Dometic Frigo Handleiding

Type
Handleiding
NL
Frigo
163
Voorwoord
Geachte klant,
Onze koelinstallaties zijn ontworpen door een team met jarenlange ervaring op het
gebied van airconditioning en met gebruik van de nieuwste technologie. Het goed
georganiseerde netwerk van geautoriseerde servicewerkplaatsen biedt u boven-
dien een snelle en goede onderhouds- en klantenservice.
Opdat de installatie zo lang en zo goed mogelijk functioneert, vragen wij u deze
gebruiksaanwijzing nauwkeurig door te lezen. Hierin vindt u alle nodige informatie
voor een optimaal gebruik van de installatie.
De voor de koelinstallatie gebruikte materialen hebben wij zorgvuldig uitgezocht.
Daarom dient u uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken, die verkrijg-
baar zijn bij geautoriseerde dealers.
Niet toegelaten accessoires en/of reserveonderdelen in de koelinstallatie kunnen
beschadiging van de koelinstallatie en/of het voertuig tot gevolg hebben. Daarom
adviseren wij u uitsluitend contact op te nemen met geautoriseerde werkplaatsen.
In het tweede gedeelte van deze gebruiksaanwijzing vindt u de checklists voor de
eindcontrole van de inbouw. Vul deze lijsten in, zodat onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden snel en efficiënt kunnen worden uitgevoerd.
Wij wensen u een succesvolle carrière met FRIGO!
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo
164
Lees de gebruiksaanwijzing voor de ingebruikneming zorgvuldig door en
bewaar deze. Geef de gebruiksaanwijzing bij verkoop van de installatie
door aan de koper.
Inhoudsopgave
1 Verklaring van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165
2 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165
2.1 Algemene veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165
3 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165
4 Technische beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167
4.1 Beschrijving van de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167
4.2 Uitbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167
5 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168
5.1 Bedieningseenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168
5.2 Koelinstallatie inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .170
5.3 Koelinstallatie uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
5.4 Toetsen vergrendelen en ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .172
5.5 Temperatuur in de laadruimte regelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .173
5.6 Koelinstallatie ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .175
5.7 Temperatuurmeetwaarden beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .177
5.8 Afgelopen bedrijfsuren weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .179
5.9 Standkoeling via elektrische aandrijving (accessoire) . . . . . . . . . . .180
6 Storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182
7 Zelfhulp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .183
7.1 Zelfhulp bij uitval van de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .183
7.2 Zelfhulp bij uitval van de standkoeling (accessoire). . . . . . . . . . . . .183
8 Instructies voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .184
8.1 Instructies voor het juiste laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .184
8.2 Instructies voor het juiste koelgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .185
8.3 Opslaan van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .186
9 Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .187
10 Afvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .188
11 Servicehotline . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .188
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Verklaring van de symbolen
165
1 Verklaring van de symbolen
!
A
I
2 Veiligheidsinstructies
De fabrikant kan in de volgende gevallen niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade:
montage- of aansluitfouten
beschadiging van het product door mechanische invloeden en overspanningen
veranderingen aan het product zonder uitdrukkelijke toestemming van de
fabrikant
gebruik voor andere dan de in de handleiding beschreven toepassingen
2.1 Algemene veiligheid
Inspectie- en onderhoudsinstructies moeten in acht worden genomen. Wanneer
deze niet in acht worden genomen, vervalt de garantie.
Let op dat door de uitbreiding met een isoleer- of koelcel de nuttige last van het
voertuig verandert. Bij volledige benutting van de maximale nuttige last en de zit-
plaatsen moet ook op de toegelaten asbelasting aan de voorzijde worden gelet.
3 Gebruik volgens de voorschriften
De installatie dient voor het koelen van de laadruimte van bedrijfswagens bij stilstand
en tijdens het rijden.
VOORZICHTIG!
Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot letsel.
LET OP!
Het niet naleven ervan kan leiden tot materiële schade en de werking
van het product beperken.
INSTRUCTIE
Aanvullende informatie voor het bedienen van het product.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Gebruik volgens de voorschriften Frigo
166
De installatie is beschikbaar in drie varianten:
Als systeem voor de versdienst
Instelbare temperatuur voor de koelruimte tussen +40 °C en 0 °C.
Als systeem voor de versdienst met constante temperatuur (extra functie)
Instelbare temperatuur voor de koelruimte tussen +12 °C en 0 °C.
Als vriesinstallatie
Instelbare temperatuur voor de koelruimte tussen +40 °C en –20 °C.
!
I
VOORZICHTIG!
Levensmiddelen mogen alleen in de originele verpakking of in
geschikte bakken worden bewaard.
De koelinstallatie werkt alleen als de voertuigmotor draait. De hand-
having van de ingestelde temperatuur in de laadruimte is bij uitge-
schakelde voertuigmotor slechts beperkt gegarandeerd.
Als het voertuig stilstaat, bestaat de mogelijkheid de temperatuur in
de laadruimte te handhaven met de standkoeling (accessoire) op
een net van 220 volt.
INSTRUCTIE
Het systeem voor de versdienst is te herkennen aan een sticker met het
opschrift R-134a op de verdamper.
De vriesinstallatie is te herkennen aan een sticker met het opschrift
R
-404a op de verdamper.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Technische beschrijving
167
4 Technische beschrijving
4.1 Beschrijving van de werking
Het gasvormige koelmiddel aan de uitgang van de verdamper wordt aangezogen
door de compressor, gecomprimeerd en weer afgegeven. Het onder hoge druk
staande en verwarmde gas stroomt naar de condensor (een warmtewisselaar met
grote oppervlakte) en geeft zijn warmte af aan de omgeving, waarbij de toestand
overgaat van stoom naar vloeistof.
Het afgekoelde koelmiddel wordt nu in de verdamper gespoten. Daarbij neemt de
druk af en wordt het koelmiddel weer gasvormig. In deze toestand onttrekt het koel-
middel warmte aan de omgeving van de verdamper (oftewel de koelruimte).
Bij het ontdooien d.m.v. circulatielucht wordt de verdamper ontdooid via de venti-
lator van de verdamper.
Bij het ontdooien d.m.v. persgas stroomt tijdens het ontdooien heet koelmiddel
door de verdamper. De temperatuur van de verdamper neemt toe en de verdamper
wordt van ijs ontdaan.
De compressor voor de koeling tijdens het rijden wordt aangedreven door de
voertuigmotor d.m.v. de V-snaar. Voor de standkoeling (accessoire) wordt een
tweede compressor gebruikt die werkt op 230 volt netspanning.
I
4.2 Uitbouw
Met betrekking tot de belading moeten de aanwijzingen van de fabrikant van de uit-
bouw in acht worden genomen.
INSTRUCTIE
Bij voertuigen die standaard zijn uitgerust met een airconditioning
blijft de werking van de airconditioning volledig behouden. Bij ritten
zonder ingeschakelde koelinstallatie kan de airconditioning
gewoon worden gebruikt. De bediening en werking van de aircon-
ditioning vindt u in de handleiding van uw voertuig.
Bij voertuigen die zijn uitgerust met een automatische start/stop-
functie moet deze functie tijdens het gebruik van de koelinstallatie
uitgeschakeld zijn. De bediening en werking van de automatische
start/stop-functie vindt u in de handleiding van uw voertuig.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
168
5 Bediening
5.1 Bedieningseenheid
Via de bedieningseenheid van de koelinstallatie kunnen alle functies worden
bestuurd. Alle relevante waarden en instellingen kunnen van het geïntegreerde
display worden afgelezen.
Afbeelding 1: Overzicht bedieningseenheid
Met de toetsen worden de volgende functies uitgevoerd:
Pos. Toets Beschrijving van de functie
6 Verhogen van waarden
7 Verlagen van waarden
8 In-/uitschakelen van de installatie
13 Wijzigen van de gewenste temperatuur
Bevestigen van de ingestelde waarden
14 Handmatig ontdooien starten
15 Weergave van de opgeslagen bedrijfsuren
SET
6
7
8
14
15
13
21345
91011
12
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
169
Het display dient voor de statusbewaking.
I
INSTRUCTIE
De symbolen en worden bij het inschakelen weergegeven, maar
hebben geen functie.
Pos.
Sym-
bool
Omschrijving Beschrijving van de werking
1
Minteken Weergave bij een temperatuurwaarde onder 0 °C
2 Temperatuur Weergave van de actuele temperatuur
(bij een temperatuur onder 0 °C met minteken)
Geeft aanvullende informatie weer:
SEr: onderhoud noodzakelijk
3
.
