Instellingen van de draaiknop VOICING
Stel hier het gebruikte instrument resp. de gewenste klankkarakteristiek in, om de door profes-
sionals en geluidstechnici uitgedokterde voorinstelling te selecteren.
De beschrijving begint met de 6:00 uur-stand van de draaiknop. De volgende instellingen moe-
ten met de klok mee worden doorgevoerd.
NEUTRAL neutrale klank
• FLAT onbeïnvloed
• VOCAL stemweergave
• GUITAR gitaar
• BASS basgitaar
WARM warme klank
• E-KBD elektrisch keyboard
• E-GTR elektrische gitaar
• VOCAL stemweergave
• VALVE buisklank
WARM OPL warme klank met OPL (limiter)
• MULTI multiple gebruik
• VOCAL stemweergave
• A-GTR akoestische gitaar
• PIANO piano
NEUTL OPL Neutrale klank met OPL (limiter)
• BASS basgitaar
• A/GTR akoestische gitaren
• PERC percussie
• LIMIT onbeïnvloed
Onderhouden en schoonmaken
Reinig het product alleen met een schone, zachte en droge doek.
Gebruik geen chemische schoonmaakmiddelen omdat deze de afwerking van het oppervlak
kunnen aantasten of verkleuren.
Verwijdering
Elektronische apparaten bevatten voor recycling geschikte materialen en mogen
niet bij het huishoudelijk afval!
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende
wettelijke bepalingen.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning .......................... 230 V/50 Hz (netadapter)
9 VAC (microfoonvoorversterker)
Ingang.......................................... XLR symmetrisch 2 kOhm
..................................................... Jackplug asymmetrisch 840 kOhm
Uitgang ........................................ XLR symmetrisch 600 Ohm
..................................................... Jackplug asymmetrisch 300 Ohm
Ingangsniveau max. .................... XLR +14 dBu
Jackplug +22 dBu
Uitgangsniveau max. ................... XLR +28 dBu
..................................................... Jackplug +22 dBu
Frequentieresponsie .................... 10 Hz-30 kHz (±0,5 dB)
Vervormingsfactor ........................ <0,1 % (typ.)
Dynamisch bereik ........................ >100 dB (20-20000 Hz typ.)
Versterking ................................... XLR > XLR 70 dB (typ.)
..................................................... Jackplug > jackplug 54 dB (typ.)
..................................................... XLR > jackplug 64 dB (typ.)
..................................................... Jackplug > XLR 60 dB (typ.)
Buizen .......................................... 12AX7A, dubbele triode, handmatig geselecteerd
Afmetingen (b x h x d) ................. 136 x 52 x 132 mm
Gewicht ........................................ 630 g
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2013 by Conrad Electronic SE. V1_0513_01/HD
• Verbind de uitgang van uw audiobron met de aansluiting INPUT (1).
De jackplug is voor instrumenten en line-level-signalen bedoeld. Hij heeft een hoge
ingangsimpedantie en kan signalen tot +22 dBu verwerken.
De XLR-ingang is hoofdzakelijk bedoeld voor microfonen en kan daarom ook fan-
toomvoeding leveren. Hij verwerkt signalen tot +14 dBu, wat voor alle microfonen
ruim voldoende is.
De middelste en gelijkblijvend ingangsimpedantie over een breed frequentiebereik
van deze ingang maakt een neutrale klankweergave voor vrijwel alle microfonen
mogelijk.
• Verbind de aansluiting OUTPUT (2) met de ingang van het eerstvolgende audioapparaat.
Hier staan een symmetrische aansluiting (XLR) en een asymmetrische aansluiting (jackplug)
ter beschikking.
Zowel beide ingangen (XLR- en jackplugingang), alsook beide uitgangen kunnen
gelijktijdig worden gebruikt.
Bij het gebruik van beide ingangen versterkt het apparaat het totaalsignaal van de
beide geactiveerde ingangsignalen.
Aansluiting van de netadapter
Let er voorafgaand aan het insteken van de netadapter op, of de op de
netadapter aangegeven apparaatspanning overeenkomt met de beschikbare
netspanning. Indien de informatie niet overeenkomt met de ter beschikking
staande netspanning, sluit dan de netvoedingadapter niet aan. Bij een foutie-
ve voedingsspanning kan er onherstelbare schade aan het apparaat en voor
de gebruiker ontstaan.
De contactdoos moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het
insteken van de stekker van de netadapter gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat
u het apparaat in geval van storing snel en veilig van het elektriciteitsnet kunt
loskoppelen.
De kabel van de netadapter mag niet ingeklemd worden of door scherpe
kanten beschadigd worden.
Als het apparaat niet wordt gebruikt, dient het door het afnemen van de
netadapter spanningsloos worden geschakeld.
• Steek de laagspanningsstekker van de netadapter in de aansluiting PWR 9VAC (3).
• Steek de netadapter in de contactdoos.
•
Zodra de microfoonversterker van stroom wordt voorzien, gaat de statusindicatie (6) branden:
rood > limiter actief resp. inschakelvertraging
groen > klaar voor gebruik
Bediening
• Verbind het apparaat zoals boven beschreven met de stroomvoorziening.
•
Pas de ingangsgevoeligheid met de draaiknop INPUT (7) aan op het ingangsignaal.
• Het regelbereik van de draaiknop INPUT (7) kan met de schakelaar GAIN (8) met +20 dB
worden uitgebreid. De schakelaar GAIN (8) moet bij microfoonsignalen worden ingedrukt, bij
line-level-signalen moet hij niet ingedrukt zijn.
• Stel het niveau van het uitgangsignaal in met de draaiknop OUTPUT (11).
•
Oriënteert u zich bij de instelling van ingangsgevoeligheid en uitgangsniveau op de VU-meter
(4). Het uitgangsniveau van de microfoonversterker wordt weergegeven. Indien OPL geac-
tiveerd is (zie hiervoor draaiknop VOICING (5)), worden oversturingen door de ingebouwde
limiter verhinderd. Is OPL niet actief, vermijd dan bijsturingen boven de 0 dB-grens.
• De statusindicatie (6) geeft niet alleen de bedrijfsbereidheid (groen) aan, maar ook vervor-
mingen resp. gebruik van de limiter (rood).
Als OPL niet geactiveerd is, mag de statusindicatie (6) slechts kort rood gaan branden. Als
ze langer rood brandt, verlaag dan het ingangsniveau met de draaiknop INPUT (7). Brandt
de statusindicatie bij actieve OPL dan geeft dit aan, dat de limiter het signaal automatisch
beperkt.
• Met de draaiknop VOICING (5) kunt u de klankkarakteristiek aanpassen aan uw toepassin-
gen en smaak. De diverse instellingen worden achterin deze handleiding verder verklaard.
In het bereik OPL is automatisch een limiter voor de uitgang geactiveerd, die oversturingen
verhindert.
Speel rustig een beetje met de voorinstellingen, om het voor u optimale effect te
bereiken.
• Als een condensator-microfoon zonder eigen stroomvoorziening op de XLR-ingang is aange-
sloten, kan hij met de geïntegreerde fantoomvoeding worden gebruikt. Druk hiervoor op de
schakelaar P-PWR (9). Bij ingedrukte schakelaar is de gelijkspanning 48 V aanwezig op de
pinnen 2 en 3 van de XLR-ingang.
Voordat u de schakelaar P-PWR (9) in- of uitschakelt, draait u de draaiknop OUT-
PUT (11) op minimum en wacht u 30-45 seconden, zodat storende geluiden wor-
den vermeden.
• De schakelaar PHASE REVERSE (10) inverteert de fase van het uitgangsignaal. Dit kan
handig zijn, als bijv. twee microfonen dezelfde geluidsbron van verschillende opstelplaatsen
overbrengen. De klank kan door fase-omkeringen hol of dun lijken. Probeer in dergelijke
gevallen de schakelaar PHASE REVERSE (10) in te drukken, om de klank te verbeteren.