raadpleeg dan de
installatie-instructies om de
minimale afstand tussen de
wand en de zijkant van het
apparaat, te begrijpen om de
deurscharnieren voldoende
ruimte te geven om de deur
te openen als de interne
apparatuur moet worden
verwijderd (bijv. bij
reiniging).
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur variërend
van 10°C tot 43°C.
De juiste werking van het
apparaat kan enkel
gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar
het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het
apparaat van de
hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet
daarom na installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
3.3 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels. Raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -
richtlijnen.
3.4 Waterpas zetten
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas is
wanneer u het plaatst. Deze stand kan
bereikt worden met de twee afstelbare
voetjes die aan de voorkant en
onderkant van het apparaat bevestigd
zijn.
www.aeg.com8
3.5 Omkeerbaarheid van de
deur
Raadpleeg het afzonderlijke document
met instructies voor installatie en
omdraaien van de deur.
LET OP!
Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de
deur de vloer met een
duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
4. BEDIENING
4.1 Bedieningspaneel
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1
AAN/UIT-controlelampje
2
AAN-/UIT-toets
3
Toets om de temperatuur hoger te
zetten
4
Display
5
Toets om de temperatuur lager te
zetten
6
Alarmindicatielampje
7
Alarmstop-knop
8
Frostmatic Controlelampje
9
Frostmatic Knop
4.2 Inschakelen
Laat het apparaat na plaatsing 4 uur
staan.
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact
2. Druk op de AAN/UIT-toets.
Het AAN/UIT-controlelampje gaat
branden. Het apparaat is
ingeschakeld.
Wanneer u het apparaat
voor de eerste keer schakelt,
knippert het alarm-
controlelampje en klinkt het
geluidsalarm tot de interne
temperatuur is bereikt die
nodig is voor het veilig
bewaren van
diepvriesvoeding. Druk op
de Alarmstopknop om het
geluidsalarm uit te
schakelen.
NEDERLANDS 9
4.3 Uitschakelen
Druk gedurende 3 seconden op de toets
AAN/UIT.
Alle controlelampjes lichten op en het
display schakelt uit.
Trek de stekker uit het
stopcontact om de
stroomtoevoer naar het
apparaat af te sluiten.
4.4 Temperatuurregeling
De standaard temperatuur van de vriezer
is -18°C.
De temperatuur kan gewijzigd worden
door op de toets Temperatuur warmer/
kouder te drukken. De ingestelde
temperatuur zal binnen 24 uur worden
bereikt.
De ingestelde temperatuur wordt in het
display weergegeven.
Na een stroomonderbreking
blijft de ingestelde
temperatuur opgeslagen.
4.5 Frostmatic -functie
De Frostmatic wordt gebruikt voor het
voorvriezen en snel invriezen in volgorde
van het vriesvak. Deze functie versnelt
het invriezen van vers voedsel en
beschermt voedsel dat reeds is
geconserveerd tegen ongewenste
opwarming.
Activeer om vers voedsel in
te vriezen de Frostmatic-
functie ten minste 24 uur
voordat u het voedsel erin
plaatst om het voorvriezen te
voltooien.
1. Druk op toets Frostmatic om de
functie in te schakelen. Het
Frostmatic-controlelampje gaat
branden. De compressor zal constant
gaan lopen om ervoor te zorgen dat
het verse voedsel zo snel mogelijk
wordt ingevroren.
2. Plaats het voedsel in het vriesvak of
de vriesvakken en laat de functie
Frostmatic nog eens 24 uur aan
staan.
3. Druk als het voedsel eenmaal is
ingevroren op de knop Frostmatic en
het Frostmatic-controlelampje gaat
branden.
De Frostmatic-functie stopt
automatisch na 52 uur.
4. Verplaats het bevroren voedsel van
de vriesvakken naar de
bewaarvakken om plaats te maken
voor in te vriezen voedsel.
