PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
5019 636 01002
A. Koelvak
1.
Groente- en fruitlade
2.
Typeplaatje
3.
Ruimte met schappen/schap
4.
Thermostaat/Verlichting
5.
Ventilator met antibacterieel filter (afhankelijk van het
model)
6.
Deurvakken
7.
Dispenser voor blikjes of deurvakken (afhankelijk van het
model)
8.
Flessenplank
B. Vriesvak
9.
Roosters
10.
Invrieszone
11.
Bewaarzone ingevroren voedsel en diepvriesproducten
12.
IJsbakje
13.
Deur van het vriesvak
Let op:
•
het aantal schappen
en de vorm van de accessoires
kunnen van model tot model verschillen. Alle planken en
schappen kunnen worden verwijderd.
•
De accessoires mogen niet in de afwasmachine
gewassen worden
.
•
De binnentemperatuur van het apparaat
is afhankelijk
van de omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de
deur geopend wordt en de plaats van het apparaat. Bij het
instellen van de thermostaatknop moet rekening gehouden
worden met deze factoren.
Het antibacteriële filter
zorgt voor een grotere hygiëne in
de koelkast doordat de lucht voortdurend wordt gezuiverd
van bacteriën. Haal het filter uit de doos in de groente- en
fruitlade (deel 1) en plaats het in het rooster (deel 5c).
Vervang het filter om de 6 maanden.
1.
Verwijder het filter met het rooster.
2.
Vervang het filter en het rooster.
3.
De instructies voor de vervanging zijn bij het filter gevoegd.
Dit type filter is verkrijgbaar bij onze klantenservice.
Ventilator (afhankelijk van het model)
De ventilator
draagt bij aan een betere verdeling van de
temperatuur in het koelvak en aan de verbetering van de
bewaaromstandigheden van de levensmiddelen.
Let op:
zet geen voedsel voor de luchtingang (5a).
Ventilator met drukknop
Druk op de knop (5b) om de ventilator aan te zetten als de
omgevingstemperatuur tot boven de 27, 28 °C stijgt, als er
condens op de schappen zit en bij een hoge luchtvochtigheid
Let op:
de ventilator gaat UITSLUITEND draaien als de
compressor in werking is.
Vergeet niet om de ventilator uit te schakelen als de
omgevingstemperatuur gedaald is.
Deze koel-/vriescombinatie wordt in werking gesteld door de
thermostaatgroep in het koelvak te bedienen.
De thermostaat regelt de temperatuur in beide
vakken.
Bedieningen voor de instelling van het koelvak/
vriesvak
Thermostaat ingesteld op
1/MIN
:
minimale koeling
Thermostaat ingesteld op
2-3/MED
:
gemiddelde koeling.
Thermostaat ingesteld op
7/MAX
:
maximale koeling.
Thermostaat ingesteld op
•
:
koeling en verlichting uit.
Aanbevolen stand van de thermostaat: stand 2-3/MED
.
Licht
- Vervangen van het lampje
Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u het lampje gaat vervangen. Direct daarna:
- het lampje linksom draaien (zie afbeelding).
A.
Thermostaatknop
B.
Lichtknop
D.
Instelling thermostaat
E.
Lampje (
max 15 W
)