26
nederlands
1
2
Installatie
Gebruik
1.1 Het uitpakken (1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3).
Verwijder de schroefjes en de onderdelen die
tijdens het transport gebruikt zijn voor
vastzetten en blokkeren.
1.2 Aansluiting op de waterleiding (1.2.1, 1.2.2
en 1.2.3). Als uw wasmachine geschikt is
voorwarmwatertoevoer, sluit dan de rode
slang aan op de warmwaterkraan (1.2.4).
Gebruik altijd de nieuwe slang die wordt
meegeleverd. Verwijder voorheen gebruikte
toevoerleidingen.
1.3 Afvoer.
BELANGRIJK!
Installeer het
meegeleverde elleboogstuk en neem de
maten op de tekeningen in acht.
1.4 Waterpas zetten. Zet de wasmachine goed
waterpas om lawaai en verplaatsing te
voorkomen. Aanbevolen wordt: 1º achterste
pootjes aanbrengen en vastzetten (1.4.1); 2º
de wasmachine op zijn definitieve plaats
zetten (1.4.2); 3º voorste pootjes aanbrengen
en vastzetten (1.4.3).
1.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet. Houd
rekening met de gegevens die op het plaatje
met technische gegevens staan.
1.6 Installatie onder een keukenblad. Wanneer
het nodig is om het bovenblad voor inbouw te
verwijderen dien je contact op te nemen met
de leverancier of de Technische Dienst.
Bij inbouw dient de stekker na installatie
bereikbaar blijven.
De inbouwafmetingen zijn 600x600x850.
2.1 Openen van de deur.
2.2 Wasmiddel en toevoegingen. Doe het
wasgoed in de wasmachine na het te hebben
gesorteerd op kleur, mate van vuilheid en type
weefsel.
Het wasmiddelbakje heeft de volgende vakjes:
hoofdwas ,voorwas en wasverzachter
(2.2.1).
In alle wasmachines kunnen alle types
wasmiddel gebruikt worden (2.2.2 en 2.2.3).
2.3 Inschakelen en selectie van het was- en/of
droogprogramma. Selecteer het programma
met de knop nadat u de programmatabel hebt
geraadpleegd.(pag. 28). Wanneer u een
droogprogramma selecteert, dient u de
droogtijd in te stellen.
2.4 Drogen . U kunt de droogtijd ( ) kiezen
door te drukken op de toets “droogtijd”
(2.4.1). Op de display zal de tijd worden
weergegeven, die zal toenemen afhankelijk
van de modus waarin de knop wordt
ingedrukt (2.4.2):
- Modu 1: door de knop -> ingedrukt te
houden, zal de tijd met steeds 10 minuten
toenemen (van 20 min tot 180 min).
- Modus 2: door steeds kort te drukken op
de knop -> zal de tijd met elke keer indrukken
1 minuut toenemen.
Programma's wassen + drogen
U kunt de droogfunctie na elk wasprogramma
programmeren (behalve na het
wolprogramma).
1. Selecteer het wasprogramma.
2. Selecteer de droogtijd (2.4 in deze
handleiding).
3. Op de display zal de duur van het
volledige programma (wassen + drogen)
worden weergegeven.
2.5 Keuze van de centrifugeersnelheid. Je kunt
de mate waarin je centrifugeert selecteren of
uitschakelen (2.4.1, 2.4.2, 2.4.3). Wanneer
je Antikreuk/Spoelstop selecteert (2.4.4)
wordt de wasgang onderbroken vóór het
centrifugeren aan het einde en blijft het
wasgoed in het water liggen. Wanneer je deze
functie opheft zal de machine doorgaan met
de laatste centrifugegang.
2.6 Extra functies:
- Makkelijk strijken ( ): rvermindert de
vorming van kreukels (2.6.1).
- Extra spoelen ( ): daarmee kunt u de
kleren van kinderen en personen met een
gevoelige huid beschermen (2.6.2)
- Intensief wassen ( ): speciaal aanbevolen
voor erg vuil wasgoed met vlekken; levert
betere resultaten door de normale wasgang te
verlengen (2.6.3).
2.7 Timer . THiermee kun je het tijdstip van het
begin van de wasgang uitstellen.
2.8 Het in werking stellen.
2.9 Blokkade . Druk gedurende 3 seconden
(2.9.1), wordt gebruikt opdat aanraken door
kinderen geen gevolgen heeft. Wordt
opgeheven door de toets nogmaals 3
seconden in te drukken (2.9.2).
2.10 Het wassen. Je kunt de fase van het
programma en de resterende tijd aflezen.
600 800 1000 1200 1400
80 71 62 53 52
80 70 70 70 70
100 90 90 90 90
100 90 80 80 80
MAXIMALE CENTRIFUGEERSNELHEID
VAN DE WASMACHINE (r.p.m)
*Resterend vochtgehalte: de hoeveelheid vocht
die nog in het wasgoed aanwezig is na het centrifugeren
Programma's voor KATOEN
Programma's voor SYNTHETICHE STOFFEN
Programma's voor WOL
SNEL programma
GEMIDDELD RESTEREND
VOCHTGEHALTE* (%)