4.6 Alarm bij hoge
temperatuur
Wanneer de temperatuur in het apparaat
boven -11°C stijgt (bijvoorbeeld als
gevolg van een eerdere stroomstoring),
klinkt er een geluidsalarm en knippert het
alarm-controlelampje.
Druk op de Alarmstopknop om het
geluidsalarm te deactiveren. Het display
toont gedurende een aantal seconden de
hoogste temperatuur. En toont dan weer
de ingestelde temperatuur.
Het Alarm-controlelampje
blijft knipperen tot de interne
temperatuur is bereikt die
nodig is voor het veilig
bewaren van
diepvriesvoeding.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
5.1 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het
invriezen van vers voedsel en om
diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
Frostmatic-functie ten minste 24 uur
voordat u het in te vriezen voedsel in het
vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig
verdeeld in het derde en vierde vak of de
derde en vierde lade vanaf de
bovenkant.
De maximale hoeveelheid
levensmiddelen die kunnen worden
ingevroren zonder andere verse
levensmiddelen toe te voegen,
www.aeg.com10
gedurende 24 uur, staat aangegeven op
het typeplaatje (een label dat zich aan de
binnenkant van het apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid,
keert het apparaat automatisch terug
naar de vorige temperatuurinstelling (zie
"Frostmatic-functie").
5.2 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor de eerste keer
inschakelt of na een periode dat het niet
is gebruikt, dient u het apparaat minstens
3 uur te laten werken met de Frostmatic-
functie ingeschakeld, voordat u de
producten in het vak legt.
De vrieslades zorgen ervoor dat je het
gewenste voedsel snel en eenvoudig kan
terugvinden. Verwijder alle lades als er
grote hoeveelheden voedsel bewaard
moeten worden, behalve de onderste
lade die nodig is voor een goede
luchtcirculatie.
Bewaar het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP!
Bij onbedoelde ontdooiing
door bijvoorbeeld
stroomuitval, waarbij de
stroom langer is
uitgeschakeld dan de
waarde die op het
typeplaatje staat, onder
'tijdsduur', moet het
ontdooide voedsel snel
worden geconsumeerd of
onmiddellijk worden bereid,
vervolgens afgekoeld en
daarna opnieuw worden
ingevroren. Zie 'Alarm hoge
temperatuur'.
5.3 Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd,
worden ontdooid in de koelkast of in een
plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel.
Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren
gekookt worden.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Tips voor
energiebesparing
De interne configuratie van het
apparaat zorgt voor het meest
efficiënte energiegebruik.
De deur niet vaker openen of open
laten staan dan noodzakelijk.
Hoe kouder de temperatuurinstelling,
hoe hoger het energieverbruik.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek
de ventilatieroosters of -gaten niet af.
Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in
het apparaat lucht door speciale
gaten in de achterzijde van het
apparaat laten circuleren.
6.2 Tips voor het invriezen
Activeer de Frostmatic-functie ten
minste 24 uur voordat u het voedsel in
het vriesvak legt.
Vóór het invriezen verpakken en
verzegelen van vers voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie of zakken,
luchtdichte containers met deksel.
Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine
porties.
Het wordt aanbevolen om etiketten en
datums op al uw diepvriesproducten
te plakken. Dit zal helpen
voedingsmiddelen te identificeren en
te weten wanneer ze moeten worden
gebruikt voordat ze bederven.
Het voedsel moet vers zijn wanneer
het wordt ingevroren om een goede
kwaliteit te behouden. Vooral
groenten en fruit moeten na de oogst
worden ingevroren om al hun
voedingsstoffen te behouden.
Flessen of blikken met vloeistoffen
niet invriezen, in het bijzonder
dranken die kooldioxide bevatten - ze
kunnen exploderen tijdens het
invriezen.
Plaats geen warm voedsel in het
koelvak. Koel het af bij
NEDERLANDS 11
kamertemperatuur voordat u het in
het vak plaatst.