Decimaalteken Wordt weergegeven als temperaturen met
decimalen worden weergegeven
Wordt weergegeven als de koelinstallatie
uitgeschakeld is
4
°C
°F
Eenheid van
temperatuur
°C: weergave in graden Celsius
°F: weergave in graden Fahrenheit
5 Ventilator Wordt weergegeven als de ventilator van de
verdamper in bedrijf is
Knippert als de inschakeling van de ventilator
vertraagd is
Knippert in de verwarmingsmodus
9 Alarm Wordt weergegeven bij een temperatuuralarm
(zie hoofdstuk „Storingsmeldingen” op
pagina 182)
10 Ontdooien Wordt weergegeven in de ontdooimodus
Knippert gedurende de afdruiptijd
11 Compressor Wordt weergegeven als de compressor in bedrijf
is
Knippert in de verwarmingsmodus
12 Informatie Weergeven van de gewenste temperatuur
(bij een temperatuur onder 0 °C met minteken)
Geeft aanvullende informatie weer:
SEt: gewenste temperatuur kan worden ingesteld
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
170
5.2 Koelinstallatie inschakelen
!
A
Schakel het contact in.
Start de motor.
Schakel de automatische start/stop-functie (indien aanwezig) uit!
De bediening en werking van de automatische start/stop-functie vindt u in de
handleiding van uw voertuig.
Zodra het acculampje van uw voertuig dooft, drukt u op de toets .
Afbeelding 2: Koelinstallatie inschakelen, controletest
Voor het inschakelen voert het bedieningselement een controletest uit. Voor
enkele seconden worden alle symbolen in het display weergegeven.
Afbeelding 3: Koelinstallatie inschakelen, compressor
VOORZICHTIG!
Zorg ervoor dat de 220 V-netaansluitkabel van de standkoeling (acces-
soire) niet aangesloten is!
LET OP!
De koelinstallatie blijft ook ingeschakeld als het contact van het voertuig
uitgeschakeld is en de contactsleutel uit het contact getrokken is.
SET
SET
4
1
32
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
171
Vervolgens toont het display de actuele temperatuur in de laadruimte (1) en de
gewenste temperatuur (2) en wordt de koeling, indien nodig, ingeschakeld. Dit
is te herkennen aan de weergave van de symbolen (3) en (4) in het display.
I
5.3 Koelinstallatie uitschakelen
!
De koelinstallatie mag alleen worden uitgeschakeld als deze voor langere tijd niet
wordt gebruikt.
Druk op de toets .
Afbeelding 4: Koelinstallatie uitschakelen
Op het display wordt enkele seconden „oFF” weergegeven.
Op het display verschijnt een punt.
INSTRUCTIE
Bij een temperatuur van boven +15 °C wordt eerst alleen het symbool
weergegeven.
Na de functionele vertraging wordt de ventilator van de verdamper
ingeschakeld. Dit is te herkennen aan de weergave van het symbool
in het display.
VOORZICHTIG!
De koelinstallatie mag nooit tijdens het ontdooien worden uitgescha-
keld. Bij standkoeling de voedingskabel uit het stopcontact trekken. Het
uitschakelen van de koelinstallatie heeft geen invloed op de laatst inge-
stelde gewenste temperatuur, omdat deze bij iedere wijziging automa-
tisch wordt opgeslagen.
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
172
A
5.4 Toetsen vergrendelen en ontgrendelen
Door de toetsen te vergrendelen kan een onbedoelde invoer via de toetsen worden
voorkomen. Alleen als de toetsen ontgrendeld zijn, kunnen met de toetsen instellin-
gen worden uitgevoerd.
Houd de toetsen en voor drie seconden tegelijkertijd ingedrukt.
Afbeelding 5: Toetsen vergrendeld
Op het display verschijnt de melding „PoF”.
De toetsen zijn vergrendeld.
I
Houd de toetsen en voor drie seconden tegelijkertijd ingedrukt.
LET OP!
De koelinstallatie moet ook in standtijden (in ieder seizoen) wekelijks
voor enkele minuten in gebruik worden genomen! De inspectie- en
onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden om een optimale
werking te garanderen.
INSTRUCTIE
Na de vergrendeling van de toetsen kan de gewenste temperatuur van
de laadruimte niet meer worden gewijzigd. De vergrendeling van de
toetsen wordt kenbaar gemaakt door de melding „PoF”.
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
173
Afbeelding 6: Toetsen ontgrendeld
Op het display verschijnt kort de melding „Pon”.
De toetsen zijn ontgrendeld.
5.5 Temperatuur in de laadruimte regelen
Werkelijke en gewenste temperatuur aflezen
Nadat de koelinstallatie is ingeschakeld, geeft het display de temperatuur in de
laadruimte (1) en de gewenste temperatuur (2) weer.
Afbeelding 7: Temperatuurindicatie
Pos. Symbool Betekenis
1 I0 Het display geeft de actuele temperatuur in °C weer.
2 2 Het display geeft de gewenste temperatuur in °C weer.
3 De koelinstallatie is in bedrijf.
4 De ventilator van de verdamper is in bedrijf.
SET
SET
4
1
32
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
174
I
Gewenste temperatuur wijzigen
Houd de toets voor 2 seconden ingedrukt.
Afbeelding 8: Gewenste temperatuur wijzigen
Op het display wordt de gewenste temperatuur (1) weergegeven en het sym-
bool °C knippert.
I
Wijzig de gewenste temperatuur binnen 15 seconden met de toetsen en
in stappen van 1 °C.
De gewenste temperatuur kan afhankelijk van de installatie worden ingesteld:
Druk kort op de toets .
De ingestelde temperatuur wordt opgeslagen en als gewenste temperatuur
voor de koelruimte overgenomen.
INSTRUCTIE
De ventilator van de verdamper wordt afhankelijk van de toestand van
de installatie automatisch in- en uitgeschakeld.
INSTRUCTIE
Als er 10 seconden lang geen toets wordt ingedrukt, schakelt het bedie-
ningselement terug naar de weergavemodus en wordt de gewenste
waarde niet gewijzigd.
Soort installatie Temperatuurbereik voor de koelruimte
Systeem voor de versdienst: Tussen max. +40 °C en min. +0 °C
Vriesinstallatie: Tussen max. +40 °C en min. –20 °C
Constante temperatuur: Tussen max. +12 °C en min. +0 °C
SET
SET
1
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
175
I
5.6 Koelinstallatie ontdooien
Door de temperatuur in de koelruimte te verlagen, wordt condenswater gevormd
dat zich op het oppervlak van de verdamper afzet en bevriest. Om het maximale
koelvermogen te behouden, moet dit ijs worden verwijderd. Dit wordt uitgevoerd
d.m.v. de ontdooifunctie. Een duidelijk teken dat ontdooien nodig is, is de afname
van het koelvermogen.
A
I
Uw koelinstallatie is uitgerust met twee ontdooimechanismen:
Ontdooien d.m.v. circulatielucht:
De verdamper wordt alleen ontdooid via de ventilator van de verdamper met
behulp van de omgevingslucht.
I
INSTRUCTIE
De temperatuur in de koelruimte (gewenste temperatuur) moet over-
eenstemmen met de opslagtemperatuur van de getransporteerde
levensmiddelen (zie hoofdstuk „Opslaan van verse levensmiddelen” op
pagina 186).
LET OP!
De koelinstallatie mag nooit tijdens het ontdooien, noch automatisch
noch handmatig, worden uitgeschakeld. Bij regelmatige
onderbrekingen (uitschakelen van de koelinstallatie voor het bereiken
van de automatische ontdooiing, bijv. laden en/of lossen) kan het nodig
zijn het ontdooien handmatig te starten (zie hoofdstuk „Handmatig ont-
dooien” op pagina 177). Anders kan het oppervlak van de verdamper
met ijs bedekt raken en kan het koelvermogen van de installatie sterk
verminderen.
INSTRUCTIE
Het condenswater wordt via een afvoerkanaal door de bodem van het
voertuig afgevoerd. Het kan bij stilstand van het voertuig een waterplas
onder het voertuig vormen. De afvoerslang moet absoluut vrij worden
gehouden.
INSTRUCTIE
Bij een langere gebruiksduur van de koelinstallatie zonder warmetoe-
voer vanaf buiten kunnen ontdooifasen langer duren. Dit is geen defect.
Na een tijd van 10 minuten wordt de ontdooifase automatisch
beëindigd.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
176
Ontdooien d.m.v. persgas: (accessoire)
De verdamper wordt ontdooid met behulp van verwarmd koelmiddel.
Automatisch ontdooien
Door een elektronische besturing wordt deze procedure elk volle bedrijfsuur auto-
matisch in gang gezet.
