58
Gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid
De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de Euro-
pese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als
fabrikant genoodzaakt u met onderstaande aanwij-
zingen m.b.t. de veiligheid vertrouwd te maken.
Elektrische veiligheid
• Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat
mogen alleen door een erkend elektro-installateur
worden uitgevoerd.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige re-
paraties kunnen tot aanzienlijke risico's leiden.
Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afde-
ling.
3 Volg deze aanwijzingen op, omdat anders bij
schade de aanspraak op garantie vervalt.
• Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt
nadat ze zijn ingebouwd in passende inbouwkas-
ten en werkbladen die aan de normen voldoen.
Daarmee wordt de vereiste aanrakingsbescher-
ming van elektrische apparaten veiliggesteld.
• Als zich storingen aan het apparaat, breuken, bar-
sten of scheuren voordoen:
– alle kookzones uitschakelen,
– de zekering voor de kookplaat in de huisinstalla-
tie uitschakelen.
Veiligheid voor kinderen
Als u kookt of braadt, worden de kookzones heet.
Houd daarom kleine kinderen altijd uit de buurt.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Dit apparaat mag alleen voor het normaal koken en
braden van levensmiddelen worden gebruikt.
• Gebruik de kookplaat niet om het vertrek te ver-
warmen.
• Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische appa-
raten aan stopcontacten in de buurt van het appa-
raat. Snoeren mogen niet met hete kookzones in
aanraking komen.
• Oververhitte vetten en oliën vliegen snel in brand.
Als u gerechten in vet of olie (bijv. patates frites)
bereidt, dient u altijd in de buurt te blijven.
• Schakel elke keer na het gebruik de kookzones uit.
Veiligheid bij het reinigen
U moet het apparaat uitschakelen voordat u het gaat
reinigen. Het reinigen van het apparaat met een
stoomstraal- of hogedrukreiniger is om veiligheidsre-
denen verboden.
Zo wordt schade aan het apparaat
voorkomen
• Gebruik de kookplaat niet als werkplek of aan-
recht.
• Schakel de kookzones nooit in als er een lege pan
of geen pan op staat.
• Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuur-
schokken en zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Bijzonder scherpe en harde voorwerpen die op de
kookplaat vallen, kunnen beschadiging veroorza-
ken.
• Gebruik geen pannen van gietijzer of pannen met
een beschadigde, ruwe of oneffen bodem. Bij het
verschuiven kunnen krassen ontstaan.
• Zet geen pannen op het raam van de kookplaat. Er
kunnen krassen en lakschade ontstaan.
• Let erop dat er geen zuurhoudende vloeistoffen,
bijv. azijn, citroen of kalkoplossende middelen op
het raam van de kookplaat terechtkomen, omdat
anders matte plekken ontstaan.
• Als suiker of suikerhoudende stoffen op de hete
kookplaat terechtkomen en smelten, verwijder de
plekken dan direct, als ze nog heet zijn, met een
glasschraper. Als de massa afkoelt, kan bij het ver-
wijderen schade aan de oppervlakte ontstaan.
• Houd alle voorwerpen en materialen die kunnen
smelten, bijv. kunststof, aluminiumfolie of braadfo-
lie, uit de buurt van de glaskeramische plaat.
Mocht er toch iets op de glaskeramische plaat
smelten, dan moet deze plek direct met een glas-
schraper worden verwijderd.