Tunturi E60 Handleiding

Categorie
Fitness, gymnastiek
Type
Handleiding
NL
H A N D L E I D I N G
37
OPMERKINGEN EN
ADVIEZEN
Deze gids is een essentieel onderdeel van uw
fietsergometer. Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat
u begint met monteren, gebruiken of onderhouden
van uw fietsergometer. Bewaar de gids op een handige
plaats. U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige
informatie uithalen die u nodig heeft voor het gebruik
en het onderhoud van de apparatuur. Volg de instructies
altijd met zorg op.
GEZONDHEID
Laat uw conditie door uw huisarts controleren
voordat u begint met trainen.
Bij misselijkheid, duizeligheid of andere abnormale
symptomen moet u direct stoppen met de training en
een arts raadplegen.
Om spierpijn te voorkomen, begint u de training
met een warming up en sluit u die af met cooling-down
(langzaam fietsen met geringe weerstand). U sluit de
training af met stretch oefeningen.
DE TRAININGSRUIMTE
Plaats de trainer op een vlakke en stevige ondergrond.
Bescherm de vloer onder de trainer tegen beschadiging.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de training,
maar zorg dat u niet op de tocht zit.
Tijdens de training is de toegestane
gebruikstemperatuur tussen +10º en +35°C; voor opslag
gelden de temperaturen tussen -15° en +40°C. De
luchtvochtigheid in de trainings- of opslagruimte
mag nooit hoger dan 90 % zijn.
HET GEBRUIK VAN DE TRAINER
Ouders en verzorgers van kinderen moeten er
rekening mee houden dat kinderen speels zijn en graag
alles uitproberen. Dit kan ertoe leiden dat de trainer
wordt gebruikt op een manier waarvoor deze niet
bedoeld is. Als kinderen de trainer mogen gebruiken
moet u als ouder of verantwoordelijke rekening houden
met de lichamelijke en psychische ontwikkeling en
vooral de aard van het kind. Vertel kinderen duidelijk
hoe de trainer moet worden gebruikt en houd toezicht.
De trainer is geen geval bedoeld als speelgoed.
Controleer voor de training of het apparaat goed
functioneert. Train nooit op een defect apparaat.
De trainer mag uitsluitend door één persoon tegelijk
gebruikt worden.
Houd bij het op-en afstappen het stuur vast.
Draag tijdens de training de juiste kleding en
geschikte schoenen.
Gebruik de trainer alleen als alle afschermingen en
omkastingen geplaatst zijn.
Voer alleen die onderhoudsverrichtingen en
afstellingen uit die in deze handleiding beschreven
zijn. Volg de onderhoudsinstructies van de handleiding
nauwkeurig op.
Gebruik de trainer uitsluitend voor het doel waarvoor
deze is gemaakt en zoals hierna beschreven wordt.
Zorg ervoor dat de monitor niet met water in
aanraking komt. Veeg de monitor altijd af met een
zachte en absorberende doek als er zweetdruppels
op gevallen zijn. Reinig de monitor niet met
oplosmiddelen.
Druk op de toetsen met uw vingertoppen; nagels
kunnen de toetsmembranen beschadigen.
Houd de monitor uit de zon; door zonlicht kunnen
kleuren van de monitor verbleken.
De trainer is geschikt voor personen met een
lichaamsgewicht tot maximaal 135 kg.
Het apparaat is ontworpen voor thuisgebruik.
De Tunturi-garantie is alleen van toepassing op
defecten en storingen ontstaan bij thuisgebruik (24
maanden). Nadere informatie over de garantie op uw
trainingstoestel vindt u in het bijgesloten garantieboekje.
De garantie vervalt bij schade ontstaan tijdens de
verzending of door het niet volgen van de in deze
handleiding gegeven instructies betreffende het
monteren, afstellen en onderhoud van het apparaat.
WELKOM IN DE WERELD VAN
TUNTURI TRAINING!
Uw keuze toont aan, dat u echt in uw gezondheid
en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u
kwaliteit en stijl belangrijk vindt en waardeert. Met
deze Tunturi hometrainer heeft u een veilig, motiverend
kwaliteitsproduct als trainingspartner gekozen. Wat
uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan overtuigd dat
de keuze van deze trainer de juiste is om uw doel te
bereiken. Meer informatie over het gebruik van uw
trainingsapparatuur en efficiënte training kunt u
vinden op Tunturi’s website www.tunturi.com.
HET MONTEREN
Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn:
1. Frame
2. Achter- en voorsteun
3. Stuurkolom
4. Pedalen (2)
INHOUD
HET MONTEREN .....................................................37
AFSTELLING ..........................................................39
FITNESS TRAINING MET TUNTURI .......................40
MONITOR .................................................................41
MONITORFUNCTIES ...............................................
41
ONDERHOUD .........................................................47
VERPLAATSEN .......................................................
47
TECHNISCHE GEGEVENS ....................................47
38
H A N D L E I D I N G
5. Monitor
6. Transformator
7. Set montagegereedschap (onderdelen met * in de
onderdelenlijst): bewaar de montagebenodigdheden,
omdat u die o.a. nog bij het afstellen van de onderdelen
kunt gebruiken.
Mocht er een onderdeel ontbreken, neem dan contact
op met uw Tunturi dealer onder vermelding van het
model, het serienummer van het apparaat en het
nummer van het ontbrekende onderdeel. Achter in deze
gids vindt u de onderdelenlijst. De verpakking bevat een
zakje met korrels die de apparatuur tijdens opslag en
transport heeft beschermd tegen vocht. Dit zakje kan na
het uitpakken van de fietstrainer weggegooid worden.
De instructies links, rechts, voor en achter, zijn bepaald
zittend op de fiets. Wij adviseren dat het apparaat wordt
geïnstalleerd door twee volwassen personen.
ACHTER- EN VOORSTEUN
Trek door het zadel vast te houden het apparaat
naar achteren, zodat het op zijn transportwieltjes
rust. Bevestig de achtersteun vanaf onderen met vier
binnenzeskantschroeven en sluitringen. Bevestig
de voorsteun aan het frame met vier schroeven en
sluitringen. Zet het apparaat weer rechtovereind zodat
het op de steunvoeten rust.
PEDALEN
De pedalen zijn gemerkt met de letters L (links) en R
(rechts). Monteer het linker pedaal op de linker crank
door deze tegen de richting van de klok in, vast te
draaien. Het rechter pedaal monteert u op dezelfde
wijze, maar nu met de klok mee. Bevestig de riemen
van de pedalen beginnende vanaf het bevestigingspunt
aan de kant van het toestel. Druk de riem door de gleuf
in het pedaal en bevestig de opening van de riem aan het
uitsteeksel van het pedaal. Bevestig de riemen vervolgens
aan de buitenkant van de pedalen. Druk de riem door
de gesp, waarna hij automatisch vast zit. De lengte
van de riem kan ingesteld worden met behulp van de
gespen.
STUURSTANG
Sluit de kabel die uit de framebuis komt, op de
aansluiting aan de onderkant van de stuurstang aan.
Trek voorzichtig aan de kabel om te controleren of
het verbindingsstuk stevig vast zit. Ontgrendel de
vergrendelingsknop van de stuurstang door deze een
aantal keren tegen de richting van de klok in te draaien
en vervolgens naar buiten te trekken. Berg de kabel
voorzichtig in het frame. Schuif de stuurstang in de
voorste framebuis. Laat de vergrendelingsknop los,
nadat de stuurstang de gewenste hoogte heeft bereikt.
Zorg ervoor dat de stuurstang vergrendeld is. Bevestig
NL
H A N D L E I D I N G
39
en draai de vergrendelingsknop vast door deze met de
richting van de klok mee te draaien.
MONITOR
Verbind de kabels van de stuurstang naar de
corresponderende aansluitingen van de monitor.
Steek de aangesloten kabels in de monitor, maar zorg
ervoor dat ze niet beschadigd raken als de monitor
wordt bevestigd. Plaats de monitor aan het uiteinde
van de steunbuis van de stuurstang en zet hem met 4
bevestigingsschroeven vast.
ZADEL
Draai de borgschroef van de zittinghouder los en draai
de bovenste borghendel zo dat deze op één lijn ligt met
de uitrusting. Plaats de zitting op de groeven van de
onderste borghendel. Draai de bovenste borghendel in
de richting van de bovenkant van de zittingrails en borg
de zitting door de borgschroef aan te halen.
TRANSFORMATOR
Steek de stekker van de transformator in het contact
in het achterframe. Steek dan pas de stekker in het
wandstopcontact. Trek na het trainen altijd de stekker
van de transformator uit het stopcontact. Het snoer mag
niet onder het apparaat doorlopen of op andere wijze
afgeklemd worden.
AFSTELLING
INSTELLEN VAN DE ZADELHOOGTE
Het zadel staat op de juiste hoogte als u, met een bijna
gestrekt been, met de holte van uw voet het pedaal in de
laagste stand kunt aanraken. Draai de vergrendelknop
èèn slag los. Hou het zadel met één hand vast en trek
met de andere hand de vergrendelingsknop naar u
toe om de stuurstang vrij naar boven en beneden te
kunnen verplaatsen. Heeft het zadel de juiste hoogte,
laat dan de knop los. Het zadel is nu op de juiste hoogte
vergrendeld. Draai de vergrendelknop weer vast. Door
middel van de schaalverdeling die is aangebracht op de
zadelstang, kunt u gemakkelijk onthouden wat voor u
de juiste hoogte van het zadel is.
BELANGRIJK! Controleer altijd, vóór u met trainen
begint, of de vergrendelknop goed is vastgedraaid!
U kunt de helling en spreiding van de zadel ook
handmatig regelen. Ontgrendel de zadelvergrendeling
door de borghendel onder het zadel linksom te draaien.
Stel het zadel op de gewenste hoogte in en zet de
borghendel weer vast door deze rechtsom te draaien.
DE STUURSTANG AFSTELLEN
Draai de knop voor op het stuur los en zet het stuur
in de stand die voor u het meest comfortabel aanvoelt.