I
Tijdens de ontdooifase verschijnt in de bovenste regel van het display „dEF”. In de
onderste regel van het display staat de gewenste temperatuur. Op het display ver-
schijnen de volgende symbolen:
Als het ontdooiproces beëindigd is, schakelt het systeem automatisch weer in de
koelmodus. Dit proces is eveneens zichtbaar op het display:
INSTRUCTIE
Als de te koelen goederen vochtig zijn, raden wij aan de handmatige
ontdooiing (zie hoofdstuk „Handmatig ontdooien” op pagina 177)
vaker te gebruiken.
Ontdooien d.m.v.
circulatielucht
Ontdooien d.m.v. persgas
Symbool is zichtbaar Symbool is zichtbaar/knippert gedurende
afdruiptijd
Symbool is niet zichtbaar Symbool is zichtbaar
Symbool is zichtbaar Symbool is niet zichtbaar/
knippert gedurende afdruiptijd
Symbool is niet zichtbaar
Symbool is zichtbaar
Symbool knippert, ventilator schakelt na het ontdooien vertraagd in.
Na het inschakelen is het symbool zichtbaar
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
177
Handmatig ontdooien
Het handmatige ontdooien kan via het bedieningselement als volgt worden uitge-
voerd:
Druk voor min. 2 seconden op de toets .
Het ontdooien gaat van start zoals beschreven in hoofdstuk „Automatisch ont-
dooien” op pagina 176.
5.7 Temperatuurmeetwaarden beheren
I
Gemeten maximumtemperatuur weergeven
Druk op de toets .
Op het display wordt kort Hi weergegeven en daarna verschijnt de gemeten en
opgeslagen temperatuur.
Afbeelding 9: Gemeten maximumtemperatuur weergeven
INSTRUCTIE
Het bedieningselement slaat de gemeten maximum- en minimumtem-
peraturen op. Zo krijgt u informatie over de opslagomstandigheden van
levensmiddelen in de laadruimte.
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
178
Gemeten minimumtemperatuur weergeven
Druk op de toets .
Op het display wordt kort „Lo” weergegeven en daarna verschijnt de gemeten
en opgeslagen temperatuur.
Afbeelding 10: Gemeten minimumtemperatuur weergeven
Gemeten temperaturen wissen
Druk op de toets of de toets .
Op het display wordt kort „Hi ”of „Lo” weergegeven en daarna verschijnt de
gemeten en opgeslagen temperatuur.
Houd de toets langer dan 3 seconden ingedrukt.
Op het display verschijnt „rSt”.
Op het display wordt de actuele temperatuur in de laadruimte weergegeven.
SET
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
179
5.8 Afgelopen bedrijfsuren weergeven
Druk op de toets .
Op het display worden de afgelopen tienduizend bedrijfsuren weergegeven.
Het aantal bedrijfsuren bestaat uit de bovenste regel (stappen van tienduizend)
en de onderste regel (stappen van één).
Afbeelding 11: Afgelopen bedrijfsuren weergeven
I
INSTRUCTIE
Wanneer in het display afwisselend „SEr” verschijnt, moet onderhoud
worden uitgevoerd. Het eerste onderhoud moet 100 bedrijfsuren na de
ingebruikneming worden uitgevoerd. Elk volgende onderhoud moet
om de 1000 bedrijfsuren worden uitgevoerd.
Bij het onderhoud worden de bedrijfsuren gereset.
SET
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Bediening Frigo
180
5.9 Standkoeling via elektrische aandrijving
(accessoire)
!
I
Standkoeling inschakelen
De standkoeling mag alleen onder de volgende voorwaarden worden gebruikt:
De ondergrond waarop het voertuig staat, moet effen zijn, opdat de afvoer van
het condenswater gegarandeerd is.
De voertuigmotor moet uitschakeld zijn en de sleutel moet uit het contact getrok-
ken zijn.
De deuren van de laadruimte moeten goed afgesloten zijn.
!
VOORZICHTIG!
Het beschermende deksel van de apparaatstekker in het voertuig
moet altijd gesloten zijn als de standkoeling niet wordt gebruikt.
Voor de aansluiting van de kabel moet de beschikbare netspanning
worden gecontroleerd. De zekering moet ten minste 16 ampère
bedragen.
De verlengkabel moet zo kort mogelijk worden gekozen en een
kabeldiameter van 3 x 2,5 mm² hebben. De lengte van de verleng-
kabel moet de afstand van het voertuig tot het stopcontact kunnen
overbruggen. Indien u een kabelhaspel voor de aansluiting van de
standkoeling gebruikt, moet deze absoluut compleet worden afge-
rold, omdat de kabel anders te warm wordt en een kabelbrand het
gevolg kan zijn.
INSTRUCTIE
Een te lage spanning en sterke spanningsschommelingen kunnen func-
tionele storingen tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG!
Voordat u het voertuig weer start, moet u de voedingskabel weer uit
het stopcontact van het voertuig trekken.
De 230 V-aansluiting van de standkoeling mag uitsluitend via een
aardlekschakelaar met een nominale lekstroom van 30 mA en een
geaard, spatwaterdicht stopcontact worden gebruikt.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Bediening
181
I
Schakel de voertuigmotor uit.
Verbind de voedingskabel voor de standkoeling met een gezekerd stopcontact
van 230 volt.
Schakel de koelinstallate in (zie hoofdstuk „Koelinstallatie inschakelen” op
pagina 170).
I
INSTRUCTIE
Neem de volgende instructies in acht voor een gebruik van de stand-
koeling volgens de voorschriften:
Het voertuig moet bij het gebruik van de standkoeling in de scha-
duw staan.
De gebruiker is verantwoordelijk voor de beveiliging van het voer-
tuig tijdens het gebruik van de standkoeling!
Voor het inladen de laadruimte 20 – 30 minuten koelen.
De deuren van de laadruimte slechts weinig en kort openen om het
binnendringen van vochtige lucht te minimaliseren.
De standkoeling dient voor het handhaven van de koeling in de
laadruimte. De standkoeling is niet geschikt voor het langdurig
opslaan van levensmiddelen.
Op de standkoeling mogen geen externe apparaten met 230 V
netspanning worden gebruikt! Hierdoor kan de koelinstallatie
beschadigd raken!
INSTRUCTIE
De werking van de koelinstallatie en de bijbehorende bedienings-
elementen in de binnenruimte komt overeen met de werking van de
koeling tijdens het rijden, zoals beschreven op de vorige pagina's.
Bij een standkoeling waarbij de elektrische aandrijving zich in een zit-
console bevindt, moet tijdens het bedrijf van de standkoeling voor
voldoende ventilatie gezorgd worden.
Hiervoor tijdens het bedrijf van de standkoeling de passagiersbank
opklappen! De werking vindt u in de handleiding van uw voertuig.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Storingsmeldingen Frigo
182
6 Storingsmeldingen
Storingen in de koelinstallatie worden op het display weergegeven.
I
Displaytekst Oorzaak Resultaat/oplossing
P1
Een van de ruimtetempera-
tuursensoren is defect.
De koelinstallatie wordt automa-
tisch uitgeschakeld. Neem contact
op met de servicehotline.
P2
Een van de verdampersenso-
ren is defect.
De koelinstallatie blijft in bedrijf, de
fout wordt echter permanent op het
display weergegeven. Neem cont-
act op met de servicehotline.
Het symbool
brandt.
Het onderhoud moet worden
uitgevoerd.
De koelinstallatie blijft in bedrijf. De
aanwijzing wordt echter permanent
op het display weergegeven.
Neem contact op met de service-
hotline.
Bij het onderhoud worden de
bedrijfsuren gereset.
HA
Alarm: temperatuur te hoog.
De ingestelde gewenste
waarde is niet bereikt.
Koelinstallatie uitschakelen. Neem
contact op met de servicehotline.
LA
Alarm: temperatuur te laag.
De ingestelde gewenste
waarde is niet bereikt.
Koelinstallatie uitschakelen. Neem
contact op met de servicehotline.
Alleen voor standkoe-
lingen met elektro-
motor:
Er klinkt een akoes-
tisch signaal.
Er is een fout opgetreden tij-
dens het bedrijf van de stand-
koeling.
Zie hoofdstuk „Zelfhulp” op
pagina 183.
Het symbool
brandt.
De gewenste temperatuur in
de binnenruimte van de koel-
installatie wordt overschre-
den of niet bereikt.
Neem met een gedetailleerde
beschrijving van de fout contact op
met de servicehotline.