Om te voorkomen dat de temperatuur
van al ingevroren voedsel toeneemt,
dient u vers voedsel hier niet direct
naast te plaatsen. Plaats voedsel op
kamertemperatuur in het deel van het
vriesvak waar geen bevroren voedsel
is.
IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit
de vriezer zijn gehaald opeten.
Gevaar voor bevriezing.
Ontdooid voedsel niet opnieuw
invriezen. Als het voedsel ontdooid is,
kook het dan, koel het af en vries het
dan in.
6.3 Tips voor het bewaren
van ingevroren voedsel
Een hogere temperatuurinstelling in
het apparaat kan leiden tot een
kortere houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het
voedsel om de lucht vrij te laten
circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het
etiket van de voedselverpakking om
de houdbaarheid van voedsel te
bekijken.
Het is belangrijk om het voedsel
zodanig in te pakken dat er geen
water, vocht of condensatie in kan
komen.
6.4 Winkeltips
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet
beschadigd is - het voedsel kan
bedorven zijn. Als de verpakking
gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden
opgeslagen en is het ontdooien
mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken,
koopt u diepvriesproducten aan het
einde van uw boodschappen en
vervoert u ze in een thermische en
geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten
onmiddellijk na terugkomst uit de
winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid
is, mag u het niet opnieuw invriezen.
Consumeer het zo snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
6.5 Houdbaarheid
Soort gerecht Houdbaarheid
(maanden)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (bijv. mozzarella)
Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
www.aeg.com12
Soort gerecht Houdbaarheid
(maanden)
Vette vis (bv. zalm, makreel)
Magere vis (bv. kabeljauw, bot)
Garnalen
Schelpdieren en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP!
De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 De vriezer ontdooien
Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat
er geen rijp gevormd wordt als het
vriesvak werkt, noch op de
binnenwanden, noch op het voedsel.
7.4 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deur open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
NEDERLANDS 13
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Bel een gekwalificeerd
elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De kast recent is ingescha‐
keld.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De compressor werkt conti‐
nu.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er worden veel producten te‐
gelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Raadpleeg het hoofdstuk
“Installatie”.
Het voedsel dat in het appa‐
raat werd geplaatst, was te
warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u
het opslaat.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De functie Frostmatic is in‐
geschakeld.
Zie de rubriek over "Frost‐
matic-functie".
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
"Frostmatic", of na het ver‐
anderen van de tempera‐
tuur.
De compressor start na eni‐
ge tijd.
Dit is normaal, er is geen
storing.
www.aeg.com14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het venti‐
latierooster aan.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
Deur gaat niet makkelijk
open.
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De pakking is vervormd of
vuil.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
hoog.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam‐
perbak boven de compres‐
sor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De "Frostmatic-functie" is in‐
geschakeld.
Schakel "Frostmatic-functie"
handmatig uit of wacht tot de
functie automatisch deacti‐
veert om de temperatuur in
te stellen. Raadpleeg de ru‐
briek over "Frostmatic-func‐
tie".
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten te‐
gelijk bewaard.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
NEDERLANDS 15
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De functie Frostmatic is in‐
geschakeld.
Zie de rubriek over "Frost‐
matic-functie".
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat is. Zie het hoofdstuk
'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
8.2 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
9. GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
www.aeg.com16
10. TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de informatie gerelateerd
aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden
geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde
informatie in EPREL te vinden via de link
https://eprel.ec.europa.eu
en de
modelnaam en het productnummer die u
vindt op het typeplaatje van het
apparaat.
Zie de link
www.theenergylabel.eu
voor
gedetailleerde informatie over het
energielabel.