Draai de knop goed vast. Met het ergonomische
multigrip stuur kunt u zowel rechtop als met voorover
gebogen bovenlichaam trainen. Houd de rug wel altijd
recht, dus niet bol of hol.
Stel de hoogte van de stuurstang af door de
vergrendelingsknop op de stuursteunbuis te
ontgrendelen. Trek de vergrendelingsknop naar buiten,
40
H A N D L E I D I N G
zodat de stuurstang vrij op en neer kan bewegen. Laat
deze knop los, nadat de stuurstang de gewenste hoogte
heeft bereikt. De stuursteunbuis klikt nu in positie
Draai de vergrendelingsknop vast door deze met de
richting van de klok mee te draaien.
AFSTELLING MONITORHOEK
Stel de hoek van de monitor zo in dat deze overeenkomt
met uw lengte en trainingspositie.
AFSTELLING VAN STEUNVOETEN
Als het apparaat niet stabiel staat, verdraai dan indien
nodig de stelschroeven onder de steunvoeten.
FITNESS TRAINING MET TUNTURI
Trainen op een fietstrainer is een uitstekende aërobe
training. Het basisidee is een voldoende lichte training
die langere tijd kan worden volgehouden. Aërobe
training bevordert het zuurstofopnamevermogen van
het lichaam, waardoor ook het uithoudingsvermogen
en de conditie verbeteren. Het menselijk vermogentot
het verbranden van vet is afhankelijk van dit
zuurstofopnamevermogen.
Aërobe training moet plezierig zijn. Een beetje
transpireren mag, maar buiten adem raken niet. Tijdens
een oefening moet u gewoon een gesprek kunnen
voeren. Door minstens drie keer per week 30 minuten te
trainen, bouwt u een basisconditie op die u vervolgens
onderhoudt door enkele keren per week te trainen.
Vervolgens kunt u uw conditie eenvoudig verbeteren
door het aantal trainingen op te voeren. Omdat een
zware training voor mensen met overgewicht belastend
kan zijn voor hart en bloedvaten is het verstandig te
beginnen met een langzame pedaalslag met geringe
weerstand. Naarmate de conditie toeneemt, kunnen
snelheid en weerstand geleidelijk worden opgevoerd.
TRAININGS NIVEAU
Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u
bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau
dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de
beste graadmeter.
HARTSLAGMETING MET HANDGREEPSENSOREN
De hartslag wordt gemeten aan de handen, door
de sensoren op de stuurstang. De sensoren meten
elektrische impulsen, die bij de hartslag ontstaan.
De meting start als beide sensoren op de stuurstang
gelijktijdig worden aangeraakt. Voor een betrouwbare
hartslagmeting moet de huid een klein beetje vochtig
zijn en moet de huid ononderbroken met de sensoren
in contact zijn. Als de huid te droog of te vochtig is,
is hartslagmeting via de handen minder betrouwbaar.
Probeer uw bovenlichaam en palmen ontspannen en stil
te houden.
HARTSLAG METEN
Hartslag kan telemetrisch worden gemeten. Deze
trainer heeft een ingebouwde hartslagontvanger voor
de bijgeleverde Polar borstband met ingebouwde
telemetrische hartslagzender. Dit is het meest
betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband
met meerdere elektrodes waarvan de gemeten waarden
draadloos doorgeseind worden naar de monitor.
BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u
de borstband alleen met toestemming van een arts
gebruiken.
Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze
manier wilt controleren, moeten de geribbelde
elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig
gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder
de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens
het fietsen de elektroden contact te laten houden met
de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt
belemmerd.
De zender geeft de hartslag automatisch door aan de
monitor die zich niet verder dan één meter van de
borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder van
de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak om
te ontvangen. Let er ook op dat niet meerdere personen
met een borstband om, binnen een straal van één meter
rond de monitor staan, want de monitor ontvangt
dan van elke elektrode een signaal en telt deze dan bij
elkaar op. Door vocht en transpiratie op de elektrodes
kan de zender aan blijven staan. Om lege batterijen
te voorkomen maakt u de elektrodes na gebruik goed
schoon en droog.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat
bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester
of polyamide) statische electriciteit veroorzaken, wat bij
de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt
u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of andere
electronische apparaten een electromagnetisch veld om
zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan.
Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale
hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning niet
meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw maximale
hartslag is, kunt u de volgende formule als leidraad
nemen:
220 - LEEFTIJD
Het maximum varieert van persoon tot persoon. De
maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn
punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag dan een
arts uw maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen
met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag
niveaus geselecteerd.
BEGINNER: 50 tot 60 % van de maximale hartslag
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen,
mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen
die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van
tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen.
Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de
ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt al
snel voor een merkbaar resultaat.
GEMIDDELDE SPORTER: 60 tot 70 % van de maximale
hartslag
NL
H A N D L E I D I N G
41
Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op
peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning -
minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week – heeft
een positief effect op hart en longen. Om uw conditie
verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per
week verhogen of de duur van uw training verlengen.
Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd!
GETRAINDE SPORTER: 70 tot 80 % van de maximale
hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie
écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie
trainingen.
MONITOR
1
2
3
4
5
TOETSEN
1. BACK/STOP
Gebruik de knop BACK/STOP om terug te keren
in het hoofdmenu. Tijdens de training kunt u uw
trainingssessie stoppen of onderbreken door op de knop
BACK/STOP te drukken.
2. ZOOM
Weergave van het grafisch profiel tijdens de training. Als
u op de ZOOM-toets drukt, wordt het profiel op het
display groter (2x, 4x, 8x en 16x vergroting). Als u vijf
keer op deze knop drukt, komt het profiel weer in zijn
oorspronkelijke afmeting op het display.
3. TRAINING
Gebruik de knop TRAINING om het menu
TRAINING te openen. Het menu TRAINING bevat
de volgende trainingsprogrammas: QUICK START,
MANUAL, TARGET HR, TARGET EFFORT,
PROGRAMS, T-RIDE, OWN TRAINING en
FITNESS TEST.
4. USER
Druk op de knop USER om het menu USER te
openen. Het menu USER bevat de volgende functies:
CREATE USER, SELECT/CHANGE USER, EDIT
USER, DELETE USER, SETTINGS en USER LOG.
5. KEUZEWIEL
U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken:
A) Draaien aan het wiel. Door het wiel rechtsom te
draaien, kunt u menus omlaag of naar rechts schuiven
en waarden of de weerstand vergroten. Door het wiel
linksom te draaien kunt u menus omhoog of naar links
schuiven en waarden of de weerstand verkleinen.
B) Het wiel indrukken. Door het wiel in te drukken
kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt
door aan het wiel te draaien. Tijdens de training kunt u
de functie accepteren die onderaan in het midden van
het display wordt weergegeven.
DISPLAY
Tijdens de training wordt links in het display de
volgende informatie weergegeven: tijd, afstand,
energieverbruik, inspanning, omw/min, hartslag en
snelheid.
MONITORFUNCTIES
De monitor wordt actief wanneer het toestel op de
elektricteit wordt aangesloten en u daarna begint
te fietsen of op een willekeurige toets drukt. Op de
monitor verschijnt dan het Menu TRAINING. Als er
5 minuten geen activiteit is (fietsen, of het indrukken
van een toets), schakelt de monitor vanzelf uit. Er blijft,
zolang de transformator in het stopcontact aangesloten
is, spanning op de elektronica en de monitor staan.
De waarden van een onderbroken training worden 5
minuten in het geheugen van de monitor opgeslagen,
waarna ze op nul worden gezet.
Op het display worden adviezen weergegeven. Ze
worden voorafgegaan door de letter “i” op een witte
achtergrond. U kunt deze berichten wissen op het
display door het keuzewiel in te drukken.
Deze trainer (E60 2
nd
Generation) is geschikt voor
het gebruik van de T-Ware
TM
fitness test- en conditie
programma. U kunt gebruik maken van deze software
op uw PC door middel van het aansluiten van de trainer
met een USB kabel (USB aansluiting aan de achterkant
van de monitor). Informatie betreffende het T-Ware
TM
kunt U en Tunturi’s website www.tunturi.com vinden.
MENU USER
U opent het menu USER door op de knop USER te
drukken. Wij adviseren u om een gebruikerscode te
kiezen en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze
informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw
persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen
met welke meeteenheden het toestel moet werken en de
totaalwaarden van het toestel bekijken.
Als u een gebruikersnaam kiest, kunt u uw
trainingssessie opslaan en uw hartslag in verschillende
kleuren laten weergeven wanneer uw training is
afgestemd op uw hartslag. Als u een gebruikersnaam
hebt ingevoerd of een bestaande gebruikersnaam
hebt gekozen, wordt deze in de rechterbovenhoek
42
H A N D L E I D I N G
van het display weergegeven. U kunt ook zonder
gebruikersnaam trainen. Als u dit doet, wordt geen
gebruikersnaam in de rechterbovenhoek van het display
weergegeven en worden de standaardinstellingen (45
jaar, 70 kg, man) gebruikt voor uw trainingssessie.
U kunt gegevens voor maximaal 20 verschillende
gebruikers opslaan.
BELANGRIJK! Als u uw persoonlijke trainingssessies wilt
weergeven die zijn opgeslagen in het gebruikerslogboek,
dient u altijd uw eigen gebruikersnaam te kiezen.
U kunt ook tijdens het trainen beginnen met het
gebruiken van een gebruikersnaam door op de
knop USER te drukken en vervolgens uw eigen
gebruikersnaam te kiezen. Uw trainingssessie wordt dan
niet onderbroken. Nadat u uw gebruikersnaam hebt
gekozen, kunt u opnieuw de informatie over de training
weergeven door op de knop BACK/STOP te drukken.
BELANGRIJK! Om uw trainingsessie te kunnen opslaan,
dient u een gebruikersnaam te kiezen.
CREATE USER
U voegt als volgt een gebruiker toe:
1. Druk op de knop USER. Het menu USER wordt
geopend.
2. Kies de optie CREATE USER door het aan het
keuzewiel te draaien. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken.