INSTRUCTIE
Als de melding „PoF” op het display verschijnt, zijn de toetsen
vergrendeld en moeten deze ontgrendeld worden (zie hoofdstuk
„Toetsen vergrendelen en ontgrendelen” op pagina 172).
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Zelfhulp
183
7Zelfhulp
7.1 Zelfhulp bij uitval van de installatie
Als de installatie gedeeltelijk of volledig uitvalt, dient u eerst de zekeringen van de
koelinstallatie te controleren. Deze vindt u in de buurt van de accu onder de motor-
kap. De zekering voor de ventilator van de verdamper bevindt zich in de binnen-
ruimte aan de achterwand. Als de fout niet kan worden verholpen, mag de
koelinstallatie uitsluitend worden gecontroleerd en gerepareerd door een geautori-
seerde dealer (zie hoofdstuk „Servicehotline” op pagina 188).
Geef dan exact aan in welke situatie de storing opgetreden is en hoe de storing
merkbaar is geworden.
7.2 Zelfhulp bij uitval van de standkoeling
(accessoire)
A
Als een standkoeling die wordt aangedreven door een elektromotor uitvalt, wordt
de storing kenbaar gemaakt door een akoestisch signaal.
In de passagiersruimte bevindt zich een besturingseenheid met een RESET-knop.
Hiermee kan de koelinstallatie weer worden opgestart.
Trek de stekker van de standkoeling uit het stopcontact.
Storing Maatregel
Installatie functioneert niet. Elektrische aansluitingen, voor zover toegan-
kelijk, controleren.
Compressor maakt veel lawaai. Installatie uitschakelen en naar de dichtstbij-
zijnde servicewerkplaats rijden.
V-snaar maakt veel lawaai. Met laag toerentaal naar de dichtstbijzijnde
servicewerkplaats rijden.
LET OP!
Oorzaken voor de uitval van de standkoeling kunnen onder andere een
te lage voedingsspanning of het gebruik van een niet afgerolde kabel-
haspel zijn. Voor het indrukken van de RESET-knop moet dit worden
gecontroleerd.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Instructies voor het gebruik Frigo
184
Afbeelding 12: Besturingseenheid standkoeling met knop Reset
Druk na een korte wachttijd de knop Reset op de besturingseenheid op positie 1.
Steek de stekker van de standkoeling in het stopcontact.
I
8 Instructies voor het gebruik
8.1 Instructies voor het juiste laden
Voordat u begint het voertuig in te laden, moet de laadruimte tot het juiste
temperatuurniveau worden afgekoeld. Bovendien mogen, omwille van
de doorlopende koelketen, uitsluitend correct voorgekoelde goederen
worden ingeladen.
Afbeelding 13: Luchtcirculatie in de koelruimte
INSTRUCTIE
Als het akoestische signaal opnieuw weerklinkt, dient u de procedure te
herhalen.
Als de uitval van de koelinstallatie hiermee niet kan worden verholpen,
dient u contact op te nemen met onze servicehotline (zie hoofdstuk
„Servicehotline” op pagina 188).
%HVWXULQJVHHQKHLG
.QRSReset
/XFKWFLUFXODWLH .RHOODGLQJ
9HUGDPSHU .RHOUXLPWH
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Instructies voor het gebruik
185
Let bij het inladen van het voertuig op dat de koude lucht, die uit de verdamper
komt, vrij kan circuleren. De lading mag daarom tot slechts ca. 30 cm onder het dak
van de koelruimte worden gestapeld. Verder moet de uitstroomopening van de ver-
damper volledig vrij zijn en mag deze niet met goederen worden afgedekt.
I
8.2 Instructies voor het juiste koelgebruik
I
INSTRUCTIE
Door de deuren van de laadruimte regelmatig te openen, kunnen
warmte en vocht binnendringen. De koelinstallatie kan daardoor bevrie-
zen, wat tot verminderen van het koelvermogen leidt. Open de deuren
daarom zo min mogelijk en altijd zo kort mogelijk.
Vermijd lange ritten met lege koelruimte en ingeschakelde koelinstalla-
tie.
Controleer regelmatig of de deuren van de laadruimte goed sluiten.
Goede deurafdichtingen en werkende sloten dragen bij aan een hoge
transportveiligheid.
Controleer de carrosserie rond de laadruimte regelmatig op
beschadigingen. Kleine beschadigingen kunnen al tot gevolg hebben
dat, met name bij hoge omgevingstemperaturen, uw koellading niet
voldoende gekoeld wordt.
INSTRUCTIE
De koelinstallatie koelt niet alleen, maar onttrekt ook vocht aan de lucht.
Het vocht vriest vast op het oppervlak van de verdamper. Daardoor
wordt het koelvermogen verminderd. Het ijs moet regelmatig worden
ontdooid om het vermogen te behouden. Dit ontdooiproces vindt
automatisch één keer per uur plaats (zie hoofdstuk „Koelinstallatie ont-
dooien” op pagina 175).
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Instructies voor het gebruik Frigo
186
8.3 Opslaan van verse levensmiddelen
De beste mogelijkheid om de waardevermindering en het bederven van
levensmiddelen te voorkomen, zijn lage opslagtemperaturen, omdat ze de chemi-
sche en biologische verandering van levensmiddelen aanzienlijk vertragen. Door de
opslag bij een in de volgende tabel aangegeven temperatuur behouden de levens-
middelen hun oorspronkelijke versheid (smaak, kleur, vitaminegehalte, voedings-
waarde):
Levensmiddel
Opslag-
temperatuur
Boter en kwark +8 °C – +10 °C
Rund- en schapenvlees +4 °C
Kalfs- en varkensvlees +4 °C
Wild en gevogelte +4 °C
Forel 0 °C – +2 °C
Zeelt en karper 0 °C – +2 °C
Groenten +10 °C
Bessen +10 °C
Overig fruit +10 °C
Vruchtengebak en -vlaai +4 °C – +6 °C
Gebak van droog gist en roerdeeg +4 °C – +6 °C
Vruchtenijs en ingevroren fruitsap –10 °C
Andere ijssoorten –15 °C
Ingevroren of diepgevroren visproducten –18 °C
Andere diepgevroren levensmiddelen –18 °C
Boter en andere diepgevroren vetstoffen –10 °C
Ingewanden, eieren zonder schaal, gesneden vleeswaren en
diepgevroren wild
–10 °C
Diepgevroren vlees –10 °C
Alle andere diepgevroren levensmiddelen –10 °C
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Frigo Garantie
187
I
9 Garantie
I
De garantie heeft betrekking op de correct in het voertuig ingebouwde koelinrich-
ting.
De koelinstallaties Frigo worden met de allernieuwste technieken geproduceerd en
zijn onderworpen aan voortdurende controles om een optimale kwaliteit van het
product te garanderen.
Indien desondanks fouten in het materiaal of in de verwerking optreden, worden
deze binnen de eerste 24 maanden of tot max. 100.000 km verholpen. De garantie-
periode gaat in op
de datum van registratie van nieuwe voertuigen of op
de datum van overdracht van het met koelinstallatie uitgeruste voertuig aan de
klant.
Fouten kunnen worden verholpen door middel van reparaties, revisies of vervanging
van de betroffen onderdelen. Neem hiervoor contact op met de servicehotline
(tel. 02572 879-966).
Indien het in geval van nood niet mogelijk is de vereiste werkzaamheden uit te laten
voeren door een geautoriseerde dealer, dient u in ieder geval een schriftelijke
bevestiging van vrijgave bij Dometic WAECO International GmbH aan te vragen.
Wanneer deze punten niet in acht worden genomen, vervalt de garantie.
Schade als gevolg van natuurlijke slijtage, brand, overmacht, inwerkingen van bui-
tenaf, misbruik, onjuiste bediening, ondeskundige behandeling en ongevallen valt
niet onder de garantie.
Verdergaande claims, zoals schadevergoeding, vergoeding van neven- en gevolg-
kosten, koopvernietiging of afschrijving, bestaan niet.
INSTRUCTIE
Deze informatie dient slechts als richtlijn. De door de transportfirma of
door de ontvanger van de goederen gegeven aanwijzingen hebben
voorrang.
INSTRUCTIE
De aanvaarding van garantieclaims is afhankelijk van het bewijs van cor-
rect uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden.
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU
NL
Afvoer Frigo
188
10 Afvoer
Wanneer u de installatie definitief buiten bedrijf stelt, dient u de afzonderlijke com-
ponenten deskundig af te voeren bij een recyclingcentrum.
