POWXG1007 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 6 www.varo.com
▪ Boomstammen moeten worden vastgezet.
▪ Werk op een hellende ondergrond altijd met uw gezicht naar de helling.
▪ Zet bij het doorzagen altijd de klauwaanslag tegen het hout dat u wilt zagen (zie Fig. 7b).
▪ Gebruik altijd de klauwaanslag vóór het doorzagen. Schakel pas dan de kettingzaag in en
begin te zagen. Trek de kettingzaag aan haar achterkant naar boven en bepaal de richting
met de voorste handgreep. Gebruik de klauwaanslag als steunpunt. Om de zaag opnieuw
op haar plaats te positioneren om verder te zagen, onderbreekt u het zaagproces en
oefent u een lichte druk uit op de voorste handgreep. Trek de zaag een beetje terug, zet
de klauwaanslag dieper volgens de zaagsnede en trek de achterste handgreep naar
omhoog (zie Fig. 7a).
▪ Haal de zaag enkel uit het hout wanneer ze nog draait.
▪ Schakel de zaag telkens uit wanneer u meerdere zaagsneden uitvoert.
▪ Het zagen van groeven (invalsneden) en horizontale sneden mag enkel uitgevoerd
worden door professionals (groot gevaar voor terugslag, zie Fig. 8).
▪ Stel de zaag voor het maken van horizontale sneden in onder kleinst mogelijke hoek. Dit
vergt extreme voorzichtigheid omdat de klauwaanslag in dit geval niet gebruikt kan
worden.
▪ Wanneer de ketting geklemd raakt tijdens het zagen met de bovenkant, dan kan ze naar
de gebruiker worden teruggeslagen. Daarom moet u waar mogelijk altijd met de onderkant
zagen omdat de kettingzaag dan weg van uw lichaam en naar het hout zal worden
getrokken (zie Fig. 9 en 10).
▪ Wees extra voorzichtig bij het zagen van gespleten hout. Afgezaagde stukken hout
kunnen in alle richtingen worden weggeslingerd (gevaar voor verwondingen!).
▪ Gebruik de kettingzaag niet om nagels of dergelijke voorwerpen te verwijderen.
▪ Bij het afzagen van takken moet de kettingzaag wanneer mogelijk tegen de stam
gesteund worden. Zaag niet met de punt van het zwaard (gevaar voor terugslag, zie Fig.
8).
▪ Het verwijderen van takken mag enkel door opgeleide personen worden uitgevoerd.
Gevaar voor verwondingen!
▪ Wees bijzonder voorzichtig met takken onder spanning. Zaag geen niet-ondersteunde
takken langs onder.
▪ Ga niet op de stam staan wanneer u takken afzaagt.
▪ De kettingzaag mag niet gebruikt worden voor bosbeheer, zoals bv. het vellen van bomen
of het afzagen van takken in een bos. Wegens de kabelverbinding beschikt de gebruiker
niet over de nodige mobiliteit en is zijn veiligheid niet gegarandeerd!
▪ Ga altijd naast de boom staan die geveld moet worden.
▪ Wanneer de boom omvalt, let dan op voor gevallen takken wanneer u achteruit loopt.
▪ Op een hellende ondergrond moet de gebruiker aan de boven-, linker- of rechterkant van
de boomstam of neerliggende boom staan, nooit aan de onderkant ervan.
▪ Let op voor stammen die naar u toe rollen. Terugslag!
▪ Er is een grote kans op terugslag wanneer de punt van de motorzaag (vooral het bovenste
kwadrant) per ongeluk in contact komt met hout of andere vaste voorwerpen. In dit geval
zal de zaag oncontroleerbaar zijn en met volle kracht terug worden geslagen naar de
gebruiker (gevaar voor verwondingen!).
▪ Tijdens het werken met de zaag moet u werkhandschoenen, geschikte schoenen,
beenbeschermers, een veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen.
▪ Wanneer het werk gevaar voor hoofdletsel inhoudt, moet een veiligheidshelm worden
gedragen. Bij het omzagen van bomen en het afzagen van takken van gevelde of
omgevallen bomen moet bijkomend ook nog een gelaatsscherm worden gedragen.
▪ Haal altijd de stekker uit het stopcontact vóór u de zaag controleert of bijstelt, vóór u een
bepaalde fout probeert op te lossen of vóór u ze van de ene plek naar de andere brengt.
▪ Schakel de zaag niet in vooraleer u ze stevig vast hebt, een stabiele houding hebt
aangenomen en u er zeker van bent dat het zwaard noch de ketting iets raken.