3. Kies een taal door aan het keuzewiel te draaien en
bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Voer uw naam in. Selecteer letters door aan het
keuzewiel te draaien. Bevestig de geselecteerde letter
door het keuzewiel in te drukken. Kies OK nadat u uw
naam hebt ingevoerd en druk vervolgens het keuzewiel
in.
5. Kies de maateenheden die u wilt gebruiken.
(Metric 1 (kg, km, kcal), Metric 2 (kg, km, kJ) of de
overeenkomstige Engelse eenheden Imperial 1 (lb, mi,
kcal), Imperial 2 (lb, mi, kJ)). Maak uw keuze door aan
het keuzewiel te draaien en bevestig de keuze door het
keuzewiel in te drukken. U wordt dan automatisch naar
de volgende instelling geleid.
6. Selecteer de weergave van de streefwaarde voor de
ingestelde waarden. COUNT DOWN - de waarden
aflopend van uw streefwaarde naar nul weergeven.
COUNT UP - de waarden oplopend weergeven in de
richting van uw streefwaarde. Bevestig uw keuze door
het keuzewiel in te drukken. U wordt dan naar de
volgende instelling geleid.
7. Stel uw geslacht in door aan het keuzewieltje te
draaien. Bevestig uw invoer.
8. Stel uw leeftijd in. Bevestig uw invoer.
9. Stel uw lengte in. Bevestig uw invoer.
10. Stel uw gewicht in. Bevestig uw invoer.
11. Stel uw maximale hartslag in. De meter berekent
uw geschatte maximale hartslag aan de hand van de
formule: 220 - leeftijd. Als u uw exacte maximale
hartslag kent, kunt u de geschatte maximale hartslag van
de meter wijzigen.
12. Uw anaërobe drempel instellen. Het apparaat
gebruikt uw maximale hartslag om een schatting te
maken van uw drempelhartslag (80% van uw maximale
hartslag). Als u uw exacte anaërobe drempelhartslag
kent, kunt u de geschatte waarde van de meter wijzigen.
13. De aërobe drempel instellen. Het apparaat gebruikt
uw maximale hartslag om een schatting te maken van
uw drempelhartslag (60% van uw maximale hartslag).
Als u uw exacte aërobe drempelhartslag kent, kunt u de
geschatte waarde van de meter wijzigen.
BELANGRIJK! De meter kan maximaal 20
gebruikersnamen tegelijk opslaan.
SELECT/CHANGE USER
Als u voor uzelf een gebruikersnaam hebt ingevoerd,
kiest u deze aan het begin van uw trainingssessie door
SELECT/CHANGE USER te selecteren en uw keuze
bevestigen met het keuzewiel.
EDIT USER
Door EDIT USER te kiezen kunt u uw
gebruikersgegevens wijzigen.
DELETE USER
Door DELETE USER te kiezen kunt u gebruikers
verwijderen. Activeer de gebruikersnaam die u wit
verwijderen en kies vervolgens DELETE USER.
Bevestig de keuze door het keuzewiel in te drukken.
SETTINGS
Door SETTINGS te selecteren kunt u de firmware van
de meter updaten, het contrast van het display instellen,
de totale waarden van de cyclus weergeven en de
knoptonen in of uitschakelen.
USER LOG
Door de optie USER LOG te kiezen, kunt u
informatie over de training van de geselecteerde
gebruiker weergeven. U kunt informatie over de meest
recente trainingssessie of een samenvatting van alle
trainingssessies van de gebruiker weergeven. U verlaat de
weergave van deze informatie door op BACK/STOP te
drukken.
MENU TRAINING
U opent het menu TRAINING door op de knop
TRAINING te drukken. Vanuit het menu TRAINING
kunt u een van de volgende trainingssessies kiezen door
het keuzewiel in te drukken:
QUICK START
Met Snelstart begint u gelijk met de MANUAL-
training, zonder gebruikersinstellingen.
1. Kies QUICK START. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken en begin uw trainingssessie.
2. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of
verkleinen met het keuzewiel.
3. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
NL
H A N D L E I D I N G
43
MANUAL
Met deze optie kunt u uw inspanningsniveau tijdens de
training instellen met het keuzewiel.
1. Kies MANUAL.
2. Kies met het keuzewiel uw streefwaarde voor de sessie:
tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door
het keuzewiel in te drukken.
3. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of
energieverbruik (50-2000 kcal). Bevestig uw keuze door
het keuzewiel in te drukken.
4. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt
de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen met
het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de weerstand
of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel.
5. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
6. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE
STREEFHARTSLAG
Zorgt ervoor dat de weerstand steeds zodanig aangepast
wordt dat uw hartslag op de ingestelde waarde blijft.
Als de hartslag te hoog wordt neemt de weerstand
automatisch af, als de hartslag te laag wordt, neemt
de weerstand automatisch toe, waardoor u een grotere
inspanning moet leveren. De ingestelde hartslagwaarde.
Hiervoor moet uiteraard de hartslag gemeten worden.
1. Kies de streefwaarde voor uw hartslag bij TARGET
HR.
2. Stel de hartslag (80-220) voor de trainingssessie
in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze door het
keuzewiel in te drukken.
3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de
sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik.
Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. Met het
keuzewiel kunt u de hartslag (80-220) wijzigen. Tijdens
de training kunt u de weerstand of hartslag weergeven
met behulp van het keuzewiel.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
TARGET EFFORT
Door het programma TARGET EFFORT te kiezen,
kunt u de gewenste inspanningswaarde in watt instellen.
Hierbij wordt de inspanning om de pedalen te bewegen
onafhankelijk van de pedaalslagen. De ingestelde
inspanningswaarde kan ook tijdens de training worden
gewijzigd.
1. Kies TARGET EFFORT.
2. Stel het inspanningsniveau (20-600 W) voor de
trainingssessie in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken.
3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de
sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik.
Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt
de weerstand (20-600 W) vergroten of verkleinen met
het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning
of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
PROGRAMS
Het soort van trainingen die de Program funstie
heeft zijn persoonlijk op zichzelf staande trainingen.
Vaste of zelf samen te stellen trainingsprofielen.
Keuzetoets PROGRAMS laat u voorgeprogrammeerde
trainingsprofielen gebruiken en wijzigen.
1. Kies PROGRAMS.
2. Kies een programma met het keuzewiel. De profielen
P1 t/m P5 zijn wattgeregelde programmas en P6
t/m P10 zijn hartslagprogrammas die hartslagmeting
vereisen. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te
drukken.
3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de
sessie in, uitgedrukt in tijd of afstand. Bevestig uw keuze
door het keuzewiel in te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten) of afstand (3-100 km).
Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
5. Start het programma door de pedalen te bewegen.
U kunt de weerstand vergroten of verkleinen met het
keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning of
hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. Om
de hartslag te kunnen weergeven, moet deze worden
gemeten.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
44
H A N D L E I D I N G
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
PROFIEL P1. Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. De pieken duren
vrij lang, maar met de instestelde waarden het profiel
is geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde
waarden, de gemiddelde inspanning is 98 watt, de piek
inspanning is 125 watt.
P1 Rolling Hills
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P2. Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn vrij
kort. Het profiel is geschikt voor beginners. Met de
vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is
102 watt, de piek inspanning is 150 watt.
P2 Hill Climb
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P3. Intensiviteitsprofiel met vele pieken om de
explosieve kracht te verbeteren. De inspanning wordt
onregelmatig gevarieerd en de pieken duren vrij kort.
Het profiel is geschikt voor iedereen. Met de vooraf
ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 117
watt, de piek inspanning is 150 watt.
P3 Cross Country
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P4. Intensief bergop-profiel voor verbetering
van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken
worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt
voor personen met een goede conditie. Met de vooraf
ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 133
watt, de piek inspanning is 210 watt.
P4 Stamina
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P5. Regelmatig intensief intervalprofiel, met
duidelijk te onderscheiden piek- en basisvermogen.
De standaardinstelling van het vermogen is 138 W,
piekvermogen 200 W. Let op, in dit profiel kunt u apart
overschakelen tussen piek- en basisweerstanden.
P5 Power Interval
0
25
50
75
100
125
150
175
200
225
Duration
Watt
PROFIEL P6. Hartslagprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn vrij
lang. Het profiel is ook geschikt voor beginners. Met de
vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme
is 112, de piek hartslag is 125.
P6 Fatburner 1
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P7. Bergop-hartslagprofiel. Tot halverwege
neemt de hartslag gelijkmatig toe en daalt daarna
gelijkmatig. Het profiel is ook geschikt voor beginners.
Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde
hartslagritme is 121, de piek hartslag is 150.
P7 Fatburner 2
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P8. Hartslagprofiel met drie pieken voor
verbetering van het uithoudingsvermogen. De pieken
duren vrij lang, maar de hartslag blijft steeds tamelijk
gelijkmatig. Het profiel is geschikt voor iedereen.
Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde
hartslagritme is 120, de piek hartslag is 140.
NL
H A N D L E I D I N G
45
P8 Cardio Strength
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P9. Bergop-hartslagprofiel voor verbetering
van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken
worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt
voor personen met een goede conditie. Met de vooraf
ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 131,
de piek hartslag is 170.
P9 Cardio Climb
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
PROFIEL P10. Hartslagprofiel met drie pieken voor
verbetering van de zuurstofopname. Na de vrij lange
pieken begint een gelijkmatige herstelfase. Het profiel is
vooral geschikt voor personen met een goede conditie.
Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde
hartslagritme is 133, de piek hartslag is 160.
P10 Cardio Interval
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Duration
BPM
T-RIDE
T-RIDE TRAINING is een simulatie van het fietsen in
een natuurlijke omgeving. Tijdens de training kunt u
naar een andere versnelling schakelen met het keuzewiel
en het hoogteprofiel bekijken.
1. Kies T-RIDE.
2. Kies het terrein en bevestig uw keuze.
3. Stel het beginpunt voor de sessie in met het
keuzewiel.
4. Stel het eindpunt voor de sessie in met het keuzewiel.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt
schakelen (versnelling 1 t/m 8) met het keuzewiel.
Tijdens de training kunt u het hoogteprofiel of de
hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. Om
de hartslag te kunnen weergeven, moet deze worden
gemeten.
6. Nadat u de route hebt afgelegd, geeft de meter een
pieptoon weer en is de trainingssessie voltooid.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
EIGEN TRAINING
U kunt tot 100 trainingsprogrammas maken en opslaan
op de meter.
EEN PROGRAMMA OPSLAAN
1. Beëindig uw trainingsessie door op BACK/STOP te
drukken.
2. Kies SAVE AND EXIT en bevestig uw keuze.
3. Voer een naam in voor de trainingssessie en bevestig
deze naam met het keuzewiel.
BELANGRIJK! U kunt alleen programmas opslaan die
langer dan tien minuten duren.
BELANGRIJK! Om een trainsessie op te slaan dient u
een gebruikersnaam te kiezen.
OPGESLAGEN PROGRAMMA’S GEBRUIKEN
1. Kies EIGEN TRAINING.
2. Kies een trainingsessie in de lijst.
3. Kies de gewenste methode voor de uitvoering:
A) Herstart = herhaal de training zoals deze is
opgeslagen
B) Aanpassen = bewerk de duur van de opgeslagen
training voordat deze in gebruik wordt genomen
C) Race = houd een wedstrijd tegen de opgeslagen
trainingsprestatie. BELANGRIJK! Bij de
wedstrijdfunctie kunt u alleen programmaprofielen
gebruiken die zijn gemaakt in de manual functie. In
dergelijke profielen wordt de weerstand weergegeven
in standaard krukasmoment (Nm).
4. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
A) Herstart = begin de training door te gaan fietsen.
Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie in
met het keuzewiel.
B) Aanpassen = kies de duur van de training met
de keuzewiel (SET TIME tussen 10 en 180 min.).
Begin de training door te gaan fietsen. Stel het
inspanningsniveau voor de trainingssessie in met het
keuzewiel.
C) Race = kies met het keuzewiel de racemodus (tijd:
de afstand die u in een bepaalde tijd kunt afleggen;
of afstand: hoe snel u een bepaalde afstand kunt
afleggen) en bevestig uw keuze door het keuzewiel
in te drukken. Op het display wordt een programma
weergegeven dat eerder is opgeslagen. Beweeg de
pedalen om met de race te beginnen. De stippellijn
op het display geeft aan of u vóór of achter ligt op
het schema van de het de meest recent opgeslagen
trainingssessie met hetzelfde programma. Ook
de afstand ten opzichte van de vorige opgeslagen
sessie wordt weergegeven. De vorige opgeslagen
trainingssessie word aangeduid met een lichte
verticale stippellijn en uw prestaties tijdens de huidige
race worden aangeduid door een zwarte verticale
stippellijn.
5. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
46
H A N D L E I D I N G
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
CONDITIETEST
De condititetest van de monitor is een meertrapstest.
Deze begint met een lichte inspanning, maar afhankelijk
van het gekozen testmodel neemt de inspanning
gelijkmatig toe. De meertrapstest is een veilige en
betrouwbare submaximale manier om de lichamelijke
conditie te testen. De test wordt voortgezet tot de
individuele streefwaarde voor de hartslag (85 % van uw
maximale hartslag) is bereikt. Voor de test is het gebruik
van de hartslagriem vereist: tijdens de test houdt de
monitor de wijzigingen in de hartslag bij en schat aan de
hand daarvan uw maximale zuurstofopnamecapaciteit.
De maximale zuurstofopnamecapaciteit is de beste
manier om de lichamelijke conditie in te schatten. Na
de test geeft de meter uiteenlopende informatie over
uw conditie in de vorm van een beschrijving en een
numerieke waarde (ml/kg/min).
VOORBEREIDING OP DE TEST
1. Controleer of de gegevens voor uw gebruikersnaam
zijn bijgewerkt – de meter gebruikt de gegevens over de
gebruiker als uitgangspunt voor de conditietest.
2. Kies FITNESS TEST.
3. Kies met het keuzewiel de conditiecategorie die het
meest op u van toepassing is:
A) inactief = beoefent geen lichaamsbeweging, zwakke
conditie
B) actief = doet aan lichaamsbeweging, gemiddelde of
goede conditie
C) athletisch = doet actief aan lichaamsbeweging,
goede of uitstekende conditie
4. Op het display komt het testmodel dat correspondeert
met de respectieve conditiecategorie.
A) Tid/Stap = duur van de vermogenstrappen tijdens
de test
B) Stappen = vermogen van de trap (in Watt); de test
bestaat uit meerdere trappen
C) Eerste fase = inspanningstrap waarmee de test
begint
5. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
6. Indien nodig kunt u de streefwaarde voor uw hartslag
aanpassen met het keuzewiel. Bevestig uw instellingen
met het keuzewiel.
7. Het display geeft aan dat u kunt stoppen met de test
zodra u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt.
Start de test door het keuzewiel in te drukken.
UITVOERING VAN DE TEST
1. Op het display komt het gekozen trappenmodel
van de test. Begin de test door te gaan fietsen. De
curve van uw hartslag wordt in het rood op het display
afgebeeld en wordt tijdens de test steeds bijgewerkt. De
streefwaarde voor de hartslag is een rode stippellijn.
2. Wanneer uw hartslagniveau de streefwaarde bereikt,
geeft de monitor een geluidssignaal en een melding op
het display. Wij bevelen u aan om de test nu te stoppen,
maar als uw conditie voldoende goed is, kunt u ook
doorgaan met de test. Als de streefwaarde voor uw
hartslag correct is ingesteld (d.w.z. dat u precies genoeg
heeft vastgesteld wat uw maximale hartslag is), levert
doorgaan met de test echter geen verbetering in de
testnauwkeurigheid op. Als u uw maximale hartslag te
hoog inschat, wordt ook uw conditie te hoog ingeschat.
Op dezelfde manier wordt uw conditie te laag ingeschat
als u uw maximale hartslag te laag inschat.
3. Om de test te stoppen als u de streefwaarde voor uw
hartslag hebt bereikt, drukt u op de knop BACK/STOP
of stopt u met het bewegen van de pedalen. De monitor
toont vervolgens het testresultaat:
A) aërobische conditie = schatting van uw
conditieniveau in het inspanningsgebied dat u
meestal
gebruikt en dat het best weergeeft hoe goed uw
lichamelijke conditie is.
B) MET-waarde = getal dat het aantal veelvouden
aangeeft waarmee de zuurstofopnamecapaciteit van
uw
lichaam kan toenemen ten opzichte van een volledige
rusttoestand.
C) ml/kg/min = uw zuurstofopnamecapaciteit
uitgedrukt in milliliters zuurstof per minuut per kilo
lichaamsgewicht.
D) l/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt
in liters zuurstof per minuut. Het verschil met de
voorafgaande waarde is, dat hier geen rekening wordt
gehouden met uw lichaamsgewicht.
E) Wmax = schatting van uw maximale
prestatieniveau in Watt.
F) W/kg = verhoudingsgetal van uw maximale
prestatieniveau en uw gewicht.
MANNEN / MAXIMALE
ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND
LEEFT.
1 2 3 4 5 6 7
18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63
20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62
25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59
30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56
35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54
40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51
45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48
50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46
55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43
60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40
NL
H A N D L E I D I N G
47
VROUWEN / MAXIMALE
ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND
LEEFT.
1 2 3 4 5 6 7
18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52
20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51
25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49
30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46
35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44
40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41
45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38
50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36
55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33
60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30
ONDERHOUD
De Tunturi apparaten hebben weinig onderhoud nodig.
Het is raadzaam om zo nu en dan te controleren of alle
bouten en moeren nog goed vast zitten. U kunt het
apparaat schoonhouden door het af te nemen met een
vochtige doek. Gebruik echter geen oplosmiddelen.
De metalen delen kunt u het beste tegen de inwerking
van transpiratievocht beschermen, om regelmatig deze
delen te behandelen met een car-wax of teflonolie.
Verwijder de kunststof behuizing van het apparaat nooit!
De elektromagnetische weerstand genereert een
magnetisch veld dat bijvoorbeeld horloges of
de magneetstrip op bank- en creditcards kan
beschadigen als deze in direct contact komen met de
magneten. Probeer daarom nooit het gedeelte met
de elektromagnetische weerstand te openen of te
demonteren!
Het elektromagnetische weerstand systeem is gebaseerd
op het opwekken van elektromagnetische kracht.
Het weerstand niveau en de veranderingen daarvan
worden elektronisch gemeten en weergegeven, op het
beeldscherm, in Watts. Hierdoor hoeft uw Tunturi
fietsergometer niet opnieuw gekalibreerd te worden
wanneer deze gemonteerd, onderhouden of gebruikt
wordt, geheel volgens de instructies in deze handleiding.
GEBRUIKSSTORINGEN
BELANGRIJK! Ondanks voortdurende
kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen
optreden die het gevolg zijn van het niet goed
functioneren van onderdelen die in de looptrainer
zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig
om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden,
aangezien de storing meestal kan worden opgelost door
het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er
storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem
dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer.
Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer
van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en
door wie de trainer is geïnstalleerd.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model,
het serienummer van het apparaat en het nummer van
het onderdeel. Op de laatste paginas van deze gids vindt
u de onderdelenlijst.
VERPLAATSEN
Wilt u uw fietstrainer verplaatsen, doe dat dan op de
hieronder omschreven manier. Het verkeerd optillen van
een zwaar apparaat, kan immers rugletsel veroorzaken.
Schakel bij het verplaatsen van het apparaat altijd
eerst de elektriciteit uit en neem de stekker uit het
stopcontact!
Ga achter het apparaat staan. Pak met een hand het
zadel vast en met de andere het stuur. Plaats een voet
op de achtersteun. Kantel het apparaat zo dat het op de
transportwieltjes komt te staan. Rij het apparaat op de
transportwieltjes naar de andere plek. Laat het apparaat
langzaam zakken. Hou daarbij het stuur vast en blijf
achter het apparaat staan tot de trainer weer op de grond
staat.
Pas op dat de vloer niet beschadigt wanneer u het
toestel verplaatst. Bescherm tere vloermaterialen zoals
parketvloeren enz.
Om schade aan het apparaat te voorkomen, is het
raadzaam de trainer op een droge plek met zo min
mogelijk stof en temperatuurwisselingen te plaatsen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Lengte .........................................95 cm
Breedte .........................................
62 cm
Hoogte ........................................
135 cm
Gewicht .......................................
38 kg
Dit product voldoet aan de eisen van EUs EMC
Directieven betreffende elektromagnetische
compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische
apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde
spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit product
met de CE label voorzien.
Dit product voldoet aan EN precisie- en
veiligheidsnormen (Norm HA, EN-957, deel 1 en 5).
Tunturi is gerechtigd om specificaties te veranderen
zonder daarover nader te berichten.
BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als
gevolg van het niet volgen van de instructies in deze
gids betreffende het monteren, het instellen en het
onderhouden van de apparatuur. De instructies
dienen bij het in elkaar zetten, het onderhoud en het
gebruik, zo zorgvuldig mogelijk te worden gevolgd.
Veranderingen of modificaties, welke niet door Tunturi
Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd
product aansprakelijkheid geheel vervallen.
Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw
nieuwe Tunturi trainingspartner!

Documenttranscriptie

HANDLEIDING INHOUD HET MONTEREN .....................................................37 AFSTELLING ..........................................................39 FITNESS TRAINING MET TUNTURI ....................... 40 MONITOR.................................................................41 MONITORFUNCTIES...............................................41 ONDERHOUD .........................................................47 VERPLAATSEN .......................................................47 TECHNISCHE GEGEVENS ....................................47 OPMERKINGEN EN ADVIEZEN Deze gids is een essentieel onderdeel van uw fietsergometer. Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat u begint met monteren, gebruiken of onderhouden van uw fietsergometer. Bewaar de gids op een handige plaats. U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige informatie uithalen die u nodig heeft voor het gebruik en het onderhoud van de apparatuur. Volg de instructies altijd met zorg op. GEZONDHEID • • Laat uw conditie door uw huisarts controleren voordat u begint met trainen. Bij misselijkheid, duizeligheid of andere abnormale symptomen moet u direct stoppen met de training en een arts raadplegen. Om spierpijn te voorkomen, begint u de training met een warming up en sluit u die af met cooling-down (langzaam fietsen met geringe weerstand). U sluit de training af met stretch oefeningen. • DE TRAININGSRUIMTE • • • Plaats de trainer op een vlakke en stevige ondergrond. Bescherm de vloer onder de trainer tegen beschadiging. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de training, maar zorg dat u niet op de tocht zit. Tijdens de training is de toegestane gebruikstemperatuur tussen +10º en +35°C; voor opslag gelden de temperaturen tussen -15° en +40°C. De luchtvochtigheid in de trainings- of opslagruimte mag nooit hoger dan 90 % zijn. HET GEBRUIK VAN DE TRAINER • Ouders en verzorgers van kinderen moeten er rekening mee houden dat kinderen speels zijn en graag alles uitproberen. Dit kan ertoe leiden dat de trainer NL wordt gebruikt op een manier waarvoor deze niet bedoeld is. Als kinderen de trainer mogen gebruiken moet u als ouder of verantwoordelijke rekening houden met de lichamelijke en psychische ontwikkeling en vooral de aard van het kind. Vertel kinderen duidelijk hoe de trainer moet worden gebruikt en houd toezicht. De trainer is geen geval bedoeld als speelgoed. Controleer voor de training of het apparaat goed functioneert. Train nooit op een defect apparaat. De trainer mag uitsluitend door één persoon tegelijk gebruikt worden. Houd bij het op-en afstappen het stuur vast. Draag tijdens de training de juiste kleding en geschikte schoenen. Gebruik de trainer alleen als alle afschermingen en omkastingen geplaatst zijn. Voer alleen die onderhoudsverrichtingen en afstellingen uit die in deze handleiding beschreven zijn. Volg de onderhoudsinstructies van de handleiding nauwkeurig op. Gebruik de trainer uitsluitend voor het doel waarvoor deze is gemaakt en zoals hierna beschreven wordt. Zorg ervoor dat de monitor niet met water in aanraking komt. Veeg de monitor altijd af met een zachte en absorberende doek als er zweetdruppels op gevallen zijn. Reinig de monitor niet met oplosmiddelen. Druk op de toetsen met uw vingertoppen; nagels kunnen de toetsmembranen beschadigen. Houd de monitor uit de zon; door zonlicht kunnen kleuren van de monitor verbleken. De trainer is geschikt voor personen met een lichaamsgewicht tot maximaal 135 kg. Het apparaat is ontworpen voor thuisgebruik. De Tunturi-garantie is alleen van toepassing op defecten en storingen ontstaan bij thuisgebruik (24 maanden). Nadere informatie over de garantie op uw trainingstoestel vindt u in het bijgesloten garantieboekje. De garantie vervalt bij schade ontstaan tijdens de verzending of door het niet volgen van de in deze handleiding gegeven instructies betreffende het monteren, afstellen en onderhoud van het apparaat. • • • • • • • • • • • • WELKOM IN DE WERELD VAN TUNTURI TRAINING! Uw keuze toont aan, dat u echt in uw gezondheid en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u kwaliteit en stijl belangrijk vindt en waardeert. Met deze Tunturi hometrainer heeft u een veilig, motiverend kwaliteitsproduct als trainingspartner gekozen. Wat uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan overtuigd dat de keuze van deze trainer de juiste is om uw doel te bereiken. Meer informatie over het gebruik van uw trainingsapparatuur en efficiënte training kunt u vinden op Tunturi’s website www.tunturi.com. HET MONTEREN Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn: 1. Frame 2. Achter- en voorsteun 3. Stuurkolom 4. Pedalen (2) 37 5. Monitor 6. Transformator 7. Set montagegereedschap PEDALEN (onderdelen met * in de onderdelenlijst): bewaar de montagebenodigdheden, omdat u die o.a. nog bij het afstellen van de onderdelen kunt gebruiken. Mocht er een onderdeel ontbreken, neem dan contact op met uw Tunturi dealer onder vermelding van het model, het serienummer van het apparaat en het nummer van het ontbrekende onderdeel. Achter in deze gids vindt u de onderdelenlijst. De verpakking bevat een zakje met korrels die de apparatuur tijdens opslag en transport heeft beschermd tegen vocht. Dit zakje kan na het uitpakken van de fietstrainer weggegooid worden. De instructies links, rechts, voor en achter, zijn bepaald zittend op de fiets. Wij adviseren dat het apparaat wordt geïnstalleerd door twee volwassen personen. ACHTER- EN VOORSTEUN De pedalen zijn gemerkt met de letters L (links) en R (rechts). Monteer het linker pedaal op de linker crank door deze tegen de richting van de klok in, vast te draaien. Het rechter pedaal monteert u op dezelfde wijze, maar nu met de klok mee. Bevestig de riemen van de pedalen beginnende vanaf het bevestigingspunt aan de kant van het toestel. Druk de riem door de gleuf in het pedaal en bevestig de opening van de riem aan het uitsteeksel van het pedaal. Bevestig de riemen vervolgens aan de buitenkant van de pedalen. Druk de riem door de gesp, waarna hij automatisch vast zit. De lengte van de riem kan ingesteld worden met behulp van de gespen. STUURSTANG HANDLEIDING Trek door het zadel vast te houden het apparaat naar achteren, zodat het op zijn transportwieltjes rust. Bevestig de achtersteun vanaf onderen met vier binnenzeskantschroeven en sluitringen. Bevestig de voorsteun aan het frame met vier schroeven en sluitringen. Zet het apparaat weer rechtovereind zodat het op de steunvoeten rust. 38 Sluit de kabel die uit de framebuis komt, op de aansluiting aan de onderkant van de stuurstang aan. Trek voorzichtig aan de kabel om te controleren of het verbindingsstuk stevig vast zit. Ontgrendel de vergrendelingsknop van de stuurstang door deze een aantal keren tegen de richting van de klok in te draaien en vervolgens naar buiten te trekken. Berg de kabel voorzichtig in het frame. Schuif de stuurstang in de voorste framebuis. Laat de vergrendelingsknop los, nadat de stuurstang de gewenste hoogte heeft bereikt. Zorg ervoor dat de stuurstang vergrendeld is. Bevestig HANDLEIDING en draai de vergrendelingsknop vast door deze met de richting van de klok mee te draaien. NL onderste borghendel. Draai de bovenste borghendel in de richting van de bovenkant van de zittingrails en borg de zitting door de borgschroef aan te halen. MONITOR Verbind de kabels van de stuurstang naar de corresponderende aansluitingen van de monitor. Steek de aangesloten kabels in de monitor, maar zorg ervoor dat ze niet beschadigd raken als de monitor wordt bevestigd. Plaats de monitor aan het uiteinde van de steunbuis van de stuurstang en zet hem met 4 bevestigingsschroeven vast. TRANSFORMATOR Steek de stekker van de transformator in het contact in het achterframe. Steek dan pas de stekker in het wandstopcontact. Trek na het trainen altijd de stekker van de transformator uit het stopcontact. Het snoer mag niet onder het apparaat doorlopen of op andere wijze afgeklemd worden. AFSTELLING INSTELLEN VAN DE ZADELHOOGTE Het zadel staat op de juiste hoogte als u, met een bijna gestrekt been, met de holte van uw voet het pedaal in de laagste stand kunt aanraken. Draai de vergrendelknop èèn slag los. Hou het zadel met één hand vast en trek met de andere hand de vergrendelingsknop naar u toe om de stuurstang vrij naar boven en beneden te kunnen verplaatsen. Heeft het zadel de juiste hoogte, laat dan de knop los. Het zadel is nu op de juiste hoogte vergrendeld. Draai de vergrendelknop weer vast. Door middel van de schaalverdeling die is aangebracht op de zadelstang, kunt u gemakkelijk onthouden wat voor u de juiste hoogte van het zadel is. ZADEL BELANGRIJK! Controleer altijd, vóór u met trainen begint, of de vergrendelknop goed is vastgedraaid! U kunt de helling en spreiding van de zadel ook handmatig regelen. Ontgrendel de zadelvergrendeling door de borghendel onder het zadel linksom te draaien. Stel het zadel op de gewenste hoogte in en zet de borghendel weer vast door deze rechtsom te draaien. DE STUURSTANG AFSTELLEN Draai de knop voor op het stuur los en zet het stuur in de stand die voor u het meest comfortabel aanvoelt. Draai de knop goed vast. Met het ergonomische multigrip stuur kunt u zowel rechtop als met voorover gebogen bovenlichaam trainen. Houd de rug wel altijd recht, dus niet bol of hol. Draai de borgschroef van de zittinghouder los en draai de bovenste borghendel zo dat deze op één lijn ligt met de uitrusting. Plaats de zitting op de groeven van de Stel de hoogte van de stuurstang af door de vergrendelingsknop op de stuursteunbuis te ontgrendelen. Trek de vergrendelingsknop naar buiten, 39 zodat de stuurstang vrij op en neer kan bewegen. Laat deze knop los, nadat de stuurstang de gewenste hoogte heeft bereikt. De stuursteunbuis klikt nu in positie Draai de vergrendelingsknop vast door deze met de richting van de klok mee te draaien. AFSTELLING MONITORHOEK Stel de hoek van de monitor zo in dat deze overeenkomt met uw lengte en trainingspositie. AFSTELLING VAN STEUNVOETEN Als het apparaat niet stabiel staat, verdraai dan indien nodig de stelschroeven onder de steunvoeten. FITNESS TRAINING MET TUNTURI Trainen op een fietstrainer is een uitstekende aërobe training. Het basisidee is een voldoende lichte training die langere tijd kan worden volgehouden. Aërobe training bevordert het zuurstofopnamevermogen van het lichaam, waardoor ook het uithoudingsvermogen en de conditie verbeteren. Het menselijk vermogentot het verbranden van vet is afhankelijk van dit zuurstofopnamevermogen. Aërobe training moet plezierig zijn. Een beetje transpireren mag, maar buiten adem raken niet. Tijdens een oefening moet u gewoon een gesprek kunnen voeren. Door minstens drie keer per week 30 minuten te trainen, bouwt u een basisconditie op die u vervolgens onderhoudt door enkele keren per week te trainen. Vervolgens kunt u uw conditie eenvoudig verbeteren door het aantal trainingen op te voeren. Omdat een zware training voor mensen met overgewicht belastend kan zijn voor hart en bloedvaten is het verstandig te beginnen met een langzame pedaalslag met geringe weerstand. Naarmate de conditie toeneemt, kunnen snelheid en weerstand geleidelijk worden opgevoerd. TRAININGS NIVEAU Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de beste graadmeter. HARTSLAGMETING MET HANDGREEPSENSOREN HANDLEIDING De hartslag wordt gemeten aan de handen, door de sensoren op de stuurstang. De sensoren meten elektrische impulsen, die bij de hartslag ontstaan. De meting start als beide sensoren op de stuurstang gelijktijdig worden aangeraakt. Voor een betrouwbare hartslagmeting moet de huid een klein beetje vochtig zijn en moet de huid ononderbroken met de sensoren in contact zijn. Als de huid te droog of te vochtig is, is hartslagmeting via de handen minder betrouwbaar. Probeer uw bovenlichaam en palmen ontspannen en stil te houden. 40 HARTSLAG METEN Hartslag kan telemetrisch worden gemeten. Deze trainer heeft een ingebouwde hartslagontvanger voor de bijgeleverde Polar borstband met ingebouwde telemetrische hartslagzender. Dit is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband met meerdere elektrodes waarvan de gemeten waarden draadloos doorgeseind worden naar de monitor. BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u de borstband alleen met toestemming van een arts gebruiken. Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze manier wilt controleren, moeten de geribbelde elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens het fietsen de elektroden contact te laten houden met de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt belemmerd. De zender geeft de hartslag automatisch door aan de monitor die zich niet verder dan één meter van de borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak om te ontvangen. Let er ook op dat niet meerdere personen met een borstband om, binnen een straal van één meter rond de monitor staan, want de monitor ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt deze dan bij elkaar op. Door vocht en transpiratie op de elektrodes kan de zender aan blijven staan. Om lege batterijen te voorkomen maakt u de elektrodes na gebruik goed schoon en droog. Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester of polyamide) statische electriciteit veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of andere electronische apparaten een electromagnetisch veld om zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning niet meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw maximale hartslag is, kunt u de volgende formule als leidraad nemen: 220 - LEEFTIJD Het maximum varieert van persoon tot persoon. De maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag dan een arts uw maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag niveaus geselecteerd. BEGINNER: 50 tot 60 % van de maximale hartslag Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen, mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt al snel voor een merkbaar resultaat. GEMIDDELDE SPORTER: 60 hartslag tot 70 % van de maximale HANDLEIDING Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week – heeft een positief effect op hart en longen. Om uw conditie verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per week verhogen of de duur van uw training verlengen. Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd! GETRAINDE SPORTER: hartslag 70 tot 80 % van de maximale Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie trainingen. MONITOR NL CREATE USER, SELECT/CHANGE USER, EDIT USER, DELETE USER, SETTINGS en USER LOG. 5. KEUZEWIEL U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken: A) Draaien aan het wiel. Door het wiel rechtsom te draaien, kunt u menu’s omlaag of naar rechts schuiven en waarden of de weerstand vergroten. Door het wiel linksom te draaien kunt u menu’s omhoog of naar links schuiven en waarden of de weerstand verkleinen. B) Het wiel indrukken. Door het wiel in te drukken kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt door aan het wiel te draaien. Tijdens de training kunt u de functie accepteren die onderaan in het midden van het display wordt weergegeven. DISPLAY Tijdens de training wordt links in het display de volgende informatie weergegeven: tijd, afstand, energieverbruik, inspanning, omw/min, hartslag en snelheid. MONITORFUNCTIES 1 3 2 4 5 TOETSEN 1. BACK/STOP Gebruik de knop BACK/STOP om terug te keren in het hoofdmenu. Tijdens de training kunt u uw trainingssessie stoppen of onderbreken door op de knop BACK/STOP te drukken. 2. ZOOM Weergave van het grafisch profiel tijdens de training. Als u op de ZOOM-toets drukt, wordt het profiel op het display groter (2x, 4x, 8x en 16x vergroting). Als u vijf keer op deze knop drukt, komt het profiel weer in zijn oorspronkelijke afmeting op het display. 3. TRAINING Gebruik de knop TRAINING om het menu TRAINING te openen. Het menu TRAINING bevat de volgende trainingsprogramma’s: QUICK START, MANUAL, TARGET HR, TARGET EFFORT, PROGRAMS, T-RIDE, OWN TRAINING en FITNESS TEST. 4. USER Druk op de knop USER om het menu USER te openen. Het menu USER bevat de volgende functies: De monitor wordt actief wanneer het toestel op de elektricteit wordt aangesloten en u daarna begint te fietsen of op een willekeurige toets drukt. Op de monitor verschijnt dan het Menu TRAINING. Als er 5 minuten geen activiteit is (fietsen, of het indrukken van een toets), schakelt de monitor vanzelf uit. Er blijft, zolang de transformator in het stopcontact aangesloten is, spanning op de elektronica en de monitor staan. De waarden van een onderbroken training worden 5 minuten in het geheugen van de monitor opgeslagen, waarna ze op nul worden gezet. Op het display worden adviezen weergegeven. Ze worden voorafgegaan door de letter “i” op een witte achtergrond. U kunt deze berichten wissen op het display door het keuzewiel in te drukken. Deze trainer (E60 2nd Generation) is geschikt voor het gebruik van de T-WareTM fitness test- en conditie programma. U kunt gebruik maken van deze software op uw PC door middel van het aansluiten van de trainer met een USB kabel (USB aansluiting aan de achterkant van de monitor). Informatie betreffende het T-WareTM kunt U en Tunturi’s website www.tunturi.com vinden. MENU USER U opent het menu USER door op de knop USER te drukken. Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen met welke meeteenheden het toestel moet werken en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Als u een gebruikersnaam kiest, kunt u uw trainingssessie opslaan en uw hartslag in verschillende kleuren laten weergeven wanneer uw training is afgestemd op uw hartslag. Als u een gebruikersnaam hebt ingevoerd of een bestaande gebruikersnaam hebt gekozen, wordt deze in de rechterbovenhoek 41 van het display weergegeven. U kunt ook zonder gebruikersnaam trainen. Als u dit doet, wordt geen gebruikersnaam in de rechterbovenhoek van het display weergegeven en worden de standaardinstellingen (45 jaar, 70 kg, man) gebruikt voor uw trainingssessie. U kunt gegevens voor maximaal 20 verschillende gebruikers opslaan. BELANGRIJK! Als u uw persoonlijke trainingssessies wilt weergeven die zijn opgeslagen in het gebruikerslogboek, dient u altijd uw eigen gebruikersnaam te kiezen. U kunt ook tijdens het trainen beginnen met het gebruiken van een gebruikersnaam door op de knop USER te drukken en vervolgens uw eigen gebruikersnaam te kiezen. Uw trainingssessie wordt dan niet onderbroken. Nadat u uw gebruikersnaam hebt gekozen, kunt u opnieuw de informatie over de training weergeven door op de knop BACK/STOP te drukken. BELANGRIJK! Om uw trainingsessie te kunnen opslaan, dient u een gebruikersnaam te kiezen. HANDLEIDING CREATE USER 42 U voegt als volgt een gebruiker toe: 1. Druk op de knop USER. Het menu USER wordt geopend. 2. Kies de optie CREATE USER door het aan het keuzewiel te draaien. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies een taal door aan het keuzewiel te draaien en bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Voer uw naam in. Selecteer letters door aan het keuzewiel te draaien. Bevestig de geselecteerde letter door het keuzewiel in te drukken. Kies OK nadat u uw naam hebt ingevoerd en druk vervolgens het keuzewiel in. 5. Kies de maateenheden die u wilt gebruiken. (Metric 1 (kg, km, kcal), Metric 2 (kg, km, kJ) of de overeenkomstige Engelse eenheden Imperial 1 (lb, mi, kcal), Imperial 2 (lb, mi, kJ)). Maak uw keuze door aan het keuzewiel te draaien en bevestig de keuze door het keuzewiel in te drukken. U wordt dan automatisch naar de volgende instelling geleid. 6. Selecteer de weergave van de streefwaarde voor de ingestelde waarden. COUNT DOWN - de waarden aflopend van uw streefwaarde naar nul weergeven. COUNT UP - de waarden oplopend weergeven in de richting van uw streefwaarde. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. U wordt dan naar de volgende instelling geleid. 7. Stel uw geslacht in door aan het keuzewieltje te draaien. Bevestig uw invoer. 8. Stel uw leeftijd in. Bevestig uw invoer. 9. Stel uw lengte in. Bevestig uw invoer. 10. Stel uw gewicht in. Bevestig uw invoer. 11. Stel uw maximale hartslag in. De meter berekent uw geschatte maximale hartslag aan de hand van de formule: 220 - leeftijd. Als u uw exacte maximale hartslag kent, kunt u de geschatte maximale hartslag van de meter wijzigen. 12. Uw anaërobe drempel instellen. Het apparaat gebruikt uw maximale hartslag om een schatting te maken van uw drempelhartslag (80% van uw maximale hartslag). Als u uw exacte anaërobe drempelhartslag kent, kunt u de geschatte waarde van de meter wijzigen. 13. De aërobe drempel instellen. Het apparaat gebruikt uw maximale hartslag om een schatting te maken van uw drempelhartslag (60% van uw maximale hartslag). Als u uw exacte aërobe drempelhartslag kent, kunt u de geschatte waarde van de meter wijzigen. BELANGRIJK! De meter kan maximaal 20 gebruikersnamen tegelijk opslaan. SELECT/CHANGE USER Als u voor uzelf een gebruikersnaam hebt ingevoerd, kiest u deze aan het begin van uw trainingssessie door SELECT/CHANGE USER te selecteren en uw keuze bevestigen met het keuzewiel. EDIT USER Door EDIT USER te kiezen kunt u uw gebruikersgegevens wijzigen. DELETE USER Door DELETE USER te kiezen kunt u gebruikers verwijderen. Activeer de gebruikersnaam die u wit verwijderen en kies vervolgens DELETE USER. Bevestig de keuze door het keuzewiel in te drukken. SETTINGS Door SETTINGS te selecteren kunt u de firmware van de meter updaten, het contrast van het display instellen, de totale waarden van de cyclus weergeven en de knoptonen in of uitschakelen. USER LOG Door de optie USER LOG te kiezen, kunt u informatie over de training van de geselecteerde gebruiker weergeven. U kunt informatie over de meest recente trainingssessie of een samenvatting van alle trainingssessies van de gebruiker weergeven. U verlaat de weergave van deze informatie door op BACK/STOP te drukken. MENU TRAINING U opent het menu TRAINING door op de knop TRAINING te drukken. Vanuit het menu TRAINING kunt u een van de volgende trainingssessies kiezen door het keuzewiel in te drukken: QUICK START Met Snelstart begint u gelijk met de MANUALtraining, zonder gebruikersinstellingen. 1. Kies QUICK START. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken en begin uw trainingssessie. 2. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen met het keuzewiel. 3. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. HANDLEIDING MANUAL TARGET EFFORT Met deze optie kunt u uw inspanningsniveau tijdens de training instellen met het keuzewiel. Door het programma TARGET EFFORT te kiezen, kunt u de gewenste inspanningswaarde in watt instellen. Hierbij wordt de inspanning om de pedalen te bewegen onafhankelijk van de pedaalslagen. De ingestelde inspanningswaarde kan ook tijdens de training worden gewijzigd. Kies MANUAL. Kies met het keuzewiel uw streefwaarde voor de sessie: tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of energieverbruik (50-2000 kcal). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de weerstand of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. 5. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 6. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. 1. 2. TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE STREEFHARTSLAG Zorgt ervoor dat de weerstand steeds zodanig aangepast wordt dat uw hartslag op de ingestelde waarde blijft. Als de hartslag te hoog wordt neemt de weerstand automatisch af, als de hartslag te laag wordt, neemt de weerstand automatisch toe, waardoor u een grotere inspanning moet leveren. De ingestelde hartslagwaarde. Hiervoor moet uiteraard de hartslag gemeten worden. Kies de streefwaarde voor uw hartslag bij TARGET HR. 2. Stel de hartslag (80-220) voor de trainingssessie in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. Met het keuzewiel kunt u de hartslag (80-220) wijzigen. Tijdens de training kunt u de weerstand of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. 6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. 1. NL Kies TARGET EFFORT. Stel het inspanningsniveau (20-600 W) voor de trainingssessie in met het keuzewiel. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of energieverbruik (200-8000 kcal). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt de weerstand (20-600 W) vergroten of verkleinen met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. 6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. 1. 2. PROGRAMS Het soort van trainingen die de Program funstie heeft zijn persoonlijk op zichzelf staande trainingen. Vaste of zelf samen te stellen trainingsprofielen. Keuzetoets PROGRAMS laat u voorgeprogrammeerde trainingsprofielen gebruiken en wijzigen. Kies PROGRAMS. Kies een programma met het keuzewiel. De profielen P1 t/m P5 zijn wattgeregelde programma’s en P6 t/m P10 zijn hartslagprogramma’s die hartslagmeting vereisen. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 3. Kies met het keuzewiel de gewenste zwaarte van de sessie in, uitgedrukt in tijd of afstand. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het keuzewiel: tijd (10-180 minuten) of afstand (3-100 km). Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 5. Start het programma door de pedalen te bewegen. U kunt de weerstand vergroten of verkleinen met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u de inspanning of hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. Om de hartslag te kunnen weergeven, moet deze worden gemeten. 6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is, geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter als u wilt gewoon doorgaan met de training. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan 1. 2. 43 in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. P4 Stamina 225 200 175 P1 Rolling Hills 225 200 175 Watt 150 125 100 150 Watt Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken duren vrij lang, maar met de instestelde waarden het profiel is geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 98 watt, de piek inspanning is 125 watt. PROFIEL P1. 125 100 75 50 25 0 Duration PROFIEL P5. Regelmatig intensief intervalprofiel, met duidelijk te onderscheiden piek- en basisvermogen. De standaardinstelling van het vermogen is 138 W, piekvermogen 200 W. Let op, in dit profiel kunt u apart overschakelen tussen piek- en basisweerstanden. 75 P5 Power Interval 50 25 225 0 200 Duration 175 Intensiviteitsprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn vrij kort. Het profiel is geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 102 watt, de piek inspanning is 150 watt. PROFIEL P2. P2 Hill Climb 225 200 175 Watt 150 125 100 Watt 150 125 100 75 50 25 0 Duration PROFIEL P6. Hartslagprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. De pieken zijn vrij lang. Het profiel is ook geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 112, de piek hartslag is 125. 75 P6 Fatburner 1 50 25 180 0 160 Duration 140 Intensiviteitsprofiel met vele pieken om de explosieve kracht te verbeteren. De inspanning wordt onregelmatig gevarieerd en de pieken duren vrij kort. Het profiel is geschikt voor iedereen. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 117 watt, de piek inspanning is 150 watt. PROFIEL P3. P3 Cross Country 225 200 175 Watt 150 BPM 120 100 80 60 40 20 0 Duration PROFIEL P7. Bergop-hartslagprofiel. Tot halverwege neemt de hartslag gelijkmatig toe en daalt daarna gelijkmatig. Het profiel is ook geschikt voor beginners. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 121, de piek hartslag is 150. 125 100 P7 Fatburner 2 75 50 180 25 160 140 0 bergop-profiel voor verbetering van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt voor personen met een goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde inspanning is 133 watt, de piek inspanning is 210 watt. HANDLEIDING PROFIEL P4. Intensief 44 120 BPM Duration 100 80 60 40 20 0 Duration PROFIEL P8. Hartslagprofiel met drie pieken voor verbetering van het uithoudingsvermogen. De pieken duren vrij lang, maar de hartslag blijft steeds tamelijk gelijkmatig. Het profiel is geschikt voor iedereen. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 120, de piek hartslag is 140. HANDLEIDING P8 Cardio Strength 180 160 140 BPM 120 100 NL de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. 80 60 EIGEN TRAINING 40 20 0 Duration PROFIEL P9. Bergop-hartslagprofiel voor verbetering van het uithoudingsvermogen. De vrij lange pieken worden steeds hoger. Het profiel is vooral geschikt voor personen met een goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 131, de piek hartslag is 170. P9 Cardio Climb 180 160 U kunt tot 100 trainingsprogramma’s maken en opslaan op de meter. EEN PROGRAMMA OPSLAAN 1. Beëindig uw trainingsessie door op BACK/STOP te drukken. 2. Kies SAVE AND EXIT en bevestig uw keuze. 3. Voer een naam in voor de trainingssessie en bevestig deze naam met het keuzewiel. BELANGRIJK! U kunt alleen programma’s opslaan die langer dan tien minuten duren. 140 BPM 120 BELANGRIJK! Om een trainsessie op te slaan dient u een gebruikersnaam te kiezen. 100 80 60 40 OPGESLAGEN PROGRAMMA’S GEBRUIKEN 20 0 Duration Hartslagprofiel met drie pieken voor verbetering van de zuurstofopname. Na de vrij lange pieken begint een gelijkmatige herstelfase. Het profiel is vooral geschikt voor personen met een goede conditie. Met de vooraf ingestelde waarden, de gemiddelde hartslagritme is 133, de piek hartslag is 160. PROFIEL P10. P10 Cardio Interval 180 160 140 BPM 120 100 80 60 40 20 0 Duration T-RIDE T-RIDE TRAINING is een simulatie van het fietsen in een natuurlijke omgeving. Tijdens de training kunt u naar een andere versnelling schakelen met het keuzewiel en het hoogteprofiel bekijken. Kies T-RIDE. Kies het terrein en bevestig uw keuze. Stel het beginpunt voor de sessie in met het keuzewiel. 4. Stel het eindpunt voor de sessie in met het keuzewiel. 5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt schakelen (versnelling 1 t/m 8) met het keuzewiel. Tijdens de training kunt u het hoogteprofiel of de hartslag weergeven met behulp van het keuzewiel. Om de hartslag te kunnen weergeven, moet deze worden gemeten. 6. Nadat u de route hebt afgelegd, geeft de meter een pieptoon weer en is de trainingssessie voltooid. 7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op 1. 2. 3. Kies EIGEN TRAINING. Kies een trainingsessie in de lijst. Kies de gewenste methode voor de uitvoering: A) Herstart = herhaal de training zoals deze is opgeslagen B) Aanpassen = bewerk de duur van de opgeslagen training voordat deze in gebruik wordt genomen C) Race = houd een wedstrijd tegen de opgeslagen trainingsprestatie. BELANGRIJK! Bij de wedstrijdfunctie kunt u alleen programmaprofielen gebruiken die zijn gemaakt in de manual functie. In dergelijke profielen wordt de weerstand weergegeven in standaard krukasmoment (Nm). 4. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. A) Herstart = begin de training door te gaan fietsen. Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie in met het keuzewiel. B) Aanpassen = kies de duur van de training met de keuzewiel (SET TIME tussen 10 en 180 min.). Begin de training door te gaan fietsen. Stel het inspanningsniveau voor de trainingssessie in met het keuzewiel. C) Race = kies met het keuzewiel de racemodus (tijd: de afstand die u in een bepaalde tijd kunt afleggen; of afstand: hoe snel u een bepaalde afstand kunt afleggen) en bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. Op het display wordt een programma weergegeven dat eerder is opgeslagen. Beweeg de pedalen om met de race te beginnen. De stippellijn op het display geeft aan of u vóór of achter ligt op het schema van de het de meest recent opgeslagen trainingssessie met hetzelfde programma. Ook de afstand ten opzichte van de vorige opgeslagen sessie wordt weergegeven. De vorige opgeslagen trainingssessie word aangeduid met een lichte verticale stippellijn en uw prestaties tijdens de huidige race worden aangeduid door een zwarte verticale stippellijn. 5. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens 1. 2. 3. 45 afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te kiezen. CONDITIETEST De condititetest van de monitor is een meertrapstest. Deze begint met een lichte inspanning, maar afhankelijk van het gekozen testmodel neemt de inspanning gelijkmatig toe. De meertrapstest is een veilige en betrouwbare submaximale manier om de lichamelijke conditie te testen. De test wordt voortgezet tot de individuele streefwaarde voor de hartslag (85 % van uw maximale hartslag) is bereikt. Voor de test is het gebruik van de hartslagriem vereist: tijdens de test houdt de monitor de wijzigingen in de hartslag bij en schat aan de hand daarvan uw maximale zuurstofopnamecapaciteit. De maximale zuurstofopnamecapaciteit is de beste manier om de lichamelijke conditie in te schatten. Na de test geeft de meter uiteenlopende informatie over uw conditie in de vorm van een beschrijving en een numerieke waarde (ml/kg/min). VOORBEREIDING OP DE TEST 1. Controleer of de gegevens voor uw gebruikersnaam zijn bijgewerkt – de meter gebruikt de gegevens over de gebruiker als uitgangspunt voor de conditietest. 2. Kies FITNESS TEST. 3. Kies met het keuzewiel de conditiecategorie die het meest op u van toepassing is: A) inactief = beoefent geen lichaamsbeweging, zwakke conditie B) actief = doet aan lichaamsbeweging, gemiddelde of goede conditie C) athletisch = doet actief aan lichaamsbeweging, goede of uitstekende conditie 4. Op het display komt het testmodel dat correspondeert met de respectieve conditiecategorie. A) Tid/Stap = duur van de vermogenstrappen tijdens de test B) Stappen = vermogen van de trap (in Watt); de test bestaat uit meerdere trappen C) Eerste fase = inspanningstrap waarmee de test begint 5. Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken. 6. Indien nodig kunt u de streefwaarde voor uw hartslag aanpassen met het keuzewiel. Bevestig uw instellingen met het keuzewiel. 7. Het display geeft aan dat u kunt stoppen met de test zodra u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt. Start de test door het keuzewiel in te drukken. HANDLEIDING UITVOERING VAN DE TEST 1. Op het display komt het gekozen 46 trappenmodel van de test. Begin de test door te gaan fietsen. De curve van uw hartslag wordt in het rood op het display afgebeeld en wordt tijdens de test steeds bijgewerkt. De streefwaarde voor de hartslag is een rode stippellijn. 2. Wanneer uw hartslagniveau de streefwaarde bereikt, geeft de monitor een geluidssignaal en een melding op het display. Wij bevelen u aan om de test nu te stoppen, maar als uw conditie voldoende goed is, kunt u ook doorgaan met de test. Als de streefwaarde voor uw hartslag correct is ingesteld (d.w.z. dat u precies genoeg heeft vastgesteld wat uw maximale hartslag is), levert doorgaan met de test echter geen verbetering in de testnauwkeurigheid op. Als u uw maximale hartslag te hoog inschat, wordt ook uw conditie te hoog ingeschat. Op dezelfde manier wordt uw conditie te laag ingeschat als u uw maximale hartslag te laag inschat. 3. Om de test te stoppen als u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt, drukt u op de knop BACK/STOP of stopt u met het bewegen van de pedalen. De monitor toont vervolgens het testresultaat: A) aërobische conditie = schatting van uw conditieniveau in het inspanningsgebied dat u meestal gebruikt en dat het best weergeeft hoe goed uw lichamelijke conditie is. B) MET-waarde = getal dat het aantal veelvouden aangeeft waarmee de zuurstofopnamecapaciteit van uw lichaam kan toenemen ten opzichte van een volledige rusttoestand. C) ml/kg/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt in milliliters zuurstof per minuut per kilo lichaamsgewicht. D) l/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt in liters zuurstof per minuut. Het verschil met de voorafgaande waarde is, dat hier geen rekening wordt gehouden met uw lichaamsgewicht. E) Wmax = schatting van uw maximale prestatieniveau in Watt. F) W/kg = verhoudingsgetal van uw maximale prestatieniveau en uw gewicht. MANNEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX) 1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7 18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63 20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62 25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59 30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56 35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54 40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51 45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48 50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46 55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43 60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40 HANDLEIDING VROUWEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX) 1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7 18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52 20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51 25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49 30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46 35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44 40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41 45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38 50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36 55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33 60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30 ONDERHOUD De Tunturi apparaten hebben weinig onderhoud nodig. Het is raadzaam om zo nu en dan te controleren of alle bouten en moeren nog goed vast zitten. U kunt het apparaat schoonhouden door het af te nemen met een vochtige doek. Gebruik echter geen oplosmiddelen. De metalen delen kunt u het beste tegen de inwerking van transpiratievocht beschermen, om regelmatig deze delen te behandelen met een car-wax of teflonolie. Verwijder de kunststof behuizing van het apparaat nooit! De elektromagnetische weerstand genereert een magnetisch veld dat bijvoorbeeld horloges of de magneetstrip op bank- en creditcards kan beschadigen als deze in direct contact komen met de magneten. Probeer daarom nooit het gedeelte met de elektromagnetische weerstand te openen of te demonteren! Het elektromagnetische weerstand systeem is gebaseerd op het opwekken van elektromagnetische kracht. Het weerstand niveau en de veranderingen daarvan worden elektronisch gemeten en weergegeven, op het beeldscherm, in Watts. Hierdoor hoeft uw Tunturi fietsergometer niet opnieuw gekalibreerd te worden wanneer deze gemonteerd, onderhouden of gebruikt wordt, geheel volgens de instructies in deze handleiding. GEBRUIKSSTORINGEN BELANGRIJK! Ondanks voortdurende kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen optreden die het gevolg zijn van het niet goed functioneren van onderdelen die in de looptrainer zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden, aangezien de storing meestal kan worden opgelost door het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en door wie de trainer is geïnstalleerd. NL Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model, het serienummer van het apparaat en het nummer van het onderdeel. Op de laatste pagina’s van deze gids vindt u de onderdelenlijst. VERPLAATSEN Wilt u uw fietstrainer verplaatsen, doe dat dan op de hieronder omschreven manier. Het verkeerd optillen van een zwaar apparaat, kan immers rugletsel veroorzaken. Schakel bij het verplaatsen van het apparaat altijd eerst de elektriciteit uit en neem de stekker uit het stopcontact! Ga achter het apparaat staan. Pak met een hand het zadel vast en met de andere het stuur. Plaats een voet op de achtersteun. Kantel het apparaat zo dat het op de transportwieltjes komt te staan. Rij het apparaat op de transportwieltjes naar de andere plek. Laat het apparaat langzaam zakken. Hou daarbij het stuur vast en blijf achter het apparaat staan tot de trainer weer op de grond staat. Pas op dat de vloer niet beschadigt wanneer u het toestel verplaatst. Bescherm tere vloermaterialen zoals parketvloeren enz. Om schade aan het apparaat te voorkomen, is het raadzaam de trainer op een droge plek met zo min mogelijk stof en temperatuurwisselingen te plaatsen. TECHNISCHE GEGEVENS Lengte .........................................95 cm Breedte .........................................62 cm Hoogte ........................................135 cm Gewicht .......................................38 kg Dit product voldoet aan de eisen van EUs EMC Directieven betreffende elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit product met de CE label voorzien. Dit product voldoet aan EN precisie- en veiligheidsnormen (Norm HA, EN-957, deel 1 en 5). Tunturi is gerechtigd om specificaties te veranderen zonder daarover nader te berichten. BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als gevolg van het niet volgen van de instructies in deze gids betreffende het monteren, het instellen en het onderhouden van de apparatuur. De instructies dienen bij het in elkaar zetten, het onderhoud en het gebruik, zo zorgvuldig mogelijk te worden gevolgd. Veranderingen of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product aansprakelijkheid geheel vervallen. Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw nieuwe Tunturi trainingspartner! 47
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Tunturi E60 Handleiding

Categorie
Fitness, gymnastiek
Type
Handleiding