11 Servicehotline
Geachte klant,
Opdat wij u bij problemen met de Frigo-koelinstallatie zo snel mogelijk kunnen
doorverwijzen naar een geautoriseerde dealer bij u in de buurt, dient u direct cont-
act op te nemen met deze hotline:
Tel.: +49 (0) 2572 879-966
Fax: +49 (0) 2572 879-967
)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU

Documenttranscriptie

)ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Voorwoord Geachte klant, Onze koelinstallaties zijn ontworpen door een team met jarenlange ervaring op het gebied van airconditioning en met gebruik van de nieuwste technologie. Het goed georganiseerde netwerk van geautoriseerde servicewerkplaatsen biedt u bovendien een snelle en goede onderhouds- en klantenservice. Opdat de installatie zo lang en zo goed mogelijk functioneert, vragen wij u deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig door te lezen. Hierin vindt u alle nodige informatie voor een optimaal gebruik van de installatie. De voor de koelinstallatie gebruikte materialen hebben wij zorgvuldig uitgezocht. Daarom dient u uitsluitend originele reserveonderdelen te gebruiken, die verkrijgbaar zijn bij geautoriseerde dealers. Niet toegelaten accessoires en/of reserveonderdelen in de koelinstallatie kunnen beschadiging van de koelinstallatie en/of het voertuig tot gevolg hebben. Daarom adviseren wij u uitsluitend contact op te nemen met geautoriseerde werkplaatsen. In het tweede gedeelte van deze gebruiksaanwijzing vindt u de checklists voor de eindcontrole van de inbouw. Vul deze lijsten in, zodat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden snel en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Wij wensen u een succesvolle carrière met FRIGO! NL 163 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Lees de gebruiksaanwijzing voor de ingebruikneming zorgvuldig door en bewaar deze. Geef de gebruiksaanwijzing bij verkoop van de installatie door aan de koper. Inhoudsopgave 1 Verklaring van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165 2 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165 2.1 Algemene veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165 3 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165 4 Technische beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 4.1 Beschrijving van de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167 4.2 Uitbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167 5 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 5.1 Bedieningseenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168 5.2 Koelinstallatie inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .170 5.3 Koelinstallatie uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171 5.4 Toetsen vergrendelen en ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .172 5.5 Temperatuur in de laadruimte regelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .173 5.6 Koelinstallatie ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .175 5.7 Temperatuurmeetwaarden beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .177 5.8 Afgelopen bedrijfsuren weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .179 5.9 Standkoeling via elektrische aandrijving (accessoire) . . . . . . . . . . .180 6 Storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182 7 Zelfhulp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183 7.1 Zelfhulp bij uitval van de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .183 7.2 Zelfhulp bij uitval van de standkoeling (accessoire). . . . . . . . . . . . .183 8 Instructies voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184 8.1 Instructies voor het juiste laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .184 8.2 Instructies voor het juiste koelgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .185 8.3 Opslaan van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .186 9 Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 10 Afvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188 11 Servicehotline . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188 164 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo 1 Verklaring van de symbolen Verklaring van de symbolen ! A I 2 VOORZICHTIG! Veiligheidsaanwijzing: Het niet naleven kan leiden tot letsel. LET OP! Het niet naleven ervan kan leiden tot materiële schade en de werking van het product beperken. INSTRUCTIE Aanvullende informatie voor het bedienen van het product. Veiligheidsinstructies De fabrikant kan in de volgende gevallen niet aansprakelijk worden gesteld voor schade: ‡ montage- of aansluitfouten ‡ beschadiging van het product door mechanische invloeden en overspanningen ‡ veranderingen aan het product zonder uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant ‡ gebruik voor andere dan de in de handleiding beschreven toepassingen 2.1 Algemene veiligheid ‡ Inspectie- en onderhoudsinstructies moeten in acht worden genomen. Wanneer deze niet in acht worden genomen, vervalt de garantie. ‡ Let op dat door de uitbreiding met een isoleer- of koelcel de nuttige last van het voertuig verandert. Bij volledige benutting van de maximale nuttige last en de zitplaatsen moet ook op de toegelaten asbelasting aan de voorzijde worden gelet. 3 Gebruik volgens de voorschriften De installatie dient voor het koelen van de laadruimte van bedrijfswagens bij stilstand en tijdens het rijden. NL 165 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Gebruik volgens de voorschriften Frigo De installatie is beschikbaar in drie varianten: ‡ Als systeem voor de versdienst Instelbare temperatuur voor de koelruimte tussen +40 °C en 0 °C. ‡ Als systeem voor de versdienst met constante temperatuur (extra functie) Instelbare temperatuur voor de koelruimte tussen +12 °C en 0 °C. ‡ Als vriesinstallatie Instelbare temperatuur voor de koelruimte tussen +40 °C en –20 °C. ! I 166 VOORZICHTIG! ‡ Levensmiddelen mogen alleen in de originele verpakking of in geschikte bakken worden bewaard. ‡ De koelinstallatie werkt alleen als de voertuigmotor draait. De handhaving van de ingestelde temperatuur in de laadruimte is bij uitgeschakelde voertuigmotor slechts beperkt gegarandeerd. Als het voertuig stilstaat, bestaat de mogelijkheid de temperatuur in de laadruimte te handhaven met de standkoeling (accessoire) op een net van 220 volt. INSTRUCTIE Het systeem voor de versdienst is te herkennen aan een sticker met het opschrift R-134a op de verdamper. De vriesinstallatie is te herkennen aan een sticker met het opschrift R-404a op de verdamper. NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Technische beschrijving 4 Technische beschrijving 4.1 Beschrijving van de werking Het gasvormige koelmiddel aan de uitgang van de verdamper wordt aangezogen door de compressor, gecomprimeerd en weer afgegeven. Het onder hoge druk staande en verwarmde gas stroomt naar de condensor (een warmtewisselaar met grote oppervlakte) en geeft zijn warmte af aan de omgeving, waarbij de toestand overgaat van stoom naar vloeistof. Het afgekoelde koelmiddel wordt nu in de verdamper gespoten. Daarbij neemt de druk af en wordt het koelmiddel weer gasvormig. In deze toestand onttrekt het koelmiddel warmte aan de omgeving van de verdamper (oftewel de koelruimte). Bij het ontdooien d.m.v. circulatielucht wordt de verdamper ontdooid via de ventilator van de verdamper. Bij het ontdooien d.m.v. persgas stroomt tijdens het ontdooien heet koelmiddel door de verdamper. De temperatuur van de verdamper neemt toe en de verdamper wordt van ijs ontdaan. De compressor voor de koeling tijdens het rijden wordt aangedreven door de voertuigmotor d.m.v. de V-snaar. Voor de standkoeling (accessoire) wordt een tweede compressor gebruikt die werkt op 230 volt netspanning. I 4.2 INSTRUCTIE ‡ Bij voertuigen die standaard zijn uitgerust met een airconditioning blijft de werking van de airconditioning volledig behouden. Bij ritten zonder ingeschakelde koelinstallatie kan de airconditioning gewoon worden gebruikt. De bediening en werking van de airconditioning vindt u in de handleiding van uw voertuig. ‡ Bij voertuigen die zijn uitgerust met een automatische start/stopfunctie moet deze functie tijdens het gebruik van de koelinstallatie uitgeschakeld zijn. De bediening en werking van de automatische start/stop-functie vindt u in de handleiding van uw voertuig. Uitbouw Met betrekking tot de belading moeten de aanwijzingen van de fabrikant van de uitbouw in acht worden genomen. NL 167 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening Frigo 5 Bediening 5.1 Bedieningseenheid Via de bedieningseenheid van de koelinstallatie kunnen alle functies worden bestuurd. Alle relevante waarden en instellingen kunnen van het geïntegreerde display worden afgelezen. 