11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het
toestel voor elke EcoDesign-verificatie
moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de
afmetingen van de uitsparingen en de
minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de
voorschriften van deze
gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor
verdere informatie, inclusief laadplannen.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
NEDERLANDS 17

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 2 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 5 3. INSTALLATIE........................................................................................................7 4. BEDIENING.......................................................................................................... 9 5. DAGELIJKS GEBRUIK....................................................................................... 10 6. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................. 11 7. ONDERHOUD EN REINIGING...........................................................................13 8. PROBLEEMOPLOSSING................................................................................... 14 9. GELUIDEN..........................................................................................................16 10. TECHNISCHE GEGEVENS..............................................................................17 11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN.................................................... 17 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.aeg.com/support Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer. De informatie staat op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu‑informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die NEDERLANDS 3 voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd. Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. 1.2 Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. Neem de volgende instructies in acht om besmetting van voedsel te voorkomen: 4 www.aeg.com open de deur niet gedurende lange perioden; reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen; WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat. Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – – • • • • • • • • • NEDERLANDS 5 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. 2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • • • • • • • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • • • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer 6 www.aeg.com • • • • • • • • • bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen. • • • 2.6 Service • • • 2.4 Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. 2.5 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet. 2.7 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie NEDERLANDS m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • 7 Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. 3. INSTALLATIE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. D3 D1 3.1 Afmetingen W3 D2 H1 H2 W1 W2 * verhoogd tot 660 mm als de kamertemperatuur hoger is dan 38°C Totale afnmetingen ¹ H1 mm 850 Totale benodigde ruimte in gebruik ³ W1 mm 595 H2 mm 950 D1 mm 635 W3 mm 660 D3 mm 1175 ¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zonder de handgreep en de voeten Benodigde ruimte in gebruik ² H2 mm 950 W2 mm 600* D2 mm 690 ² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht ³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwijderd 3.2 Locatie Raadpleeg de installatieinstructies voor de installatie. 8 www.aeg.com Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik als een ingebouwd apparaat. In het geval van een andere installatie dan vrijstaand, met inachtneming van de ruimte die nodig is voor gebruiksafmetingen, zal het apparaat correct functioneren, maar het energieverbruik kan licht toenemen. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 43°C. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd. Als het apparaat onder een wandkast wordt geplaatst, moet de minimale afstand tussen de bovenkant van de kast en de wandkast worden gerespecteerd om optimale prestaties te garanderen. Voor de beste prestatie kunt u het apparaat echter beter niet onder een wandkast zetten. Met de verstelbare pootjes onderop de kast zorgt u ervoor dat het apparaat waterpas staat. LET OP! Als u het apparaat tegen de wand plaatst, maak dan gebruik van de meegeleverde afstandhouders of houd rekening met de minimum afstand die in de installatieinstructies wordt aangeduid. LET OP! Als u het apparaat met de zijkant tegen een wand installeert, raadpleeg dan de installatie-instructies om de minimale afstand tussen de wand en de zijkant van het apparaat, te begrijpen om de deurscharnieren voldoende ruimte te geven om de deur te openen als de interne apparatuur moet worden verwijderd (bijv. bij reiniging). Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. 3.3 Elektrische aansluiting • • • • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Dit apparaat voldoet aan de EEG richtlijnen. 3.4 Waterpas zetten Zorg ervoor dat het apparaat waterpas is wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelbare voetjes die aan de voorkant en onderkant van het apparaat bevestigd zijn. NEDERLANDS 9 LET OP! Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen. 3.5 Omkeerbaarheid van de deur Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur. 4. BEDIENING 4.1 Bedieningspaneel 1 2 3 4 1 AAN/UIT-controlelampje 2 AAN-/UIT-toets 3 Toets om de temperatuur hoger te zetten 4 Display 5 Toets om de temperatuur lager te zetten 4.2 Inschakelen Laat het apparaat na plaatsing 4 uur staan. 1. Steek dan de stekker in het stopcontact 2. Druk op de AAN/UIT-toets. Het AAN/UIT-controlelampje gaat branden. Het apparaat is ingeschakeld. 5 6 7 8 9 6 7 8 Alarmindicatielampje Alarmstop-knop Frostmatic Controlelampje Frostmatic Knop Wanneer u het apparaat voor de eerste keer schakelt, knippert het alarmcontrolelampje en klinkt het geluidsalarm tot de interne temperatuur is bereikt die nodig is voor het veilig bewaren van diepvriesvoeding. Druk op de Alarmstopknop om het geluidsalarm uit te schakelen. 9 10 www.aeg.com 4.3 Uitschakelen Druk gedurende 3 seconden op de toets AAN/UIT. Alle controlelampjes lichten op en het display schakelt uit. Trek de stekker uit het stopcontact om de stroomtoevoer naar het apparaat af te sluiten. 4.4 Temperatuurregeling De standaard temperatuur van de vriezer is -18°C. De temperatuur kan gewijzigd worden door op de toets Temperatuur warmer/ kouder te drukken. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. De ingestelde temperatuur wordt in het display weergegeven. Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen. 4.5 Frostmatic -functie De Frostmatic wordt gebruikt voor het voorvriezen en snel invriezen in volgorde van het vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Frostmaticfunctie ten minste 24 uur voordat u het voedsel erin plaatst om het voorvriezen te voltooien. 1. Druk op toets Frostmatic om de functie in te schakelen. Het Frostmatic-controlelampje gaat branden. De compressor zal constant gaan lopen om ervoor te zorgen dat het verse voedsel zo snel mogelijk wordt ingevroren. 2. Plaats het voedsel in het vriesvak of de vriesvakken en laat de functie Frostmatic nog eens 24 uur aan staan. 3. Druk als het voedsel eenmaal is ingevroren op de knop Frostmatic en het Frostmatic-controlelampje gaat branden. De Frostmatic-functie stopt automatisch na 52 uur. 4. Verplaats het bevroren voedsel van de vriesvakken naar de bewaarvakken om plaats te maken voor in te vriezen voedsel. 4.6 Alarm bij hoge temperatuur Wanneer de temperatuur in het apparaat boven -11°C stijgt (bijvoorbeeld als gevolg van een eerdere stroomstoring), klinkt er een geluidsalarm en knippert het alarm-controlelampje. Druk op de Alarmstopknop om het geluidsalarm te deactiveren. Het display toont gedurende een aantal seconden de hoogste temperatuur. En toont dan weer de ingestelde temperatuur. Het Alarm-controlelampje blijft knipperen tot de interne temperatuur is bereikt die nodig is voor het veilig bewaren van diepvriesvoeding. 5. DAGELIJKS GEBRUIK 5.1 Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Frostmatic-functie ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in het derde en vierde vak of de derde en vierde lade vanaf de bovenkant. De maximale hoeveelheid levensmiddelen die kunnen worden ingevroren zonder andere verse levensmiddelen toe te voegen, NEDERLANDS gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt). LET OP! Bij onbedoelde ontdooiing door bijvoorbeeld stroomuitval, waarbij de stroom langer is uitgeschakeld dan de waarde die op het typeplaatje staat, onder 'tijdsduur', moet het ontdooide voedsel snel worden geconsumeerd of onmiddellijk worden bereid, vervolgens afgekoeld en daarna opnieuw worden ingevroren. Zie 'Alarm hoge temperatuur'. Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het apparaat automatisch terug naar de vorige temperatuurinstelling (zie "Frostmatic-functie"). 5.2 Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt of na een periode dat het niet is gebruikt, dient u het apparaat minstens 3 uur te laten werken met de Frostmaticfunctie ingeschakeld, voordat u de producten in het vak legt. De vrieslades zorgen ervoor dat je het gewenste voedsel snel en eenvoudig kan terugvinden. Verwijder alle lades als er grote hoeveelheden voedsel bewaard moeten worden, behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Bewaar het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur. 11 5.3 Ontdooien Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water. Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden. 6. AANWIJZINGEN EN TIPS 6.1 Tips voor energiebesparing • • • • • De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik. De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk. Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik. Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af. Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in het apparaat lucht door speciale gaten in de achterzijde van het apparaat laten circuleren. 6.2 Tips voor het invriezen • • Activeer de Frostmatic-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt. Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: • • • • • aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel. Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven. Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden. Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen. Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij 12 www.aeg.com • • • kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst. Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is. IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in. 6.3 Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel • • • • Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid. Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten. Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren. Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om • de houdbaarheid van voedsel te bekijken. Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen. 6.4 Winkeltips Na het boodschappen doen: • • • • • Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen. Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas. Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer. Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk. Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking. 6.5 Houdbaarheid Soort gerecht Houdbaarheid (maanden) Brood 3 Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12 Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (bijv. mozzarella) Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar) Vis/Zeevruchten: 6-9 3-4 6 NEDERLANDS Soort gerecht Houdbaarheid (maanden) Vette vis (bv. zalm, makreel) Magere vis (bv. kabeljauw, bot) Garnalen Schelpdieren en mosselen Gekookte vis 2-3 4-6 12 3-4 1-2 13 Vlees: Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees 9 - 12 6 - 12 4-6 6-9 1-2 1-2 2-3 7. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. LET OP! De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. 7.2 Periodieke reiniging Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Afspoelen en goed afdrogen. 7.3 De vriezer ontdooien Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er geen rijp gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch op de binnenwanden, noch op het voedsel. 7.4 Periode dat het apparaat niet gebruikt wordt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel 3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 4. Laat de deur open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. 14 www.aeg.com 8. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Wat te doen in de volgende gevallen... Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐ keld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Bel een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Er is een hoorbaar of zicht‐ baar alarm. De kast recent is ingescha‐ keld. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur in het appa‐ raat is te hoog. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur is fout inge‐ steld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. De compressor werkt conti‐ nu. Er worden veel producten te‐ Wacht een paar uur en con‐ gelijk geplaatst. troleer dan nogmaals de temperatuur. De kamertemperatuur is te hoog. Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”. Het voedsel dat in het appa‐ raat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot ka‐ mertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De functie Frostmatic is in‐ geschakeld. Zie de rubriek over "Frost‐ matic-functie". De compressor start niet on‐ De compressor start na eni‐ middellijk na het drukken op ge tijd. "Frostmatic", of na het ver‐ anderen van de tempera‐ tuur. Dit is normaal, er is geen storing. NEDERLANDS 15 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De deur is verkeerd uitge‐ lijnd of komt tegen het venti‐ latierooster aan. Het apparaat staat niet wa‐ terpas. Raadpleeg 'Installatie-in‐ structies'. Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te ope‐ nen. Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur. Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De pakking is vervormd of vuil. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is fout inge‐ steld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Apparaat is volledig geladen Stel een hogere temperatuur en is ingesteld op de laagste in. Raadpleeg het hoofdstuk temperatuur. 'Bedieningspaneel'. De ingestelde temperatuur in Stel een hogere temperatuur het apparaat is te laag en de in. Raadpleeg het hoofdstuk omgevingstemperatuur is te 'Bedieningspaneel'. hoog. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdam‐ perbak boven de compres‐ sor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur kan niet worden ingesteld. De "Frostmatic-functie" is in‐ Schakel "Frostmatic-functie" geschakeld. handmatig uit of wacht tot de functie automatisch deacti‐ veert om de temperatuur in te stellen. Raadpleeg de ru‐ briek over "Frostmatic-func‐ tie". De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/hoog. De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere tem‐ peratuur in. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten te‐ Conserveer minder produc‐ gelijk bewaard. ten tegelijk. 16 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De functie Frostmatic is in‐ geschakeld. Zie de rubriek over "Frost‐ matic-functie". Er is geen koude luchtcircu‐ latie in het apparaat aanwe‐ zig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa‐ raat is. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. 8.2 De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 9. GELUIDEN SSSRRR! BRRR! CLICK! HISSS! BLUBB! NEDERLANDS 17 10. TECHNISCHE GEGEVENS De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel. De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel. 11. AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. 12. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het apparaten gemarkeerd met het symbool symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

AEG ATS68F6NW Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding