37
Installatie - afb. 7-8-9-10-11
De kap is voorzien van bevestigingspluggen die geschikt zijn voor de
meeste plafonds. Toch moet contact opgenomen worden met een
erkend installateur om er zeker van te zijn dat de materialen geschikt
zijn voor uw type plafond. Het plafond moet bovendien stevig genoeg
zijn om het gewicht van de kap te houden.
Tijdens de montage van het apparaat mag het niet aan het stroomnet
aangesloten zijn.
• De gewenste lengte van het draaggeraamte van de kap instellen.
Van deze instelling hangt de definitieve hoogte van de kap af. Let er
daarbij op dat de kap na de installatie bij elektrische fornuizen
minstens 50 cm en bij gasfornuizen minstens 65 cm van de
bovenkant van het fornuis verwijderd moet zijn.
• De twee delen van het geraamte met in totaal acht schroeven
vastzetten (2).
• Loodrecht op de kookplaat het boorsjabloon op het plafond
aanbrengen (3 - het midden van het sjabloon moet overeenkomen
met het midden van de kookplaat en de zijkanten moeten parallel
lopen met de zijkanten van de kookplaat).
De elektrische aansluiting maken.
• De aangegeven gaten boren (zes gaten voor zes wandpluggen - vier
pluggen voor het ophangen) en vier schroeven zodanig in de
buitenste gaten draaien, dat tussen schroefkop en plafond een
afstand van ca. 1 cm overblijft (4).
• Een afvoerbuis in het geraamte schuiven (5) en met de flens van de
ventilatoruitlaat verbinden (afvoerbuis en bevestigingsringen niet
meegeleverd).
• Het draaggeraamte aan de vier plafondschroeven hangen (6 - zie
ook 4).
• De vier schroeven (7) stevig vastdraaien.
• In de vrij gebleven gaten (8) als extra beveiliging nog twee
schroeven aanbrengen en stevig vastdraaien.
• De kap aansluiten (9), maar het stroomnet pas na de montage
inschakelen.
• Verwijder de platen en de vetfilters (zie de paragraven “Verwijderen
van de platen” en “Demonteren van de metalen vetfilters”).
• De kap aan het draaggeraamte (10) hangen en controleren of hij
goed op z’n plek zit:
- om de kap op te hangen vier schroeven iets indraaien (zie 10 en
12).
• De kap aan het geraamte bevestigen met twee schroeven (11) die
later ook voor het centreren van de beide delen nodig zijn.
• De vier schroeven waarmee de kap aan het draaggeraamte
bevestigd is (12) stevig vastdraaien.