1 2 3 4 5 15 14 6 7 SET 13 8 12 11 10 9 Afbeelding 1: Overzicht bedieningseenheid Met de toetsen worden de volgende functies uitgevoerd: Pos. Beschrijving van de functie 6 – Verhogen van waarden 7 – Verlagen van waarden 8 – In-/uitschakelen van de installatie 13 168 Toets SET – Wijzigen van de gewenste temperatuur – Bevestigen van de ingestelde waarden 14 – Handmatig ontdooien starten 15 – Weergave van de opgeslagen bedrijfsuren NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Bediening Het display dient voor de statusbewaking. I Pos. INSTRUCTIE De symbolen en worden bij het inschakelen weergegeven, maar hebben geen functie. Symbool Omschrijving Beschrijving van de werking Minteken – Weergave bij een temperatuurwaarde onder 0 °C Temperatuur – Weergave van de actuele temperatuur (bij een temperatuur onder 0 °C met minteken) – Geeft aanvullende informatie weer: SEr: onderhoud noodzakelijk Decimaalteken – Wordt weergegeven als temperaturen met decimalen worden weergegeven – Wordt weergegeven als de koelinstallatie uitgeschakeld is Eenheid van temperatuur – °C: weergave in graden Celsius – °F: weergave in graden Fahrenheit 5 Ventilator – Wordt weergegeven als de ventilator van de verdamper in bedrijf is – Knippert als de inschakeling van de ventilator vertraagd is – Knippert in de verwarmingsmodus 9 Alarm – Wordt weergegeven bij een temperatuuralarm (zie hoofdstuk „Storingsmeldingen” op pagina 182) 10 Ontdooien – Wordt weergegeven in de ontdooimodus – Knippert gedurende de afdruiptijd 11 Compressor – Wordt weergegeven als de compressor in bedrijf is – Knippert in de verwarmingsmodus 12 Informatie – Weergeven van de gewenste temperatuur (bij een temperatuur onder 0 °C met minteken) – Geeft aanvullende informatie weer: SEt: gewenste temperatuur kan worden ingesteld 1 – 2 3 . 4 °C °F NL 169 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening 5.2 ! A Frigo Koelinstallatie inschakelen VOORZICHTIG! Zorg ervoor dat de 220 V-netaansluitkabel van de standkoeling (accessoire) niet aangesloten is! LET OP! De koelinstallatie blijft ook ingeschakeld als het contact van het voertuig uitgeschakeld is en de contactsleutel uit het contact getrokken is. ➤ Schakel het contact in. ➤ Start de motor. ➤ Schakel de automatische start/stop-functie (indien aanwezig) uit! De bediening en werking van de automatische start/stop-functie vindt u in de handleiding van uw voertuig. ➤ Zodra het acculampje van uw voertuig dooft, drukt u op de toets . SET Afbeelding 2: Koelinstallatie inschakelen, controletest ✓ Voor het inschakelen voert het bedieningselement een controletest uit. Voor enkele seconden worden alle symbolen in het display weergegeven. 1 2 3 4 SET Afbeelding 3: Koelinstallatie inschakelen, compressor 170 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Bediening ✓ Vervolgens toont het display de actuele temperatuur in de laadruimte (1) en de gewenste temperatuur (2) en wordt de koeling, indien nodig, ingeschakeld. Dit is te herkennen aan de weergave van de symbolen (3) en (4) in het display. I 5.3 ! INSTRUCTIE Bij een temperatuur van boven +15 °C wordt eerst alleen het symbool weergegeven. Na de functionele vertraging wordt de ventilator van de verdamper ingeschakeld. Dit is te herkennen aan de weergave van het symbool in het display. Koelinstallatie uitschakelen VOORZICHTIG! De koelinstallatie mag nooit tijdens het ontdooien worden uitgeschakeld. Bij standkoeling de voedingskabel uit het stopcontact trekken. Het uitschakelen van de koelinstallatie heeft geen invloed op de laatst ingestelde gewenste temperatuur, omdat deze bij iedere wijziging automatisch wordt opgeslagen. De koelinstallatie mag alleen worden uitgeschakeld als deze voor langere tijd niet wordt gebruikt. ➤ Druk op de toets . SET Afbeelding 4: Koelinstallatie uitschakelen ✓ Op het display wordt enkele seconden „oFF” weergegeven. ✓ Op het display verschijnt een punt. NL 171 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening A 5.4 Frigo LET OP! De koelinstallatie moet ook in standtijden (in ieder seizoen) wekelijks voor enkele minuten in gebruik worden genomen! De inspectie- en onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden om een optimale werking te garanderen. Toetsen vergrendelen en ontgrendelen Door de toetsen te vergrendelen kan een onbedoelde invoer via de toetsen worden voorkomen. Alleen als de toetsen ontgrendeld zijn, kunnen met de toetsen instellingen worden uitgevoerd. ➤ Houd de toetsen en voor drie seconden tegelijkertijd ingedrukt. SET Afbeelding 5: Toetsen vergrendeld ✓ Op het display verschijnt de melding „PoF”. ✓ De toetsen zijn vergrendeld. I INSTRUCTIE Na de vergrendeling van de toetsen kan de gewenste temperatuur van de laadruimte niet meer worden gewijzigd. De vergrendeling van de toetsen wordt kenbaar gemaakt door de melding „PoF”. ➤ Houd de toetsen 172 en voor drie seconden tegelijkertijd ingedrukt. NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Bediening SET Afbeelding 6: Toetsen ontgrendeld ✓ Op het display verschijnt kort de melding „Pon”. ✓ De toetsen zijn ontgrendeld. 5.5 Temperatuur in de laadruimte regelen Werkelijke en gewenste temperatuur aflezen Nadat de koelinstallatie is ingeschakeld, geeft het display de temperatuur in de laadruimte (1) en de gewenste temperatuur (2) weer. 1 2 3 4 SET Afbeelding 7: Temperatuurindicatie Pos. Symbool Betekenis 1 I0 Het display geeft de actuele temperatuur in °C weer. 2 2 Het display geeft de gewenste temperatuur in °C weer. 3 De koelinstallatie is in bedrijf. 4 De ventilator van de verdamper is in bedrijf. NL 173 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening I Frigo INSTRUCTIE De ventilator van de verdamper wordt afhankelijk van de toestand van de installatie automatisch in- en uitgeschakeld. Gewenste temperatuur wijzigen ➤ Houd de toets SET voor 2 seconden ingedrukt. 1 SET Afbeelding 8: Gewenste temperatuur wijzigen ✓ Op het display wordt de gewenste temperatuur (1) weergegeven en het symbool °C knippert. I INSTRUCTIE Als er 10 seconden lang geen toets wordt ingedrukt, schakelt het bedieningselement terug naar de weergavemodus en wordt de gewenste waarde niet gewijzigd. ➤ Wijzig de gewenste temperatuur binnen 15 seconden met de toetsen in stappen van 1 °C. en De gewenste temperatuur kan afhankelijk van de installatie worden ingesteld: Soort installatie Temperatuurbereik voor de koelruimte Systeem voor de versdienst: Tussen max. +40 °C en min. +0 °C Vriesinstallatie: Tussen max. +40 °C en min. –20 °C Constante temperatuur: Tussen max. +12 °C en min. +0 °C ➤ Druk kort op de toets SET . ✓ De ingestelde temperatuur wordt opgeslagen en als gewenste temperatuur voor de koelruimte overgenomen. 174 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo I 5.6 Bediening INSTRUCTIE De temperatuur in de koelruimte (gewenste temperatuur) moet overeenstemmen met de opslagtemperatuur van de getransporteerde levensmiddelen (zie hoofdstuk „Opslaan van verse levensmiddelen” op pagina 186). Koelinstallatie ontdooien Door de temperatuur in de koelruimte te verlagen, wordt condenswater gevormd dat zich op het oppervlak van de verdamper afzet en bevriest. Om het maximale koelvermogen te behouden, moet dit ijs worden verwijderd. Dit wordt uitgevoerd d.m.v. de ontdooifunctie. Een duidelijk teken dat ontdooien nodig is, is de afname van het koelvermogen. A I LET OP! De koelinstallatie mag nooit tijdens het ontdooien, noch automatisch noch handmatig, worden uitgeschakeld. Bij regelmatige onderbrekingen (uitschakelen van de koelinstallatie voor het bereiken van de automatische ontdooiing, bijv. laden en/of lossen) kan het nodig zijn het ontdooien handmatig te starten (zie hoofdstuk „Handmatig ontdooien” op pagina 177). Anders kan het oppervlak van de verdamper met ijs bedekt raken en kan het koelvermogen van de installatie sterk verminderen. INSTRUCTIE Het condenswater wordt via een afvoerkanaal door de bodem van het voertuig afgevoerd. Het kan bij stilstand van het voertuig een waterplas onder het voertuig vormen. De afvoerslang moet absoluut vrij worden gehouden. Uw koelinstallatie is uitgerust met twee ontdooimechanismen: ‡ Ontdooien d.m.v. circulatielucht: De verdamper wordt alleen ontdooid via de ventilator van de verdamper met behulp van de omgevingslucht. I NL INSTRUCTIE Bij een langere gebruiksduur van de koelinstallatie zonder warmetoevoer vanaf buiten kunnen ontdooifasen langer duren. Dit is geen defect. Na een tijd van 10 minuten wordt de ontdooifase automatisch beëindigd. 175 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening ‡ Frigo Ontdooien d.m.v. persgas: (accessoire) De verdamper wordt ontdooid met behulp van verwarmd koelmiddel. Automatisch ontdooien Door een elektronische besturing wordt deze procedure elk volle bedrijfsuur automatisch in gang gezet. I INSTRUCTIE Als de te koelen goederen vochtig zijn, raden wij aan de handmatige ontdooiing (zie hoofdstuk „Handmatig ontdooien” op pagina 177) vaker te gebruiken. Tijdens de ontdooifase verschijnt in de bovenste regel van het display „dEF”. In de onderste regel van het display staat de gewenste temperatuur. Op het display verschijnen de volgende symbolen: Ontdooien d.m.v. circulatielucht Ontdooien d.m.v. persgas Symbool is zichtbaar Symbool is zichtbaar/knippert gedurende afdruiptijd Symbool is niet zichtbaar Symbool is zichtbaar Symbool is zichtbaar Symbool is niet zichtbaar/ knippert gedurende afdruiptijd Als het ontdooiproces beëindigd is, schakelt het systeem automatisch weer in de koelmodus. Dit proces is eveneens zichtbaar op het display: Symbool is niet zichtbaar Symbool is zichtbaar Symbool knippert, ventilator schakelt na het ontdooien vertraagd in. Na het inschakelen is het symbool zichtbaar 176 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Bediening Handmatig ontdooien Het handmatige ontdooien kan via het bedieningselement als volgt worden uitgevoerd: ➤ Druk voor min. 2 seconden op de toets . ✓ Het ontdooien gaat van start zoals beschreven in hoofdstuk „Automatisch ontdooien” op pagina 176. 5.7 I Temperatuurmeetwaarden beheren INSTRUCTIE Het bedieningselement slaat de gemeten maximum- en minimumtemperaturen op. Zo krijgt u informatie over de opslagomstandigheden van levensmiddelen in de laadruimte. Gemeten maximumtemperatuur weergeven ➤ Druk op de toets . ✓ Op het display wordt kort Hi weergegeven en daarna verschijnt de gemeten en opgeslagen temperatuur. SET Afbeelding 9: Gemeten maximumtemperatuur weergeven NL 177 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening Frigo Gemeten minimumtemperatuur weergeven ➤ Druk op de toets . ✓ Op het display wordt kort „Lo” weergegeven en daarna verschijnt de gemeten en opgeslagen temperatuur. SET Afbeelding 10: Gemeten minimumtemperatuur weergeven Gemeten temperaturen wissen ➤ Druk op de toets of de toets . ✓ Op het display wordt kort „Hi ”of „Lo” weergegeven en daarna verschijnt de gemeten en opgeslagen temperatuur. ➤ Houd de toets SET langer dan 3 seconden ingedrukt. ✓ Op het display verschijnt „rSt”. ✓ Op het display wordt de actuele temperatuur in de laadruimte weergegeven. 178 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo 5.8 Bediening Afgelopen bedrijfsuren weergeven ➤ Druk op de toets . ✓ Op het display worden de afgelopen tienduizend bedrijfsuren weergegeven. Het aantal bedrijfsuren bestaat uit de bovenste regel (stappen van tienduizend) en de onderste regel (stappen van één). SET Afbeelding 11: Afgelopen bedrijfsuren weergeven I NL INSTRUCTIE Wanneer in het display afwisselend „SEr” verschijnt, moet onderhoud worden uitgevoerd. Het eerste onderhoud moet 100 bedrijfsuren na de ingebruikneming worden uitgevoerd. Elk volgende onderhoud moet om de 1000 bedrijfsuren worden uitgevoerd. Bij het onderhoud worden de bedrijfsuren gereset. 179 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Bediening 5.9 ! I Frigo Standkoeling via elektrische aandrijving (accessoire) VOORZICHTIG! ‡ Het beschermende deksel van de apparaatstekker in het voertuig moet altijd gesloten zijn als de standkoeling niet wordt gebruikt. ‡ Voor de aansluiting van de kabel moet de beschikbare netspanning worden gecontroleerd. De zekering moet ten minste 16 ampère bedragen. ‡ De verlengkabel moet zo kort mogelijk worden gekozen en een kabeldiameter van 3 x 2,5 mm² hebben. De lengte van de verlengkabel moet de afstand van het voertuig tot het stopcontact kunnen overbruggen. Indien u een kabelhaspel voor de aansluiting van de standkoeling gebruikt, moet deze absoluut compleet worden afgerold, omdat de kabel anders te warm wordt en een kabelbrand het gevolg kan zijn. INSTRUCTIE Een te lage spanning en sterke spanningsschommelingen kunnen functionele storingen tot gevolg hebben. Standkoeling inschakelen De standkoeling mag alleen onder de volgende voorwaarden worden gebruikt: ‡ De ondergrond waarop het voertuig staat, moet effen zijn, opdat de afvoer van het condenswater gegarandeerd is. ‡ De voertuigmotor moet uitschakeld zijn en de sleutel moet uit het contact getrokken zijn. ‡ De deuren van de laadruimte moeten goed afgesloten zijn. ! 180 VOORZICHTIG! ‡ Voordat u het voertuig weer start, moet u de voedingskabel weer uit het stopcontact van het voertuig trekken. ‡ De 230 V-aansluiting van de standkoeling mag uitsluitend via een aardlekschakelaar met een nominale lekstroom van 30 mA en een geaard, spatwaterdicht stopcontact worden gebruikt. NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo I Bediening INSTRUCTIE Neem de volgende instructies in acht voor een gebruik van de standkoeling volgens de voorschriften: ‡ Het voertuig moet bij het gebruik van de standkoeling in de schaduw staan. ‡ De gebruiker is verantwoordelijk voor de beveiliging van het voertuig tijdens het gebruik van de standkoeling! ‡ Voor het inladen de laadruimte 20 – 30 minuten koelen. ‡ De deuren van de laadruimte slechts weinig en kort openen om het binnendringen van vochtige lucht te minimaliseren. ‡ De standkoeling dient voor het handhaven van de koeling in de laadruimte. De standkoeling is niet geschikt voor het langdurig opslaan van levensmiddelen. ‡ Op de standkoeling mogen geen externe apparaten met 230 V netspanning worden gebruikt! Hierdoor kan de koelinstallatie beschadigd raken! ➤ Schakel de voertuigmotor uit. ➤ Verbind de voedingskabel voor de standkoeling met een gezekerd stopcontact van 230 volt. ➤ Schakel de koelinstallate in (zie hoofdstuk „Koelinstallatie inschakelen” op pagina 170). I NL INSTRUCTIE ‡ De werking van de koelinstallatie en de bijbehorende bedieningselementen in de binnenruimte komt overeen met de werking van de koeling tijdens het rijden, zoals beschreven op de vorige pagina's. ‡ Bij een standkoeling waarbij de elektrische aandrijving zich in een zitconsole bevindt, moet tijdens het bedrijf van de standkoeling voor voldoende ventilatie gezorgd worden. Hiervoor tijdens het bedrijf van de standkoeling de passagiersbank opklappen! De werking vindt u in de handleiding van uw voertuig. 181 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Storingsmeldingen 6 Frigo Storingsmeldingen Storingen in de koelinstallatie worden op het display weergegeven. Displaytekst Oorzaak Resultaat/oplossing P1 Een van de ruimtetemperatuursensoren is defect. De koelinstallatie wordt automatisch uitgeschakeld. Neem contact op met de servicehotline. P2 Een van de verdampersenso- De koelinstallatie blijft in bedrijf, de ren is defect. fout wordt echter permanent op het display weergegeven. Neem contact op met de servicehotline. Het symbool brandt. HA LA Het onderhoud moet worden De koelinstallatie blijft in bedrijf. De uitgevoerd. aanwijzing wordt echter permanent op het display weergegeven. Neem contact op met de servicehotline. Bij het onderhoud worden de bedrijfsuren gereset. Alarm: temperatuur te hoog. De ingestelde gewenste waarde is niet bereikt. Koelinstallatie uitschakelen. Neem contact op met de servicehotline. Alarm: temperatuur te laag. De ingestelde gewenste waarde is niet bereikt. Koelinstallatie uitschakelen. Neem contact op met de servicehotline. Alleen voor standkoe- Er is een fout opgetreden tij- Zie hoofdstuk „Zelfhulp” op lingen met elektrodens het bedrijf van de stand- pagina 183. motor: koeling. Er klinkt een akoestisch signaal. Het symbool brandt. I 182 De gewenste temperatuur in Neem met een gedetailleerde de binnenruimte van de koel- beschrijving van de fout contact op installatie wordt overschremet de servicehotline. den of niet bereikt. INSTRUCTIE Als de melding „PoF” op het display verschijnt, zijn de toetsen vergrendeld en moeten deze ontgrendeld worden (zie hoofdstuk „Toetsen vergrendelen en ontgrendelen” op pagina 172). NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Zelfhulp 7 Zelfhulp 7.1 Zelfhulp bij uitval van de installatie Als de installatie gedeeltelijk of volledig uitvalt, dient u eerst de zekeringen van de koelinstallatie te controleren. Deze vindt u in de buurt van de accu onder de motorkap. De zekering voor de ventilator van de verdamper bevindt zich in de binnenruimte aan de achterwand. Als de fout niet kan worden verholpen, mag de koelinstallatie uitsluitend worden gecontroleerd en gerepareerd door een geautoriseerde dealer (zie hoofdstuk „Servicehotline” op pagina 188). Geef dan exact aan in welke situatie de storing opgetreden is en hoe de storing merkbaar is geworden. Storing Maatregel Installatie functioneert niet. Elektrische aansluitingen, voor zover toegankelijk, controleren. Compressor maakt veel lawaai. Installatie uitschakelen en naar de dichtstbijzijnde servicewerkplaats rijden. V-snaar maakt veel lawaai. Met laag toerentaal naar de dichtstbijzijnde servicewerkplaats rijden. 7.2 A Zelfhulp bij uitval van de standkoeling (accessoire) LET OP! Oorzaken voor de uitval van de standkoeling kunnen onder andere een te lage voedingsspanning of het gebruik van een niet afgerolde kabelhaspel zijn. Voor het indrukken van de RESET-knop moet dit worden gecontroleerd. Als een standkoeling die wordt aangedreven door een elektromotor uitvalt, wordt de storing kenbaar gemaakt door een akoestisch signaal. In de passagiersruimte bevindt zich een besturingseenheid met een RESET-knop. Hiermee kan de koelinstallatie weer worden opgestart. ➤ Trek de stekker van de standkoeling uit het stopcontact. NL 183 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Instructies voor het gebruik Frigo %HVWXULQJVHHQKHLG .QRSReset Afbeelding 12: Besturingseenheid standkoeling met knop Reset ➤ Druk na een korte wachttijd de knop Reset op de besturingseenheid op positie 1. ➤ Steek de stekker van de standkoeling in het stopcontact. I INSTRUCTIE Als het akoestische signaal opnieuw weerklinkt, dient u de procedure te herhalen. Als de uitval van de koelinstallatie hiermee niet kan worden verholpen, dient u contact op te nemen met onze servicehotline (zie hoofdstuk „Servicehotline” op pagina 188). 8 Instructies voor het gebruik 8.1 Instructies voor het juiste laden Voordat u begint het voertuig in te laden, moet de laadruimte tot het juiste temperatuurniveau worden afgekoeld. Bovendien mogen, omwille van de doorlopende koelketen, uitsluitend correct voorgekoelde goederen worden ingeladen. 9HUGDPSHU .RHOUXLPWH /XFKWFLUFXODWLH .RHOODGLQJ Afbeelding 13: Luchtcirculatie in de koelruimte 184 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo Instructies voor het gebruik Let bij het inladen van het voertuig op dat de koude lucht, die uit de verdamper komt, vrij kan circuleren. De lading mag daarom tot slechts ca. 30 cm onder het dak van de koelruimte worden gestapeld. Verder moet de uitstroomopening van de verdamper volledig vrij zijn en mag deze niet met goederen worden afgedekt. I 8.2 I NL INSTRUCTIE Door de deuren van de laadruimte regelmatig te openen, kunnen warmte en vocht binnendringen. De koelinstallatie kan daardoor bevriezen, wat tot verminderen van het koelvermogen leidt. Open de deuren daarom zo min mogelijk en altijd zo kort mogelijk. Vermijd lange ritten met lege koelruimte en ingeschakelde koelinstallatie. Controleer regelmatig of de deuren van de laadruimte goed sluiten. Goede deurafdichtingen en werkende sloten dragen bij aan een hoge transportveiligheid. Controleer de carrosserie rond de laadruimte regelmatig op beschadigingen. Kleine beschadigingen kunnen al tot gevolg hebben dat, met name bij hoge omgevingstemperaturen, uw koellading niet voldoende gekoeld wordt. Instructies voor het juiste koelgebruik INSTRUCTIE De koelinstallatie koelt niet alleen, maar onttrekt ook vocht aan de lucht. Het vocht vriest vast op het oppervlak van de verdamper. Daardoor wordt het koelvermogen verminderd. Het ijs moet regelmatig worden ontdooid om het vermogen te behouden. Dit ontdooiproces vindt automatisch één keer per uur plaats (zie hoofdstuk „Koelinstallatie ontdooien” op pagina 175). 185 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Instructies voor het gebruik 8.3 Frigo Opslaan van verse levensmiddelen De beste mogelijkheid om de waardevermindering en het bederven van levensmiddelen te voorkomen, zijn lage opslagtemperaturen, omdat ze de chemische en biologische verandering van levensmiddelen aanzienlijk vertragen. Door de opslag bij een in de volgende tabel aangegeven temperatuur behouden de levensmiddelen hun oorspronkelijke versheid (smaak, kleur, vitaminegehalte, voedingswaarde): Levensmiddel Opslagtemperatuur Boter en kwark +8 °C – +10 °C Rund- en schapenvlees +4 °C Kalfs- en varkensvlees +4 °C Wild en gevogelte +4 °C Forel 0 °C – +2 °C Zeelt en karper 0 °C – +2 °C Groenten +10 °C Bessen +10 °C Overig fruit +10 °C Vruchtengebak en -vlaai +4 °C – +6 °C Gebak van droog gist en roerdeeg +4 °C – +6 °C Vruchtenijs en ingevroren fruitsap –10 °C Andere ijssoorten –15 °C Ingevroren of diepgevroren visproducten –18 °C Andere diepgevroren levensmiddelen –18 °C Boter en andere diepgevroren vetstoffen –10 °C Ingewanden, eieren zonder schaal, gesneden vleeswaren en diepgevroren wild –10 °C Diepgevroren vlees –10 °C Alle andere diepgevroren levensmiddelen –10 °C 186 NL )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Frigo I 9 Garantie INSTRUCTIE Deze informatie dient slechts als richtlijn. De door de transportfirma of door de ontvanger van de goederen gegeven aanwijzingen hebben voorrang. Garantie I INSTRUCTIE De aanvaarding van garantieclaims is afhankelijk van het bewijs van correct uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden. De garantie heeft betrekking op de correct in het voertuig ingebouwde koelinrichting. De koelinstallaties Frigo worden met de allernieuwste technieken geproduceerd en zijn onderworpen aan voortdurende controles om een optimale kwaliteit van het product te garanderen. Indien desondanks fouten in het materiaal of in de verwerking optreden, worden deze binnen de eerste 24 maanden of tot max. 100.000 km verholpen. De garantieperiode gaat in op ‡ de datum van registratie van nieuwe voertuigen of op ‡ de datum van overdracht van het met koelinstallatie uitgeruste voertuig aan de klant. Fouten kunnen worden verholpen door middel van reparaties, revisies of vervanging van de betroffen onderdelen. Neem hiervoor contact op met de servicehotline (tel. 02572 879-966). Indien het in geval van nood niet mogelijk is de vereiste werkzaamheden uit te laten voeren door een geautoriseerde dealer, dient u in ieder geval een schriftelijke bevestiging van vrijgave bij Dometic WAECO International GmbH aan te vragen. Wanneer deze punten niet in acht worden genomen, vervalt de garantie. Schade als gevolg van natuurlijke slijtage, brand, overmacht, inwerkingen van buitenaf, misbruik, onjuiste bediening, ondeskundige behandeling en ongevallen valt niet onder de garantie. Verdergaande claims, zoals schadevergoeding, vergoeding van neven- en gevolgkosten, koopvernietiging of afschrijving, bestaan niet. NL 187 )ULJR2VERRN6HLWH'RQQHUVWDJ)HEUXDU Afvoer 10 Frigo Afvoer Wanneer u de installatie definitief buiten bedrijf stelt, dient u de afzonderlijke componenten deskundig af te voeren bij een recyclingcentrum. 11 Servicehotline Geachte klant, Opdat wij u bij problemen met de Frigo-koelinstallatie zo snel mogelijk kunnen doorverwijzen naar een geautoriseerde dealer bij u in de buurt, dient u direct contact op te nemen met deze hotline: ‡ Tel.: +49 (0) 2572 879-966 ‡ Fax: +49 (0) 2572 879-967 188 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416

Dometic Frigo Handleiding

Type
Handleiding